NL8420183A - Decoratief gordijnsysteem van geweven stof. - Google Patents

Description

4 V T u v » » NL 32.469 WO-dV/Vo/rvdv v 4

Decoratief gordijnsysteem van geweven stof

Achtergrond en doelstellingen van 3e uitvinding

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op gordijnen voor deuren, ramen en dergelijke, en meer in het bijzonder op gordijnen van geweven stof die in de vorm van 5 modulen of meervoudige secties zijn vervaardigd en die paarsgewijs toepasbaar zijn om ramen, deuren en muurvlakken zijdelings te flankeren of voor andere decoratieve doeleinden, met of zonder afhangende randen, waarbij de paren gordijnmodulen zowel in de samengetrokken als de uitgeschoven of gesloten 10 stand tenminste twee verticale langwerpige vlakke panelen van geweven stof vormen, die ter plaatse van elke verticale rand zijdelings worden begrensd door gordijnnaden, die in een gemeenschappelijk verticaal vlak blijven en die grenzen aan samenklapbare panelen van gelijke grootte, die in de gesloten 15 stand van de gordijnen in hetzelfde gemeenschappelijke verticale vlak zijn gelegen.

Hierom zijn gordijnen van. geweven stof, die· gewoonlijk zijn bedoeld, voor decoratief gebruik in huizen, zoals bijvoorbeeld voor het omlijsten van ramen, deuren, meu-20 bilair, kunstwerken of voor andere decoratieve doeleinden, gewoonlijk gevormd uit grote, lappen of weefsels van geweven stof, die in de nabijheid van de top bijeen zijn gebracht in plooien om het gebruikelijke gegolfde of geplooide gordijnuiterlijk te bieden, wanneer de gordijnen in de volledig uit-25 geschoven of gesloten stand zijn gebracht., en die het uiterlijk van een dicht bijeen gebrachte. verzameling van compacte vouwen van geweven stof aannemen.in de samengetrokken of samengeklapte stand wanneer ze in de nabijheid van de buitenste uiteinde van de dwarsstanginrichting, waarop ze zijn aange-30 bracht, naar de samengetrokken stand zijn getrokken.

De uitvinding beoogt een gordijnsysteem van geweven stof te verschaffen, dat een uniek decoratief, uiterlijk bezit, door een paar van gordijnmodulen van geweven stof te verschaffen, die moeten worden opgehangen aan een conventionele gor-35 dijndwarsstanginrichting, waarbij elke gordi.jnmodule, bijvoorbeeld, drie gordijnpanelen van geweven stof bevat, die zich over de hele hoogte van de gordijnmodule uitstrekken om buitenwaarts gerichte nagenoeg vlakke panelen te vormen, die ter 8420133 i vv -2- plaatse van hun verticale randen in dwarsrichting zijn begrensd door gordijnnaden, waarbij het middelste paneel van de drie panelen achterwaarts vouwbaar is tot in een samengeklapte stand .wanneer, het gordijn is samen getrokken naar. de geopen-5 de stand,: terwijl tenminste het buitenste paneel, dat grenst aan, het middelste paneel, in. een volledig uitgeschoven vlakke stand, wordt gehouden, zodat de buitenste.· panelen van het paar altijd in een gemeenschappelijk verticaal vlak blijven.

Een andere doelstelling van. de uitvinding is het 10 verschaffen van een nieuwe gordijnmoduleconstructie van geweven stof, zoals is. beschreven in de. onmiddellijk hieraan voorafgaande alinea.,, waarbij de drie gordi-jnpanelen. van geweven stof in de. volledig-uit geschoven, of. gesloten., stand van het gordijnmodulepaar in het gemeenschappelijke, verticale vlak 15 zijn gelegen dat wordt gevormd, door de twee buitenste panelen, en waarbij het middelste paneel, nagenoeg dezelfde horizontale breedte en verticale hoogte bezit als. de twee zijdelings flankerende panelen.

Andere doelstellingen, voordelen en mogelijkheden 20 van de uitvinding zullen duidelijk, worden uit de hierna volgende gedetailleerde beschrijving, die samen met de erbij behorende tekeningen een voorkeursuitvoering van de uitvinding toont.

