NL1034174C2 - Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule. - Google Patents

Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule. Download PDF

Info

Publication number
NL1034174C2
NL1034174C2 NL1034174A NL1034174A NL1034174C2 NL 1034174 C2 NL1034174 C2 NL 1034174C2 NL 1034174 A NL1034174 A NL 1034174A NL 1034174 A NL1034174 A NL 1034174A NL 1034174 C2 NL1034174 C2 NL 1034174C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bolt
housing
lap
module
frame
Prior art date
Application number
NL1034174A
Other languages
English (en)
Inventor
Edwin Bunschoten
Original Assignee
Nemef B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nemef B V filed Critical Nemef B V
Priority to NL1034174A priority Critical patent/NL1034174C2/nl
Priority to PCT/NL2008/000182 priority patent/WO2009014428A1/en
Priority to EP08779006A priority patent/EP2171186A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1034174C2 publication Critical patent/NL1034174C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B15/00Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
    • E05B15/10Bolts of locks or night latches
    • E05B15/102Bolts having movable elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C19/00Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups
    • E05C19/02Automatic catches, i.e. released by pull or pressure on the wing
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B65/00Locks or fastenings for special use
    • E05B65/06Locks or fastenings for special use for swing doors or windows, i.e. opening inwards and outwards

Description

Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schootbehuizing met een schoot.
5 Voor het gemakkelijk openen en sluiten van deuren, ramen en dergelijke is het bekend om deze te voorzien van een rolschoot. Voor de eenvoud van de beschrijving wordt hierna alleen nog gesproken over deuren, doch de uitvinding is geenszins tot die toepassing beperkt. Hetzelfde geldt voor de plaatsing van de schoot. Deze kan naar keuze 10 in een statisch deel, zoals de stijl van een kozijn, of in een beweegbaar deel, zoals een deur, worden aangebracht. Voor de eenvoud van de beschrijving wordt alleen nog gesproken over plaatsing van de schoot in een beweegbaar deel in de vorm van een deur, doch de uitvinding is geenszins tot die toepassing beperkt. Een rolschoot is een 15 cilindrische of ton-vormige schoot die door een veer of dergelijke naar buiten (d.w.z. gedeeltelijk uit de schootbehuizing) wordt geduwd. De schoot wordt echter wel door de schootbehuizing tegengehouden, dat wil zeggen in een uiterste (naar buiten stekende) stand vastgehouden. Wanneer de deur wordt gesloten, komt de rolschoot tegen 20 de kozijnstijl en wordt in de schootbehuizing gedrukt (waardoor de veer wordt ingedrukt). Wanneer de rolschoot bij een daartoe verschafte uitsparing in de kozijnstijl komt, drukt de veer de rolschoot in de uitsparing, waardoor de deur in een gesloten toestand wordt gehouden .
25 Rolschoten hebben een aantal aantrekkelijke voordelen. Zo is het mogelijk om de deur zonder deurkruk te openen door simpelweg tegen de deur te duwen, danwel· hoeft er alleen aan de deurkruk getrokken te worden (en hoeft de deurkruk verder niet, bijvoorbeeld, naar beneden te worden bewogen). Verder zijn rolschoten zonder modificatie 30 zowel voor linker- als rechterdeuren geschikt. Rolschoten hebben echter ook diverse nadelen, wat hun toepassingsmogelijkheden beperkt. Zo zijn rolschoten niet erg goed in sLaat een deur vast te houden, waardoor deze bijvoorbeeld als gevolg van tocht of wind op een ongewenst moment open kan gaan. Verder komt de plaatsing van de uitsparing ten 35 opzichte van de rolschoot vrij precies, op straffe van een rammelende deur. Tenslotte heeft een rolschoot slechts een gering vermogen om een vrijwel dichtgeslagen deur geheel dicht te trekken.
1034174 2
De onderhavige uitvinding beoogt een alternatieve schoot te verschaffen die de genoemde nadelen in vergaande mate oplost.
Hiertoe verschaft de uitvinding een schootbehuizing met een schootmodule, waarbij 5 - de schootmodule een frame omvat voor het vasthouden van een rond een as draaibare schoot, het frame een eerste uiteinde en een tweede uiteinde bezit, en de as zich nabij het eerste uiteinde van het frame bevindt, - de schoot van de schootmodule een distaai uiteinde bezit aan een 10 van het tweede uiteinde van het frame afgekeerd uiteinde van de schoot, welk distale uiteinde buiten het frame steekt, - de schootmodule beweegbaar in de schootbehuizing is aangebracht tussen een eerste uiterste stand van de schootmodule waarbij de schoot maximaal buiten de schootbehuizing is gebracht en een tweede 15 uiterste stand van de schootmodule waarbij de schoot maximaal in de schootbehuizing is gebracht, - de behuizing een eerste orgaan bezit voor het uitoefenen van een