NL1032518C2 - Fixing system with clamp for securing a piece of luggage on a bicycle luggage rack. - Google Patents

Fixing system with clamp for securing a piece of luggage on a bicycle luggage rack. Download PDF

Info

Publication number
NL1032518C2
NL1032518C2 NL1032518A NL1032518A NL1032518C2 NL 1032518 C2 NL1032518 C2 NL 1032518C2 NL 1032518 A NL1032518 A NL 1032518A NL 1032518 A NL1032518 A NL 1032518A NL 1032518 C2 NL1032518 C2 NL 1032518C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
luggage
handle
clamping
closure
lever
Prior art date
Application number
NL1032518A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1032518A1 (en
Inventor
Wilfried Hendrikus Mari Mijnen
Original Assignee
Basil Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Basil Bv filed Critical Basil Bv
Publication of NL1032518A1 publication Critical patent/NL1032518A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032518C2 publication Critical patent/NL1032518C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J7/00Luggage carriers
    • B62J7/08Equipment for securing luggage on carriers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J9/00Containers specially adapted for cycles, e.g. panniers or saddle bags
    • B62J9/30Containers specially adapted for cycles, e.g. panniers or saddle bags characterised by locking arrangements, e.g. top case locks integrated in a vehicle central locking system
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J9/00Containers specially adapted for cycles, e.g. panniers or saddle bags
    • B62J9/20Containers specially adapted for cycles, e.g. panniers or saddle bags attached to the cycle as accessories
    • B62J9/24Containers specially adapted for cycles, e.g. panniers or saddle bags attached to the cycle as accessories on specially adapted racks, e.g. for top or side cases

Description

Titel: Bevestigingssysteem met spansluiting voor het bevestigen van een bagagestuk op een fietsbagagedragerTitle: Fastening system with clamp for securing a piece of luggage on a bicycle luggage rack

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het bevestigen van een bagagestuk, in het bijzonder van een fietsmand op of aan een fietsbagagedrager, met vaste bevestigingsmiddelen, die zo aan het bagagestuk bevestigbaar zijn, dat ze aan een eerste stang van de 5 bagagedrager aangrijpen, als het bagagestuk op de bagagedrager is gezet, of aan de bagagedrager is aangebracht.The present invention relates to a system for attaching a piece of luggage, in particular of a bicycle basket on or to a bicycle luggage carrier, with fixed fastening means which can be attached to the luggage piece in such a way that they engage on a first rod of the luggage carrier. , if the piece of luggage has been placed on the luggage carrier, or is attached to the luggage carrier.

Uit de stand van de techniek is een aantal bevestigingssystemen van de in de aanhef genoemde soort bekend. Een nadeel bij enkele bekende bevestigingssystemen is dat, voor zover ze niet universeel zijn, ze slechts bij 10 fïetsbagagedragers met speciaal op het systeem aangepaste vorm toepasbaar zijn. Bijvoorbeeld is uit DE 102 42 029 Al een systeem voor het bevestigen van bagagestukken op een fietsbagagedrager bekend, dat weliswaar het bagagestuk bijzonder betrouwbaar op de bagagedrager vasthoudt en zeer comfortabel te bedienen is, echter uitgaat van een zeer 15 specifieke vorm van de bagagedrager (vergelijk Fig. 9 van de hierboven genoemde DE 102 42 029 Al).A number of fastening systems of the type mentioned in the preamble are known from the prior art. A drawback with some known fastening systems is that, insofar as they are not universal, they can only be applied to 10 bicycle luggage carriers with a form specially adapted to the system. For example, DE 102 42 029 A1 discloses a system for attaching pieces of luggage to a bicycle luggage carrier, which, although the luggage piece holds very reliably on the luggage carrier and can be operated very comfortably, it is based on a very specific shape of the luggage carrier (compare Fig. 9 of DE 102 42 029 A1 mentioned above.

