NL1033634C1 - Inrichting voor het rooien van een boom. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het rooien van een boom.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het rooien van 5 een boom omvattende een aan de giek van een bewerkingsmachine of dergelijk koppelbaar gestel, een met het gestel verbonden grijpgereedschap voor aangrijping op een deel van de te rooien boom.

Voor het begrip wordt in deze octrooiaanvrage onder ‘bewerkingsmachine’ allerlei machines voor een giek verstaan, waaronder 10 grondbewerkingsmachines, alsook kranen als dan niet voorzien van een uitschuifbare giek.

Een dergelijke inrichting wordt veelvuldig ingezet bij het snoeien, rooien en/of vellen van bomen. De bekende inrichtingen zijn daarbij ingericht in het in één keer vellen van bomen, bijvoorbeeld door met een aan de giek gekoppeld 15 grijpgereedschap de boom om de stam in te klemmen en met een bijvoorbeeld als cirkelzaag uitgevoerd afscheidingsgereedschap de stam onderaan door te zagen. De boom wordt vervolgens op een beheerste wijze neergehaald en afgevoerd of ter plaatse machinaal in handelbare delen verwerkt.

Bij de huidige inrichtingen is de positionering van het grijp- en 20 afscheidingsgereedschap ten opzichte van de te bewerken boom uiterst beperkt en is deze volledig afhankelijk van de manoeuvreerbaarheid van de giek, waaraan de rooi-inrichting is gekoppeld. De veelal robuuste constructie van de giek, alsook de afmetingen en de massa bemoeilijken een soepele en nauwkeurige positionering van het rooigereedschap ten opzichte van de, te rooien of te vellen, boom en 25 beperken derhalve de inzetbaarheid van de thans bekende inrichtingen.

De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen en een inrichting van bovengenoemde aanhef te verschaffen, die meer veelzijdig ingezet kan worden en door een verbeterde manoeuvreerbaarheid van het rooigereedschap ook op voorheen moeilijk bereikbaar gekarakteriseerde plaatsen 30 werkzaamheden kan verrichten. Overeenkomstig de uitvinding wordt de inrichting hiertoe gekenmerkt, doordat het gestel roteerbaar met de giek koppelbaar is, waarbij het aangrijpgereedschap is gemonteerd op een door middel van rotatie-middelen roteerbare steunplaat.

Hierdoor is het mogelijk de rooi-inrichting nauwkeuriger binnen een 1033634 2 kleinere positioneringsruimte te positioneren ten opzichte van de giek en derhalve de te bewerken boom. De rooi-inrichting kan nu ook op locaties werkzaamheden verrichten, welke locaties enkel door het manoeuvreren van de giek niet bereikt kunnen worden.

5 Door de meer nauwkeurige positionering van de rooi-inrichting in een kleinere positioneringsruimte is het mogelijk om een boom in plaats van in één keer nu in delen (“tak-voor-tak”) te rooien of te vellen. Dit maakt de inrichting inzetbaar in bijvoorbeeld woonwijken, waar het in één keer vellen van een boom in verband met obstakels (huizen, lantaarnpalen, auto’s, etc.) niet mogelijk is.

10 Meer specifiek zijn volgens een uitvoeringsvorm de rotatiemiddelen uitgevoerd als een roteerbare kolom.

Voor een nauwkeurige rotatie en derhalve positionering ten opzichte van de te rooien boom, omvatten overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm de rotatiemiddelen een roteerbare flensrand en zijn voorts om de rand aangrijpende 15 klemmiddelen aanwezig.

Daarbij zijn voorts de klemmiddelen met het niet roteerbare deel van het gestel verbonden.

Bij een functionele uitvoeringsvorm van een rooi-inrichting overeenkomstig de uitvinding, welke meer veelzijdig ingezet kan worden, wordt deze 20 gekenmerkt doordat de inrichting voorts tenminste één met het gestel verbonden afscheidingsgereedschap voor het afscheiden van het deel van de te rooien boom omvat.

Daarbij kan, ten behoeve van een eenvoudige omstelling van de rooi-inrichting met een ander type afscheidingsgereedschap, het ten minste ene 25 afscheidingsgereedschap tegen een op het gestel aangebrachte montageplaat zijn aangebracht.

Een meer veelzijdige inrichting wordt overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat de inrichting een verdere met het gestel verbonden afscheidingsgereedschap omvat, waarbij beide afscheidingsgereedschappen aan 30 weerszijden van het aangrijpgereedschap zijn geplaatst.

