NL1033859C2 - Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel. - Google Patents

Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel. Download PDF

Info

Publication number
NL1033859C2
NL1033859C2 NL1033859A NL1033859A NL1033859C2 NL 1033859 C2 NL1033859 C2 NL 1033859C2 NL 1033859 A NL1033859 A NL 1033859A NL 1033859 A NL1033859 A NL 1033859A NL 1033859 C2 NL1033859 C2 NL 1033859C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channels
series
tile
center
channel segments
Prior art date
Application number
NL1033859A
Other languages
English (en)
Inventor
Age Van Randen
Original Assignee
Infill Systems Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Infill Systems Bv filed Critical Infill Systems Bv
Priority to NL1033859A priority Critical patent/NL1033859C2/nl
Priority to EP08753752.8A priority patent/EP2148965B1/en
Priority to PCT/NL2008/000131 priority patent/WO2008140303A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1033859C2 publication Critical patent/NL1033859C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/12Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
    • F24D3/14Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating incorporated in a ceiling, wall or floor
    • F24D3/141Tube mountings specially adapted therefor
    • F24D3/142Tube mountings specially adapted therefor integrated in prefab construction elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • E04F15/02447Supporting structures
    • E04F15/02494Supporting structures with a plurality of base plates or like, each base plate having a plurality of pedestals upstanding therefrom to receive the floor panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2290/00Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for
    • E04F2290/02Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for for accommodating service installations or utility lines, e.g. heating conduits, electrical lines, lighting devices or service outlets
    • E04F2290/023Specially adapted covering, lining or flooring elements not otherwise provided for for accommodating service installations or utility lines, e.g. heating conduits, electrical lines, lighting devices or service outlets for heating
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Description

