NL1032969C2 - Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager. Download PDF

Info

Publication number
NL1032969C2
NL1032969C2 NL1032969A NL1032969A NL1032969C2 NL 1032969 C2 NL1032969 C2 NL 1032969C2 NL 1032969 A NL1032969 A NL 1032969A NL 1032969 A NL1032969 A NL 1032969A NL 1032969 C2 NL1032969 C2 NL 1032969C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
upright
wheels
information
translating
Prior art date
Application number
NL1032969A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Marinus Waas
Engelardus Wilhelmus Broekman
Original Assignee
B & W Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B & W Holding B V filed Critical B & W Holding B V
Priority to NL1032969A priority Critical patent/NL1032969C2/nl
Priority to PCT/NL2007/000153 priority patent/WO2007148962A2/en
Priority to US12/306,253 priority patent/US8151499B2/en
Priority to EP07747335A priority patent/EP2036064A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032969C2 publication Critical patent/NL1032969C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0075Pillars
    • G09F15/0081Rotating pillars

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Illuminated Signs And Luminous Advertising (AREA)
  • Displays For Variable Information Using Movable Means (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET TONEN VAN EEN INFORMATIEDRAGER
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het aan de omgeving tonen van een informatiedrager, in het bijzonder een drager waarop reclame zichtbaar is.
Voor het zichtbaar maken van reclameboodschappen zijn 10 reeds vele mogelijkheden voorhanden. Bekend is bijvoorbeeld een verticaal geplaatste mast die aan het bovenste uiteinde voorzien is van een ronddraaiend reclamebord. De ronddraaiende beweging zorgt ervoor dat een willekeurige voorbijganger de reclameboodschap op het reclamebord al snel 15 opmerkt.
Een bezwaar van de bekende inrichting is dat de beweging van het reclamebord voor een voorbijganger zodanig goed voorspelbaar is, dat de aandacht van de voorbijganger nauwelijks meer getrokken wordt.
20 Het is een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen waarmee de aandacht vanuit de omgeving voor de informatie op de informatiedrager wordt vergroot.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige 25 uitvinding wordt dit doel bereikt in een inrichting voor het aan de omgeving tonen van een informatiedrager, in het bijzonder een drager waarop reclame-informatie zichtbaar is, omvattende: - een stationaire steun; 30 - een aan de steun aangebrachte langgerekte staander; - een drager die te voorzien is van de te tonen informatie, 1 03 2 9 69 2 - transleermiddelen voor het heen en weer in langsrichting langs de staander transleren van de informatiedrager; - roteermiddelen ten opzichte van de stationaire steun 5 roteren van de informatiedrager; met het kenmerk, dat genoemde transleer- en roteermiddelen zijn ingericht voor het gelijktijdig transleren en roteren van de drager.
Door de drager niet alleen te laten roteren, maar ook 10 over de lengte van de staander te verplaatsen kan een minder voorspelbare beweging van de drager tot stand worden gebracht. Hierdoor zal een willekeurige toeschouwer eerder geneigd zijn de informatie (reclame) op de informatiedrager te aanschouwen en tot zich door te laten dringen. Het 15 transleren en/of roteren kan met variërende snelheden plaatsvinden, kan tijdelijk onderbroken worden, etc., steeds met het doel de maximale aandacht van de voorbijganger te verwerven. Gebleken is dat met name de aandacht wordt getrokken wanneer de roteer- en transleermiddelen zijn 20 uitgevoerd voor het ononderbroken roteren van de drager tijdens de overgang tussen een heengaande en teruggaande transleerbeweging van de drager. Doordat de drager blijft draaien wanneer deze heen en weer beweegt, wordt een opvallend vloeiende totale beweging van de drager tot stand 25 gebracht.
In een bepaalde voorkeursuitvoering is de staander stationair aan de steun aangebracht en zijn de roteermiddelen ingericht om de informatiedrager ten opzichte van de staander te roteren. In een andere voorkeursuitvoering is de staander 30 roteerbaar aan de stationaire steun aangebracht en zijn de roteermiddelen ingericht voor het roteren van de staander en de daaraan aangebrachte informatiedrager.
3
In een verdere voorkeursuitvoering zijn de roteermiddelen en transleermiddelen aangesloten op een besturingseenheid die is ingericht voor het sturen van de roteer- en transleerbewegingen van de drager. De 5 besturingseenheid zal veelal een programmeerbare microcontroller en de daarbij behorende elektronische componenten omvatten. De translatie- en/of rotatiebeweging van de drager is hierdoor vrij instelbaar en kan eenvoudig door de besturingseenheid aangepast worden.
10 In een verdere voorkeursuitvoering omvat de drager een aantal lichtdoorlatende, van de genoemde informatie voorziene informatie-elementen, waarbij in de drager een of meer verlichtingselementen zijn aangebracht voor het belichten van de lichtdoorlatende informatie-elementen. Dit 15 vergroot te zichtbaarheid van de informatie op de drager. Bij voorkeur is het frame van de drager zodanig uitgevoerd dat informatiedragende, lichtdoorlatende elementen, zoals posters e.d., schuifbaar zijn. Dit betekent dat er geen maatregelen aan de inrichting zelf uitgevoerd behoeven te worden om het 20 aanbrengen van de reclame en het verwisselen daarvan mogelijk te maken.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering zijn de roteermiddelen en/of de transleermiddelen gerangschikt in de drager zelf, hetgeen een relatief eenvoudige en lichte 25 constructie mogelijk maakt. In een bepaalde voorkeursuitvoering omvattende de transleermiddelen een aantal tussen de loopwagen en de staander aangebrachte, zich in hoofdzaak in langsrichting van de staander uitstrekkende eerste wielen, en een aandrijving waarmee een of meer van de 30 eerste wielen, die in gebruik bij voorkeur onder veerspanning tegen de staander gehouden wordt respectievelijk worden, aan te drijven is. De veerspanning gaat het slippen van de wielen langs de staander tegen.
