NL1032894C2

NL1032894C2 - Operating tap valve is for drink container and has housing part to be positioned on container near to tap valve

Info

Publication number: NL1032894C2
Application number: NL1032894A
Authority: NL
Inventors: Pieter Gerard Witte; Arie Maarten Paauwe
Original assignee: Heineken Supply Chain Bv
Priority date: 2006-11-17
Filing date: 2006-11-17
Publication date: 2008-05-20

Abstract

The operating tap valve (1) is for a drink container and has a housing part (2) to be positioned on the container near to the tap valve. A pressure component is positioned in and/or over at least a part of the housing part. The pressure component is connected with an outlet pipe which is injection moulded and is positioned in and/or over the pressure component. A pivot arm (4) can move the pressure component in relation to the housing part in an operating direction (5). The operating direction is parallel to the axial direction of the tap valve (6). The pivot arm is located with a pivot axis in the housing part. An issuing pipe (8) extends from t he pressure component to beyond a longitudinal edge (9) of the container (10) when the operating device is placed on the container. Through the pressrue component, a channel port (11) extends outwards into a hollow stem (12), which can be inserted in the tap valve, when the latter is of the female type. If the tap valve is of the male type, the stem forms a part of the tap valve and the channel part can form part of it. Thus, in use, a fluid connection is obtained between an inner space (13) of the container via a rise pipe (14), the tap valve, the channel part and the issue pipe. In the inner space is a pressure regulator (15) containing a gas cartridge (16), in which is a pressure gas under relatively high pressure.

Description

Titel: Bedieningsmiddel voor drankcontainer en tapinrichting voorzien daarvan.Title: Operating device for beverage container and tapping device thereof.

De uitvinding heeft betrekking op een bedieningsmiddel voor een drankcontainer.The invention relates to an operating means for a beverage container.

WO 00/35803 beschrijft een tapinrichting voor drank zoals bier, welke een container omvat met in een buitenwand zoals een bovenvlak een 5 tapklep, welke in een gesloten stand is voorgespannen en via welke tapklep drank kan worden afgegeven uit de binnenruimte van de container, door deze met behulp van een drukgenerator onder druk te brengen. Op de tapklep is een bedieningsmiddel voorzien dat een afgiftepijpje omvat dat enerzijds op de tapklep kan aansluiten en anderzijds buiten de container 10 reikt, zodat een glas daaronder kan worden gehouden. Op het afgiftepijpje is een knop aangebracht waarmee het afgiftepijpje omlaag kan worden gedrukt, zodat de tapklep wordt geopend. Bij plaatsen van dit bedieningsmiddel dient het in dezelfde richting te worden belast als bij het tappen, waardoor onbedoeld drank kan worden afgegeven.WO 00/35803 describes a tapping device for beverage such as beer, which comprises a container with in a outer wall such as an upper surface a tapping valve, which is biased in a closed position and via which tapping valve beverage can be dispensed from the inner space of the container, by pressurize them with the aid of a pressure generator. An operating means is provided on the tapping valve which comprises a dispensing pipe which can connect to the tapping valve on the one hand and which extends beyond the container 10 on the other hand, so that a glass can be kept underneath. A button is provided on the dispensing pipe with which the dispensing pipe can be pressed down, so that the tapping valve is opened. When placing this operating device, it must be loaded in the same direction as when tapping, so that beverage can be dispensed unintentionally.

15 Uit WO 02/42197 is een vergelijkbare tapinrichting bekend waarbij een bedieningsmiddel is voorzien dat een huisdeel omvat dat op de container kan worden geplaatst, waarbij een drukelement dat het afgiftepijpje omvat gedeeltelijk binnen het huisdeel kan bewegen voor het openen en sluiten van de tapklep. Een zwenkarm is voorzien als taphendel, welke zwenkarm 20 is gelagerd in het huisdeel en een contactvlak heeft dat tegen het drukelement ligt. Door de zwenkarm te kantelen wordt daarmee het drukelement omlaag gedrukt, waardoor de tapklep wordt geopend.From WO 02/42197 a comparable tapping device is known in which an operating means is provided which comprises a housing part that can be placed on the container, wherein a pressure element comprising the dispensing pipe can move partially within the housing part for opening and closing the tapping valve. A pivot arm is provided as a tap handle, which pivot arm 20 is mounted in the housing part and has a contact surface which lies against the pressure element. By tilting the pivot arm, the pressure element is thereby pressed down, whereby the tapping valve is opened.

Bij deze bekende tapinrichting wordt een afgiftepijp toegepast die is geextrudeerd en vervolgens gebogen. Daarmee is het tapgedrag van de 25 tapinrichting niet steeds optimaal.In this known tapping device, a dispensing pipe is used that is extruded and then bent. This means that the tapping behavior of the tapping device is not always optimal.

1032894 21032894 2

De uitvinding beoogt een bedieningsmiddel voor een drankcontainer te verschaffen.The invention has for its object to provide an operating means for a beverage container.

In een eerste uitvoeringsvorm wordt een bedieningsmiddel volgens de uitvinding gekenmerkt door een huisdeel voor plaatsing op de container, 5 nabij de tapklep en een drukelement voor plaatsing in en/of over ten minste een gedeelte van het huisdeel, welk drukelement is verbonden met een afgiftepijp, waarbij de afgiftepijp is gespuitgiet en in en/of over het drukelement is gestoken.In a first embodiment, an operating means according to the invention is characterized by a housing part for placing on the container, near the tapping valve and a pressure element for placing in and / or over at least a part of the housing part, which pressure element is connected to a dispensing pipe, wherein the dispensing pipe is injection molded and inserted into and / or over the pressure element.

