NL1033448C2 - Jaloezie-inrichting. - Google Patents

Description

JALOEZIE-INRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een jaloezie-inrichting, en meer in het bijzonder op een jaloezie-inrichting met een scherm dat kan worden opgevouwen en ontvouwen en dat op een willekeurige hoogte kan worden 5 gehouden.

Een conventionele jaloezie-inrichting omvat een flexibel scherm dat kan worden opgevouwen en ontvouwen en een contragewicht dat op het scherm is aangebracht om een kracht te leveren tegen de opwindkracht van een opwindmechanisme in. 10 Aangezien het contragewicht van de conventionele jaloezie-inrichting vast is aangebracht op het scherm en niet kan worden opgevouwen, is een grote hoeveelheid verpakkingsmateriaal nodig en zijn de eisen ten aanzien van opslagruimte van de conventionele jaloezie-inrichting nogal 15 zwaar.

Daarom is de doelstelling van de huidige uitvinding het beschikbaar maken van een jaloezie-inrichting met een scherm dat kan worden opgevouwen en ontvouwen en met een contragewicht waarvan de componenten kunnen worden verwijderd 20 uit het scherm om het samenstellen en het uit elkaar nemen van de jaloezie-inrichting te vergemakkelijken om de hoeveelheid verpakkingsmateriaal te verkleinen en om de eisen ten aanzien van de opslagruimte van de jaloezie-inrichting te verlagen.

25 Overeenkomstig de onderhavige uitvinding wordt er voorzien in een jaloezie-inrichting die een bovenste frame-element, een flexibel scherm, meerdere hefstaven, een vouwbediening en een contragewicht omvat. Het flexibele scherm kan worden opgevouwen en ontvouwen en het heeft een 1033448 2 boveneinde dat is verbonden met het bovenste frame-element. Het scherm omvat meerdere schermgedeelten in de vorm van een verticale kolom. Aangrenzende schermdelen zijn onderling verbonden. Elke liftstaaf wordt op zijn plaats gehouden bij 5 een verbinding van een tweetal aangrenzende, bij elkaar horende schermgedeelten van het scherm. De opvouwbediening omvat een opwindmechanisme dat is gemonteerd op het bovenste frame-element en tenminste één trekkoord dat is verbonden met het opwindmechanisme en achtereenvolgens met de hefstaven.

10 Het optrekkoord heeft een uiteinde dat wordt vastgehouden aan de bovenkant van een onderste van de schermgedeelten. Het opwindmechanisme oefent een opwindkracht uit op de trekkoorden. Het contragewicht is aangebracht op het onderste van de schermgedeelten om een kracht te leveren tegen de 15 opwindkracht van het opwindmechanisme in.

Het contragewicht omvat verticaal lopende linker en rechter zij staven die respectievelijk zijn aangebracht bij de linker en rechter randen van het onderste van de schermgedeelten en een horizontaal lopende onderstaaf die op 20 zijn plaats wordt gehouden aan de onderrand van het onderste van de schermgedeelten en die is aangebracht om een opwaartse kracht op de onderbalk over te brengen op de linker en rechter zijbalken. Het contragewicht kan worden omgebouwd vanuit een scherm-strektoestand, waarbij het onderste van de 25 schermgedeelten door de linker en rechter zij staven wordt opgespannen, naar een scherm-vouwtoestand, waarbij het mogelijk is geworden het onderste van de schermdelen in een verticale richting op te vouwen.

Het onderste van de schermdelen omvat een 30 hoofdgedeelte met linker en rechter zijranden en een tweetal verticaal lopende flappen die respectievelijk uitsteken vanaf de linker en rechter randen. Elk van de verticaal lopende flappen kan losneembaar worden vastgezet aan het 3 hoofdgedeelte en als het is vastgezet aan het hoofdgedeelte vormt het een verticaal lopende plooi bij de bijbehorende linker of rechter zijrand. De linker en rechter zijstaven worden respectievelijk losneembaar in de verticaal lopende 5 plooien gestoken, zodat de linker en rechter zijstaven het onderste van de schermdelen opspannen als ze zich in de verticaal lopende plooien bevinden, terwijl het onderste van de schermdelen in een verticale richting kan worden opgevouwen als de zijstaven zijn verwijderd uit de verticaal 10 lopende plooien.

Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de nu volgende gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringen met verwijzing naar de begeleidende tekening, waarin: 15 Fig. 1 een perspectivisch achteraanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering van een jaloezie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een gedeeltelijk uit elkaar getrokken perspectivisch aanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering, 20 waarin het contragewicht en een onderste schermdeel van het scherm zijn weergegeven;

Fig. 3 een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering dat laat zien hoe een zijstaaf, een onderstaaf, een onderste hefstaaf en een koppelstuk 25 worden samengevoegd;

Fig. 4 een zijaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering, dat verduidelijkt hoe het scherm eruit ziet als het is opgevouwen, terwijl het contragewicht in de scherm-vouwtoestand is gebracht; 30 Fig. 5 een gedeeltelijk uit elkaar getrokken perspectivisch aanzicht is van de tweede voorkeursuitvoering van een jaloezie-inrichting overeenkomstig de huidige 4 uitvinding, waarin de configuratie van het contragewicht en van de onderste hefstaaf zijn verduidelijkt; en

Fig. 6 een gedeeltelijk perspectivisch achteraanzicht is van de derde voorkeursuitvoering van een jaloezie-5 inrichting overeenkomstig de huidige uitvinding, waarbij de koppeling ervan is weergegeven.

Voordat de huidige uitvinding in meer detail wordt beschreven, wordt de aandacht erop gevestigd, dat dezelfde elementen door de gehele beschrijving heen worden aangeduid 10 met dezelfde referentiegetallen.

Zoals in fig. 1, fig. 2, en fig. 3 is aangegeven omvat de eerste voorkeursuitvoering van een jaloezie-inrichting overeenkomstig de huidige uitvinding een bovenste frame-element 2, een flexibel scherm 3 dat kan worden 15 opgevouwen en ontvouwen en dat een bovenste einde heeft dat is verbonden met het bovenste frame-element 2, meerdere hefstangen 4, die op het scherm 3 zijn aangebracht, een opvouwbediening 5 die is gemonteerd op het bovenste frame-element 3 en die kan worden gebruikt voor het opvouwen van 20 het scherm 3 en een contragewicht 6 dat is aangebracht op het onderste gedeelte van het scherm 3.

Het scherm 3 omvat meerdere afschermende secties 31 in de vorm van een verticale kolom. Aangrenzende afschermende secties 31 zijn onderling verbonden. Het scherm 3 is voorzien 25 van meerdere, horizontaal lopende plooien 33 waarin stangen kunnen worden gestoken die telkens zijn aangebracht bij een verbinding van een tweetal aangrenzende, bij elkaar behorende, afschermende secties 31. Een afschermende sectie 31 die zich helemaal onderaan bevindt en waarnaar voortaan 30 zal worden verwezen als de onderste afschermende sectie, en die wordt aangeduid door het referentiegetal 32 is aan de onderrand ervan voorzien van een horizontaal lopende plooi 34. In deze uitvoeringsvorm is het scherm 3 gemaakt van een 5 geweven materiaal, omvat het vijf afschermende secties 31 en is het voorzien van vier plooien 33 waarin stangen kunnen worden gestoken. De plooien 33 waarin stangen kunnen worden gestoken, worden bij de verbinding van afschermende secties 5 31 gemaakt door het materiaal eerst te vouwen en vervolgens te naaien. De horizontaal lopende plooi 34 bij de onderrand van de onderste afschermende sectie 32 wordt opgemaakt door het materiaal te vouwen en vervolgens te naaien.

Elke hefstang 4 wordt op zijn plaats gehouden bij een 10 verbinding van een bijbehorend aangrenzend tweetal afschermende secties 31 van het scherm 3. In deze uitvoeringsvorm zijn er vier hefstangen 4 (slechts twee zichtbaar in fig. 1) en de hefstangen 4 worden respectievelijk ondergebracht in de horizontaal lopende 15 plooien 33 voor het onderbrengen van stangen.