4
Als alternatief voor het gebruik van verende elementen, of naast het gebruik daarvan, kan het omtreksoppervlak van het aangedreven eerste wiel of de aangedreven eerste wielen voorzien zijn van eerste tanden en 5 de staander voorzien zijn van zich in dwarsrichting uitstrekkende tweede tanden, die, in gebruik, aangrijpen op de eerste tanden. De tanden verzekeren dat de wielen niet ten opzichte van de staander kunnen slippen.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de 10 transleermiddelen een aantal tussen de loopwagen en de staander aangebrachte, zich in hoofdzaak in langsrichting van de staander uitstrekkende eerste wielen, en een hefmechanisme waarmee de loopwagen op en neer te bewegen is. In plaats van zichzelf met aangedreven wielen te verplaatsen, wordt de 15 drager in deze uitvoering door een extern hefmechanisme opgetild en neergelaten. In een voordelige uitvoering omvat hierbij het hefmechanisme een in of nabij de staandervoet voorziene lier waarop een via een in of nabij de staandertop bevestigde rol verlopende kabel op- en af te winden is voor 20 het respectievelijk naar boven en naar beneden laten bewegen van de loopwagen. Om de op de lier optredende krachten te verminderen wordt bij deze uitvoering vaak een op de drager aangrijpend contragewicht toegepast.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de 25 roteermiddelen tussen het frame en de loopwagen van de drager aangebrachte tweede wielen; en een aandrijving waarmee een of meer van de tweede wielen aan te drijven is, waarbij de tweede wielen zijn gerangschikt om bij aandrijving daarvan het frame te doen roteren. Niet alleen het transleren 30 maar ook het roteren van de drager wordt tot stand gebracht door toepassing van een aantal tegen de staander aan te brengen wielen, waardoor de staander een fraai en glad uiterlijk verkrijgt.
5
Bij voorkeur zijn de eerste wielen en/of de tweede wielen gelijk over het staanderomtreksoppervlak verdeeld. Dit betekent dat er de staander op juiste wijze blijft ingeklemd tussen de wielen.
5 Bij voorkeur is de staander voorzien van een langgerekte, zich in langsrichting uitstrekkende doorvoer, waardoor de voeding van de aandrijving van de drager en de eventuele verlichting in de drager via het binnenste van de staander kan plaatsvinden.
10 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat een lichtsterktemeter waarmee de momentane of gemiddelde sterkte van het omgevingslicht te bepalen is, waarbij de lichtsterktemeter aangesloten is op de besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de bepaalde lichtsterkte in- en 15 uitschakelen van de verlichtingselementen. Ook is het mogelijk om afhankelijk van de bepaalde lichtsterkte de door de verlichtingselementen afgegeven verlichtingssterkte te vergroten of te verkleinen. Om foutief in-/uitschakelen, dimmen e.d. in geval van kortstondig omgevingslicht, zoals 20 veroorzaakt door bliksem of door autolampen, bepalen de besturingsmiddelen de over een vooraf bepaalde tijdsbestek gemiddelde lichtsterkte schakelen de verlichting in- en/of uit en/of vergroten of verkleinen de afgegeven lichtsterkte afhankelijk van de aldus gemiddelde lichtsterkte.
25 Een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat een windsnelheidsmeter waarmee de snelheid van langs de inrichting stromende wind te bepalen is, waarbij de windsnelheidsmeter aangesloten is op de besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de bepaalde windsnelheid sturen van 30 de roteer- en/of transleerbeweging van de drager. Bij een te grote windsterkte zou anders de constructie beschadigd kunnen worden.
6
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het aan de omgeving tonen van een informatiedrager, in het bijzonder een drager waarop reclame-informatie zichtbaar is, omvattende het 5 langs langgerekte staander transleren en het gelijktijdig rondom de staander roteren van een drager die te voorzien is van de te tonen informatie.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de 10 hand van de navolgende beschrijving van enige voorkeursuitvoeringsvormen ervan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: figuur 1 een aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de reclamezuil; 15 figuur 2 een gedeeltelijk geëxplodeerd aanzicht in perspectief van de reclamedrager,- figuur 3 een verder opengewerkt aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de reclamezuil; 20 figuur 4 een dwarsdoorsnede door de reclamezuil in het geval van de indirecte of lieraandrijving; figuur 5 een geëxplodeerd aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de reclamezuil met een directe aandrijving; en 25 figuur 6 een schematisch aanzicht in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 7 een dwarsdoorsnede door het onderste deel van de in figuur 6 weergegeven voorkeursuitvoering; figuur 8 een schematische weergave van de 30 kettingaandrijving van de loopwagen; figuur 9 een gedeeltelijk opengewerkt schematisch aanzicht van het bovenste deel van de in figuur 6 weergegeven voorkeursuitvoering; 7