kracht op de schootmodule in een richting van de tweede uiterste stand naar de eerste uiterste stand, en 20 - de schoot die rond de as draaibaar is - tussen een eerste uiterste stand van de schoot en een tweede uiterste stand van de schoot draaibaar is, en - zich bij afwezigheid van een op het buiten het frame uitstekende deel van de schoot uitgeoefende kracht in een tussen de 25 eerste uiterste stand van de schoot en de tweede uiterste stand van de schoot gelegen ruststand bevindt, en een tweede orgaan in aanwezigheid van de op het buiten het frame uitstekende deel van de schoot uitgeoefende kracht - als gevolg waarvan de schoot zich niet in de ruststand bevindt - een kracht op de 30 schoot uitoefent in de richting van die ruststand.
Een schootbehuizing voorzien van een dergelijke schootmodule heeft een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een rol-schoot. Ten eerste is de schoot beter in staat om een vrijwel gesloten deur dicht te trekken en deze ook dicht te houden. Ten tweede 35 komt de plaatsing van de schoot ten opzichte van de sluitkom minder precies. Deze voordelen kunnen worden bereikt zonder dat dit ten koste gaat van de voordelen die reeds bekend zijn van de rolschoot. De term "frame" is in samenhang met de schootmodule niet beperkend, en 3 kan bijvoorbeeld een uit stangen opgebouwd frame zijn of een rechthoekig U-profiel. De voorwaarden die aan het frame worden gesteld zijn dat het in staat is de erop uitgeoefende krachten te weerstaan en de beschreven functies uit te voeren. In het algemeen zal steekt 5 het distale uiteinde van de schoot voor ten minste 50%, zoals ten minste 55%, van de afstand van het distale uiteinde van de schoot tot de as buiten het frame. Wanneer wordt gesproken over "uitsteken tot buiten het frame" betekent dit uitsteken voorbij uiterste deel van het frame in een richting van het tweede uiteinde van het frame naar 10 het eerste uiteinde van het frame. Onder de term "as" in samenhang met schoot wordt een draaiingas verstaan, en kan een maar hoeft geen fysieke as in de vorm van een pen of dergelijke te zijn. Wanneer wordt gesteld dat de ruststand zich tussen de eerste uiterste stand van de schoot en de tweede uiterste stand van de schoot bevindt dan 15 omvat dit die uiterste standen. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm bevindt de schoot zich in de rusttoestand in 1 van de uiterste standen van de schoot. De schoot in een dergelijke schootbehuizing kan zich bij het sluiten van een deur als een conventionele schoot gedragen, terwijl de schoot zich maximaal tegen het openen van de deur 20 verzet, doch dit wel toelaat.
De schootmodule is bij voorkeur zodanig beweegbaar in de schootbehuizing aangebracht dat de schootmodule over een afstand van ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 75% van de afstand van het distale uiteinde van de schoot tot de as beweegbaar is.
25 Aldus kan de schoot ook worden benut wanneer de afstand tussen de deur en de kozijnstijl klein is. Met andere woorden, volgens deze uitvoeringsvorm is de plaatsing van de deur en de kozijnstijl weinig kritisch, hetgeen een groot voordeel ten opzichte van bekende rol-schoten is. De afstand tussen de deur en de kozijnstijl kan in de 30 praktijk variëren als gevolg van veranderingen van temperatuur en luchtvochtigheid. Bij de bekende rolschoten kan dit er gemakkelijk toe leiden dat de deur een deel van het jaar slecht sluit en slecht wordt vastgehouden. Op dit aspect presteert een schootbehuizing volgens de uitvinding beter.
35 Volgens een voorkeursuitvoering is de ruststand anders dan de eerste uiterste stand van de schoot en de tweede uiterste stand van de schoot en is het tweede orgaan een centreerorgaan. Met meer voorkeur bevindt deze zich halverwege (plus of min 5') tussen de eerste 4 uiterste stand van de schoot en de tweede uiterste stand van de schoot.
Een dergelijke schoot vertoont een meer symmetrisch gedrag, en kan dus in twee richtingen een deur dichttrekken. Het centreerorgaan 5 is bijvoorbeeld een gewonden veer, in welk geval het centreer orgaan in het algemeen uit 1 component zal bestaan. Het centreerorgaan kan echter ook uit meer dan een, bijvoorbeeld twee, niet noodzakelijkerwijs met elkaar in contact zijnde componenten bestaan, waarbij de componenten in tegengestelde richting een kracht op de schoot uit 10 kunnen oefenen.
Volgens een voorkeursuitvoering is het frame voorzien van een gewonden veer als het centreerorgaan, waarbij de gewonden veer een eerste uitstekend draaduiteinde en een tweede uitstekend draaduitein-de bezit, het eerste uitstekende draaduiteinde een kracht op de 15 schoot uitoefent die de schoot naar de eerste stand brengt en het tweede uitstekende draaduiteinde de schoot een kracht op de schoot uitoefent die de schoot naar de tweede stand brengt.