Op de onderste afschermende sectie 32 van het scherm 3 is een contragewicht 6 aangebracht om tegenwicht te vormen tegen de opwindkracht van het opwindmechanisme 5. Het contragewicht 6 omvat verticaal lopende linker en rechter 20 zijstangen 61 die respectievelijk zijn aangebracht bij de linker en rechter randen van het onderste afschermende gedeelte 32 en een horizontaal lopende onderstang 62 die op zijn plaats wordt gehouden bij een onderrand van de onderste afschermende sectie 32 en die is aangebracht om een opwaartse 25 drukkracht uit te oefenen op de linker en rechter zijstangen 61. De onderstang 62 wordt ondergebracht in de horizontaal lopende plooi 34 van het onderste schermgedeelte 32 van het scherm 3. Het contragewicht 6 omvat verder een tweetal koppelstukken 63 die elk een linker of een rechter uiteinde 30 van de onderstang 62 losneembaar verbinden met een bijbehorend ondereind van een linker of een rechter zij stang 61.

6

Het onderste afschermende gedeelte 32 omvat een half deel 321 met linker en rechter randen en een tweetal verticaal lopende flappen 322 die respectievelijk uitsteken vanaf de linker en rechter randen. Elk van de verticaal 5 lopende flappen 322 kan losneembaar worden vastgezet op het hoofddeel 321 en als het verbonden is met het hoofddeel 321 vormt het bij de bijbehorende linker of rechter rand een verticaal lopende plooi 323. Het onderste schermdeel 32 heeft verder twee koppelingen 326 voor het losneembaar koppelen van 10 de verticaal lopende flappen 322 aan het hoofddeel 321. De linker en rechter zijstangen 61 van het contragewicht 6 vallen respectievelijk losneembaar in de verticaal lopende plooien 323.

Het contragewicht 6 kan worden omgebouwd vanuit een 15 scherm-strektoestand (zoals getoond in fig. 1), waarbij het onderste schermgedeelte 32 door de linker en rechter zijstangen 61 wordt opgespannen naar een scherm-vouwtoestand (zoals getoond in fig. 4), waarbij het contragewicht 4 het opvouwen van het onderste schermgedeelte 32 in een verticale 20 richting niet verhinderd. Wanneer de linker en rechter zijstangen 61 zijn ondergebracht in de verticaal lopende plooien 323 bevindt het contragewicht 6 zich in de scherm-strektoestand. Als de linker en rechter zijstangen 61 worden verwijderd uit de verticaal lopende plooien 323 bevindt het 25 contragewicht 6 zich in de scherm-vouwtoestand. Als het contragewicht 6 zich in de scherm-strektoestand bevindt, houdt de rechthoekige constructie die wordt gevormd door het samenstel van de linker en rechter zijstangen 61, de onderstang 62, de koppelstukken 63 en een onderste van de 30 hefstangen 4 (waarnaar voortaan zal worden verwezen als de onderste hefstang 4), het onderste schermgedeelte 32 in een gestrekte toestand.

7

Zoals in fig. 2 en fig. 3 is aangegeven steken de tegenover elkaar gelegen einden van de onderste hefstang 4 uit de bijbehorende plooi 33 voor het onderbrengen aan een hefstang, dat wil zeggen uit de onderste stangplooi 33. In de 5 tegenover elkaar gelegen einden van de onderste hefstang 4 zijn twee sleuven 41 aangebracht waarin de boveneinden van de linker en rechter zij stangen 61 losneembaar kunnen worden ingestoken. Bij de linker en rechter einden van de onderstang 62 van het contragewicht 6 zijn respectievelijk twee primaire 10 groeven 621 aangebracht (slechts één zichtbaar in fig. 2).

Elk van de koppelstukken 63 omvat een centraal gedeelte 631 en een uitstekende pen 632 die is verbonden met het centrale gedeelte 631 en die in een dwarse richting losneembaar in een bijbehorende primaire groef 621 van de onderstang 62 kan 15 worden gestoken. Het centrale gedeelte 631 is voorzien van een tweede groef 633, waarin het ondereind van een bijbehorende linker of rechter zij stang 61 losneembaar kan worden ondergebracht. Het ondereind van elk van de linker en rechter zijstangen 61 worden nu allereerst neerwaarts 20 ingestoken in de tweede groef 633 in het centrale gedeelte 631 van het bijbehorend koppelstuk 63 en het boveneind van elk van de linker en rechter zijstangen 61 wordt vervolgens naar voren toe in de bijbehorende sleuf 41 van de onderste hefstang 4 geduwd, zodat het boveneind langs zijn omtrek 25 wordt ingeklemd. Er wordt hier gewezen op het feit dat fig. 2 een achteraanzicht is van het onderste schermgedeelte 32 en het contragewicht 6. In deze uitvoeringsvorm bestaat de onderstang 62 van het contragewicht 6 uit een holle staaf met aan beide einden insteekopeningen. De insteekopeningen hebben 30 eenzelfde functie als de primaire groeven 621.

