NL1033779C2 - Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen. - Google Patents

Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1033779C2
NL1033779C2 NL1033779A NL1033779A NL1033779C2 NL 1033779 C2 NL1033779 C2 NL 1033779C2 NL 1033779 A NL1033779 A NL 1033779A NL 1033779 A NL1033779 A NL 1033779A NL 1033779 C2 NL1033779 C2 NL 1033779C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
closing
bolt
lock assembly
lock
locking
Prior art date
Application number
NL1033779A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Johannes Laurentius Praet
Niels Schoen
Original Assignee
Lips Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lips Nederland B V filed Critical Lips Nederland B V
Priority to NL1033779A priority Critical patent/NL1033779C2/nl
Priority to EP08155299A priority patent/EP1988237A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1033779C2 publication Critical patent/NL1033779C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/12Locks or fastenings with special structural characteristics with means carried by the bolt for interlocking with the keeper
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B17/00Accessories in connection with locks
    • E05B17/0054Fraction or shear lines; Slip-clutches, resilient parts or the like for preventing damage when forced or slammed
    • E05B17/0062Fraction or shear lines; Slip-clutches, resilient parts or the like for preventing damage when forced or slammed with destructive disengagement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B17/00Accessories in connection with locks
    • E05B17/20Means independent of the locking mechanism for preventing unauthorised opening, e.g. for securing the bolt in the fastening position
    • E05B17/2084Means to prevent forced opening by attack, tampering or jimmying
    • E05B17/2092Means responsive to tampering or attack providing additional locking
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B15/00Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
    • E05B15/02Striking-plates; Keepers; Bolt staples; Escutcheons
    • E05B15/0205Striking-plates, keepers, staples

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Hinges (AREA)