Aldus kan op eenvoudige wijze een doelmatig centreerorgaan worden verschaft. Een gewonden veer zoals hierboven omschreven kan als 20 een deels gewonden veer worden aangeduid. Het gewonden deel van de veer vormt daarbij het lijf van de veer.
Volgens een voorkeursuitvoering hiervan is tussen het lijf van de gewonden veer en de schoot een eerste aanslag voorzien voor het eerste uitstekende draaduiteinde en een tweede aanslag voor het twee-25 de uitstekende draaduiteinde, waarbij de eerste aanslag als aanslag kan fungeren wanneer het tweede draaduiteinde een grotere kracht op de schoot uitoefent dan het eerste draaduiteinde, en de tweede aanslag als aanslag kan fungeren wanneer het eerste draaduiteinde een grotere kracht op de schoot uitoefent dan het tweede draaduiteinde.
30 Aldus kan worden bewerkstelligd dat de deur met een grotere kracht door de schoot kan worden dichtgetrokken, en (nog) minder gemakkelijk op een ongewenst moment (bijvoorbeeld door wind) wordt geopend. In de praktijk zullen de aanslagen deel uitmaken van de schoot-module.
35 Een belangrijke uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de schootbehuizing en de schoot zijn ingericht om aan weerszijden van de schoot op elkaar aan te grijpen.
5
Hiertoe kan de schootbehuizing zijn voorzien van een voorplaat voorzien van een opening voor de schoot. De opening in de voorplaat waar de schoot doorheen kan steken kan aan weerszijden van de schoot zijn voorzien van een nok, terwijl de schoot zelf aan weerszijden er-5 van is voorzien van met de nokken complementaire groeven. Elk van de groeven (althans voor zover die groeven voor het hieronder beschreven doel dienen) heeft aan de van het distale uiteinde van de schoot gelegen plaats een als aanslag voor een nok van de voorplaat fungerend groefuiteinde. Deze groefuiteinden liggen bij voorkeur op een lijn in 10 hoofdzaak loodrecht op de lijn tussen het distale uiteinde en de as. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm is de schoot aan weerszijden ervan voorzien van nokken die aangrijpen op de behuizing, bijvoorbeeld op de zijranden van de opening voor de schoot aan weerszijden van de schoot. Deze nokken liggen bij voorkeur op een lijn in hoofd- 15 zaak loodrecht op de lijn tussen het distale uiteinde en de as. In elk van deze gevallen wordt door de beschreven plaatsing bereikt dat, in de eerste uiterste stand van de schoot, een goed gedefinieerde ruststand wordt bereikt, die bij voorkeur halverwege tussen de eerste en de tweede hoekstand van de schoot in ligt. Geringe verschillen in 20 de kracht waarmee het centreerorgaan vanaf de eerste stand naar de rusttoestand en vanaf de tweede stand naar de rusttoestand duwt hebben daardoor geen effect op de oriëntatie van de schoot in de ruststand. Dit maakt het gemakkelijker de schootbehuizing volgens de uitvinding te produceren en te plaatsen. Ook zorgt het orgaan dat de 25 schootmodule in de eerste uiterste stand van de schootmodule drukt voor een voorspanningskracht, waardoor ook in die situatie waarin de afstand tussen de deur en de kozijnstijl groot is de deur toch goed kan worden vastgehouden. Niet in de laatste plaats biedt deze uitvoeringsvorm een aantrekkelijk verder voordeel. Zodra een externe kracht 30 op de schoot wordt uitgeoefend waardoor deze zich niet in de rusttoestand bevindt, zal de schoot teneinde rond de as te kunnen draaien direct naar binnen worden gedrukt. De draaiing van de schoot gaat dus direct gepaard met een translatie van de schootmodule. De aanduiding "aan weerszijden" zal, zoals voor de gewone ter zake kundige duide-35 lijk zal zijn, betekenen aan weerszijden van een vlak gedefinieerd door de richting waarin de schootmodule kan bewegen en de as waarom de schoot draaibaar is.
6
Volgens een commercieel belangrijke uitvoeringsvorm is de schootbehuizing daarenboven voorzien van een nachtschoot.
Hierdoor kan de deur desgewenst tot een later tijdstip permanent worden vastgezet.
5 Volgens een heel gunstige uitvoeringsvorm bezit de schoot in een vlak dwars op de as over ten minste een deel van de lengte tussen de as en het distale uiteinde van de schoot een naar het distale uiteinde van de schoot taps toelopend profiel.
Met een taps profiel, dat zich niet tot het uiterste distale 10 uiteinde hoeft uit te strekken om doelmatig te zijn, wordt de goede werking van de schootbehuizing met schoot volgens de uitvinding tijdens het gebruik verder versoepeld. De term "taps toelopend" heeft in de onderhavige aanvraag geen beperking over de wijze waarop dit gebeurt. Dat wil zeggen, de zijvlakken van de schoot kunnen in plaats 15 van platte vlakken bijvoorbeeld cilindrisch gekromde vlakken zijn (dus een bolkromming vertonen) , het distale uiteinde zelf kan rond zijn, enz. Wel is, in een vlak loodrecht op de as, de afstand tussen het distale uiteinde en de as groter dan de grootste halve breedte van de schoot loodrecht op de lijn tussen het distale uiteinde en de 20 as. De afstand is bijvoorbeeld ten minste 25% groter, bij voorkeur ten minste 50% groter en met de meeste voorkeur ten minste 100% groter, bijv. 120%.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een schootmodule geschikt voor een schootbehuizing, waarbij de schootmodule is zoals om-25 schreven voor de schootbehuizing volgens de uitvinding.
