NL1033849C2 - Zekeringsinrichting voor een hellend dak. - Google Patents
Zekeringsinrichting voor een hellend dak. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1033849C2 NL1033849C2 NL1033849A NL1033849A NL1033849C2 NL 1033849 C2 NL1033849 C2 NL 1033849C2 NL 1033849 A NL1033849 A NL 1033849A NL 1033849 A NL1033849 A NL 1033849A NL 1033849 C2 NL1033849 C2 NL 1033849C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- anchoring
- securing device
- profiles
- coupling
- profile
- Prior art date
Links
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 title claims abstract description 81
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 title claims abstract description 52
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 title claims abstract description 52
- 230000008878 coupling Effects 0.000 title claims abstract description 46
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 27
- 235000013619 trace mineral Nutrition 0.000 description 3
- 239000011573 trace mineral Substances 0.000 description 3
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 2
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 2
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 2
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3204—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings against falling down
- E04G21/3214—Means for working on roofs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/12—Devices or arrangements allowing walking on the roof or in the gutter
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3261—Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/32—Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
- E04G21/3261—Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
- E04G21/3276—Arrangements on buildings for connecting safety-lines
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/04—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/04—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions
- E04G5/041—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions for fastening scaffolds on roof frameworks or on roofs
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Emergency Lowering Means (AREA)
Description
Zekeringsinrichting voor een hellend dak
De uitvinding heeft betrekking op een zekeringsinrichting voor een hellend dak omvattende een bevestigingsdeel dat bestemd en ingericht is om duurzaam met een 5 dakconstructie te worden verbonden en een verankeringsinrichting die hecht met het bevestigingsdeel is verbonden en die verankeringsmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om samen te werken met bevestigingsmiddelen van een te zekeren object om daarmee een betrouwbare koppeling tot stand te brengen.
10 Een dergelijke zekeringsinrichting is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.251.020.
Bij de bekende zekeringsinrichting is het bevestigingsdeel uitgevoerd als een tweetal U-vormige consoles die middels een brugdeel star met elkaar zijn verbonden. De U-vormige consoles zijn over respectieve spanten van het dak aangebracht en daaraan bevestigd. De ankermiddelen zijn uitgevoerd als een ankerpen die aan een distaai 15 uiteinde daarvan is voorzien van een ring om daaraan een te verankeren object te koppelen. De ankerpen gaat uit van één der consoles. Via de ring op de ankerpen uitgeoefende krachten worden aldus via de consoles overgedragen op beide spanten. De bekende zekeringsinrichting vindt toepassing als onderdeel van een valbeveiligingssysteem. Een op het dak werkende persoon kan een gordel omdoen, en 20 zich met een van de gordel uitgaande lijn aan de ring van de ankerpen vastmaken/vasthaken. Een eventuele val van de persoon van het dak zal dan worden gebroken. Werkzaamheden op het dak kunnen zo relatief veilig worden uitgevoerd.
De bekende zekeringsinrichting heeft als bezwaar dat daardoor louter lokaal een 25 ankerpunt wordt en dat het betrekkelijk ingrijpend is om naderhand een ankerpunt te verplaatsen of aan de constructie toe te voegen. Bovendien dienen de bij een onverhoopte val vrijkomende krachten door de bekende zekeringsinrichting sterk geconcentreerd te worden geabsorbeerd, waardoor de constructie onnodig zwaar dient te worden uitgevoerd.
30
Met de uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een zekeringsinrichting van de in de aanhef beschreven soort waarin aan deze bezwaren althans in belangrijke mate is tegemoet gekomen.
033849 -2-
Daartoe heeft een zekeringsinrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het bevestigingsdeel tenminste één langwerpig profiel omvat welke bestemd en ingericht is om zich over afzonderlijke constructiedelen van de dakconstructie uit te strekken en daarmee duurzaam te worden verbonden, dat het 5 tenminste ene profiel bevestigingslocaties heeft voor losneembare bevestiging van de verankeringsinrichting, en dat de verankeringsinrichting ter plaatse van een bevestigingslocatie losneembaar met het ten minste ene profiel is gekoppeld.