SYSTEEM VOOR HET AANLEGGEN VAN LEIDINGEN IN EEN VLOER EN DAARBIJ TOE TE PASSEN TEGEL
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en op een tegel voor het vormen van een vloer waarin leidingen opgenomen kunnen worden. Meer in het bijzonder heeft de 5 uitvinding betrekking op een systeem als beschreven in de aanhef van conclusie 1 en een tegel als beschreven in de aanhef van conclusie 21. Een dergelijk systeem en een dergelijke tegel zijn bekend uit de internationale octrooipublicatie WO 88/04713.
10 In de conventionele bouw worden leidingen - bijvoorbeeld elektriciteitsleidingen, waterleidingen en/of gasleidingen - in vloeren aangelegd door deze in een gewenst patroon op een dragende vloer te plaatsen, en vervolgens een afwerklaag op de dragende vloer aan te brengen, waarin de 15 leidingen ingebed en gefixeerd worden. Dit is een arbeidsintensief en tijdrovend proces, dat bovendien weinig tot geen flexibiliteit biedt; elektriciteit, water en/of gas kunnen uitsluitend worden afgenomen op die punten in het gebouw waar de leidingen uitkomen en die vastliggen vanaf het 20 moment van het afwerken van de vloer. Het aanbrengen van afnamepunten op andere locaties brengt veel extra werk met zich mee, omdat daarvoor de bestaande leidingen verlegd of nieuwe leidingen gelegd moeten worden.
Daarnaast is het reeds bekend om elektrische 25 leidingen en datakabels onder te brengen in opbouwplinten, die aan de onderzijde langs wanden in een gebouw worden geplaatst. Deze plinten zijn echter niet geschikt voor het opnemen van gasleidingen of waterleidingen, zodat die nog steeds op conventionele wijze in de afwerkvloer ondergebracht 30 moeten worden. Daarnaast zijn dergelijke opbouwplinten niet 1033859 2 erg fraai, en vergt het gebruik daarvan relatief veel leidingmateriaal, omdat de leidingen niet rechtstreeks naar de afnamepunten geleid kunnen worden, maar altijd langs de wanden van een ruimte moeten verlopen.
5 In de bovengenoemde octrooipublicatie WO 88/04713 wordt daarom reeds een systeem voorgesteld waarmee allerlei verschillende soorten leidingen snel en eenvoudig en met een grote mate van flexibiliteit in een vloer kunnen worden aangelegd. Dit bekende systeem bestaat uit een groot aantal 10 vierkante tegels, aangeduid als "matrixtegels", die naast elkaar op een dragende vloer worden geplaatst. In het ovenvlak van elke tegel is een rechthoekig raster van kanaalsegmenten gevormd, die elk evenwijdig aan een van de zijden van de tegel verlopen.
15 Wanneer de tegels in twee onderling loodrechte richtingen naast elkaar gelegd worden, vormen de kanaalsegmenten van de aangrenzende tegels tezamen telkens een doorlopend kanaal. In deze kanalen kunnen dan de noodzakelijke leidingen geplaatst worden. De tegelvloer wordt 20 na het plaatsen van de leidingen nog afgedekt met een afwerklaag van bijvoorbeeld panelen van hout, kunststof of vezel-gewapend gips, waarop dan een vloerbedekking kan worden gelegd. In het ondervlak van elke tegel is verder langs elke zijrand een uitsparing gevormd, die tezamen met de uitsparing 25 van de aangrenzende tegel een kanaal vormt. In deze kanalen aan de onderzijde van de tegels kunnen leidingen gelegd worden die van de leidingen in de kanalen in het bovenvlak gescheiden moeten blijven, zoals bijvoorbeeld gasleidingen of afvoerleidingen voor afvalwater.
30 Het hiervoor beschreven systeem heeft ten opzichte van de conventionele wijze van aanleggen van leidingen het voordeel dat de leidingen sneller en eenvoudiger aangelegd kunnen worden, en ook relatief snel en eenvoudig verplaatst 3 kunnen worden. Daarnaast kunnen met het systeem volgens WO 88/04713 de leidingen ook naar hun functie van elkaar gescheiden worden, en op verschillende niveaus in de vloer worden opgenomen.
5 Het systeem als beschreven in WO 88/04713 heeft echter het nadeel, dat dit net als plintsystemen relatief veel leidingmateriaal vergt. Daarnaast moeten de leidingen, met name wanneer zij diagonaal door een ruimte gevoerd moeten worden, relatief vaak over tamelijk scherpe hoeken worden 10 omgezet, hetgeen toch nog onverwacht tijdrovend is.
De uitvinding heeft derhalve tot doel een systeem van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij deze nadelen zich niet of althans in mindere mate voordoen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een systeem als 15 beschreven in conclusie 1. Voorkeursuitvoeringen van het systeem volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies 2 tot 20.
Daarnaast heeft de uitvinding tot doel een tegel te verschaffen waarmee een dergelijk systeem snel en eenvoudig 20 kan worden opgebouwd. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een tegel als gedefinieerd in conclusie 21. Bij voorkeur toe te passen varianten van deze tegel zijn beschreven in de volgconclusies 22 tot 41.
Door naast een eerste en tweede serie kanalen, die 25 per serie telkens onderling evenwijdig verlopen, en de kanalen van de andere serie loodrecht snijden, in de vloer ook nog een derde serie kanalen te vormen, die de kanalen van de eerste en tweede serie onder niet-rechte hoeken snijden, wordt een grotere flexibiliteit bereikt in de keuze van het 30 verloop van de leidingen in de vloer. Door de leidingen deels in de kanalen van de derde serie onder te brengen kunnen hoeken tussen kanalen van de eerste en tweede serie als het ware worden "afgesneden", waardoor een aanzienlijke 4 vermindering van de benodigde hoeveelheid leidingmateriaal wordt bereikt.