Korte beschrijving van de figuren 25 Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een paar decoratieve gordijnmodulen van geweven stof, die een eerste uitvoeringsvorm van de gordljninrichting volgens, de uitvinding vormen, in de uitgeschoven of geprojecteerde stand;

Figuur 2 is een frontaal perspectivisch aanzicht 30 hiervan, waarbij deze wordt getoond in de samengetrokken of geopende stand;

Figuur 3 is een horizontaal achteraanzicht van een van deze gordijnmodulen, waarbij deze in de .uitgeschoven stand is getoond; 35 Figuur 4 is een bovenaanzicht van een dergelijke mo dule, waarbij deze in de. uitgeschoven stand is getoond;

Figuur 5 is een bovenaanzicht van de module, waarbij deze in de samengetrokken stand is getoond; en 8420183 * -3-

Figuur 6 en 7 zijn frontale perspectivische aanzichten van een tweede uitvoeringsvorm van de gordijninrichting volgens de uitvinding.

Gedetailleerde beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm 5 Verwijzend naar de tekeningen/ waarin gelijke refe- rentienummers in de diverse figuren overeenkomstige delen aanduiden, bevat, de uitvoeringsvorm van de decoratieve gordijn-module-inrichting van geweven stof volgens de uitvinding, die is getoond in de figuren 1-5, een paar gordijnmodulen of sec-10 ties van gelijke constructie, die zijn aangeduid door de re-ferentienummers 10 en 11, en die in de getoonde uitvoeringsvorm elk uit een enkel weefsel of lap van geweven stof 12 met een geschikte kleur en textuur zijn gevormd, die kan zijn bekleed met een kunststof bedekking die in de voorkeursuitvoe-15 ringsvorm op. de geweven stof is gesmeltlast, om dit de gewenste stij fheid te verschaffen. Elke module 10, 11 bestaat uit drie vlakke, in verticale richting langgerekte frontale panelen 13, 14, 15 met een in het algemeen rechthoekige, in verticale richting langgerekte vorm, die zich. over de gehele 20 hoogte van de module of sectie uitstrekken, en die aan beide tegenover elkaar gelegen verticale randen van elk paneel zijn begrensd, door gordijnnaden 16, 17,- 18 en 19. Ter plaatse van de begrenzingen langs de tegenover elkaar gelegen, verticale randen van het middenpaneel of het tussenpaneel 14 zijn zich 25 achterwaarts uitstrekkende lusvormige vouwen 20 en 21 aangebracht, bijvoorbeeld door nauwere panelen van geweven stof tussen de naden 17a, 17b en 18a, 18b ter plaatse van de verticale randen van de frontale panelen 13, 14 respectievelijk 14 en 15>aan te brengen, die samen iets vormen wat lijkt op 30 dubbele verticale naden 17 en 18 ter plaatse van de tegenover elkaar gelegen dwarsranden van het middenpaneel 14.