Doordat het ten minste ene profiel zich over afzonderlijk delen van de dakconstructie 10 uitstrekt en daarmee kan worden verbonden, kunnen bij een val vrijkomende krachten over verschillende constructiedelen worden verdeeld en daardoor met een lichtere constructie worden opgevangen. Dankzij de losneembare koppeling van de verankeringsinrichting met het tenminste ene profiel kan daarmee over een lengte van het tenminste ene profiel op iedere gewenste positie een ankerpunt worden gerealiseerd, 15 zodat de inrichting aanmerkelijk flexibeler is dan de bekende inrichting. Extra ankerpunten kunnen eenvoudig worden toegevoegd door een additionele verankeringsinrichting te bestemder plaatse aan het tenminste ene profiel te koppelen en een bestaand ankerpunt kan eenvoudig worden verplaatst door de betreffende verankeringsinrichting van het tenminste ene profiel los te koppelen en elders daarop 20 weer aan te brengen. Ook is het aldus eenvoudig mogelijk een verankeringsinrichting te verwisselen voor een ander, bijvoorbeeld één voorzien van andere verankeringsmiddelen die zijn afgestemd op een specifiek te zekeren object. Aldus wordt dankzij de uitvinding een bijzonder flexibele en betrouwbare verankeringsconstructie bereikt.
25
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het tenminste ene profiel is voorzien van bevestigingsmiddelen ter bevestiging aan de dakconstructie, welke bevestigingsmiddelen over een lengte van het tenminste ene profiel zijn gedistribueerd. Hierdoor zal het profiel in de praktijk in een 30 standaard uitvoering niettemin gewoonlijk steeds bevestigingsmiddelen bieden ter plaatse waar het profiel aan de dakconstructie dient te worden bevestigd. De -3- bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een reeks van boringen omvatten die met een regelmatige steek over een lengte van het profiel is gedistribueerd om daarin te bestemder plaatse een schroef of ander hechtorgaan te ontvangen waarmee het profiel aan de dakconstructie wordt gemonteerd.
5
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat bevestigingsconsoles zijn voorzien ter bevestiging van het tenminste ene profiel aan de dakconstructie, waarbij de bevestigingsconsoles in staat en ingericht zijn om duurzaam met een deel van de dakconstructie, in het bijzonder ribben van de 10 dakconstructie, te worden verbonden. Wanneer de delen van de dakconstructie waaraan het profiel moet worden bevestigd relatief geringe afmetingen hebben, bijvoorbeeld in geval dat het profiel aan sporenelementen van het dak moet worden bevestigd, bieden deze delen van de dakconstructie mogelijk onvoldoende materiaal voor een deugdelijke bevestiging van het profiel van de zekeringsinrichting. Door toepassing van de 15 bevestigingsconsoles kan dan alsnog aldaar een betrouwbare bevestigingsbasis worden geboden om een deugdelijke verbinding met het profiel tot stand te brengen.
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat een bevestigingsconsole een U-vormige 20 opneemopening voor een ribbe van de dakconstructie heeft, zodat de ribben als het ware ligt opgesloten in de bevestigingsconsole voor een hechte onderlinge verbinding tussen deze beiden.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft 25 als kenmerk dat het bevestigingsdeel een stel langwerpige profielen omvat die bestemd en ingericht zijn om zich onderling althans nagenoeg parallel uit te strekken, en dat de verankeringsinrichting respectieve met de profielen gekoppelde verankeringsorganen omvat, waarbij de verankeringsmiddelen van de verankeringsorganen uitgaan.
Aangezien de bij een val vrijkomende krachten nu over het stel profielen zullen worden 30 verdeeld, zal een per profiel uitgeoefende kracht lager zijn ten opzichte van het geval dat alle krachten door één profiel moeten worden opgevangen, zoals bij een -4- zekeringsinrichting die slechts één profiel omvat. Deze uitvoeringsvorm maakt het daarom mogelijk om profielen van een relatief lichte constructie toe te passen. Bovendien kunnen grotere belastingen worden opgevangen, bijvoorbeeld van 20.000 N of meer.
