NL1033779C2

NL1033779C2 - Lock bolt and closing bowl with locking means.

Info

Publication number: NL1033779C2
Application number: NL1033779A
Authority: NL
Inventors: Petrus Johannes Laurentius Praet; Niels Schoen
Original assignee: Lips Nederland B V
Priority date: 2007-04-27
Filing date: 2007-04-27
Publication date: 2008-10-28
Also published as: EP1988237A1

Description

* f* f

Slotschoot en sluitkom met verarendelmiddelenLock bolt and closing bowl with locking means

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een slotsamen-stel omvattend een slot en een sluitkom voor het slot, 5 waarbij het slot een slotkast met een voorplaat en een ten opzichte van de voorplaat beweegbare schoot omvat, en de sluitkom een opneemruimte voor opname van de schoot omvat.The invention relates to a lock assembly comprising a lock and a closing cup for the lock, wherein the lock comprises a lock case with a front plate and a bolt movable relative to the front plate, and the closing cup comprises a receiving space for receiving the bolt .

Dergelijke slotsamenstellen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als oplegslotsamenstel voor een deur, 10 waarbij het slot en de sluitkom op de deur respectievelijk een stijl van het kozijn zijn bevestigd. De stijl kan daarbij tevens dienen als sponning voor een zich langs de deur uitstrekkend raam. In dat geval is de stijl relatief slank uitgevoerd. Indien door bijvoorbeeld een inbreker 15 hard tegen de deur wordt gedrukt, dan is niet uitgesloten dat de slanke stijl ter plaatse van de sluitkom tordeert, waardoor de afstand tussen de sluitkom en het slot dusdanig wordt vergroot dat de schoot in zijn sluit stand alsnog uit de opneemruimte raakt. De inbreker heeft dan vrije toegang. 20 Een doel van de uitvinding is een slotsamenstel te verschaffen dat in het bijzonder inbraakwerend kan zijn indien deze vergrendelt ten opzichte van een relatief slanke kozijnstijl.Such lock assemblies can for instance be designed as a support lock assembly for a door, wherein the lock and the closing cup are mounted on the door or a post of the frame respectively. The post can also serve as a frame for a window that extends past the door. In that case the style is relatively slim. If, for example, a burglar 15 presses hard against the door, it cannot be excluded that the slender post will twist at the location of the closing cup, as a result of which the distance between the closing cup and the lock is increased such that the bolt in its closing position is still out of the door. touches recording space. The burglar then has free access. An object of the invention is to provide a lock assembly that can in particular be burglar-resistant if it locks relative to a relatively slim frame post.

Een doel van de uitvinding is een betrouwbaar 1 03 3 7 79-1 * f 2 vergrendelend slotsamenstel te verschaffen.It is an object of the invention to provide a reliable locking assembly.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING 5SUMMARY OF THE INVENTION 5

De uitvinding verschaft, vanuit een aspect, een slotsamenstel omvattend een slot en een sluitkom voor het slot, waarbij het slot een slotkast met een voorplaat en een in een eerste bewegingsrichting ten opzichte van de 10 voorplaat beweegbare schoot omvat, en de sluitkom een opneemruimte met een eerste toegangsopening voor opname van de schoot in een sluitstand van de schoot omvat, waarbij de schoot is voorzien van een eerste sluitvlak en de opneemruimte is begrensd door een tweede sluitvlak die in de 15 sluitstand in hoofdzaak aanliggend met elkaar samenwerken, waarbij de schoot en de sluitkom zijn voorzien van vergren-delmiddelen omvattend een vergrendelkamer met een tweede toegangsopening in ten minste een gedeelte van het eerste of tweede sluitvlak, en een vergrendeldeel met een uiteinde 2 0 dat is gepositioneerd om in de sluitstand van de schoot in de vergrendelkamer te kunnen komen, waarbij de vergrendel-middelen zijn ingericht voor het in de sluitkamer brengen van het uiteinde van het vergrendeldeel in reactie op een drukkracht uitgeoefend door de schoot op de sluitkom in 25 hoofdzaak dwars op het eerste sluitvlak.The invention provides, from one aspect, a lock assembly comprising a lock and a closing cup for the lock, the lock comprising a lock case with a front plate and a bolt movable in a first direction of movement relative to the front plate, and the closing cup a receiving space with comprises a first access opening for receiving the bolt in a closed position of the bolt, wherein the bolt is provided with a first closing surface and the receiving space is bounded by a second closing surface which co-operate substantially abuttingly in the closed position, the bolt and the closing cup are provided with locking means comprising a locking chamber with a second access opening in at least a part of the first or second closing surface, and a locking part with an end which is positioned to be able to enter the locking chamber in the closed position of the bolt wherein the locking means are adapted to bring the end v into the closing chamber in the locking part in response to a pressure force exerted by the bolt on the closing cup substantially transversely of the first closing surface.