In een praktisch voorbeeld kan de breedte van de frontpanelen 13, 14 en 15 1\ inch bedragen, terwijl de breedte van de vouwvormende panelen 20a, 21a, die de zich achterwaarts 35 uitstrekkende, lusvormige vouwen 20, 21 vormen 6 inch kan bedragen.. De lusvormige vouwen 20 en 21 kunnen op gunstige wijze worden gevormd door beugels of pennen,, die weergegeven zijn met 22, die de lusvormige vouwen 20, 21 ter plaatse van hun 8420183 -4- £ * voorste uiteinden in de buurt van de naden 17 en 18 sluiten. Deze beugels, of pennen 22 kunnen ter plaatse van het boveneinde en- het ondereinde zijn aangebracht en pennen of andere geschikte middelen,. die niet- zijn getoond, kunnen op geschik-5 te in verticale richting op afstanden van elkaar gelegen punten langs, de naden 17 en 18 zijn aangebracht om het gewenste uiterlijk te bieden.. De gordijnmodulen of. secties 10, 11 zijn ter plaatse, van de tegenover elkaar gelegen buitenste randen eveneens voorzien van in achterwaartse richting uitstekende 10 nauwe eindpanelen of; terugkeerpanelen 23,. 23a, die zich in achterwaartse richting vanaf de tegenover elkaar gelegen eind-naden. 16 en 19, bijvoorbeeld over een afstand van 3§ inch, uitstrekken, zodat het gordijn van. geweven stof naar een stand terugkeert., die-in hoofdzaak in één vlak ligt met de wand, 15 waarop de dwarsstanginrichting, die bijvoorbeeld, is weergegeven door de gestippelde lijnen in fig. 3 ter plaatse van 24, is bevestigd en in hoofdzaak overeenkomend met de mate, waarin de dwarsstanginrichting in buitenwaartse richting uitsteekt van de wand. Zoals blijkt uit de fig. 4 en 5 strekken de te-20 rugkeer- of eindpanelen 23, 23a zich in achterwaartse richting over in hoofdzaak. dezelfde diepte als. de lusvormige vouwen 20, 21 uit vanuit het gemeenschappelijke· verticale vlak van de frontpanelen 13, 15. Zoals is getoond kunnen.de gordijnmodulen of secties bij voorkeur door middel van de gebruikelijke gor-25 dijnhaken, die zijn aangeduid met 25, op de dwarsstanginrichting zijn bevestigd, welke gordijnhaken puntvormige pengedeel-ten hebben, die in de geweven stof van. de gordijnen moeten worden, gestoken, en omgekeerde U-vormige gedeelten,, die kunnen worden aangebracht in openingen, die daartoe in de conventio-30 nele verschuifbare oogdelen'van de dwarsstanginrichting zijn voorzien,, die. verschuiven in de dwarsstanggeleidingsbaan.

Teneinde de zijdelingse, of flankerende, panelen 13, 15 als. vlakke buitenwaarts· gerichte panelen in het gemeenschappelijke vlak van de gordijnpanelen 13-15 te handhaven, wanneer 35 de gordijnen zich in de samengetrokken, of geopende stand bevinden, zijn in hoofdzaak. L-vormige verstijvingsdelen 26, die bijvoorbeeld' uit. kunststof zijn vervaardigd, aan de bovenste randdelen van de buitenste -frontpanelen 13 en de aangrenzende, 8420183 * ^ -5- zich in achterwaartse richting uitstrekkende, eindpanelen 23 bevestigd, evenals aan de binnenste frontpanelen 15 en hun aangrenzende, zich achterwaarts uitstrekkende, panelen 23a, indien deze aanwezig zijn, waardoor een samenklappen van de 5 buitenste of flankerende panelen 13, 15 wordt verhinderd, wanneer de dwarsstanginrichting wordt geactiveerd om de gordijnen naar de samengeklapte of samengetrokken stand te. trekken. Deze verstijvingsdelen 25 bevatten een voorste verstijvingsbeen 26a en een zich in achterwaartse richting uitstrekkend ver-10 stijvingsbeen 26b, dat op. elke geschikte wijze kan worden bevestigd aan de, de buitenste panelen. 13, 15 vormende, geweven stof 12-, bijvoorbeeld door de relatief dunne, verstijvingsbenen 26a, 26b vast te grijpen tussen het pendeel en het haakdeel van de haken 25, door welke de gordijnmodulen zijn bevestigd aan de opening 15 in de verschuifbare oogdelen van de dwarsstang 24.. In het getoonde voorbeeld zijn de L-vormige verstijvingsdelen 26 voorzien van een doorzetting of getande ribbe 26c ter plaatse van het buigpunt tussen de benen 26a, 26b, die uitsteekt in deze benen en stijfheid aan het dunne kunststofdeel 26 verleent.

20 Wanneer de gordijnmodulen of secties 10, 11 zich in de uitgeschoven of gesloten stand bevinden,, die in de fig. 1, 3 en 4 is getoond, bevinden de drie frontpanelen 13, 14 en 15 zich allemaal in de volledige breedte en. zijn zij in het gemeenschappelijke verticale vlak geplaatst, waardoor een attrac-25 tief uiterlijk met drie panelen voor. elke gordijnmodule of paneel wordt geboden. Wanneer de modulen of secties naar de samengetrokken of geopende stand worden getrokken, die in de fig. 2 en 5 is getoond, vouwt het middelste frontpaneel 14 van elke module of sectie zich in achterwaartse richting samen in 30 een naar achteren gerichte lusvormige vouw die is gevouwen om zijn verticale hartlijn, waarbij elke module het uiterlijk aanneemt van een gordijn met twee panelen,, met elk paneel in de volledige breedte en gelegen in het gemeenschappelijke verticale vlak ten gevolge van de verstijvingsdelen 26.

