NL1032894C2 - Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan. - Google Patents

Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1032894C2
NL1032894C2 NL1032894A NL1032894A NL1032894C2 NL 1032894 C2 NL1032894 C2 NL 1032894C2 NL 1032894 A NL1032894 A NL 1032894A NL 1032894 A NL1032894 A NL 1032894A NL 1032894 C2 NL1032894 C2 NL 1032894C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
operating means
container
tap valve
pressure element
dispensing pipe
Prior art date
Application number
NL1032894A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Gerard Witte
Arie Maarten Paauwe
Original Assignee
Heineken Supply Chain Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heineken Supply Chain Bv filed Critical Heineken Supply Chain Bv
Priority to NL1032894A priority Critical patent/NL1032894C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1032894C2 publication Critical patent/NL1032894C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/04Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers
    • B67D1/0412Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers the whole dispensing unit being fixed to the container
    • B67D1/0418Apparatus utilising compressed air or other gas acting directly or indirectly on beverages in storage containers the whole dispensing unit being fixed to the container comprising a CO2 cartridge for dispensing and carbonating the beverage
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/0046Details relating to the filling pattern or flow paths or flow characteristics of moulding material in the mould cavity
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/12Flow or pressure control devices or systems, e.g. valves, gas pressure control, level control in storage containers
    • B67D1/14Reducing valves or control taps
    • B67D1/1405Control taps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/12Flow or pressure control devices or systems, e.g. valves, gas pressure control, level control in storage containers
    • B67D1/14Reducing valves or control taps
    • B67D1/1405Control taps
    • B67D1/145Control taps comprising a valve shutter movable in a direction perpendicular to the valve seat
    • B67D1/1466Control taps comprising a valve shutter movable in a direction perpendicular to the valve seat the valve shutter being opened in a direction opposite to the liquid flow
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/0046Details relating to the filling pattern or flow paths or flow characteristics of moulding material in the mould cavity
    • B29C2045/0049Details relating to the filling pattern or flow paths or flow characteristics of moulding material in the mould cavity the injected material flowing against a mould cavity protruding part
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/26Moulds
    • B29C45/261Moulds having tubular mould cavities
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2023/00Tubular articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2023/00Tubular articles
    • B29L2023/004Bent tubes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

Titel: Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een bedieningsmiddel voor een drankcontainer.
WO 00/35803 beschrijft een tapinrichting voor drank zoals bier, welke een container omvat met in een buitenwand zoals een bovenvlak een 5 tapklep, welke in een gesloten stand is voorgespannen en via welke tapklep drank kan worden afgegeven uit de binnenruimte van de container, door deze met behulp van een drukgenerator onder druk te brengen. Op de tapklep is een bedieningsmiddel voorzien dat een afgiftepijpje omvat dat enerzijds op de tapklep kan aansluiten en anderzijds buiten de container 10 reikt, zodat een glas daaronder kan worden gehouden. Op het afgiftepijpje is een knop aangebracht waarmee het afgiftepijpje omlaag kan worden gedrukt, zodat de tapklep wordt geopend. Bij plaatsen van dit bedieningsmiddel dient het in dezelfde richting te worden belast als bij het tappen, waardoor onbedoeld drank kan worden afgegeven.
15 Uit WO 02/42197 is een vergelijkbare tapinrichting bekend waarbij een bedieningsmiddel is voorzien dat een huisdeel omvat dat op de container kan worden geplaatst, waarbij een drukelement dat het afgiftepijpje omvat gedeeltelijk binnen het huisdeel kan bewegen voor het openen en sluiten van de tapklep. Een zwenkarm is voorzien als taphendel, welke zwenkarm 20 is gelagerd in het huisdeel en een contactvlak heeft dat tegen het drukelement ligt. Door de zwenkarm te kantelen wordt daarmee het drukelement omlaag gedrukt, waardoor de tapklep wordt geopend.
Bij deze bekende tapinrichting wordt een afgiftepijp toegepast die is geextrudeerd en vervolgens gebogen. Daarmee is het tapgedrag van de 25 tapinrichting niet steeds optimaal.
1032894 2
De uitvinding beoogt een bedieningsmiddel voor een drankcontainer te verschaffen.
In een eerste uitvoeringsvorm wordt een bedieningsmiddel volgens de uitvinding gekenmerkt door een huisdeel voor plaatsing op de container, 5 nabij de tapklep en een drukelement voor plaatsing in en/of over ten minste een gedeelte van het huisdeel, welk drukelement is verbonden met een afgiftepijp, waarbij de afgiftepijp is gespuitgiet en in en/of over het drukelement is gestoken.