Het uiteinde van het vergrendeldeel kan door de uitoefening van de drukkracht in de vergrendelkamer komen om een vormgesloten verband te verzorgen tussen de schoot en de sluitkom. Terugtrekken van de schoot uit de eerste 30 toegangsopening, bijvoorbeeld wanneer een inbreker tegen de deur drukt, kan dan worden tegengegaan. In het geval het slotsamenstel vergrendelt ten opzichte van een relatief slanke kozijnstijl, dan zal de kozijnstijl geneigd kunnen zijn in hoofdzaak met de schoot mee te buigen, in plaats 35 van daarvan af.The end of the locking part can, by exerting the pressure force, enter the locking chamber to provide a form-locked relationship between the bolt and the closing cup. Withdrawal of the bolt from the first access opening, for example when a burglar presses against the door, can then be prevented. In the case that the lock assembly locks relative to a relatively slender frame post, then the frame post may be inclined to bend substantially with the bolt, rather than away from it.

In een uitvoeringsvorm zijn de vergrendelmiddelen ingericht voor het in de sluitkamer brengen van het uit-In one embodiment, the locking means are adapted to bring the outlet into the closing chamber

' I"I

3 einde van het vergrendeldeel in reactie op een overschrijding van een drempelwaarde voor de drukkracht. De vergren-delmiddelen kunnen dan slechts in werking treden indien de drukkracht groter is dan de normale krachten die het samen-5 werkende eerste en tweede sluitvlak op elkaar uitoefenen om een deur gesloten te houden.3 end of the locking part in response to a threshold value for the compressive force being exceeded. The locking means can then only come into operation if the pressing force is greater than the normal forces exerted on each other by the cooperating first and second closing surface to keep a door closed.

In een ontwikkeling daarvan is het eerste en/of tweede sluitvlak bepaald op een wanddeel van de schoot respectievelijk de sluitkom dat via een streefbreukverbin-10 ding is verbonden met het vergrendeldeel. De streefbreuk-kracht bepaalt dan in hoofdzaak de bovengenoemde drempelwaarde .In a development thereof, the first and / or second closing surface is determined on a wall part of the bolt or the closing cup which is connected to the locking part via a target-break connection. The target breaking force then essentially determines the above-mentioned threshold value.

Daarbij kan het wanddeel op afstand van de streefbreukverbinding verbonden zijn met de schoot respec-15 tievelijk de sluitkom, waarbij het wanddeel is ingericht voor uitbuigen van het uiteinde af door uitoefening van de drukkracht op het wanddeel. Het vergrendeldeel kan dan met het uiteinde vrij komen van het eerste of tweede wanddeel om in de vergrendelkamer te komen.The wall part can be connected to the bolt or the closing cup at a distance from the target-break connection, the wall part being adapted to bend the end off by exerting the pressure force on the wall part. The locking part can then be released from the first or second wall part with the end in order to enter the locking chamber.

20 De streefbreukverbinding of een gedeelte daarvan kan daarbij bijdragen aan een zelfborgende vormgesloten verband tussen de schoot en de sluitkom indien de streefbreukverbinding is ingericht voor het achterlaten van een eerste haakrand aan het vergrendeldeel.The target-break connection or a part thereof can thereby contribute to a self-locking form-locked relationship between the bolt and the closing cup if the target-break connection is adapted to leave a first hook edge on the locking part.

25 In een eenvoudige uitvoeringsvorm bezit het vergrendeldeel in hoofdzaak een blokvorm, waarbij het vergrendeldeel bij voorkeur een langwerpige blokvorm bezit, waarbij het uiteinde zich in zijn lengterichting in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste of tweede vlak en in hoofd-30 zaak dwars op de bewegingsrichting uitstrekt.In a simple embodiment, the locking member has substantially a block shape, the locking member preferably having an elongated block shape, the end extending substantially parallel to the first or second plane in its longitudinal direction and substantially transversely of the direction of movement. .

