NL1034162C2

NL1034162C2 - Fastening device for a closing panel.

Info

Publication number: NL1034162C2
Application number: NL1034162A
Authority: NL
Inventors: Andre Smit; Alfred Van Der Put
Original assignee: Alcoa Architectuursystemen
Priority date: 2007-07-19
Filing date: 2007-07-19
Publication date: 2009-01-20

Description

Titel: Bevestigingsinrichting voor een afsluitpaneel.Title: Fixing device for a closing panel.

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsinrichting voor ten minste één paneel zoals een deur of een raam.The invention relates to a mounting device for at least one panel such as a door or a window.

Uit de praktijk zijn deuren en ramen zoals schuiframen en schuifdeuren bekend, waarbij een bevestigingsinrichting wordt toegepast 5 voor het bevestigen van het schuifraam of de schuifdeur in een gebouw. Dergelijke schuiframen en schuifdeuren en bevestigingsinrichtingen daarvoor worden bijvoorbeeld vervaardigd door de firma Alcoa, Nederland. Deze bekende schuiframen en schuifdeuren hebben een profielconstructie, bijvoorbeeld een dorpelprofiel, waarin aan een eerste zijde een geleiding is 10 voorzien voor genoemd paneel en aan een tweede zijde bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor bevestiging aan een constructiedeel zoals een wand of vloer. Over het algemeen zullen de eerste en tweede zijde tegenover elkaar liggen. In de profielconstructie zijn tussen een voorzijde en een achterzijde twee kamers voorzien die zich in de lengterichting van de profielconstructie 15 uitstrekken. Deze kamers zorgen voor het op vangen en afvoeren van water dat langs een of meer van de schuivende panelen zoals deur of raam kan lekken vanuit de geleidingen. Op vergelijkbare wijze kunnen draai- en/of kantelramen zijn voorzien.Doors and windows such as sliding windows and sliding doors are known from practice, wherein a fixing device is used for fixing the sliding window or sliding door in a building. Such sliding windows and sliding doors and fastening devices therefor are for example manufactured by the company Alcoa, the Netherlands. These known sliding windows and sliding doors have a profile construction, for instance a sill profile, in which a guide is provided for said panel on a first side and fixing means are provided on a second side for fixing to a structural part such as a wall or floor. Generally, the first and second sides will face each other. In the profile construction, two chambers are provided between a front side and a rear side, which chambers extend in the longitudinal direction of the profile construction. These chambers ensure that water is collected and drained from the guides along one or more of the sliding panels, such as a door or window. Pivoting and / or tilting windows can be provided in a similar manner.

In dit bekende profiel staat de tweede, tijdens gebruik vanaf een 20 buitenzijde gezien achterste kamer in open verbinding met de voorste, eerste kamer via een of meer afwateringen. De eerste kamer heeft een afwatering naar de omgeving. Dat betekent dat al het water dat in de tweede kamer treedt moet worden afgevoerd via de eerste kamer en genoemde afivatering.In this known profile, the second rear chamber, viewed during use from an outside, is in open communication with the front, first chamber via one or more drains. The first room has a drainage to the area. That means that all the water that enters the second chamber must be discharged via the first chamber and said drainage.

25 Tijdens gebruik blijkt dat bijvoorbeeld druk op de panelen en het profiel tot stuwing van water in de tweede kamer leidt. Dat betekent dat, teneinde te verhinderen dat water aan de binnenzijde uit de tweede kamer 1034162 2 kan stromen, bijvoorbeeld naar een ruimte die door de panelen kan worden afgesloten, het dorpelprofïel aan de naar genoemde ruimte gekeerde zijde, dat wil zeggen aan de van de eerste kamer afgekeerde zijde van de tweede kamer, relatief hoog moet worden uitgevoerd. Dit is nadelig omdat dit meer 5 materiaal vergt en bovendien de dagmaat van het schuifraam of de schuifdeur verkleint ten opzichte van wanneer het profiel lager zou kunnen worden uitgevoerd. Verder wordt met name bij gebruik voor schuifdeuren de instap over het profiel verhoogd, hetgeen minder wenselijk kan zijn.During use, it appears that, for example, pressure on the panels and the profile leads to water accumulation in the second chamber. This means that, in order to prevent water from flowing inside the second chamber 1034162 2, for example to a space that can be closed by the panels, the sill profile on the side facing said space, that is, on the side facing the said space side of the second chamber facing away from the first chamber. This is disadvantageous because it requires more material and moreover reduces the clear dimension of the sliding window or the sliding door compared to when the profile could be made lower. Furthermore, especially when used for sliding doors, the entry over the profile is increased, which may be less desirable.

De uitvinding beoogt een bevestigingsinrichting van de in de 10 inleiding beschreven soort te bieden, waarbij ten minste één van de nadelen van de bestaande inrichting, al dan niet hiervoor genoemd, wordt vermeden of een alternatief daarvoor wordt geboden.The invention has for its object to provide a fastening device of the type described in the introduction, wherein at least one of the drawbacks of the existing device, whether or not mentioned above, is avoided or an alternative is offered.

In een eerste aspect wordt een bevestigingsinrichting gekenmerkt door een profielconstructie waarin aan een eerste zijde een geleiding is 15 voorzien voor genoemd paneel en aan een tweede zijde bevestigingsmiddelen zijn voorzien voor bevestiging aan een constructie deel zoals een wand of vloer, waarbij genoemde profielconstructie een voorzijde en een achterzijde heeft, waarbij in genoemde profielconstructie ten minste een eerste en een tweede kamer zijn opgenomen, gescheiden van elkaar, waarbij de eerste 20 kamer is voorzien van een eerste afwatering en de tweede kamer is voorzien van een tweede afwatering, gescheiden van de eerste afwatering.In a first aspect, a fastening device is characterized by a profile construction in which a guide is provided for said panel on a first side and fastening means are provided on a second side for fixing to a structural part such as a wall or floor, said profile construction having a front side and has a rear side, wherein said profile construction comprises at least a first and a second chamber, separated from each other, wherein the first chamber is provided with a first drainage and the second chamber is provided with a second drainage, separated from the first drainage .

Scheiding van de afwatering van de eerste en tweede kamer verhindert dat water vanuit de eerste kamer in de tweede kamer kan worden opgestuwd.Separation of the drainage from the first and second chamber prevents water from being pushed up from the first chamber into the second chamber.

25 In een tweede aspect wordt een bevestigingsinrichting gekenmerkt doordat de eerste kamer ten minste gedeeltelijk wordt begrensd door een eerste profieldeel, de tweede kamer ten minste gedeeltelijk wordt begrensd door een tweede profieldeel en tussen het eerste en het tweede profieldeel een derde profieldeel is opgenomen dat het eerste en tweede profieldeel ten 30 minste thermisch scheidt, waarbij een bodem van de eerste kamer en een 3 bodem van de tweede kamer zich bij voorkeur op ongeveer gelijke hoogte uitstrekken. De afwatering van de tweede kamer strekt zich daarbij bij voorkeur uit onder ten minste een deel van de eerste kamer.In a second aspect, a fastening device is characterized in that the first chamber is at least partially bounded by a first profile part, the second chamber is at least partially bounded by a second profile part and a third profile part is included between the first and the second profile part that the first and second profile part at least thermally separates, wherein a bottom of the first chamber and a bottom of the second chamber preferably extend at approximately the same height. The drainage of the second chamber preferably extends below at least a part of the first chamber.

In een derde aspect wordt een inrichting volgens de uitvinding 5 gekenmerkt doordat de bevestigingsinrichting een lengterichting heeft en de eerste en tweede kamer zich in genoemde lengterichting uitstrekken, waarbij aan twee tegenover elkaar gelegen einden een eindafsluiting is voorzien die een afdichting vormt voor ten minste één van de kamers.In a third aspect, a device according to the invention is characterized in that the fixing device has a longitudinal direction and the first and second chamber extend in said longitudinal direction, wherein an end closure is provided at two opposite ends which forms a seal for at least one of the rooms.

De afsluitingen bieden het voordeel dat het profiel met de kamers 10 bijvoorbeeld kan worden geextrudeerd, waarbij het profiel op een gewenste lengte kan worden afgekort en van de afsluitingen kan worden voorzien.The closures offer the advantage that the profile with the chambers 10 can for example be extruded, wherein the profile can be shortened to a desired length and can be provided with the closures.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een schuifdeur of schuifraam, voorzien van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding.The invention furthermore relates to a sliding door or sliding window, provided with a fastening device according to the invention.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor de 15 vervaardiging en/of plaatsing van een schuifraam of schuifdeur.The invention furthermore relates to a method for the manufacture and / or placement of a sliding window or sliding door.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, Daarin toont: fig. 1 een schuifdeur als voorbeeld van een schuifpaneel constructie; 20 fig. 2 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn A — A in fig. 1 een gedeelte van een schuifdeur met bevestigingsinrichting volgens fig. 1, in een eerste uitvoeringsvorm; fig. 2A een doorgesneden zijaanzicht volgens fig. 2, voor een draaideur, draairaam, draai-kantel raam of draai-kantel deur.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: Fig. 1 shows a sliding door as an example of a sliding panel construction; Fig. 2 is a sectional side view along the line A - A in Fig. 1, a part of a sliding door with fixing device according to Fig. 1, in a first embodiment; Fig. 2A shows a sectional side view according to Fig. 2, for a revolving door, revolving window, revolving window or revolving door.