Gebleken is dat door spuitgiettechnologie toe te passen de 10 vormgeving van de afgiftebuis aanmerkelijk beter kan worden gecontroleerd, waardoor het stromingsgedrag van de drank beter kan worden gestuurd. Met name wordt daardoor bijvoorbeeld de mogelijkheid geboden verschillende afgiftepijpen te verschaffen met in hoofdzaak gelijke buitenzijden en verschillende doorgangen, waardoor tapgedrag kan worden 15 beïnvloed, afhankelijk van bijvoorbeeld het type drank.
In een tweede aspect wordt de uitvinding gekenmerkt doordat Bedieningsmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afgiftepijp aan een eerste einde is ingericht om in een kanaaldeel van het drukelement te steken, waarbij op genoemde einde aan een omtreksvlak 20 daarvan een aanspuitpunt is voorzien, waarbij genoemd aanspuitpunt bij voorkeur minder ver uitsteekt vanaf het omtreksvlak dan dichtmiddelen die daarop zijn aangebracht. Aan weerszijden van genoemd aanspuitpunt kan een omtreksgroef zijn voorzien, waardoor tijdens spuitgieten een restrictie in de vloeiwegen naar de beide uiteinden wordt verkregen. Het 25 aanspuitpunt wordt daarmee op afstand van de doorgang gehouden, beïnvloed de stroming niet en is van de buitenzijde onzichtbaar.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een set van ten minste twee bedieningsmiddelen volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een drankcontainer, 30 voorzien van een bedieningsmiddel volgens de uitvinding.
3
In de voigconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding gegeven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: 5 fig. 1 in perspectivisch aanzicht een bedieningsmiddel; fig. 2A en B in voor- en zijaanzicht een bedieningsmiddel volgens fig. 1; fïg. 3 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn III - III in fig. 2A een bedieningsmiddel geplaatst op een tapklep van een container, waarbij 10 schematisch de container is weergegeven; fig. 4 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV - IV in fig. 2A schematisch en sterk vereenvoudigd een bedieningsmiddel volgens fig. 1, met de zwenkarm in ruststand; fig. 5 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV - IV in fig. 2A . 15 schematisch en sterk vereenvoudigd een bedieningsmiddel volgens fig. 1, met de zwenkarm in bedieningsstand; fig. 6 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV - IV in fig. 2A schematisch en sterk vereenvoudigd een bedieningsmiddel volgens fig. 1, met de zwenkarm in een tussenstand; 20 fig. 7 in doorgesneden bovenaanzicht schematisch een gedeelte van een bedieningsmiddel volgens de uitvinding, met arreteermiddelen; fig. 8 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een spuitgietmatrijs voor een afgiftepijp; fig. 8A schematisch in doorgesneden zijaanzicht een alternatieve 25 spuitgietmatrijs; en fig. 9 een einde van een afgiftepijp volgens de uitvinding.
In deze beschrijving, waarin uitvoeringsvormen slechts ter illustratie zijn getoond die geenszins beperkend dienen te worden uitgelegd, hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende 30 verwijzingscijfers. In deze beschrijving zal een drankcontainer worden 4 beschreven aan de hand van een biercontainer met interne drukregeling. Evenwel kunnen uiteraard ook andere dranken worden toegepast en kan druk voor afgeven van de drank ook op andere wijze worden gegenereerd, bijvoorbeeld met een externe drukbron. De afgiftemiddelen, dat wil zeggen 5 drankklep en bedieningsmiddelen zijn hier in een bovenvlak van een container voorzien doch kunnen ook in een ander vlak zijn aangebracht, bijvoorbeeld in een zijwand. Daarbij zal uiteraard ten minste het tappijpje moeten worden aangepast op een voor de vakman direct duidelijke wijze.'