Gebleken is dat door spuitgiettechnologie toe te passen de 10 vormgeving van de afgiftebuis aanmerkelijk beter kan worden gecontroleerd, waardoor het stromingsgedrag van de drank beter kan worden gestuurd. Met name wordt daardoor bijvoorbeeld de mogelijkheid geboden verschillende afgiftepijpen te verschaffen met in hoofdzaak gelijke buitenzijden en verschillende doorgangen, waardoor tapgedrag kan worden 15 beïnvloed, afhankelijk van bijvoorbeeld het type drank.It has been found that by applying injection molding technology the design of the dispensing tube can be controlled considerably better, as a result of which the flow behavior of the drink can be better controlled. In particular, this offers, for example, the possibility of providing different dispensing pipes with substantially equal outer sides and different passages, whereby tapping behavior can be influenced, depending on, for example, the type of drink.

In een tweede aspect wordt de uitvinding gekenmerkt doordat Bedieningsmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afgiftepijp aan een eerste einde is ingericht om in een kanaaldeel van het drukelement te steken, waarbij op genoemde einde aan een omtreksvlak 20 daarvan een aanspuitpunt is voorzien, waarbij genoemd aanspuitpunt bij voorkeur minder ver uitsteekt vanaf het omtreksvlak dan dichtmiddelen die daarop zijn aangebracht. Aan weerszijden van genoemd aanspuitpunt kan een omtreksgroef zijn voorzien, waardoor tijdens spuitgieten een restrictie in de vloeiwegen naar de beide uiteinden wordt verkregen. Het 25 aanspuitpunt wordt daarmee op afstand van de doorgang gehouden, beïnvloed de stroming niet en is van de buitenzijde onzichtbaar.In a second aspect, the invention is characterized in that Operating means according to any one of the preceding claims, wherein the dispensing pipe is arranged at a first end to protrude into a channel part of the pressure element, wherein a point of contact is provided on said periphery at a peripheral surface 20 thereof, said injection point preferably protrudes less far from the peripheral surface than sealing means arranged thereon. A circumferential groove may be provided on either side of said point of contact, whereby a restriction in the flow paths to both ends is obtained during injection molding. The point of contact is thus kept at a distance from the passage, does not influence the flow and is invisible from the outside.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een set van ten minste twee bedieningsmiddelen volgens de uitvinding.The invention furthermore relates to a set of at least two operating means according to the invention.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een drankcontainer, 30 voorzien van een bedieningsmiddel volgens de uitvinding.The invention further relates to a beverage container, provided with an operating means according to the invention.

33

In de voigconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding gegeven.Further advantageous embodiments of the invention are given in the claim claims.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: 5 fig. 1 in perspectivisch aanzicht een bedieningsmiddel; fig. 2A en B in voor- en zijaanzicht een bedieningsmiddel volgens fig. 1; fïg. 3 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn III - III in fig. 2A een bedieningsmiddel geplaatst op een tapklep van een container, waarbij 10 schematisch de container is weergegeven; fig. 4 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV - IV in fig. 2A schematisch en sterk vereenvoudigd een bedieningsmiddel volgens fig. 1, met de zwenkarm in ruststand; fig. 5 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV - IV in fig. 2A . 15 schematisch en sterk vereenvoudigd een bedieningsmiddel volgens fig. 1, met de zwenkarm in bedieningsstand; fig. 6 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn IV - IV in fig. 2A schematisch en sterk vereenvoudigd een bedieningsmiddel volgens fig. 1, met de zwenkarm in een tussenstand; 20 fig. 7 in doorgesneden bovenaanzicht schematisch een gedeelte van een bedieningsmiddel volgens de uitvinding, met arreteermiddelen; fig. 8 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een spuitgietmatrijs voor een afgiftepijp; fig. 8A schematisch in doorgesneden zijaanzicht een alternatieve 25 spuitgietmatrijs; en fig. 9 een einde van een afgiftepijp volgens de uitvinding.The invention will be further elucidated with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows in perspective view an operating means; 2A and B show a front and side view of an operating means according to Fig. 1; FIG. 3 shows, in sectional side view along the line III - III in Fig. 2A, an operating means placed on a tapping valve of a container, wherein the container is schematically shown; Fig. 4 shows, in cross-sectional side view along the line IV - IV in Fig. 2A, schematically and greatly simplified an operating means according to Fig. 1, with the swivel arm in the rest position; Fig. 5 is a sectional side view along the line IV - IV in Fig. 2A. 15 schematically and greatly simplified an operating means according to FIG. 1, with the pivot arm in the operating position; Fig. 6 shows, in cross-sectional side view along the line IV - IV in Fig. 2A, schematically and greatly simplified an operating means according to Fig. 1, with the pivotal arm in an intermediate position; Fig. 7 schematically shows, in cross-sectional top view, a part of an operating means according to the invention, with locking means; Fig. 8 schematically shows, in cross-sectional side view, an injection mold for a dispensing pipe; Fig. 8A schematically shows, in cross-sectional side view, an alternative injection mold; and Fig. 9 shows an end of a dispensing pipe according to the invention.

In deze beschrijving, waarin uitvoeringsvormen slechts ter illustratie zijn getoond die geenszins beperkend dienen te worden uitgelegd, hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende 30 verwijzingscijfers. In deze beschrijving zal een drankcontainer worden 4 beschreven aan de hand van een biercontainer met interne drukregeling. Evenwel kunnen uiteraard ook andere dranken worden toegepast en kan druk voor afgeven van de drank ook op andere wijze worden gegenereerd, bijvoorbeeld met een externe drukbron. De afgiftemiddelen, dat wil zeggen 5 drankklep en bedieningsmiddelen zijn hier in een bovenvlak van een container voorzien doch kunnen ook in een ander vlak zijn aangebracht, bijvoorbeeld in een zijwand. Daarbij zal uiteraard ten minste het tappijpje moeten worden aangepast op een voor de vakman direct duidelijke wijze.'In this description, in which embodiments are shown for illustration only, which should not be construed as being limitative in any way, identical or corresponding parts have identical or corresponding reference numerals. In this description, a beverage container will be described 4 on the basis of a beer container with internal pressure control. However, other drinks can of course also be used and pressure for dispensing the drink can also be generated in a different manner, for example with an external pressure source. The dispensing means, that is, beverage valve and operating means, are here provided in a top surface with a container, but can also be arranged in a different surface, for example in a side wall. Of course, at least the tap pipe will have to be adjusted in a manner that is immediately clear to the skilled person. "