5
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de verankeringsinrichting een basisdeel omvat dat aan een eerste langszijde met een eerste van het stel profielen en aan een tweede, tegenoverliggende langszijde met een tweede van het stel profielen losneembaar is gekoppeld en dat de 10 verankeringsmiddelen van het basisdeel uitgaan. De verankeringsmiddelen kunnen bijvoorbeeld als een oog direct op het basisdeel zijn voorzien. Alternatief, of in combinatie daarmee, kunnen de verankeringsmiddelen als een oog op een paalvormig verankeringsorgaan zijn voorzien, waarbij het paalvormige verankeringsorgaan van het basisdeel uitgaat.
15
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de zekeringsinrichting een plaatvormig basisdeel omvat waarvan de verankeringsmiddelen aan een eerste hoofdzijde uitgaan en die aan een tegenoverliggende, tweede hoofdzijde aan tegenoverliggende langszijden is voorzien 20 van althans een deel van koppelingsmiddelen voor een handmatig losneembare koppeling met de profielen. Het basisdeel verkrijgt constructieve eenvoud door deze plaatvormig uit te voeren. Vanwege de plaatvorm heeft het basisdeel een relatief grote sterkte bij belastingen in richtingen in een vlak van de plaatvorm en wordt daardoor bij een dwarsbelasting een goede spreiding van het optredende krachtenspel bereikt.
25
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de profielen zijn voorzien van althans een deel van koppelingsmiddelen voor een handmatig losneembare koppeling met het basisdeel van de verankeringsinrichting. De althans delen van de koppelingsmiddelen kunnen 30 bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als één of meer wanddelen van de profielen die in staat en ingericht zijn om samen te werken met klemmiddelen die van het basisdeel uitgaan een -5- waarmee de verankeringsinrichting kan worden vast geklemd. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat althans delen van de koppelingsmiddelen over een lengte van de profielen zijn gedistribueerd. Hierdoor wordt het mogelijk om een basisdeel met 5 verankeringsinrichting op elke gewenste plaats over de lengte van de profielen daaraan te bevestigen. Bijvoorbeeld kan een ene basisdeel met verankeringsmiddelen worden voorzien aan een ene uiteinde van beide profielen, en een ander basisdeel met verankeringsmiddelen aan een ander uiteinde van beide profielen.
10 Een bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de koppelingsmiddelen snelkoppelingsmiddelen omvatten zodat een basisdeel met verankeringsinrichting snel en gemakkelijk aan de profielen kan worden bevestigd. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de koppelingsmiddelen een koppelholte in 15 een profiel omvatten die vanaf een naar de verankeringsinrichting gewende zijde toegankelijk is voor een snelkoppelingsorgaan dat van het basisdeel van de verankeringsinrichting uitgaat, welk snelkoppelingsorgaan in een eerste oriëntatie axiaal gangbaar en uitneembaar in de koppelholte wordt ontvangen en in een tweede oriëntatie daarin is gefixeerd. Een koppeling tussen een basisdeel en een profiel kan dan 20 eenvoudig en snel tot stand worden gebracht door het snelkoppelingsorgaan van bovenaf in de eerste oriëntatie in de koppelholte te brengen, en door vervolgens het snelkoppelingsorgaan te verdraaien om deze in de tweede oriëntatie te brengen om de koppeling tot stand te brengen.
25 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de koppelholte een langsholte omvat die zich in een lengterichting van het profiel uitstrekt en dat het snelkoppelingsorgaan in de eerste oriëntatie in de langsholte vrij gangbaar verplaatsbaar is. Hierdoor is, nadat het snelkoppelingsorgaan in de koppelholte is gebracht, een optimale positionering van het basisdeel ten opzichte 30 van de profielen mogelijk alvorens de koppeling tussen basisdeel en de profielen tot stand wordt gebracht. Ook kan de verankeringsinrichting na eenmaal te zijn aangebracht -6- aldus eenvoudig over de profielen worden verschoven om op een andere locatie een ankerpunt te bieden.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding 5 heeft als kenmerk dat de verankeringsmiddelen in staat en ingericht zijn om samen te werken met bevestigingsmiddelen van een te zekeren object gekozen uit een groep omvattende een valbeveiliginghamas, een steiger, een werkbordes, een vangnet met valleuning en een ladder.