In fig. 1 is in perspectivisch aanzicht een bedieningsmiddel 1 10 getoond, voor plaatsing op een drankcontainer zoals schematisch getoond in fig. 3. In fig. 2A en B is een bedieningsmiddel 1 in voor- en zijaanzicht getoond. Dit bedieningsmiddel 1 omvat een huisdeel 2 en een drukelement 3, alsmede een zwenkarm 4 waarmee het drukelement 3 ten opzichte van het huisdeel 2 kan worden bewogen in een bedieningsrichting 5, zoals nog 15 nader zal worden besproken. De bedieningsrichting 5 is in deze uitvoeringsvorm ongeveer evenwijdig aan de axiale richting van de tapklep 6 zoals getoond in fig. 3. De zwenkarm 4 is met een zwenkas 7, welke zich ongeveer haaks op de bedieningsrichting 5 uitstrekt, gelagerd in het huisdeel 2. Een afgiftepijp 8 strekt zich vanaf het drukelement 3 uit, tot 20 voorbij een langsrand 9 van de container 10 wanneer het bedieningsmiddel op de container 10 is geplaatst. Door het drukelement 3 sterkt zich een kanaaldeel 11 uit tot in een holle stam 12, welke stam in de tapklep 6 kan worden gestoken, wanneer de tapklep 6 van het vrouwelijke type is. Indien de tapklep 6 van het mannelijke type is zal deze stam 12 een onderdeel van 25 de tapklep 6 vormen en kan het kanaaldeel 11 daarop worden gestoken. Daardoor kan in gebruik een fluïdumverbinding worden verkregen tussen een binnenruimte 13 van de container 10, via een stijgbuis 14, de tapklep 6, het kanaaldeel 11 en de afgiftepijp 8. In de binnenruimte is een drukregelaar 15 opgenomen, welke een gaspatroon 16 omvat, waarin een 30 drukgas onder relatief hoge druk is opgenomen en waarop een 5 drukregelelement 17 is aangebracht waarmee automatisch, op basis van de druk in de binnenruimte 13, gas uit de gaspatroon 16 wordt afgegeven, teneinde de druk in de binnenruimte opeen gewenst niveau te houden. Een dergelijke drukregelaar is bijvoorbeeld beschreven in WO 00/35803, welke 5 hierin door referentie wordt geacht te zijn opgenomen. Bij openen van de tapklep 6 zal dus drank 18 uit de binnenruimte 13 wegstromen, via de afgiftepijp 8.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de afgiftepijp 8 vervaardigd door spuitgieten, evenals bijvoorbeeld het drukelement 3, het huisdeel 2 en de 10 zwenkarm 4. De afgiftepijp 8 is met een eerste einde 19 in het kanaaldeel 11 gestoken en daarin vastgeklemd. In een onderzijde van het eerste einde 19 is een opening 20 voorzien, die in een ruststand op afstand ligt van een flexibel sluitelement 21 en in een bedieningsstand, waarbij de tapklep 6 is geopend, rust op genoemd sluitelement 21, zodanig dat de opening 20 15 daardoor wordt afgesloten. Daarmee wordt het voordeel bereikt dat in de ruststand lucht via genoemde opening 20 in de afgiftepijp 8 kan stromen, achter drank die zich daarin bevindt, waardoor de drank eenvoudig zal wegstromen en nadruppelen wordt verhinderd.
Het huisdeel 2 is voorzien van een relatief hoog deel 40 waarin de 20 zwenkas 7 is bevestigd en een naastgelegen lager deel 41 waar het drukelement 3 kan bewegen en waar de aangrijpelementen 23, 24 zich kunnen bewegen. Het lage deel 41 is voorzien van opstaande rand 42 waarover het drukelement 3 kan schuiven, zodat een geleiding wordt verkregen voor het drukelement 3. De tapklep 6 is in het getoonde 25 uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een vrouwelijk aërosolventiel. Dit omvat een bakvormig klepelement 43 dat binnen een behuizing 46 door een veer 44 met een langsrand 47 tegen een pakking 45 wordt gedrukt. Daardoor is een afdichting verkregen. Wordt de stam 12 in het klepelement 43 gestoken dan kan daarmee de langsrand 47 van de pakking 45 worden gedrukt en kan 30 drank langs het klepelement 43 in het kanaaldeel 11 stromen. Dergelijke 6 ventielen en mannelijke varianten daarvan zijn voor de vakman bekend en direct toepasbaar, evenals bijvoorbeeld een kantelvariant of alternatieve, in een sluitstand voorgespannen kleppen.