Andere bevestigingssystemen, zoals bijvoorbeeld het in EP 0 128 810 Bl beschreven systeem voor het bevestigen van een koffer met harde schalen op een motorfietsbagagedrager, omvatten een draagplaat die op de 20 bagagedrager te monteren is, en die aan het bagagestuk wordt bevestigd. Een bevestigingssysteem met een draagplaat is eveneens in het hierboven genoemde DE 102 42 029 Al geopenbaard. Echter, hierbij zijn de draagplaten duurzaam aan de bagagedrager gemonteerd, waardoor de functie van de bagagedrager voor het transport van andere voorwerpen, die 25 niet voor het bevestigingssysteem zijn ingericht, wordt beperkt. Bovendien ondervinden vele gebruikers dergelijke draagplaten als onesthetisch en 1032518 2 optisch storend. Bovendien zijn dergelijke systemen met draagplaten niet van de in de aanhef genoemde soort, omdat hun vaste bevestigingsmiddelen niet aan een eerste stang van de bagagedrager aangrijpen, maar aan de draagplaat.Other fastening systems, such as, for example, the system for fastening a hard-shelled suitcase to a motorcycle luggage carrier, described in EP 0 128 810 B1, include a carrier plate which can be mounted on the luggage carrier and which is attached to the piece of luggage. A fastening system with a support plate is also disclosed in DE 102 42 029 A1 mentioned above. However, in this case the carrier plates are permanently mounted on the luggage carrier, as a result of which the function of the luggage carrier for transporting other objects that are not adapted for the fastening system is limited. In addition, many users experience such carrier plates as unaesthetic and optically disturbing. Moreover, such systems with carrier plates are not of the type mentioned in the preamble, because their fixed fastening means do not engage on a first bar of the luggage carrier, but on the carrier plate.

5 Tenslotte is een bevestigingssysteem voor een fietsmand met horizontaal verschuifbare aangrijpelementen bekend, die van buiten in richting van de langsstangen van de bagagedrager zijn voorgespannen. Om de mand op de bagagedrager te plaatsen moeten de horizontaal verschuifbare aangrijpelementen tegen de veerkracht in uit elkaar worden 10 getrokken. Om aan te spannen worden de aangrijpelementen dan losgelaten, zodat ze onder invloed van de veerkracht tegen de langsstangen klappen. De voorgespannen aangrijpelementen vormen zodoende een ‘klapsluiting’.Finally, a fastening system for a bicycle basket with horizontally displaceable gripping elements is known, which are biased from outside in the direction of the longitudinal bars of the luggage carrier. In order to place the basket on the luggage carrier, the horizontally displaceable gripping elements must be pulled apart against the spring force. To engage, the engaging elements are then released, so that they collapse against the longitudinal bars under the influence of the spring force. The prestressed gripping elements thus form a "folding clasp".

Een bevestigingssysteem met een dergelijke klapsluiting heeft een 15 aantal nadelen. De kracht die nodig is om de aangrijpelementen bij het opzetten uit elkaar te trekken is groter dan de kracht waarmee de aangrijpelementen in gesloten, d.w.z. ingeklapte toestand aan de langsstangen aangrijpen. Dat wil zeggen dat de aangrijpelementen of bij het opzetten van het bagagestuk op de bagagedrager met zeer grote 20 krachtinspanning uit elkaar moeten worden getrokken, wat in het bijzonder bij een volle en zware mand uiterst oncomfortabel is, of dat de mand met een zeer kleine spankracht op de bagagedrager wordt gehouden, waardoor hij gemakkelijk van de bagagedrager kan afvallen. Bovendien worden de verschuifbare aangrijpelementen voor het sluiten van de sluiting simpelweg 25 ingeklapt gelaten en niet actief geleid. Daardoor weet de gebruiker bij het sluiten van de sluiting niet of de mand goed op de bagagedrager zit of niet.A fastening system with such a folding clasp has a number of drawbacks. The force required to pull the engaging elements apart during mounting is greater than the force with which the engaging elements engage the longitudinal bars in the closed, i.e. collapsed condition. That is to say that the gripping elements or when mounting the piece of luggage on the luggage carrier must be pulled apart with very great effort, which is particularly uncomfortable with a full and heavy basket, or that the basket with a very small tensioning force is held on the luggage carrier, so that he can easily fall off the luggage carrier. Moreover, the slidable engagement elements for closing the closure are simply left folded and not actively guided. As a result, when closing the closure, the user does not know whether the basket is properly seated on the luggage carrier or not.

