NL1033561C2 - Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminalconnectorsystemen, toepasbaar op elektrische inrichtingen. - Google Patents
Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminalconnectorsystemen, toepasbaar op elektrische inrichtingen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1033561C2 NL1033561C2 NL1033561A NL1033561A NL1033561C2 NL 1033561 C2 NL1033561 C2 NL 1033561C2 NL 1033561 A NL1033561 A NL 1033561A NL 1033561 A NL1033561 A NL 1033561A NL 1033561 C2 NL1033561 C2 NL 1033561C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- terminal
- terminal connector
- placement base
- cover plate
- contact
- Prior art date
Links
- 239000004020 conductor Substances 0.000 claims description 33
- 230000033001 locomotion Effects 0.000 claims description 13
- 239000000969 carrier Substances 0.000 claims description 11
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 claims description 8
- 238000000576 coating method Methods 0.000 claims description 8
- 210000002105 tongue Anatomy 0.000 claims description 8
- 238000005452 bending Methods 0.000 claims description 7
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims description 6
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims description 6
- 230000010006 flight Effects 0.000 claims description 4
- 238000003825 pressing Methods 0.000 claims description 4
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 3
- 230000000712 assembly Effects 0.000 claims description 2
- 238000000429 assembly Methods 0.000 claims description 2
- 230000000149 penetrating effect Effects 0.000 claims 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 5
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 5
- 239000000463 material Substances 0.000 description 3
- 241000256259 Noctuidae Species 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 241000233805 Phoenix Species 0.000 description 1
- 238000010616 electrical installation Methods 0.000 description 1
- 230000005611 electricity Effects 0.000 description 1
- 238000000605 extraction Methods 0.000 description 1
- 230000000284 resting effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R4/00—Electrically-conductive connections between two or more conductive members in direct contact, i.e. touching one another; Means for effecting or maintaining such contact; Electrically-conductive connections having two or more spaced connecting locations for conductors and using contact members penetrating insulation
- H01R4/24—Connections using contact members penetrating or cutting insulation or cable strands
- H01R4/2416—Connections using contact members penetrating or cutting insulation or cable strands the contact members having insulation-cutting edges, e.g. of tuning fork type
- H01R4/242—Connections using contact members penetrating or cutting insulation or cable strands the contact members having insulation-cutting edges, e.g. of tuning fork type the contact members being plates having a single slot
- H01R4/2425—Flat plates, e.g. multi-layered flat plates
- H01R4/2429—Flat plates, e.g. multi-layered flat plates mounted in an insulating base
- H01R4/2433—Flat plates, e.g. multi-layered flat plates mounted in an insulating base one part of the base being movable to push the cable into the slot
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R9/00—Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, e.g. terminal strips or terminal blocks; Terminals or binding posts mounted upon a base or in a case; Bases therefor
- H01R9/22—Bases, e.g. strip, block, panel
- H01R9/24—Terminal blocks
- H01R9/2408—Modular blocks
Landscapes
- Switch Cases, Indication, And Locking (AREA)
- Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
- Steering Controls (AREA)
- Manufacturing Of Electrical Connectors (AREA)
- Connections By Means Of Piercing Elements, Nuts, Or Screws (AREA)
- Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
- Connections Arranged To Contact A Plurality Of Conductors (AREA)
- Multi-Conductor Connections (AREA)
Description
Korte aanduiding: Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen, toepasbaar op elektrische inrichtingen.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op verbeteringen die zijn aangebracht in terminalsystemen die van toepassing zijn op elektrische inrichtingen, die in wezen gebaseerd zijn op de rechtstreekse invoeging van de elektrische geleider in het terminalcontact door perforatie of snijden van de isolerende coating van de geleider middels een meenemersysteem wat hieronder beschreven wordt.
10 Nu en voor doeleinden van het zover mogelijk verlagen van de kosten van elektrische laagspanningsinstallaties, die in het algemeen gebruikt worden voor de voorziening van voldoende elektriciteit aan appartementen, woningen, winkels, kantoren en andere soortelijke ruimten, de trend om de installatietijd te verkorten met behulp van basiselementen met modulaire structuren 15 die al dan niet ingebouwd zijn en die het mogelijk maken dat diverse elektrische mechanismen worden geïnstalleerd met zo weinig mogelijk vervanging van componenten, die allemaal gemakkelijk toegankelijk zijn en hanteerbaar tijdens installatie of extractie voor vervangingsdoeleinden.
Binnen deze context van kostenverlaging is een aanzienlijke 20 hoeveelheid werk betrokken bij het aansluiten van de elektrische geleiders op hun overeenkomstige elektrische mechanismen, zoals schakelaars, knoppen, contactdozen en andere soortelijke mechanismen, gegeven dat deze aansluiting erg bewerkelijk is vergeleken met andere handelingen die ook tijdens de installatie verricht moeten worden.
25 DOEL VAN DE UITVINDING
De verbeteringen waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft, zijn gericht op het verbeteren van de huidige systemen die worden gebruikt voor het aansluiten van elektrische geleiders die deel uitmaken van het elektrisch mechanisme dat, als deel van de installatie in het geheel, moet worden geplaatst en 30 aangesloten overeenkomstig het al eerder genoemde installatieproject.
STAND VAN DE TECHNIEK
Er moet specifiek melding worden gemaakt van octrooi EP 1523065 A1 dat is aangevraagd onder de naam 'Phoenix Contact', dat betrekking heeft op een elektrische terminalconnector waarvan de belichaming 1033561 2 vertegenwoordigend is voor de huidige stand van de techniek.
Dit Europese octrooi heeft een serie functionele beperkingen afgezien van meer complexe componenten, wat betreft de verbeteringen waarop de hieronder beschreven uitvinding betrekking heeft.
5 BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Essentiële kenmerken van de uitvinding zijn onder andere de speciale structuur en opstelling van de componenten van het terminal-connectiesysteem, die het aansluiten van de elektrische geleider snel en zeker mogelijk maken door middel van een enkele aandrijfactie, dat wil zeggen door het 10 aandrukken van een meenemer nadat eerder het uiteinde van de aan te sluiten elektrische geleider is ingevoegd in de opening die de plaatsingsbasis van de unit voor dit deel bezit, welke tegelijk een behuizing is voor de meenemer.