In fig. 1 is in perspectivisch aanzicht een bedieningsmiddel 1 10 getoond, voor plaatsing op een drankcontainer zoals schematisch getoond in fig. 3. In fig. 2A en B is een bedieningsmiddel 1 in voor- en zijaanzicht getoond. Dit bedieningsmiddel 1 omvat een huisdeel 2 en een drukelement 3, alsmede een zwenkarm 4 waarmee het drukelement 3 ten opzichte van het huisdeel 2 kan worden bewogen in een bedieningsrichting 5, zoals nog 15 nader zal worden besproken. De bedieningsrichting 5 is in deze uitvoeringsvorm ongeveer evenwijdig aan de axiale richting van de tapklep 6 zoals getoond in fig. 3. De zwenkarm 4 is met een zwenkas 7, welke zich ongeveer haaks op de bedieningsrichting 5 uitstrekt, gelagerd in het huisdeel 2. Een afgiftepijp 8 strekt zich vanaf het drukelement 3 uit, tot 20 voorbij een langsrand 9 van de container 10 wanneer het bedieningsmiddel op de container 10 is geplaatst. Door het drukelement 3 sterkt zich een kanaaldeel 11 uit tot in een holle stam 12, welke stam in de tapklep 6 kan worden gestoken, wanneer de tapklep 6 van het vrouwelijke type is. Indien de tapklep 6 van het mannelijke type is zal deze stam 12 een onderdeel van 25 de tapklep 6 vormen en kan het kanaaldeel 11 daarop worden gestoken. Daardoor kan in gebruik een fluïdumverbinding worden verkregen tussen een binnenruimte 13 van de container 10, via een stijgbuis 14, de tapklep 6, het kanaaldeel 11 en de afgiftepijp 8. In de binnenruimte is een drukregelaar 15 opgenomen, welke een gaspatroon 16 omvat, waarin een 30 drukgas onder relatief hoge druk is opgenomen en waarop een 5 drukregelelement 17 is aangebracht waarmee automatisch, op basis van de druk in de binnenruimte 13, gas uit de gaspatroon 16 wordt afgegeven, teneinde de druk in de binnenruimte opeen gewenst niveau te houden. Een dergelijke drukregelaar is bijvoorbeeld beschreven in WO 00/35803, welke 5 hierin door referentie wordt geacht te zijn opgenomen. Bij openen van de tapklep 6 zal dus drank 18 uit de binnenruimte 13 wegstromen, via de afgiftepijp 8.Fig. 1 shows in perspective view an operating means 1, for placing on a beverage container as schematically shown in Fig. 3. In Figs. 2A and B, an operating means 1 is shown in front and side view. This operating means 1 comprises a housing part 2 and a pressure element 3, as well as a pivot arm 4 with which the pressure element 3 can be moved relative to the housing part 2 in an operating direction 5, as will be further discussed. The operating direction 5 in this embodiment is approximately parallel to the axial direction of the tapping valve 6 as shown in Fig. 3. The pivoting arm 4 is mounted in the housing part 2 with a pivot axis 7 which extends approximately perpendicular to the operating direction 5. dispensing pipe 8 extends from the pressure element 3 to beyond a longitudinal edge 9 of the container 10 when the operating means is placed on the container 10. A channel part 11 extends through the pressure element 3 into a hollow stem 12, which stem can be inserted into the tapping valve 6 when the tapping valve 6 is of the female type. If the tapping valve 6 is of the male type, this stem 12 will form a part of the tapping valve 6 and the channel part 11 can be put thereon. As a result, in use, a fluid connection can be obtained between an inner space 13 of the container 10, via a riser 14, the tap valve 6, the channel part 11 and the dispensing pipe 8. A pressure regulator 15 is included in the inner space, which comprises a gas cartridge 16, in which a pressure gas is included under relatively high pressure and on which a pressure control element 17 is arranged with which gas is automatically released from the gas cartridge 16 on the basis of the pressure in the inner space 13 in order to keep the pressure in the inner space at a desired level. Such a pressure regulator is described, for example, in WO 00/35803, which is incorporated herein by reference. Upon opening of the tap valve 6, beverage 18 will therefore flow out of the inner space 13, via the dispensing pipe 8.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de afgiftepijp 8 vervaardigd door spuitgieten, evenals bijvoorbeeld het drukelement 3, het huisdeel 2 en de 10 zwenkarm 4. De afgiftepijp 8 is met een eerste einde 19 in het kanaaldeel 11 gestoken en daarin vastgeklemd. In een onderzijde van het eerste einde 19 is een opening 20 voorzien, die in een ruststand op afstand ligt van een flexibel sluitelement 21 en in een bedieningsstand, waarbij de tapklep 6 is geopend, rust op genoemd sluitelement 21, zodanig dat de opening 20 15 daardoor wordt afgesloten. Daarmee wordt het voordeel bereikt dat in de ruststand lucht via genoemde opening 20 in de afgiftepijp 8 kan stromen, achter drank die zich daarin bevindt, waardoor de drank eenvoudig zal wegstromen en nadruppelen wordt verhinderd.In the embodiment shown, the dispensing pipe 8 is manufactured by injection molding, just as, for example, the pressure element 3, the housing part 2 and the pivoting arm 4. The dispensing pipe 8 is inserted into the channel part 11 with a first end 19 and clamped therein. In an underside of the first end 19 an opening 20 is provided, which in a rest position is spaced apart from a flexible closing element 21 and in an operating position, wherein the tapping valve 6 is opened, rests on said closing element 21, such that the opening 20 thereby being closed. This achieves the advantage that in the rest position air can flow into said dispensing pipe 8 via said opening 20, behind beverage contained therein, as a result of which the beverage will simply flow away and prevent dripping.