De uitvinding heeft tot doel te voorzien in een systeem van de in de aanhef genoemde soort, dat een bagagestuk betrouwbaar op de bagagedrager vasthoudt en een eenvoudige bediening met een verbeterde 3 universaliteit verbindt, zodat het systeem bij nagenoeg alle gebruikelijke fietsbagagedragers kan worden toegepast.The invention has for its object to provide a system of the type mentioned in the preamble, which reliably holds a piece of luggage on the luggage carrier and connects a simple operation with an improved universality, so that the system can be used with almost all conventional bicycle luggage carriers.

Dit doel wordt bij een systeem van de in de aanhef genoemde soort daardoor bereikt dat het systeem een spansluiting omvat, die aan het 5 bagagestuk bevestigbaar is en ten minste een verstelbaar aangrijpelement en een bedieningselement omvat, waarbij het bedieningselement en het verstelbare aangrijpelement zodanig mechanisch zijn gekoppeld, dat het ten minste ene verstelbare aangrijpelement door bediening van het bedieningselement verstelbaar is 10 tussen een geopende stand, waarin het bagagestuk op de bagagedrager kan worden gezet, respectievelijk aan de bagagedrager kan worden aangebracht, en een gesloten stand, waarin het ten minste ene verstelbare aangrijpelement zo tegen een tweede stang van de bagagedrager is gespannen, dat het bagagestuk door de vaste bevestigingsmiddelen en het 15 ten minste ene verstelbare aangrijpelement aan de bagagedrager is vastgespannen.This object is achieved in a system of the type mentioned in the preamble in that the system comprises a clamping closure which can be attached to the piece of luggage and comprises at least one adjustable engaging element and an operating element, the operating element and the adjustable engaging element being so mechanical coupled that the at least one adjustable engaging element can be adjusted by operating the operating element between an open position in which the piece of luggage can be placed on the luggage carrier or can be arranged on the luggage carrier, and a closed position in which the at least one The adjustable engaging element is tensioned against a second rod of the luggage carrier such that the piece of luggage is clamped to the luggage carrier by the fixed fastening means and the at least one adjustable engaging element.

Het systeem volgens de uitvinding grijpt zodoende aan twee stangen, bijvoorbeeld aan de beide langsstangen van de bagagedrager aan, en is derhalve niet tot een speciaal type bagagedrager met speciale 20 onderdelen beperkt. Ook zijn geen extra, op de bagagedrager te monteren draagplaat of andere houdinrichtingen nodig. Een betrouwbare houvast wordt door de spansluiting bereikt, die zich bovendien door bediening van een enkel bedieningselement gemakkelijk en slechts met een hand laat bedienen. Het begrip ‘aangrijpen’ dient in de volgende openbaring breed te 25 worden opgevat en omvat de begrippen ‘aanliggen’ en ‘geheel of gedeeltelijk omgrijpen’.The system according to the invention thus engages two rods, for example the two longitudinal rods of the luggage carrier, and is therefore not limited to a special type of luggage carrier with special components. Also, no additional carrier plate or other holding devices to be mounted on the luggage carrier are required. A reliable hold is achieved through the clamping clasp, which, moreover, can be operated easily and only with one hand by operating a single operating element. The term "gripping" should be understood broadly in the following revelation and includes the terms "abut" and "fully or partially gripping".

Een spansluiting in het licht van de uitvinding onderscheidt zich van de hierboven genoemde klapsluiting doordat het bedieningselement ten minste op een deel van de verstelweg tussen de geopende en de gesloten 30 stand actief wordt geleid, en dus niet eenvoudig zonder verder toedoen 4 vanuit de geopende stand naar de gesloten stand toeklapt. Daarbij wordt tijdens het actief verstellen de spankracht voor het vastspannen van het bagagestuk op of aan de bagagedrager voortgebracht.A clamping closure in the light of the invention is distinguished from the above-mentioned folding closure in that the operating element is actively guided at least on a part of the adjusting path between the opened and the closed position, and thus not simply without further intervention 4 from the opened position to the closed position. During active adjustment, the tension force for tightening the piece of luggage is thereby generated on or on the luggage carrier.