25 fig. 3 in horizontaal doorgesneden aanzicht volgens de lijn B - B in fig. 1 een gedeelte van een schuifdeur met bevestigingsinrichting volgens fig. 2; fig. 4 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn A — A in fig. 1 een gedeelte van een schuifdeur met bevestigingsinrichting, in een tweede 30 uitvoeringsvorm; 4 fig. 5 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn A - A in fig. 1 een gedeelte van een schuifdeur met bevestigingsinrichting, in een derde uitvoeringsvorm; fig. 6 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn A - A in fig. 1 een 5 gedeelte van een schuifdeur met bevestigingsinrichting, in een vierde uitvoeringsvorm; fig. 7 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn A - A in fig. 1 een gedeelte van een schuifdeur met bevestigingsinrichting, in een vijfde uitvoeringsvorm; 10 fig. 8 in uiteengenomen toestand, gedeeltelijk doorgesneden een gedeelte van een bevestigingsinrichting, in een eerste uitvoering; fig. 9 in perspectivisch aanzicht een gedeelte van een bevestigingsinrichting volgens fig. 8; fig. 10 in uiteengenomen toestand, gedeeltelijk doorgesneden een 15 gedeelte van een bevestigingsinrichting, in een tweede uitvoering; fig. 11 in perspectivisch aanzicht een gedeelte van een bevestigingsinrichting volgens fig. 10, gedeeltelijk samengebouwd; fig. 12 in doorgesneden zijaanzicht vergelijkbaar met fig. 2A een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, met een gedeelte van een draaideur 20 met bevestigingsinrichting; fig. 13A en B in doorgesneden zijaanzicht vergelijkbaar met fig. 2A en doorgesneden bovenaanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, met een gedeelte van een deur met bevestigingsinrichting, met drie kamers; fig. 14 in doorgesneden zijaanzicht vergelijkbaar met fig. 13 een 25 nog verdere alternatieve uitvoeringsvorm, met een gedeelte van een deur met bevestigingsinrichting, met drie kamers; en fig. 15 in doorgesneden, perspectivisch aanzicht een gedeelte van een bevestigingsinrichting voor schuifdeuren of ramen met een gedeelte van een bouwdeel, vergelijkbaar met fig. 13.Fig. 3 shows, in horizontal sectional view along the line B - B in Fig. 1, a part of a sliding door with fastening device according to Fig. 2; Fig. 4 is a sectional side view along the line A - A in Fig. 1, a part of a sliding door with fastening device, in a second embodiment; Fig. 5 is a sectional side view along the line A - A in Fig. 1, a part of a sliding door with fastening device, in a third embodiment; Fig. 6 is a sectional side view along the line A - A in Fig. 1, a part of a sliding door with fastening device, in a fourth embodiment; Fig. 7 is a sectional side view along the line A - A in Fig. 1, a part of a sliding door with fastening device, in a fifth embodiment; Fig. 8 is an exploded view, partially cut, of a portion of a fastening device, in a first embodiment; Fig. 9 shows in perspective view a part of a fastening device according to Fig. 8; Fig. 10 is an exploded view, partially cut, of a portion of a fastening device, in a second embodiment; Fig. 11 shows, in perspective view, a part of a fastening device according to Fig. 10, partially assembled; Fig. 12 shows, in cross-sectional side view similar to Fig. 2A, a further alternative embodiment, with a part of a revolving door 20 with fixing device; 13A and B show in cross-sectional side view similar to Fig. 2A and in cross-sectional top view a further alternative embodiment, with a part of a door with fastening device, with three chambers; Fig. 14 is a sectional side elevation similar to Fig. 13, a still further alternative embodiment, with a part of a door with fastening device, with three chambers; and FIG. 15 is a sectional perspective view of a portion of a fastening device for sliding doors or windows with a portion of a component similar to FIG. 13.

55

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In voorkomende gevallen zal voor de betekenis van verwijzingscijfers in de tekeningen dan ook worden verwezen of een beroep moeten worden gedaan op de beschrijving van de 5 overige figuren, teneinde herhaling te voorkomen. In de beschrijving en tekeningen zijn slechts als voorbeeld uitvoeringvormen getoond, waartoe de uitvinding geenszins is beperkt. Vele variaties, waaronder combinaties van delen van de getoonde uitvoeringsvormen zijn daarbinnen mogelijk en geacht hierin te zijn meegenomen. In de figuren zijn als voorbeelden 10 schuifpanelen, in het bijzonder deuren beschreven. Dit kunnen evenwel ook schuiframen zijn. Bovendien kan een bevestigingsinrichting als beschreven ook worden toegepast bij draairamen, draaideuren, kantelramen en draai-kantel ramen en/of deuren of andere combinaties. Daartoe dient slechts de ophanging van het paneel te worden aangepast, op op zichzelf bekende 15 wijze, en zal het bovenste deel van de profielen moeten worden aangepast, bijvoorbeeld als schematisch getoond in fig. 2A, waarbij een naar binnen draaiende deur is getoond.In this description, the same or corresponding parts have the same or corresponding reference numerals. In appropriate cases, for the meaning of reference numerals in the drawings, reference will therefore be made to whether the description of the other figures must be invoked in order to prevent repetition. The description and drawings only show exemplary embodiments, to which the invention is by no means limited. Many variations, including combinations of parts of the embodiments shown, are possible within it and are deemed to be included herein. In the figures, sliding panels, in particular doors, are described as examples. However, these can also be sash windows. Moreover, a fastening device as described can also be used with hinged windows, hinged doors, tilting windows and tilt-and-turn windows and / or doors or other combinations. To that end, only the suspension of the panel needs to be adjusted, in a manner known per se, and the upper part of the profiles will have to be adjusted, for example as shown schematically in Fig. 2A, with an inward-opening door being shown.

In fig. 1 is in vooraanzicht schematisch een schuifpaneelinrichting 1 getoond, omvattende een tweetal panelen 2, 3 en een zich daaromheen 20 uitstrekkende kozijnconstructie die wordt gevormd door of ten minste omvat een bevestigingsinrichting 4 zoals nog nader zal worden omschreven aan de hand van de figuren, waarmee de schuiip aneelinrichting 1 in een bouwdeel zoals een muur 5 kan worden vastgezet. Als panelen 2, 3 kunnen zowel deuren als ramen als andere panelen worden toegepast, zowel doorzichtig 25 als geheel of gedeelteüjk ondoorzichtig. Binnen de uitvinding kunnen zowel enkelschuivende als dubbel schuivende paneelconstructies worden toegepast. Dat kan ondermeer betekenen dat in een schuifpaneelinrichting 1 volgens fig. 1 in een enkel schuivende uitvoering het ene paneel 2 voor of achter het andere paneel 3 kan schuiven of andersom, terwijl het andere 30 paneel vaststaat of ten minste niet kan schuiven, terwijl bij een dubbel 6 schuivende uitvoering beide panelen 2, 3 kunnen schuiven, voor en achter elkaar in het vlak van tekening. Schuifpaneelinrichtingen worden ook wel aangeduid als schuifraam of schuifdeur, schuifpui of dergelijke benamingen, welke alle hier mede van toepassing worden geacht.Fig. 1 schematically shows, in front view, a sliding panel device 1, comprising two panels 2, 3 and a frame construction extending around it, which is formed by or at least comprises a fastening device 4 as will be further described with reference to the figures by means of which the sliding panel device 1 can be fixed in a component such as a wall 5. As panels 2, 3, doors and windows as well as other panels can be used, both transparent and entirely or partially opaque. Both single-sliding and double-sliding panel structures can be used within the invention. This may mean, inter alia, that in a sliding panel device 1 according to Fig. 1, in a single sliding embodiment, the one panel 2 can slide in front of or behind the other panel 3 or vice versa, while the other panel is fixed or at least cannot slide, while in a double 6 sliding version both panels 2, 3 can slide in front of and behind each other in the plane of the drawing. Sliding panel devices are also referred to as sliding windows or sliding doors, sliding doors or similar names, all of which are also considered applicable here.

5 In deze beschrijving zal, tenzij nadrukkelijk anders aangegeven, als voorzijde worden gezien de zijde die is gekeerd naar de buitenzijde van bijvoorbeeld een gebouw waarin de inrichting wordt gebruikt, in de figuren 2 en 4 - 7 links, terwijl de onderzijde steeds de in de fig. 2 en 4 - 7 naar onder gekeerde zijde is.In this description, unless expressly stated otherwise, the front will be seen as the side that faces the outside of, for example, a building in which the device is used, on the left in figures 2 and 4 - 7, while the bottom is always the one shown in the 2 and 4 - 7 is a side facing down.