Het huisdeel 2 is voorzien van een relatief hoog deel 40 waarin de 20 zwenkas 7 is bevestigd en een naastgelegen lager deel 41 waar het drukelement 3 kan bewegen en waar de aangrijpelementen 23, 24 zich kunnen bewegen. Het lage deel 41 is voorzien van opstaande rand 42 waarover het drukelement 3 kan schuiven, zodat een geleiding wordt verkregen voor het drukelement 3. De tapklep 6 is in het getoonde 25 uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een vrouwelijk aërosolventiel. Dit omvat een bakvormig klepelement 43 dat binnen een behuizing 46 door een veer 44 met een langsrand 47 tegen een pakking 45 wordt gedrukt. Daardoor is een afdichting verkregen. Wordt de stam 12 in het klepelement 43 gestoken dan kan daarmee de langsrand 47 van de pakking 45 worden gedrukt en kan 30 drank langs het klepelement 43 in het kanaaldeel 11 stromen. Dergelijke 6 ventielen en mannelijke varianten daarvan zijn voor de vakman bekend en direct toepasbaar, evenals bijvoorbeeld een kantelvariant of alternatieve, in een sluitstand voorgespannen kleppen.The housing part 2 is provided with a relatively high part 40 in which the pivot axis 7 is mounted and an adjacent lower part 41 where the pressure element 3 can move and where the engaging elements 23, 24 can move. The low part 41 is provided with a raised edge 42 over which the pressure element 3 can slide, so that a guide is obtained for the pressure element 3. In the exemplary embodiment shown, the tapping valve 6 is designed as a female aerosol valve. This comprises a box-shaped valve element 43 which is pressed within a housing 46 by a spring 44 with a longitudinal edge 47 against a gasket 45. A seal is thereby obtained. When the stem 12 is inserted into the valve element 43, the longitudinal edge 47 of the gasket 45 can thereby be pressed and drink can flow along the valve element 43 into the channel part 11. Such valves and their male variants are known to those skilled in the art and can be used directly, as well as, for example, a tilting variant or alternative valves prestressed in a closed position.

Zoals specifiek getoond in fig. 4-6, welke sterk schematisch zijn, is 5 de zwenkarm 4 nabij een einde 22 voorzien van ten minste een eerste aangrijpelement 23 en een tweede aangrijpelement 24. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn er steeds twee eerste en twee tweede aangrijpelementen 23, 24, een aan weerszijden van de afgiftepijp 8. Het eerste aangrijpelement 23 heeft een eerste richting 25 waarin dit zich in 10 hoofdzaak uitstrekt, ongeveer evenwijdig aan of onder een relatief kleine hoek met een lengterichting 26 van de zwenkarm 4, ongeveer haaks op de zwenkas 7. Het tweede aangrijpelement 24 heeft een tweede richting 27 die zich ongeveer haaks op de zwenkas 7 uitstrekt en een hoek α insluit met de eerste richting 25. Deze hoek wijkt af van 180 graden en is bijvoorbeeld 15 gelegen tussen 45 en 135 graden, meer in het bijzonder tussen 80 en 125 graden. De eerste en tweede richting 25, 27 worden bepaald door een lijn door de zwenkas 7, welke zowel reëel als virtueel kan zijn, en een uiterste einde van het betreffende aangrijpelement 23, 24. De eerste en tweede aangrijpelementen 23, 24 vormen daarbij in zijaanzicht gezamenlijk 20 ongeveer een L-vorm. Het drukelement 3 is voorzien van een aangrijpdeel 28, bijvoorbeeld een rand. De zwenkas 7 is zodanig gepositioneerd dat de eerste en tweede aangrijpelementen 23, 24 respectievelijk onder en boven het aangrijpdeel 28 kunnen worden gebracht indien het drukelement 3 in en over het huisdeel 2 is opgenomen.As specifically shown in Figs. 4-6, which are highly schematic, the pivotal arm 4 is provided near at least one end 22 with at least a first engaging element 23 and a second engaging element 24. In the embodiment shown there are always two first and two second engaging elements 23, 24, on either side of the dispensing pipe 8. The first engaging element 23 has a first direction 25 in which it extends substantially parallel to or at a relatively small angle with a longitudinal direction 26 of the pivoting arm 4, approximately perpendicular on the pivot axis 7. The second engaging element 24 has a second direction 27 which extends approximately perpendicular to the pivot axis 7 and encloses an angle α with the first direction 25. This angle deviates from 180 degrees and is, for example, between 45 and 135 degrees, more particularly between 80 and 125 degrees. The first and second direction 25, 27 are defined by a line through the pivot axis 7, which can be both real and virtual, and an extreme end of the respective engaging element 23, 24. The first and second engaging elements 23, 24 form a side view collectively about an L-shape. The pressure element 3 is provided with an engaging part 28, for example an edge. The pivot axis 7 is positioned such that the first and second engaging elements 23, 24 can be brought below and above the engaging part 28, respectively, if the pressure element 3 is received in and over the housing part 2.