Wanneer in de vloer ook nog een vierde serie kanalen wordt gevormd, die de kanalen van de eerste en tweede serie 5 eveneens onder niet-rechte hoeken snijden, kunnen in twee richtingen hoeken worden afgesneden. Daarbij verlopen de kanalen van de derde en vierde serie dan bij voorkeur zodanig, dat nooit meer dan drie kanalen tegelijk elkaar snijden. Zo wordt voorkomen dat de vloer plaatselijk ernstig 10 verzwakt zou worden.
Dit kan op relatief eenvoudige wijze bereikt worden door de kanalen van de derde en vierde serie elk onder een hoek van 45 graden met die van de eerste en tweede serie te vormen, en de hartafstand van de kanalen van de derde en 15 vierde serie ^2 maal zo groot te kiezen als de hartafstand van de kanalen van de eerste en tweede serie. Zo vormen de kanalen van de derde en vierde serie als het ware diagonalen in het loodrechte netwerk van kanalen van de eerste en tweede serie, die als gevolg van hun hartafstand de kanalen van de 20 eerste en tweede serie op verschillende plaatsen snijden.
Overigens kan de hartafstand van de kanalen van de eerste en tweede serie gelijk gekozen worden aan 10 of 20 cm. Daarmee wordt dan het primaire raster een zogeheten "10-20 cm lijnraster", dat in de bouw op grote schaal wordt toegepast. 25 Dergelijke 10-20 cm lijnrasters zijn in bouwtekeningen getoond, zodat de plaats van de kanalen op die wijze eenvoudig is vast te stellen.
In de vloer kunnen uitsparing zijn aangebracht voor het opnemen van constructie-elementen, waaraan bijvoorbeeld 30 een dekvloer bevestigd kan worden. Deze uitsparingen zijn bij voorkeur aangebracht in een deel van de vloer dat slechts begrensd wordt door kanalen van de eerste en tweede serie, en dat dus niet doorsneden wordt door kanalen van de derde en/of 5 vierde serie. Zo wordt gewaarborgd dat er voldoende materiaal rondom de uitsparingen aanwezig is om belastingen die door de constructie-elementen worden uitgeoefend te kunnen weerstaan.
Teneinde ook bij het systeem volgens de uitvinding 5 een scheiding van leidingen op verschillende niveaus mogelijk te maken, kan er in de vloer een secundair raster gevormd zijn op een ander niveau dan het primaire raster. Dit secundaire raster ten minste een vijfde en een zesde serie kanalen, die weer per serie evenwijdig zijn en elkaar 10 loodrecht snijden. Daarnaast kan het secundaire raster nog een zevende en eventueel zelfs een achtste serie kanalen omvatten, die de kanalen van de vijfde en zesde serie weer onder niet-rechte hoeken snijden. Hierdoor kan het principe dat aan de uitvinding ten grondslag ligt ook in het 15 secundaire raster worden verwezenlijkt.
Om te voorkomen dat de vloer plaatselijk te zeer verzwakt wordt door het snijden van een groot aantal kanalen op een punt, kan ook het verloop van de zevende en achtste kanalen zodanig gekozen worden, dat er ook op het niveau van 20 het secundaire raster nooit meer dan drie kanalen tegelijk elkaar snijden. Daarnaast kan het secundaire raster ten opzichte van het primaire raster zijn versprongen, zodat de vloer niet onnodig verzwakt wordt door recht boven elkaar verlopende kanalen van het primaire en secundaire raster.
25 Omdat het secundaire raster met name bedoeld is voor het opnemen van afvoerleidingen, waarvan er in een normaal gebouw niet al te veel zullen zijn, hoeft dit niet zo fijnmazig te zijn als het primaire raster. Derhalve kunnen de hartafstanden in het secundaire raster groter zijn dan die in 30 het primaire raster. Om het samenvallen van kanalen in het primaire en secundaire raster te voorkomen kunnen, wanneer de rasters ten opzichte van elkaar versprongen zijn, de 6 hartafstanden in het secundaire raster als geheel veelvoud van die in het primaire raster gekozen worden.
Net als het systeem volgens WO 88/04713 kan ook bij het systeem volgens de onderhavige uitvinding de vloer zijn 5 opgebouwd uit een groot aantal naast elkaar gelegde tegels. Deze tegels zijn dan elk voorzien van een of meer kanaalsegmenten, die bij het naast elkaar plaatsen van de tegels de kanalen van de verschillende series vormen.
Een constructief eenvoudige oplossing wordt dan 10 bereikt, wanneer de kanaalsegmenten gevormd zijn in het boven- of ondervlak van de tegels. In dat geval kunnen voor de productie van de tegels relatief eenvoudige mallen gebruikt worden, terwijl ook het plaatsen van de leidingen in de kanaalsegmenten weinig moeite kost. De scheiding tussen 15 het primaire en secundaire raster kan eenvoudig tot stand gebracht worden door de kanaalsegmenten van het primaire raster in het bovenvlak van de tegels te vormen, en die van het secundaire raster in het ondervlak. Teneinde het richten en aan elkaar leggen van de kanaalsegmenten te vereenvoudigen 20 zijn de tegels bi voorkeur rechthoekig of vierkant, en verlopen de kanalen van de eerste en tweede serie, en eventueel die van de vijfde en zesde serie, telkens evenwijdig aan een paar zijden van de tegels.
Afhankelijk van de grootte van de tegels en de 25 hartafstand van de kanalen kunnen in elke tegel een of meer kanaalsegmenten van elke serie gevormd worden. Wanneer de hartafstanden in het secundaire raster aanzienlijk groter gekozen worden dan die in het primaire raster, is het ook denkbaar dat in sommige tegels wel kanaalsegmenten van het 30 primaire raster, maar geen kanaalsegmenten van het secundaire raster gevormd zijn.
Bij voorkeur zijn de tegels in een mal gevormd van een stolbare giet- of injectiemassa. Een dergelijke giet- of 7 injectiemassa kan een betonsoort zijn, maar ook een kunststof, zoals in de mal te expanderen polystyreen. Door de tegels in een mal te vormen kunnen de kanaalsegmenten daarin eenvoudig op de juiste plaats uitgespaard worden.