In figuur 1 is een reclamezuil 1 weergegeven, die is opgebouwd uit een mastvoet 2 waarop een circa 3 m hoge aluminium mast 3 is aangebracht. Een kubusvormige drager 4 is in verticale richting (pijl Px) langs de mast verplaatsbaar 5 en in roterende richting (pijl P2) langs de mast 3 verplaatsbaar. De drager 4 heeft in de weergegeven uitvoering een kubusvorm, waarvan de vier zijvlakken voorzien kunnen worden van informatie, zoals reclameboodschappen, informatieve boodschappen e.d.. In plaats van een kubusvorm 10 kan de drager 4 echter ook een willekeurige andere vorm hebben, zoals bijvoorbeeld een cilindervorm. De drager 4 strekt zich in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van de staander uit. Dat betekent in de weergegeven uitvoering dat de staander nagenoeg in het centrum van de kubus gerangschikt 15 is. Dit verbetert de stabiliteit van de reclamezuil 1.
In figuur 2 is een voorkeursuitvoeringsvorm van de drager 4 in verder detail weergegeven. De drager omvat een viertal wanden 5, 5', 5'' en 51'4 die tenminste gedeeltelijk vervaardigd zijn van lichtdoorlatend materiaal. De wanden 20 zijn bevestigd aan respectievelijk een bovendeksel 6 en een onderdeksel 7. Het bovendeksel 6 rust op een bovenste framedeel 8, terwijl de onderste deksel 7 bevestigd is aan een onderste framedeel 9. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat het bovenste framedeel 8 (figuur 3) een schuin ten 25 opzichte van de verticale richting gepositioneerd ringvormig element 10, van waaraf zich een viertal zich radiaal uitstrekkende stangen 11 uitstrekken. Deze stangen 11 fungeren als steun voor het bovenste deksel 6. Het bovenste framedeel 8, of althans het ringvormig deel 10 daarvan, rust 30 op een drietal wielen 12, die roteerbaar bevestigd zijn in respectievelijke steunen 13, die hun beurt bevestigd zijn aan een in langsrichting langs de mast 3 verplaatsbare loopwagen 14 .
8
Het onderste framedeel 9 is opgebouwd uit een zich verticaal uitstrekkend ringvormig element 15, waar vanaf zich vier stangen 16 uitstrekken. De stangen 16 dienen ter bevestiging van het onderste deksel 7 van de kubus. Het 5 ringvormig element 15 is roteerbaar aangebracht tussen een drietal wielen 17, die zijn bevestigd aan horizontale steunen 18. De steunen 18 zijn op hun beurt bevestigd aan de eerder genoemde loopwagen 14.
Tussen het bovenste framedeel 8 en het onderste 10 framedeel 9 is een tussenframedeel voorzien. Het tussenframedeel koppelt het bovenste framedeel 8 aan het onderste framedeel 9. Aan het tussenframedeel zijn verlichtingsarmaturen 30 bevestigd welke zorgen voor de nodige belichting van de wanden 5 van de drager 4. In de 15 weergegeven uitvoering is de verlichting gevormd door een twaalftal, zich verticaal uitstrekkende, in een cirkel (diameter circa 70 cm) geplaatste TL-lampen (30 Watt). De verlichting is derhalve vast gemonteerd op de wagen 14 en draait dus niet mee met de kubus.
20 Door de beschreven constructie is de drager 4 ten opzichte van de mast 3, of althans ten opzichte van de loopwagen 14, roteerbaar. De rotatiebeweging kan aangedreven worden door een of meer van de wielen 12 en/of een of meer van de wielen 17 aan te drijven. In het weergegeven voorbeeld 25 is een van de wielen 12 aangedreven en wel door middel van een elektromotor 19.
De translatiebeweging van de drager 4 wordt tot stand gebracht door een aantal aan de loopwagen 14 bevestigde wielen. Hiertoe is aan de bovenzijde van de loopwagen een 30 drietal wielen 20 en aan de onderzijde van de loopwagen een drietal wielen 21 voorzien. Een of meer van de wielen en/of een of meer van de wielen 21 kan hierbij zijn aangedreven, zoals in het navolgende zal worden beschreven. In de in 9 figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm wordt de verticaal translerende beweging echter aangedreven door een indirecte aandrijving met behulp van een op of bij de mastvoet aangebrachte lier 22.
5 In figuur 4 is een dergelijke aandrijving nader uiteengezet. Duidelijk zichtbaar is een elektrisch aangedreven lier 22 waarop een kabel 23 is gewikkeld. De kabel 23 wordt via een onderin de mast 3 aangebrachte rol 24 en een bovenin de mast aangebrachte rol 25 naar de drager 4, 10 meer specifiek de loopwagen 14, geleid. In de mast 3 is een PVC-pijp 46 aangebracht, waarlangs een contragewicht 45 (bijvoorbeeld van beton) in verticale richting verplaatsbaar is. Het contragewicht 45 is bevestigd aan de kabel 23 en heeft een massa die enigszins kleiner is dan de massa van de 15 drager 4. Het contragewicht heeft als functie de op de lier 22 uitgeoefende krachten te verminderen.
Door de lier in de weergegeven uitvoering linksom te draaien, zal de loopwagen 14 en het daaraan bevestigde reclamemateriaal naar boven bewegen, terwijl bij een draaiing 20 rechtsom de loopwagen 14 en het reclamemateriaal naar beneden wordt verplaatst.
De snelheid en timing van de verticale verplaatsing en daarmee de snelheid en timing van de lier 22 kan worden gestuurd met behulp van een centrale verwerkingseenheid 26.
25 Deze verwerkingseenheid is met bedrading 27 eveneens verbonden met de eerder genoemde motor 19, waarmee de roterende beweging tot stand wordt gebracht. Hiertoe is de mast 3 voorzien van een verticale uitsparing 28. De uitsparing 28 fungeert als doorvoer voor de bedrading 27. De 30 bedrading 27 is overigens niet alleen bestemd voor het aansturen van de motor 19, maar tevens voor het voorzien van de lichtarmaturen 30 van de drager 4.
10