25 In fig. 4 is in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht de zwenkarm 4 getoond, in een ruststand, waarbij de lengterichting 26 van de zwenkarm 4 zich ongeveer haaks op de bedieningsrichting 5 uitstrekt. Het eerste aangrijpelement 23 strekt zich daarbij onder het aangrijpdeel 28 uit, waardoor een beweging van het drukelement 3 in de bedieningsrichting 5 30 wordt geblokkeerd. Het drukelement 3 wordt daarbij relatief hoog boven de 7 onderzijde 30 van het huisdeel 2 gedragen, waarbij het aangrijpdeel 28 boven de zwenkas 7 ligt, en dus hoog boven het bovenvlak 31 van de container 10. Het drukelement 2 kan daarbij wel de tweede aangrijpelementen 24 passeren omdat deze zich buiten de bewegingsbaan 5 daarvan bevinden. Dat betekent dat dit eenvoudig kan worden geplaatst. Wordt het bedieningselement op een container geplaatst dan zal de zwenkarm 4 zich in deze ruststand bevinden en wordt derhalve verhinderd dat de tapklep 6 door het drukelement 3 wordt bediend. Vanuit deze stand kan de zwenkarm in de richting 33 worden bewogen.Fig. 4 shows, in partly cross-sectional side view, the swiveling arm 4, in a rest position, wherein the longitudinal direction 26 of the swiveling arm 4 extends approximately perpendicular to the operating direction 5. The first engaging element 23 then extends below the engaging part 28, as a result of which a movement of the pressure element 3 in the operating direction 5 is blocked. The pressure element 3 is thereby carried relatively high above the bottom 7 of the housing part 2, wherein the engaging part 28 lies above the pivot axis 7, and thus high above the upper surface 31 of the container 10. The pressure element 2 can in that case be the second engaging elements 24 pass because they are located outside of the trajectory thereof. This means that this can easily be placed. If the operating element is placed on a container, the pivotal arm 4 will be in this rest position and therefore the tapping valve 6 is prevented from being operated by the pressure element 3. From this position, the swiveling arm can be moved in the direction 33.

10 In fig. 5 is eenzelfde doorsnede getoond, waarbij de zwenkarm in een actieve, ongeveer rechtopstaande stand is gebracht. Daarbij is het drukelement 3 maximaal omlaag bewogen, waardoor, indien het bedieningsmiddel 1 op de container is geplaatst, de tapklep 6 is geopend. De tweede aangrijpelementen 24 drukken daarbij op de bovenzijde van het 15 aangrijpdeel 28. Dit bevindt zich in deze stand onder de zwenkas 7. Vanuit deze stand kan de zwenkarm 7 in de richting 34 worden bewogen.Fig. 5 shows the same cross-section, the swiveling arm being brought into an active, approximately upright position. The pressure element 3 is thereby moved downwards to the maximum, whereby, if the operating means 1 is placed on the container, the tapping valve 6 is opened. The second engaging elements 24 thereby press on the upper side of the engaging part 28. This is located in this position under the pivot axis 7. From this position, the pivoting arm 7 can be moved in the direction 34.

In fig. 6 is een tussenstand van de zwenkarm 7 getoond, waarbij de eerste aangrijpelementen 23 zich onder tegen het aangrijpdeel 28 en de tweede aangrijpelementen 24 zich daarboven. Door beweging in de richting 20 33 zal het drukelement 3 omlaag worden bewogen,in de bedieningsrichting 5, terwijl bij beweging in de tegengestelde richting 34 het drukelement 3 omhoog zal worden bewogen, tegen de bedieningsrichting 5 in, waardoor de klep 6 zich zal sluiten. Voordeel hiervan is dat het drukelement actief omhoog kan worden gebracht teneinde drankafgifte te stoppen, ook wanneer 25 bijvoorbeeld enige verkleving optreedt.Fig. 6 shows an intermediate position of the pivoting arm 7, wherein the first engaging elements 23 are situated below against the engaging part 28 and the second engaging elements 24 are above it. By moving in the direction 33 the pressure element 3 will be moved downwards, in the operating direction 5, while when moving in the opposite direction 34 the pressure element 3 will be moved upwards, against the operating direction 5, as a result of which the valve 6 will close. The advantage of this is that the pressure element can be actively raised in order to stop beverage dispensing, also when, for example, some sticking occurs.

In fig. 7 is schematisch een doorgesneden eerste aangrijpelement 23 van de zwenkarm 7 getoond, alsmede een naastgelegen gedeelte van het huisdeel 2. Op het eerste aangrijpelement is een arreteer nok 35 aangebracht, dat zich buitenwaarts uitstrekt. Op het huisdeel zijn twee 30 ribben 36 aangebracht die als complementaire arreteer elementen dienen.Fig. 7 schematically shows a cut-through first engaging element 23 of the pivoting arm 7, as well as an adjacent part of the housing part 2. On the first engaging element, a latching cam 35 is arranged, which extends outwards. Two ribs 36 are provided on the housing part and serve as complementary locking elements.

88

De ribben strekken zich in hoofdzaak verticaal uit, op een afstand van elkaar die ongeveer overeenkomt met de breedte van de nok 35. De nok 35 kan de ribben 36 passeren door geringe elastische vervorming van de ribben en/of de nok, wanneer de zwenkarm 3 wordt verzwenkt rond de zwenkas 7.The ribs extend substantially vertically, at a distance from each other that approximately corresponds to the width of the cam 35. The cam 35 can pass through the ribs 36 by slight elastic deformation of the ribs and / or the cam when the pivot arm 3 is pivoted about the pivot axis 7.

5 Bij de zwenkarm in de in fig. 5 getoonde stand bevindt de nok 35 zich tussen de beide ribben 36. Wordt de zwenkarm in de richting 33 gezwenkt, naar de ruststand, dan wordt de arreteemok voorbij een van de ribben gedwongen. Wordt de zwenkarm in tegengestelde richting bewogen dan wordt de nok voorbij de andere van de twee ribben gedwongen. Daarmee zijn de drie 10 standen niet alleen visueel duidelijk onderscheiden doch kunnen deze ook worden gevoeld. Bovendien wordt de zwenkarm daarmee eenvoudig in een stand vastgehouden.With the pivotal arm in the position shown in Fig. 5, the cam 35 is located between the two ribs 36. If the pivotal arm is pivoted in the direction 33, to the rest position, the detent cam is forced past one of the ribs. If the swiveling arm is moved in the opposite direction, the cam is forced past the other of the two ribs. With this, the three positions are not only visually clearly distinguished, but they can also be felt. Moreover, the pivot arm is thereby simply held in a position.

