NL1032778C1 - Werkwijze voor het storten van een systeemvloer, systeemvloer, alsmede een kanaalplaat en een stripvormig element voor een dergelijke systeemvloer. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het storten van een systeemvloer, systeemvloer, alsmede een kanaalplaat en een stripvormig element voor een dergelijke systeemvloer 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het storten van een systeemvloer, waarbij kanaalplaten althans nagenoeg aaneengesloten op liggers worden geplaatst, waarna een ruimte tussen de kanaalplaten wordt volgestort met een specie. De liggers worden hierbij doorgaans gevormd door 10 balken vervaardigd uit beton of staal.

Een ligger is nooit star. Om die reden zal de ligger ten gevolge van een belasting steeds doorbuigen. Dit doorbuigen heeft tot gevolg dat in de bovenste helft van een 15 kanaalplaat een drukkracht wordt opgewekt. Meer in het bijzonder wordt deze drukkracht opgewekt nabij de ligger. Deze kracht kan zo groot worden dat nabij de ligger de kanaalplaat bezwijkt. Om die reden wordt in de praktijk de ligger soms stijver uitgevoerd dan strikt genomen 20 noodzakelijk is, wat kostenverhogend werkt.

De werkwijze volgens de uitvinding komt aan dit bezwaar tegemoet en heeft als kenmerk, dat voorafgaand aan het storten althans nabij de liggers in de ruimte tussen de 25 kanaalplaten een strip, vervaardigd uit een flexibel materiaal wordt aangebracht. Op die wijze wordt voorkomen dat een drukkracht van kanaalplaat naar kanaalplaat wordt doorgegeven, waardoor deze drukkracht feitelijk niet wordt gevormd.

30

De in een kanaalplaat optredende drukkrachten en de daaruit voortkomende extra schuifkrachten kunnen in een computermodel worden berekend. Duidelijk wordt dan dat er sprake is van een zogenaamde meewerkende lengte van de 35 kanaalplaat die ongeveer 500 millimeter bedraagt. Een 1032778 2 gunstige realisatie van de inventieve werkwijze heeft daarom als kenmerk, dat de strip over een lengte van 200-700 millimeter wordt aangebracht.

5 Een verdere gunstige realisatie waarbij een minimum aan strip wordt benut heeft als kenmerk, dat de strip uitsluitend in een bovenste deel van de ruimte tussen de liggers wordt aangebracht.

10 Uit het computermodel blijkt ook dat alleen voor de nabij de kolommen op de ligger gesitueerde kanaalplaten onaanvaardbaar hoge schuifkrachten kunnen optreden. Een verdere gunstige realisatie heeft dan ook als kenmerk, dat de strip uitsluitend tussen nabij de kolommen gesitueerde 15 kanaalplaten wordt aangebracht.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeemvloer, omvattende liggers en daarop geplaatste kanaalplaten, alsmede een vulmateriaal voor het opvullen van een ruimte 20 tussen de kanaalplaten. Systeemvloeren van dit type zijn bekend. Een probleem bij de bekende systeemvloeren is dat nabij de liggers soms kanaalplaten defect raken. De systeemvloer volgens de uitvinding komt aan dit bezwaar tegemoet en heeft als kenmerk, dat hij tevens stripvormige 25 elementen omvat, vervaardigd uit een flexibel materiaal, aangebracht in de ruimte tussen de kanaalplaten, nabij de liggers.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de inventieve systeemvloer 30 heeft als kenmerk, dat een stripvormig element uit een kunststofprodukt of uit een rubberprodukt is vervaardigd dat in het vulmateriaal kan worden opgenomen. Bij voorkeur is een stripvormig element voorzien van bevestigingsmiddelen, zodanig uitgevoerd dat het centraal in een ruimte 3 tussen twee kanaalplaten kan worden opgehangen vóórdat het vulmateriaal wordt gestort.

Een gunstige alternatieve uitvoeringsvorm heeft als 5 kenmerk, dat een kanaalplaat althans nabij een uiteinde is voorzien van een sponning waarin een stripvormig element kan worden opgenomen. In deze uitvoeringsvorm maakt het stripvormig element dus feitelijk deel uit van de kanaalplaat.