10 Een bijzondere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat een dakbedekkingselement is voorzien dat is afgestemd op een omringende dakbedekking en dat een doorgang omvat waardoor het verankeringsorgaan toegankelijk is. De zekeringsinrichting kan aldus nagenoeg volledig onder een bestaande dakbedekking worden aangebracht, waarbij de verankeringsmiddelen via dit specifieke 15 dakbedekkingselement toegankelijk blijven. Het overgrote merendeel van de inrichting is aldus aan het zicht onttrokken en tast de esthetiek van de dakbedekking daardoor niet of nauwelijks aan. Bovendien zijn dezelfde delen van de inrichting aldus beschermd tegen weersinvloeden, wat hun levensduur en betrouwbaarheid bevordert.
20 De uitvinding heeft verder betrekking op een bevestigingsprofiel, een verankeringsprofiel, een dakbedekkingselement en een bevestigingsconsole voor toepassing in de hiervoor beschreven zekeringsinrichting.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een tweetal 25 uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 een doorsnede langs de lijn A-A in figuur 1.
Figuur 3 de zekeringsinrichting uit figuur 1, getoond in een doorsnede dwars op 30 een gording.
-7-
Figuur 4 de zekeringsinrichting uit figuur 1, getoond in een doorsnede evenwijdig aan een gording.
Figuur 5 in bovenaanzicht een gedeelte van de zekeringsinrichting uit figuur 1.
Figuur 6 een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een 5 zekeringsinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 7 de zekeringsinrichting uit figuur 6, getoond in een doorsnede dwars op een sporenelement.
Figuur 8 de zekeringsinrichting uit figuur 6, getoond in een doorsnede evenwijdig aan een sporenelement.
10
De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
15
Figuur 1 toont een zekeringsinrichting 1 voor een hellend dak met gordingen 2, spanten 3 en tengels 4. De zekeringsinrichting 1 omvat een stel langwerpige profielen 8,9 die zich onderling parallel over de gordingen 2 uitstrekken en daarmee duurzaam zijn verbonden. De zekeringsinrichting 1 omvat voorts een tweetal verankeringsinrichtingen 20 die hecht met de profielen 8,9 zijn verbonden. Elke verankeringsinrichting omvat een verankeringsorgaan (verankeringsmiddelen) 5 dat van een respectief plaatvormig basisdeel 7 uitgaat. Het verankeringsorgaan 5 en het basisdeel 7 vormen daarbij één geheel. Het verankeringsorgaan 5 is in staat en ingericht om samen te werken met bevestigingsmiddelen van een te zekeren object, bijvoorbeeld een veiligheidshamas, om 25 een betrouwbare koppeling tot stand te brengen. Elk basisdeel 7 is losneembaar met een ene langszijde aan het ene profiel 8 bevestigd, en met een andere, tegenoverliggende langszijde aan het andere profiel 9.
De profielen 8,9 zijn voorzien van bevestigingsmiddelen ter bevestiging aan de 30 gordingen 2 van het dak, waarbij de bevestigingsmiddelen over een lengte van de profielen 8,9 zijn gedistribueerd. Zoals getoond in figuur 2 omvatten de -8- bevestigingsmiddelen wanddelen van een profiel 8,9 die in staat en ingericht zijn om met behulp van een beugel 12 en een koppelorgaan 26 te worden ingeklemd. De beugels 12 zijn met behulp van bouten 10 aan de gordingen 2 bevestigd. Het koppelorgaan 26 is in een eerste oriëntatie axiaal gangbaar en uitneembaar in een koppelholte 27 van het 5 profiel 8 ontvangen. In een tweede, in figuur 2 getoonde, oriëntatie is het koppelorgaan 26 in de koppelholte 27 gefixeerd. De koppelholte 27 is doorlopend over de lengte van een profiel 8,9. De profielen 8,9 omvatten voorts koppelmiddelen ter bevestiging van het basisdeel 7. De koppelmiddelen zijn identiek aan de hiervoor beschreven bevestigingsmiddelen uitgevoerd.