Een bedieningsmiddel volgens de uitvinding biedt in de getoonde uitvoeringsvorm het voordeel dat de tapklep 6 eenvoudig kan worden 15 bediend, waarbij het drukelement actief in de van de tapklep afgekeerde richting kan worden bewogen.In the embodiment shown, an operating means according to the invention offers the advantage that the tapping valve 6 can be operated in a simple manner, wherein the pressure element can be actively moved in the direction away from the tapping valve.

In fig. 8 is een dwarsdoorsnede getoond, in vereenvoudigde vorm, van een spuitgietmatrijs 100 voor een afgiftepijp voor een bedieningsmiddel 1. Deze matrijs 100 heeft een eerste en tweede matrijsdeel 45, 46, welke 20 wegtrekbaar zijn en een matrijsholte 48 bepalen. Vanaf een eerste zijde 49 is een eerste kern 50 in de matrijsholte 48 gestoken, welke een relatief groot deel van de doorgang 51 van de afgiftepijp 8 bepaalt. Vanaf een tegenovergelegen zijde is een tweede kern 52 in de matrijsholte gestoken, welke de verdere doorgang bepaalt. Door de tweede kern 52 bijvoorbeeld 25 enigszins taps te laten toelopen, kan een zich verwijdende uitlaatmond 53 worden verkregen in de afgiftepijp 8, waardoor het uitstroompatroon van de afgiftepijp aanmerkelijk kan worden verbeterd. De tweede kern kan enigszins zijn gebogen, bijvoorbeeld overeenkomstig de gewenste buiging van het betreffende einde van de afgiftepijp 8, waardoor ineens de gewenste 30 vorm kan worden verkregen. Door de eerste kern 50 kan de binnendiameter 9 van de afgiftepi.jp, althans de doorgang 51 grotendeels worden bepaald. Dit biedt het voordeel dat voor bijvoorbeeld afgiftemiddelen voor verschillende typen drank eenvoudig kunnen worden aangepast door de doorgang bijvoorbeeld te versmallen of juist te verwijden, door restricties in te bouwen 5 zoals een vernauwing, waardoor het stromingspatroon kan worden aangepast. Zo kan bijvoorbeeld schuiming van C02 houdende dranken worden geregeld, zodat deze minder afhankelijk wordt van de afgiftedruk, kan de impressie van een "flinke straal" worden gecreëerd, zonder dat de flow en in het bijzonder het debiet in de doorgang wordt vergroot of kunnen 10 andere parameters worden aangepast. Hiertoe hoeft slechts de eerste kern te worden aangepast, hetgeen bijvoorbeeld mogelijk is met opzetstukken zoals bussen op een deel van de kern 50, of door voor verschillende dranken verschillende kernen 50 te gebruiken, terwijl de buitenzijde van de afgiftepijp gelijk kan worden gehouden voor de verschillende dranken en 15 dus dezelfde drukelementen en huisdelen kunnen worden toegepast.Fig. 8 shows a cross-section, in simplified form, of an injection molding mold 100 for a dispensing pipe for an operating means 1. This mold 100 has a first and second mold part 45, 46, which can be pulled away and define a mold cavity 48. From a first side 49 a first core 50 is inserted into the mold cavity 48, which defines a relatively large part of the passage 51 of the dispensing pipe 8. From a opposite side, a second core 52 is inserted into the mold cavity, which determines the further passage. By allowing the second core 52, for example, to taper slightly, a widening outlet mouth 53 can be obtained in the dispensing pipe 8, whereby the outflow pattern of the dispensing pipe can be improved considerably. The second core can be slightly bent, for example in accordance with the desired bending of the relevant end of the dispensing pipe 8, whereby the desired shape can suddenly be obtained. The inside diameter 9 of the dispensing nozzle, at least the passage 51, can be largely determined by the first core 50. This offers the advantage that for, for example, dispensing means for different types of beverage, it is easy to adjust by, for example, narrowing or widening the passage, by building in restrictions such as a narrowing, whereby the flow pattern can be adjusted. For example, foaming of CO 2 -containing beverages can be controlled, so that it becomes less dependent on the delivery pressure, the impression of a "substantial jet" can be created, without the flow and in particular the flow in the passage being increased, or other parameters are adjusted. For this purpose, only the first core needs to be adapted, which is possible, for example, with attachments such as cans on a part of the core 50, or by using different cores 50 for different drinks, while the outside of the dispensing pipe can be kept the same for the different drinks and thus the same pressure elements and housing parts can be used.

Gebleken is dat de vorm en dimensies van de doorgang van grote invloed zijn op het tapgedrag van de inrichting.It has been found that the shape and dimensions of the passage have a major influence on the tapping behavior of the device.

In een van de beide matrijsdelen 45 is een pen 54 voorzien die met behulp van een aandrijfmiddel 55 beweegbaar is, voor de vorming van een 20 opening 20 in de afgiftepijp 8.A pin 54 is provided in one of the two mold parts 45, which pin is movable with the aid of a drive means 55, for forming an opening 20 in the dispensing pipe 8.

