NL1033879C2

NL1033879C2 - Mobiele steun, samenstel met een eerste en een tweede mobiele steun en terreinafscheiding.

Info

Publication number: NL1033879C2
Application number: NL1033879A
Authority: NL
Inventors: Iwan Yves Vlaar; Karel Van Den Berg
Original assignee: Maasland Nv
Priority date: 2007-05-23
Filing date: 2007-05-23
Publication date: 2008-11-25
Also published as: US20100065801A1; AU2008253801B2; DE602008002753D1; ATE481874T1; EP2152065A1; DK2152065T3; NZ579668A; AU2008253801A1; WO2008143498A1; EP2152065B1

Description

MOBIELE STEUN, SAMENSTEL MET EEN EERSTE EN EEN TWEEDE MOBIELE STEUN EN TERREINAFSCHEIDING

De uitvinding heeft betrekking op een mobiele steun voor 5 ondersteuning van een draadvormige terreinafscheiding op een bodem volgens de kop van conclusie 1.

Een dergelijke steun is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging NL-8700723. Hierin is een wiel geopenbaard met meerdere spaken die met elkaar verbonden zijn door een naaf. De naaf is verbonden met een axiaal georiënteerde 10 buis waardoorheen de af te steunen draad zich uitstrekt. Het wiel kan roteren om de draad.

Een probleem bij een dergelijke inrichting is dat bij axiale krachten op de draad het wiel grote weerstand biedt aan een beweging of verplaatsing in de asrichting, wat daardoor kan leiden tot breuk van de draad of breuk van een 15 spaak. Dit is met name een probleem als een dergelijk wiel aan de draad wordt voortgetrokken. Het wiel kan erg scheef gaan hangen, slepen over de grond, enzovoort.

Het is het doel van de uitvinding een inrichting van de boven vermelde soort te verschaffen welke een beweging over de bodem in de asrichting 20 toelaat.

Dit wordt bereikt met een mobiele steun van de bovenvermelde soort, met het kenmerk, dat ten minste een segment in asrichting een grotere flexibiliteit heeft dan in een niet-asrichting. Als er een trekkracht in de asrichting via de terreinafscheiding op de steun wordt uitgeoefend zal het segment dat aan zijn 25 vrije uiteinde in contact is met de bodem verbuigen, en zal de steun met uitzondering van het genoemde segment zijwaarts bewegen. Als de steun vervolgens door een kracht in het rotatievlak roteert, zal het volgende segment in vergelijking met het eerstgenoemde segment zijwaarts verschoven in aanraking komen met de bodem. Op deze wijze wordt toegegeven aan de zijwaartse kracht 30 en treedt onder invloed hiervan een soepele zijwaartse beweging op. Het kan voldoende zijn indien één segment een dergelijke grotere flexibiliteit heeft, en de andere niet. Met voordeel hebben meerdere, en bij voorkeur alle segmenten een dergelijke grotere flexibiliteit.

1 Üö 3 879iJ

2

Bij voorkeur omvat de spaak een scharnier. Het scharnier kan hierbij nabij de as van rotatie worden aangebracht, of op een willekeurige plaats op de spaak. Het geeft veel vrijheid in de materiaalkeuze van de spaak.

In een bijzondere uitvoering volgens de uitvinding bestaat het 5 segment, en in het bijzonder de spaak, ten minste ten dele uit flexibel materiaal. Dit laat een eenvoudige en goedkope constructie toe.

In het bijzonder is de spaak in de richting loodrecht op de as afgeplat. Een dergelijke vorm maakt het op eenvoudige wijze mogelijk dat de voorkeursrichting voor buiging in de asrichting is.

10 In een bijzondere uitvoering loopt de spaak in radiale richting naar buiten taps toe. Deze constructie zorgt ervoor dat de meeste uitwijking aan de buitenzijde nabij de omtrek van de steun plaatsvindt.

In een verdere voordelige uitvoering is het segment elektrisch geleidend. In het geval dat er een geschikte elektrische spanning op de 15 terreinafscheiding en/of de steun wordt gezet, zullen hierdoor dieren die in aanraking komen met de steun worden afgeschrikt. De steun wordt daardoor met rust gelaten en vervult zijn functie.