Description

* f
Slotschoot en sluitkom met verarendelmiddelen
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een slotsamen-stel omvattend een slot en een sluitkom voor het slot, 5 waarbij het slot een slotkast met een voorplaat en een ten opzichte van de voorplaat beweegbare schoot omvat, en de sluitkom een opneemruimte voor opname van de schoot omvat.
Dergelijke slotsamenstellen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als oplegslotsamenstel voor een deur, 10 waarbij het slot en de sluitkom op de deur respectievelijk een stijl van het kozijn zijn bevestigd. De stijl kan daarbij tevens dienen als sponning voor een zich langs de deur uitstrekkend raam. In dat geval is de stijl relatief slank uitgevoerd. Indien door bijvoorbeeld een inbreker 15 hard tegen de deur wordt gedrukt, dan is niet uitgesloten dat de slanke stijl ter plaatse van de sluitkom tordeert, waardoor de afstand tussen de sluitkom en het slot dusdanig wordt vergroot dat de schoot in zijn sluit stand alsnog uit de opneemruimte raakt. De inbreker heeft dan vrije toegang. 20 Een doel van de uitvinding is een slotsamenstel te verschaffen dat in het bijzonder inbraakwerend kan zijn indien deze vergrendelt ten opzichte van een relatief slanke kozijnstijl.
Een doel van de uitvinding is een betrouwbaar 1 03 3 7 79-1 * f 2 vergrendelend slotsamenstel te verschaffen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING 5
De uitvinding verschaft, vanuit een aspect, een slotsamenstel omvattend een slot en een sluitkom voor het slot, waarbij het slot een slotkast met een voorplaat en een in een eerste bewegingsrichting ten opzichte van de 10 voorplaat beweegbare schoot omvat, en de sluitkom een opneemruimte met een eerste toegangsopening voor opname van de schoot in een sluitstand van de schoot omvat, waarbij de schoot is voorzien van een eerste sluitvlak en de opneemruimte is begrensd door een tweede sluitvlak die in de 15 sluitstand in hoofdzaak aanliggend met elkaar samenwerken, waarbij de schoot en de sluitkom zijn voorzien van vergren-delmiddelen omvattend een vergrendelkamer met een tweede toegangsopening in ten minste een gedeelte van het eerste of tweede sluitvlak, en een vergrendeldeel met een uiteinde 2 0 dat is gepositioneerd om in de sluitstand van de schoot in de vergrendelkamer te kunnen komen, waarbij de vergrendel-middelen zijn ingericht voor het in de sluitkamer brengen van het uiteinde van het vergrendeldeel in reactie op een drukkracht uitgeoefend door de schoot op de sluitkom in 25 hoofdzaak dwars op het eerste sluitvlak.
Het uiteinde van het vergrendeldeel kan door de uitoefening van de drukkracht in de vergrendelkamer komen om een vormgesloten verband te verzorgen tussen de schoot en de sluitkom. Terugtrekken van de schoot uit de eerste 30 toegangsopening, bijvoorbeeld wanneer een inbreker tegen de deur drukt, kan dan worden tegengegaan. In het geval het slotsamenstel vergrendelt ten opzichte van een relatief slanke kozijnstijl, dan zal de kozijnstijl geneigd kunnen zijn in hoofdzaak met de schoot mee te buigen, in plaats 35 van daarvan af.
In een uitvoeringsvorm zijn de vergrendelmiddelen ingericht voor het in de sluitkamer brengen van het uit-
' I
3 einde van het vergrendeldeel in reactie op een overschrijding van een drempelwaarde voor de drukkracht. De vergren-delmiddelen kunnen dan slechts in werking treden indien de drukkracht groter is dan de normale krachten die het samen-5 werkende eerste en tweede sluitvlak op elkaar uitoefenen om een deur gesloten te houden.
In een ontwikkeling daarvan is het eerste en/of tweede sluitvlak bepaald op een wanddeel van de schoot respectievelijk de sluitkom dat via een streefbreukverbin-10 ding is verbonden met het vergrendeldeel. De streefbreuk-kracht bepaalt dan in hoofdzaak de bovengenoemde drempelwaarde .
Daarbij kan het wanddeel op afstand van de streefbreukverbinding verbonden zijn met de schoot respec-15 tievelijk de sluitkom, waarbij het wanddeel is ingericht voor uitbuigen van het uiteinde af door uitoefening van de drukkracht op het wanddeel. Het vergrendeldeel kan dan met het uiteinde vrij komen van het eerste of tweede wanddeel om in de vergrendelkamer te komen.