35 Een variant of verdere uitvoeringsvorm, van de gor- dijninrichting, die dezelfde constructie van geweven stof en configuratie toepast is weergegeven in de fig. 6 en 7, waarbij de rechter hoekvormige verstijvingsdelen 26 echter slechts 8420133 έ * -6- worden gebruikt voor de. buitenste frontpanelen van de twee gordijnmodulen of secties terwijl een eenvoudige rechte verstij vingsstrook uit elk gewenst materiaal, is aangebracht voor elk binnenste frontpaneel van elke module of. sectie, zodat 5 aangrenzende delen van de binnenste frontpanelen van de twee modulen, elkaar overlappen, waarbij bijvoorbeeld, een ongeveer even grote, overlap als de overlappende dwarsstangstaven wordt verkregen,- wanneer de gordijninrichting zich in de uitgeschoven of gesloten stand bevindt.. Zoals is getoond in de fig. 6 10 en 7, waarin, de delen van de gordijnmodulen/ die overeenkomen met die van de uitvoeringsvorm van de fig.. 1-5, zijn weergegeven met. dezelfde referentienummers, err waarin de twee modulen of secties zijn weergegeven door de referentienummers 10' en 11’, bevat elke. module of sectie. 10', 11' dezelfde, drie vlakke, 15 in verticale richting langwerpige frontpanelen 13, 14, 15 die nagenoeg in een gemeenschappelijk verticaal.vlak kunnen worden geplaatst en die zich over de gehele hoogte van. de betreffende module uitstrekken. De frontpanelen 13, 14 en 15 zijn, zoals in de in het voorgaande beschreven .uitvoeringsvorm, langs bei-20 de tegenover elkaar gelegen verticale randen begrensd door gordijnnaden 16, 17, 18 en 19.. Smallere panelen van geweven stof 20a, 21a,zoals die van de eerder beschreven uitvoeringsvorm,, zijn aanwezig tussen de respectievelijke panelen 13, 14 en 14, 15 en zijn door middel van beugels, pennen of andere 25 conventionele middelen in zich in achterwaartse richting uitstrekkendelusvormige vouwen 20,. 21 vastgemaakt. Ter plaatse van.de buitenste randen of begrenzingen van.de buitenste frontpanelen 13 zijn zich in achterwaartse richting uitstrekkende terugkeer- of eindpanelen 23 aangebracht, terwijl verstijvings-30 delen 26, zoals die van de in het voorgaande, beschreven uitvoeringsvorm, met pennen of op andere wijze.aan de bovenzijden •van de buitenste frontpanelen 13 zijn bevestigd alsmede aan de aangrenzende terugkeer- of eindpanelen. 23, maar er zijn geen terugkeer- of eindpanelen voor de binnenste frontpanelen 15 van 35 de twee modulen of secties 10', 11" aangebracht.. Bovendien is een rechte verstijvingsstrook, die is weergegeven met 26’, volgens deze uitvoeringsvorm met pennen of op andere wijze aan de bovenzijde van elk binnenste frontpaneel. 15 bevestigd om de pa- 8420183 w \ -7- nelen 15 in zich. vlak uitstrekkende verticale vlakken te handhaven, zoals de panelen 13, en de bovenste tegenover elkaar gelegen einddelen van de. panelen 15 zijn door middel van conventionele gordijnhaken 25 of dergelijke in geschikte gaten 5 van verschuifbare ogen aangebracht alsmede in de conventionele schuifstangen, die in gestippelde lijnen met 24a zijn weergegeven, van standaard dwarsstanginrichtingen, waarbij de gedeelten, die met haakjes aan de schuif stangen, zijn bevestigd tijdens de normale werking van de dwars stanginrichtingen naar 10 een overlappende stand worden getrokken. Met.deze opstelling zullen de twee binnenste frontpanelen 15 van het. paar modulen of secties 10', 11' elkaar in de gesloten of uitgeschoven stand van de gordijninrichting slechts over een korte afstand, bijvoorbeeld ongeveer 3 inch, overlappen. Wanneer de gordijn-15 modulen of secties 10f11 * van deze* uitvoeringsvorm naar de in fig. 7 getoonde open stand worden samengetrokken,, vouwen de middelste frontpanelen 14 van de twee modulen zich nagenoeg om de verticale hartlijn van het middenpaneel 14 samen tot een diepte, die nagenoeg overeenkomt met die van het eind- of te-20 rugkeerpaneel 23 en de lusvormige vouwen 20, 21, hetgeen geschiedt op gelijke wijze als in de eerste beschreven uitvoeringsvorm van de fig. 1-5, waarbij elke module tot een stand wordt samengetrokken, waarin het uiterlijk van twee onmiddellijk naast elkaar gelegen de volledige breedte bezittende 25 vlakke frontpanelen wordt geboden, dat wordt gevormd door de aangrenzende panelen 13, 15 voor elke module of sectie 10', 11’.