In fig. 9 is een einde 47 van de afgiftepijp 8 getoond dat in het drukelement 3 wordt gestoken. Dit einde heeft een eerste deel 56 dat in hoofdzaak cilindrisch is en twee geleide nokken 57 draagt, aan weerszijden. Deze kunnen passend schuiven in sleuven 58 aan de binnenzijde van het 25 kanaaldeel 11, zodat de afgiftepijp 8 wordt gericht. Een tweede, eveneens in hoofdzaak cilindrisch deel 59 is voorzien, opgenomen tussen twee omtreksgroeven 60. Daarnaast is, aan de van het eerste deel 56 afgekeerde zijde van het tweede deel 59 een derde, eveneens in hoofdzaak cilindrisch deel 61 voorzien, waarop twee omtreksribben 63 zijn aangebracht. Op het 30 derde deel 61 sluit een schouder 62 aan, gevormd door een verwijding van 10 de buitenzijde van de afgiftepijp 8, die bij insteken van het einde 47 in het kanaaldeel 11 aanloopt tegen het drukelement 3. De omtreksribben 63 liggen daarbij enigszins elastisch vervormd aan tegen de binnenzijde van het kanaaldeel 11 en vormen aan vloeistofdichte afsluiting.Fig. 9 shows an end 47 of the dispensing pipe 8 which is inserted into the pressure element 3. This end has a first portion 56 that is substantially cylindrical and carries two guide cams 57 on either side. These can slide appropriately into slots 58 on the inside of the channel part 11, so that the delivery pipe 8 is directed. A second, also substantially cylindrical part 59 is provided, received between two circumferential grooves 60. In addition, on the side of the second part 59 remote from the first part 56, a third, also substantially cylindrical part 61 is provided, on which two circumferential ribs 63 are provided. Connected to the third part 61 is a shoulder 62, formed by a widening of the outside of the dispensing pipe 8, which, upon insertion of the end 47 into the channel part 11, abuts against the pressure element 3. The circumferential ribs 63 are thereby somewhat elastically deformed against the inside of the channel part 11 and form a liquid-tight seal.

5 In fig. 8 zijn groeven 63A voor vorming van de omtreksribben 63 en groeven 60A voor vorming van de omtreksgroeven 60 getoond, in de matrijsholte. Een injectieopening 64 is getoond, welke uitmondt in het tweede deel 59, tussen de omtreksgroeven 60, althans tussen de deze omtreksgroeven vormende groeven 60A. Kunstsof die met behulp van een 10 bekende injector 65, schematisch weergegeven als pomp, in de matrijsholte wordt gebracht, zal in twee richtingen wegvloeien de matrijsholte in.In Fig. 8, grooves 63A for forming the circumferential ribs 63 and grooves 60A for forming the circumferential grooves 60 are shown in the mold cavity. An injection opening 64 is shown, which opens into the second part 59, between the circumferential grooves 60, at least between the grooves 60A forming these circumferential grooves. Plastic which is introduced into the mold cavity with the aid of a known injector 65, shown schematically as a pump, will flow away in two directions into the mold cavity.

Daarbij worden door de omtreksgroeven 60 vormende groeven 60A en de eerste kern 50 restricties 5 IA, B gevormd, waardoor de kunststof niet eenvoudig kan passeren. Door de restricties 51 zal de ruimte tussen de 15 restricties 51 zich tijdens spuitgieten eerst vullen met kunststof, waarna het via de restricties zal worden weggedrukt in de daarop aansluitende ruimten. Gebleken is dat daarmee een verrassend voordelig vulgedrag kan worden verkregen. Als gevolg van de ringvormige restricties en het zich eerste volledig vullen van de ruimte daartussen wordt door de restricties feitelijk 20 een opening gevormd die vergelijkbaar is met een extrusie matrijs. De kunststof wordt door de restricties geperst, waarbij de druk over de gehele omtrek van genoemde restricties 51 relatief gelijkmatig verdeeld zal zijn. Gebleken is dat daarmee een bijzonder goede materiaalverdeling wordt verkregen en dat bijzonder vormstabiele en in het bijzonder rechte 25 afgiftepijpjes kunnen worden gespuitgiet. Daarbij lijken de spanningen in de kunststof relatief gelijkmatig verdeeld en laag gehouden te kunnen worden. Bovendien zal de wanddikte van het pijpje nauwkeurig en bij voorkeur gelijk kunnen worden gehouden. Een verder voordeel van deze restricties is dat de drukverdeling rond met name de eerste kern 50 wordt verbeterd, met 30 name relatief gelijk wordt gehouden, waardoor vervormingen van deze kern 11 worden tegengegaan, hetgeen met name van belang is omdat deze kern relatief lang en dun en daarmee kwetsbaar is, althans gevoelig voor verbuiging. Bovendien kan het aanspuitpunt 64A op de omtrek van het tweede deel 59 geplaatst zijn, in plaats van bijvoorbeeld op een einde van de 5 afgiftepijp 8, waardoor dit zich niet in de stromingsbaan van drank door het kanaaldeel 11 en de afgiftepijp 8 bevindt, hetgeen nadelig zou zijn vanwege ongewenste turbulenties of andere stromingseffecten die bijvoorbeeld uittrede van C02, schuimvorming, scheiding of andere effecten in de drank teweeg zouden brengen. Bovendien wordt het aanspuitpunt tijdens gebruik 10 buiten zicht gehouden.In this case, grooves 60A forming the circumferential grooves 60 and the first core 50 form restrictions 5A, B, as a result of which the plastic cannot easily pass. Due to the restrictions 51, the space between the restrictions 51 will first fill with plastic during injection molding, after which it will be pushed away via the restrictions into the spaces adjoining it. It has been found that with this a surprisingly advantageous filling behavior can be obtained. As a result of the annular restrictions and the first full filling of the space between them, the restrictions actually form an opening comparable to an extrusion die. The plastic is pressed through the restrictions, wherein the pressure over the entire circumference of said restrictions 51 will be relatively evenly distributed. It has been found that a particularly good material distribution is obtained with this and that particularly form-stable and in particular straight dispensing pipes can be injection molded. It appears that the stresses in the plastic can be relatively evenly distributed and kept low. Moreover, the wall thickness of the pipe can be accurately and preferably kept the same. A further advantage of these restrictions is that the pressure distribution around, in particular, the first core 50 is improved, in particular is kept relatively the same, so that deformations of this core 11 are prevented, which is particularly important because this core is relatively long and thin and therefore vulnerable, at least sensitive to bending. Moreover, the point of contact 64A can be placed on the circumference of the second part 59, instead of, for example, on one end of the dispensing pipe 8, as a result of which it is not located in the flow path of beverage through the channel part 11 and the dispensing pipe 8, which is disadvantageous would be due to undesired turbulences or other flow effects that would cause, for example, CO2 exit, foaming, separation, or other effects in the beverage. Moreover, the point of contact is kept out of sight during use.