Een dergelijke schootmodule is bruikbaar voor de assemblage van modulair opgebouwde schootbehuizingen.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 30 Fig. 1 een schematische doorsnede door een stijl van een kozijn en een deur voorzien van een schootbehuizing met schoot volgens de uitvinding toont, waarbij in een viertal stappen te zien is hoe tijdens het sluiten van de deur de schoot naar binnen wordt geduwd en tenslotte in een holte in de stijl aangrijpt; 35 Fig. 2a een opengewerkt zijaanzicht van de schootbehuizing met schoot van fig. 2a laat zien;
Fig. 2b een perspectivisch aanzicht van een deel van de schootbehuizing van fig. 2a laat zien; 7
Fig. 3a een explosie aanzicht van fig. 2a toont, terwijl fig. 3b en 3c respectievelijk een frame en een schoot van fig. 3a vergroot weergeven;
Fig. 4a en 4b onderaanzichten voorstellen van een detail van 5 een schootmodule van fig. 1;
Fig. 5a-c laat zien hoe een schoot van een schootmodule volgens de uitvinding wordt gecentreerd;
Fig. 6 een alternatieve schootbehuizing laat zien, welke geschikt is om met een kruk te worden bediend; en 10 Fig. 7 een schematische doorsnede door een stijl van een kozijn en een deur voorzien van een alternatieve schootbehuizing met een platte schoot laat zien, waarbij in een viertal stappen te zien is hoe tijdens het sluiten van de deur de platte schoot naar binnen wordt geduwd en tenslotte in een holte in de stijl aangrijpt.
15 Teneinde de uitvinding zo eenvoudig mogelijk uit te leggen, zal thans eerst de beweging die een schoot in een schootbehuizing volgens de uitvinding uitvoert worden beschreven. Vervolgens wordt uiteengezet hoe de schootbehuizing er precies uitziet.
Fig. 1 toont schematisch een doorsnede door een stijl K van een 20 deurkozijn en een deel van een deur D ter hoogte van de schoot 5, in vier verschillende stadia (a-d) van het sluiten van de deur D.
In fig. la wordt de deur D dicht gedaan en komt de schoot 5 met contactvlak 23 tegen de stijl K. Als gevolg hiervan draait de schoot 5 rond een as 4. De door de stijl op het contactvlak 23 uitgeoefende 25 kracht dwingt de schoot 5 om van een positie waarin de schoot 5 maxi maal uit de deur steekt naar een meer in de deur opgenomen positie (fig. lc) . Het distale uiteinde 8 van de schoot 5 is vervolgens in contact met de stijl K van het deurkozijn. Zodra het distale uiteinde 8 een uitsparing U in de stijl K bereikt zal het distale uiteinde 8 30 van de schoot 5 in de uitsparing U, bijvoorbeeld een sluitkom, worden opgenomen (fig. ld). De uitsparing U en de schoot 5 zullen zodanig ten opzichte van elkaar zijn gevormd en geplaatst, dat de schoot 5 in een gesloten toestand van de deur D een kracht op een deel van de rand of wand van de uitsparing U uitoefent, waardoor de deur D niet 35 zal rammelen.
De schoot 5 van de hier beschreven uitvoeringsvorm had de volgende dimensies; afstand tussen het distale uiteinde 8 en de as 4 was 13,6 mm, terwijl de dikte van de schoot loodrecht op de lijn tussen 8 het distale uiteinde 8 en de as 4 in een vlak loodrecht op de as 4 12,4 nun was.
Fig. 2 toont een opengewerkte schootbehuizing 1 zoals die in de deur D van fig. 1 is gebruikt, waarbij fig. 2a een zijaanzicht is en 5 fig. 2b een deel daarvan in perspectivisch aanzicht. Fig. 3 toont een explosieaanzicht vanuit in hoofdzaak hetzelfde perspectief als fig. 2b. De schootbehuizing 1 omvat een slotplaat 24 en een voorplaat 11. De voorplaat 11 is voorzien van een opening 26 (fig. 3a) voor de schoot 5. De schoot 5 maakt deel uit van een schootmodule 2. De 10 schootmodule 2 omvat een frame 3 en is ingericht om de schoot 5 draaibaar vast te houden. De schoot 5 is draaibaar rond as 4. Deze as 4 bevindt zich nabij het eerste uiteinde 6 van het frame 3, terwijl het andere uiteinde van het frame 3 het tweede uiteinde 7 ervan is.
De schootmodule 2 is beweegbaar in de schootbehuizing 1 opgeno-15 men tussen een eerste uiterste stand waarbij de schoot 5 maximaal buiten de schootbehuizing 1 is gebracht (fig. la) en een tweede uiterste stand waarbij de schoot 5 maximaal (maar niet volledig) in de schootbehuizing 1 is opgenomen (fig. lc) . Hiervoor zijn geleidings-middelen voorzien, in het bijzonder een pen 27 en een sleuf 28. De 20 schootbehuizing 1 is voorzien van een orgaan om op de schootmodule 2 een kracht uit te oefenen van de tweede uiterste stand naar de eerste uiterste stand (in fig. 2a dus naar links). In de weergegeven uitvoeringsvorm is gebruik gemaakt van een dagschootveer 9 die aangrijpt op een uitsparing 31 in het frame 3 (fig. 2b), maar in plaats van een 25 veer zou bijvoorbeeld ook een pneumatisch orgaan zoals heden ten dage op de markt verkrijgbaar kunnen worden gebruikt.