Door uitoefening van deze manuele druk verricht de genoemde meenemer een roterende beweging om de as ervan die bepaald wordt door de 15 borgpennen ervan. Deze heeft dan een invloed op het uiteinde van de elektrische geleider die zich binnenin het lichaam van het terminalcontact bevindt, invoeging dat verricht wordt door het open snijdeel dat zich aan het uiteinde ervan bevindt, zodanig dat de isolerende coating van de elektrische geleider wordt geperforeerd of gesneden, waardoor het benodigde contact of de aansluiting tussen de metalen 20 kabel van de geleider, die tot op dat moment totaal geïsoleerd was, en het terminalcontact tot stand wordt gebracht.
De speciale structuur van de componenten van de uitvinding maken de assemblage van verschillende uitvoeringsvormen van de belichaming mogelijk, door eenvoudig enkele van haar componenten te vervangen, maar altijd dezelfde 25 benadering te volgen, dat wil zeggen door aandrukken van de meenemer wat, zoals eerder aangegeven, leidt tot perforatie of snijden van de isolerende coating van de aan te sluiten elektrische geleider.
Deze mogelijke uitvoeringsvormen zijn inclusief de volgende: Aansluiting van een enkele terminaleenheid bestaande uit een 30 plaatsingsbasis, een terminalcontact, een meenemer en een afdekplaat, die allemaal zo zijn ontworpen dat het binnenste van de plaatsingsbasis een adequate behuizing is voor het terminalcontact plus het onderuiteinde van de meenemer, die door de afdekplaat wordt afgesloten en op zijn plaats wordt vastgezet, alles voor het aansluiten van een enkele elektrische geleider.
3
Aansluiting van een terminal eenheid met twee parallelle elementen, bestaande uit een plaatsingsbasis, met de capaciteit tot behuizing in het binnenste ervan, van de twee parallel en in dezelfde richting geplaatste terminalcontacten, volgens de regels van de techniek samengevoegd; de afdekplaat 5 die de terminalcontacten op hun plaats moet vastzetten, en twee meenemers, die identiek zijn aan die gebruikt worden in de vorige uitvoeringsvorm.
Aansluiting van een terminaleenheid met twee uitgelijnde elementen, bestaande uit een plaatsingsbasis, met de capaciteit en vorm die nodig zijn voor behuizing in het binnenste ervan van de twee na elkaar en tegenover 10 elkaar geplaatste terminalcontacten, volgens de regels van de techniek samengevoegd; de afdekplaat, die de terminalcontacten en de twee identieke meenemers op hun plaats moet vastzetten, uitgelijnd maar tegenover elkaar, op dezelfde wijze als de meenemers van de vorige uitvoeringsvormen.
Deze inrichtingen kunnen als volgt worden geplaatst: 15 samengevoegd, achter elkaar, in dezelfde richting, tegenover elkaar of uitgelijnd, waartussen de benodigde elektrische systemen optioneel geplaatst kunnen worden.
BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Voor doeleinden van het detailleren van de verschillende componenten van het terminalconnectorsysteem waarop verbeteringen van de 20 onderhavige uitvinding zijn toegepast, gaan hierbij tekeningen, waarin als niet-limitatief voorbeeld van een praktijkuitvoeringsvorm, de genoemde verbeteringen zijn vertegenwoordigd in toepassing op de drie uitvoeringsvormen van het eerder beschreven terminalconnectorsysteem.
In de genoemde tekeningen is, 25 Figuur 1 een perspectivisch en geëxplodeerd aanzicht van de enkele terminalconnectoreenheid;
Figuur 2 is een perspectivisch en geëxplodeerd aanzicht van de terminalconnectoreenheid met twee parallelle elementen;
Figuur 3 is een perspectivisch en geëxplodeerd aanzicht van de 30 terminalconnectoreenheid met twee uitgelijnde elementen;
Figuur 4 is een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht van de geassembleerde eenheid, dat de meenemer toont in de aanvankelijke of open stand;
Figuur 5 is een identiek aanzicht van de vorige figuur dat de 4 stappenserie van beweging van de meenemer toont in de tussenliggende positie, in beweging of actie;
Figuur 6 is een identiek aanzicht van figuur 4 en 5, dat de definitieve stappenserie laat zien van beweging van de meenemer, in de gesloten stand ervan; 5 Figuur 7 toont drie dihedrische projecties van de afdekpiaat van de enkelvoudige terminalconnectoreenheid;
Figuur 8 toont drie dihedrische projecties van de afdekpiaat van de eenheid met 2 parallelle elementen;
Figuur 9 is een afbeelding van drie dihedrische projecties van de 10 afdekpiaat van de eenheid met twee uitgelijnde elementen;
Figuur 10 is een doorsnede-aanzicht in een vertikaal vlak dat loopt door de as van de rotatiegeleiderpennen voor de meenemer, van de uitvoeringsvorm van de enkelvoudige terminalconnectoreenheid, dat de plaats van de genoemde meenemer ten opzichte van de plaatsingsbasis laat zien; 15 Figuur 11 is een doorsnede-aanzicht, in een ander vlak dan het vlak in de vorige figuur, van dezelfde enkelvoudige terminalconnectoreenheid, die de plaats van de afdekpiaat laat zien ten opzichte van de plaatsingsbasis;
Figuur 12 is een schematisch bovenaanzicht, dat de verschillende assemblagemogelijkheden van enkelvoudige terminalconnectoreenheden laat zien; 20 Figuur 13 is een doorsnede-aanzicht, langs een verticaal vlak dat loopt door de rotatiegeleiderpennen voor de meenemer, van de terminalconnectoreenheid met twee parallelle elementen, dat de stappenserie van beweging van de meenemers en de afdekpiaat binnenin de desbetreffende plaatsingsbasis laat zien; 25 Figuren 14 tot en met 18 tonen de opeenvolgende stappenseries van beweging die begonnen worden in figuur 14 tot op het punt waar de verschillende componenten binnenin de plaatsingsbasis gehee; op hun plaats zijn vastgezet, zoals in figuur 18;
Figuur 19 is een schematisch bovenaanzicht, dat de verschillende 30 assemblagemogelijkheden van parallelle terminalconnectoreenheden laat zien;
Figuur 20 is een schematisch bovenaanzicht, dat de verschillende assemblagemogelijkheden van uitgelijnde terminalconnectoreenheden laat zien; en
Figuur 21 is een perspectivisch aanzicht van een terminalconnectoreenheid, gemonteerd op een elektrisch mechanisme.