In een alternatieve uitvoeringsvorm zoals schematisch getoond in fig. 8A, wordt een matrijs 100 toegepast waarin een matrijsholte 48 is voorzien met een rechte kern 50. De tweede kern 52 is hierbij eveneens recht, in voorkomende gevallen, bijvoorbeeld wanneer de doorgang in de pijp 15 8 geheel recht of in slechts één richting taps toeloopt of anderszins lossend is kan worden volstaan met één kern. De tweede kern 52 kan bijvoorbeeld de uitloop bepalen. Verder is de matrijs 100 vergelijkbaar met die volgens fig. 8 en wordt voor de beschrijving daarnaar verwezen. In deze matrijs 100 wordt een afgiftepijp 8 in rechte toestand gespuitgiet. Vervolgens wordt de 20 afgiftepijp 8 uitgenomen en in een buigmal gelegd, waarin het einde 53 in warme toestand wordt gebogen naar de gewenste vorm. Dit biedt het voordeel dat geen roterende tweede kern nodig is. Bovendien kan de deelnaad die zal ontstaan als gevolg van de koppeling van de eerste en tweede kern op elke gewenste positie worden gelegd en elke gewenste vorm 25 hebben. Daarmee kan steeds een optimaal stromingspatroon voor drank door genoemde doorgang worden verkregen.In an alternative embodiment as schematically shown in Fig. 8A, a mold 100 is applied in which a mold cavity 48 is provided with a straight core 50. The second core 52 is also straight here, in some cases, for example when the passage in the pipe 15 If one is completely straight or tapered in only one direction or is otherwise released, one core suffices. The second core 52 can, for example, determine the run-out. Furthermore, the mold 100 is comparable to that according to Fig. 8 and reference is made to it for the description. In this mold 100, a dispensing pipe 8 is injection-molded in the straight state. Subsequently, the dispensing pipe 8 is taken out and placed in a bending mold, in which the end 53 is bent to the desired shape when hot. This offers the advantage that no rotating second core is required. Moreover, the dividing seam that will arise as a result of the coupling of the first and second core can be placed at any desired position and have any desired shape. In this way, an optimum flow pattern for beverage through said passage can always be obtained.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Zo kunnen 30 de aangrijpelementen 23, 24 en het aangrijpdeel 28 anders worden 12 uitgevoerd en kunnen deze een andere hoek insluiten. De zwenkarm kan anders worden vormgegeven en bijvoorbeeld over een grotere of kleinere hoek zwenkbaar zijn. De arreteermiddelen kunnen op andere wijze en/of op een andere positie worden aangebracht of worden weggelaten. De vorm en 5 opbouw van een spuitgietmatrijs kunnen uiteraard worden aangepast aan de vorm van bijvoorbeeld een afgiftepijp en de verdere bedieningsmiddelen.The invention is in no way limited to the embodiments shown in the description and drawings. Many variations thereof are possible within the scope of the invention as set forth in the claims. For example, the engaging elements 23, 24 and the engaging part 28 may be of 12 different design and may include a different angle. The swivel arm can be designed differently and be pivotable through a larger or smaller angle, for example. The latching means can be arranged or omitted in a different way and / or in a different position. The shape and structure of an injection mold can of course be adapted to the shape of, for example, a dispensing pipe and the further operating means.

Deze en vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.These and comparable variations are understood to fall within the scope of the invention as set forth in the claims.

1010

1 03 2 8 9 A1 03 2 8 9 A

Claims

Operating device for a tap valve of a beverage container, comprising a housing part for placement on the container, near the tap valve and a pressure element for placement in and / or over at least a part of the housing part, which pressure element is connected to a dispensing pipe, wherein the The delivery pipe is injection molded and is inserted into and / or over the pressure element.

Operating means according to claim 1, wherein the dispensing pipe has a bent end remote from the pressure element.

3. Operating means as claimed in claim 2, wherein said bent end has at least partially an inner side that widens in the direction of an outlet mouth.

Operating means as claimed in any of the foregoing claims, wherein the dispensing pipe is arranged at a first end for inserting into a channel part of the pressure element, wherein sealing means are provided for sealing the end in the pressure element.

Operating means as claimed in any of the foregoing claims, wherein the dispensing pipe is arranged at a first end to protrude into a channel part of the pressure element, wherein a point of contact is provided on said peripheral surface thereof.

Operating means according to claims 4 and 5, wherein said point of contact protrudes less far from the peripheral surface than the sealing means.

Operating device as claimed in claim 5 or 6, wherein a circumferential groove is provided on either side of said injection point.

8. Dispensing pipe for use in an operating means according to any one of the preceding claims, which dispensing pipe is manufactured by injection molding.

Set of at least two operating means according to any of claims 1-7, wherein the operating means comprise dispensing pipes which on the outside are substantially the same and whose passage for drinks differ from each other.

10. Method for forming a delivery tube for an operating device according to any one of the preceding claims, wherein an injection mold is used with a mold cavity and cores which in cooperation define a mold cavity for said dispensing pipe, wherein plastic is introduced into the mold cavity between two circumferential grooves parts of the mold cavity, such that flow restrictions are determined for the plastic at the level of said peripheral grooves.

A method according to claim 10, wherein said restrictions at least partially define a filling pattern of the mold cavity, more particularly such that the space between the restrictions is filled with plastic, substantially before the plastic passes through said restrictions.

A method according to claim 10 or 11, wherein at least one of said restrictions functions as an extrusion opening.

The method of any one of claims 10 to 12, wherein the delivery tube is injection-molded in substantially straight condition and then bent.

A beverage container provided with an operating means according to any one of the preceding claims 1-7.

The beverage container according to claim 14, wherein a pressure generator is provided in the beverage container. 1 03 2 8 94