5 Tenslotte zijn de tegels bij voorkeur vervaardigd van een goed bewerkbaar materiaal. Zo kunnen bijvoorbeeld na het plaatsen van niet-dragende scheidingswanden op de vloer, of althans na het bepalen van de plaats daarvan, nog extra kanalen gevormd worden door het bewerken van de tegels. Deze 10 extra kanalen kunnen nodig zijn voor het opnemen van leidingen die in de scheidingswand verlopen, wanneer in die wand een deur of andere opening voorzien is. De leidingen moeten dan immers onder die deuropening door gevoerd worden. Omdat de scheidingswanden niet altijd recht boven een reeds 15 aanwezig kanaal geplaatst zullen worden, en omdat de voorgevormde kanalen vaak niet voldoende groot zullen zijn voor de veelheid aan leidingen die door de wand loopt, dient dan dus een extra kanaal gevormd te worden, of althans een van de bestaande kanalen vergroot te worden. Wanneer de 20 tegels van een kunststof, zoals geëxpandeerd polystyreen vervaardigd zijn, kunnen dergelijke extra kanalen eenvoudig gevormd worden met behulp van een elektrisch gereedschap met een gloei-element in de vorm van het te vormen kanaal.
De positie van de extra kanalen kan eenvoudig worden 25 bepaald door op de tegels een 10-20 cm lijnraster uit te zetten. Wanneer de hartafstand van de kanalen van de eerste en tweede serie al gelijk is aan 10 of 20 cm hoeft uiteraard geen afzonderlijk lijnraster meer aangebracht te worden.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een 30 aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: δ
Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een ruimte in een gebouw, welke ruimte voorzien is van een systeem volgens de uitvinding,
Fig. 2 een bovenaanzicht is opeen deel van de vloer 5 van de ruimte van fig. 1, waarin het verloop van de eerste, tweede, derde en vierde serie kanalen te zien is,
Fig. 3 een met fig. 2 overeenkomend aanzicht is dat een afwijkend verloop van de kanalen toont,
Fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht is van 10 een tegel die toegepast wordt in het systeem van fig. 1 en 2, en
Fig. 5 een bovenaanzicht is op een tegel voor toepassing in het systeem volgens fig. 3.
Een ruimte 1 in een gebouw wordt begrensd door een 15 aantal wanden 2. In het getoonde voorbeeld betreft het niet-dragende scheidingswanden, die zijn geplaatst op een afwerkvloer 3. Deze afwerkvloer 3 is aangebracht op een dragende vloer 4 van het gebouw, die zich onder een aantal aangrenzende ruimten 1 kan uitstrekken. De afwerkvloer 3 is 20 opgebouwd uit een onderlaag 5 en een deklaag 6. De onderlaag 5 is op zijn beurt samengesteld uit een groot aantal tegels 7. In het getoonde voorbeeld zijn de tegels 7 elk vierkant, en zijn deze in rijen R en kolommen C gelegd.
In de ruimte 1 is een systeem aanwezig voor het in de 25 afwerkvloer 3 aanleggen van leidingen, zoals elektrische leidingen E, gasleidingen G, waterleidingen W en/of afvoerleidingen D. Dit systeem bestaat in het getoonde voorbeeld uit een primair raster van kanalen en een daaronder gelegen secundair raster van kanalen. Het primaire raster is 30 opgebouwd uit een eerste serie kanalen 8 en een tweede serie kanalen 9. Deze kanalen 8, 9 bepalen een vlak dat evenwijdig aan de dragende vloer 4 gelegen is en snijden elkaar loodrecht. Tot zover is het systeem conventioneel van opbouw.
9
Volgens de uitvinding is het primaire raster verder in hetzelfde vlak voorzien van een derde serie kanalen 10, die de kanalen 8, 9 van de eerste en tweede serie snijden onder een niet-rechte hoek. In het getoonde voorbeeld 5 bedraagt deze hoek 45 graden. Daarnaast vertoont het primaire raster hier een vierde serie kanalen 11, wederom in hetzelfde vlak, die de kanalen 8, 9 van de eerste en tweede serie eveneens snijden onder een niet-rechte hoek, in dit voorbeeld ook weer 45 graden. De kanalen 10, 11 van de derde en vierde 10 serie maken het zo mogelijk om leidingen althans over een deel van hun lengte diagonaal door de ruimte 1 te leiden, waardoor aanzienlijk minder leidingmateriaal nodig is.
Het secundaire raster is eveneens op conventionele wijze opgebouwd uit een vijfde serie kanalen 12 en een zesde 15 serie kanalen 13, die tezamen een vlak bepalen en die elkaar loodrecht snijden. Daarnaast omvat het secundaire raster eveneens een zevende serie kanalen 14 en een achtste serie kanalen 15, die in hetzelfde vlak gelegen zijn en die de kanalen 12, 13 van de vijfde en zesde serie onder een niet-20 rechte hoek snijden. Ook hier verlopen de kanalen 14 en 15 van de zevende en achtste serie elk onder een hoek van 45 graden met de kanalen 12, 13 van de vijfde en zesde serie.
De kanalen 8-15 van het primaire en secundaire raster worden hier gevormd door op elkaar aansluitende 25 kanaalsegmenten 18-25 die in de tegels 7 zijn aangebracht. Daarbij zijn de eerste, tweede, derde en vierde kanaalsegmenten 18-21, die de kanalen 8-11 van de eerste, tweede, derde en vierde serie vormen, aangebracht in de bovenoppervlakken 16 van de tegels 7, terwijl de vijfde, 30 zesde, zevende en achtste kanalen 22-25, die de kanalen 12-15 van de vijfde, zesde, zevende en achtste serie vormen, zijn aangebracht in de ondervlakken 17 van de tegels 7.
10
In het getoonde voorbeeld zijn de tegels 7 relatief groot, en vertonen zij voor elke serie kanalen 8-15 een aantal overeenkomstige kanaalsegmenten 18-25. Het is echter ook denkbaar dat gebruik gemaakt wordt van kleinere tegels, 5 waarin slechts een enkel segment voor iedere serie kanalen 8-15 gevormd is.
De tegels 7 zijn zoals gezegd vierkant, en vertonen twee paren onderling evenwijdige zijden 26, 27. De eerste en vijfde kanaalsegmenten 18, 22 verlopen daarbij evenwijdig aan 10 de zijden 26, terwijl de tweede en zesde kanaalsegmenten 19, 23 evenwijdig aan de zijden 27 verlopen. De derde, vierde, zevende en achtste kanaalsegmenten 20, 21, 24 en 25 lopen diagonaal door het bovenvlak 16, respectievelijk het ondervlak 17 van elke tegel.