Zoals specifiek getoond in fig. 4-6, welke sterk schematisch zijn, is 5 de zwenkarm 4 nabij een einde 22 voorzien van ten minste een eerste aangrijpelement 23 en een tweede aangrijpelement 24. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn er steeds twee eerste en twee tweede aangrijpelementen 23, 24, een aan weerszijden van de afgiftepijp 8. Het eerste aangrijpelement 23 heeft een eerste richting 25 waarin dit zich in 10 hoofdzaak uitstrekt, ongeveer evenwijdig aan of onder een relatief kleine hoek met een lengterichting 26 van de zwenkarm 4, ongeveer haaks op de zwenkas 7. Het tweede aangrijpelement 24 heeft een tweede richting 27 die zich ongeveer haaks op de zwenkas 7 uitstrekt en een hoek α insluit met de eerste richting 25. Deze hoek wijkt af van 180 graden en is bijvoorbeeld 15 gelegen tussen 45 en 135 graden, meer in het bijzonder tussen 80 en 125 graden. De eerste en tweede richting 25, 27 worden bepaald door een lijn door de zwenkas 7, welke zowel reëel als virtueel kan zijn, en een uiterste einde van het betreffende aangrijpelement 23, 24. De eerste en tweede aangrijpelementen 23, 24 vormen daarbij in zijaanzicht gezamenlijk 20 ongeveer een L-vorm. Het drukelement 3 is voorzien van een aangrijpdeel 28, bijvoorbeeld een rand. De zwenkas 7 is zodanig gepositioneerd dat de eerste en tweede aangrijpelementen 23, 24 respectievelijk onder en boven het aangrijpdeel 28 kunnen worden gebracht indien het drukelement 3 in en over het huisdeel 2 is opgenomen.
25 In fig. 4 is in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht de zwenkarm 4 getoond, in een ruststand, waarbij de lengterichting 26 van de zwenkarm 4 zich ongeveer haaks op de bedieningsrichting 5 uitstrekt. Het eerste aangrijpelement 23 strekt zich daarbij onder het aangrijpdeel 28 uit, waardoor een beweging van het drukelement 3 in de bedieningsrichting 5 30 wordt geblokkeerd. Het drukelement 3 wordt daarbij relatief hoog boven de 7 onderzijde 30 van het huisdeel 2 gedragen, waarbij het aangrijpdeel 28 boven de zwenkas 7 ligt, en dus hoog boven het bovenvlak 31 van de container 10. Het drukelement 2 kan daarbij wel de tweede aangrijpelementen 24 passeren omdat deze zich buiten de bewegingsbaan 5 daarvan bevinden. Dat betekent dat dit eenvoudig kan worden geplaatst. Wordt het bedieningselement op een container geplaatst dan zal de zwenkarm 4 zich in deze ruststand bevinden en wordt derhalve verhinderd dat de tapklep 6 door het drukelement 3 wordt bediend. Vanuit deze stand kan de zwenkarm in de richting 33 worden bewogen.
10 In fig. 5 is eenzelfde doorsnede getoond, waarbij de zwenkarm in een actieve, ongeveer rechtopstaande stand is gebracht. Daarbij is het drukelement 3 maximaal omlaag bewogen, waardoor, indien het bedieningsmiddel 1 op de container is geplaatst, de tapklep 6 is geopend. De tweede aangrijpelementen 24 drukken daarbij op de bovenzijde van het 15 aangrijpdeel 28. Dit bevindt zich in deze stand onder de zwenkas 7. Vanuit deze stand kan de zwenkarm 7 in de richting 34 worden bewogen.
In fig. 6 is een tussenstand van de zwenkarm 7 getoond, waarbij de eerste aangrijpelementen 23 zich onder tegen het aangrijpdeel 28 en de tweede aangrijpelementen 24 zich daarboven. Door beweging in de richting 20 33 zal het drukelement 3 omlaag worden bewogen,in de bedieningsrichting 5, terwijl bij beweging in de tegengestelde richting 34 het drukelement 3 omhoog zal worden bewogen, tegen de bedieningsrichting 5 in, waardoor de klep 6 zich zal sluiten. Voordeel hiervan is dat het drukelement actief omhoog kan worden gebracht teneinde drankafgifte te stoppen, ook wanneer 25 bijvoorbeeld enige verkleving optreedt.
In fig. 7 is schematisch een doorgesneden eerste aangrijpelement 23 van de zwenkarm 7 getoond, alsmede een naastgelegen gedeelte van het huisdeel 2. Op het eerste aangrijpelement is een arreteer nok 35 aangebracht, dat zich buitenwaarts uitstrekt. Op het huisdeel zijn twee 30 ribben 36 aangebracht die als complementaire arreteer elementen dienen.