In figuur 5 is een alternatieve uitvoeringsvorm gegeven voor de roterende beweging en voor de translerende beweging van de drager 4.
In plaats van het onder een hoek staande 5 ringvormige bovenste element 10 is het bovenste framedeel in deze uitvoering voorzien van een horizontale schijf 31, die aan zijn omtreksrand voorzien is van een neerhangende flens 32. Aan de flens 32 zijn wederom vier zich radiaal uitstrekkende stangen 11 bevestigd. De schijf 31 en de 10 daaraan bevestigde stangen 11 fungeren als steun voor het bovenste deksel 6. De schijf 31 is voorzien van een centrale opening 33 met een doorsnede die enigszins groter is dan die van de mast 3. De schijf 31 kan roteerbaar worden bevestigd aan de loopwagen 14, door deze te plaatsen op een drietal 15 bollagers 34, die zijn bevestigd aan respectievelijke horizontale steunen 35. In de steunen 35 zijn eveneens horizontale wielen 36 aangebracht die in gemonteerde toestand tegen de binnenzijde van de flens 32 rusten. Door de combinatie van bollagers 34 en wielen 36 kan de schijf 31 met 20 minimale wrijving rondom de mast 3 roteren. De rotatiebeweging wordt aangedreven door een of meer motoren 38 die een of meer van de wielen 36 aandrijven.
De translerende beweging wordt in deze uitvoering tot stand gebracht door een of meer van de wielen 21 of een 25 of meer van de wielen 20 met behulp van een elektromotor 39 aan te drijven. In de weergegeven uitvoering drijft de motor 39 een wiel aan dat is uitgevoerd als rondsel 20', dat wil zeggen dat het omtreksoppervlak van het wiel voorzien is van een aantal tanden 40. De tanden 40 grijpen aan in 30 corresponderende tanden 41 van een tandheugel 42 die verticaal aan de mast 3 is aangebracht. Door de toepassing van een rondsel met tandheugel wordt voorkomen dat het wiel 11 20 langs de buitenzijde van de mast slipt en daardoor de verticale beweging van de drager 4 nadelig beïnvloedt.
In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt echter een van een rubber loopvlak voorzien wiel 20 5 toegepast, die onder veerspanning tegen het omtreksoppervlak van de mast 3 wordt gedrukt. Bij een voldoende veerspanning wordt de loopwagen 14 in voldoende mate tegen de mast vastgeklemd en is het gevaar voor slippen van het wiel langs de mast minimaal. In deze uitvoering kan derhalve de rondsel-10 tandheugel combinatie achterwege blijven. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het omtreksoppervlak van de mast glad kan blijven, hetgeen de mast een fraaier uiterlijk geeft.
Door de beschreven onafhankelijke uitvoering van de roterende beweging en de translerende beweging van de drager, 15 kunnen beide bewegingen ten opzichte van elkaar op willekeurige wijze worden uitgevoerd. Met behulp van de verwerkingseenheid 26 zijn de bewegingen naar believen in te stellen. Bij een bepaalde instelling van de verwerkingseenheid beweegt de drager langzaam op en neer 20 (translatiesnelheid van maximaal circa tien meter per minuut), terwijl de drager in één richting langzaam blijft roteren (rotatiesnelheid maximaal circa 0,1 omwenteling per seconde). Terwijl de translerende beweging (pijl Pj telkens wordt onderbroken wanneer de drager aan de bovenzijde 25 respectievelijk onderzijde van de mast terecht komt, kan verwerkingseenheid 26 zodanig ingesteld worden dat de roterende beweging (pijl P2) continu door blijft gaan. Het is echter evenzeer mogelijk om de rotatierichting van de drager om te draaien, bijvoorbeeld wanneer de drager aan de 30 bovenzijde of de onderzijde van de mast 3 is gearriveerd. Voorts is het mogelijk om de rotatie- en/of translatiesnelheden naar believen te variëren. Hiermee kan een zodanig grillig of aantrekkelijk bewegingspatroon van de 12 drager worden opgewekt, dat de reclamezuil de maximale aandacht van de toeschouwer krijgt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de reclamezuil 1 voorzien van een windmeter 43, waarmee de 5 snelheid van de wind kan worden gemeten. Deze windmeter 43 is verbonden met de verwerkingseenheid 26. De verwerkingseenheid 26 kan bijvoorbeeld zodanig zijn ingesteld dat bij een windkracht groter dan windkracht 5 de drager 4 naar beneden wordt verplaatst tot in zijn onderste positie en daar blijft 10 gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode (bijvoorbeeld een uur). De aandrijfmotoren worden dan uitgeschakeld en worden pas weer ingeschakeld zodra tenminste de vooraf ingestelde tijdsduur verstreken is en gedurende die tijd geen windkracht groter dan windkracht 5 gemeten is.
15 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een lichtcel 44 gemonteerd waarmee het omgevingslicht kan worden gemeten. De lichtcel 44 is wederom verbonden met de verwerkingseenheid 26, welke is ingesteld om de verlichting in te schakelen zodra de schemer inval en de verlichting uit 20 te schakelen zodra het weer licht wordt. In de verdere voorkeursuitvoering is de verwerkingseenheid of de lichtcel voorzien van een tijdvertraging, om te voorkomen dat bij kortstondige toename van licht, bijvoorbeeld als gevolg van bliksem of als gevolg van autolampen, de verlichting 25 uitgeschakeld zou worden.
In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm is de mast verticaal aangebracht op een mastvoet 2 en draait de drager 4 in het horizontale vlak. In andere, niet weergegeven uitvoeringsvormen, hangt de mast 3 naar beneden, bijvoorbeeld 30 door de mast 3 aan het plafond of dak van een benzinestation te bevestigen. Ook in dit geval draait de drager in een horizontaal vlak. In nog andere voorkeursuitvoeringsvormen is de mast echter schuin geplaatst of is de mast bevestigd aan 13 een verticale muur. In een dergelijk geval roteert de drager derhalve in een zich schuin ten opzichte van de bodem uitstrekkend vlak respectievelijk in het verticale vlak.