20 De streefbreukverbinding of een gedeelte daarvan kan daarbij bijdragen aan een zelfborgende vormgesloten verband tussen de schoot en de sluitkom indien de streefbreukverbinding is ingericht voor het achterlaten van een eerste haakrand aan het vergrendeldeel.
25 In een eenvoudige uitvoeringsvorm bezit het vergrendeldeel in hoofdzaak een blokvorm, waarbij het vergrendeldeel bij voorkeur een langwerpige blokvorm bezit, waarbij het uiteinde zich in zijn lengterichting in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste of tweede vlak en in hoofd-30 zaak dwars op de bewegingsrichting uitstrekt.
In een uitvoeringsvorm bepaalt een uiteinde van het vergrendeldeel een voortzetting van het eerste of tweede sluitvlak. De schoot kan dan met het eerste sluitvlak geleid door het tweede sluitvlak gangbaar in en uit de 35 opneemruimte bewegen.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm is het vergrendeldeel vast verbonden met de schoot of de sluitkom.
4
In een ontwikkeling van de vergrendelkamer is ten minste een gedeelte van de tweede toegangsopening begrensd door een overgangsrand van het eerste of tweede sluitvlak naar een inwendig binnenvlak van de vergrendelkamer.
5 De overgangsrand kan over een groot deel van zijn lengte aangrijpen op het vergrendeldeel indien de overgangsrand zich in hoofdzaak dwars op de eerste bewegingsrichting uitstrekt. Bij voorkeur strekt de overgangsrand zich daarbij in hoofdzaak recht uit.
10 In een uitvoeringsvorm sluiten het inwendig binnenvlak en het eerste of tweede sluitvlak ter plaatse van de overgangsrand een hoek in die kleiner of gelijk is aan 90 graden voor het bepalen van een tweede haakrand. De overgangsrand kan dan bijdragen aan een zelfborgende vorm-15 gesloten verband tussen de schoot en de sluitkom.
Alternatief geformuleerd bepaalt een gedeelte van het inwendig binnenvlak dat grenst aan de overgangsrand een haakvlak voor aangrijping op het vergrendeldeel, waarbij het haakvlak bij voorkeur in hoofdzaak recht is. Het haak-20 vlak kan dan naar een bodemgebied van het inwendig binnenvlak zijn gericht.
In een uitvoeringsvorm bezit de tweede toegangsopening een rechthoekige contour.
In een uitvoeringsvorm is de tweede toegangsope-25 ning geheel binnen het eerste of tweede sluitvlak gelegen. De schoot kan dan met het eerste sluitvlak geleid door het tweede sluitvlak gangbaar in en uit de opneemruimte bewegen, zonder of met slechts geringe hinder van de sluit-kamer.
30 In een ontwikkeling van het slotsamenstel is de schoot voorzien van de vergrendelkamer en is de sluitkom voorzien van het vergrendeldeel.
In een uitvoeringsvorm daarvan bezit de eerste opneemopening een rechthoekige contour, waarbij het uit-35 einde van het vergrendeldeel een gedeelte bepaalt van een zich evenwijdig aan het eerste sluitvlak uitstrekkend omtreksrandgedeelte van de eerste toegangsopening.
5
In een uitvoeringsvorm is de schoot beweegbaar tussen een in de behuizing teruggetrokken stand, een uitgestoken tussenstand waarin de schoot tegen de sluitkom kan komen om vervolgens in de opneemruimte te komen, en een 5 uiterste sluitstand waarin de schoot verder uitsteekt dan in de tussenstand om uit de opneemruimte raken te blokkeren, waarbij de sluitkamer in de uiterste sluitstand geheel buiten de voorplaat van de slotkast is gelegen. Door de ligging van de sluitkamer buiten de voorplaat kan deze in 10 de uiterste sluitstand over een groot bereik het vergren-deldeel opnemen. Het slotsamenstel kan dan worden toegepast bij verschillende breedten van de spleet tussen een deurvleugel en een kozijn.
Daarbij kan de sluitkamer in de tussenstand 15 geheel binnen de slotkast zijn gelegen.
In een uitvoeringsvorm is de schoot slechts in de eerste bewegingsrichting transleerbaar beweegbaar ten opzichte van de voorplaat, waarbij de eerste bewegingsrichting bij voorkeur in hoofdzaak dwars op de voorplaat is 20 gericht.
In een ontwikkeling is het slot uitgevoerd als oplegslot.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 25 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich 30 zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