10
Figuren 3, 4 en 5 tonen andere aanzichten van de in figuur 1 getoonde zekeringsinrichting 1. Tussen de profielen 8,9 en de gordingen 2 strekt zich een isolatielaag 15 uit, waarbij de bouten 10 door de isolatielaag 15 reiken. Een basisdeel 7 wordt met behulp van beugels 13 en niet nader getoonde koppelorganen op de profielen 15 8,9 vastgeklemd, bijvoorbeeld op soortgelijke wijze zoals getoond in figuur 2. Aan de verankeringsorganen 5 zijn ogen 28 gevormd om daaraan een te zekeren object te koppelen. Omdat de verankeringsorganen 5 doorgaans zo ontworpen zijn, dat daarmee slechts éénmalig krachten kunnen worden opgevangen, zijn anderzijds ogen 29 voorzien die wel geschikt zijn om daarmee herhaaldelijk krachten op te vangen. De ogen 29 gaan 20 daarbij direct van het basisdeel 7 uit. Door de ogen 28, 29 kan bijvoorbeeld een kabel/lijn van een valbeveiligingsysteem worden gevoerd. Een door de ogen 29 gevoerde kabel biedt een op het dak werkende persoon de mogelijkheid om zich daaraan omhoog te trekken. De door de ogen 29 gevoerde kabel fungeert zo als een werklijn.
Een andere, door de ogen 28 gevoerde kabel, fungeert dan als een vallijn.
25
Figuren 6, 7 en 8 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een zekeringsinrichting 20 voor een hellend dak met gordingen 2, sporenelementen 16 en panlatten 14. Twee paren profielen 8,9 zijn met behulp van bevestigingsconsoles 17 aan de sporenelementen 16 bevestigd. De profielen 8,9 hebben een soortgelijke uitvoering zoals bij het hiervoor 30 beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Basisdelen 7 met verankeringsorganen 5 zijn op -9- eenzelfde wijze zoals bij het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld aan de profielen 8,9 bevestigd.
Figuren 7 en 8 tonen meer in detail de bevestiging van een profiel 8,9 aan een 5 sporenelement 16. Ter bevestiging van een profiel 8,9 aan een sporenelement 16 wordt gebruik gemaakt van een metalen bevestigingsconsole 17 die over het sporenelement 16 wordt aangebracht en middels bouten 25 daaraan wordt bevestigd. Het profiel 8,9 zelf wordt middels een bout verbinding 18 aan de bevestigingsconsole 17 bevestigd. De toepassing van bevestigingsconsoles 17 hangt daarmee samen dat de sporenelementen 10 16 relatief geringe afmetingen hebben, zodat de profielen 8,9 moeilijk rechtstreeks aan de sporenelementen 16 kunnen worden vastgeschroefd. Door tussenkomst van de bevestigingsconsoles 17 kunnen de profielen 8,9 wel aan de sporenelementen 16 worden bevestigd, en wordt een middels een profiel 8,9 op een sporenelement 16 uitgeoefende kracht beter over het sporenelement 16 verdeeld.
15
Doordat de profielen 8,9 in het eerste uitvoeringsvoorbeeld aan een zestal gordingen 2 zijn bevestigd, of in het tweede uitvoeringsvoorbeeld aan een zestal sporenelementen 16, zullen op de verankeringsorganen 5 uitgeoefende krachten over evenzoveel gordingen 2 of sporenelementen 16 worden verdeeld. Hierdoor kan men met een lichte 20 constructie volstaan, en kunnen met de zekeringsinrichtingen 1,20 relatief grote belastingen worden weerstaan. Het is bijvoorbeeld mogelijk gebleken om een op het verankeringsorgaan 5 uitgeoefende kracht van 20.000 N te weerstaan. Het maakte daarbij niet uit of de kracht in een richting evenwijdig aan de profielen 8,9 werd uitgeoefend, of in een richting daar dwars op. Ook maakte het daarbij niet uit de kracht 25 statisch of dynamisch werd uitgeoefend. De zekeringsinrichting 1,20 wordt zo gekenmerkt door een grote sterkte.