8
De ribben strekken zich in hoofdzaak verticaal uit, op een afstand van elkaar die ongeveer overeenkomt met de breedte van de nok 35. De nok 35 kan de ribben 36 passeren door geringe elastische vervorming van de ribben en/of de nok, wanneer de zwenkarm 3 wordt verzwenkt rond de zwenkas 7.
5 Bij de zwenkarm in de in fig. 5 getoonde stand bevindt de nok 35 zich tussen de beide ribben 36. Wordt de zwenkarm in de richting 33 gezwenkt, naar de ruststand, dan wordt de arreteemok voorbij een van de ribben gedwongen. Wordt de zwenkarm in tegengestelde richting bewogen dan wordt de nok voorbij de andere van de twee ribben gedwongen. Daarmee zijn de drie 10 standen niet alleen visueel duidelijk onderscheiden doch kunnen deze ook worden gevoeld. Bovendien wordt de zwenkarm daarmee eenvoudig in een stand vastgehouden.
Een bedieningsmiddel volgens de uitvinding biedt in de getoonde uitvoeringsvorm het voordeel dat de tapklep 6 eenvoudig kan worden 15 bediend, waarbij het drukelement actief in de van de tapklep afgekeerde richting kan worden bewogen.
In fig. 8 is een dwarsdoorsnede getoond, in vereenvoudigde vorm, van een spuitgietmatrijs 100 voor een afgiftepijp voor een bedieningsmiddel 1. Deze matrijs 100 heeft een eerste en tweede matrijsdeel 45, 46, welke 20 wegtrekbaar zijn en een matrijsholte 48 bepalen. Vanaf een eerste zijde 49 is een eerste kern 50 in de matrijsholte 48 gestoken, welke een relatief groot deel van de doorgang 51 van de afgiftepijp 8 bepaalt. Vanaf een tegenovergelegen zijde is een tweede kern 52 in de matrijsholte gestoken, welke de verdere doorgang bepaalt. Door de tweede kern 52 bijvoorbeeld 25 enigszins taps te laten toelopen, kan een zich verwijdende uitlaatmond 53 worden verkregen in de afgiftepijp 8, waardoor het uitstroompatroon van de afgiftepijp aanmerkelijk kan worden verbeterd. De tweede kern kan enigszins zijn gebogen, bijvoorbeeld overeenkomstig de gewenste buiging van het betreffende einde van de afgiftepijp 8, waardoor ineens de gewenste 30 vorm kan worden verkregen. Door de eerste kern 50 kan de binnendiameter 9 van de afgiftepi.jp, althans de doorgang 51 grotendeels worden bepaald. Dit biedt het voordeel dat voor bijvoorbeeld afgiftemiddelen voor verschillende typen drank eenvoudig kunnen worden aangepast door de doorgang bijvoorbeeld te versmallen of juist te verwijden, door restricties in te bouwen 5 zoals een vernauwing, waardoor het stromingspatroon kan worden aangepast. Zo kan bijvoorbeeld schuiming van C02 houdende dranken worden geregeld, zodat deze minder afhankelijk wordt van de afgiftedruk, kan de impressie van een "flinke straal" worden gecreëerd, zonder dat de flow en in het bijzonder het debiet in de doorgang wordt vergroot of kunnen 10 andere parameters worden aangepast. Hiertoe hoeft slechts de eerste kern te worden aangepast, hetgeen bijvoorbeeld mogelijk is met opzetstukken zoals bussen op een deel van de kern 50, of door voor verschillende dranken verschillende kernen 50 te gebruiken, terwijl de buitenzijde van de afgiftepijp gelijk kan worden gehouden voor de verschillende dranken en 15 dus dezelfde drukelementen en huisdelen kunnen worden toegepast.
Gebleken is dat de vorm en dimensies van de doorgang van grote invloed zijn op het tapgedrag van de inrichting.
In een van de beide matrijsdelen 45 is een pen 54 voorzien die met behulp van een aandrijfmiddel 55 beweegbaar is, voor de vorming van een 20 opening 20 in de afgiftepijp 8.