De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; 3

Figuur 2 een bovenaanzicht van figuur 1;

Figuren 3 en 4 detailaanzichten figuur 2;

Figuur 5 een dwarsdoorsnede van de inrichting uit figuur 1.

Voor een beter begrip zijn in de tekeningen identieke onderdelen 5 met hetzelfde referentiecijfer aangeduid.

In figuur 1 wordt een aanzicht getoond van een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het rooien van een boom volgens de uitvinding. De inrichting voor het rooien van een boom wordt in de figuren aangeduid met het referentiecijfer 1 en omvat een gestel 10-11 dat aan de giek van een grondbewerkingsmachine 10 koppelbaar is. Het gestel 10-11 is verbonden met een grijpgereedschap 20 dat ingericht is voor aangrijping op een deel van de te rooien boom. Het grijpgereedschap 20 is hierbij voorzien van een tweetal klembekken 21a-21b die op een geschikte, en voor de vakman bekende wijze van en naar elkaar toe beweegbaar zijn in het bijzonder door middel van een aandrijfhydrauliek.

15 Dit aandrijfhydrauliek kan daarbij zuiger-cilindercombinaties (niet weergegeven) omvatten die bekrachtigbaar zijn met behulp van het oliehydrauliek van de bewerkingsmachine, bijvoorbeeld een grondbewerkingsmachine of een (uitschuifbare) kraan. Om de grip met behulp van de grijpelementen 21a-21b om een deel van de te rooien boom te verbeteren, is het grijpgereedschap 20 voorts 20 voorzien van een contactvlak 22 voorzien van uitstekende tanden. Deze uitstekende tanden 22 grijpen in de bast van de te rooien boom en voorkomen zo een onverhoopt verschuiven c.q. losraken van de boom tijdens de rooiwerkzaamheden.

Evenzo getoond in de figuren 1, 2 en 5 is de aanwezigheid van afscheidingsgereedschappen 30-40. Elk afscheidingsgereedschap 30-40 (die hier 25 zijn uitgevoerd als een cirkelzaag 32-42) zijn opgenomen in een beschermingskap 31-41 om zo de bewegende onderdelen af te schermen c.q. op te bergen indien de rooi-inrichting niet bedreven wordt. De afschermkap 31-41 van elk afscheidingsgereedschap 30-40 biedt eveneens ruimte voor de aandrijfeenheden 33-43 (zie figuur 2) welke bijvoorbeeld elektromotoren kunnen zijn. De 30 afscheidingsgereedschappen 30-40 zijn optioneel en niet essentieel voor de uitvinding van onderhavige aanvrage.

De beide afscheidingsgereedschappen 30-40 en het grijpgereedschap 20 gemonteerd op een steunplaat 15 welke overeenkomstig de uitvinding roteerbaar in de inrichting is opgenomen. Hiertoe is het gestel 10-11 4 opgebouwd uit een deel 10 dat roteerbaar aandrijfbaar is en een deel 11 dat de vaste wereld vormt en verbonden is middels een voor de vakman bekende koppelmechaniek met de (niet weergegeven) giek van een grondbewerkings-machine. Het roteerbare deel 10 is uitgevoerd als een roteerbare kolom, waarbij de 5 rotatie bewerkstelligd wordt door bijvoorbeeld een aandrijfhydrauliek. Hiertoe is de vaste wereld 11 voorzien van aansluitkoppelingen 12 waarop toevoer- en afvoer-leidingen voor een aandrijfhydrauliekmedium (bijvoorbeeld olie) kunnen worden aangesloten.

De rotatie van de kolom 10 en de star ermee verbonden steunplaat 10 15 vindt plaats vanuit de cabine van de bewerkingsmachine, waarbij de machinist het aandrijfhydrauliek dusdanig bedient dat via de toevoerkoppelingen 12 een hydrauliekmedium (olie) onder druk van en naar de roteerbare kolom 10 worden geleid.

Teneinde de rotatie van de kolom 10 (en de steunplaat 15) ten 15 opzichte van het vaste werelddeel 11 te kunnen regelen, zijn remmiddelen 14 voorzien. De remmiddelen zijn hierbij bevestigd op het vaste werelddeel 11 en grijpen aan op een flensrand 13 die aangebracht is op de roteerbare kolom 10. De remmiddelen 14 zijn meer in detail getoond in de figuren 2 tot en met 5.