In een uitvoeringsvorm bepaalt een uiteinde van het vergrendeldeel een voortzetting van het eerste of tweede sluitvlak. De schoot kan dan met het eerste sluitvlak geleid door het tweede sluitvlak gangbaar in en uit de 35 opneemruimte bewegen.In one embodiment, one end of the locking member determines a continuation of the first or second closing surface. The bolt can then move in and out of the receiving space with the first closing surface guided by the second closing surface.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is het vergrendeldeel vast verbonden met de schoot of de sluitkom.In a simple embodiment the locking part is fixedly connected to the bolt or the closing cup.

44

In een ontwikkeling van de vergrendelkamer is ten minste een gedeelte van de tweede toegangsopening begrensd door een overgangsrand van het eerste of tweede sluitvlak naar een inwendig binnenvlak van de vergrendelkamer.In a development of the locking chamber, at least a portion of the second access opening is bounded by a transition edge from the first or second closing surface to an inner inner surface of the locking chamber.

5 De overgangsrand kan over een groot deel van zijn lengte aangrijpen op het vergrendeldeel indien de overgangsrand zich in hoofdzaak dwars op de eerste bewegingsrichting uitstrekt. Bij voorkeur strekt de overgangsrand zich daarbij in hoofdzaak recht uit.The transition edge can engage over a large part of its length on the locking part if the transition edge extends substantially transversely of the first direction of movement. The transition edge here preferably extends substantially straight.

10 In een uitvoeringsvorm sluiten het inwendig binnenvlak en het eerste of tweede sluitvlak ter plaatse van de overgangsrand een hoek in die kleiner of gelijk is aan 90 graden voor het bepalen van een tweede haakrand. De overgangsrand kan dan bijdragen aan een zelfborgende vorm-15 gesloten verband tussen de schoot en de sluitkom.In an embodiment the inner inner surface and the first or second closing surface at the location of the transition edge enclose an angle which is smaller than or equal to 90 degrees for determining a second hook edge. The transition edge can then contribute to a self-locking form-closed relationship between the bolt and the closing cup.

Alternatief geformuleerd bepaalt een gedeelte van het inwendig binnenvlak dat grenst aan de overgangsrand een haakvlak voor aangrijping op het vergrendeldeel, waarbij het haakvlak bij voorkeur in hoofdzaak recht is. Het haak-20 vlak kan dan naar een bodemgebied van het inwendig binnenvlak zijn gericht.Alternatively, a portion of the inner inner surface adjacent to the transition edge defines a hook surface for engagement with the locking member, the hook surface preferably being substantially straight. The hook surface can then be directed to a bottom region of the inner inner surface.

In een uitvoeringsvorm bezit de tweede toegangsopening een rechthoekige contour.In one embodiment, the second access opening has a rectangular contour.

In een uitvoeringsvorm is de tweede toegangsope-25 ning geheel binnen het eerste of tweede sluitvlak gelegen. De schoot kan dan met het eerste sluitvlak geleid door het tweede sluitvlak gangbaar in en uit de opneemruimte bewegen, zonder of met slechts geringe hinder van de sluit-kamer.In one embodiment, the second access opening is located entirely within the first or second closing surface. With the first closing surface guided by the second closing surface, the bolt can then move in and out of the receiving space, without or with only slight interference from the closing chamber.

30 In een ontwikkeling van het slotsamenstel is de schoot voorzien van de vergrendelkamer en is de sluitkom voorzien van het vergrendeldeel.In a development of the lock assembly, the bolt is provided with the locking chamber and the closing cup is provided with the locking part.

In een uitvoeringsvorm daarvan bezit de eerste opneemopening een rechthoekige contour, waarbij het uit-35 einde van het vergrendeldeel een gedeelte bepaalt van een zich evenwijdig aan het eerste sluitvlak uitstrekkend omtreksrandgedeelte van de eerste toegangsopening.In an embodiment thereof, the first receiving opening has a rectangular contour, the end of the locking part defining a portion of a peripheral edge portion of the first access opening extending parallel to the first closing surface.