5
BESCHRIJVING
Volgens de eerder gedetailleerde tekeningen, hebben de verbeteringen die tot stand zijn gebracht in in elkaar grijpende terminal-connectorsystemen die van toepassing zijn op elektrische inrichtingen, waarop de 5 onderhavige uitvinding betrekking heeft, voor doeleinden van het onmiddellijk en correct uitvoeren van de invoeging van de elektrische geleider in het desbetreffende terminalcontact, door perforeren of doorsnijden van de isolerende coating van de genoemde elektrische geleider, het kenmerk dat zij zijn inclusief een piaatsingsbasis (1) die een terminalcontact (2) bevat waarop de meenemer (3) is geplaatst, 10 waarover de afdekplaat (4) is geplaatst, componenten die correct geplaatst zijn op hun desbetreffende plaats binnen de piaatsingsbasis (1).
De aan te sluiten elektrische geleider (5) wordt ingevoegd in de opening (6) aan het achterondereinde van de piaatsingsbasis (1) en bevindt zich in de behuizende ruimte (7) die wordt overgelaten door het onderuiteinde van de 15 meenemer (3), waardoor de genoemde geleider (5) wordt geplaatst totdat deze stoot tegen de eindwand (3b) die vóór de genoemde ruimte (7) sluit.
De piaatsingsbasis (1) bezit aan het onderuiteinde van de twee inwendige zijkanten ervan, ruimten (9) waarin rotatiegeleiderpennen (10) die zich aan het onderuiteinde van de meenemer (3) bevinden, zo worden ingevoegd, dat de 20 genoemde meenemer (3) roteert rondom de denkbeeldige as zoals deze bepaald wordt door de genoemde rotatiegeleiderpennen (10).
De inwendige zijkanten van de inwendige piaatsingsbasis (1) bezitten ook openingen (11), waarin de zijflensen (12) van de afdekplaat (4) moeten worden ingevoegd, waardoor deze op hun plaats worden vastgezet.
25 Verscheidene verticale (13) en horizontale (13a) driehoekige flensen zijn geplaatst in het ondergedeelte van de inwendige zijkanten van de piaatsingsbasis (1), in toevoeging aan de bodem, waardoor de ruimte die het terminalcontact (2) zal bezetten wordt begrensd, waardoor het wordt geplaatst en op zijn plaats wordt vastgezet.
30 De meenemer (3) bezit een externe vleugel (3a) die blootgesteld is en toegankelijk blijft boven het bovenuiteinde van de piaatsingsbasis (1) die de gebruiker zal bedienen door uitoefening van de voldoende druk, volgens de in figuur 4, 5 en 6 weergegeven stappenseries.
Als gevolg van de genoemde druk zal de meenemer (3) zich van de 6 aanvankelijke of open positie verplaatsen naar de tussenliggende positie van beweging en tenslotte naarde gesloten positie.
Aan de voorzijde van de genoemde meenemer (3) bevindt zich de eindwand (3b) van de gebogen bovenwand ervan, waarvan het onderuiteinde onder 5 een rechte hoek (3c) gebogen is. De geleider (5), die is ingevoegd in de ruimte (7) van de meenemer (3), blijft in de genoemde ruimte behuisd, terwijl deze tegen de eindwand (3b) is geschoven, waardoor de zone (5a) van de geleider die is omvat tussen de onder een rechte hoek (3c) gebogen wand en de ruimte (7) wordt blootgesteld.
10 De achterzijde van het terminal contact (2), dat een duidelijk verticale prismatische vorm heeft, is open opdat deze de snijwand of deel (8) van het terminal contact (2) kan omvatten.
Nadat deze zo is geassembleerd wordt de geleider (5), bij het uitoefenen van druk op de vleugel (3a) van de meenemer (3), tegen het snijdeel (8) 15 van het terminalcontact (2) geschoven, waardoor het genoemde terminalcontact wordt binnengedrongen en de isolerende coating die zich in het blootgestelde deel (5a) van de geleider bevindt, wordt geperforeerd of doorgesneden, waardoor de geleider vast komt te zitten tussen het snijdeel (8) van het terminalcontact (2) en het metalen deel of de kabel van geleider (5), en in constant contact met het terminal 20 contact (2) wordt gehouden.
Het genoemde terminalcontact (2) wordt aangevuld door een contacttong (16), die zich aan de voorzijde ervan bevindt, die gericht is naar de ingang van de plaatsingsbasis (1), waardoor dit terminalcontact (2) wordt geplaatst onderaan de plaatsingsbasis (1), tussen de verticale (13) en horizontale (13a) 25 driehoekige flenzen, en onbeweeglijk gemaakt door de inwerking van andere hellende ondervleugels (17) die zich bevinden op de dekplaat (4) die op het terminalcontact (2) rust.
De genoemde afdekplaat (4) heeft twee zijflenzen (12) die grenzen aan de bovenzijde ervan, die dankzij de flexibiliteit van het materiaal onder druk 30 worden ingevoegd in de desbetreffende holten (11) van de plaatsingsbasis (1) waardoor ze totaal vast blijven zitten op hun plaats.
