NL1034207C1 - Belader. - Google Patents

Description

ê

Belader

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelsel als weergegeven in de 5 aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke stelsel is algemeen bekend in de technologie voor het sorteren van eieren, bijvoorbeeld volgens US5636726. Hierin is beschreven hoe eieren die gerangschikt zijn op trays, bijvoorbeeld in rechthoekige patronen van 5 bij 6 eieren, met een zuigkopframe opgenomen worden en op de rollen van een sorteermachine worden 10 gelegd. Daarbij vormen twee opeenvolgende rollen telkens een transportpositie, waarbij de rollen in het algemeen diabolovormig zijn, en waarbij elke rol als steunpunt voor twee eieren zal fungeren als twee opeenvolgende transportposities benut worden. Ten duidelijkste geldt voor gebruik van dergelijke machines dat de tussenafstanden in de X en Y richting in de tray ongeveer even groot zijn als de steekafstanden tussen de rollen in de 15 transportrichting van de sorteermachine.

Bovendien zijn er rollentransporteurs voor zowel fruit als eieren bekend waar voor elk product een apart paar rollen als transpositie toegepast wordt. Bijvoorbeeld in US2296645 wordt beschreven hoe voor grote vruchten als meloenen elk een apart paar rollers gebruikt wordt om zo verder transport en verwerking, meer in het bijzonder het 20 verenkelen en bijgevolg het uitwerpen bij het gewenste losstation, te verbeteren. Voor het aanvoeren van dergelijke producten aan de rollentransporteur wordt in het algemeen een vlakke toevoerband toegepast.

In W00001229 is een transporteur beschreven waar de eieren op een rollentransporteur geplaatst worden waar na een bepaald traject tussen elke as met rollen 25 extra rollen tussengevoegd worden waarmee in dat deel van de machine voor elk product een apart paar rollen verkregen wordt. Met deze constructie kunnen kapotte eieren reeds in dat deel van de machine gelost worden zodat vervuiling van de verdere machine aanzienlijk verminderd wordt. Voor het laden van de eieren op een dergelijke rollentransporteur wordt een stelsel volgens de aanhef van conclusie 1 toegepast. Daarbij 30 kan voorts worden opgemerkt dat in de richting loodrecht op de transportrichting het spreiden van de aangrijpunits toegepast wordt.

1034207 ♦ 2

Om het automatisch laden van producten op een rollentransporteur met transportposities met grotere tussenafstanden in de transportrichting toch mogelijk te 5 maken heeft het stelsel volgens de onderhavige uitvinding het kenmerk, dat door de patroonregelaar patronen aangepast worden waarbij voor het plaatsingspatroon tenminste in de transportrichting T geldt, tl > 1.5 tO.

Met groot voordeel kan de constructie voor het tussenvoegen van extra rollen volgens W00001229 hiermee vermeden worden omdat nu de eieren direct op rollenparen 10 geplaatst worden. Het vermijden van deze constructie betekent een technisch meer eenvoudige rollentransporteur en bijgevolg minder kans op storingen. Voorts zal voor elke deskundige duidelijk zijn dat het bouwen vereenvoudigd wordt, dat de kosten verminderd worden, en dat de hygiëne in een dergelijke transporteur verder verbeterd wordt.

15 In een verder uitvoeringsvooibeeld heeft het stelsel het kenmerk, dat de transportposities gevormd worden door gescheiden paren van opeenvolgende rollen; dat het overdrachtsframe een raamwerk met zuignapopnemers omvat; en dat de aangrijpunits bij plaatsen van de producten een snelheid bezitten die in hoofdzaak 20 gelijk is aan die van de rollen van de rollentransporteur.

Met een dergelijk stelsel wordt op zeer geschikte wijze een voordelige verwerking van producten en bedrijfsvoering van de sorteerproces verkregen.

Verdere bijzonderheden en details van het stelsel volgens de uitvinding zullen toegelicht worden aan de hand van een tekening, 25 waarin figuur 1 schematisch een situatie voor een dergelijk stelsel uit de prior art toont, en waarin figuur 2 schematisch een situatie voor een uitvoeringsvoorbeeld van een stelsel volgens de uitvinding weergeeft.

In de verschillende figuren zijn dezelfde delen of onderdelen hetzelfde genummerd en aangeduid.

3 #

In figuur 1 is de situatie volgens de prior art zeer schematisch weergegeven. In bovenaanzicht worden een opneempatroon 1 van producten 1 en een plaatsingspatroon 2 5 met dezelfde producten E naar overdracht volgens pijl P getoond. Na plaatsen worden de producten E getransporteerd in een transportrichting T. De tussenafstanden in deze richting T en in de richting L loodrecht daarop zijn aangegeven voor de patronen aangegeven, respectievelijk met tO, 10, en met tl, 11.