3 5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 6
Figuur 1 een vooraanzicht van een deur en een kozijnstijl die zijn voorzien van een oplegslot respectievelijk een sluitkora volgens de uitvinding;
Figuur 2 een bovenaanzicht van het oplegslot en 5 de sluitkom volgens figuur 1, waarbij enkele delen zijn weggesneden volgens de lijn II-II in figuur 1;
Figuur 3 het bovenaanzicht van het oplegslot en de sluitkom, in geforceerde toestand van de deur en de sluitkom; 10 Figuur 4A een isometrisch aanzicht van de sluit kom en een gedeelte van het oplegslot volgens de voorgaande figuren, die ter illustratie op afstand van elkaar zijn geplaatst ,-
Figuur 4B het isometrisch aanzicht van de sluit-15 kom en het oplegslot volgens figuur 4A, volgens de lijn IVB-IVB in figuur 1; en
Figuur 5 een isometrisch aanzicht op de binnenzijde van de sluitkom volgens de voorgaande figuren.
20
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuren 1 en 2 tonen een gesloten deur 1 in een sponning van een kozijnstijl 2. De kozijnstijl 2 draagt de 25 rand van een ruit 3 in de gevel aan de vleugelzijde van de deur 1. De deur 1 ligt met zijn buitenvlak 4 aan tegen een binnenvlak 5 van de sponning van de kozijnstijl 2, waarbij aan de voorzijde van de deur 1 een spleet 6 is vrijgehouden. De deur 1 is aan de binnenzijde voorzien van een 30 oplegslot 10 volgens de uitvinding, dat aangrijpt op een sluitkom 100 volgens de uitvinding aan de kozijnstijl 2. De slanke stijl 2 biedt door zijn vorm slechts een matige weerstand tegen torderen om zijn hartlijn.
Het oplegslot 10 omvat een metalen slotkast 11 3 5 met een voorplaat of stulp 12 die met verder niet getoonde schroeven is bevestigd aan de deur 1. De voorplaat 12 is daarbij deels verzonken in de voorzijde van de deur 1. Het 7 oplegslot 10 omvat een metalen schoot 20 die door bediening van een trekker 13 in trekrichting A in dezelfde bewegingsrichting B (eerste bewegingsrichting) beweegbaar is ten opzichte van de voorplaat 12 om in en uit de sluitkom 100 5 te komen. De werking van de trekker 13 kan door middel van een verder niet getoond mechanisme in de slotkast 11 worden geblokkeerd door een sleutel in de sleutelcilinder 14 te steken en vervolgens te roteren. De slotkast 11 en de schoot 20 zijn in dit voorbeeld vervaardigd van een zink-10 aluminium legering, zoals Zamac/Zamak.
De schoot 20 en het voorste gedeelte van de slotkast zijn in detail weergegeven in figuren 4A en 4B. De schoot 20 omvat een sluitvlak 21 (eerste sluitvlak) en een achtervlak 23 die zich evenwijdig aan elkaar in de bewe-15 gingsrichting B uitstrekken, en een schuin op de bewegingsrichting B gericht oploopvlak 22. De schoot 20 kan door middel van het mechanisme worden bewogen tussen de getoonde uiterste stand, een in de behuizing 11 teruggetrokken stand, en een tussengelegen deels uitgestoken stand waarin 20 de overgangsrand van het achtervlak 23 naar het oploopvlak 22 op korte afstand (maximaal enkele millimeters) staat van de voorplaat 12.
De schoot 20 omvat een vergrendelkamer 25 die is begrensd door een binnen het sluitvlak 21 verdiept gelegen 25 recht aanligvlak 26 en door een haakvlak 27 tussen het sluitvlak 21 en het aanligvlak 26. Het sluitvlak 21 strekt zich derhalve met een voorgedeelte 21a, twee langsgedeelten 21b en een achtergedeelte 21c uit om de vergrendelkamer 25, waardoor de schoot 20 gangbaar is ten opzichte van de 3 0 opening in de voorplaat 12 waar de schoot 20 doorheen beweegt.
Het aanligvlak 26 is schuin op de bewegingsrichting B gericht, en gaat over in het achtergedeelte 21c van sluitvlak 21. De overgang strekt zich in de getoonde uiter-35 ste sluitstand van de schoot 20 uit langs of op korte afstand (maximaal enkele millimeters) van de voorplaat 12 van het oplegslot 10. Het haakvlak 27 is met de normaal δ naar het sluitvlak 26 gekeerd, en staat onder een scherpe hoek van ongeveer 80 graden ten opzichte van het sluitvlak 21. De scherpe overgang van het haakvlak 27 naar het voor-gedeelte 21a van het sluitvlak 21 bepaalt een rechte haak-5 rand 28 (tweede haakrand) van de schoot 20. De haakrand 28 strekt zich uit dwars op de bewegingsrichting B.