In fig. 9 is een einde 47 van de afgiftepijp 8 getoond dat in het drukelement 3 wordt gestoken. Dit einde heeft een eerste deel 56 dat in hoofdzaak cilindrisch is en twee geleide nokken 57 draagt, aan weerszijden. Deze kunnen passend schuiven in sleuven 58 aan de binnenzijde van het 25 kanaaldeel 11, zodat de afgiftepijp 8 wordt gericht. Een tweede, eveneens in hoofdzaak cilindrisch deel 59 is voorzien, opgenomen tussen twee omtreksgroeven 60. Daarnaast is, aan de van het eerste deel 56 afgekeerde zijde van het tweede deel 59 een derde, eveneens in hoofdzaak cilindrisch deel 61 voorzien, waarop twee omtreksribben 63 zijn aangebracht. Op het 30 derde deel 61 sluit een schouder 62 aan, gevormd door een verwijding van 10 de buitenzijde van de afgiftepijp 8, die bij insteken van het einde 47 in het kanaaldeel 11 aanloopt tegen het drukelement 3. De omtreksribben 63 liggen daarbij enigszins elastisch vervormd aan tegen de binnenzijde van het kanaaldeel 11 en vormen aan vloeistofdichte afsluiting.
5 In fig. 8 zijn groeven 63A voor vorming van de omtreksribben 63 en groeven 60A voor vorming van de omtreksgroeven 60 getoond, in de matrijsholte. Een injectieopening 64 is getoond, welke uitmondt in het tweede deel 59, tussen de omtreksgroeven 60, althans tussen de deze omtreksgroeven vormende groeven 60A. Kunstsof die met behulp van een 10 bekende injector 65, schematisch weergegeven als pomp, in de matrijsholte wordt gebracht, zal in twee richtingen wegvloeien de matrijsholte in.
Daarbij worden door de omtreksgroeven 60 vormende groeven 60A en de eerste kern 50 restricties 5 IA, B gevormd, waardoor de kunststof niet eenvoudig kan passeren. Door de restricties 51 zal de ruimte tussen de 15 restricties 51 zich tijdens spuitgieten eerst vullen met kunststof, waarna het via de restricties zal worden weggedrukt in de daarop aansluitende ruimten. Gebleken is dat daarmee een verrassend voordelig vulgedrag kan worden verkregen. Als gevolg van de ringvormige restricties en het zich eerste volledig vullen van de ruimte daartussen wordt door de restricties feitelijk 20 een opening gevormd die vergelijkbaar is met een extrusie matrijs. De kunststof wordt door de restricties geperst, waarbij de druk over de gehele omtrek van genoemde restricties 51 relatief gelijkmatig verdeeld zal zijn. Gebleken is dat daarmee een bijzonder goede materiaalverdeling wordt verkregen en dat bijzonder vormstabiele en in het bijzonder rechte 25 afgiftepijpjes kunnen worden gespuitgiet. Daarbij lijken de spanningen in de kunststof relatief gelijkmatig verdeeld en laag gehouden te kunnen worden. Bovendien zal de wanddikte van het pijpje nauwkeurig en bij voorkeur gelijk kunnen worden gehouden. Een verder voordeel van deze restricties is dat de drukverdeling rond met name de eerste kern 50 wordt verbeterd, met 30 name relatief gelijk wordt gehouden, waardoor vervormingen van deze kern 11 worden tegengegaan, hetgeen met name van belang is omdat deze kern relatief lang en dun en daarmee kwetsbaar is, althans gevoelig voor verbuiging. Bovendien kan het aanspuitpunt 64A op de omtrek van het tweede deel 59 geplaatst zijn, in plaats van bijvoorbeeld op een einde van de 5 afgiftepijp 8, waardoor dit zich niet in de stromingsbaan van drank door het kanaaldeel 11 en de afgiftepijp 8 bevindt, hetgeen nadelig zou zijn vanwege ongewenste turbulenties of andere stromingseffecten die bijvoorbeeld uittrede van C02, schuimvorming, scheiding of andere effecten in de drank teweeg zouden brengen. Bovendien wordt het aanspuitpunt tijdens gebruik 10 buiten zicht gehouden.