De genoemde afdekplaat (4) bezit aan de bovenzijde ervan, ook een longitudinale groef (18), met twee paar naar binnen gerichte uitbreidingen (18a) die bepalend zijn voor drie mogelijke bewegingen van de beugel (14) die de externe 7 vleugel (3a) van de meenemer (3) steunt, zoals eerder beschreven en duidelijk in figuur 1 is weergegeven.
De verbeteringen waarop de uitvinding betrekking heeft, maken minimaal drie uitvoeringsvormen van belichaming mogelijk: de hieronder 5 beschreven enkelvoudige terminalconnectoruitvoeringsvorm, de terminalconnector-uitvoeringsvorm met twee parallelle elementen, volgens figuur 2 en de terminalconnectoruitvoeringsvorm met twee uitgelijnde elementen, volgens figuur 3.
In de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm, bestaat de samenstelling uit een plaatsingsbasis (1a), in dit geval twee terminalcontacten (2a) 10 breder, welke parallel zijn samengevoegd, en een afdekplaat (4a) die de behuizing is van 2 meenemers (3), die identiek zijn aan die van de enkelvoudige terminalconnectoruitvoeringsvorm.
In de uitvoeringsvorm met twee uitgelijnde elementen, volgens figuur 3, bestaat de samenstelling uit een plaatsingsbasis (1d) met twee 15 terminalcontacten (2b), die zijn samengevoegd en in tegengestelde richtingen zijn uitgelijnd, en een afdekplaat (4b), die ook de respectievelijke behuizing is van twee meenemers (3), die identiek zijn aan de eerder beschreven meenemers. De plaatsingsbasis (1a) van de uitvoeringsvorm die bestond uit twee terminalcontacten (2a) (figuur2) bezit, aan het onderuiteinde van de binnenzijkanten ervan, holten (9a) 20 waarin de buitengelegen rotatiegeleidepennen (10) van de meenemers (3) moeten worden ingevoegd. De genoemde plaatsingsbasis (1a) bezit ook bovengelegen zijholten (11a) voor invoeging onder druk, dankzij de flexibiliteit van het materiaal dat de zijvleugels (12a) van de afdekplaat (4a) omvat, en bezit onderaan ook een centrale projectie (15) die het mogelijk maakt dat de terminalcontacten (2a) 25 gescheiden worden geplaatst en onbeweeglijk worden gemaakt door de verticale (13) en horizontale (13a) driehoekige flenzen, die zich bevinden aan de zijkanten van de genoemde centrale projectie (15) en op de desbetreffende plaats van de interne zijkanten van de plaatsingsbasis (1a).
De al eerder genoemde plaatsingsbasis (1a) bezit twee openingen 30 (6) voor de inbreng van de desbetreffende geleiders (5), die zich in het achteronder gelegen bevinden en, daartussen, een borgpen (19) voor doeleinden van het door middel van druk of elastische capaciteit en door middel van een wigeffect, aanvoegen van een centrale verticale ondergelegen ondersteuning (20) van de afdekplaat (4a), waardoor de eenheid onbeweeglijk wordt gemaakt.
8
Deze bewerking dient te worden verricht zodra de terminalcontacten (2a) en de meenemers (3) binnen in de plaatsingsbasis (1a) zijn geplaatst, en de afdekplaat (4a) op zijn plaats is bevestigd zodat de samenstelling zo wordt verzegeld, dat de genoemde afdekplaat wordt geblokkeerd wanneer de zijflenzen 5 (12a) onder druk in de zijholten (11a) worden ingevoegd, zoals eerder aangegeven.
In deze uitvoeringsvorm, bezit de genoemde afdekplaat (4a), aan de bovenzijde ervan, twee longitudinale sleuven (22), die parallel en identiek zijn, met twee paar uitbreidingen (22a), die bepalend zijn voor drie mogelijke bewegingen voor elk van de beugels (14) van de externe vleugels (3b) van de meenemer (3), 10 waardoor de positie van de genoemde spieën wordt vastgezet zoals eerder beschreven, zoals vertegenwoordigd in figuur 4 tot en met 6.
Verder bezit deze afdekplaat (4a) ook hellende ondervleugels (17a) die door de desbetreffende terminalcontacten (2a) op hun definitieve plaats worden ondersteund en onbeweeglijk gemaakt.
15 De genoemde centrale ondergelegen verticale ondersteuning (20), bezit, aan beide zijkanten, verscheidene holten (20a) waarin de ondergelegen rotatiegeleide pennen (10) van beide meenemers (3) moeten worden ingevoegd, waardoor het mogelijk wordt gemaakt dat deze vrij roteren, en bezit ook een sleuf (23) die buiging van de gehele samenstelling mogelijk maakt zoals getoond in de 20 positiestappen in figuur 13 tot en met 15, wanneer de eenheid die gevormd wordt door de spie (30) en afdekking (4a) wordt ingevoegd in de ruimte van de plaatsingsbasis (1a). Eerst maakt deze buiging het mogelijk dat de rotatiegeleidepennen (10) voor de meenemer (3) worden ingevoegd in het inwendige van de respectievelijke holten (9a) van de plaatsingsbasis (1a) terwijl de borgpen (19), onmiddellijk na 25 buiging van de samenstelling, wordt ingebracht in de sleuf (23), daarbij handelende als een wig die de buiging die nodig is om de eenheid eruit te trekken, voorkomt.
Het terminalcontact (2a) bestaat uit twee lichamen die identiek zijn aan het eerder beschreven enkelvoudige terminalcontact (2), die parallel zijn geplaatst en hun desbetreffende snijdeel (8) bezitten. Verscheidene aan elkaar 30 (16b) gevoegde contacttongen (16a) steken zodanig uit het ondergedeelte van de genoemde lichamen, dat de eenheid gericht is naar de ingang van de plaatsingsbasis (1a).
In de derde mogelijke uitvoeringsvorm dat wil zeggen degene die bestaat uit een terminalconnector met twee uitgelijnde elementen, zoals 9 weergegeven in figuur 3, bezit de plaatsingsbasis (1b) een langwerpige rechthoekige parallellepipedum-vorm, die aan alle vier kanten gesloten is, met uitzondering van een centrale open zone (24) op een van de zijwanden (25) ervan, waar een zijflens (16d) van de gemeenschappelijke contacttong (16c) die deze 5 samenvoegt aan de terminalconnectors, geplaatst wordt.