De metalen sluitkom 100 omvat een in hoofdzaak holle behuizing 102 met een voorplaat 101 die is bevestigd aan de kozijnstijl 2. De voorplaat 101 is deels verzonken 10 in de sponning van de kozijnstijl 2. De sluitkom 100 omvat een afneembaar deksel 103 waarmee de voorzijde van de behuizing 102 ter verfraaiing is afgedekt. De behuizing is in dit voorbeeld vervaardigd van een zink-aluminium legering, zoals Zamac/Zamak. Het deksel 103 is in dit voorbeeld 15 vervaardigd van kunststof, zoals POM.
De sluitkom 100 zonder het deksel 103 is in detail weergegeven in figuren 4A, 4B en 5. De behuizing 102 omvat achter de voorplaat 101 een naar binnen teruggelegen omtreksrand 105 voor de plaatsing van het deksel 103, en 20 twee verzonken schroefgaten 106 die door het deksel 103 worden af gedekt. De sluitkom 100 is met twee niet getoonde schroeven door schroefgaten 106 in de voorplaat 101 en de bovenzijde van de behuizing 102 vastgezet aan het kozijnstijl 2. De voorplaat 101 omvat een rechthoekige opening 25 110 (eerste toegangsopening) voor opname van de schoot 20 in de behuizing 102, en een oploopvlak 117 voor het terugdrukken van de schoot 20 voorafgaand aan de opname in de behuizing 102.
De behuizing 102 omvat aan de binnenzijde een 30 steunwand 114 die over een rechte overgang 115 overgaat in een dunnere en daardoor minder stijve buigwand 113. De steunwand 114 en de buigwand 113 bepalen een zich in hoofdzaak in de opneemrichting en/of bewegingsrichting B uitstrekkend inwendig sluitvlak 112 (tweede sluitvlak) van de 35 sluitkom 100. De op korte afstand van het oploopvlak 117 gelegen binnenrand of binnenwand 118 van de opening 110 omvat een in het vlak van de voorplaat 101 naar binnen 9 teruggelegen, rechte haakwand 111 (vergrendeldeel). De haakwand 111 is aan het vrije uiteinde door middel van een langgerekte streefbreukverbinding 116 verbonden met de buigwand 113. De streefbreukverbinding 116 is ingericht om 5 te bezwijken bij een overschrijding van een drempelwaarde voor een kracht C (figuur 3) die dwars op het sluitvlak 112 wordt uitgeoefend op de buigwand 113. Na het bezwijken zal de buigwand 113 vanaf de overgang 115 uitbuigen, waarna de breekhelft van de streefbreukverbinding 116 aan de haakwand 10 111 een haakrand (eerste haakrand) achterlaat aan het uiteinde van de haakwand 111.
Figuur 2 toont de deur 1 in de normale sluit-stand, waarbij de schoot 20 zich in zijn uiterste stand door de rechthoekige opening 110 in de sluitkom 100 uit-15 strekt. De sluitvlakken 21, 112 liggen zodanig tegen elkaar aan dat het voorgedeelte 21a van het sluitvlak 21 van de schoot 20 rust op het middengebied van de buigwand 113. Indien bijvoorbeeld een inbreker een grote drukkracht D uitoefent op de vleugel van de deur 1, dan oefent het 20 voorgedeelte 21a een kracht C groter dan de drempelwaarde uit op de buigwand 113, waardoor de streefbreukverbinding 116 bezwijkt. Vervolgens buigt de buigwand 113 door de kracht C weg, waardoor de deur in geringe mate in openings-richting E zwenkt en de haakwand 111 in de vergrendelkamer 25 25 treedt.
Indien de drukkracht D dermate groot is dat zelfs de kozijnstijl 2 in richting F van de deur weg tordeert zodat de spleet 6 wordt vergroot, dan komt het haakvlak 27 van de schoot 20 tegen de achtergelaten haakrand van de 30 streefbreukverbinding 116 aan de haakwand 111, waardoor een vormgesloten ineengrijping wordt bewerkstelligd. De haakrand 28 aan de schoot 20 en de haakrand die is achtergelaten door de streefbreukverbinding 116 haken achter elkaar. Door dit verband wordt een verdere torsievervorming van de 35 kozijnstijl 2 tegengegaan. De schoot 20 blijft in de sluitkom 100 ondanks een eventuele vergroting van de speet 6 tussen de deur 1 en de kozijnstijl 2.
10
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting 5 zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Zo zal duidelijk zijn dat de bovengenoemde schoot en de sluitkom ook kan worden toegepast in insteek-sloten die in de deur respectievelijk in het kozijn zijn 10 ingebouwd.
1 03 3 7 79