Bovendien omvat elk van de verticaal lopende flappen 322 een koppelgedeelte 324 dat losneembaar kan worden vastgezet aan het hoofdgedeelte 321 en een vouwgedeelte 325 8 dat zich uitstrekt tussen het koppelgedeelte 324 en de bijbehorende linker of rechter zijrand. Als het koppelgedeelte 324 wordt verbonden met het hoofdgedeelte 321 wordt het vouwgedeelte 325 zo gevouwen dat de bijbehorende 5 verticaal lopende plooi 323 ontstaat. Het onderste schermdeel 32 omvat verder twee koppelingen 326, elk met een eerste koppelelement 327 dat is aangebracht op het koppelgedeelte 324 van een bijbehorende verticaal lopende flap 322, en een tweede koppelelement 328 dat is aangebracht op een 10 achteroppervlak van het hoofdgedeelte 321 en dat losneembaar kan worden verbonden met het eerste koppelelement 327. Als de eerste en tweede koppelelementen 327, 328 van een bijbehorende koppeling 326 met elkaar worden verbonden, wordt het vouwgedeelte 325 van elk van de verticaal lopende flappen 15 322 gevouwen, zodat de bijbehorende verticaal lopende plooi 323 ontstaat. Het eerste koppelelement 327 van elke koppeling 326 kan het haakgedeelte of het lusgedeelte van een klittenbandset zijn en het tweede koppelelement 328 van elk van de koppelingen 327 is dan het andere element van de 20 klittenbandset. De klittenbandstrippen kunnen losneembaar met elkaar worden verbonden. Zoals het best is weergegeven in fig. 2 is in de eerste voorkeursuitvoering het eerste koppelelement 327 van elke koppeling het haakjesdeel en is het tweede koppeldeel 328 van elke koppeling 326 een 25 lusgedeelte. Als dan de eerste en tweede koppelelementen 327, 328 van elke koppeling 326 met elkaar worden verbonden, wordt het vouwgedeelte 325 van de bijbehorende verticaal lopende flap 322 gevouwen, zodat de bijbehorende verticaal lopende plooi 323 ontstaat. Als anderzijds de eerste en tweede 30 koppelelementen 327, 328 van elke koppeling 326 van elkaar worden losgenomen kan het vouwgedeelte 325 van de bijbehorende verticaal lopende flap 322 worden open gevouwen, 9 zodat de bijbehorende linker of rechter zijstang 61 bloot komt te liggen.

Terugkerend naar fig. 1 blijkt dat de vouwbediening 5 een opwindmechanisme 51 omvat dat is gemonteerd op het 5 bovenframe-element 2 en tenminste één trekkoord 53, dat is verbonden met het opwindmechanisme 51 en vervolgens met de hefstaven 4. Het trekkoord 53 heeft een uiteinde dat vast zit aan de bovenkant van het onderste schermdeel 32. Het trekkoord 53 kan naar boven toe worden opgewonden als het 10 opwindmechanisme 51 er een opwindkracht op uitoefent en het kan omlaag worden getrokken wanneer gebruik wordt gemaakt van de onderstaaf 62 van het contragewicht 6 om er een neerwaartse kracht op uit te oefenen. Bovendien omvat de jaloezie-inrichting verder een positioneereenheid 7 met 15 meerdere ringen 71. Elk van de ringen 71 is aangebracht op een verbinding van een bijbehorend naast elkaar gelegen stel schermelementen 31 van het scherm 3. Het trekkoord 53 loopt achtereenvolgens door de ringen 71 zodanig dat het uiteinde ervan vast wordt gehouden door de onderste van de ringen 71 20 die zich bevindt aan de bovenzijde van het onderste schermdeel 32. In deze uitvoeringsvorm omvat het opwindmechanisme 51 twee trekkoorden 53 en de positioneereenheid 7 omvat twee sets ringen 71, waarbij elke set vier ringen 71 omvat. Elk van de trekkoorden 53 loopt 25 achtereenvolgens door de ringen 71 van een bijbehorende set, zodat het uiteinde ervan wordt vastgehouden bij de onderste van de ringen 71 in de bijbehorende set.