In figuren 6-9 is een verdere uitvoeringsvorm van 5 de uitvinding weergegeven. In deze uitvoeringsvorm is de staander zelf draaibaar ten opzichte van de ondergrond uitgevoerd en voert de drager alleen een translerende (in geval van een verticaal opgestelde staander een opgaande en neergaande) beweging ten opzichte van de ondergrond uit, 10 zoals hierna uiteengezet wordt. Getoond is een reclamezuil 51 voorzien van een op de ondergrond plaatsbare stationaire steun 52. De steun 52 is op bekende wijze bevestigd aan de ondergrond, bijvoorbeeld door deze in de ondergrond te verankeren. Op de steun 52 is een staanderdeel 53 bevestigd. 15 Het staanderdeel 53 is ten opzichte van steun 52 roteerbaar uitgevoerd. In de weergegeven uitvoering is daartoe tussen het staanderdeel 53 en de steun 53 en de mastvoet 52 een mechanisme met lagers 54 voorzien, zodat het staanderdeel 53 ten opzichte van de stationaire steun 54 draaibaar is rondom 20 een verticale, vast aan de stationaire steun 54 bevestigde as 55. In het draaibare staanderdeel 53 is voorts een elektrische aandrijfmotor 57 geplaatst. De motoras 56 van aandrijfmotor 57 is voorzien van een tandwiel 58 dat kan aangrijpen op een corresponderend tandwiel 59 dat vast aan de 25 stationaire as 55 is bevestigd.
Op de stationaire as 56 is tevens een kettingwiel 67 aangebracht. Via een eindloze ketting 70 is kettingwiel 67 gekoppeld met een tweede kettingwiel 68. Het tweede kettingwiel 68 is aangebracht op een draaias 60 die op zijn 30 beurt draaibaar is bevestigd in een aan het staanderdeel 53 bevestigd of daarvan deel uitmakend staanderdeel 66. Het draaibare staanderdeel 53 is voorts voorzien van een verder buisvormig staanderdeel 63.
14
De uit staanderdelen 53,63 en 66 opgebouwde staander is door de getoonde constructie rondom een denkbeeldige verticale as roteerbaar. Bij aandrijving van aandrijfmotor 57 wordt de rotatie van motoras 56 via draaiend 5 tandwiel 58 en het stationaire tandwiel 59 overgebracht op de staander, zodat het geheel van staanderdelen 53,63,66 alsmede de daaraan aangebrachte drager 64 gaat roteren.
De drager 64 kan zich op de eerder beschreven wijze of op soortgelijke wijze langs de staander verplaatsen, 10 bijvoorbeeld doordat deze is voorzien van een wielloze loopwagen of glijplaat 74. De glijplaat 74 loopt in een gleuf 75 die in het buisvormige staanderdeel 63 aanwezig is. De open neergaande beweging wordt op hierna nader uiteen te zetten wijze aangedreven door de eerder genoemde aandrijfmotor 57.
15 De aandrijfmotor 57 zorgt niet alleen voor draaiing van de staander, maar brengt tegelijkertijd de kettingwielen 67 en 68 in draaiing. De ronddraaiende eindloze ketting 70 brengt een op en neer gaande beweging van de drager 64 ten opzichte van de staander teweeg. Hiertoe is ketting 70 20 voorzien van een nok 72 en is tussen de nok 72 en de drager 64, meer specifiek de glijwagen of loopwagen 74 daarvan, een over een kettingwiel of rol 76 geleid verbindingselement 73, bijvoorbeeld een koord of ketting, voorzien. Wanneer de ketting 70 getransporteerd wordt, voert de nok 72 een op en 25 neer gaande beweging uit die via het verbindingselement 73 wordt overgedragen op de informatie-drager 64. Aldus wordt door gebruik te maken van één enkele aandrijfmoter 57 zowel een roterende beweging rondom een verticale denkbeeldige draaias alsmede een translerende beweging langs de staander 30 gerealiseerd. Er kan derhalve volstaan worden met een eenvoudige constructie waarin slechts één aandrijving nodig is om beide verplaatsingen (dat wil zeggen het transleren en roteren van de drager) te bewerkstelligen.
15
In de getoonde uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een twee of drie rondlopende TL lampen 61. Door de rondlopende vorm van deze lampen kan met een relatief klein aantal lampen de gewenste gelijkmatige verdeling van 5 licht gerealiseerd worden. Door het kleine aantal benodigde lampen kan de elektrische aansturing (ballast) van de lampen vereenvoudigd worden.
In de in figuren 6-9 getoonde uitvoeringsvorm is de maat van de kubusvormige drager 64 ongeveer 400x300x300 cm.
10 Een andere maatvoering, al naar gelang de wensen van de gebruiker, behoort uiteraard ook tot de mogelijkheden.
In een verdere, niet weergegeven uitvoeringsvorm is de ketting vervangen door een eindloze band en zijn de kettingwielen vervangen door rollen. Aan het tegenover-15 liggende einde van de eerder genoemde draaias 60 (figuur 8) is in deze uitvoering een derde rol aangebracht, ongeveer tere hoogte waarop in de vorige uitvoeringsvorm rol 76 was voorzien. De derde rol is met behulp van een tweede eindloze band gekoppeld met een bovenaan het staanderdeel 66 voorziene 20 vierde rol. In deze uitvoering is het de ronddraaiende tweede eindloze band die de op en neer gaande beweging van de drager 64 ten opzichte van de staander teweegbrengt. Hiertoe is tweede eindloze band voorzien van een nok en is tussen de nok en de drager 64 een verbindingselement, bijvoorbeeld een 25 koord of ketting, voorzien. Wanneer de tweede eindloze band getransporteerd wordt, voert de nok een op en neer gaande beweging uit die via het verbindingselement 73 wordt overgedragen op de informatie-drager 64.
De uitvinding is niet beperkt tot de boven 30 beschreven voorkeursuitvoeringsvormen ervan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1 032969