10 In fig. 2 en 3 zijn in doorgesneden zijaanzicht en bovenaanzicht gedeelten van een paneel 2, 3 en een bevestigingsinrichting 4 getoond. Het paneel 3 is hierbij grotendeels van glas met een op zichzelf bekend randprofiel 6 waarmee het in een gootvormend deel 7 van de bevestigingsinrichting 4 kan schuiven. Het randprofiel 6 is hier getoond 15 vervaardigd uit twee metalen buitenprofieldelen 8, bijvoorbeeld van aluminium, met daartussen afstand profielen 9 van bijvoorbeeld kunststof waarmee de buitenprofielen 8 op afstand worden gehouden en een koudebrug wordt verhinderd. Een kunststof blok met schuifvoorziening is voorts voorzien waarmee het paneel 2, 3 rust op of in het gootvormende deel 20 7, op een geleideprofiel 37 voor geleiding en stabiliteit. Aan een niet getoonde bovenzijde van het paneel is een geleidingsvoorziening aangebracht. In het gootvormende deel 7 is een blokvormig dichtingstuk 11 voorzien, voor afdichting en als aanslagblok.In Figs. 2 and 3, sections of a panel 2, 3 and a mounting device 4 are shown in sectional side elevation and top view. The panel 3 here is largely made of glass with an edge profile 6 known per se, with which it can slide into a trough-forming part 7 of the fixing device 4. The edge profile 6 is shown here manufactured from two metal outer profile parts 8, for instance of aluminum, with between them profiles 9 of for instance plastic with which the outer profiles 8 are kept at a distance and a cold bridge is prevented. A plastic block with sliding provision is further provided with which the panel 2, 3 rests on or in the gutter-forming part 7, on a guide profile 37 for guidance and stability. A guide provision is provided on a top side of the panel (not shown). A block-shaped sealing piece 11 is provided in the trough-forming part 7, for sealing and as a stop block.

De in fig. 2 en 3 getoonde uitvoeringsvorm is enkel schuivend, in 25 tegenstelling tot bijvoorbeeld fig. 5 waarin een dubbel schuivende uitvoering is getoond.The embodiment shown in Figs. 2 and 3 is merely sliding, in contrast to, for example, Fig. 5 in which a double-sliding embodiment is shown.

De bevestigingsinrichting 4 omvat in deze uitvoeringsvorm een eerste profiel 12, een tweede profiel 13 en een tussengelegen derde profiel 14, die zich alle in een lengterichting L uitstrekken in de breedte B van het 30 kozijn of ten minste de sponning 15 waarin de schuifpaneelinrichting 1 is of 7 wordt vastgezet. Het eerste en tweede profiel 12, 13 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een metaal of sterke kunststof, in het bijzonder aluminium, terwijl het derde profiel 14 bij voorkeur uit een thermisch isolerend materiaal is vervaardigd, bijvoorbeeld kunststof. Onder thermisch isolerend 5 dient in deze ten minste doch niet uitsluitend te worden begrepen dat de warmtegeleidingcoëfficiënt van het derde profiel 14 niet hoger is dan die van het eerste 12 en tweede profiel 13. Daardoor verhindert het derde profiel een koudebrug. De profielen 12, 13 en 14 en andere, nog te beschrijven profielen kunnen door extrusie worden gevormd, hoewel ook andere technieken 10 mogelijk zijn.The fastening device 4 in this embodiment comprises a first profile 12, a second profile 13 and an intermediate third profile 14, all of which extend in a longitudinal direction L in the width B of the frame or at least the rebate 15 in which the sliding panel device is 1 or 7 is fixed. The first and second profile 12, 13 are preferably made of a metal or strong plastic, in particular aluminum, while the third profile 14 is preferably made of a thermally insulating material, for example plastic. Thermal insulating 5 in this context must be understood to mean, at least but not exclusively, that the heat conduction coefficient of the third profile 14 is not higher than that of the first 12 and second profile 13. As a result, the third profile prevents a thermal bridge. The profiles 12, 13 and 14 and other profiles to be described can be formed by extrusion, although other techniques are also possible.

In de getoonde eerste uitvoeringsvorm heeft het eerste profiel 12 een voorwand 16 en een eerste bodemwand 17. De voorwand 16 strekt zich in gebruik in deze uitvoeringsvorm ongeveer verticaal uit, ongeveer evenwijdig aan een voorzijde van het paneel 2, 3, doch kan ook hellen, de 15 eerste bodemwand 17 strekt zich in deze uitvoeringsvorm ongeveer horizontaal uit, doch kan ook enigszins hellen, bij voorkeur aflopend in de richting van de voorwand 16. In deze uitvoeringsvorm is de bodemwand 17 dubbelwandig. Achter de voorwand 16 is onder de bodemwand 17 een tweede voorwand 19 voorzien, zodat tussen de voorwand 16 en de tweede 20 voorwand 19 een eerste ruimte 20 wordt ingesloten. In de bodemwand 16 zijn openingen 21 voorzien, bijvoorbeeld op afstand van elkaar gelegen over de lengte L van het profiel 12. De voorwand 16 en tweede voorwand 19 kunnen aan de van de bodemwand afgekeerde onderzijde onderling zijn verbonden door een dwarswand 22 of vrij zijn van elkaar. Indien de 25 dwarswand 22 is voorzien zijn daarin openingen 23 voorzien. De ruimte 20 vormt met de openingen 21, 23 een eerste afwateringskanaal 24. Op afstand van de voorwanden 16, 19 is daarachter een eerste steunprofiel 25 voorzien, dat op een aantal plaatsen langs de lengterichting L is doorbroken, bijvoorbeeld door wegfrezen of zagen van een deel daarvan, voor de vorming 30 van doorlaten 26. Aan de naar achter gekeerde zijde van het eerste profiel is 8 de bodemwand 17 voorzien van een bevestigingssleuf 27 met een zwaluwstaartdoorsnede, voor koppeling met het derde profiel 14.In the first embodiment shown, the first profile 12 has a front wall 16 and a first bottom wall 17. In use in this embodiment, the front wall 16 extends approximately vertically, approximately parallel to a front side of the panel 2, 3, but can also be inclined, in this embodiment the first bottom wall 17 extends approximately horizontally, but can also slope slightly, preferably descending in the direction of the front wall 16. In this embodiment, the bottom wall 17 is double-walled. A second front wall 19 is provided behind the front wall 16 below the bottom wall 17, so that a first space 20 is enclosed between the front wall 16 and the second front wall 19. Openings 21 are provided in the bottom wall 16, for example spaced apart along the length L of the profile 12. The front wall 16 and second front wall 19 can be mutually connected on the underside remote from the bottom wall by a transverse wall 22 or be free of each other. If the transverse wall 22 is provided, openings 23 are provided therein. The space 20 forms with the openings 21, 23 a first drainage channel 24. At a distance from the front walls 16, 19, a first support profile 25 is provided behind it, which is broken at a number of places along the longitudinal direction L, for example by milling away or sawing a part thereof, for the formation of passages 26. On the rear side of the first profile 8, the bottom wall 17 is provided with a fastening slot 27 with a dovetail cross-section, for coupling to the third profile 14.

Het tweede profiel 13 heeft een achterwand 28 die zich in deze uitvoeringsvorm tijdens gebruik ongeveer verticaal uitstrekt doch zou 5 kunnen hellen. Bovendien is een tweede bodemwand 29 voorzien die zich ongeveer horizontaal uitstrekt doch zou kunnen hellen, bij voorkeur aflopend in een van de achterwand afgekeerde richting. De tweede bodemwand 29 is evenals de eerste bodemwand 17 dubbelwandig. De achterwand 28 strekt zich vanaf een afstand onder de tweede bodemwand 10 29, waar een steunprofieldeel 30 met montagesleuf 31 is voorzien, uit tot boven de tweede bodemwand 29. Aan het boveneinde 32 van de achterwand 28 is een tweede montagesleuf 33 voorzien, waarin een borstelprofiel 34 is bevestigd dat tegen het paneel 2, 3 kan rusten. In de montagesleuf 31 is een steunprofiel, bijvoorbeeld van rubber of kunststof voorzien, dat op het 15 bouwdeel of kozijn kan rusten. Op afstand voor de achterwand 28 is onder de tweede bodemwand 29 een tweede steunprofiel 35 voorzien dat op het bouwdeel kan rusten. Aan de tegenovergelegen bovenzijde is op de tweede bodemwand 29 het geleideprofieldeel 37 aangebracht, waarin op afstand van elkaar gelegen langs de lengterichting L van het profiel 13 doorgangen 20 38 zijn voorzien, bijvoorbeeld door boren of frezen, waardoor de beide zijden van dat geleideprofieldeel 37 onderling zijn verbonden. Aan de naar het eerste profiel 12 gekeerde voorzijde is de tweede bodemwand 29 voorzien van een tweede bevestigingssleuf 38 met een zwaluwstaartdoorsnede, voor koppeling met het derde profiel 14. In de tweede bodemwand 29 zijn, in de 25 getoonde uitvoeringsvorm nabij de tweede bevestigingssleuf 38, openingen 39 voorzien, op onderlinge afstand van elkaar langs de lengterichting L van het profiel 13. Aan de onderzijde van de tweede bodemwand 29 is, ongeveer tegen de voorzijde van het tweede steunprofiel 35 een slabbe-montagesleuf 40 voorzien.The second profile 13 has a rear wall 28 which in this embodiment extends approximately vertically during use, but could slope. Moreover, a second bottom wall 29 is provided which extends approximately horizontally but could be inclined, preferably descending in a direction away from the rear wall. The second bottom wall 29, like the first bottom wall 17, is double-walled. The rear wall 28 extends from a distance below the second bottom wall 29, where a support profile part 30 with mounting slot 31 is provided, to above the second bottom wall 29. At the upper end 32 of the rear wall 28 a second mounting slot 33 is provided, in which a brush profile 34 is attached which can rest against panel 2, 3. In the mounting slot 31, a support profile, for example of rubber or plastic, is provided, which can rest on the component or frame. A second support profile 35 is provided at a distance for the rear wall 28 below the second bottom wall 29 and can rest on the component. On the opposite top side, on the second bottom wall 29, the guide profile part 37 is provided, in which spacings 38 are provided spaced apart along the longitudinal direction L of the profile 13, for example by drilling or milling, whereby the two sides of said guide profile part 37 mutually are connected. On the front facing the first profile 12, the second bottom wall 29 is provided with a second fastening slot 38 with a dovetail cross section, for coupling to the third profile 14. In the second bottom wall 29, in the embodiment shown, near the second fastening slot 38, openings 39 are provided, at a mutual distance along the longitudinal direction L of the profile 13. On the underside of the second bottom wall 29, a slab mounting slot 40 is provided, approximately against the front side of the second support profile 35.