In gebruik kan het scherm 3 van de jaloezie-inrichting worden opgevouwen en worden ontvouwen door de 30 onderstaaf 62 omhoog te duwen of door de onderstaaf 62 omlaag te trekken. Meer in het bijzonder wordt een opwaartse verplaatsing van de onderstaaf 62 overgebracht op de linker en rechter zijstangen 61, hetgeen resulteert in een opwaartse 10 beweging van het onderste schermdeel 32 van het scherm 3, waardoor achtereenvolgens de schermdelen 31 van onder naar boven worden opgevouwen. Anderzijds resulteert een neerwaartse verplaatsing van de onderstaaf 62 in een 5 neerwaartse verplaatsing van het onderste schermdeel 32 van het scherm 3, waardoor de schermdelen 31 achtereenvolgens van boven naar beneden worden uitgevouwen. Aangezien de kracht die door het contragewicht 6 wordt uitgeoefend op de trekkoorden 53 zo is gekozen dat ze in evenwicht is met de 10 opwindkracht die door het opwindmechanisme 51 op de trekkoorden 53 wordt uitgeoefend, kan als de onderstaaf 62 op een willekeurige hoogte wordt vastgehouden, het scherm 3 op de gebruikelijke wijze in een toestand worden gehouden waarbij er een bepaald gewenst oppervlak van het scherm 3 is 15 uitgevouwen. Aangezien het opvouw-/afvouwmechanisme van de jaloezie-inrichting niet verschilt van die van een conventionele jaloezie-inrichting, en bekend zal zijn bij diegenen die op dit gebied deskundig zijn, worden ter wille van de beknoptheid verdere details daarvan hier weggelaten.

20 Vooral voor het verlagen van eisen ten aanzien van verpakkingsmaterialen en opslagruimte voor de jaloezie-inrichting, zijn de zijstangen 61 zo ontworpen dat ze kunnen worden verwijderd van de verticaal lopende plooien 323, teneinde het contragewicht 6 om te vormen vanuit de scherm-25 strektoestand, die het best is te zien in fig. 1, naar de scherm-vouwtoestand, die het best is te zien in fig. 4. In het bijzonder worden, om het contragewicht 6 te veranderen van de scherm-strektoestand in de scherm-vouwtoestand, de eerste en tweede koppelelementen 327, 328 van elk van de 30 koppelingen 326 van elkaar losgenomen, zodat het mogelijk wordt het vouwgedeelte 325 van de bijbehorende verticaal lopende flap 322 open te vouwen, zodat de bijbehorende linker of rechter zij stang 61 bloot komt te liggen en uit het 11 onderste schermdeel 32 kan worden verwijderd. Vervolgens worden de boveneinden van de linker en rechter zij stangen 61 losgenomen uit de sleuven 41 in de onderste hefstang 4 en worden de ondereinden van de linker en rechter zij stangen 61 5 respectievelijk losgenomen uit de tweede sleuven 633 in de centrale gedeelten 631 van de koppelstukken 63. Vervolgens worden de hefstaven 4 respectievelijk verwijderd uit de horizontaal lopende plooien 33 en wordt de onderstaaf 62 verwijderd uit de horizontaal lopende plooi 34. Het onderste 10 schermdeel 32 van het scherm 3 wordt nu niet meer ondersteund door de linker en rechter zij stangen 61 en het kan onbelemmerd worden opgevouwen. Bijgevolg kunnen, zodra de linker en rechter zijstangen 61, de onderstang 62 en de hefstangen 4 respectievelijk zijn verwijderd uit de 15 bijbehorende verticaal lopende plooien 323, de horizontaal lopende plooi 34 en de horizontaal lopende plooi 33, de schermdelen 31 van het scherm achtereenvolgens worden opgevouwen, hetgeen resulteert in een betrekkelijk compacte jaloezie-inrichting die gemakkelijk kan worden vervoerd of 20 opgeslagen en daarmee nemen, in vergelijking met de stand van de techniek, de benodigde hoeveelheid verpakkingsmateriaal en de transportkosten af en wordt de benodigde opslagruimte kleiner.