Claims (46)

1. Inrichting voor het aan de omgeving tonen van een informatiedrager, in het bijzonder een drager waarop 5 reclame-informatie zichtbaar is, omvattende: - een stationaire steun; - een aan de steun aangebrachte langgerekte staander; - een drager die te voorzien is van de te tonen 10 informatie, - transleermiddelen voor het heen en weer in langsrichting langs de staander transleren van de informatiedrager; - roteermiddelen voor het ten opzichte van de 15 stationaire steun roteren van de informatiedrager; met het kenmerk, dat genoemde transleer- en roteermiddelen zijn ingericht voor het gelijktijdig transleren en roteren van de drager.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de staander stationair aan de steun is aangebracht en de roteermiddelen zijn ingericht om de informatiedrager ten opzichte van de staander te roteren.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de staander roteerbaar aan de stationaire steun is aangebracht en de roteermiddelen zijn ingericht voor het roteren van de staander en de daaraan aangebrachte informatiedrager.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de roteermiddelen en transleermiddelen aangesloten zijn op een besturingseenheid die is ingericht 1 03 29 69 voor het sturen van de roteer- en transleerbewegingen van de drager.
5. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de 5 roteermiddelen en transleermiddelen een gezamenlijke aandrijving, bij voorkeur een enkele elektromotor omvatten.
6. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij een aandrijving van de roteermiddelen en transleermiddelen omvat: 10. een in of aan de staander bevestigde elektromotor; - een aan de steun bevestigde stationaire as; - een overbrenging tussen de motoras van de elektromotor en de stationaire as. 15
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de roteer- en transleermiddelen zijn uitgevoerd voor het ononderbroken roteren van de drager tijdens de overgang tussen een heengaande en teruggaande 20 transleerbeweging van de drager.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drager een aantal lichtdoorlatende, van de genoemde informatie voorziene informatie-elementen 25 omvat en waarbij in de drager een of meer verlichtingselementen zijn aangebracht voor het belichten van de lichtdoorlatende informatie-elementen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de 30 drager een frame omvat waarin de informatiedragende, lichtdoorlatende elementen schuifbaar zijn.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de roteermiddelen zijn gerangschikt in de drager.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transleermiddelen zijn gerangschikt in de drager.
12. Inrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, waarbij de drager een frame, dat te voorzien is van de genoemde informatie, alsmede een langs de staander transleerbare loopwagen omvat.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij het 15 frame roteerbaar aan de loopwagen is aangebracht.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de transleermiddelen omvatten: - een aantal tussen de loopwagen en de staander 20 aangebrachte, zich in hoofdzaak in langsrichting van de staander uitstrekkende eerste wielen, - een aandrijving waarmee een of meer van de eerste wielen aan te drijven is.
15. Inrichting volgens conclusie 14, een of meer veerelementen omvattende voor het onder veerspanning tegen de staander houden van de eerste wielen.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, waarbij 30 de aandrijving een aan de loopwagen bevestigde elektromotor omvat.
17. Inrichting volgens een der conclusies 14-16, waarbij het omtreksoppervlak van het aangedreven eerste wiel of de aangedreven eerste wielen voorzien is van eerste tanden en de staander voorzien is van zich in dwarsrichting 5 uitsrekkende tweede tanden, die, in gebruik, aangrijpen op de eerste tanden.
18. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de transleermiddelen omvatten: 10. een aantal tussen de loopwagen en de staander aangebrachte, zich in hoofdzaak in langsrichting van de staander uitstrekkende eerste wielen, - een hefmechanisme waarmee de loopwagen op en neer te bewegen is. 15
19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij het hefmechanisme omvat een in of nabij de staandervoet voorziene lier waarop een via een in of nabij de staandertop bevestigde rol verlopende kabel op- en af te winden is voor 20 het respectievelijk naar boven en naar beneden laten bewegen van de loopwagen.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij het hefmechanisme een contragewicht omvat. 25
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de roteermiddelen omvatten: - tussen het frame en de loopwagen van de drager aangebrachte tweede wielen; 30. een aandrijving waarmee een of meer van de tweede wielen aan te drijven is, waarbij de tweede wielen zijn gerangschikt om bij aandrijving daarvan het frame te doen roteren.
22. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de tweede wielen, in gebruik, zich in hoofdzaak dwars op de staanderlangsrichting uitstrekken.
23. Inrichting volgens conclusie 21 of 22, waarbij het frame een schijfvormige deel met flens omvat en de tweede wielen zijn opgesteld om aan te grijpen op de binnenzijde van de flens.
24. Inrichting volgens conclusie 13, omvattende tevens op de loopwagen aangebrachte draaiende steunelementen, bij voorkeur rollagers, omvattende waarover het schijfvormige element kan draaien.
25. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij het frame een ringvormig element omvat en de tweede wielen zijn opgesteld om aan te grijpen op de binnenzijde van het ringvormige element.
26. Inrichting volgens conclusie 25, waarbij de tweede wielen en het ringvormige element schuin zijn opgesteld, bij voorkeur onder een hoek van circa 45 graden ten opzichte van de langsrichting van de staander.
27. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 14-26, waarbij het aantal eerste wielen en/of het aantal tweede wielen gelijk is aan drie en de eerste en/of tweede wielen in hoofdzaak gelijk over het staanderomtreksoppervlak verdeeld zijn opgesteld.
28. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drager een of meer aan de loopwagen van de drager bevestigde verlichtingselementen omvat. 30
29. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de staander voorzien is van een langgerekte, zich in langsrichting uitstrekkende doorvoer.
30. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een lichtsterktemeter waarmee de momentane of gemiddelde sterkte van het omgevingslicht te bepalen is, waarbij de lichtsterktemeter aangesloten is op de besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de bepaalde 10 lichtsterkte in- en uitschakelen van de verlichtingselementen.
31. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een lichtsterktemeter waarmee de 15 momentane of gemiddelde sterkte van het omgevingslicht te bepalen is, waarbij de lichtsterktemeter aangesloten is op de besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de bepaalde lichtsterkte vergroten of verkleinen van de door de verlichtingselementen afgegeven verlichtingssterkte. 20
32. Inrichting volgens conclusie 30 of 31, waarbij de besturingsmiddelen de over een vooraf bepaalde tijdsbestek gemiddelde lichtsterkte bepalen en de verlichting in- en/of uitschakelen afhankelijk van de gemiddelde lichtsterkte. 25
33. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de staander, in gebruik, zich in hoofdzaak opwaarts of neerwaarts uitstrekt.
34. Inrichting volgens een der conclusies 1-33, waarbij de staander bevestigbaar is aan een opstaande wand en zich in hoofdzaak zijwaarts uitstrekt.
35. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een windsnelheidsmeter waarmee de snelheid van langs de inrichting stromende wind te bepalen is, waarbij de windsnelheidsmeter aangesloten is op de 5 besturingsmiddelen voor het afhankelijk van de bepaalde windsnelheid sturen van de roteer- en/of transleerbeweging van de drager.
36. Inrichting volgens conclusie 35, waarbij de 10 besturingsmiddelen zijn ingesteld voor het bepalen of de windsnelheid groter is dan een vooraf bepaalde grenswaarde en het bij het overschrijden van de grenswaardenstoppen van de roteerbeweging, transleren van de drager tot in een veilige positie en het stoppen van de transleerbeweging van de 15 drager.
37. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rotatiesnelheid van de drager instelbaar is tussen 0 en 6 omwentelingen per minuut. 20
38. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de translatiesnelheid van de drager instelbaar is tussen 0 en 10 meter per minuut.
39. Inrichting volgens een der voorgaande conclusie, waarbij de drager zich in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van de staander uitstrekt.
40. Werkwijze voor het aan de omgeving tonen van 30 een informatiedrager, in het bijzonder een drager waarop reclame-informatie zichtbaar is, omvattende het langs langgerekte staander transleren en het gelijktijdig rondom de staander roteren van een drager die te voorzien is van de te tonen informatie.
41. Werkwijze volgens conclusie 40, omvattende het 5 ononderbroken roteren van de drager tijdens de overgang tussen een heengaande en teruggaande transleerbeweging van de drager.
42. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 10 4 0-41, omvattende het bepalen van de momentane of gemiddelde sterkte van het omgevingslicht en het afhankelijk van de bepaalde lichtsterkte in- en uitschakelen van in de drager aangebrachte verlichting.
43. Werkwijze volgens een der conclusies 40-42, omvattende het bepalen van de momentane of gemiddelde sterkte van het omgevingslicht en het afhankelijk van de bepaalde lichtsterkte vergroten of verkleinen van de door in de drager aangebrachte verlichting afgegeven verlichtingssterkte. 20
44. Werkwijze volgens een der conclusies 40-43, omvattende het bepalen van de snelheid van langs de staander stromende wind en het afhankelijk van de bepaalde windsnelheid, aansturen van de roteer- en/of transleerbeweging 25 van de drager.
45. Werkwijze volgens conclusie 44, omvattende het bepalen of de windsnelheid groter is dan een vooraf bepaalde grenswaarde en het, bij het overschrijden van de grenswaarde, 30 stoppen van de roteren, het transleren van de drager tot in een veilige positie en het stoppen van het transleren van de drager.
46. Werkwijze volgens een der conclusies 40-45, waarin de inrichting volgens een der conclusies 1-39 wordt toegepast. 1 0329 69
NL1032969A 2006-06-20 2006-11-30 Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager. NL1032969C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032969A NL1032969C2 (nl) 2006-06-20 2006-11-30 Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager.
PCT/NL2007/000153 WO2007148962A2 (en) 2006-06-20 2007-06-19 Apparatus and method for displaying an information carrier
US12/306,253 US8151499B2 (en) 2006-06-20 2007-06-19 Apparatus and method for displaying an informational carrier
EP07747335A EP2036064A2 (en) 2006-06-20 2007-06-19 Apparatus and method for displaying an information carrier