99

Het derde profiel 14 heeft een holle derde bodemwand 41, bijvoorbeeld voorzien van verstijvingsribben 42, die aan de voorzijde en de achterzijde is voorzien van bevestigingsribben 43 met een bij de bevestigingssleuven 27, 38 passende zwaluwstaart vormige doorsnede.The third profile 14 has a hollow third bottom wall 41, for example provided with stiffening ribs 42, which is provided at the front and at the rear with fixing ribs 43 with a dovetail shaped cross-section corresponding to the fixing slots 27, 38.

5 Daarmee kunnen het eerste, tweede en derde profiel onderling worden gekoppeld, bij voorkeur door deze in de lengterichting L in elkaar te schuiven. Op de naar boven gekeerde zijde van de derde bodemwand 41 is een wand 44 voorzien, dat zich in de getoonde uitvoeringsvorm ongeveer verticaal uitstrekt, doch ook kan hellen. Aan de bovenzijde is deze wand 44 10 voorzien van twee aan weerszijden gelegen sleuven 45. De onderzijde van de derde bodemwand 41 ligt tijdens gebruik op afstand van de onderzijde 46 van de sponning 47 in het bouwdeel 48.The first, second and third profile can hereby be mutually coupled, preferably by sliding them together in the longitudinal direction L. On the side of the third bottom wall 41 facing upwards, a wall 44 is provided which, in the embodiment shown, extends approximately vertically, but can also slope. At the top, this wall 44 is provided with two slots 45 located on either side. During use, the bottom of the third bottom wall 41 is spaced apart from the bottom 46 of the rebate 47 in the component 48.

In de samengestelde toestand zoals getoond in fig. 1 is boven de eerste 17 en derde bodemwand 41, tussen de voorwand 16 en de wand 44 15 een eerste kamer 49 gevormd. Boven de tweede bodemwand 29 en de derde bodemwand 41, tussen de achterwand 28 en de wand 44 is een tweede kamer 50 gevormd, die het gootvormende deel 7 mede bepaalt. De kamers 49, 50 zijn van elkaar gescheiden door ten minste de wand 44. Zoals zichtbaar in fig. 1 en schematisch aangegeven door de druppel 51 en de 20 onderbroken lijn 52 kan water vanuit de eerste kamer 49 via het eerste afwateringskanaal 24 wegstromen. In de slabbe-montagesleuf 40 is een slabbe 52, bij voorkeur een rubberen of kunststof slabbe met een eerste rand bevestigd, welke slabbe zich in voorwaartse richting over de onderzijde van de sponning 47 van het bouwdeel 48 heen uitstrekt en met een 25 tegenovergelegen rand is vastgezet in een tweede slabbe-montagesleuf 53 in de tweede voorwand 19. De slabbe 52 kan zijn voorzien van een bevestigingsril 54 die in het eerste steunprofiel 25 kan worden vastgezet. Door de openingen 39, de ruimte 55 tussen de slabbe 52 en de onderzijde van de eerste, tweede en derde bodemwand en de naar het bouwdeel 30 gekeerde achterzijde van de tweede voorwand 19 en openingen 56 in de 10 slabbe, direct naast de tweede achterwand, is een tweede afwateringskanaal 57 gevormd, gescheiden van het eerste afwateringskanaal 24. Zoals aangegeven door de druppel 58 en de onderbroken lijn 59 kan water vanuit de tweede kamer 50 wegstromen, door het tweede afwateringskanaal 57.In the assembled state as shown in Fig. 1, a first chamber 49 is formed above the first 17 and third bottom wall 41, between the front wall 16 and the wall 44. Above the second bottom wall 29 and the third bottom wall 41, between the rear wall 28 and the wall 44, a second chamber 50 is formed, which co-determines the trough-forming part 7. The chambers 49, 50 are separated from each other by at least the wall 44. As visible in Fig. 1 and schematically indicated by the droplet 51 and the broken line 52, water can flow away from the first chamber 49 via the first drainage channel 24. Mounted in the bib mounting slot 40 is a bib 52, preferably a rubber or plastic bib with a first edge, which bib extends forwardly over the underside of the rebate 47 of the component 48 and is with an opposite edge fixed in a second bib mounting slot 53 in the second front wall 19. The bib 52 can be provided with a mounting bead 54 which can be fixed in the first support profile 25. Through the openings 39, the space 55 between the bib 52 and the underside of the first, second and third bottom wall and the rear side of the second front wall 19 facing the component 30 and openings 56 in the bib directly next to the second rear wall, a second drainage channel 57 is formed, separated from the first drainage channel 24. As indicated by the droplet 58 and the broken line 59, water can flow out of the second chamber 50 through the second drainage channel 57.

5 Doordat de kamers 49, 50 en de afwateringskanalen 24, 57 van elkaar zijn gescheiden kan water dat bijvoorbeeld in een van de kamers wordt opgestuwd niet in de andere kamer stromen en kan water in de tweede kamer niet worden opgestuwd door wind die door de eerste kamer 49 blaast. Daardoor kan met name de achterwand 29 relatief laag worden 10 gehouden. De bovenzijden van de eerste, tweede en derde bodemwand 17, 29, 41 liggen bij voorkeur ongeveer op dezelfde hoogte. In deze uitvoeringsvorm is op de onderzijde 46 van de sponning 47 een lat of dergelijk profiel 61 aangebracht, bijvoorbeeld geschroefd, welke lat 61 in de ruimte 62 tussen de tweede bodemwand 29, de achterwand 28 en het tweede 15 steunprofiel 35 kan worden opgenomen. De breedte van dit profiel, gemeten haaks op de lengterichting L is ongeveer gelijk aan de afstand tussen achterwand 28 en steunprofiel 35, zodat verschuiving van de bevestigingsinrichting 4 in de richting van de voor- of achterzijde wordt verhinderd. Bij montage kan de bevestigingsinrichting 4 eenvoudig over de 20 lat 61 worden getild en geplaatst. Overigens kan ook een rij blokjes worden aangebracht in plaats van genoemde lat 61. Door deze bevestiging hoeven geen schroeven of dergelijk door het onderste, horizontale of liggende deel van de bevestigingsinrichting te worden aangebracht.Because the chambers 49, 50 and the drainage channels 24, 57 are separated from each other, water pushed up in one of the chambers cannot flow into the other chamber and water in the second chamber cannot be pushed up by wind passing through the first room 49 is blowing. As a result, in particular the rear wall 29 can be kept relatively low. The upper sides of the first, second and third bottom wall 17, 29, 41 are preferably approximately at the same height. In this embodiment, a slat or like profile 61 is provided on the underside 46 of the rebate 47, for example screwed, which slat 61 can be received in the space 62 between the second bottom wall 29, the rear wall 28 and the second support profile 35. The width of this profile, measured at right angles to the longitudinal direction L, is approximately equal to the distance between rear wall 28 and support profile 35, so that displacement of the fixing device 4 in the direction of the front or rear side is prevented. During mounting, the fixing device 4 can easily be lifted and placed over the lath 61. Incidentally, it is also possible to arrange a row of blocks instead of said slat 61. No screws or the like need be provided through the lower, horizontal or horizontal part of the fixing device as a result of this fixing.

Aangezien een enkel schuivende paneelconstructie is getoond, is de 25 eerste kamer 49 aan de bovenzijde afgedekt door een dekprofiel 62, dat eveneens een extrusie profiel kan zijn. In het getoonde voorbeeld ligt het met een voorste rand 63 op de bovenzijde van de voorwand en grijpt een klikrand 64 in een sleuf 65 in de voorwand 16. Aan de tegenoverliggende langsrand 66 is een sleuf 67 voorzien waarin een geleide- en afdichtrubber 30 68 is voorzien dat tegen het paneel 2, 3 ligt. Tussen de eerste en tweede 11 langsrand 63, 66 is aan de onderzijde van het dekprofiel 62 een steunrand 69 voorzien met daarnaast een klikrand 70 die in een van de sleuven 45 kan haken. De steunrand 69 rust op de bovenzijde van de wand 44, waardoor het dekprofiel 62 is vastgezet en tevens enigszins afloopt in de richting van de 5 voorzijde, zodat water dat op het dekprofiel stroomt langs de voorzijde wordt afgevoerd.Since a single sliding panel structure is shown, the first chamber 49 is covered at the top by a cover profile 62, which can also be an extrusion profile. In the example shown, it lies on the top of the front wall with a front edge 63 and a snap edge 64 engages in a slot 65 in the front wall 16. A slot 67 is provided on the opposite longitudinal edge 66 in which a guide and sealing rubber is 68 provided that lies against the panel 2, 3. Between the first and second longitudinal edge 63, 66 a support edge 69 is provided on the underside of the cover profile 62, with a snap edge 70 next to it that can hook into one of the slots 45. The supporting edge 69 rests on the top side of the wall 44, as a result of which the cover profile 62 is fixed and also runs slightly towards the front, so that water flowing on the cover profile is discharged along the front.