De schoot 5 is draaibaar rond as 4 tussen een eerste uiterste stand van de schoot 5 (overeenkomstig met de situatie zoals weergegeven in fig. lb) en een tweede uiterste stand (overeenkomstig de stand 30 die de schoot 5 zal aannemen wanneer de deur D wordt opengetrokken wanneer de deur zich in de gesloten toestand van fig. ld bevindt). Wanneer op de schoot 5 geen externe krachten (zoals door een stijl K van het kozijn) worden uitgeoefend, zal deze zich in een basisstand of ruststand bevinden die zich tussen de eerste uiterste stand van de 35 schoot 5 en de tweede uiterste stand van de schoot 5 bevindt, bij voorkeur halverwege. In deze stand zal het distale uiteinde 8 maximaal door de opening 26 in de voorplaat 11 uit de schootbehuizing 1 steken (fig. la) . Thans zal worden uiteengezet hoe de schoot bij de 9 besproken uitvoeringsvorm in de ruststand wordt gebracht, doch de uitvinding is geenszins tot deze specifieke uitvoeringsvorm beperkt.
Voor het van de eerste uiterste stand van de schoot 5, of van de tweede uiterste stand van de schoot 5, naar de basisstand voeren 5 van de schoot 5 is een veer 10 voorzien, welke veer een gewonden lijf 29 bezit en door een pen 19 in het frame 3 van de schootmodule 2 op zijn plaats wordt gehouden. De veer 10 heeft twee draad-uiteinden 15a, 15b (fig. 3) die op de schoot 5 aangrijpen. Dit is te zien in fig. 4a, 4b, welke detailafbeeldingen zijn van de schootbehuizing van 10 fig. 2a, en in het bijzonder schematische onderaanzichten zijn op twee verschillende hoogten door de schootmodule 2. De schoot 5 heeft aan de naar het tweede uiteinde 7 van het frame 3 gekeerde deel van de schoot 5 uitsparingen 17a, 17b. Om een werkzame veerwerking uit te kunnen oefenen had veer 10 kunnen zijn vastgezet, d.w.z. niet draai-15 baar rond pen 19 zijn gemonteerd. De hier besproken uitvoeringsvorm laat een meer doelmatige oplossing zien. Door het gebruik van aanslagen 16a, 16b, hier verschaft door een plaat 30 voorzien van doorgaande sleuven 25a, 25b, kan worden bereikt dat nabij de tweede uiterste stand van de schoot 5 alleen het draaduiteinde 15b een kracht op de 20 schoot 5 uitoefent, terwijl het draaduiteinde 15a afsteunt tegen de plaat 30, in het bijzonder aanslag 16a. Voor de eerste uiterste stand van de schoot 5 geldt het tegengestelde. Dit is in fig. 5a-c te zien. In fig. 5a grijpt het draaduiteinde 15b aan op de schoot 5. De sleuf 25b is hier opengewerkt weergegeven waardoor het draaduiteinde 15b 25 over de volle lengte ervan te zien is. Bij het naar de basisstand be wegen van de schoot 5 beweegt het draaduiteinde 15b in de sleuf 25b. Wanneer de schoot 5 van de tweede uiterste stand van de schoot 5 tot voorbij de basisstand (die is weergegeven in fig. 5b) beweegt, gaat een uiteinde van de sleuf 25b als aanslag 16b voor het draaduiteinde 30 15b fungeren. Dit is goed te zien in fig. 5c, waar te zien is dat het draaduiteinde 15b zich vrij (d.w.z. niet tegen de schoot 5 afsteunend) in de uitsparing 17a bevindt, waarbij de schoot 5 zich in de eerste uiterste stand van de schoot 5 bevindt. Het draaduiteinde 15b steunt in feite al tussen de basisstand en de eerste uiterste stand 35 van de schoot 5 niet tegen de schoot 5 af. De plaatsen van de aanslagen 16a, 16b voor de draaduiteinden 15a, 15b zullen in hoofdzaak in het verlengde van de lijn tussen het distale uiteinde 8 van de schoot 5 en de as 4 bevinden (zoals te zien in fig. 3b), maar de gewone vak- 10 man kan de plaats enigszins variëren, niet alleen om rekening te houden met de dikte van de draaduiteinden 15a, 15b, maar ook om het gedrag van de schoot 5 op de beoogde toepassing van de schootbehuizing 1 naar wens in te stellen. Desgewenst is de plaats van de aanslag in-5 stelbaar, bijvoorbeeld middels een schroefje of dergelijke.
In principe kan een veer 10 ervoor zorgen dat de schoot 5 zich, bij afwezigheid van een externe kracht, in de basisstand bevindt. Het gebruik van aanslagen 16a, 16b, zoals hierboven uiteengezet, kan er voor zorgen dat dit gemakkelijker kan worden bereikt. Echter, tenein-10 de op eenvoudige wijze een schootbehuizing volgens de uitvinding te verschaffen waarbij de schoot zich in een gewenste basisstand bevindt zonder gevoelig te zijn voor toleranties van materiaal en montage, geniet het de voorkeur om de basisstand op te laten leggen door de schootbehuizing. Voor de hier besproken uitvoeringsvorm wordt de ba-15 sisstand opgelegd door de voorplaat 11. In de getoonde uitvoeringsvorm is de voorplaat 11 voorzien van nokken 12a, 12b, terwijl de schoot 5 is voorzien van complementaire