8 4 2 0 1 S3

Claims (15)

1. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof, die schuifgordijnen, vormt,, welke zijn gerangschikt als een paar gordijnmodulen, die worden gedragen door een conventioneel dwarsstangmechanisme of dergelijke, dat is bevestigd op 5 een aangrenzend wandoppervlak en die beweegbaar zijn vanuit een.uitgeschoven gesloten stand naar een samengetrokken open stand, waarin een muurvlak wordt geflankeerd, dat er door moet worden, omlijst, waarbij de gordijnmodulen elk een uit ëên geheel gevormd' weefsel van geweven stof met- een gekozen 10 gordijnhoogté bevatten dat is gevormd in dr.ie in verticale richting langwerpige rechthoekige buitenwaarts gerichte frontpanelen met een vastgelegde paneelbreedte, zodat twee van dergelijke paneelbreedten samen gelijk zijn. aan een gekozen minimale open gordijnmodulespanwijdte en een tussen elk 15 paar van. dergelijke frontpanelen komend achterwaarts gevouwen paneel, terwijl elk weefsel van geweven stof voor elke module tevens gordijnnaden bevat, die de frontpanelen langs hun gehele hoogte, zijdelings begrenzen, en die. de. tegenover elkaar gelegen verticale randen, van elk paneel vastleggen, waarbij 20 de tussenkomende achterwaarts gevouwen panelen, wanneer zij in achterwaartse richting om hun verticale hartlijn zijn gevouwen om nagenoeg tot aan het aangrenzende wandoppervlak uit te steken.minder breed zijn dan de frontpanelen, middelen om tegenover elkaar gelegen verticale randdelen van de respec-25 tieve achterwaarts gevouwen panelen, onmiddellijk.naast en bij de naden van het paar frontpanelen, dat het achterwaarts gevouwen paneel flankeert bijeen te houden, teneinde de achterwaarts gevouwen panelen in een dergelijke achterwaarts gevouwen stand te houden, waarbij.het. middelste frontpaneel van de drie frontpane-30 len is verbonden met de dwarsstanginrichting om in achterwaartse richting te. worden gevouwen naar een samengeklapte stand, waarbij zijn tegenover elkaar gelegen in zijwaartse richting begrenzende naden nagenoeg: tegen elkaar worden geplaatst wanneer de gordijnmodulen naar de samengetrokken open 35 stand worden getrokken, en middelen ter plaatse van de bovenzijde van de buitenste, het middelste frontpaneel flankeren- -84 2 0 1 8 3 4 -9- de, frontpanelen, die de buitenste frontpanelen voortdurend in. een volledig uitgeschoven vlakke stand houden, zodat zij, zowel in de gesloten als de open stand van de gordijninrich-ting voortdurend, in een gemeenschappelijk verticaal vlak 5 blijven.

2. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens, conclusie 1, st e t het kenmerk, dat de drie buitenwaarts gerichte frontpanelen in de uitgeschoven stand van het gordijnmodulepaar in een gemeenschappelijk verticaal 10 vlak zijn gelegen, dat voortdurend wordt ingenomen door de twee buitenste panelen,. en waarbij het middelste paneel nagenoeg dezelfde horizontale breedte en.verticale hoogte bezit als de twee zijdelings flankerende panelen.

3. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof 15 volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elke module is voorzien van een zich in achterwaartse richting uitstrekkend terugkeereindpaneei, dat zich vanaf de buitenste verticale .randnaad van tenminste het buitenste, frontpaneel van elke module uitstrekt tot in een stand, die nagenoeg in één 20 vlak ligt met het aangrenzende wandoppervlak.

4. Decoratieve gordijninrichting van.geweven stof volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat elke module, is voorzien van een zich in achterwaartse richting uitstrekkend terugkeereindpaneei, dat zich vanaf de.buitenste 25 verticale randnaad van tenminste het buitenste, frontpaneel van elke module uitstrekt tot in een stand., die nagenoeg in één vlak ligt met het aangrenzende wandoppervlak.

5. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens conclusie 1, die een in horizontale richting langwer-30 pig stijf verstijvingsdeel bevat met een. vlak oppervlaktedeel dat. een horizontale afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde paneelbreedte van de frontpanelen., en dat in achterwaartse richting onder het bovenste einddeel van tenminste het buitenste frontpaneel van elk der. modulen is. geplaatst, 35 alsmede middelen die tenminste de tegenover elkaar gelegen horizontale, einddelen van het verstijvingsdeel voor elk respectief buitenste frontpaneel vastmaken aan zijdelingse rand-delen van het aangrenzende frontpaneel in de buurt van de 8420183 * e -10- verticale randen daarvan, teneinde een dergelijk er bij gevoegd frontpaneel. wat de breedte betreft voortdurend in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

6. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof 5 volgens conclusie 2, die een in horizontale richting langwerpig stijf verstijvingsdeel bevat met, een vlak oppervlaktedeel dat een horizontale afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde.paneelbreedte van de frontpanelen, en dat in achterwaartse richting onder- het bovenste, einddeel van tenminste 10 het buitenste frontpaneel van elk. der modulen is geplaatst, alsmede middelen die tenminste de tegenover elkaar gelegen horizontale einddelen van het verstijvingsdeel. voor elk respectief buitenste.frontpaneel vastmaken aan zijdelingse rand-delen van het aangrenzende -frontpaneel in. de buurt van de 15 verticale randen daarvan,· teneinde, een dergelijk er bij gevoegd frontpaneel wat de breedte, betreft voortdurend in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

7. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens conclusie 3, die een in horizontale richting langwer- 20 pig stijf, verstijvingsdeel bevat met een vlak oppervlaktedeel dat een horizontale, afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde paneelbreedte van de frontpanelen, en dat in achterwaartse . richting onder het bovenste einddeel, van tenminste het buitenste frontpaneel van elk der modulen.is geplaatst, 25 alsmede.middelen, die tenminste de tegenover elkaar gelegen horizontale einddelen van het verstijvingsdeel. voor elk respectief buitenste frontpaneel. vastmaken aan zijdelingse rand-delen van het aangrenzende frontpaneel in de buurt van de verticale randen daarvan, teneinde een dergelijk er bij ge-30 voegd frontpaneel wat de breedte.betreft voortdurend in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

8. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens conclusie 4, die een in horizontale richting langwerpig stijf verstijvingsdeel bevat met een vlak oppervlaktedeel 35 dat een horizontale afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde paneelbreedte van de frontpanelen, en dat in achterwaartse richting onder het bovenste einddeel van tenminste het buitenste frontpaneel van elk der modulen is geplaatst, 8420183 9 -* -11- alsmede middelen die tenminste de tegenover elkaar gelegen horizontale einddelen van het verstijvingsdeel voor elk respectief buitenste frontpaneel vastmaken aan zijdelingse rand-delen van het aangrenzende frontpaneel in de buurt van de 5 verticale randen daarvan, teneinde een dergelijk er bij gevoegd frontpaneel wat de breedte betreft voortdurend in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

9. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens conclusie 1, die voor elke module een paar in hori-10 zontale richting langwerpige stijve verstijvingsdelen bevat, met een vlak gevormd oppervlaktedeel, dat een horizontale afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde paneel-breedte van de frontpanelen en die in. achterwaartse richting onder het. bovenste einddeel van het buitenste en binnenste 15 frontpaneel van elk der modulen is geplaatst, alsmede middelen die tenminste de tegenover elkaar gelegen horizontale einddelen van de verstijvingsdelen voor elk respectief buitenste en binnenste frontpaneel vastmaken aan. de zijdelingse randdelen van het aangrenzende frontpaneel in de buurt van de 20 verticale randen daarvan,, teneinde een dergelijk bijgevoegd frontpaneel wat de breedte betreft voortdurend, in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

10. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens conclusie 2, die voor elke module een paar in hori- 25 zontale richting langwerpige stijve verstijvingsdelen bevat, met een vlak gevormd oppervlaktedeel,. dat een horizontale afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde paneel-breedte van de frontpanelen en die in achterwaartse richting onder het bovenste einddeel van het buitenste en binnenste 30 frontpaneel van elk der modulen is geplaatst, alsmede middelen die tenminste de tegenover -elkaar gelegen horizontale einddelen van de verstijvingsdelen voor elk respectief buitenste en binnenste frontpaneel vastmaken aan de zijdelingse randdelen van het aangrenzende frontpaneel in de buurt van de 35 verticale randen daarvan, teneinde een dergelijk bijgevoegd frontpaneel wat de breedte betreft voortdurend in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

11. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof 8420183 e -12- volgens conclusie 3., die voor elke module een paar in horizontale richting langwerpige stijve verstijvingsdelen bevat, met een vlak gevormd oppervlaktedeel, dat een horizontale afstand overspant, die gelijk is aan de vastgelegde paneel-5 breedte van de frontpanelen en die in achterwaartse richting onder het bovenste einddeel van het buitenste en binnenste frontpaneel van- elk der modulen ia geplaatst, alsmede middelen die tenminste de tegenover elkaar gelegen horizontale einddelen van de verstijvingsdelen voor elk respectief bui-10 tenste. en binnenste frontpaneel vastmaken aan de zijdelingse randdelen. van het aangrenzende frontpaneel in. de buurt van de verticale randen, daarvan, teneinde een dergelijk bijgevoegd frontpaneel wat de. breedte betreft voortdurend in de volledig uitgeschoven nagenoeg vlakke stand te houden.

12. Decoratieve gordijninrichting van. geweven stof volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat het verstij vingsdeel bestaat uit een L-vormig verstijvingsdeel met een langer eerste been, dat het vlak gevormde oppervlaktedeel vastlegt en een tweede korter been, dat zich als ëën deel 20 daarvan uitstrekt in. de richting van het aangrenzende wandop-pervlak. om te worden bevestigd aan het eindterugkeerpaneel van de bijgevoegde module.

13. Decoratieve gordijninrichting van. geweven stof volgens conclusie. 8, m e t _h e t kenmerk, dat het ver- 25 stijvingsdeel bestaat, uit een L-vormig verstijvingsdeel met een langer eerste been, dat het vlak gevormde oppervlaktedeel vastlegt en een tweede korter been, dat zich als één deel daarvan, uitstrekt in de richting van het aangrenzende wandop-pervlak om te worden bevestigd aan het eindterugkeerpaneel van 30 de. bij gevoegde module.

14. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de L-vormige verstijver bestaat uit een kunststof, verstijvingsdeel, waarvan het eerste been een nagenoeg vlak. dun strookvormig 35 beendeel is en het tweede been een overeenkomstige vormgeving bezit, die zich. in. achterwaartse richting vanuit, het eerste been uitstrekt, en waarbij een getand versterkingsribdeel ter plaatse van de verbinding van de benen is aangebracht, dat 8420183 -13- » -» zich in de richting van elk been uitstrekt, om het stevig onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar handhaven van de benen te vergemakkelijken.

15. Decoratieve gordijninrichting van geweven stof 5 volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de L-vormige verstijver bestaat uit een kunststof verstijvingsdeel, waarvan het eerste been een nagenoeg vlak dun strookvormig beendeel is en het tweede been een overeenkomstige vormgeving bezit, die zich in achterwaartse richting vanuit het eerste 10 been uitstrekt, en waarbij een getand versterkingsribdeel ter plaatse van de verbinding van de benen is. aangebracht, dat zich in de richting van elk been uitstrekt om het stevig onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar handhaven, van de benen te vergemakkelijken. 8420133 Γ r