In fig. 3 is in horizontale doorsnede een gedeelte van een bevestigingsinrichting 4 en paneel 2, 3 getoond. Dit deel van de bevestigingsinrichting 1 heeft in hoofdzaak dezelfde opbouw als getoond in 10 fig. 1. Het eerste, tweede en derde profiel 12, 13, 14 hebben nagenoeg dezelfde opbouw, maar dan zonder de openingen 21, 23, 39 en zonder het steunprofiel 37. Bovendien is het eerste steunprofiel 25 weggelaten. Het paneel 2, 3 heeft wederom een randprofiel 10, dat in hoofdlijnen de reeds besproken opbouw heeft, waarbij evenwel het geleideprofiel 11 is 15 weggelaten. De slabbe 52 is vanaf de onderzijde omgevouwen, zodat deze ook tussen de bevestigingsinrichting 4 en de sponning 47 is opgenomen, ten minste tot op enige hoogte boven de onderrand 46 daarvan. Daardoor wordt lekkage langs de einden van de bevestigingsinrichting verhinderd.Zoals getoond zijn is achterwand 28 aan de naar de sponning 47 gekeerde zijde 20 enigszins anders gevormd, en is het tweede steunprofiel 35 weggelaten. Een afdichtrubber 71 is tussen de achterwand en de sponning opgenomen.Fig. 3 shows in horizontal cross section a part of a fixing device 4 and panel 2, 3. This part of the fixing device 1 has substantially the same structure as shown in Fig. 1. The first, second and third profile 12, 13, 14 have substantially the same structure, but then without the openings 21, 23, 39 and without the support profile. 37. Moreover, the first support profile 25 has been omitted. The panel 2, 3 again has an edge profile 10, which in broad lines has the structure already discussed, while, however, the guide profile 11 has been omitted. The bib 52 is folded over from the bottom, so that it is also received between the fastening device 4 and the rebate 47, at least to some extent above the lower edge 46 thereof. As a result, leakage along the ends of the fastening device is prevented. As shown, rear wall 28 on the side 20 facing the rebate 47 is shaped slightly differently, and the second support profile 35 is omitted. A sealing rubber 71 is included between the rear wall and the rebate.

In fig. 2A is een vergelijkbare constructie getoond, waarbij het of elk paneel 2, 3 niet schuivend maar draaiend en/of kantelend is uitgevoerd, met een draai en/of kantelrichting K binnenwaarts, dat wil zeggen naar de 25 ruimte die door de panelen wordt afgesloten. Teneinde dit mogelijk te maken is ten opzichte van de constructie van fig. 2 het bovenste gedeelte met de montagesleuf 33 en borstelprofiel 34 is weggelaten. Het paneel 2, 3 kan daaroverheen bewegen.Fig. 2A shows a similar construction, in which the or each panel 2, 3 is designed in a non-sliding manner but is rotating and / or tilting, with a turning and / or tilting direction K inwards, that is to the space provided by the panels is being closed. In order to make this possible, the upper part with the mounting slot 33 and brush profile 34 has been omitted with respect to the construction of Fig. 2. The panel 2, 3 can move over it.

Fig. 4 toont een gedeelte van een bevestigingsinrichting, 30 vergelijkbaar met fig. 2, waarbij evenwel de slabbe is weggelaten en een 12 andere wijze van bevestigen in de sponning is voorzien. Wederom is een enkel schuivende uitvoerig gegeven. De delen die niet zijn veranderd ten opzichte van fig. 2 zullen niet nader worden besproken. Het eerste profiel 12, het derde profiel 14 en het dekprofiel 62, evenals het paneel 2, 3 met 5 randprofiel 10 is gelijk gebleven, waarbij slechts het eerste steunprofiel van het eerste profiel 12 is weggelaten. Van het tweede profiel 13 is de slabbe-montagesleuf 40 weggelaten, terwijl het tweede steunprofiel 35 en de achterwand 28 zijn ingekort. Op de onderzijde 46 van de sponning 47 is een bevestigingsprofiel 73 geschroefd met behulp van schroeven 77 of andere 10 geschikte montagemiddelen, zoals lijm, bouten, ankers of dergelijke. Het bevestigingsprofiel 73 is bijvoorbeeld vervaardigd uit kunststof, als extrusie profiel. Aan de voorzijde heeft het een omlaag hangende rand 74 die kan aanliggen tegen de buitenzijde van het bouwdeel 48, zodat de plaats in voor-en achterwaartse richting wordt bepaald. Aan de achterzijde 75 heeft het 15 bevestigingsprofiel 73 een enigszins verhoogd gedeelte 76 waarin de schroeven 77 kunnen worden geschroefd. Daartoe kunnen zelfsnijdende schroeven worden toegepast of kunnen gaten 78 worden voorzien. Aan de achterzijde wordt het verhoogde deel 76 begrensde door een ribbe 79 waarop de achterwand 28 rust. Aan de voorzijde wordt het verhoogde gedeelte 76 20 begrensd door een ribbe 80 met een liggend deel 81 waarop het tweede steunprofiel 35 rust. Onder dit liggende deel is een schroefsleuf 18A voorzien. In het verhoogde gedeelte is aan boven- en onderzijde een flexibel gebogen of buigzaam afdichtprofiel 82A, B voorzien, voor afdichting tegen het bouwdeel 48 en het tweede profiel 13.FIG. 4 shows a portion of a fastening device similar to FIG. 2, but with the slab omitted and a different manner of fastening provided in the rebate. Again, a single scrolling detail is given. The parts that have not changed with respect to Fig. 2 will not be discussed further. The first profile 12, the third profile 14 and the cover profile 62, as well as the panel 2, 3 with edge profile 10, have remained the same, with only the first support profile of the first profile 12 being omitted. The flashing mounting slot 40 of the second profile 13 has been omitted, while the second support profile 35 and the rear wall 28 have been shortened. A mounting profile 73 is screwed onto the underside 46 of the rebate 47 with the aid of screws 77 or other suitable mounting means, such as glue, bolts, anchors or the like. The mounting profile 73 is, for example, made of plastic, as an extrusion profile. At the front it has a downwardly hanging edge 74 which can abut against the outside of the component 48, so that the location is determined in the forward and backward direction. At the rear side 75, the fixing profile 73 has a slightly raised portion 76 into which the screws 77 can be screwed. Self-cutting screws can be used for this purpose or holes 78 can be provided. At the rear, the raised part 76 is bounded by a rib 79 on which the rear wall 28 rests. At the front, the raised portion 76 is bounded by a rib 80 with a lying portion 81 on which the second support profile 35 rests. A screw slot 18A is provided under this lying part. In the raised portion, a flexible curved or flexible sealing profile 82A, B is provided on top and bottom for sealing against the component 48 and the second profile 13.

25 Op de bovenzijde van het bevestigingsprofiel is een aantal ribben 83 voorzien, welke zich in de lengterichting L uitstrekken, op afstand van elkaar, waarop het tweede profiel 13 en het derde profiel 14 rusten. Nabij de voorzijde is op de bovenzijde van het bevestigingsprofiel voorts een ribbe 84 voorzien met een schroefsleuf 18, op welke ribbe 84 de onderzijde van het 30 eerste bodemprofiel 17 rust, en een ribbe 85 waarop een ribbe 86 van het 13 eerste profïeldeel 12 rust. De ribben 83, 84 en 85 zijn alle ten minste een keer en bij voorkeur verschillende keren doorbroken voor de vorming van doorlaatopeningen 87. Wederom is een eerste afwateringskanaal 24 voorzien, zoals eerder beschreven, voor de eerste kamer 49, en een tweede 5 afwateringskanaal 57 door de ruimte 55 gevormd tussen het bevestigingsprofiel 73, de eerste, tweede en derde bodemwand en de tweede voorwand 19. Wederom zijn de eerste en tweede afwateringskanalen van elkaar gescheiden. In het getoonde voorbeeld is nog een afdichtprofiel 88 opgenomen tussen de tweede voorwand 19 en het bouwdeel 48, waarin gaten 10 56 zijn voorzien voor het tweede afwateringskanaal 57.A number of ribs 83 are provided on the top side of the fixing profile, which ribs extend in the longitudinal direction L, spaced apart, on which the second profile 13 and the third profile 14 rest. Near the front side, on the upper side of the fastening profile, a rib 84 is provided with a screw slot 18, on which rib 84 the bottom side of the first bottom profile 17 rests, and a rib 85 on which a rib 86 of the first profile section 12 rests. The ribs 83, 84 and 85 are all breached at least once and preferably several times to form passage openings 87. Again, a first drainage channel 24 is provided, as previously described, for the first chamber 49, and a second drainage channel 57 formed by the space 55 between the fixing profile 73, the first, second and third bottom wall and the second front wall 19. Again, the first and second drainage channels are separated from each other. In the example shown, another sealing profile 88 is included between the second front wall 19 and the component 48, in which holes 56 are provided for the second drainage channel 57.