In een alternatieve uitvoeringsvorm zoals schematisch getoond in fig. 8A, wordt een matrijs 100 toegepast waarin een matrijsholte 48 is voorzien met een rechte kern 50. De tweede kern 52 is hierbij eveneens recht, in voorkomende gevallen, bijvoorbeeld wanneer de doorgang in de pijp 15 8 geheel recht of in slechts één richting taps toeloopt of anderszins lossend is kan worden volstaan met één kern. De tweede kern 52 kan bijvoorbeeld de uitloop bepalen. Verder is de matrijs 100 vergelijkbaar met die volgens fig. 8 en wordt voor de beschrijving daarnaar verwezen. In deze matrijs 100 wordt een afgiftepijp 8 in rechte toestand gespuitgiet. Vervolgens wordt de 20 afgiftepijp 8 uitgenomen en in een buigmal gelegd, waarin het einde 53 in warme toestand wordt gebogen naar de gewenste vorm. Dit biedt het voordeel dat geen roterende tweede kern nodig is. Bovendien kan de deelnaad die zal ontstaan als gevolg van de koppeling van de eerste en tweede kern op elke gewenste positie worden gelegd en elke gewenste vorm 25 hebben. Daarmee kan steeds een optimaal stromingspatroon voor drank door genoemde doorgang worden verkregen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Zo kunnen 30 de aangrijpelementen 23, 24 en het aangrijpdeel 28 anders worden 12 uitgevoerd en kunnen deze een andere hoek insluiten. De zwenkarm kan anders worden vormgegeven en bijvoorbeeld over een grotere of kleinere hoek zwenkbaar zijn. De arreteermiddelen kunnen op andere wijze en/of op een andere positie worden aangebracht of worden weggelaten. De vorm en 5 opbouw van een spuitgietmatrijs kunnen uiteraard worden aangepast aan de vorm van bijvoorbeeld een afgiftepijp en de verdere bedieningsmiddelen.
Deze en vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
10
1 03 2 8 9 A

Claims (15)

1. Bedieningsmiddel voor een tapklep van een drankcontainer, omvattende een huisdeel voor plaatsing op de container, nabij de tapklep en een drukelement voor plaatsing in en/of over ten minste een gedeelte van het huisdeel, welk drukelement is verbonden met een afgiftepijp, waarbij de 5 afgiftepijp is gespuitgiet en in en/of over het drukelement is gestoken.
2. Bedieningsmiddel volgens conclusie 1, waarbij de afgiftepijp een van het drukelement afgekeerd, gebogen einde heeft.
3. Bedieningsmiddel volgens conclusie 2, waarbij genoemd gebogen einde ten minste gedeeltelijk een binnenzijde heeft die zich verwijdt in de 10 richting van een uitlaatmond.
4. Bedieningsmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afgiftepijp aan een eerste einde is ingericht om in een kanaaldeel van het drukelement te steken, waarbij dichtmiddelen zijn voorzien voor afdichting van het einde in het drukelement.
5. Bedieningsmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afgiftepijp aan een eerste einde is ingericht om in een kanaaldeel van het drukelement te steken, waarbij op genoemde einde aan een omtreksvlak daarvan een aanspuitpunt is voorzien.
6. Bedieningsmiddel volgens conclusie 4 en 5, waarbij genoemd 20 aanspuitpunt minder ver uitsteekt vanaf het omtreksvlak dan de dichtmiddelen.
7. Bedieningsmiddel volgens conclusie 5 of 6, waarbij aan weerszijden van genoemd aanspuitpunt een omtreksgroef is voorzien.
8. Afgiftepijp voor gebruik in een bedieningsmiddel volgens een der 25 voorgaande conclusies, welke afgiftepijp door spuitgieten is vervaardigd.
9. Set van ten minste twee bedieningsmiddelen volgens een der conclusies 1-7, waarbij de bedieningsmiddelen afgiftepijpen omvatten die 1032894 aan de buitenzijde in hoofdzaak gelijk zijn en waarvan de doorgang voor drank van elkaar verschillen.
10. Werkwijze voor de vorming van een afgiftebuis voor een bedieningsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een 5 injectiematrijs wordt toegepast met een matrijsholte en kernen die in samenwerking een matrijsholte bepalen voor genoemde afgiftepijp, waarbij kunststof in de matrijsholte wordt gebracht tussen twee omtreksgroeven vormende delen van de matrijsholte, zodanig dat ter hoogte van genoemde omtreksgroeven vormende delen flow restricties worden bepaald voor de 10 kunststof.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij genoemde restricties ten minste gedeeltelijk een vulpatroon van de matrijsholte bepalen, meer in het bijzonder zodanig dat de ruimte tussen de restricties wordt gevuld met kunststof, in hoofdzaak voordat de kunststof genoemde restricties passeert.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij ten minste één van genoemde restricties functioneert als extrusieopening.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 10 — 12, waarbij de afgiftebuis in in hoofdzaak rechte toestand wordt gespuitgiet en vervolgens wordt gebogen.