55

In een uitvoeringsvorm is de schoot beweegbaar tussen een in de behuizing teruggetrokken stand, een uitgestoken tussenstand waarin de schoot tegen de sluitkom kan komen om vervolgens in de opneemruimte te komen, en een 5 uiterste sluitstand waarin de schoot verder uitsteekt dan in de tussenstand om uit de opneemruimte raken te blokkeren, waarbij de sluitkamer in de uiterste sluitstand geheel buiten de voorplaat van de slotkast is gelegen. Door de ligging van de sluitkamer buiten de voorplaat kan deze in 10 de uiterste sluitstand over een groot bereik het vergren-deldeel opnemen. Het slotsamenstel kan dan worden toegepast bij verschillende breedten van de spleet tussen een deurvleugel en een kozijn.In one embodiment the bolt is movable between a position withdrawn in the housing, an extended intermediate position in which the bolt can come into contact with the closing cup and subsequently enter the receiving space, and an extreme closed position in which the bolt protrudes further than in the intermediate position to extend to block the receiving space, the closing chamber in the extreme closing position being located entirely outside the front plate of the lock case. Due to the location of the closing chamber outside the front plate, it can receive the locking part in the extreme closing position over a large range. The lock assembly can then be applied at different widths of the gap between a door leaf and a frame.

Daarbij kan de sluitkamer in de tussenstand 15 geheel binnen de slotkast zijn gelegen.The closing chamber can in that case be situated entirely within the lock case in the intermediate position.

In een uitvoeringsvorm is de schoot slechts in de eerste bewegingsrichting transleerbaar beweegbaar ten opzichte van de voorplaat, waarbij de eerste bewegingsrichting bij voorkeur in hoofdzaak dwars op de voorplaat is 20 gericht.In one embodiment the bolt is only movably movable relative to the front plate in the first direction of movement, wherein the first direction of movement is preferably directed substantially transversely of the front plate.

In een ontwikkeling is het slot uitgevoerd als oplegslot.In one development, the lock is designed as a support lock.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 25 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich 30 zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the measures and aspects described per se in the subclaims.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

3 5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 6The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is: 6

Figuur 1 een vooraanzicht van een deur en een kozijnstijl die zijn voorzien van een oplegslot respectievelijk een sluitkora volgens de uitvinding;Figure 1 shows a front view of a door and a frame post which are provided with a support lock and a closing kora according to the invention;

Figuur 2 een bovenaanzicht van het oplegslot en 5 de sluitkom volgens figuur 1, waarbij enkele delen zijn weggesneden volgens de lijn II-II in figuur 1;Figure 2 shows a top view of the support lock and the closing cup according to Figure 1, some parts being cut away according to the line II-II in Figure 1;

Figuur 3 het bovenaanzicht van het oplegslot en de sluitkom, in geforceerde toestand van de deur en de sluitkom; 10 Figuur 4A een isometrisch aanzicht van de sluit kom en een gedeelte van het oplegslot volgens de voorgaande figuren, die ter illustratie op afstand van elkaar zijn geplaatst ,-Figure 3 shows the plan view of the support lock and the closing cup, in the forced state of the door and the closing cup; Figure 4A is an isometric view of the closing cup and a part of the support lock according to the preceding figures, which are spaced apart for illustration,

Figuur 4B het isometrisch aanzicht van de sluit-15 kom en het oplegslot volgens figuur 4A, volgens de lijn IVB-IVB in figuur 1; enFigure 4B is the isometric view of the closing cup and the bearing lock according to Figure 4A, along the line IVB-IVB in Figure 1; and

Figuur 5 een isometrisch aanzicht op de binnenzijde van de sluitkom volgens de voorgaande figuren.Figure 5 is an isometric view of the inside of the closing cup according to the preceding figures.

2020

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

Figuren 1 en 2 tonen een gesloten deur 1 in een sponning van een kozijnstijl 2. De kozijnstijl 2 draagt de 25 rand van een ruit 3 in de gevel aan de vleugelzijde van de deur 1. De deur 1 ligt met zijn buitenvlak 4 aan tegen een binnenvlak 5 van de sponning van de kozijnstijl 2, waarbij aan de voorzijde van de deur 1 een spleet 6 is vrijgehouden. De deur 1 is aan de binnenzijde voorzien van een 30 oplegslot 10 volgens de uitvinding, dat aangrijpt op een sluitkom 100 volgens de uitvinding aan de kozijnstijl 2. De slanke stijl 2 biedt door zijn vorm slechts een matige weerstand tegen torderen om zijn hartlijn.Figures 1 and 2 show a closed door 1 in a frame of a frame post 2. The frame post 2 carries the edge of a window 3 in the facade on the wing side of the door 1. The door 1 lies with its outer surface 4 against a inner surface 5 of the rebate of the frame post 2, wherein a gap 6 is kept clear at the front of the door 1. The door 1 is provided on the inside with a support lock 10 according to the invention, which engages a closing bowl 100 according to the invention on the frame post 2. The slender post 2 offers, due to its shape, only moderate resistance to twisting about its axis.