15 De kanaalsegmenten 18-25 zijn zodanig in elke tegel 7 aangebracht, dat nooit meer dan drie segmenten tegelijk elkaar snijden. Zo wordt voorkomen dat de tegel 7 ter plaatse van de snijpunten te zeer verzwakt wordt. In het getoonde voorbeeld is dit bereikt door een zorgvuldige afstemming van 20 de hartafstand tussen de verschillende kanaalsegmenten van eenzelfde serie en een geschikte plaatsing van de diagonale kanaalsegmenten 20, 21, 24 en 25 ten opzichte van de orthogonale kanaalsegmenten 18, 19, 22 en 23. De hartafstand hj van de eerste en tweede kanaalsegmenten 18, 19 is daarbij 25 gelijk gekozen, terwijl de hartafstand h2 van de derde en vierde kanaalsegmenten 20, 21 eveneens gelijk gekozen is en j2 maal zo groot is als de eerste hartafstand h^ h2 = ha * ^2 30
Overigens kan de hartafstand hj van de eerste en tweede kanaalsegmenten 18, 19 gelijk gekozen worden aan 10 of 20 cm. Daarmee wordt dan het primaire raster een zogeheten 11 ”10-20 cm lijnraster", dat in de bouw op grote schaal wordt toegepast. Dergelijke 10-20 cm lijnrasters zijn normaliter in bouwtekeningen getoond, zodat de plaats van de kanalen op die wijze eenvoudig is vast te stellen.
5 Verder zijn de derde en vierde kanaalsegmenten 20, 21 zodanig geplaatst, dat hun snijpunten 28 niet samenvallen met de snijpunten 29 van de eerste en tweede kanaalsegmenten 18, 19. In het getoonde voorbeeld liggen deze snijpunten 28 telkens halverwege de snijpunten 29 van de eerste en tweede 10 kanaalsegmenten 18, 19 (fig. 2). Op zichzelf hoeven de snijpunten 28 niet precies halverwege de snijpunten 29 te liggen om het gewenste effect te bereiken, maar hierdoor wordt voorkomen dat de driehoekige delen van de tegel 7 die ingesloten zijn tussen een eerste en tweede kanaalsegment 18, 15 19 en een derde of vierde kanaalsegment 20 of 21 te klein en daardoor te zwak worden.
Bij een alternatieve uitvoeringsvorm liggen de snijpunten 28 van de derde en vierde kanaalsegmenten 20, 21 telkens midden in een vierkant vak dat begrensd wordt door de 20 eerste en tweede kanaalsegmenten 20, 21 (fig. 3). Deze plaatsing heeft het voordeel dat er ook relatief grote vakken vrij blijven van diagonale kanalen 20 of 21. In deze vakken kunnen dan uitsparingen 30 gevormd worden, waarin constructie-elementen 31 opgenomen kunnen worden, waaraan de 25 deklaag 6 van de afwerkvloer 3 kan worden bevestigd. De constructie-elementen 31 zijn bijvoorbeeld plaatjes van een schroefbaar materiaal, zoals hout of kunststof, waaraan de deklaag 6 kan worden vastgeschroefd.
De kanaalsegmenten 22-25 van het secundaire raster, 30 die in het ondervlak 17 van de tegel 7 zijn gevormd, zijn op soortgelijke wijze gepositioneerd als de kanaalsegmenten 18-21 van het primaire raster. Ook hier is de hartafstand h3 voor de vijfde en zesde kanaalsegmenten 22, 23 gelijk 12 gekozen, en is de hartafstand h4 van de zevende en achtste kanaalsegmenten 24, 25 gelijk aan ^2 maal de derde hartafstand h3: 5 h4 = h3 * Λ
Om te voorkomen dat de tegel 7 onnodig verzwakt wordt door het samenvallen van kanaalsegmenten uit het primaire en secundaire raster, is het secundaire raster ten opzichte van 10 heet primaire raster versprongen, en bedragen de derde en vierde hartafstand h3, h4 elk een geheel veelvoud van de eerste en tweede hartafstand h3, h2.
Zo maakt het systeem volgens de uitvinding het mogelijk om op snelle en eenvoudige wijze leidingen in een 15 afwerkvloer 3 aan te brengen. Daartoe behoeven slechts de tegels 7 naast elkaar op de dragende vloer 4 gelegd te worden, waarna de leidingen eenvoudig in de kanalen 8-11 in het bovenvlak 16 van de tegels 7 geplaatst kunnen worden.
Eventueel in de kanalen 12-15 in het ondervlak 17 op 20 te nemen leidingen kunnen vanaf de zijkant onder de tegels 7 geschoven worden, maar kunnen ook voor het plaatsen van de tegels 7 op de dragende vloer 4 gelegd worden, waarna de tegels 7 daar overheen worden geplaatst. Als gevolg van de aanwezigheid van de schuin verlopende kanalen 10, 11, 14, 15 25 kunnen leidingen met relatief gering verbruik aan leidingmateriaal naar nagenoeg elk gewenst punt in de ruimte 1 gevoerd worden.
Zoals hiervoor aangegeven kunnen eventueel na het leggen van de tegels 7 daarin nog extra kanalen gevormd 30 worden voor het opnemen van leidingen die uit op de afwerkvloer 3 te plaatsen scheidingswanden 2 afkomstig zijn, en die onder een daarin gevormde (deur)opening door gevoerd moeten worden.
13
Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een tweetal voorbeelden, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Zo is ook een ander verloop van de schuine kanalen denkbaar, waarbij deze hoeken van minder 5 of meer dan 45 graden met de orthogonale kanalen insluiten. Verder kunnen de tegels een andere configuratie hebben dan hier getoond. Voor sommige toepassingen zal daarnaast volstaan kunnen worden met slechts een primair raster van kanalen, bijvoorbeeld uitsluitend in het bovenvlak 16 van 10 elke tegel 7. De tegels 7 kunnen groter of kleiner uitgevoerd worden dan hier getoond, met meer of minder kanaalsegmenten. De tegels 7 kunnen zoals gezegd in een mal gegoten of geëxpandeerd worden van een geschikt materiaal, bijvoorbeeld beton of een kunststof zoals polystyreen, waarbij de kanalen 15 worden gevormd door een geschikte vorm van de mal. Het is echter ook denkbaar dat de tegels 7 vervaardigd worden van een plaatmateriaal, waarin de kanaalsegmenten gevormd worden door mechanische, chemische of thermische verspaning.
De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend 20 bepaald door de nu volgende conclusies.
1033859