14. Drankcontainer voorzien van een bedieningsmiddel volgens een der voorgaande conclusies 1-7.
15. Drankcontainer volgens conclusie 14, waarbij een drukgenerator is voorzien in de drankcontainer. 1 03 2 8 94
NL1032894A 2006-11-17 2006-11-17 Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan. NL1032894C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032894A NL1032894C2 (nl) 2006-11-17 2006-11-17 Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032894A NL1032894C2 (nl) 2006-11-17 2006-11-17 Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.
NL1032894 2006-11-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032894C2 true NL1032894C2 (nl) 2008-05-20

Family

ID=38349498

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032894A NL1032894C2 (nl) 2006-11-17 2006-11-17 Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1032894C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2018189167A1 (de) * 2017-04-11 2018-10-18 Voss Automotive Gmbh Kunststoff-steckverbinder und verfahren zu dessen herstellung
EP2581197B1 (fr) * 2011-10-11 2020-05-20 Parker Hannifin Manufacturing France SAS Procédé de fabrication d'un raccord en matière plastique et raccord ainsi obtenu

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1028172A (en) * 1963-09-30 1966-05-04 Whitbread And Company Ltd Improvements relating to beer dispensing valve devices
WO2000035803A1 (en) * 1998-12-16 2000-06-22 Heineken Technical Services B.V. Container for storing and dispensing beverage, in particular beer
WO2002042197A1 (en) * 2000-11-23 2002-05-30 Heineken Technical Services B.V. Beverage container provided with a dispensing valve with improved operating means
WO2004050535A2 (en) * 2002-11-29 2004-06-17 Interbrew S.A. Dispenser having a conduit with a flow restrictor

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1028172A (en) * 1963-09-30 1966-05-04 Whitbread And Company Ltd Improvements relating to beer dispensing valve devices
WO2000035803A1 (en) * 1998-12-16 2000-06-22 Heineken Technical Services B.V. Container for storing and dispensing beverage, in particular beer
WO2002042197A1 (en) * 2000-11-23 2002-05-30 Heineken Technical Services B.V. Beverage container provided with a dispensing valve with improved operating means
WO2004050535A2 (en) * 2002-11-29 2004-06-17 Interbrew S.A. Dispenser having a conduit with a flow restrictor

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2581197B1 (fr) * 2011-10-11 2020-05-20 Parker Hannifin Manufacturing France SAS Procédé de fabrication d'un raccord en matière plastique et raccord ainsi obtenu
WO2018189167A1 (de) * 2017-04-11 2018-10-18 Voss Automotive Gmbh Kunststoff-steckverbinder und verfahren zu dessen herstellung
CN110494265A (zh) * 2017-04-11 2019-11-22 福士汽车配套部件责任有限公司 塑料插塞连接器及其制造方法
CN110494265B (zh) * 2017-04-11 2022-05-27 福士汽车配套部件责任有限公司 塑料插塞连接器及其制造方法
US11679538B2 (en) 2017-04-11 2023-06-20 Voss Automotive Gmbh Method for producing plastic plug-in connector

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20220297999A1 (en) Beverage dispensing system, beverage container and pressurizing system for use in a beverage dispensing system or container
AU2016202125B2 (en) Creamy foam beer dispensing system
EP1786722B1 (en) Beverage dispensing tap with spouts for the liquid and the foam
EP1996503B1 (en) Liquid dispensing tap, in particular for liquids with higher density
US20080023499A1 (en) Dispensing package and methods of using and making
US20240140774A1 (en) Beverage preparation machine with a locking means and a coupling element, and beverage preparation system
US10519022B2 (en) Beverage dispensing assembly and tap
US20110005638A1 (en) Tipless can filling valve
JP4116070B1 (ja) 改良された操作手段を有する分配弁を備える飲料容器
NL1032894C2 (nl) Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.
US20090230153A1 (en) Dispensing Package and Methods of Using and Making
US7093740B2 (en) Beverage container provided with a dispensing valve with improved operating means and anti-drip means
EP3309119B1 (en) Dispensing assembly and container with tap
NL1032890C2 (nl) Tapinrichting voor drank, voorzien van een drukregelaar.
NL1032891C2 (nl) Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.
NL2015939B1 (en) Beverage dispensing system, beverage container and pressurizing system for use in a beverage dispensing system or container.
NL2009863C2 (en) Beverage dispensing assembly and valve operating assembly therefore.
JP4293927B2 (ja) 発泡飲料注出コック

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601