Het oplegslot 10 omvat een metalen slotkast 11 3 5 met een voorplaat of stulp 12 die met verder niet getoonde schroeven is bevestigd aan de deur 1. De voorplaat 12 is daarbij deels verzonken in de voorzijde van de deur 1. Het 7 oplegslot 10 omvat een metalen schoot 20 die door bediening van een trekker 13 in trekrichting A in dezelfde bewegingsrichting B (eerste bewegingsrichting) beweegbaar is ten opzichte van de voorplaat 12 om in en uit de sluitkom 100 5 te komen. De werking van de trekker 13 kan door middel van een verder niet getoond mechanisme in de slotkast 11 worden geblokkeerd door een sleutel in de sleutelcilinder 14 te steken en vervolgens te roteren. De slotkast 11 en de schoot 20 zijn in dit voorbeeld vervaardigd van een zink-10 aluminium legering, zoals Zamac/Zamak.The support lock 10 comprises a metal lock case 11 with a front plate or post 12 which is attached to the door 1 with screws (not further shown). The front plate 12 is thereby partially sunk in the front of the door 1. The 7 support lock 10 comprises a metal bolt 20 which can be moved in the same direction of movement B (first direction of movement) by operating a trigger 13 in the direction of pulling A relative to the front plate 12 to get in and out of the closing cup 100. The operation of the trigger 13 can be blocked in the lock case 11 by means of a mechanism (not further shown) by inserting a key in the key cylinder 14 and subsequently rotating it. The lock case 11 and the bolt 20 are made in this example from a zinc-10 aluminum alloy, such as Zamac / Zamak.

De schoot 20 en het voorste gedeelte van de slotkast zijn in detail weergegeven in figuren 4A en 4B. De schoot 20 omvat een sluitvlak 21 (eerste sluitvlak) en een achtervlak 23 die zich evenwijdig aan elkaar in de bewe-15 gingsrichting B uitstrekken, en een schuin op de bewegingsrichting B gericht oploopvlak 22. De schoot 20 kan door middel van het mechanisme worden bewogen tussen de getoonde uiterste stand, een in de behuizing 11 teruggetrokken stand, en een tussengelegen deels uitgestoken stand waarin 20 de overgangsrand van het achtervlak 23 naar het oploopvlak 22 op korte afstand (maximaal enkele millimeters) staat van de voorplaat 12.The latch 20 and the front part of the lock case are shown in detail in Figures 4A and 4B. The bolt 20 comprises a closing surface 21 (first closing surface) and a rear surface 23 extending parallel to each other in the direction of movement B, and a ramp 22 inclined obliquely to the direction of movement B. The bolt 20 can be moved by means of the mechanism. moved between the extreme position shown, a position withdrawn in the housing 11, and an intermediate, partially extended position in which the transition edge from the rear surface 23 to the ramp 22 is a short distance (maximum a few millimeters) from the front plate 12.

De schoot 20 omvat een vergrendelkamer 25 die is begrensd door een binnen het sluitvlak 21 verdiept gelegen 25 recht aanligvlak 26 en door een haakvlak 27 tussen het sluitvlak 21 en het aanligvlak 26. Het sluitvlak 21 strekt zich derhalve met een voorgedeelte 21a, twee langsgedeelten 21b en een achtergedeelte 21c uit om de vergrendelkamer 25, waardoor de schoot 20 gangbaar is ten opzichte van de 3 0 opening in de voorplaat 12 waar de schoot 20 doorheen beweegt.The bolt 20 comprises a locking chamber 25 which is bounded by a straight abutment surface 26 recessed within the closing surface 21 and by a hook surface 27 between the closing surface 21 and the abutment surface 26. The closing surface 21 therefore extends with a front part 21a, two longitudinal parts 21b and a rear portion 21c extending around the locking chamber 25, through which the bolt 20 is normal with respect to the opening in the front plate 12 through which the bolt 20 moves.