Bij voorkeur omvatten de vaste bevestigingsmiddelen ten minste 5 twee aparte aangrijpelementen die aan het bagagestuk op een afstand van elkaar zo bevestigbaar zijn, dat ze bij een op de bagagedrager gezet bagagestuk aan twee in langsrichting van de eerste stang op afstand van elkaar gelegen posities op eerste stang aangrijpen. Door te voorzien in aparte vaste aangrijpelementen wordt de veelzijdigheid van het systeem 10 verder verhoogd. Anders als bij de gebruikelijke vaste bevestigingsmiddelen, die zich over een langer deel van de eerste stang zouden uitstrekken, moeten de aparte aangrijpelementen slechts aan in vergelijking smalle delen van de eerste stang aangrijpen en hoeven dus niet aan de speciale vorm van de bagagedrager te worden aangepast. Daarbij is het om het even 15 of de eerste stang recht of krom is en hoe de eerste stang met andere stangen, bijvoorbeeld dwarsstangen is verbonden.The fixed fastening means preferably comprise at least two separate engaging elements which can be attached to the piece of luggage at a distance from each other such that, in the case of a piece of luggage placed on the luggage carrier, they are positioned at two positions which are spaced apart in the longitudinal direction of the first rod. grab the bar. By providing separate fixed engagement elements, the versatility of the system 10 is further increased. Unlike the usual fixed fastening means, which would extend over a longer part of the first rod, the separate engaging elements only have to engage on comparatively narrow parts of the first rod and thus do not have to be adapted to the special shape of the luggage carrier . It is irrespective of whether the first rod is straight or curved and how the first rod is connected to other rods, for example transverse rods.

Bij voorkeur wordt het bedieningselement door een bedieningshendel gevormd, die in de geopende toestand van de spansluiting van de bagagedrager afstaat en naar de bagagedrager toe wordt gezwenkt 20 om de spansluiting te sluiten. Een dergelijke zwenkbare bedieningshendel is eenvoudig een intuïtief bedienbaar en biedt een goede hefboom werking, waarmee de benodigde spankracht gemakkelijk kan worden aangebracht. Daarbij is een veelvoud van mechanische koppelingsuitvoeringen tussen de bedieningshendel en het verstelbare aangrijpelement of die verstelbare 25 aangrijpelementen mogelijk, die de zwenkbeweging van de bedieningshendel in een geschikte verstelling van de verstelbare aangrijpelementen omzetten. Enkele voorbeelden van dergelijke mechanische koppelingsmechanismen worden hieronder nader beschreven.The operating element is preferably formed by a control handle which, in the open condition, is detached from the luggage carrier and pivoted towards the luggage carrier to close the carrier. Such a pivotable operating handle is easy to operate intuitively and offers good leverage, with which the required tensioning force can be easily applied. A plurality of mechanical coupling embodiments between the operating handle and the adjustable engaging element or those adjustable engaging elements is possible, which convert the pivoting movement of the operating handle into a suitable adjustment of the adjustable engaging elements. Some examples of such mechanical coupling mechanisms are further described below.