In deze uitvoeringsvorm van twee uitgelijnde elementen, bestaat het terminalcontact 2b uit twee lichamen die identiek zijn aan het eenheidsvormige of enkelvoudige terminalcontact (2), die na elkaar en in tegenovergestelde richtingen geplaatst zijn, waarbij hun respectievelijke snijdeel (8) en de genoemde 10 gemeenschappelijke tong (16c) uitsteken uit het ondergedeelte van beide, die zijwaarts worden uitgebreid door de zijflens (16d).
In dit geval bezit de afdekplaat (4b), aan de bovenzijde ervan, twee identieke longitudinale groeven (26) die symmetrisch geplaatst zijn, waarbij elk twee uitbreidingen (26a) bezit die bepalend zijn voor drie mogelijke bewegingen voor elk 15 van de desbetreffende beugels (14) van de externe vleugels (3a) van de meenemers (3). Dit bepaalt de plaatsing van de meenemers (3) boven hun afdekplaat (4b), op dezelfde wijze als de eerder beschreven afdekplaten (4 en 4a).
De genoemde afdekplaat (4b) bezit verscheidene ondergelegen hellende vleugels (17b) die, terwijl ze worden ondersteund door de respectievelijke 20 terminalcontacten (2b), op de bodem van de plaatsingsbasis (1b) vastgezet zijn tussen de verticale (13) en horizontale (13a) driehoekige flenzen.
Deze in elkaar grijpende samenstellingen van een terminal-connectorsysteem, volgens de wezenlijke kenmerken van de uitvinding, kunnen ofwel naar binnen gericht achterelkaar worden geplaatst, zoals getoond in figuur 12 25 en 19, of zijwaarts langs elkaar, zoals getoond in figuur 20.
Deze verschillende samenstellingsmogelijkheden zullen het ook mogelijk maken dat er elektrische systemen (26) tussen worden geplaatst.
Nu dat we het doel van de uitvinding in voldoende detail beschreven hebben, moeten we er op wijzen dat de praktische uitvoeringsvorm van deze 30 verbeteringen niet wordt gewijzigd door een variatie in grootte, vorm en afwerking, afgezien van het type en de kwaliteit van de materialen, waarbij de genoemde wezenlijke kenmerken in de hiernavolgende conclusies worden samengevat.
1033561
Claims (14)
1. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal-connectorsystemen, toepasbaar bij elektrische inrichtingen, voor het doel van het 5 invoegen van de geleider in het terminalcontact, door het perforeren of doorsnijden van de isolerende coating van de genoemde geleider, met het kenmerk, dat het bestaat uit het binnen een plaatsingsbasis (1), bij voorkeur rechthoekig en parallellepipedum-vormig, plaatsen van een enkelvoudig terminalcontact (2) waarboven een meenemer (3) is geplaatst en vastgezet door middel van een 10 afdekplaat (4), zo geassembleerd dat de elektrische geleider (5) die moet worden aangesloten op de inrichting, die eerder is ingevoegd in een opening (6) die is gemaakt in de plaatsingsbasis (1) en in de ruimte (7) die overeenkomt met de meenemer (3) totdat deze stoot tegen de eindwand (3b) die de genoemde ruimte (7) afsluit, zo wordt geplaatst dat de meenemer (3), waarop met de hand van buiten 15 druk wordt uitgeoefend, de genoemde elektrische geleider tegen het snijdeel (8) van het terminalcontact duwt, waardoor de isolerende coating van de geleider (5) wordt geperforeerd of doorsneden, waardoor contact wordt gemaakt tussen de geleiderkabel en het terminalcontact (2).
2. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal-20 connectorsystemen, volgens de vorige conclusie, met het kenmerk, dat de plaatsingsbasis (1) aan het ondergelegen uiteinde van de interne zijkanten ervan, verscheidene holten(9) heeft voor de inbreng van de rotatiegeleidepennen (10) die de meenemer (3) aan het ondergelegen uiteinde heeft, afgezien van twee zijholten (11) voor het onder druk invoegen van zijflensen (12) van de afdekplaat, en 25 verscheidene verticale (13) driehoekige flenzen, die zich in de interne zijkanten ervan bevinden, en andere horizontale (13a) driehoekige flenzen die zich op de bodem bevinden voor het op zijn plaats vastzetten van het terminalcontact (2)
3. Verbeteringen tot stand gebracht in in elkaar grijpende terminal-connectorsystemen, volgens de vorige conclusies, met het kenmerk, dat de 30 meenemer (3) een externe vleugel (3a) heeft die boven de plaatsingsbasis (1) blijft blootgesteld, en die handmatig onder druk wordt bediend vanaf de aanvankelijke of open stand ervan tot aan de laatste of gesloten stand ervan, terwijl deze loopt door een tussenliggende bedieningsstand, waarbij de genoemde meenemer (3) rotatiegeleiderpennen (10) heeft die bepalend zijn voor een denkbeeldige as ten 1033561 opzichte waarvan de meenemer (3) roteert en een ruimte (7), die intern is afgesloten door het uiteinde (3b) van de bovengelegen gebogen wand van de spie (3f), waarbij het onderuiteinde (3c) ervan onder een rechte hoek is gebogen, waarin de geleider (5) geplaatst wordt, waarbij deze tegen het uiteinde ervan (3b) stoot en een 5 blootgestelde zone (5a) van de geleider (5) overlaat tussen de onder een rechte hoek (3c) gebogen wand en de ruimte (7), zodanig dat de geleider (5), bij het uitoefenen van druk op de vleugel (3a) van de meenemer (3), tegen het snijdeel (8) van het terminalcontact (2) wordt geduwd, waarbij deze het binnendringt en de isolerende coating in de genoemde blootgestelde zone (5a) van de geleider (5) 10 perforeert of doorsnijdt, waardoor contact wordt gemaakt tussen de interne metalen kabel en het terminalcontact (2).
4. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal-connectorsystemen, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het terminalcontact (2) wordt aangevuld door een contacttong (16) die zich aan de voorzijde ervan 15 bevindt, en die gericht is naar de ingang van de plaatsingsbasis (1), waarbij het genoemde terminalcontact (2) geplaatst is onderaan de genoemde plaatsingsbasis (1) en vast is gezet door de werkzaamheid van de ondergelegen hellende vleugels (17) van de afdekplaat (4), die worden ondersteund door het terminalcontact (2).
5. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal- 20 connectorsystemen, volgens conclusie 1, 2 en 4, met het kenmerk, dat de afdekplaat (4) twee zijwaarts uitstekende flenzen (12) heeft aan de bovenzijde ervan, welke onder druk worden ingevoegd in de desbetreffende holten (11) die de plaatsingsbasis (1) voor dat doel heeft, welke aan de bovenzijde ervan ook een longitudinale groef (18) heeft met twee paar uitbreidingen (18a) die bepalend zijn 25 voor drie mogelijke bewegingen van de beugel (14) van de buitenvleugel (3a), waarbij de meenemer (3) gepositioneerd wordt.
6. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zij uitvoeringsvormen van terminalconnectors mogelijk maken met twee parallelle elementen en 30 terminalconnectors met twee uitgelijnde elementen, waarbij de eerste een voldoende brede plaatsingsbasis (1a) bezitten voor het behuizen van twee terminalcontacten (2a) die parallel zijn samengevoegd en een afdekplaat (4a), tezamen met twee meenemers die identiek zijn aan die van de enkelvoudige uitvoeringsvorm van de terminalconnector (2), terwijl de tweede uitvoeringsvorm o*» twee uitgelijnde elementen heeft binnenin een plaatsingsbasis (1b) met twee in tegengestelde richtingen samengevoegde en uitgelijnde terminalcontacten (2b) en een afdekplaat (4b), tezamen met twee meenemers (3), die ook identiek zijn aan die van de enkelvoudige uitvoeringsvorm van de terminalconnector.
7. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen, volgens conclusie 1, 2 en 6, met het kenmerk, dat de plaatsingsbasis (1a) van de terminalconnector met twee parallelle elementen verscheidene holten (9a) heeft die zich bevinden in het onderuiteinde van hun interne zijkanten, waarin de externe rotatiegeleiderpennen (10) van de meenemers 10 (3) worden ingevoegd, afgezien van andere zijwaartse holten (11a) voor het onder druk invoegen van de zijwaartse uitstekende flenzen van de afdekplaat (4a), waarbij de genoemde plaatsingsbasis (1a) onderaan ook een centrale projectie (15) heeft voor het gescheiden positioneren van de terminalcontacten (2a) en ook is vastgezet door middel van andere verticale (13) driehoekige flenzen die geplaatst zijn aan de 15 zijden van deze centrale projectie (15) en zich bevinden op de plaats die overeenkomt met de interne zijkanten van de plaatsingsbasis (1a), tezamen met andere horizontale (13a) driehoekige flenzen, en aan het onderuiteinde en tussen de twee openingen (6) voor de elektrische geleiders (5) ook een borgpen (19) heeft, waarbij de centrale ondergelegen verticale ondersteuning (20) van de afdekplaat 20 (4a) door druk en elastische capaciteit vast komt te zitten wanneer deze in de sluitstand gezet wordt, nadat eerder de twee terminalcontacten (2a) binnenin de plaatsingsbasis (1a) geplaatst zijn.
8. Verbeteringen tot stand gebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen, volgens conclusie 1, 5, 6 en 7, met het kenmerk, dat de 25 afdekplaat (4a), voor de uitvoeringsvorm van de terminalconnector met twee parallelle elementen, aan de bovenzijde ervan twee parallelle en identieke sleuven (22) heeft met twee paar uitbreidingen (22a) die bepalend zijn voor drie mogelijke bewegingen voor elk van de beugels (14) van de buitenvleugels (3a) van de twee meenemers (3), waardoor bij gevolg de genoemde spieën op hun plaats worden 30 vastgezet, waarbij de genoemde afdekplaat (4a) ook verscheidene ondergelegen hellende vleugels (14a) heeft die de terminalcontacten (2a), de zijflensen (12a) die onder druk in de desbetreffende holten (11a) van de plaatsingsbasis (1a) zijn ingebracht, vastzetten, en een centrale ondergelegen verticale steun (20) hebben, op de zijkanten waarvan zich verscheidene ruimten (20) bevinden voor het invoegen van de ondergelegen rotatie-geleiderpennen (10) van beide meenemers (3) die de gewenste rotatie mogelijk maken.
9. Verbeteringen tot stand gebracht in in elkaar grijpende terminal-connectorsystemen, volgens de vorige conclusie, met het kenmerk, dat de centrale 5 verticale steun (20) van de afdekplaat (4a) een sleuf (23) heeft die wanneer de eenheid die wordt gevormd door de afdekking (4a) en de meenemer (3) binnenin de plaatsingsbasis (1a) is geplaatst, buiging van de gehele samenstelling mogelijk maakt, waardoor het zo wordt mogelijk gemaakt dat de rotatiegeleidepennen (10) van de meenemers (3) worden ingevoegd in de desbetreffende holten (9a) van de 10 plaatsingsbasis (1a), terwijl onmiddellijk na buiging van de samenstelling, de borgpen (19) in de sleuf (23) wordt ingebracht, waardoor wordt voorkomen dat de samenstelling de buiging verricht (3-4a) die nodig is om de eenheid er vervolgens uit te kunnen trekken.
10. Verbeteringen tot stand gebracht in in elkaar grijpende terminal-15 connectorsystemen, volgens conclusie 1, 4, 6, 7 en 8, met het kenmerk, dat de uitvoeringsvorm van de terminalconnector met twee parallelle elementen bestaat uit een terminalcontact (2a) dat bestaat uit twee identieke, parallel geplaatste, lichamen, die identiek zijn aan enkelvoudige terminalcontacten (2) en een snijdeel (8) heeft en verscheidene contacttongen (16a) die uit de onderuiteinden van beide 20 uitsteken, samengevoegd door contact (16b) en gericht naar de ingang van de plaatsingsbasis (1a).
11. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal-connectorsystemen volgens conclusie 1, 2 en 6, met het kenmerk, dat de plaatsingsbasis (1b), voor de uitvoeringsvorm van de terminalconnector met twee 25 uitgelijnde elementen, een langwerpige parallellepipedumvorm heeft, die aan alle vier de zijden gesloten is met uitzondering van een centrale open zone (24) aan een van de zijwanden (25), door welke de zijflens (16d) van de gemeenschappelijke tong (16c) van de terminalcontacten (2b) geplaatst is, waarbij de genoemde plaatsingsbasis (1b) in het ondergedeelte van de interne zijkanten ervan, die 30 grenzen aan de tegenover elkaar liggende hoeken, twee paar holten (9b) heeft voor het in voegen van de rotatiegeleidepennen (10) van de twee meenemers (3), afgezien van twee paar zijholten (11b) voor het onder druk invoegen van vier zijflensen (12b) van de afdekplaat (4b), en verscheidene verticale (13) en horizontale (13a) driehoekige flenzen die aan de bodem geplaatst zijn, voor doeleinden van het positioneren van de desbetreffende terminalcontacten (2b).
12. Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen, volgens conclusie 1, 4, 6 en 11, met het kenmerk, dat de terminalcontacten (2b) in de uitvoeringsvorm van de terminalconnector met twee 5 uitgelijnde elementen, bestaat uit twee identieke lichamen die tegenover elkaar zijn uitgelijnd, op dezelfde manier als de enkelvoudige terminalcontacten (2), waarvan de desbetreffende snijgedeelten (8) en dezelfde enkelvoudige contacttong (16c) met een zijflens (16d) gericht is naar de centrale opening (24) van de zijwand (25) van de plaatsingsbasis (1b).
13. Verbeteringen tot stand gebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen, volgens conclusie 1, 5, 6, 11 en 12, met het kenmerk, dat de afdekplaat (4b) in de uitvoeringsvorm van de terminalconnector en twee uitgelijnde elementen, twee identieke longitudinale groeven (26) heeft aan de bovenzijde ervan, uitgelijnd en symmetrisch ten opzichte van een denkbeeldig centraal vlak, met twee 15 paar uitbreidingen (26a) die bepalend zijn voor drie mogelijke bewegingen voor elk van de beugels (14) van de buitenvleugels (3a) van de twee meenemers (3), die deze in elke fase van de aansluiting stevig op hun plaats houden, waarbij de genoemde afdekplaat (4b) ook verscheidene ondergelegen vleugels (17b) heeft die de desbetreffende terminalcontacten (2b) en beide zijwaarts uitstekende flenzen 20 (12b) vastzetten, welke onder druk in de desbetreffende holten (11b) van de plaatsingsbasis (1b) ingevoegd worden.
14. Verbeteringen tot stand gebracht in in elkaar grijpende terminal- connectorsystemen volgens conclusie 1 en 6, met het kenmerk, dat de in elkaar grijpende terminalconnectorsysteem-samenstellingen na elkaar, tegenover elkaar of 25 zijwaarts naast elkaar geplaatst worden, waardoor het mogelijk wordt dat een tussenliggend elektrisch systeem (26) ertussen wordt geplaatst. 1033561
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
ES200600710A ES2316227B1 (es) | 2006-03-21 | 2006-03-21 | Perfeccionamientos introducidos en los sistemas de embornado por enclavamiento, aplicables a dispositivos electricos. |
ES200600710 | 2006-03-21 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1033561A1 NL1033561A1 (nl) | 2007-09-24 |
NL1033561C2 true NL1033561C2 (nl) | 2007-12-18 |
Family
ID=38481091
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1033561A NL1033561C2 (nl) | 2006-03-21 | 2007-03-20 | Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminalconnectorsystemen, toepasbaar op elektrische inrichtingen. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
CN (1) | CN101075705B (nl) |
AT (1) | AT504074B1 (nl) |
BE (1) | BE1017300A7 (nl) |
DE (1) | DE102007013414A1 (nl) |
ES (1) | ES2316227B1 (nl) |
FR (1) | FR2899023A1 (nl) |
IT (1) | ITTO20070206A1 (nl) |
MA (1) | MA29070B1 (nl) |
NL (1) | NL1033561C2 (nl) |
PL (1) | PL382031A1 (nl) |
PT (1) | PT103695B (nl) |
RU (1) | RU2424608C2 (nl) |
TR (1) | TR200701812A2 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
RU2516229C2 (ru) * | 2008-04-02 | 2014-05-20 | Симон, С.А. | Электрический механизм переключателя на три направления с устройством быстрого соединения |
ES1067708Y (es) * | 2008-04-02 | 2008-09-16 | Simon Sa | Mecanismo electrico de doble interruptor, con embornamiento rapido |
ES1067707Y (es) * | 2008-04-02 | 2008-09-16 | Simon Sa | Mecanismo electrico de interruptor de cruce, provisto de un dispositivo de embornado rapido |
ES1067727Y (es) * | 2008-04-08 | 2008-09-16 | Simon Sa | Mecanismo electrico interruptor/pulsador o conmutador con embornamiento rapido |
CN101853747B (zh) * | 2009-04-01 | 2014-04-02 | 西蒙股份公司 | 设置有快速连接装置的三通电气开关机构 |
PT105296A (pt) | 2010-09-17 | 2012-03-19 | Jsl Material Electrico S A | Ligador de condutores eléctricos |