In dit verband is het verder voordelig indien afhankelijk van de rotatiestand van het segment, het segment in stroomvoerend contact plaatsbaar is 20 met de terreinafscheiding. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat slechts bepaalde segmenten onder stroom komen te staan en kan voorkomen worden dat de stroom weglekt via de spaken die in contact staan met de bodem. Een voorbeeld van daartoe geschikte maatregelen is beschreven in NL-8700723.

De terreinafscheiding is bijvoorbeeld een draad, bij voorkeur een 25 elektrisch geleidende draad, zoals metaaldraad, doch kan ook bijvoorbeeld lint of dergelijke omvatten.

In een bijzondere uitvoering omvat het segment een loopvlak, welk loopvlak in de asrichting gezien breder is dan de spaak. Een dergelijk loopvlak voorkomt dat het segment diep in de bodem dringt en daardoor moeilijker 30 beweegbaar wordt. Door de spaak relatief smal te maken dringt de spaak makkelijk door gras en dergelijke heen.

In een verdere uitvoering van de uitvinding strekt het loopvlak zich ten opzichte van de spaak in beide tangentiële richtingen uit, bij voorkeur tot nabij naburige loopvlakken. Een dergelijke constructie maakt een nagenoeg volledig 3 gesloten omtrek mogelijk, waardoor de steun soepel over de bodem kan rollen. Dit effect wordt versterkt indien de kromming van het loopvlak in hoofdzaak gelijk is aan de kromming van de omtrek van de mobiele steun. Een geringere of juist grotere lokale kromming is echter ook mogelijk.

5 In het bijzonder omvat de steun een centrale naaf voor het verbinden van de spaken.

In een verdere uitvoering van de uitvinding is de terreinafscheiding door de naaf heen voerbaar. Dit maakt het mogelijk om de steun met de afscheiding te verbinden zonder dat de afscheiding doorbroken moet worden. In 10 het bijzonder omvat de naaf hiertoe een zich in radiale richting uitstrekkende uitsparing voor het van buiten naar het hart van de naaf doorvoeren van de terreinafscheiding. Op deze manier is zonder hulpmiddelen, op eenvoudige wijze de steun om de afscheiding heen te zetten.

In het bijzonder omvat de steun een bevestiging voor de 15 terreinafscheiding. Dit houdt de steun altijd op een vaste positie op de afscheiding en voorkomt bijvoorbeeld dat naburige steunen naar elkaar toe lopen. Een dergelijke bevestiging kan op eenvoudige wijze plaatsvinden via een haakje, klem of dergelijke.

Het is verder voordelig indien de bevestiging in de asrichting ten 20 opzichte van de naaf beweegbaar is. Dit zorgt ervoor dat plotselinge rukken van de terreinafscheiding aan de steun kunnen worden opgevangen. De rustpositie blijft hierbij bij voorkeur onveranderd, dus onverschoven. Het beweegbaar aanbrengen van de bevestiging kan bijvoorbeeld plaatsvinden via een veer.

In een verdere voordelige uitvoering van de uitvinding omvat de naaf 25 een in de asrichting georiënteerd buisvormig element. Door de afscheiding door dit buisvormig element te voeren zal de steun niet gemakkelijk omvallen. Bij een schuine stand van de steun zal ook het buisvormig element een schuine oriëntatie aannemen. Dit zorgt ervoor dat de afscheiding onder een extra trekspanning komt te staan, en zo de steun overeind houdt.

30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel voor ondersteuning van een draadvormige terreinafscheiding op een bodem met een eerste en een tweede mobiele steun volgens de uitvinding, met het kenmerk, dat de steunen met elkaar verbonden zijn via ten minste een buisvormig element. Een dergelijke samenstelling blijft uit zichzelf stabiel op de bodem staan. Hierdoor hoeft 4 de trekspanning op de afscheiding niet gebruikt te worden om de mobiele steun overeind te houden. Het is hierbij ook voldoende wanneer voor beide steunen samen slechts één buisvormig element is verschaft.