Claims (43)

1. Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer, omvattende een in de vloer gevormd primair raster van kanalen voor het opnemen van de leidingen, welk primair raster een eerste en een tweede serie onderling evenwijdige 5 kanalen omvat, waarbij de kanalen van de eerste serie en van de tweede serie in hoofdzaak in een zelfde vlak gelegen zijn en elkaar in hoofdzaak loodrecht snijden, met het kenmerk, dat het primaire raster een derde serie onderling evenwijdige kanalen omvat, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak gelegen 10 zijn als de eerste en tweede serie kanalen, en die de kanalen van de eerste en tweede serie snijden onder niet-rechte hoeken.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het primaire raster een vierde serie onderling evenwijdige 15 kanalen omvat, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak gelegen zijn als de eerste, tweede en derde serie kanalen, en die de kanalen van de eerste en tweede serie snijden onder niet-rechte hoeken.
3. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 de kanalen van de derde en vierde serie een zodanig verloop vertonen, dat nooit meer dan drie kanalen tegelijk elkaar snijden.
4. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kanalen van de derde en/of de vierde 25 serie de kanalen van de eerste en de tweede serie telkens, snijden onder hoeken van in hoofdzaak 45 graden.
5. Systeem volgens conclusie 3 en 4, met het kenmerk, dat de kanalen van de eerste en de tweede serie met een eerste hartafstand in de vloer zijn aangebracht en de kanalen 30 van de derde en/of de vierde serie met een tweede hartafstand 1033859 in de vloer zijn aangebracht, welke tweede hartafstand ~/2 maal zo groot is als de eerste hartafstand.
6. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door ten minste één uitsparing voor het opnemen 5 van een constructie-element, welke uitsparing is aangebracht in een deel van de vloer dat slechts begrensd wordt door kanalen van de eerste en tweede serie.
7. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een secundair raster van kanalen, dat in de 10 vloer gevormd is op een ander niveau dan het primaire raster, en dat een vijfde en een zesde serie onderling evenwijdige kanalen omvat, waarbij de kanalen van de vijfde serie en van de zesde serie in hoofdzaak in een zelfde vlak gelegen zijn en elkaar in hoofdzaak loodrecht snijden.
8. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het secundaire raster een zevende serie onderling evenwijdige kanalen omvat, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak gelegen zijn als de vijfde en zesde serie kanalen, en die de kanalen van de vijfde en zesde serie snijden onder niet-rechte 20 hoeken.
9. Systeem volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het secundaire raster een achtste serie onderling evenwijdige kanalen omvat, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak gelegen zijn als de vijfde, zesde en zevende serie kanalen, 25 en die de kanalen van de vijfde en zesde serie snijden onder niet-rechte hoeken.
10. Systeem volgens één der conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat de kanalen van de zevende en achtste serie een zodanig verloop vertonen, dat nooit meer dan drie kanalen 30 tegelijk elkaar snijden.
11. Systeem volgens één der conclusies 7 tot 10, met het kenmerk, dat de kanalen van de zevende en/of de achtste serie de kanalen van de vijfde en de zesde serie telkens snijden onder hoeken van in hoofdzaak 45 graden.
12. Systeem volgens conclusie 10 en 11, met het kenmerk, dat de kanalen van de vijfde en de zesde serie met 5 een derde hartafstand in de vloer zijn aangebracht en de kanalen van de zevende en/of de achtste serie met een vierde hartafstand in de vloer zijn aangebracht, welke vierde hartafstand j2 maal zo groot is als de derde hartafstand.
13. Systeem volgens conclusie 12, met het kenmerk, 10 dat de derde, respectievelijk de vierde hartafstand substantieel verschilt van de eerste, respectievelijk de tweede hartafstand.
14. Systeem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de derde, respectievelijk de vierde hartafstand een 15 geheel veelvoud vormt van de eerste, respectievelijk de tweede hartafstand.
15. Systeem volgens één der conclusies 7 tot 14, met het kenmerk, dat het primaire en secundaire raster ten opzichte van elkaar versprongen in de vloer zijn aangebracht.
16. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloer samengesteld is uit een aantal naast elkaar gelegde tegels, en de kanalen door overeenkomstige kanaalsegmenten in aangrenzende tegels gevormd zijn.
17. Systeem volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat elke tegel een bovenvlak en een ondervlak vertoont, en de kanalen van het primaire raster in het bovenvlak van elke tegel zijn gevormd.
18. Systeem volgens conclusie 17, met het kenmerk, 30 dat de kanalen van het secundaire raster in het ondervlak van elke tegel gevormd zijn.
19. Systeem volgens één der conclusies 16 tot 18, met het kenmerk, dat de tegels rechthoekig of vierkant zijn, en de eerste en tweede serie kanalen elk evenwijdig verlopen aan een paar zijden van elke tegel.
20. Systeem volgens conclusies 7 en 19, met het kenmerk, dat de vijfde en zesde serie kanalen elk evenwijdig 5 verlopen aan een paar zijden van elke tegel.
21. Tegel voor het vormen van een vloer waarin leidingen opgenomen kunnen worden, omvattende ten minste één eerste kanaalsegment en ten minste één tweede kanaalsegment, welke kanaalsegmenten in hoofdzaak evenwijdig verlopen aan 10 een hoofdvlak van de tegel en elkaar in hoofdzaak loodrecht snijden, gekenmerkt door ten minste één derde kanaalsegment, dat in hoofdzaak in een zelfde vlak gelegen is als het eerste en tweede kanaalsegment en ten opzichte daarvan onder een niet-rechte hoek verloopt.