Het aanligvlak 26 is schuin op de bewegingsrichting B gericht, en gaat over in het achtergedeelte 21c van sluitvlak 21. De overgang strekt zich in de getoonde uiter-35 ste sluitstand van de schoot 20 uit langs of op korte afstand (maximaal enkele millimeters) van de voorplaat 12 van het oplegslot 10. Het haakvlak 27 is met de normaal δ naar het sluitvlak 26 gekeerd, en staat onder een scherpe hoek van ongeveer 80 graden ten opzichte van het sluitvlak 21. De scherpe overgang van het haakvlak 27 naar het voor-gedeelte 21a van het sluitvlak 21 bepaalt een rechte haak-5 rand 28 (tweede haakrand) van de schoot 20. De haakrand 28 strekt zich uit dwars op de bewegingsrichting B.The abutment surface 26 is oriented obliquely to the direction of movement B, and merges into the rear portion 21c of closing surface 21. The transition extends in the shown extreme closing position of the bolt 20 along or at a short distance (at most a few millimeters) from the front plate 12 of the support slot 10. The hook surface 27 faces the closing surface 26 with the normal δ, and is at an acute angle of about 80 degrees with respect to the closing surface 21. The sharp transition from the hook surface 27 to the front part 21a of the closing surface 21 defines a straight hook edge 28 (second hook edge) of the bolt 20. The hook edge 28 extends transversely of the direction of movement B.

De metalen sluitkom 100 omvat een in hoofdzaak holle behuizing 102 met een voorplaat 101 die is bevestigd aan de kozijnstijl 2. De voorplaat 101 is deels verzonken 10 in de sponning van de kozijnstijl 2. De sluitkom 100 omvat een afneembaar deksel 103 waarmee de voorzijde van de behuizing 102 ter verfraaiing is afgedekt. De behuizing is in dit voorbeeld vervaardigd van een zink-aluminium legering, zoals Zamac/Zamak. Het deksel 103 is in dit voorbeeld 15 vervaardigd van kunststof, zoals POM.The metal closing cup 100 comprises a substantially hollow housing 102 with a front plate 101 which is attached to the frame post 2. The front plate 101 is partially sunk into the frame of the frame post 2. The closing cup 100 comprises a removable cover 103 with which the front side of the housing 102 for covering purposes is covered. The housing in this example is made of a zinc-aluminum alloy, such as Zamac / Zamak. The cover 103 in this example is made of plastic, such as POM.

De sluitkom 100 zonder het deksel 103 is in detail weergegeven in figuren 4A, 4B en 5. De behuizing 102 omvat achter de voorplaat 101 een naar binnen teruggelegen omtreksrand 105 voor de plaatsing van het deksel 103, en 20 twee verzonken schroefgaten 106 die door het deksel 103 worden af gedekt. De sluitkom 100 is met twee niet getoonde schroeven door schroefgaten 106 in de voorplaat 101 en de bovenzijde van de behuizing 102 vastgezet aan het kozijnstijl 2. De voorplaat 101 omvat een rechthoekige opening 25 110 (eerste toegangsopening) voor opname van de schoot 20 in de behuizing 102, en een oploopvlak 117 voor het terugdrukken van de schoot 20 voorafgaand aan de opname in de behuizing 102.The closing cup 100 without the cover 103 is shown in detail in figures 4A, 4B and 5. The housing 102 comprises behind the front plate 101 an inwardly recessed peripheral edge 105 for the placement of the cover 103, and two countersunk screw holes 106 which pass through the cover 103 is covered. The closing cup 100 is fixed to the frame post 2 with two screws (not shown) through screw holes 106 in the front plate 101 and the top of the housing 102. The front plate 101 comprises a rectangular opening 110 (first access opening) for receiving the bolt 20 in the housing 102, and a ramp 117 for pressing back the bolt 20 prior to incorporation into the housing 102.