Het basisdeel 7 kan op elke plaats over de lengte van de profielen 8,9 daarmee worden verbonden. Op elke gewenste positie langs de profielen 8,9 kan aldus een 30 verankeringsorgaan 5 worden voorzien. Een extra verankeringsorgaan 5 kan eenvoudig worden toegevoegd door deze met een respectief basisdeel 7 aan de profielen 8,9 te -10- koppelen. Evenzo kan een bestaand verankeringsorgaan 5 worden verplaatst door het betreffende basisdeel 7 van de profielen 8,9 los te koppelen en elders weer daarop aan te brengen. Ook is het mogelijk om een basisdeel 7 met verankeringsorgaan 5 uit te wisselen voor een ander basisdeel 7 met een ander verankeringsorgaan 5 die is 5 afgestemd op een specifiek te zekeren object. Doordat de profielen 8,9 zich over een relatief grote lengte L of breedte B uitstrekken, typisch in de orde van grootte van enkele meters, ontstaat vrijheid ten aanzien van de plaatsing en positionering van de verankeringsinrichtingen. In het eerste uitvoeringsvoorbeeld is aan elk uiteinde van de profielen 8,9 een verankeringsinrichting voorzien. Het is echter denkbaar dat per paar 10 profielen 8,9 meer dan twee verankeringsinrichtingen worden toegepast.
Door de ogen 28 van de respectieve verankeringsorganen 5 kan bijvoorbeeld een stalen kabel worden gevoerd. Een persoon die een valbeveiliginghamas draagt kan zich op het dak dan met behulp van een meeloper langs de stalen kabel verplaatsen om zo 15 bijvoorbeeld werkzaamheden op een veilige wijze op het dak uit te voeren. Anderzijds is het denkbaar dat de persoon zich direct vasthaakt aan het oog van een individueel verankeringsorgaan 5.
De profielen 8,9 zijn aangebracht onder een laag dakpannen. Hierdoor zijn de profielen 20 8,9 beschermd tegen weersinvloeden, en blijven deze ook na langere tijd in tact.
Bovendien zijn de profielen 8,9 zo onttrokken aan het oog, zodat een fraai uiterlijk van het dak zo min mogelijk wordt verstoord. Alleen de verankeringsorganen 5, of zelfs alleen de ogen 28 daarvan, steken uit ten opzichte van de dakpannen.
25 De zekeringsinrichting volgens de uitvinding is in principe toepbasbaar voor alle voorkomende dakvormen, zoals een zadeldak, schilddak, een lessenaarsdak etc. De profielen 8,9 kunnen af fabriek worden meegenomen op dakisolatie-elementen, bijvoorbeeld door de profielen 8,9 te bevestigen op tengels die aan de dakisolatie-elementen zijn vastgelijmd. Op locatie dienen de profielen 8,9 dan nog te worden 30 bevestigd aan bijvoorbeeld gordingen van een dakconstructie. De profielen 8,9 zijn dan -11- echter reeds vooraf onderling correct gepositioneerd, bijvoorbeeld ter bevestiging van een basisdeel 7 met een verankeringsorgaan 5.
Hoewel de uitvinding aan de hand van louter een tweetal uitvoeringsvoorbeelden nader 5 werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.
Zo is het mogelijk om een zekeringsinrichting te realiseren die in plaats van twee 10 profielen 8,9 één enkel profiel omvat. Een verankeringsorgaan kan daarbij bijvoorbeeld met soortgelijke klemmiddelen zoals getoond in figuur 2 op het ene profiel worden bevestigd. In nog een andere uitvoeringsvorm van de zekeringsinrichting worden twee profielen 8,9 toegepast, waarbij van elk profiel een respectief verankeringsorgaan uitgaat. De respectieve verankeringsorganen zijn bijvoorbeeld kokervormig uitgevoerd. 15 Een op een dak aan te brengen ladder waaraan een montageconsole met twee kokers is gelast, kan dan met de kokers over de kokervormige verankeringsorganen worden heengeschoven voor het tot stand brengen van een koppeling tussen de ladder en de verankeringsmiddelen.