Claims (25)

1. Slotsamenstel omvattend een slot en een sluitkom voor het slot, waarbij het slot een slotkast met een voorplaat en een in een eerste bewegingsrichting ten opzichte van de voorplaat beweegbare schoot omvat, en de 5 sluitkom een opneemruimte met een eerste toegangsopening voor opname van de schoot in een sluitstand van de schoot omvat, waarbij de schoot is voorzien van een eerste sluit-vlak en de opneemruimte is begrensd door een tweede sluit-vlak die in de sluitstand in hoofdzaak aanliggend met 10 elkaar samenwerken, waarbij de schoot en de sluitkom zijn voorzien van vergrendelmiddelen omvattend een vergrendel-kamer met een tweede toegangsopening in ten minste een gedeelte van het eerste of tweede sluitvlak, en een ver-grendeldeel met een uiteinde dat is gepositioneerd om in de 15 sluitstand van de schoot in de vergrendelkamer te kunnen komen, waarbij de vergrendelmiddelen zijn ingericht voor het in de sluitkamer brengen van het uiteinde van het vergrendeldeel in reactie op een drukkracht uitgeoefend door de schoot op de sluitkom in hoofdzaak dwars op het 20 eerste sluitvlak.
2. Slotsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de vergrendelmiddelen zijn ingericht voor het in de sluitkamer brengen van het uiteinde van het vergrendeldeel in reactie op een overschrijding van een drempelwaarde voor de druk- 25 kracht.
3. Slotsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en/of tweede sluitvlak is bepaald op een wanddeel van de schoot respectievelijk de sluitkom dat via een streefbreukverbinding is verbonden met het aangrijp- 30 deel.
4. Slotsamenstel volgens conclusie 3, waarbij 1 0 3 3 7 79 . het wanddeel op afstand van de streefbreukverbinding is verbonden met de schoot respectievelijk de sluitkom, waarbij het wanddeel is ingericht voor uitbuigen van het uiteinde af door uitoefening van de drukkracht op het wand-5 deel.
5. Slotsamenstel volgens conclusie 4, waarbij de streefbreukverbinding is ingericht voor het achterlaten van een eerste haakrand aan het vergrendeldeel.
6. Slotsamenstel volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij het vergrendeldeel in hoofdzaak een blokvorm bezit.
7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij het vergrendeldeel een langwerpige blokvorm bezit, waarbij het uiteinde zich in zijn lengterichting in hoofdzaak evenwij- 15 dig aan het eerste of tweede vlak en in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting uitstrekt.
8. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een uiteinde van het vergrendeldeel een voortzetting bepaalt van het eerste of tweede sluitvlak.
9. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vergrendeldeel vast is verbonden met de schoot of de sluitkom.
10. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een gedeelte van de tweede 25 toegangsopening is begrensd door een overgangsrand van het eerste of tweede sluitvlak naar een inwendig binnenvlak van de vergrendelkamer.
11. Slotsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de overgangsrand zich in hoofdzaak dwars op de eerste 30 bewegingsrichting uitstrekt.
12. Slotsamenstel volgens conclusie 10 of 11, waarbij de overgangsrand zich in hoofdzaak recht uitstrekt.
13. Slotsamenstel volgens een der conclusies 10-12, waarbij het inwendig binnenvlak en het eerste of tweede 35 sluitvlak ter plaatse van de overgangsrand een hoek insluiten die kleiner of gelijk is aan 90 graden voor het bepalen van een tweede haakrand.
14. Slotsamenstel volgens een der conclusies 10-13, waarbij een gedeelte van het inwendig binnenvlak dat grenst aan de overgangsrand een haakvlak bepaalt voor aangrijping op het vergrendeldeel.
15. Slotsamenstel volgens conclusie 14, waarbij het haakvlak in hoofdzaak recht is.
16. Slotsamenstel volgens conclusie 14 of 15, waarbij het haakvlak naar een bodemgebied van het inwendig binnenvlak is gericht.
17. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede toegangsopening een rechthoekige contour bezit.
18. Slotsamenstel volgens een voorgaande conclusies, waarbij de tweede toegangsopening geheel binnen het 15 eerste of tweede sluitvlak is gelegen.
19. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schoot is voorzien van de vergren-delkamer en de sluitkom is voorzien van het vergrendeldeel.
20. Slotsamenstel volgens conclusie 19, waarbij 20 de eerste opneemopening een rechthoekige contour bezit, waarbij het uiteinde van het vergrendeldeel een gedeelte bepaalt van een zich evenwijdig aan het eerste sluitvlak uitstrekkend omtreksrandgedeelte van de eerste toegangsopening .
21. Slotsamenstel volgens conclusie 19 of 20, waarbij de schoot beweegbaar is tussen een in de behuizing teruggetrokken stand, een uitgestoken tussenstand waarin de schoot tegen de sluitkom kan komen om vervolgens in de opneemruimte te komen, en een uiterste sluitstand waarin de 3 0 schoot verder uit steekt dan in de tussenstand om uit de opneemruimte raken te blokkeren, waarbij de sluitkamer in de uiterste sluitstand geheel buiten de voorplaat van de slotkast is gelegen.
22. Slotsamenstel volgens conclusie 21, waarbij 35 de sluitkamer in de tussenstand geheel binnen de slotkast is gelegen.
23. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schoot slechts in de eerste bewegingsrichting transleerbaar beweegbaar is ten opzichte van de voorplaat, waarbij de eerste bewegingsrichting bij voorkeur in hoofdzaak dwars op de voorplaat is gericht.
24. Slotsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de het slot is uitgevoerd als opleg-slot.
25. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijge-10 voegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 103 3 7 79.
NL1033779A 2007-04-27 2007-04-27 Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen. NL1033779C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033779A NL1033779C2 (nl) 2007-04-27 2007-04-27 Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen.
EP08155299A EP1988237A1 (en) 2007-04-27 2008-04-28 Locking latch and strike case with locking means