groeven 13a, 13b. Deze groeven 13a, 13b hebben elk aan het dichtst bij het tweede uiteinde van het frame 3 gelegen tweede uiteinde 7 een einde, welke groef-einden 20 14a, 14b als aanslag voor de nokken 12a, 12b fungeren. Bij afwezigheid van een externe kracht op de schoot 5 dwingt de dagschootveer 9 de schoot 5 naar buiten, waardoor de nokken 12a, 12b op de als aanslag fungerende groefuiteinden 14a, 14b zullen aangrijpen. Hierdoor wordt de stand van de schoot 5 bepaald door de plaats van de nokken 25 12a, 12b en de groefuiteinden 14a, 14b. Door de schoot 5 als een gietstuk te vervaardigen, kan de plaats van de groefuiteinden 14a, 14b precies en reproduceerbaar worden bepaald. De voorplaat 11 zal gebruikelijk door stansen of dergelijke worden vervaardigd, waardoor ook de plaats van de nokken 12a, 12b precies en reproduceerbaar ver-30 zekerd is. Aldus kan een schootbehuizing 1 worden verschaft met een schoot 5 die zich in een goed gedefinieerde basisstand bevindt.
De nokken 12a, 12b verschaffen nog een voordeel. Zodra een ex terne kracht op de schoot 5 wordt uitgeoefend zal de schoot 5 teneinde te kunnen draaien rond as 4 direct naar binnen worden gedrukt.
35 Ofschoon een kruk overbodig is, en eventueel met een niet ten opzichte van de deur beweegbare greep kan worden volstaan om de deur open te trekken, sluit de onderhavige uitvinding het gebruik van een kruk om de schoot in de deur te brengen niet uit. Een kruk kan nuttig 11 zijn, wanneer bijvoorbeeld wordt gewenst een kamer met zo min mogelijk geluid binnen te gaan, of om een kast zachtjes te openen of te sluiten. Fig. 6 toont een variant van de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm, waarbij een op zich bekende tuimelaar 20 is verschaft die 5 op op zich bekende wijze aangrijpt op het frame 3. Om de kruk (niet weergegeven) weer zijn oorspronkelijke stand in te laten nemen, is een op zich bekende veer 21 voorzien, hetgeen voor de gewone ter zake kundige allemaal geen verdere toelichting behoeft.
Fig. 7 toont een schematische doorsnede die in wezen overeen-10 stemt met die van fig. 1. Het verschil is dat hier in plaats van een schoot 5 met een taps toelopend gedeelte een schoot 50 is gebruikt die aan de zijde van de stijl K in wezen de vorm heeft van een platte plaat. Een dergelijke uitvoeringsvorm geniet, in vergelijking met een tapse uitvoering van de schoot - bijvoorbeeld zoals die hierboven be-15 sproken - overigens niet de voorkeur aangezien de schoot 50 minder ver uit mag steken om nog doelmatig te kunnen zijn. Bij een platte schoot 50 worden de uiterste standen van de schoot kritisch, aangezien de schoot niet tussen de opening in de voorplaat en de stijl van het kozijn beklemd mag raken. Bij een tapse schoot sluit het klemmen 20 niet uit, dat een kracht op de schootmodule wordt uitgeoefend waardoor de schoot ten minste deels in de slotbehuizing wordt opgenomen. Niettemin geniet het voor een optimale werking ook voor een tapse schoot de voorkeur dat klemming niet optreedt. Teneinde klemming te voorkomen kan als vuistregel worden gehanteerd dat geen punt van de 25 schoot in een uiterste stand ervan voorbij een lijn steekt welke lijn zich in een vlak bevindt loodrecht op de as en op dezelfde hoogte als het betreffende punt van de schoot in het vlak bevindt, waarbij de lijn de opening raakt en evenwijdig loopt met de bewegingsrichting van de schootmodule. Het ligt echter ruim binnen het vermogen van de 30 gewone ter zake kundige om een functioneel werkende schootbehuizing te vervaardigen, waarbij de gewone ter zake kundige bijvoorbeeld de veerkracht van veer 9 zal kunnen verlagen teneinde te verzekeren dat de schoot zodanig gemakkelijk in de behuizing wordt opgenomen dat klemming wordt voorkomen. Andere variabelen zijn bijvoorbeeld de hoek 35 waaronder kracht tegen het contactvlak van het uitstekende deel van de schoot wordt uitgeoefend, waarbij de gewone ter zake kundige ervoor zal zorgen dat deze hoek bij voorkeur tussen 30° en 60° zal liggen, en de wrijvingskarakteristieken van de gebruikte materialen. Dit 12 verschilt in wezen echter niet van de situatie waarbij een schoot volgens de stand van de techniek in de schootbehuizing wordt gedrukt.
Met nadruk wordt erop gewezen dat een schootbehuizing volgens de uitvinding ook in een statisch deel, zoals de stijl van een kozijn 5 kan worden geplaatst. De schoot zal daarbij in een uitsparing kunnen vallen van een beweegbaar complementair deel, zoals een deur of schuifwand die door middel van draaiing en/of een translatie voor de schoot wordt gebracht. Ook in geval van een translatie zal de schoot-module in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van het complemen-10 taire deel staan.
Een schootbehuizing volgens de uitvinding kan ook een nachtschoot ter vergrendeling van een deur of dergelijke bevatten.
15 1 0 34 1 74