10

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kanaalplaat, aan tenminste één uiteinde voorzien van een sponning voor het opnemen van een stripvormig element met een lengte van tenminste 200 millimeter, te benutten als deel van een 15 systeemvloer zoals die in de voorgaande paragrafen is omschreven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een stripvormig element vervaardigd uit een kunststofprodukt of uit een 20 rubberprodukt met een lengte van tenminste 300 millimeter, te benutten als deel van een systeemvloer zoals die in de voorgaande paragrafen is omschreven.

De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand 25 van de volgende figuren, waarbij:

Fig. 1 schematisch in vooraanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeemvloer weergeeft; Fig. 2 schematisch in bovenaanzicht deze systeemvloer 30 weergeeft;

Fig. 3A schematisch in doorsnede twee kanaalplaten en een daartussen geplaatste strip weergeeft;

Fig. 3B schematisch in doorsnede twee kanaalplaten voorzien van strippen weergeeft; 4

Fig. 4A in perspectief een strip voorzien van een houder weergeeft;

Fig. 4B in perspectief een strip voorzien van twee draagbeugels weergeeft.

5

Fig. 1 geeft schematisch in vooraanzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeemvloer weer, bestaande uit liggers 1, gesteund door kolommen 2, op welke liggers 1 kanaalplaten 3 worden gelegd, waarna de ruimte tussen de 10 kanaalplaten wordt volgestort met beton. Weergegeven is hier een ligger in de vorm van een balk, maar men kan natuurlijk ook geïntegreerde liggers benutten die volledig in de systeemvloer zijn opgenomen.

15 Ligger 1 is niet star en zal daarom enigszins doorbuigen. Door dit doorbuigen wordt in een bovenste helft van een kanaalplaat een drukkracht opgewekt. De drukkracht is in het midden van de overspanning het grootst en boven kolommen 2 vrijwel nul. De verandering van de grootte van 20 de drukkracht is boven kolommen 2 het grootst en in het midden van de overspanning vrijwel nul. De verandering van de drukkracht wordt opgewekt door schuifkrachten. Deze schuifkrachten, die in een lengterichting van ligger 1 lopen, moeten via de dunne dammetjes tussen kanalen 4 van 25 de kanaalplaten worden doorgegeven. De extra schuifkrachten, die haaks staan op de gebruikelijke schuifkracht, kunnen er voor zorgen dat de dammetjes bezwijken, zodat in feite een kanaalplaat bezwijkt. De drukkracht in de bovenste helft van de kanaalplaten wordt 30 doorgegeven via de ruimten tussen de kanaalplaten, de zogenaamde kelkvoegen, die worden volgestort met beton. Volgens de uitvinding wordt daarom voorafgaand aan het storten in de kelkvoegen een strip, vervaardigd uit een flexibel materiaal geplaatst, die de drukopbouw effectief 35 voorkomt.

5

Fig. 2 geeft schematisch in bovenaanzicht deze systeemvloer weer, met liggers 1, gesteund door kolommen 2, op welke liggers 1 kanaalplaten 3 zijn gelegd. Vóórdat op de systeemvloer beton wordt gestort, wordt in een aantal 5 geselecteerde ruimten tussen kanaalplaten 3 strips 5 geplaatst, vervaardigd uit flexibele, indrukbare kunststof of rubber. Hiermee wordt voorkomen dat zich ter plaatse te grote drukkrachten kunnen vormen. De geselecteerde plaatsen liggen aan weerszijden van liggers 2, aan weerszijden van 10 kolommen 2, omdat daar zonder deze maatregel de grootste schuifkrachten zouden ontstaan. Strips 5 hebben een lengte van ongeveer 500 millimeter en ze worden bijvoorbeeld in 30% van de voegen tussen de kanaalplaten geplaatst.

15 Fig. 3A geeft schematisch in doorsnede twee kanaalplaten 3 weer, alsmede een daartussen geplaatste strip 5. Strip 5 is hier met behulp van een beugel 6 opgehangen in de kelkvoeg tussen kanaalplaten 3 en vormt na het storten een integraal deel van de systeemvloer. Omdat drukkrachten ten gevolge 20 van het doorbuigen van de ondersteunende ligger alleen in het bovenste deel van kanaalplaten 3 tot ontwikkeling kunnen komen, kan de breedte van strip 5 veel kleiner zijn dan de dikte van kanaalplaten 3. De breedte van een strip 5 bedraagt bijvoorbeeld 20-30% van de dikte van een 25 kanaalplaat 3.