De rotatie van de roteerbare kolom 10 tezamen met de steunplaat 20 15 resulteert eveneens in een rotatie van de flens 13 ten opzichte van het deel 11 dat de vaste wereld vormt en waarop de remmiddelen 14 zijn aangebracht. De remmiddelen 14 reiken daarbij om de roterende flens 13 en zijn voorzien van een remschoen 14' dat met behulp van geschikte aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld met behulp van het aandrijfhydrauliek van de (grond)bewerkingsmachine tegen de 25 roterende flens 13 kunnen worden geplaatst.

Aldus oefent de remschoen 14' een remwerking uit op de roterende flens 13, waardoor het mogelijk is de roterende kolom 10 en de steunplaat 15 en hierdoor ook de met of het op de steunplaat bevestigde grijpgereedschap 20 (en optioneel de afscheidingsgereedschappen 30-40) te oriënteren in een willekeurige 30 oriëntatie ten opzichte van de te rooien boom. Zodoende wordt een rooi-inrichting gerealiseerd met verbeterde manoeuvreerbaarheid, zodat het ook mogelijk is om op voorheen moeilijk bereikbare plaatsen werkzaamheden te verrichten.

Bovendien resulteert de symmetrische constructie rond de rotatie-as (gevormd door de roterende kolom 10) in een nauwkeurig uitgebalanceerd gestel 5 hetgeen een soepele en nauwkeurige positionering van het grijpgereedschap 20 (en optioneel de afscheidingsgereedschappen 30-40) ten opzichte van een deel van de boom mogelijk maken. De inzetbaarheid van de rooi-inrichting overeenkomstig de uitvinding wordt hierdoor aanzienlijk verbeterd c.q. vergroot.

5 Om een eenvoudige opstelling van de rooi-inrichting 1 te realiseren, is de steunplaat 15 voorzien van een tweetal aan weerszijden van het grijpgereedschap 20 aangebrachte en verticaal uitstrekkende montageplaten 34-44 omvatten waartegen met eenvoudige bevestigingsmiddelen de afschermkappen 31-41 van elk afscheidingsgereedschap 30-40 gemonteerd kan worden. Dit maakt het 10 mogelijk het gereedschap om te stellen, door een bepaald type afscheidingsgereedschap te demonteren en te vervangen voor een andersoortig afscheidingsgereedschap dat op een overeenkomende wijze met de montageplaat 34-44 wordt verbonden.

De beide grijpbekken 21a-21b zijn scharnierbaar ten opzichte van 15 elkaar om een scharnier-as 23a-23b waarbij omwille van de duidelijkheid in de figuur 2 enkel de scharnier-as 23a wordt geopenbaard waarom de klembek 21a scharniert. Beide scharnier-assen 23a-23b zijn opgenomen tussen een tweetal op enige afstand van elkaar gelegen platen. Het moge duidelijk zijn dat met de rooi-inrichting overeenkomstig de uitvinding een meer veelzijdig apparaat wordt gerealiseerd met 20 een verbeterde manoeuvreerbaarheid waardoor niet alleen op voorheen moeilijk bereikbare plekken werkzaamheden kunnen worden verricht, maar bovendien een soepele en nauwkeurige positionering van het grijpgereedschap (en optioneel de afscheidingsgereedschappen ten opzichte van de te rooien of te vellen boom wordt gerealiseerd.

25 1033334

Claims (7)

1. Inrichting voor het rooien van een boom omvattende een aan de giek van een bewerkingsmachine of dergelijk koppelbaar gestel, een met het gestel 5 verbonden grijpgereedschap voor aangrijping op een deel van de te rooien boom, met het kenmerk, dat het gestel roteerbaar met de giek koppelbaar is, waarbij het aangrijpgereedschap is gemonteerd op een door middel van rotatiemiddelen roteerbare steunplaat.

2. Rooi-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 rotatiemiddelen zijn uitgevoerd als een roteerbare kolom.

3. Rooi-inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de rotatiemiddelen een roteerbare flensrand omvatten en dat voorts om de rand aangrijpende klemmiddelen aanwezig zijn.

4. Rooi-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 15 klemmiddelen met het niet roteerbare deel van het gestel zijn verbonden.

5. Rooi-inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de inrichting voorts tenminste één met het gestel verbonden afscheidingsgereedschap voor het afscheiden van het deel van de te rooien boom omvat.

6. Rooi-inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het 20 tenminste ene afscheidingsgereedschap tegen een op het gestel aangebrachte montageplaat is aangebracht.

7. Rooi-inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de inrichting een verdere met het gestel verbonden afscheidingsgereedschap omvat, waarbij beide afscheidingsgereedschappen aan weerszijden van het aangrijp- 25 gereedschap zijn geplaatst. 1033634