In een ander opzicht worden, bij het ontwerp met de 25 verticaal lopende flappen 322 waarvan het koppelgedeelte 324 losneembaar kan worden vastgezet aan het hoofdgedeelte 321, een snelle en nauwkeurige montage en demontage van de linker en rechter zijstangen 61 aan de onderste hefstang 4 en aan de onderstaaf 62 vergemakkelijkt. Bovendien worden, als de 30 verticaal lopende flappen 322 worden vastgezet aan het hoofdgedeelte 321, de linker en rechter zijstangen 61 volledig aan het oog onttrokken door de verticaal lopende plooien 323 die daarbij ontstaan.

12

Zoals in fig. 5 is aangegeven verschilt een tweede voorkeursuitvoering van een jaloezie-inrichting overeenkomstig de huidige uitvinding van de eerste voorkeursuitvoering in de configuratie van het contragewicht 5 6' en de onderste hefstang 4' . In deze uitvoeringsvorm hebben zowel de onderbalk 62' als de linker en rechter zijbalken 61' van het contragewicht 6' en U-vormige doorsnede. De openingen van de linker en rechter zijbalken 61' zijn naar elkaar toe gekeerd. Elke koppeling 63' wordt losneembaar omklemd door 10 het ondereinde van de bijbehorende linker of rechter zijbalk 61' en door het bijbehorende linker of rechter einde van de onderbalk 62'. Elke koppeling 63' omvat een waaiervormig hoofdgedeelte 631' en twee insteekgedeelten 632', die uitsteken vanaf het hoofdgedeelte 631' en die ten opzichte 15 van elkaar onder een rechter hoek staan. Elk insteekgedeelte 632' wordt losneembaar omklemd door hetzij de onderbalk 62', de linker zijbalk 61' of de rechter zijbalk 61'. De onderste hefstaaf 4' heeft een U-vormige doorsnede, waarvan de opening is gekeerd naar de openingszijde van de onderbalk 62'. Het 20 contragewicht 6' omvat verder een tweetal koppelingen 63' die elk een bijbehorend einde van de onderste hefbalk 4' losneembaar verbinden met het boveneinde van een bijbehorende linker of rechter zijbalk 60' . Om de linker en rechter zijbalken 61' los te nemen van de onderbalk 62' en de 25 onderste hefbalk 4' wordt elk van de linker en rechter zijbalken 61' zijdelings weggetrokken, zodat de onder- en boveneinden ervan loskomen van de bijbehorende koppelstukken 63'. Op een geschikt moment kunnen de koppelstukken 63 worden losgemaakt van de onderbalk 62' en van de onderste hefbalk 4' 30 als de jaloezie-inrichting uit elkaar wordt genomen.

De tweede voorkeursuitvoering van de jaloezie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan daarom ook gemakkelijk in elkaar worden gezet of uit elkaar worden 13 genomen en daarmee worden voordelen behaald in de vorm van een geringere hoeveelheid verpakkingsmateriaal en lagere eisen ten aanzien van transport en opslag van de jaloezie-inrichting.

5 Zoals in fig. 6 is weergegeven zitten de verschillen tussen de derde voorkeursuitvoering van een jaloezie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding en de eerste voorkeursuitvoering in de koppeleenheden 326'. In deze uitvoeringsvorm is het eerste koppelelement 327' van elke 10 koppeling 326' (slechts één zichtbaar in fig. 6) het mannetje of het vrouwtje van een drukknoopset en is het tweede koppelelement 328' van elke koppeling 326' het andere element van een drukknoopset. Meer specifiek is het eerste koppelelement 327' een mannetje en is het tweede 15 koppelelement 328' en vrouwtje van een drukknoopset.

Resumerend geldt, dat als er maar wordt gestreefd de hoeveelheid verpakkingsmateriaal en de eisen ten opzichte van de opslagruimte van de jaloezie-inrichting te verlagen, het contragewicht 6 (6') wordt omgebouwd vanuit de scherm-20 strektoestand (zoals getoond in fig. 1) naar de scherm-vouwtoestand (als getoond in fig. 4) door de linker en rechter zijstaven 61 (61') te verwijderen. Daartoe is het koppelgedeelte 324 van elk van de verticaal lopende flappen 322 losneembaar verbonden met het hoofdgedeelte 321 om een 25 snel en nauwkeurig losnemen van de linker en rechter zijbalken 61 (61') van de onderbalk 62 (62') en van de onderste hefstaaf 4 (4') te vergemakkelijken, zodat de schermdelen 31 van het scherm 3 achtereenvolgens kunnen worden opgevouwen om de afmeting ervan kleiner te maken, 30 waardoor de hoeveelheid verpakkingsmateriaal, de transportkosten en de opslagruimte in vergelijking met de stand van de techniek worden gereduceerd.