22. Tegel volgens conclusie 21, gekenmerkt door ten minste één vierde kanaalsegment, dat in hoofdzaak in een zelfde vlak gelegen is als het eerste, tweede en derde kanaalsegment en ten opzichte van het eerste en tweede kanaalsegment onder een niet-rechte hoek verloopt.
23. Tegel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het derde en vierde kanaalsegment een zodanig verloop vertonen, dat nooit meer dan drie kanaalsegmenten tegelijk elkaar snijden.
24. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 23, met 25 het kenmerk, dat het derde en/of het vierde kanaalsegment ten opzichte van het eerste en het tweede kanaalsegment onder een hoek van in hoofdzaak 45 graden verloopt.
25. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 24, gekenmerkt door meerdere, onderling evenwijdige eerste, 30 tweede, derde en/of vierde kanaalsegmenten.
26. Tegel volgens conclusie 24 en 25, met het kenmerk, dat de eerste kanaalsegmenten en de tweede kanaalsegmenten met een eerste hartafstand in de tegel zijn gevormd en de derde en/of de vierde kanaalsegmenten met een tweede hartafstand in de tegel zijn gevormd, welke tweede hartafstand ·ι2 maal zo groot is als de eerste hartafstand.
27. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 26, 5 gekenmerkt door ten minste één uitsparing voor het opnemen van een constructie-element, welke uitsparing is aangebracht in een deel van de tegel dat slechts begrensd wordt door eerste en tweede kanaalsegmenten.
28. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 27, 10 gekenmerkt door ten minste één vijfde kanaalsegment en ten minste één zesde kanaalsegment, welke vijfde en zesde kanaalsegment elk in hoofdzaak evenwijdig aan het hoofdvlak van de tegel verlopen, op afstand van het vlak van het eerste, tweede en derde kanaalsegment, en elkaar in hoofdzaak 15 loodrecht snijden.
29. Tegel volgens conclusie 28, gekenmerkt door ten minste één zevende kanaalsegment, dat in hoofdzaak in een zelfde vlak gelegen is als het vijfde en zesde kanaalsegment en ten opzichte daarvan onder een niet-rechte hoek verloopt.
30. Tegel volgens conclusie 28 of 29, gekenmerkt door ten minste één achtste kanaalsegment, dat in hoofdzaak in een zelfde vlak gelegen is als het vijfde, zesde en zevende kanaalsegment en ten opzichte van het vijfde en zesde kanaalsegment onder een niet-rechte hoek verloopt.
31. Tegel volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat het zevende en achtste kanaalsegment een zodanig verloop vertonen, dat nooit meer dan drie kanaalsegmenten tegelijk elkaar snijden.
32. Tegel volgens één der conclusies 29 tot 31, met 30 het kenmerk, dat het zevende en/of het achtste kanaalsegment ten opzichte van het vijfde en het zesde kanaalsegment onder een hoek van in hoofdzaak 45 graden verloopt.
33. Tegel volgens één der conclusies 28 tot 32, gekenmerkt door meerdere, onderling evenwijdige vijfde, zesde, zevende en/of achtste kanaalsegmenten.
34. Tegel volgens conclusie 32 en 33, met het 5 kenmerk, dat de vijfde kanaalsegmenten en de zesde kanaalsegmenten met een derde hartafstand in de tegel zijn gevormd en de zevende en/of de achtste kanaalsegmenten met een vierde hartafstand in de tegel zijn gevormd, welke vierde hartafstand j2 maal zo groot is als de derde hartafstand.
35. Tegel volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de derde, respectievelijk de vierde hartafstand substantieel verschilt van de eerste, respectievelijk de tweede hartafstand.
36. Tegel volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat 15 de derde, respectievelijk de vierde hartafstand een geheel veelvoud vormt van de eerste, respectievelijk de tweede hartafstand.
37. Tegel volgens één der conclusies 28 tot 36, met het kenmerk, dat het eerste en tweede kanaalsegment enerzijds 20 en het vijfde en zesde kanaalsegment anderzijds ten opzichte van elkaar versprongen in de vloer zijn aangebracht.
38. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 37, met het kenmerk, dat de tegel een bovenvlak en een ondervlak vertoont, en het eerste, tweede, derde en/of vierde 25 kanaalsegment in het bovenvlak zijn gevormd.
39. Tegel volgens conclusie 28 en 38, met het kenmerk, dat het vijfde en het zesde kanaalsegment in het ondervlak gevormd zijn.
40. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 39, met 30 het kenmerk, dat deze rechthoekig of vierkant is, en het eerste en het tweede kanaalsegment elk evenwijdig verlopen aan een paar zijden daarvan.
41. Tegel volgens conclusies 28 en 40, met het kenmerk, dat het vijfde en het zesde kanaalsegment elk evenwijdig verlopen aan een paar zijden van de tegel.
42. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 41, met 5 het kenmerk, dat deze in een mal gevormd is van een stolbare giet- of injectiemassa.
43. Tegel volgens één der conclusies 21 tot 42, met het kenmerk, dat deze vervaardigd is van een goed bewerkbaar materiaal. 1033859
NL1033859A 2007-05-16 2007-05-16 Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel. NL1033859C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033859A NL1033859C2 (nl) 2007-05-16 2007-05-16 Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel.
EP08753752.8A EP2148965B1 (en) 2007-05-16 2008-05-16 System for arranging lines in a floor and tile for use therein
PCT/NL2008/000131 WO2008140303A1 (en) 2007-05-16 2008-05-16 System for arranging lines in a floor and tile for use therein