De behuizing 102 omvat aan de binnenzijde een 30 steunwand 114 die over een rechte overgang 115 overgaat in een dunnere en daardoor minder stijve buigwand 113. De steunwand 114 en de buigwand 113 bepalen een zich in hoofdzaak in de opneemrichting en/of bewegingsrichting B uitstrekkend inwendig sluitvlak 112 (tweede sluitvlak) van de 35 sluitkom 100. De op korte afstand van het oploopvlak 117 gelegen binnenrand of binnenwand 118 van de opening 110 omvat een in het vlak van de voorplaat 101 naar binnen 9 teruggelegen, rechte haakwand 111 (vergrendeldeel). De haakwand 111 is aan het vrije uiteinde door middel van een langgerekte streefbreukverbinding 116 verbonden met de buigwand 113. De streefbreukverbinding 116 is ingericht om 5 te bezwijken bij een overschrijding van een drempelwaarde voor een kracht C (figuur 3) die dwars op het sluitvlak 112 wordt uitgeoefend op de buigwand 113. Na het bezwijken zal de buigwand 113 vanaf de overgang 115 uitbuigen, waarna de breekhelft van de streefbreukverbinding 116 aan de haakwand 10 111 een haakrand (eerste haakrand) achterlaat aan het uiteinde van de haakwand 111.The housing 102 comprises on the inside a supporting wall 114 which, over a straight transition 115, becomes a thinner and therefore less rigid bending wall 113. The supporting wall 114 and the bending wall 113 define an interior which extends substantially in the receiving direction and / or direction of movement B closing surface 112 (second closing surface) of the closing cup 100. The inner edge or inner wall 118 of the aperture 110, located a short distance from the run-on surface 117, comprises a straight hook wall 111 (locking part) which is recessed inwardly in the plane of the face plate 101. The hook wall 111 is connected at its free end to the bending wall 113 by means of an elongated target break connection 116. The target break connection 116 is adapted to collapse when a threshold value for a force C (figure 3) is exceeded transversely to the closing surface 112 is exerted on the bending wall 113. After collapsing, the bending wall 113 will bend from the transition 115, whereafter the break half of the target fracture connection 116 on the hook wall 111 leaves a hook edge (first hook edge) at the end of the hook wall 111.

Figuur 2 toont de deur 1 in de normale sluit-stand, waarbij de schoot 20 zich in zijn uiterste stand door de rechthoekige opening 110 in de sluitkom 100 uit-15 strekt. De sluitvlakken 21, 112 liggen zodanig tegen elkaar aan dat het voorgedeelte 21a van het sluitvlak 21 van de schoot 20 rust op het middengebied van de buigwand 113. Indien bijvoorbeeld een inbreker een grote drukkracht D uitoefent op de vleugel van de deur 1, dan oefent het 20 voorgedeelte 21a een kracht C groter dan de drempelwaarde uit op de buigwand 113, waardoor de streefbreukverbinding 116 bezwijkt. Vervolgens buigt de buigwand 113 door de kracht C weg, waardoor de deur in geringe mate in openings-richting E zwenkt en de haakwand 111 in de vergrendelkamer 25 25 treedt.Figure 2 shows the door 1 in the normal closing position, the bolt 20 extending in its extreme position through the rectangular opening 110 in the closing cup 100. The closing surfaces 21, 112 abut each other such that the front part 21a of the closing surface 21 of the bolt 20 rests on the central region of the bending wall 113. If, for example, a burglar exerts a great pressure force D on the leaf of the door 1, then the front portion 21a exerts a force C greater than the threshold value on the bending wall 113, as a result of which the target-break connection 116 collapses. The bending wall 113 then bends away due to the force C, as a result of which the door pivots slightly in the opening direction E and the hook wall 111 enters the locking chamber.

Indien de drukkracht D dermate groot is dat zelfs de kozijnstijl 2 in richting F van de deur weg tordeert zodat de spleet 6 wordt vergroot, dan komt het haakvlak 27 van de schoot 20 tegen de achtergelaten haakrand van de 30 streefbreukverbinding 116 aan de haakwand 111, waardoor een vormgesloten ineengrijping wordt bewerkstelligd. De haakrand 28 aan de schoot 20 en de haakrand die is achtergelaten door de streefbreukverbinding 116 haken achter elkaar. Door dit verband wordt een verdere torsievervorming van de 35 kozijnstijl 2 tegengegaan. De schoot 20 blijft in de sluitkom 100 ondanks een eventuele vergroting van de speet 6 tussen de deur 1 en de kozijnstijl 2.If the pressure force D is so great that even the frame post 2 twists away in the direction F of the door so that the gap 6 is enlarged, the hook surface 27 of the bolt 20 comes against the left hook edge of the target break connection 116 on the hook wall 111, whereby a form-locked engagement is effected. The hook edge 28 on the bolt 20 and the hook edge left behind by the target break connection 116 hooks one behind the other. This relationship prevents a further torsional deformation of the frame post 2. The bolt 20 remains in the closing bowl 100 despite a possible enlargement of the gap 6 between the door 1 and the frame 2.