Claims (9)

1. Schootbehuizing met een schootmodule, waarbij 5. de schootmodule een frame omvat voor het vasthouden van een rond een as draaibare schoot, het frame een eerste uiteinde en een tweede uiteinde bezit, en de as zich nabij het eerste uiteinde van het frame bevindt, - de schoot van de schootmodule een distaai uiteinde bezit aan een 10 van het tweede uiteinde van het frame afgekeerd uiteinde van de schoot, welk distale uiteinde buiten het frame steekt, - de schootmodule beweegbaar in de schootbehuizing is aangebracht tussen een eerste uiterste stand van de schootmodule waarbij de schoot maximaal buiten de schootbehuizing is gebracht en een tweede 15 uiterste stand van de schootmodule waarbij de schoot maximaal in de schootbehuizing is gebracht, - de schootbehuizing een eerste orgaan bezit voor het uitoefenen van een kracht op de schootmodule in een richting van de tweede uiterste stand naar de eerste uiterste stand, en 20. de schoot die rond de as draaibaar is - tussen een eerste uiterste stand van de schoot en een tweede uiterste stand van de schoot draaibaar is, en - zich bij afwezigheid van een op het buiten het frame uitstekende deel van de schoot uitgeoefende kracht in een tussen de 25 eerste uiterste stand van de schoot en de tweede uiterste stand van de schoot gelegen ruststand bevindt, en een tweede orgaan in aanwezigheid van de op het buiten het frame uitstekende deel van de schoot uitgeoefende kracht - als gevolg waarvan de schoot zich niet in de ruststand bevindt - een kracht op de 30 schoot uitoefent in de richting van die ruststand.
2. Schootbehuizing volgens conclusie 2, waarbij de schootmodule zodanig beweegbaar in de schootbehuizing is aangebracht dat de schootmodule over een afstand van ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 75% 35 van de afstand van het distale uiteinde van de schoot tot de as beweegbaar is. 1 0 3 4 1 74
3. Schootbehuizing volgens conclusie 1, waarbij de ruststand anders is dan de eerste uiterste stand van de schoot en de tweede uiterste stand van de schoot en het tweede orgaan een centreerorgaan is.
4. Schootbehuizing volgens conclusie 3, waarbij het frame is voorzien van een gewonden veer als het centreerorgaan, waarbij de gewonden veer een eerste uitstekend draaduiteinde en een tweede uitstekend draaduiteinde bezit, het eerste uitstekende draaduiteinde een kracht op de schoot uitoefent die de schoot naar de eerste stand brengt en 10 het tweede uitstekende draaduiteinde de schoot een kracht op de schoot uitoefent die de schoot naar de tweede stand brengt.
5. Schootbehuizing volgens conclusies 4, waarbij tussen het lijf van de gewonden veer en de schoot een eerste aanslag is voorzien voor het 15 eerste uitstekende draaduiteinde en een tweede aanslag voor het tweede uitstekende draaduiteinde, waarbij de eerste aanslag als aanslag kan fungeren wanneer het tweede draaduiteinde een grotere kracht op de schoot uitoefent dan het eerste draaduiteinde, en de tweede aanslag als aanslag kan fungeren wanneer het eerste draaduiteinde een 20 grotere kracht op de schoot uitoefent dan het tweede draaduiteinde.
6. Schootbehuizing volgens een van de conclusies 3 tot 5, waarbij de schootbehuizing en de schoot zijn ingericht om aan weerszijden van de schoot op elkaar aan te grijpen. 25
7. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schootbehuizing daarenboven is voorzien van een nachtschoot.
8. Schootbehuizing volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 30 schoot in een vlak dwars op de as over ten minste een deel van de lengte tussen de as en het distale uiteinde van de schoot een naar het distale uiteinde van de schoot taps toelopend profiel bezit.
9. Schootmodule geschikt voor een schootbehuizing, waarbij de schoot- 35 module is zoals omschreven voor de schootbehuizing volgens een van de conclusies 1 tot 8. 1034174
NL1034174A 2007-07-23 2007-07-23 Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule. NL1034174C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034174A NL1034174C2 (nl) 2007-07-23 2007-07-23 Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule.
PCT/NL2008/000182 WO2009014428A1 (en) 2007-07-23 2008-07-23 Bolt housing comprising a bolt, and a bolt module
EP08779006A EP2171186A1 (en) 2007-07-23 2008-07-23 Bolt housing comprising a bolt, and a bolt module