Fig. 3B geeft schematisch in doorsnede twee kanaalplaten 3 weer, die elk zijn voorzien van strippen 5a,5b die een integraal deel vormen van de bijbehorende kanaalplaat 3.

30 Omdat drukkrachten ten gevolge van het doorbuigen van de ondersteunende ligger alleen in het bovenste deel van kanaalplaten 3 tot ontwikkeling kunnen komen, kan de breedte van strips 5a,5b veel kleiner zijn dan de dikte van kanaalplaten 3. De breedte van strips 5a,5b bedraagt 35 bijvoorbeeld 20-30% van de dikte van kanaalplaten 3. Het is 6 ook mogelijk kanaalplaten 3 uit te voeren met slechts één strip. Het nadeel is dan dat bij het plaatsen van kanaalplaten 3 moet worden opgelet hoe de kanaalplaten zijn georiënteerd.

5

Fig. 4Δ geeft in perspectief een strip 5 voorzien van een houder 6 weer. Houder 6 is bijvoorbeeld vervaardigd uit metaalplaat of kunststof en de afmetingen zijn zodanig dat aan de onderzijde strip 5 wordt ingeklemd, terwijl aan de 10 bovenzijde de vleugels 7a,7b zodanig lang zijn uitgevoerd dat ze op twee naburige kanaalplaten kunnen rusten.

Fig. 4B geeft in perspectief een strip voorzien van twee draagbeugels 8a,8b weer. Draagbeugels 8a,8b zijn 15 bijvoorbeeld vervaardigd uit staaldraad en de afmetingen zijn zodanig dat aan de onderzijde strip 5 wordt ingeklemd, terwijl aan de bovenzijde de uiteinden zodanig lang zijn uitgevoerd dat ze op twee naburige kanaalplaten kunnen rusten.

1032778

Claims (10)

1. Werkwijze voor het storten van een systeemvloer, waarbij kanaalplaten althans nagenoeg aaneengesloten op 5 liggers worden geplaatst, waarna een ruimte tussen de kanaalplaten wordt volgestort met een specie, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het storten althans nabij de liggers in de ruimte tussen de kanaalplaten een strip, vervaardigd uit een flexibel materiaal wordt aangebracht. 10

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strip over een lengte van 200-700 millimeter wordt aangebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de strip uitsluitend in een bovenste deel van de ruimte tussen de liggers wordt aangebracht.

4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3 met het kenmerk, 20 dat de strip uitsluitend tussen nabij de kolommen gesitueerde kanaalplaten wordt aangebracht.

5. Systeemvloer, omvattende liggers en daarop geplaatste kanaalplaten, alsmede een vulmateriaal voor het opvullen 25 van een ruimte tussen de kanaalplaten, met het kenmerk, dat de systeemvloer tevens stripvormige elementen omvat, vervaardigd uit een flexibel materiaal, aangebracht in de ruimte tussen de kanaalplaten, nabij de liggers.

6. Systeemvloer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een stripvormig element uit een kunststofprodukt of uit een rubberprodukt is vervaardigd.

7. Systeemvloer volgens conclusie 5, met het kenmerk, 35 dat een stripvormig element is voorzien van 1032778 bevestigingsmiddelen, zodanig uitgevoerd dat het centraal in een ruimte tussen twee kanaalplaten kan worden opgehangen.

8. Systeemvloer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een kanaalplaat althans nabij een uiteinde is voorzien van een sponning waarin een stripvormig element kan worden opgenomen.

9. Kanaalplaat, aan tenminste één uiteinde voorzien van een sponning voor het opnemen van een stripvormig element met een lengte van tenminste 200 millimeter, te benutten als deel van een systeemvloer volgens een der conclusies 5 t/m 8. 15

10. Stripvormig element vervaardigd uit een kunststofprodukt of uit een rubberprodukt met een lengte van tenminste 300 millimeter, te benutten als deel van een systeemvloer volgens een der conclusies 5 t/m 8. 20 1032778