1010

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting 5 zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Zo zal duidelijk zijn dat de bovengenoemde schoot en de sluitkom ook kan worden toegepast in insteek-sloten die in de deur respectievelijk in het kozijn zijn 10 ingebouwd.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention. It will thus be clear that the above-mentioned bolt and the closing cup can also be used in insertion slots which are built into the door or the frame respectively.

1 03 3 7 791 03 3 7 79

Claims

1. Lock assembly comprising a lock and a closing cup for the lock, the lock comprising a lock case with a front plate and a bolt movable in a first direction of movement relative to the front plate, and the closing cup a receiving space with a first access opening for receiving the lock. bolt in a closed position of the bolt, wherein the bolt is provided with a first closing surface and the receiving space is delimited by a second closing surface which cooperate with each other in the closing position substantially abutting, the bolt and the closing cup being provided with locking means comprising a locking chamber with a second access opening in at least a portion of the first or second closing surface, and a locking part with an end positioned to be able to enter the locking chamber in the closed position of the bolt, wherein the locking means are adapted to introduce the end of the locking part into the closing chamber in response to a pressure force exerted by the bolt on the closing cup substantially transversely of the first closing surface.

2. Lock assembly as claimed in claim 1, wherein the locking means are adapted to introduce the end of the locking part into the closing chamber in response to a threshold value for the compressive force being exceeded.

3. Lock assembly as claimed in claim 1 or 2, wherein the first and / or second closing surface is determined on a wall part of the bolt or the closing cup which is connected to the engaging part via a target-break connection.

4. Lock assembly according to claim 3, wherein 1 0 3 3 7 79. the wall part remote from the target-break connection is connected to the bolt or closing cup, the wall part being adapted to bend the end off by exerting the compressive force on the wall part.

5. Lock assembly according to claim 4, wherein the target break connection is adapted to leave a first hook edge on the locking part.

6. Lock assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the locking part has substantially a block shape.

7. Assembly as claimed in claim 6, wherein the locking part has an elongated block shape, wherein the end extends in its longitudinal direction substantially parallel to the first or second plane and substantially transversely of the direction of movement.

A lock assembly according to any one of the preceding claims, wherein one end of the locking part determines a continuation of the first or second closing surface.

9. Lock assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the locking part is fixedly connected to the bolt or closing cup.

10. Lock assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least a part of the second access opening is bounded by a transition edge from the first or second closing surface to an inner inner surface of the locking chamber.

11. Lock assembly as claimed in claim 10, wherein the transition edge extends substantially transversely of the first direction of movement.

12. Lock assembly as claimed in claim 10 or 11, wherein the transition edge extends substantially straight.

13. Lock assembly as claimed in any of the claims 10-12, wherein the inner inner surface and the first or second closing surface at the location of the transition edge enclose an angle which is smaller than or equal to 90 degrees for determining a second hook edge.

A lock assembly according to any of claims 10-13, wherein a portion of the inner inner surface adjacent to the transition edge defines a hook surface for engagement with the locking member.

The lock assembly of claim 14, wherein the hook surface is substantially straight.

A lock assembly according to claim 14 or 15, wherein the hook surface faces a bottom region of the inner inner surface.

A lock assembly according to any one of the preceding claims, wherein the second access opening has a rectangular contour.

18. Lock assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the second access opening is entirely situated within the first or second closing surface.

19. Lock assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the bolt is provided with the locking chamber and the closing cup is provided with the locking part.

20. Lock assembly as claimed in claim 19, wherein the first receiving opening has a rectangular contour, wherein the end of the locking part defines a part of a peripheral edge portion of the first access opening extending parallel to the first closing surface.

21. Lock assembly as claimed in claim 19 or 20, wherein the bolt is movable between a position withdrawn in the housing, an extended intermediate position in which the bolt can come into contact with the closing cup and subsequently enter the receiving space, and an extreme closed position in which the bolt protrudes further than in the intermediate position to block getting out of the receiving space, the closing chamber in the extreme closing position being located entirely outside the front plate of the lock case.

22. Lock assembly as claimed in claim 21, wherein in the intermediate position the closing chamber is situated entirely within the lock case.

A lock assembly according to any one of the preceding claims, wherein the bolt is only movable in the first direction of movement relative to the front plate, wherein the first direction of movement is preferably directed substantially transversely of the front plate.

24. Lock assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the lock is designed as a support lock.

25. Device provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -o-o-o-o-o-o-o-o-103 3 7 79.