Voorts zijn voor het plaatsingspatroon 2 twee zijaanzichten gegeven, te weten in 10 richting T met een rollenas 30 met daarop aangebracht diabolo vormige rollen 31 waarop producten E zijn aangegeven, en in richting L met de rollen 31 in zijaanzicht waarbij de producten E, bijvoorbeeld eieren, eveneens in zijaanzicht zijn getoond waarbij de eieren gesteund worden door twee rollen waarvan er telkens één als steunpunt voor twee eieren fungeert. Voor de situatie als hier beschreven kan een frame als genoemd in US5636726 15 toegepast worden.

In figuur 2 wordt een situatie als verkregen met het stelsel volgens de uitvinding zeer schematisch weergegeven. Producten E volgens opneempatroon 1 worden nu volgens P overgedragen en geplaatst volgens plaatsingspatroon 20. De tussenafstanden zijn weer aangeduid met tO, 10, tl, en 11. Duidelijk is weergegeven hoe in deze figuur 2 tO 20 en tl van elkaar verschillen. Alhoewel schematisch zal voor elke deskundige het verschil met de situatie volgens de prior art duidelijk zijn. Volgens de uitvinding zal tl > 1.5 tO zijn.

In de schematische zijaanzichten in deze figuur 2 is een houder 40 met producten E getoond voor de deelsituatie van het opneempatroon. Voor het plaatsingspatroon zijn 25 de extra tussengevoegde rollen 32 aangegeven waarbij getoond is hoe elk product een eigen paar rollen 31, 32, als steunrollen gebruikt. Voor de situatie volgens figuur kan bijvoorbeeld een frame gebruikt worden als beschreven in US5273152.

De getoonde aanzichten moeten gezien worden als loodrechte aanzichten op een in hoofdzaak horizontaal vlak.

4

In het geval van overdracht van producten bij grote snelheden zal een frame met aangrijpunits toegepast worden waarbij bewegingen zo uitgevoerd zijn dat het plaatsen met zeer klein snelheidsverschil wordt uitgevoerd, bij voorkeer bij relatieve snelheid 0 5 m/s. Aangrijpunits voor de bovenbeschreven situatie zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld zuigkoppen, of grijpers. Voorts zullen voor verdere toepassingen andere patronen gerealiseerd kunnen worden.

In een uitvoeringsvoorbeeld van een stelsel volgens de uitvinding als hiervoor beschreven zijn de volgende maten toegepast: 10 tO = 49 mm, 10 = 49 mm, tl = 76 mm (3”), en 11 = 82 mm.

Ten overvloede zij vermeld dat deze maten, hiervoor aangeduid als tussenafstanden, de hartafstanden zijn tussen de transportposities als aangeduid met de stippellijnen in de figuren 1 en 2. Deze afstanden worden ook aangeduid als steekafstanden of steken.

Voor elke deskundige zal duidelijk zijn dat kleine wijzigingen in het stelsel 15 volgens het uitvoeringsvoorbeeld als boven beschreven beschouwd moeten worden als begrepen te zijn onder de aangehechte conclusies.

20 1034207

Claims (4)

1. Stelsel voor het opnemen, overdragen, en plaatsen van patronen van producten, bijvoorbeeld eieren aangevoerd op trays, omvattende, 5. een aanvoerinrichting voor het aanvoeren van rechthoekige patronen van producten, - een rollentransporteur voor het in hoofdzaak horizontaal in transportrichting T transporteren van de producten na plaatsen hiervan op rollen, waarbij de rollentransporteur tenminste een enkele rij achter elkaar in de transportrichting T aangebrachte rollen omvat met transportposities tussen twee opeenvolgende rollen, en 10 - een overdrachtsframe met aangrijpunits voor het opnemen, overdragen, en plaatsen, van elk van de producten, gerangschikt in patronen bij opnemen, overdragen, en plaatsen, waarbij een patroonregelaar omvat wordt voor het aanpassen van een genoemd patroon tijdens overdragen vanaf opneempatroon naar een plaatsingspatroon, waarbij voor de tussenafstanden van de opneempatronen tO, 10, respectievelijk in de transportrichting T en 15 in de richting loodrecht daarop L, en de tussenafstanden van de plaatsingspatronen tl, 11, geldt dat tO en tl nagenoeg gelijk zijn, met het kenmerk, dat door de patroonregelaar patronen aangepast worden waarbij voor het plaatsingspatroon tenminste in de transportrichting T geldt, tl > 1.5 tO. 20

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportposities gevormd worden door gescheiden paren van opeenvolgende rollen.

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het overdrachtsframe een raamwerk met zuignapopnemers omvat.

4. Stelsel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangrijpunits bij plaatsen van de producten een snelheid bezitten die in hoofdzaak 30 gelijk is aan die van de rollen van de rollentransporteur. 1034207