De uitvinding heeft verder betrekking op een 5 terreinafscheidingssysteem met ten minste een mobiele steun en een draad. De uitvinding is niet beperkt tot een afrastering voor gebruik in een weide, maar is bijvoorbeeld ook geschikt voor het ondersteunen van een mobiele afscheiding voor parkeerplaatsen en dergelijke. Bij dergelijke systemen is een soepele zijdelingse verplaatsbaarheid gunstig. Bij voorkeur omvat het 10 terreinafscheidingssysteem ten minste een terreinafscheidingsverplaatsings-inrichting, zoals een wagentje. Bij voorkeur is de terreinafscheidingsverplaatsings-inrichting zelfrijdend. Hierbij komen de grotere flexibiliteit en storingsongevoeligheid goed tot hun recht.

15 De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont:

Figuur 1 een zijaanzicht van een steun volgens de uitvinding;

Figuur 2 een vooraanzicht van een steun volgens de uitvinding.

20 In figuur 1 staat een mobiele steun 1 afgebeeld voor ondersteuning van een draadvormige terreinafscheiding (hier niet zichtbaar) op een bodem, met meerdere segmenten 3 roteerbaar om een as, waarbij elk segment een spaak 4 met een vrij uiteinde omvat, waarbij ten minste een segment in asrichting een grotere flexibiliteit heeft dan in een niet-asrichting. Het segment 3 bestaat ten 25 minste ten dele uit flexibel materiaal en omvat hier een spaak 4 en een loopvlak 5. Het loopvlak is gemaakt van flexibel materiaal. De spaak is nabij de omtrek in de asrichting afgeplat, en voorzien van een scharnier 8, dat de spaak verbindt met het loopvlak. Het scharnier 8 kan zorgén voor een scharnierende zijwaartse beweging.

30 De kromming van het loopvlak 5 is gelijk aan de kromming van de omtrek van de mobiele steun 1. De steun omvat een centrale naaf 6 voor het verbinden van de spaken 4. De terreinafscheiding 2 is door de naaf 6 heen voerbaar.

5

In het segment 3 zijn gaten 7 aangebracht om materiaal te sparen en de steun lichter te maken.

In een niet afgebeelde uitvoering is, afhankelijk van de rotatiestand van het segment, het segment 3 in stroomvoerend contact plaatsbaar met de 5 terreinafscheiding. Een dergelijke uitvoering is uitgebreid beschreven in de Nederlandse terinzagelegging NL-8700723 en wordt niet verder toegelicht.

In figuur 2 is een vooraanzicht van de steun 1 volgens de uitvinding afgebeeld. Het segment 3 omvat een loopvlak 5, welk loopvlak 5 in de asrichting gezien breder is dan de spaak 4. Dit loopvlak steunt af op de bodem en strekt zich 10 ten opzichte van de spaak in beide tangentiële richtingen uit (figuur 1). De naaf omvat een in de asrichting georiënteerd buisvormig element 9. Dit buisvormige element omvat een eerste deel 10 met een grote diameter waarin een tweede deel 11 met een kleinere diameter schuifbaar is bevestigd. Deze zijn aan beide zijden van het vlak van de segmenten uitgevoerd. De steun omvat verder een 15 bevestiging voor de terreinafscheiding 2. Deze is uitgevoerd aan beide zijden als een haakje 12 waar de afscheiding omheen is gewikkeld. Doordat het haakje 12 met het tweede deel 11 is verbonden, is de bevestiging in de asrichting ten opzichte van de naaf 6 enigszins beweegbaar. Een niet afgebeelde veer is in het eerste deel 10 aangebracht en houdt het tweede deel 11 op zijn plaats.