DE102016109364A1 (de) * | 2016-05-20 | 2017-11-23 | Berker Gmbh & Co. Kg | Elektrisches/elektronisches Installationsgerät |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0274948B1 (fr) * | 1986-12-15 | 1992-09-30 | Telemecanique | Connecteur par déplacement d'isolant pour câble monoconducteur |
DE20312123U1 (de) * | 2003-08-01 | 2003-10-09 | Phoenix Contact Gmbh & Co | Elektrische Klemme |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH690213A5 (de) * | 1995-07-13 | 2000-05-31 | Reichle & De Massari Fa | Modularer Kontaktträger zur lötfreien Schneid-Klemm-Andrahtung elektrischer Leiter. |
WO1998033235A1 (de) * | 1997-01-22 | 1998-07-30 | Siemens Aktiengesellschaft | Anschlussvorrichtung für mindestens eine nicht abisolierte leitung |
WO1999004455A1 (en) * | 1997-07-18 | 1999-01-28 | The Whitaker Corporation | Distribution or cross-connection assembly |
US6254421B1 (en) * | 1998-06-29 | 2001-07-03 | The Whitaker Corporation | Connector assembly having pivoting wire carrier with position detents |
US6152760A (en) * | 1999-03-23 | 2000-11-28 | The Whitaker Corporation | Pivoting wire carrier for aerial drop wire and terminal therefor |
US6406324B1 (en) * | 2001-03-13 | 2002-06-18 | Tyco Electronics Corporation | Insulation displacement connector terminal block |
DE10347668B4 (de) * | 2003-10-09 | 2005-12-29 | Phoenix Contact Gmbh & Co. Kg | Elektrische Klemme |
-
2006
- 2006-03-21 ES ES200600710A patent/ES2316227B1/es not_active Expired - Fee Related
-
2007
- 2007-03-20 MA MA29764A patent/MA29070B1/fr unknown
- 2007-03-20 NL NL1033561A patent/NL1033561C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2007-03-20 BE BE2007/0130A patent/BE1017300A7/fr not_active IP Right Cessation
- 2007-03-20 AT AT0043807A patent/AT504074B1/de not_active IP Right Cessation
- 2007-03-20 IT IT000206A patent/ITTO20070206A1/it unknown
- 2007-03-20 RU RU2007110203/07A patent/RU2424608C2/ru not_active IP Right Cessation
- 2007-03-20 PT PT103695A patent/PT103695B/pt active IP Right Grant
- 2007-03-20 DE DE102007013414A patent/DE102007013414A1/de not_active Withdrawn
- 2007-03-21 FR FR0702051A patent/FR2899023A1/fr not_active Withdrawn
- 2007-03-21 CN CN200710103539XA patent/CN101075705B/zh not_active Expired - Fee Related
- 2007-03-21 TR TR2007/01812A patent/TR200701812A2/xx unknown
- 2007-03-21 PL PL382031A patent/PL382031A1/pl unknown
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0274948B1 (fr) * | 1986-12-15 | 1992-09-30 | Telemecanique | Connecteur par déplacement d'isolant pour câble monoconducteur |
DE20312123U1 (de) * | 2003-08-01 | 2003-10-09 | Phoenix Contact Gmbh & Co | Elektrische Klemme |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN101075705A (zh) | 2007-11-21 |
ES2316227B1 (es) | 2009-10-19 |
RU2424608C2 (ru) | 2011-07-20 |
ES2316227A1 (es) | 2009-04-01 |
PL382031A1 (pl) | 2007-10-01 |
BE1017300A7 (fr) | 2008-05-06 |
ITTO20070206A1 (it) | 2007-09-22 |
TR200701812A2 (tr) | 2007-10-22 |
PT103695A (pt) | 2007-09-28 |
FR2899023A1 (fr) | 2007-09-28 |
AT504074B1 (de) | 2009-11-15 |
AT504074A2 (de) | 2008-02-15 |
CN101075705B (zh) | 2012-02-01 |
RU2007110203A (ru) | 2008-09-27 |
MA29070B1 (fr) | 2007-12-03 |
DE102007013414A1 (de) | 2008-02-21 |
NL1033561A1 (nl) | 2007-09-24 |
PT103695B (pt) | 2008-02-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1033561C2 (nl) | Verbeteringen aangebracht in in elkaar grijpende terminalconnectorsystemen, toepasbaar op elektrische inrichtingen. | |
EP2104962B1 (en) | Electrical connector and connector assembly | |
US6873510B2 (en) | Power distribution panel with modular elements | |
US6004162A (en) | Assembly for installation and plug connector casings or for screwing onto wall surfaces | |
CN100481636C (zh) | 带锁定机构的插件及光收发机 | |
MX2013015049A (es) | Centro de carga neutral de conectadores que tiene un riel neutral giratorio retenido por una barera dielectrica de dos piezas. | |
JP2538820B2 (ja) | モジュラジャック形コネクタおよびその製作方法 | |
JPS6286900A (ja) | モジユ−ル型電気装置ブロツクの組付け装置 | |
JP7068542B2 (ja) | ヒンジ付きバスバーアセンブリ | |
EP2164136B1 (en) | Double-grip electrical interconnection clamp | |
US6946602B1 (en) | Quadrifold housing assembly for electronics | |
JP6698691B2 (ja) | モジュラ壁システムおよびそのシステムに使用するためのパネル体 | |
KR101638043B1 (ko) | 레버 작동식 전기 센터 조립체 | |
EP2696359B1 (de) | Elektrischer schalter und verfahren zum montieren einer schalteinheit eines elektrischen schalters | |
CN111613956B (zh) | 插拔组件 | |
CN116704895A (zh) | 一种显示装置 | |
WO2020024780A1 (zh) | 一种模块插座 | |
EP3037304B1 (en) | Electrical junction box for vehicle | |
CN1838495B (zh) | 配电板 | |
US3340436A (en) | Electrical component modules | |
ITTO20000599A1 (it) | Connettore elettrico. | |
JP6874059B2 (ja) | コネクタ | |
BE1027439B1 (nl) | Elektrisch of elektronisch apparaat | |
WO2008003383A1 (en) | Activatable electrical plug connection for an airbag connection | |
CA2263899A1 (en) | Center with pivoting control device and method |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20071016 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20160401 |