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032029 2006-06-20
NL1032029 2006-06-20
NL1032969 2006-11-30
NL1032969A NL1032969C2 (nl) 2006-06-20 2006-11-30 Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032969C2 true NL1032969C2 (nl) 2007-12-21

Family

ID=38673434

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032969A NL1032969C2 (nl) 2006-06-20 2006-11-30 Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US8151499B2 (nl)
EP (1) EP2036064A2 (nl)
NL (1) NL1032969C2 (nl)
WO (1) WO2007148962A2 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9732899B2 (en) * 2006-11-22 2017-08-15 James Hogan Modular annular display assembly with compartments
EP2625340B1 (en) * 2010-10-07 2017-08-09 James Oliver Rotating cantilever post
CN102254497A (zh) * 2010-12-24 2011-11-23 陆晓东 广告板架
MX2013008632A (es) * 2011-01-26 2013-12-16 Glenn R Gatuslao Cartelera giratoria automatica mejorada.
FR2971077B1 (fr) * 2011-01-28 2014-01-10 Naturunion Dispositif d'affichage d'informations
US8701322B2 (en) * 2011-09-27 2014-04-22 American Greetings Corporation Sign cube system
US20130104432A1 (en) * 2011-10-31 2013-05-02 Chul Park Sign/banner display system
EP2989627B1 (de) * 2013-04-23 2021-08-18 bayer Feinwerk GmbH & Co. KG Drehvorrichtung für einen werbe- oder informationsträger
US20140361138A1 (en) * 2013-06-06 2014-12-11 Cecilia RAMIREZ Cube poster holder
MX2013012114A (es) * 2013-10-17 2015-04-17 Oscar Javier Salazar Rodriguez Estructura para publicidad exterior con mampara que se inclina y desciende.
US20150348452A1 (en) * 2014-05-28 2015-12-03 Ryan Bendremer Balloon-based, high altitude, long range notificaton system
USD787600S1 (en) * 2015-04-24 2017-05-23 Mccue Corporation Sign post
CN106409176B (zh) * 2016-10-09 2019-03-22 武汉瑞祥安科技股份有限公司 一种可双轴旋转的大型广告牌结构
CN110264871B (zh) * 2019-06-13 2021-01-15 重庆文理学院 一种可调的电子信息展示装置
CN110675787A (zh) * 2019-10-10 2020-01-10 重庆电子工程职业学院 一种基于物联网的小区宣传装置
CN116092395A (zh) * 2023-03-06 2023-05-09 国网河北省电力有限公司石家庄供电分公司 一种人力资源招聘信息展示装置

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20320331U1 (de) * 2003-02-24 2004-04-15 Kammerlander, Joachim Ortsveränderlich im Freien aufstellbarer Anzeigeturm
DE102004051587A1 (de) * 2004-10-22 2006-05-04 Ludwig Kefer Mobile Rotor-Werbesäule

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1869003A (en) * 1931-10-12 1932-07-26 John A Ashley Display apparatus
US3320691A (en) * 1965-01-07 1967-05-23 Edwin R Harmon Rotating sign construction
US3313165A (en) * 1965-04-05 1967-04-11 American Neon Displays Inc Rotary mount and drive means for a display sign
US3579880A (en) * 1969-06-16 1971-05-25 Edward L Murphy Carousel sign
US3660917A (en) * 1969-12-30 1972-05-09 James W Bevan Drive unit for rotatable signs
US3893251A (en) * 1971-09-21 1975-07-08 Kelly R Coleman Spaced frame construction
DE2322243C2 (de) * 1973-05-03 1975-03-06 Hauser, Hans Juergen, 4352 Herten Abfallkorb zur Aufstellung im Freien
US3875691A (en) * 1973-08-29 1975-04-08 Roy E Hanson Jr Mfg Revolving sign drive equipment
US4662096A (en) * 1984-06-22 1987-05-05 Armando Amaya Display and street sign assembly having multi display faces
US4937499A (en) * 1986-09-22 1990-06-26 Hunte Herbert H Photosensitive illuminating display
US5054219A (en) * 1990-04-02 1991-10-08 Hoyt Wilber S Revolving sign and related drive
US6148552A (en) * 1998-11-16 2000-11-21 Dumontier; Raymond Device for rotatably displaying advertising material
US6269570B1 (en) * 1999-07-27 2001-08-07 Colleen Miles Signage structure
GB0213570D0 (en) * 2002-06-13 2002-07-24 Arthur Lee R Streetlite display unit
US7000344B2 (en) * 2003-04-02 2006-02-21 Christopher Furlan Up-and-down display sign

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20320331U1 (de) * 2003-02-24 2004-04-15 Kammerlander, Joachim Ortsveränderlich im Freien aufstellbarer Anzeigeturm
DE102004051587A1 (de) * 2004-10-22 2006-05-04 Ludwig Kefer Mobile Rotor-Werbesäule

Also Published As

Publication number Publication date
WO2007148962A3 (en) 2008-02-07
EP2036064A2 (en) 2009-03-18
US8151499B2 (en) 2012-04-10
WO2007148962A2 (en) 2007-12-27
US20090235565A1 (en) 2009-09-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032969C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het tonen van een informatiedrager.
CN207821555U (zh) 一种灯光效果绚丽的旋转展台
WO1989005600A1 (fr) Presentoir tournant a programmation
CN102943996A (zh) 一种用于塑造舞台灯光效果的效果装置
CN108685400A (zh) 一种动漫展示平台
US20080232104A1 (en) Display Pedestal for Decorative Objects
FR2588684A1 (fr) Appareil de projection a ecran spherique plus specialement pour usages publicitaires
KR200404175Y1 (ko) 이동형 광고장치
US3800451A (en) Moving artistic display device
CN108067992B (zh) 一种组合旋转式路灯灯柱整体除锈装置
KR101302322B1 (ko) 가로등용 깃대장치
CN202993069U (zh) 一种用于塑造舞台灯光效果的效果装置
CN210018705U (zh) 一种艺术品展示装置
CN2495008Y (zh) 机械式活页广告牌
FR2726629A1 (fr) Lampes et autres systemes a abat-jour tournant
KR101578858B1 (ko) 디스플레이 기능이 구비되는 조명장치
CN211065934U (zh) 一种具备调节和旋转功能的会展用展示台
CN218547918U (zh) 一种多层旋转广告灯箱
CN210368743U (zh) 一种带广告位的通道闸
CN209042170U (zh) 一种庭院led灯
CN220287327U (zh) 一种景观用新能源照明装置
JP2002287669A (ja) 回転式広告塔
JP3730949B2 (ja) 内部照明付きのスリム型スライド式広告装置
WO2011051737A1 (en) Advertisement carrier installation
KR100234493B1 (ko) 게시대

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20100901

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130601