1033448

Claims (11)

1. Jaloezie-inrichting, omvattende: een bovenste frame-element (2); een flexibel scherm (3) dat kan worden opgevouwen en ontvouwen en dat een boveneind heeft dat is verbonden met het 5 bovenste frame-element (2), waarbij het scherm (3) meerdere schermdelen (31) omvat in de vorm van een verticale kolom en waarbij naast elkaar gelegen schermdelen (31) onderling zijn verbonden; meerdere hefstaven (4), die elk op hun plaats worden 10 gehouden daar waar een aangrenzend tweetal bij elkaar horende schermdelen (31) van het scherm (3) samenkomen; een opvouw-bediening (5) met een opwindmechanisme (51) dat is gemonteerd op het bovenste frame-element (2), en tenminste één trekkoord (53) dat is verbonden met het 15 opwindmechanisme (51) en achtereenvolgens met de hefstaven (4), waarbij het optrekkoord (53) een uiteinde heeft dat op zijn plaats wordt gehouden aan de bovenkan van het onderste van de schermdelen (31), waarbij het opwindmechanisme (51) een opwindkracht uitoefent op het optrekkoord (53); en 20 een contragewicht (6) dat is aangebracht op het onderste van de schermdelen (31) om een tegenkracht te leveren tegen de opwindkracht van het opwindmechanisme (51); waarbij het contragewicht (6) verticaal lopende linker en rechter zijstaven (61) omvat die respectievelijk 25 zijn aangebracht aan de linker en rechter randen van het onderste van de schermdelen (31), en een horizontaal lopende onderstaaf (62) die op zijn plaats wordt gehouden aan een onderrand van het onderste van de schermdelen (31) en dat is aangebracht om een opwaartse drukkracht vanuit de onderstaaf 30 (62) over te brengen op de linker en rechter zijstaven (61); waarbij het contragewicht (6) kan worden omgebouwd 1033448 vanuit een scherm-strektoestand, waarbij het onderste van de schermdelen (31) door de linker en rechter zijstaven (61) wordt opgespannen naar een scherm-vouwtoestand, waarbij het contragewicht (6) het opvouwen van het onderste van de 5 schermdelen (31) in een verticale richting toelaat; waarbij het onderste van de schermdelen (31) een hoofdgedeelte (321) omvat met linker en rechter zijranden en een tweetal verticaal lopende flappen (322) die respectievelijk uitsteken vanuit de linker en rechter 10 zijranden, waarbij elk van de verticaal lopende flappen (322) losneembaar is verbonden met het hoofdgedeelte (321) en, als ze is verbonden met het hoofdgedeelte (321), een verticaal lopende plooi (323) vormt bij de bijbehorende linker of rechter zijrand, waarbij de linker en rechter zijstaven (61) 15 respectievelijk verwijderbaar worden ondergebracht in de verticaal lopende plooien (323), zodat de linker en rechter zijstaven (61) het onderste van de schermdelen (31) opspannen als ze zich in de verticaal lopende plooien (323) bevinden en het opvouwen van het onderste van de schermdelen (31) in de 20 verticale richting toelaten wanneer ze uit de verticaal lopende plooien (323) zijn verwijderd.

2. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de verticaal lopende flappen (322) een koppelgedeelte (324) omvat dat losneembaar is gekoppeld aan 25 het hoofdgedeelte (23) en een vouwgedeelte (325) dat zich uitstrekt tussen het koppelgedeelte (324) en de bijbehorende linker of rechter zijrand, waarbij het vouwgedeelte (325), wanneer het koppelgedeelte (324) wordt verbonden met het hoofdgedeelte (321), zo wordt gevouwen dat de bijbehorende 30 verticaal lopende plooi (323) ontstaat).

3. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het onderste van de schermdelen (31) verder twee koppelingen (326) omvat die elk een eerste koppelelement (327) omvatten dat is aangebracht op het koppelgedeelte (324) van een bijbehorende verticaal lopende flap (322) en een tweede koppelelement (328) dat is aangebracht op een achteroppervlak van het hoofdgedeelte (321) en dat 5 losneembaar is gekoppeld aan het eerste koppelelement (327), waarbij het vouwgedeelte (325) van elke verticaal lopende flap (322), als de eerste en tweede koppelelementen (327, 328. van de bijbehorende koppeling (326) met elkaar zijn gekoppeld, zo wordt gevouwen dat de bijbehorende verticaal 10 lopende plooi (323) ontstaat.

4. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste koppelelement (327) van elke koppeling (326) het haakgedeelte of het lusgedeelte van een klittenbandbevestiging vormt en waarbij het tweede 15 koppelelement (328) van elke koppeling (326) het andere van de haak- of lusgedeelten van de klittenbandbevestiging vormt.

5. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste koppelelement (327) van elke koppeling (326) het mannelijke of het vrouwelijke gedeelte 20 van een drukknoopbevestiging vormt en waarbij het tweede koppelelement (328) van elke koppeling (326) het andere van de mannelijke en vrouwelijke delen van de drukknoopbevestiging vormt.

6. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat het scherm (3) is voorzien van meerdere horizontaal lopende plooien (33) waarin staven kunnen worden gestoken die elk zijn aangebracht daar waar een tweetal aangrenzende, bij elkaar behorende schermdelen (31) bij elkaar komen, om daarin 30 een hefstaaf (4) onder te brengen; waarbij het onderste van de schermdelen (31) van het scherm (3) is voorzien van een horizontaal lopende plooi (34) aan de onderkant ervan, zodat daarin de onderstaaf (62) kan worden ondergebracht; en waarbij de jaloezie-inrichting verder een positioneereenheid (7) omvat met meerdere ringen (71), waarbij elke ring (71) is aangebracht daar waar een tweetal 5 aangrenzende, bij elkaar horende schermdelen (31) van het scherm (3) samenkomen, en waarbij er een trekkoord (53) achtereenvolgens door de ringen (71) loopt, zodat het eind ervan wordt vastgehouden bij het onderste van de ringen (71), die is aangebracht aan de bovenkant van de onderste van de 10 schermdelen (31).

7. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het contragewicht (6, 6') verder een tweetal koppelstukken (63, 63') omvat, die elk een bijbehorend linker of rechter uiteinde van de onderstaaf (62, 62') losneembaar 15 verbindt met een ondereind van een bijbehorende linker of rechter zijstaaf (61, 61').

8. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de onderstaaf (62) van het contragewicht (6) is 20 voorzien van twee primaire groeven (621), respectievelijk aan de linker en rechter uiteinden ervan; elk koppelstuk (63) een centraal gedeelte (631) omvat, waarin een secundaire groef (633) is aangebracht, zodat ze losneembaar kan worden verbonden met een ondereind 25 van een bijbehorende linker of rechter zijstaaf (61) en een uitstekende pen (632) die losneembaar doorloopt in een bijbehorende primaire groef (621) in de onderstaaf (62); en een onderste van de hefstaven (4) is voorzien van twee sleuven (41) aan de tegenover elkaar gelegen uiteinden 30 ervan, waarbij elke sleuf (41) losneembaar verbonden kan worden met een boveneind van een bijbehorende linker of rechter zijstaaf (61) tegenover het ondereind.

9. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elke onderstaaf (62') en de linker en rechter zijstaven (61' ) een ü-vormige doorsnede hebben, waarbij elk koppelstuk (63') losneembaar omklemd wordt door het ondereind 5 van een bijbehorende linker of rechter zijstaaf (61') en door een bijbehorend linker of rechter uiteinde van de onderstaaf (62' ) .

10. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elk koppelstuk (63') een waaiervormig 10 hoofdgedeelte (631') omvat en twee insteekgedeelten (632'), die uitsteken vanuit het hoofdgedeelte (631') en ten opzichte van elkaar onder een rechte hoek staan, waarbij elk insteekgedeelte (632') losneembaar wordt omklemd door de onderstaaf (62') en door de linker zijstaaf (61') of de 15 rechter zijstaaf (61').

11. Jaloezie-inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het onderste van de hefstaven (4') een U-vormige dwarsdoorsnede heeft en waarbij het contragewicht (6') verder een tweetal koppelstukken (63') omvat, die elk een 20 bijbehorend eind van het onderste van de hefstaven (4') losneembaar verbindt met een boveneind van een bijbehorende linker of rechter zijstaaf (61') tegenover het ondereind daarvan. 1033448