1033849
Claims (18)
1. Zekeringsinrichting voor een hellend dak omvattende een bevestigingsdeel dat bestemd en ingericht is om duurzaam met een dakconstructie te worden verbonden en 5 een verankeringsinrichting die hecht met het bevestigingsdeel is verbonden en die verankeringsmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om samen te werken met bevestigingsmiddelen van een te zekeren object om daarmee een betrouwbare koppeling tot stand te brengen, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel tenminste één langwerpig profiel omvat welke bestemd en ingericht is om zich over afzonderlijke 10 constructiedelen van de dakconstructie uit te strekken en daarmee duurzaam te worden verbonden, dat het tenminste ene profiel bevestigingslocaties heeft voor losneembare bevestiging van de verankeringsinrichting, en dat de verankeringsinrichting ter plaatse van een bevestigingslocatie losneembaar met het ten minste ene profiel is gekoppeld.
2. Zekeringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tenminste ene profiel is voorzien van bevestigingsmiddelen ter bevestiging aan de dakconstructie, welke bevestigingsmiddelen over een lengte van het tenminste ene profiel zijn gedistribueerd.
3. Zekeringsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bevestigingsconsoles zijn voorzien ter bevestiging van het tenminste ene profiel aan de dakconstructie, waarbij de bevestigingsconsoles in staat en ingericht zijn om duurzaam met een deel van de dakconstructie, in het bijzonder ribben van de dakconstructie, te worden verbonden. 25
4. Zekeringsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een bevestigingsconsole een U-vormige opneemopening voor een ribbe van de dakconstructie heeft.
5. Zekeringsinrichting volgens één of meer der conclusies 1 -4, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel een stel langwerpige profielen omvat die bestemd en ingericht 1033849 -13- zijn om zich onderling althans nagenoeg parallel uit te strekken, en dat de verankeringsinrichting respectieve met de profielen gekoppelde verankeringsorganen omvat, waarbij de verankeringsmiddelen van de verankeringsorganen uitgaan.
6. Zekeringsinrichting volgens conclusie 5 , met het kenmerk, dat de verankeringsinrichting een basisdeel omvat dat aan een eerste langszijde met een eerste van het stel profielen en aan een tweede, tegenoverliggende langszijde met een tweede van het stel profielen losneembaar is gekoppeld en dat de verankeringsmiddelen van het basisdeel uitgaan. 10
7. Zekeringsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verankeringsinrichting een plaatvormig basisdeel omvat waarvan de verankeringsmiddelen aan een eerste hoofdzijde uitgaan en die aan een tegenoverliggende, tweede hoofdzijde aan tegenoverliggende langszijden is voorzien 15 van althans een deel van koppelingsmiddelen voor een handmatig losneembare koppeling met de profielen.
8. Zekeringsinrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de profielen zijn voorzien van althans een deel van koppelingsmiddelen voor een handmatig 20 losneembare koppeling met het basisdeel van de verankeringsinrichting.
9. Zekeringsinrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat althans delen van de koppelingsmiddelen over een lengte van de profielen zijn gedistribueerd.
10. Zekeringsinrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de koppelingsmiddelen snelkoppelingsmiddelen omvatten.
11. Zekeringsinrinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, datde koppelingsmiddelen een koppelholte in een profiel omvatten die vanaf een naar de 30 verankeringsinrichting gewende zijde toegankelijk is voor een snelkoppelingsorgaan dat van het basisdeel van de verankeringsinrichting uitgaat, welk snelkoppelingsorgaan in -14- een eerste oriëntatie axiaal gangbaar en uitneembaar in de koppelholte wordt ontvangen en in een tweede oriëntatie daarin is gefixeerd.
12. Zekeringsinrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de koppelholte 5 een langsholte omvat die zich in een lengterichting van het profiel uitstrekt en dat het snelkoppelingsorgaan in de eerste oriëntatie in de langsholte vrij gangbaar verplaatsbaar is.
13. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het 10 kenmerk dat de verankeringsmiddelen in staat en ingericht zijn om samen te werken met bevestigingsmiddelen van een te zekeren object gekozen uit een groep omvattende een valbeveiliginghamas, een steiger, een werkbordes, een vangnet met valleuning en een ladder.
14. Zekeringsinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat een dakbedekkingselement is voorzien dat is afgestemd op een omringende dakbedekking en dat een doorgang omvat waardoor het verankeringsorgaan toegankelijk is.