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034174 2007-07-23
NL1034174A NL1034174C2 (nl) 2007-07-23 2007-07-23 Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034174C2 true NL1034174C2 (nl) 2009-01-27

Family

ID=39876247

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034174A NL1034174C2 (nl) 2007-07-23 2007-07-23 Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2171186A1 (nl)
NL (1) NL1034174C2 (nl)
WO (1) WO2009014428A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2499605A (en) * 2012-02-21 2013-08-28 Assa Abloy Ltd Latch assembly and latchbolt
FI124791B (fi) 2012-12-19 2015-01-30 Abloy Oy Ovenlukko
FI124790B (fi) 2012-12-19 2015-01-30 Abloy Oy Ovenlukko
KR20220149347A (ko) * 2021-04-30 2022-11-08 주식회사 직방 래치 구조체

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3951442A (en) * 1974-07-11 1976-04-20 Schlage Lock Company Pivoting latch and lock
GB2203794A (en) * 1987-04-13 1988-10-26 Waertsilae Oy Ab Door lock

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1193830B (de) * 1964-05-08 1965-05-26 Fliether Fa Karl Pendeltuer-Verschluss
US4135746A (en) * 1977-02-17 1979-01-23 Sterling John G Latch bolt assembly
US4653784A (en) * 1986-05-27 1987-03-31 Lee Raymond J Spring-loaded oscillating cam latch

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3951442A (en) * 1974-07-11 1976-04-20 Schlage Lock Company Pivoting latch and lock
GB2203794A (en) * 1987-04-13 1988-10-26 Waertsilae Oy Ab Door lock

Also Published As

Publication number Publication date
EP2171186A1 (en) 2010-04-07
WO2009014428A1 (en) 2009-01-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1034174C2 (nl) Schootbehuizing met een schoot, en een schootmodule.
TWI731049B (zh) 具有用於家具之門扇的彈性開啟裝置的鉸鏈
US8186010B2 (en) Retracting mechanism and fixing structure
US7530142B2 (en) Hinge, in particular for connecting two flap portions of a folding flap
TWI327899B (en) Opening and closing latch device for furniture
US20090119875A1 (en) Damping device group for furniture hinges
JP2021529904A (ja) 家具用金具
ES2783828T3 (es) Cerradura para una puerta rebajada
KR101043377B1 (ko) 회동식 창호용 스테이바
US10480217B2 (en) Universal lock with sliding blocking mechanism
ES2345815T3 (es) Cerradura para una puerta o compuerta corredera.
US6527310B1 (en) Slam bolt lock
EP2781676B1 (en) Concealed hinge with an automatic return device toward a closed position
EP1950370A1 (en) Locking device for door and window shutters and the like
JP5721678B2 (ja) 引込み装置ユニット
US20170328098A1 (en) Door stopper
JP4380090B2 (ja) 扉位置決め装置
JP3494603B2 (ja) ステー
JP5385238B2 (ja) 建具
ES2734054T3 (es) Cerradura con un pestillo y un pestillo adicional como seguro de funcionamiento
NL2016481B1 (en) Catch for catching a locking element.
JP2004257177A (ja) シャッターの錠装置及びその錠装置を備えたシャッター
KR200486898Y1 (ko) 미닫이 창호용 핸들장치
NL2021373B1 (nl) Magneetschootslot en kit
JP2012036674A (ja) 閉扉装置及びそれを備えた扉装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200801