20 De terreinafscheiding wordt gebruikt in een (niet afgebeeld) systeem, bijvoorbeeld voor het beweiden van dieren. Een dergelijk systeem omvat een of meerdere, maar bij voorkeur twee, automatisch beweegbare voertuigen die als opspanpunten dienen voor de terreinafscheiding. Om doorhangen van de afscheiding 2 tussen de opspanpunten te beperken is op een of meerdere 25 plaatsen tussen de opspanpunten een steun volgens de uitvinding aangebracht. Doorhangen dient beperkt te worden, daar de afscheiding niet te laag dient te zijn om te verhinderen dat dieren over de afscheiding heen stappen. De hoogte van de afscheiding boven de bodem en daarmee de afstand van het rotatiepunt tot de bodem is bijvoorbeeld ongeveer 90 cm voor runderen. Als een voertuig zich 30 beweegt, verplaatst het de afscheiding, die op haar beurt de steun meetrekt. Een dergelijk beweidingssysteem, met een andere steun, is uitgebreid beschreven in de octrooiaanvragen WO-A-0128317 en EP-A-1747719. De inhoud hiervan dient beschouwd te zijn als opgenomen in deze beschrijving.

6

Het gebruik van de steun is niet beperkt tot een draad, maar is ook geschikt voor elk ander soort terreinafscheiding, zoals een touw, strook, ketting of staaf.

1 03 3 8 79

Claims

1. Mobiele steun (1) voor ondersteuning van een draadvormige terreinafscheiding (2) op een bodem, met meerdere segmenten (3) roteerbaar om 5 een as, waarbij elk segment (3) een spaak (4) met een vrij uiteinde omvat, met het kenmerk, dat ten minste een segment (3) in asrichting een grotere flexibiliteit heeft dan in een niet-asrichting.

2. Mobiele steun volgens conclüsie 1, met het kenmerk, dat de spaak (4) een scharnier (8) omvat.

3. Mobiele steun volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het segment (3) en in het bijzonder de spaak (4), ten minste ten dele uit flexibel materiaal bestaat.

4. Mobiele steun volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spaak (4) in de richting loodrecht op de as afgeplat is.

5. Mobiele steun volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spaak (4) in radiale richting taps toeloopt.

6. Mobiele steun volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het segment (3) elektrisch geleidend is.

7. Mobiele steun volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat afhankelijk 20 van de rotatiestand van het segment (3), het segment in stroomvoerend contact plaatsbaar is met de terreinafscheiding (2).

8. Mobiele steun volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het segment (3) een loopvlak (5) omvat, welk loopvlak (5) in de asrichting gezien breder is dan de spaak (4).

9. Mobiele steun volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het loopvlak (5) zich ten opzichte van de spaak (4) in beide tangentiële richtingen uitstrekt.

10. Mobiele steun volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de kromming van het loopvlak (5) gelijk is aan de kromming van de omtrek van de 30 mobiele steun (1).

11. Mobiele steun volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun een centrale naaf (6) omvat voor het verbinden van de spaken (4). 1 033 8 79

12. Mobiele steun volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de terreinafscheiding (2) door de naaf (6) heen voerbaar is.

13. Mobiele steun volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de naaf (6) een zich in radiale richting uitstrekkende uitsparing omvat voor het van buiten 5 naar het hart van de naaf (6) doorvoeren van de terreinafscheiding (2).

14. Mobiele steun volgens conclusie 11,12 of 13, met het kenmerk, dat de steun een bevestiging (12) omvat voor de terreinafscheiding (2).

15. Mobiele steun volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de bevestiging (12) in de asrichting ten opzichte van de naaf (6) beweegbaar is.

16. Mobiele steun volgens een der conclusies 11 tot 15, met het kenmerk, dat de naaf (6) een in de asrichting georiënteerd buisvormig element (9, 10,11) omvat.

17. Samenstel voor ondersteuning van een draadvormige terreinafscheiding (2) op een bodem met een eerste en een tweede mobiele steun 15 (1) volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de steunen met elkaar verbonden zijn via ten minste een buisvormig element (9,10,11).

18. Terreinafscheidingssysteem met een mobiele steun (1) en een draadvormige terreinafscheiding (2).

19. Terreinafscheidingssysteem omvattende een, bij voorkeur 20 zelfrijdende, terreinafscheidingsverplaatsingsinrichting. I 03 3 8 79’1