15. Profiel voor toepassing in de zekeringinrichting volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 14.
16. Verankeringsinrichting voor toepassing in de zekeringinrichting volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 14. 25
17. Dakbedekkingselement voor toepassing in de zekeringsinrichting volgens conclusie 14.
18. Bevestigingsconsole voor toepassing in de zekeringsinrichting volgens conclusie 30. of 4. 1033849
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033849A NL1033849C2 (nl) | 2007-05-15 | 2007-05-15 | Zekeringsinrichting voor een hellend dak. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033849A NL1033849C2 (nl) | 2007-05-15 | 2007-05-15 | Zekeringsinrichting voor een hellend dak. |
NL1033849 | 2007-05-15 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1033849C2 true NL1033849C2 (nl) | 2008-11-18 |
Family
ID=38704939
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1033849A NL1033849C2 (nl) | 2007-05-15 | 2007-05-15 | Zekeringsinrichting voor een hellend dak. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1033849C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0099298A1 (fr) * | 1982-07-09 | 1984-01-25 | GROUPEMENT d'ENTREPRISES de COUVERTURE pour l'AMELIORATION des CONDITIONS de TRAVAIL | Système d'accrochage sur un bâtiment et application à la réalisation d'échafaudages |
DE8407104U1 (de) * | 1984-03-08 | 1984-06-07 | Wilhelm Flender GmbH & Co KG, 5902 Netphen | Dachhaken-befestigungsvorrichtung |
EP1304429A1 (de) * | 2001-10-17 | 2003-04-23 | Ernst Stocker | Betonschalung mit seitlicher Abstützung |
-
2007
- 2007-05-15 NL NL1033849A patent/NL1033849C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0099298A1 (fr) * | 1982-07-09 | 1984-01-25 | GROUPEMENT d'ENTREPRISES de COUVERTURE pour l'AMELIORATION des CONDITIONS de TRAVAIL | Système d'accrochage sur un bâtiment et application à la réalisation d'échafaudages |
DE8407104U1 (de) * | 1984-03-08 | 1984-06-07 | Wilhelm Flender GmbH & Co KG, 5902 Netphen | Dachhaken-befestigungsvorrichtung |
EP1304429A1 (de) * | 2001-10-17 | 2003-04-23 | Ernst Stocker | Betonschalung mit seitlicher Abstützung |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1111151B1 (en) | Structural members and associated parts | |
US6966531B2 (en) | Roof anchors | |
US7063186B1 (en) | Safety rail | |
EP2545228A1 (en) | Walkway assembly | |
US5862880A (en) | Roof scaffolding system | |
US20140339016A1 (en) | Sloped roof fall arrest system and brace | |
US9598870B2 (en) | Apparatus for forming temporary guardrails on stairs | |
US9816279B2 (en) | Standing seam mounting brackets | |
US20040041141A1 (en) | Temporary safety guard rail system | |
US20110147122A1 (en) | Modular frame | |
EP2567044B1 (en) | Apparatus for forming temporary guardrails on stairs | |
NL1033849C2 (nl) | Zekeringsinrichting voor een hellend dak. | |
NO20131460A1 (no) | Sammenleggbar, langstrakt bærekonstruksjonsmodul og modulær bjelkekonstruksjon. | |
EP1160395B1 (en) | Assembly of guard rails | |
GB2350859A (en) | Scaffolding fixtures | |
AU2013100441A4 (en) | Roof Anchor Cable System Having Shock Absorbing Means | |
EP0497861B1 (en) | Hanging scaffold | |
WO1999050137A1 (en) | Scaffold support bracket | |
GB2562092B (en) | Scaffold coupler | |
GB2417752A (en) | Platform for use in erecting scaffolding | |
NL2002911C2 (nl) | Aan panlat bevestigd veiligheidsmiddel. | |
GB2373286A (en) | Scaffolding board retainer | |
NO314049B1 (no) | Overdekkingskonstruksjon på löpehjul | |
WO1995006179A1 (en) | Safety railing system | |
AU781766B2 (en) | Safety rail support assembly |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20121201 |