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033859 2007-05-16
NL1033859A NL1033859C2 (nl) 2007-05-16 2007-05-16 Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033859C2 true NL1033859C2 (nl) 2008-11-18

Family

ID=39032340

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033859A NL1033859C2 (nl) 2007-05-16 2007-05-16 Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2148965B1 (nl)
NL (1) NL1033859C2 (nl)
WO (1) WO2008140303A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1038504C2 (en) * 2011-01-10 2012-07-11 Wavin Bv Grid element, moulded form part, grid, and method of mounting a heating and/or cooling pipe to a concrete building structure.
EP2887479A1 (en) * 2013-12-18 2015-06-24 Tarkett GDL S.A. Tile to be applied on a building surface and method for installing cables in a building
US11040152B2 (en) 2015-09-18 2021-06-22 Southern Research Institute Injection device and methods related thereto
EP3983620A4 (en) * 2019-06-12 2023-06-28 Bennett, Rodger Insulating modular panel configuration

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1063478A2 (de) * 1999-06-26 2000-12-27 WKK Energieplan GmbH Fussboden- und/oder Wand- und/oder Deckenheizung aus Heizungselementen sowie derartige Heizungselemente und Verfahren zur Herstellung derselben
WO2002037032A1 (de) * 2000-11-06 2002-05-10 Sst-Rolltec Gmbh & Co. Kg. Modulare verlegeplatte zum verlegen in fussboden- oder wandheizsystemen und wärmeleitbleche dazu
EP1493973A2 (de) * 2003-07-04 2005-01-05 Uponor Innovation Ab Vorrichtung zum Halten von temperierbaren Elementen, insbesondere Rohren

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3785051T2 (de) 1986-12-16 1993-07-01 Infill Systems Bv Methode zum errichten von trennlinien auf einem stockwerk, welches in kleinere raeume unterteilt wird, und elemente zum ausfuehren dieser methode.
DE20013462U1 (de) * 2000-08-04 2001-12-06 Hewing Gmbh Rohrverlegevorrichtung für Flächenheizungen und/oder -kühlungen

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1063478A2 (de) * 1999-06-26 2000-12-27 WKK Energieplan GmbH Fussboden- und/oder Wand- und/oder Deckenheizung aus Heizungselementen sowie derartige Heizungselemente und Verfahren zur Herstellung derselben
WO2002037032A1 (de) * 2000-11-06 2002-05-10 Sst-Rolltec Gmbh & Co. Kg. Modulare verlegeplatte zum verlegen in fussboden- oder wandheizsystemen und wärmeleitbleche dazu
EP1493973A2 (de) * 2003-07-04 2005-01-05 Uponor Innovation Ab Vorrichtung zum Halten von temperierbaren Elementen, insbesondere Rohren

Also Published As

Publication number Publication date
EP2148965B1 (en) 2016-10-19
WO2008140303A1 (en) 2008-11-20
EP2148965A1 (en) 2010-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2015100173A4 (en) An interlocking masonry block
NL1033859C2 (nl) Systeem voor het aanleggen van leidingen in een vloer en daarbij toe te passen tegel.
EP1445391B1 (en) Assembly of prefabricated components for making floor slabs, floors and walls with exposed wood beams
SE457271B (sv) Golvkonstruktion laemplig vid elektriska staellverk, datarum och liknande
EP2340342B1 (en) Supporting girder for floor slab formwork
Goodchild et al. Economic concrete frame elements to Eurocode 2
US2964143A (en) Method of erecting buildings
EP3581727B1 (en) Cladding system including a flexible grid and panels
ITRM20110632A1 (it) Trave strutturale perfezionata, sistema strutturale utilizzante tale trave perfezionata e metodo di realizzazione.
NL2001404C2 (nl) Bouwwerkwijze en breedplaatelement voor toepassing daarbij.
CN203879030U (zh) 后浇带防护结构
GB2467962A (en) Panel for use with a heating/cooling system
RU195050U1 (ru) Пеноблок армированный направляющий
NL8701196A (nl) Vloerkonstruktie voor een bouwwerk en werkwijze voor het inrichten van de ruimte boven een bouw-vloer.
RU2010094C1 (ru) Блок-контейнер, здание из блок-контейнеров и способ изготовления блок-контейнеров
NL1042729B1 (nl) Betonnen vloerelement, vloer samengesteld met zulke betonnen vloerelementen en werkwijze voor het vervaardigen van een vloer met zulke betonnen vloerelementen.
WO2017015627A1 (en) Metal decking
EP2354355A1 (en) Load-bearing structure for the building industry having high thermal insulation
US20100287859A1 (en) Concrete beam assembly
Covarrubias Management of Cracks.
JP6441688B2 (ja) 複合構造建物の施工方法
WO2021116779A1 (en) Flat two-stage heeled waffle ceiling
GB2172622A (en) Floor construction
NL1030900C2 (nl) Straatsteen en daarmee gevormd bestratingspatroon.
JPH0336359A (ja) 剛性金属板補強の配線対応床表面材

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170601