In een voordelige uitvoering is de spansluiting zodanig uitgevoerd 30 dat bij het verstellen van het verstelbare aangrijpelement vanuit de 5 geopende stand naar de gesloten stand een dood punt met maximale spankracht te overwinnen is. Hierdoor wordt de spansluiting, respectievelijk het bedieningselement automatisch in de gesloten stand gehouden.In an advantageous embodiment the clamping closure is designed such that when adjusting the adjustable engagement element from the open position to the closed position, a dead point with maximum clamping force can be overcome. As a result, the clamping closure or the operating element is automatically held in the closed position.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvatten het 5 verstelbare aangrijpelement en/of de aangrijpelementen van de vaste bevestigingsmiddelen een contactvlak onder een hoek, met twee contactvlakdelen die met elkaar een hoek vormen en zo zijn aangebracht, dat de stangen bij het sluiten van de sluiting telkens in die hoek worden gedwongen. Met een dergelijk contactvlak onder een hoek is het mogelijk de 10 stangen nagenoeg onafhankelijk van hun doorsnede of van hun doorsnedevorm zo te omgrijpen dat het bagagestuk noch horizontaal ten opzichte van de bagagedrager kan verschuiven, noch naar boven van de bagagedrager kan worden afgenomen. Door de zo bereikte onafhankelijkheid van de stangdoorsnede wordt het systeem nog universeler 15 toepasbaar.In a particularly advantageous embodiment, the adjustable engaging element and / or the engaging elements of the fixed fastening means comprise a contact surface at an angle, with two contact surface parts which form an angle with each other and are arranged such that the rods in each case close when the closure closes. that corner are forced. With such a contact surface at an angle, it is possible to grasp the rods almost independently of their cross-section or their cross-sectional shape such that the piece of luggage cannot shift horizontally relative to the luggage carrier, nor can it be taken upwards from the luggage carrier. Due to the independence of the bar section achieved in this way, the system becomes even more universal.

Bij voorkeur is het ene contactvlakdeel horizontaal is en is de hoek kleiner dan 90°. Door de scherpe hoek heeft de stang een achterscheiding zodat het bagagestuk noch langs opzij noch naar boven van de bagagedrager kan loskomen.Preferably, the one contact surface portion is horizontal and the angle is less than 90 °. Due to the sharp angle, the rod has a rear partition so that the piece of luggage cannot come loose from the luggage carrier either from the side or upwards.

20 Bij voorkeur is aan de contactvlakken tussen de aangrijpelementen en de daarbijbehorende stangen geveerde bekleding, in het bijzonder schuimkussens, aangebracht. Door de bekleding kunnen toleranties in het aanbrengen van de vaste bevestigingsmiddelen en van de spansluiting relatief ten opzichte van elkaar worden opgeheven, zodat de montage van 25 deze onderdelen aan het bagagestuk met niet al te grote precisie hoeft te worden uitgevoerd. Hierdoor wordt de montage, die in de regel door de gebruiker zelf gebeurt, vergemakkelijkt. Bovendien laat zich bij een dergelijke geveerde bekleding het hierboven genoemde dood punt met maximale spankracht gemakkelijker realiseren.Preferably, on the contact surfaces between the engaging elements and the associated rods, a spring-mounted covering, in particular foam pads, is provided. Due to the covering, tolerances in the fitting of the fixed fastening means and of the clamping clasp can be canceled relative to each other, so that the mounting of these parts on the piece of luggage need not be carried out with too great precision. This facilitates the assembly, which is usually carried out by the user himself. Moreover, with such a spring-loaded covering, the above-mentioned dead point with maximum tension force can be realized more easily.