In fig. 5 is een gedeelte van een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting voor twee schuivende panelen 2, 3 getoond, in gedeeltelijk doorsnede. Slechts één paneel is getoond. De uitvoeringsvorm komt in hoofdzaak overeen met die als getoond in en besproken aan de hand 15 van fig. 4. Hierbij is evenwel geen dekprofiel voorzien en is zowel in de eerste kamer 49 als in de tweede kamer 50 een steunprofiel 37 voorzien, evenals een blokvormig dichtingstuk. In beide sleuven 45 (zie fig. 2) is een borstel profiel voorzien, evenals in de sleuf nabij de bovenrand van de voorwand, voor ligging tegen het paneel 2, 3.Fig. 5 shows a part of an embodiment of a mounting device for two sliding panels 2, 3, in partial section. Only one panel is shown. The embodiment substantially corresponds to that shown in and discussed with reference to Fig. 4. However, no cover profile is provided here and a support profile 37 is provided in both the first chamber 49 and the second chamber 50, as well as a block-shaped seal piece. A brush profile is provided in both slots 45 (see Fig. 2), as well as in the slot near the upper edge of the front wall, for position against the panel 2, 3.

20 Fig. 6 toont een samenstel volgens fig. 5, waarbij evenwel de bevestiging van de bevestigingsinrichting 4, in het bijzonder het tweede profiel 13 op het bevestigingsprofiel 73 enigszins is aangepast. Hierbij is op de bovenzijde van het verhoogde gedeelte 76 een gebogen profieldeel 90 voorzien, dat kan grijpen om een T-vormig profieldeel 91 dat aan de 25 onderzijde van het tweede profieldeel 13 is voorzien. Daardoor wordt verschuiving naar voren verhinderd. Een flexibele lip 92 is voorzien op het achter-boveneinde van het bevestigingsprofiel 73, voor afdichting tegen de onderrand van de achterwand 28. Aan de onderzijde is een flexibel profieldeel 82 voorzien, voor afdichting tegen het bouwdeel 48.FIG. 6 shows an assembly according to FIG. 5, wherein, however, the fixing of the fixing device 4, in particular the second profile 13, to the fixing profile 73 is slightly adjusted. A curved profile part 90 is herein provided on the upper side of the raised part 76, which curved part can grip around a T-shaped profile part 91 which is provided on the underside of the second profile part 13. This prevents shifting forward. A flexible lip 92 is provided on the rear upper end of the mounting profile 73, for sealing against the lower edge of the rear wall 28. At the bottom a flexible profile part 82 is provided, for sealing against the structural part 48.

1414

Bij de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm is het eerste profieldeel 12 enigszins aangepast ten opzichte van de eerder getoonde uitvoeringsvormen. Bij deze uitvoering is de voorwand 16 onderbroken doordat een gedeelte 16A daarvan achterwaarts is verzet, zodat een gedeelte 17A van de eerste 5 bodemwand 17 zich voor het achteruit verzette deel 16A van de voorwand 16 uitstrekt. In het bovenste deel van het betreffende deel 17A van de bodemwand 17 is een aantal openingen 21 voorzien die eerste afwateringskanalen 24 vormen waardoorheen de eerste kamer 49 kan afwateren, als getoond door de druppel 51 en de lijn 60. De tweede voorwand 10 19 is hierbij weggelaten. Het tweede afwateringskanaal 57 is ongeveer gelijk aan dat in de uitvoering volgens fig. 5.In the embodiment shown in Fig. 6, the first profile part 12 is slightly adjusted relative to the previously shown embodiments. In this embodiment, the front wall 16 is interrupted in that a portion 16A thereof is offset rearwardly, so that a portion 17A of the first bottom wall 17 extends in front of the rearwardly offset portion 16A of the front wall 16. In the upper part of the respective part 17A of the bottom wall 17 a number of openings 21 are provided which form first drainage channels 24 through which the first chamber 49 can drain, as shown by the droplet 51 and the line 60. The second front wall 10 is hereby omitted. The second drainage channel 57 is approximately the same as that in the embodiment according to Fig. 5.

In fig. 7 is een enkel schuivende variant van een samenstel als getoond in fig. 6 getoond. Daarbij is wederom een dekprofiel 62 aangebracht, zoals getoond in fig. 2, en is het steunprofiel in de eerste kamer 49 15 weggelaten. De tweede kamer kan nog altijd gescheiden van de eerste kamer afwateren, via het tweede afwateringskanaal 57.Fig. 7 shows a single sliding variant of an assembly as shown in Fig. 6. Again, a cover profile 62 is provided, as shown in Fig. 2, and the support profile in the first chamber 49 is omitted. The second chamber can still drain separately from the first chamber via the second drainage channel 57.

Fig. 8 toont in uiteengenomen toestand een gedeelte van een bevestigingsinrichting 4 en bevestigingsprofiel 73, met een sluitblok 93 dat met behulp van schroeven 94 in de einden van de schroefsleuven 18, 18A 20 kan worden geschroefd. In fig. 8 is een eerste variant getoond, reeds gemonteerd op een einde 95 van een bevestigingsprofiel 73, voorzien van een opstaande wand 96 die de gootjes 97 tussen de ribben 83, 84, 85 afsluit, en een gebogen bovenzijde 98 die kan aansluiten op het verticale deel van de bevestigingsinrichting 4 en enigszins vervormbaar kan zijn, zodat 25 waterdichte afdichtingen worden verkregen. In fig. 8 is bovendien een tweede variant getoond, waarbij de opstaande wand 96 is voorzien, alsmede een hogere eindwand 99. In fig. 9 is deze variant in bevestigde toestand getoond, waarbij de wand 96 de gootjes 97 afsluit, terwijl de eindwand 99 aanligt tegen de naar het bouwdeel gekeerde zijde van de verticale profielen 30 12, 13, 14.FIG. 8 shows, in exploded state, a part of a fastening device 4 and fastening profile 73, with a closing block 93 which can be screwed into the ends of the screw slots 18, 18A 20 by means of screws 94. Fig. 8 shows a first variant, already mounted on an end 95 of a mounting profile 73, provided with an upright wall 96 which closes the gutters 97 between the ribs 83, 84, 85, and a curved top side 98 which can connect to the vertical part of the fixing device 4 and can be somewhat deformable, so that watertight seals are obtained. Fig. 8 furthermore shows a second variant, in which the upright wall 96 is provided, as well as a higher end wall 99. In Fig. 9 this variant is shown in the attached state, wherein the wall 96 closes the channels 97, while the end wall 99 abuts against the side of the vertical profiles 12, 13, 14 facing the component.

1515

In fig. 10 is in uiteengenomen toestand een gedeelte van een bevestigingsinrichting 4 en bevestigingsprofiel 73 getoond, met een sluitblok 93 dat met behulp van schroeven 94 in de einden van de schroefsleuven 18, 18A kan worden geschroefd, in een derde variant. Bij deze uitvoeringsvorm 5 is het sluitblok 93 uitgevoerd als getoond in fig. 8, de tweede variant, waarbij verder een schuifprofiel 100 is voorzien dat schuivend in de profielen van het verticale deel van de bevestigingsinrichting 4 kan worden geschoven. Tijdens montage schuift dit schuifprofiel 100 door zijn eigen gewicht omlaag tot bovenop het liggende deel 101 van het sluitblok 93 en 10 voorziet daarmee in een verdere afsluiting van de gootjes 97 en van de eerste en tweede kamer 49, 50 aan de kopse zijden van de profielen. Fig. 11 toont in perspectivisch aanzicht de samengestelde bevestigingsinrichting 1, vanaf de zijde van het schuifprofiel 100. Duidelijk is dat dit de gootjes 97 aan hun einden afsluit, waardoor lekkage wordt verhinderd.Fig. 10 shows, in the disassembled state, a part of a fixing device 4 and fixing profile 73, with a closing block 93 which can be screwed into the ends of the screw slots 18, 18A by means of screws 94, in a third variant. In this embodiment, the closing block 93 is embodied as shown in Fig. 8, the second variant, wherein furthermore a sliding profile 100 is provided which can be slidably slid into the profiles of the vertical part of the fixing device 4. During assembly, this sliding profile 100 slides down by its own weight to the top of the lying part 101 of the closing block 93 and 10 thus provides a further closure of the channels 97 and of the first and second chamber 49, 50 on the end faces of the profiles . FIG. 11 shows in perspective view the assembled fastening device 1, from the side of the sliding profile 100. It is clear that this closes the channels 97 at their ends, whereby leakage is prevented.