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033779A NL1033779C2 (nl) 2007-04-27 2007-04-27 Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen.
NL1033779 2007-04-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033779C2 true NL1033779C2 (nl) 2008-10-28

Family

ID=38941899

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033779A NL1033779C2 (nl) 2007-04-27 2007-04-27 Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1988237A1 (nl)
NL (1) NL1033779C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2474672B (en) * 2009-10-22 2015-07-01 Grouphomesafe Ltd Shoot bolts having keep engaging projections
DE102013114416A1 (de) * 2013-12-18 2015-06-18 Maco Technologie Gmbh Fenster oder Tür
US11598119B2 (en) * 2019-08-17 2023-03-07 Travis Brett Creighton Securable deadbolt, hinge, and sliding assemblies

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1901412A (en) * 1931-07-10 1933-03-14 William A Richter Lock
FR2307106A1 (fr) * 1975-04-10 1976-11-05 Dumas Philippe Pene de verrou ou serrure ne pouvant se degager de l'element porte-gache lors d'une tentative d'effraction
WO1996007806A1 (de) * 1994-09-10 1996-03-14 Erich Matouschek Alarmauslösende zuhaltevorrichtung für den schliess- und/oder scharnierbereich einer zu sichernden tür oder eines zu sichernden fensters
US5531487A (en) * 1994-03-03 1996-07-02 Beresheim; Thomas H. Lock assembly having a bolt with an extending tang
EP1130199A1 (de) * 2000-02-16 2001-09-05 Erich Matouschek Alarmauslösendes Schliessblech mit Sollbruchplatte

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1901412A (en) * 1931-07-10 1933-03-14 William A Richter Lock
FR2307106A1 (fr) * 1975-04-10 1976-11-05 Dumas Philippe Pene de verrou ou serrure ne pouvant se degager de l'element porte-gache lors d'une tentative d'effraction
US5531487A (en) * 1994-03-03 1996-07-02 Beresheim; Thomas H. Lock assembly having a bolt with an extending tang
WO1996007806A1 (de) * 1994-09-10 1996-03-14 Erich Matouschek Alarmauslösende zuhaltevorrichtung für den schliess- und/oder scharnierbereich einer zu sichernden tür oder eines zu sichernden fensters
EP1130199A1 (de) * 2000-02-16 2001-09-05 Erich Matouschek Alarmauslösendes Schliessblech mit Sollbruchplatte

Also Published As

Publication number Publication date
EP1988237A1 (en) 2008-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2003278645B2 (en) A self-latching device
US5417531A (en) Locking cam anchor apparatus
RU2418141C2 (ru) Замок для установки в отверстии тонкой стенки
EP1926878B1 (en) Safe construction for swing and slide door
NL1033779C2 (nl) Slotschoot en sluitkom met vergrendelmiddelen.
US4725084A (en) Door guard
EP3239440B1 (en) Strike plate
US4809400A (en) Security hardware for doors
US6607224B2 (en) Locking or latching mechanism
EP2060713A1 (en) Anti-effraction safety system for door and window frames
US6612629B2 (en) Spring bolt and strike plate guard
EP3162993A1 (en) Locking mechanism for a window or door
EP1445403B1 (en) Locking system for windows, doors or the like, locking member and striker plate
US5048880A (en) Door key assembly
US6530179B1 (en) Continuous extruded frame and movable panel with continuous inextruded hinge extruded within
EP0620348A1 (en) Door security device
NL1009864C2 (nl) Sluiting en schild daarvoor.
GB2503967A (en) Locking bar having frangible region
JP2526011B2 (ja) 自動ドア等の引き戸の施錠ストッパ―
KR200256266Y1 (ko) 도어용 힌지어셈블리.
JP3870372B2 (ja) シャッター
JP6787718B2 (ja) 両開き戸の扉体構造
JP2004036284A (ja) ドア用錠受け金具
KR200232644Y1 (ko) 안전성이 향상된 개량방범창
KR100222205B1 (ko) 안전 금고 및 금고용 록킹 장치

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200501