66

Bij een klein en licht bagagestuk kan een verstelbaar aangrijpelement reeds voldoende zijn om het bagagestuk met voldoende betrouwbaarheid aan de bagagedrager te bevestigen. In combinatie met de hierboven genoemde aparte vaste bevestigingsmiddelen ontstaat dan een 5 bevestigingssysteem dat slechts aan drie positites aan de bagagedrager aangrijpt. In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de spansluiting echter twee verstelbare aangrijpelementen die door bediening van een gemeenschappelijk bedieningselement tussen de geopende stand en de gesloten stand verstelbaar zijn. Hierdoor wordt het bagagestuk 10 betrouwbaarder aan de bagagedrager gehouden, zonder dat de bediening minder comfortabel is, aangezien ook in dit geval slechts een bedieningselement moet worden bediend. Dit kan bijvoorbeeld daardoor worden bereikt, doordat de verstelbare aangrijpelementen aan een gemeenschappelijke drager zijn bevestigd en doordat de spansluiting een 15 spanmechanisme omvat, waarmee de gemeenschappelijke waarmee de gemeenschappelijke drager naar de tweede stang toe gespannen kan worden.In the case of a small and light piece of luggage, an adjustable engagement element may already be sufficient to attach the piece of luggage to the luggage carrier with sufficient reliability. In combination with the separate fixed fastening means mentioned above, a fastening system is then created which only grips the luggage carrier at three positions. In an advantageous embodiment, however, the clamping closure comprises two adjustable engaging elements which can be adjusted between the open position and the closed position by operating a common operating element. As a result, the piece of luggage 10 is held more reliably on the luggage carrier, without the operation being less comfortable, since also in this case only one operating element has to be operated. This can be achieved, for example, in that the adjustable engaging elements are attached to a common support and that the clamping closure comprises a tensioning mechanism with which the common with which the common support can be tensioned towards the second rod.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat de spansluiting een eerste kniehendel die door een eerste en een tweede hendel wordt 20 gevormd, die door een verbindingsscharnier scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij het vrije uiteinde van de eerste hendel aan het ten minste ene verstelbare aangrijpelement is ingericht en het vrije uiteinde van de tweede hendel aan de spansluiting is ingericht. Door het verstellen van de hoek van de kniehendel kan het verstelbare aangrijpelement 25 tegenover de spansluiting worden verschoven, d.w.z. worden versteld.In a particularly advantageous embodiment the clamping closure comprises a first knee lever which is formed by a first and a second lever, which are hingedly connected to each other by a connecting hinge, the free end of the first lever being arranged on the at least one adjustable engaging element and the free end of the second handle is arranged on the clamping closure. By adjusting the angle of the knee lever, the adjustable engaging element 25 can be shifted, i.e. adjusted, opposite the clamping clasp.

Bij voorkeur wordt het bedieningselement door een bedieningsdeel gevormd, dat aan de tweede hendel van de eerste kniehendel is aangebracht, zodanig dat de tweede hendel van de kniehendel door zwenken van het bedieningsdeel zwenkbaar is om de lagerpen van de tweede hendel 30 bij de spansluiting. Op deze wijze wordt een eenvoudige en zeer 7 betrouwbare mechanische koppeling tussen het bedieningselement en het verstelbare aangrijpelement bereikt. Bij voorkeur worden de tweede hendel van de eerste kniehendel en het bedieningsdeel door de beide armen van een hoekhendel gevormd, die bij de spansluiting is ingericht.The operating element is preferably formed by an operating part which is arranged on the second lever of the first knee lever, such that the second lever of the knee lever can be pivoted about the bearing pin of the second lever 30 at the clamping closure by pivoting the operating part. In this way a simple and very reliable mechanical coupling between the operating element and the adjustable engaging element is achieved. The second handle of the first knee handle and the operating part are preferably formed by the two arms of a corner handle which is arranged at the clamping closure.

5 Bij voorkeur omvat het systeem voorts een tweede kniehendel, die uit een eerste en een tweede hendel wordt gevormd, die door een verbindingsscharnier scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij het vrije uiteinde van de eerste hendel van de tweede kniehendel aan een tweede verstelbare aangrijpelement is ingericht en het vrije uiteinde van de 10 tweede hendel van de tweede kniehendel aan de spansluiting is ingericht, en waarbij het verbindingsscharnier van de eerste kniehendel en het verbindingsscharnier van de tweede kniehendel door een verbindingshendel met elkaar zijn verbonden.The system preferably further comprises a second knee lever, which is formed from a first and a second lever, which are pivotally connected to each other by a connecting hinge, the free end of the first lever of the second knee lever being connected to a second adjustable engagement element and the free end of the second lever of the second knee lever is arranged on the clamping closure, and wherein the connecting hinge of the first knee lever and the connecting hinge of the second knee lever are connected to each other by a connecting lever.