15 Fig. 12 toont een dwarsdoorsnede van een draai en/of kantelpaneelinrichting 1 zoals een draai- en/of kanteldeur of—raam met een bevestigingsinrichting 4. De bevestigingsinrichting omvat een eerste profiel 12 en een tweede profiel 13, waartussen een derde profiel 14 is opgenomen, vergelijkbaar met de eerder beschreven uitvoeringsvormen. In het eerste 20 profiel 12 heeft wederom een voorwand 16 en een bodemwand 17, alsmede een tweede voorwand 19, zodat de ruimte 20 wordt gevormd, met een opening 23 naar onder. Openingen 21 zijn voorzien voor de vorming van een eerste afwateringskanaal 24. In het tweede profiel 13 is een dubbele bodemwand 29 voorzien, waartussen een gesloten kamer 29A is opgenomen, 25 tussen een achterwand 28 en een voorste profilering 38. Bij deze uitvoeringsvorm is het derde profiel 14 uitgevoerd als twee losse profielen 14A en 14B, welke respectievelijk nabij een onderzijde en een bovenzijde van de beide bodemwanden 17, 29 zijn aangebracht in profileringen 27 en 38 in respectievelijk het eerste profiel 12 en het tweede profiel 13. Tussen de 30 beide profielen 14A, 14B en het eerste en tweede profiel 12, 13 is een kamer 16 14C gevormd. In elk van de beide profielen 14A, 14B is ten minste één opening 39 en bij voorkeur een reeks openingen 39 aangebracht. Op het bouwdeel 48 is een bevestigingsprofiel 73 bevestigd, bijvoorbeeld geschroefd met behulp van schroeven 77 of gelijmd of op andere wijze vastgezet. Dit 5 bevestigingsprofiel is in hoofdzaak constructief gelijk aan dat in fig. 4. Het tweede profiel 13 rust met de achterwand 28 op de ribbe 79 en met het deel 35 op de ribbe 81. Een afdichting 82 is voorzien. Nabij de voorzijde rust het eerste profiel 12 op een profieldeel 84. Een flexibele afdichting 88 is tussen de tweede voorwand 19 en het bouwdeel 48 opgenomen, welke afdichting ten 10 minste één en bij voorkeur een reeks openingen 56 omvat, aan de onderzijde. Het derde profiel 14 of ten minste een deel van het onderste profiel 14B daarvan ligt op enige afstand van het bevestigingsprofiel 73. Op de van het bevestigingsprofiel 73 afgekeerde zijde van het eerste en derde profiel 12, 14 is een dichtingslip 99 voorzien, welke zich in de lengterichting 15 van de profielen uitstrekt en omhoog reikt. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de hoogte van de lip 99 kleiner dan de hoogte van de voorwand 16 boven de bodemwand 17. Tussen de voorwand 16, de bodemwand 17 en de lip 99 is een eerste kamer 49 gevormd, die aan de bovenzijde ten minste gedeeltelijk open is. Tussen de lip 99, de bovenzijde 20 van het derde profiel 14, de bodemwand 29 van het tweede profiel 13 en de achterwand 28 is een tweede kamer 50 gevormd, van de eerste kamer 49 gescheiden en aan de bovenzijde eveneens ten minste gedeeltelijk open.FIG. 12 shows a cross-section of a turn and / or tilt panel device 1 such as a turn and / or tilt door or window with a fastening device 4. The fastening device comprises a first profile 12 and a second profile 13, between which a third profile 14 is accommodated, comparable with the previously described embodiments. In the first profile 12 again has a front wall 16 and a bottom wall 17, as well as a second front wall 19, so that the space 20 is formed, with an opening 23 downwards. Openings 21 are provided for forming a first drainage channel 24. In the second profile 13 a double bottom wall 29 is provided, between which a closed chamber 29A is accommodated, between a rear wall 28 and a front profiling 38. In this embodiment the third is profile 14 designed as two separate profiles 14A and 14B, which are arranged respectively near a bottom side and a top side of the two bottom walls 17, 29 in profiles 27 and 38 in the first profile 12 and the second profile 13 respectively. Between the two profiles 14A, 14B and the first and second profiles 12, 13, a chamber 16 14C is formed. At least one opening 39 and preferably a series of openings 39 is provided in each of the two profiles 14A, 14B. A mounting profile 73 is fixed to the component 48, for example screwed with the aid of screws 77 or glued or otherwise fixed. This mounting profile is substantially structurally similar to that in Fig. 4. The second profile 13 rests with the rear wall 28 on the rib 79 and with the part 35 on the rib 81. A seal 82 is provided. Near the front side, the first profile 12 rests on a profile part 84. A flexible seal 88 is included between the second front wall 19 and the building part 48, which seal comprises at least one and preferably a series of openings 56 on the underside. The third profile 14 or at least a part of the lower profile 14B thereof is at some distance from the fastening profile 73. On the side of the first and third profile 12, 14 remote from the fastening profile 73, a sealing lip 99 is provided which the longitudinal direction 15 of the profiles extends and extends upwards. In the exemplary embodiment shown, the height of the lip 99 is smaller than the height of the front wall 16 above the bottom wall 17. Between the front wall 16, the bottom wall 17 and the lip 99, a first chamber 49 is formed, which is at least partially at the top. is open. Between the lip 99, the top 20 of the third profile 14, the bottom wall 29 of the second profile 13 and the rear wall 28, a second chamber 50 is formed, separated from the first chamber 49 and also at least partially open at the top.

Door de openingen 39, de ruimte tussen het derde profiel 14 en het bevestigingsprofiel 73, de ruimte 87 tussen het bouwdeel en de tweede 25 achterwand 19 en de of elke opening 56 wordt een tweede afwateringskanaal 57 gevormd, vanuit de tweede kamer 50, terwijl de eerste kamer 49 kan afwateren via het eerste afwateringskanaal 24.Through the openings 39, the space between the third profile 14 and the fixing profile 73, the space 87 between the component and the second rear wall 19 and the or each opening 56, a second drainage channel 57 is formed, from the second chamber 50, while the first chamber 49 can drain through the first drainage channel 24.

Bij deze uitvoeringsvorm heeft het paneel 2, 3 een randprofilering 10 met een voorste profieldeel 8A, een achterste profieldeel 8B en een 30 tussengelegen, thermisch isolerend middelste profieldeel 9, hetwelk hier is 17 opgebouwd uit twee middelste profieldelen 9A, 9B, waarvan het onderste een ribbe 100 omvat die kan aanliggen tegen de ribbe 99 wanneer het paneel 2, 3 zich in de in fig. 12 getoonde gesloten stand bevindt.Het voorste profieldeel 8A heeft een onderrand 103 die kan aanliggen tegen de 5 binnenzijde van de voorwand 16 van het eerste profiel 12, waarbij eventueel een flexibel afdichtprofiel kan zijn opgenomen (niet getoond). In het voorste profieldeel 8A zijn openingen 104 aangebracht, zodanig dat water dat eventueel langs de voorzijde en/of achterzijde van het paneel 2, 3 tussen het paneel 2, 3 en de afdichtingen 105, 106 zoals afdichtrubbers kan doorlopen, 10 via deze openingen 104 naar de eerste kamer 49 kan worden afgevoerd. Het achterste profieldeel 8B heeft een naar onder reikende flens 101 waarin een flexibel afdichtprofiel 102 is opgenomen dat afdichtend kan aanliggen tegen de achterwand 28 van het tweede profiel 13. Daarmee wordt een tocht- en waterdichte afdichting verkregen van de ruimte.In this embodiment, the panel 2, 3 has an edge profile 10 with a front profile part 8A, a rear profile part 8B and an intermediate, thermally insulating middle profile part 9, which here is built up of two middle profile parts 9A, 9B, the bottom of which is one rib 100 which can abut against rib 99 when the panel 2, 3 is in the closed position shown in fig. 12. The front profile part 8A has a bottom edge 103 which can abut against the inside of the front wall 16 of the first profile 12, wherein optionally a flexible sealing profile can be included (not shown). Openings 104 are provided in the front profile part 8A, such that water that can optionally flow through the front and / or rear of the panel 2, 3 between the panel 2, 3 and the seals 105, 106 such as sealing rubbers, via these openings 104 can be discharged to the first chamber 49. The rear profile part 8B has a downwardly extending flange 101 in which a flexible sealing profile 102 is accommodated which can lie sealingly against the rear wall 28 of the second profile 13. A draft and watertight seal of the space is hereby obtained.

15 In fig. 13 - 15 zijn verdere uitvoeringsvormen gegeven van een bevestigingsinrichting 4 met een drietal kamers 49, 50, 107, waarbij de kamer 107 is opgenomen tussen de voorste kamer 49 en de achterste kamer 50. Hierbij is een derde profiel 14 toegepast waarop twee zich ongeveer evenwijdig aan welkaar uitstrekkende wanden 44A, 44B zijn toegepast 20 waarop het dekprofiel 62 kan worden gedragen. Tussen de wanden 44A, B is op de bodemwand 41 een geleideprofiel 108 voorzien met een geleideprofieldeel 37, vergelijkbaar met het geleideprofieldeel 37 in de achterste kamer 49 in fig. 2. Bovendien is een borstelprofiel 11 voorzien.Figs. 13-15 show further embodiments of a fastening device 4 with three chambers 49, 50, 107, the chamber 107 being accommodated between the front chamber 49 and the rear chamber 50. A third profile 14 is applied to which two walls 44A, 44B extending approximately parallel to which are provided on which the cover profile 62 can be supported. Between the walls 44A, B, a guide profile 108 is provided on the bottom wall 41 with a guide profile part 37, similar to the guide profile part 37 in the rear chamber 49 in Fig. 2. Moreover, a brush profile 11 is provided.

Een schuivend paneel 2 kan over het geleideprofieldeel 37 schuiven, op 25 eerder beschreven wijze. De voorste kamer kan zonder dergelijk geleideprofieldeel zijn voorzien, zoals getoond in fig. 13, of met een dergelijk geleideprofieldeel, zoals getoond in fig. 14. In een dergelijke bevestigingsinrichting 4 kunnen bijvoorbeeld drie ten opzichte van elkaar en/of de bevestigingsinrichting 4 schuivende panelen 2 zijn voorzien, of 30 bijvoorbeeld twee vaste panelen en één beweegbaar paneel of één vast 18 paneel en twee beweegbare panelen. Het zal duidelijk zijn dat op vergelijkbare wijze ook meer dan drie kamers en/of meer dan drie panelen kunnen worden toegepast.A sliding panel 2 can slide over the guide profile part 37, in the manner previously described. The front chamber can be provided without such a guide profile part, as shown in Fig. 13, or with such a guide profile part, as shown in Fig. 14. In such a mounting device 4, for example, three panels can slide relative to each other and / or the mounting device 4 2 are provided, or for example two fixed panels and one movable panel or one fixed panel and two movable panels. It will be clear that more than three chambers and / or more than three panels can also be used in a comparable manner.

In fig. 13 is een slabbe 52 toegepast, vergelijkbaar met fig. 2, 5 alsmede een bevestigingsstrip 61 eveneens vergelijkbaar met fig. 2. Het eerste afwateringskanaal 20 en het tweede afwateringskanaal 57 zijn op dezelfde wijze aangebracht als in fig. 2 en 2A, waarbij het tweede afwateringskanaal zich onder het gehele derde profiel 14 door uitstrekt. Zoals duidelijk blijkt uit fig. 13A is de verticale profilering vergelijkbaar met 10 die volgens fig. 3, waarbij evenwel eveneens drie kamers zijn voorzien doordat het derde profiel 14 correspondeert met het derde profiel 14 in fig.In Fig. 13 a bib 52 is used, similar to Figs. 2, 5 and a fastening strip 61 also similar to Fig. 2. The first drainage channel 20 and the second drainage channel 57 are arranged in the same manner as in Figs. 2 and 2A, wherein the second drainage channel extends below the entire third profile 14. As can be seen clearly from Fig. 13A, the vertical profiling is comparable to that according to Fig. 3, although three chambers are also provided because the third profile 14 corresponds to the third profile 14 in Figs.

13.13.

In fig. 14 en 15 is een uitvoeringsvorm getoond vergelijkbaar met die volgens fig. 4 of 5, waarbij wederom drie kamers 49, 50, 107 zijn 15 voorzien. Hierbij is in elk van de drie kamers een steunend geleidingsprofieldeel 37, 108 voorzien. Een montagestrip 73 is voorzien die op een bouwdeel 48 wordt geschroefd, waarbij op de montagestrip de ribben 83 enigszins verder uit elkaar zijn geplaatst. Doorbrekingen van de ribben 83, 84, 85 voor de vorming van doorlaatopeningen 87 zijn duidelijk getoond 20 in fig. 15. Wanneer de eerste, tweede en derde profielen hierop geplaatst worden kan water door de doorlaatopeningen wegstromen, vanuit de achterste kamer 50 naar de voorzijde en weg door de openingen 56.Figs. 14 and 15 show an embodiment comparable to that according to Figs. 4 or 5, wherein again three chambers 49, 50, 107 are provided. A supporting guide profile part 37, 108 is provided in each of the three chambers. A mounting strip 73 is provided which is screwed onto a component 48, the ribs 83 being placed slightly further apart on the mounting strip. Breakthroughs of ribs 83, 84, 85 for forming passage openings 87 are clearly shown in Fig. 15. When the first, second and third profiles are placed thereon, water can flow out through the passage openings, from the rear chamber 50 to the front and way through the openings 56.

Zoals aangegeven is de uitvinding geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvormen van een 25 bevestigingsinrichting of paneel constructie. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.As indicated, the invention is by no means limited to the embodiments of a mounting device or panel construction shown in the description and drawings. Many variations thereof are possible within the scope of the invention as set forth in the claims.

Zo kunnen bijvoorbeeld de profielen anders zijn gevormd of vervaardigd, kunnen meerdere kamers naast en/of achter elkaar zijn voorzien met meerdere afwateringskanalen, kunnen andere materialen en 30 bevestigingsmiddelen worden toegepast en kunnen meerdere panelen in 19 dergelijke bevestigingsinrichtingen worden opgenomen, bijvoorbeeld drie of meer panelen die langs elkaar kunnen schuiven en/of draaien en/of kantelen of panelen die in tegengestelde richtingen voorbij andere panelen kunnen schuiven. Bij elk van de getoonde uitvoeringvormen kan één van de 5 afwateringskanalen door het derde profiel worden gevoerd, zoals getoond in fig. 12. Elk van de profielen kan zowel eendelig worden gevormd als uit meerdere profieldelen worden opgebouwd. Overigens wordt opgemerkt dat een bevestigingsprofiel en eindblokken ook bij andere paneelinrichtingen kunnen worden toegepast, terwijl paneelinrichtingen volgens de uitvinding 10 zowel buiten als binnen kunnen worden toegepast, maar in het bijzonder geschikt zijn voor positionering in een buitenwand van een gebouw, zoals muur of dak, zodanig dat de buitenzijde naar buiten het gebouw en de binnenzijde naar binnen is gekeerd.For example, the profiles can be shaped or manufactured differently, a plurality of chambers can be provided next to and / or behind each other with a plurality of drainage channels, other materials and fixing means can be applied and a plurality of panels can be accommodated in such fixing devices, for example three or more panels that can slide and / or rotate alongside each other and / or tilt or panels that can slide in opposite directions past other panels. With each of the embodiments shown, one of the drainage channels can be passed through the third profile, as shown in Fig. 12. Each of the profiles can be formed in one piece as well as built up from several profile parts. It is otherwise noted that a fixing profile and end blocks can also be used with other panel devices, while panel devices according to the invention can be used both outside and inside, but are particularly suitable for positioning in an outside wall of a building, such as a wall or roof, such that the outside faces the outside of the building and the inside faces inside.

.1034 1 62.1034 1 62

Claims

A mounting device for at least one panel such as a door or window, comprising a profile construction in which a profiling is provided for said panel on a first side and fixing means are provided on a second side for fixing to a construction part 5 such as a wall or floor, said profile structure having a front side and a rear side, wherein said profile structure comprises at least a first and a second chamber, separated from each other, the first chamber being provided with a first drainage and the second chamber having a second drainage, separated from the first 10 drainage.

Fixing device as claimed in claim 1, wherein the first chamber is located near the front and the second chamber, viewed from the front, is located behind the first chamber, the first and second drainage opening close to the front.

3. Mounting device as claimed in claim 1 or 2, wherein the first chamber has a first bottom and the second chamber a second bottom, wherein the first and second drainage connect to the first and the second bottom respectively and the second drainage extends at least partially below the first bottom.

Fastening device according to any one of the preceding claims, wherein at least the second drainage has a mouth at an end remote from the second chamber, which mouth is directed downwards during use.

5. Fastening device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first chamber is at least partially bounded by a first profile part, the second chamber is at least partially bounded by a second profile part and a third between the first and the second profile part profile part is included which at least thermally separates the first and second profile part, wherein a bottom of the first chamber and a bottom of the second chamber preferably extend at approximately the same height.

Fastening device according to claim 5, wherein the first and second profile part are at least partly made of metal, in particular aluminum or aluminum alloy, while the third profile part is at least partly made of plastic or metal coated with a thermally insulating material.

Fastening device as claimed in claim 5 or 6, wherein the first, second and third profile part are manufactured as or from extrusion profiles.

8. Fixing device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the fixing means comprise a fixing profile, wherein the second drainage is at least partially bounded by said fixing profile.

The mounting device according to claim 8, wherein the mounting profile is a metal or plastic profile.

10. Mounting device as claimed in claim 8, wherein the mounting profile comprises a flexible bib or is formed thereby.

11. Fixing device according to any one of claims 8 - 10, wherein the fixing profile is an extrusion profile.

12. Fastening device as claimed in any of the claims 8-11, wherein the fixing profile has a wall which, during use, faces said structural part, wherein a series of ridges extends from the wall, in a longitudinal direction of the fixing profile, at least one of said ridges in at least one position have been breached to near and preferably against the wall, for the formation of at least a part of the second drainage.

13. Fastening device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the fastening device has a longitudinal direction and the first and second chamber extend in said longitudinal direction, wherein series of openings are provided in a part of the first and second chamber as part of the first and second respectively drainage.

14. Fixing device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the fixing device has a longitudinal direction and the first and second chamber extend in said longitudinal direction, wherein an end closure is provided at two opposite ends which forms a seal for at least one of the chambers .

15. Window or door, provided with a fastening device according to any one of the preceding claims.

A building with a window or door according to claim 15, wherein the fixing device is mounted on a component on a bottom side of the window or the door and extends over substantially the entire width of the window or door.

17. Method for placing a door or window, wherein a fastening profile is placed on a building part of a building, after which a window or door or at least one frame thereof is placed on and / or over said fastening profile, such that at least one first chamber and a second chamber in the frame or a mounting device thereof are provided with separate drains. 1034162