Bij een dergelijke sluiting kunnen dus twee verstelbare 15 aangrijpelementen door het verstellen van de telkens bijbehorende kniehendels tegenover de spansluiting, respectievelijk de behuizing ervan worden versteld. Aangezien bovendien de beide kniehendels met de verbindingshendel met elkaar zijn gekoppeld, is het voldoende om een van beide kniehendels te bedienen om beide verstelbare aangrijpelementen te 20 verstellen. Daardoor opent zich een veelvoud aan mogelijkheden waarmee beide verstelbare aangrijpelementen door bediening van een enkel bedieningselement verstelbaar zijn.With such a closure, therefore, two adjustable engaging elements can be adjusted by adjusting the respective associated knee levers opposite the clamping closure, or the housing thereof. Moreover, since the two knee levers are coupled together with the connecting lever, it is sufficient to operate one of the two knee levers to adjust both adjustable engagement elements. This opens up a multitude of possibilities with which both adjustable engagement elements can be adjusted by operating a single operating element.

Als de eerste kniehendel door het bedieningselement verstelbaar is, is het verbindingsscharnier van de eerste kniehendel in geopende toestand 25 van de spansluiting bij voorkeur aangebracht op de naar de tweede kniehendel toegerichte zijde van een verbindingslijn, die tussen het vrije uiteinde van de eerste kniehendel verloopt. Als dan de eerste kniehendel door bediening van het bedieningselement wordt gestrekt om het eerste verstelbare aangrijpelement ten opzichte van de behuizing van de 30 spansluiting te verstellen, wordt de tweede kniehendel eveneens gestrekt, 8 respectievelijk opgericht, waarbij op de verbindingshendel slechts trekkrachten werken, wat gezien de betrouwbaarheid en de levensduur van de spansluiting een groot voordeel is.If the first knee lever is adjustable by the operating element, the connecting hinge of the first knee lever in the open position of the clamping closure is preferably arranged on the side of a connecting line directed towards the second knee lever, which line runs between the free end of the first knee lever. If the first knee lever is then stretched by operating the operating element to adjust the first adjustable engaging element relative to the housing of the clamping clasp, the second knee lever is also stretched, respectively raised, with only pulling forces acting on the connecting lever, as seen. the reliability and the service life of the clamp is a major advantage.

Bij voorkeur is het verbindingsscharnier van de eerste kniehendel 5 in gesloten toestand van de spansluiting aangebracht op de van de tweede kniehendel afgerichte zijde van de verbindingslijn, die tussen het vrije uiteinde van de eerste kniehendel verloopt. Dit betekent dat de spansluiting in gesloten toestand een dood punt van maximale spankracht reeds heeft overwonnen en dat het bedieningselement automatisch in die stand wordt 10 gehouden die overeenkomt met de gesloten toestand.The connecting hinge of the first knee lever 5 is preferably arranged in the closed position of the clamping clasp on the side of the connecting line directed away from the second knee lever and extending between the free end of the first knee lever. This means that the clamp closure in the closed state has already overcome a dead point of maximum clamping force and that the operating element is automatically held in that position corresponding to the closed state.

Bij voorkeur zijn in de bodem van het bagagestuk openingen voorzien en hebben de vaste bevestigingsmiddelen en/of de spansluiting verticale openingen die geschikt zijn om van bovenaf door de openingen in de bodem van het bagagestuk gestoken bevestigingsbouten op te nemen.Apertures are preferably provided in the bottom of the piece of luggage and the fixed fastening means and / or the clamping fastener have vertical openings which are suitable for receiving fastening bolts inserted through the openings in the bottom of the piece of luggage from above.

15 Daardoor is het mogelijk de vaste bevestigingsmiddelen en/of de spansluiting van boven te monteren en hun positie in te stellen, terwijl een bagagestuk op de bagagedrager van de fiets is gezet. Daardoor wordt de montage van het systeem wezenlijk vereenvoudigd. Bij voorkeur worden daarbij de openingen in de bodem van het bagagestuk door langsgaten 20 gevormd, die parallel aan de spanrichting van de spansluiting zijn georiënteerd. Dan kan het geschikt aanbrengen van de vaste bevestigingsmiddelen en van de spansluiting relatief ten opzichte van elkaar door verschuiven van een of van beide onderdelen langs de langsgaten traploos aan de bagagedrager worden aangepast en door het 25 vastzetten van de bevestigingsbouten vast worden ingesteld. Op deze wijze laat het systeem zich gemakkelijk en precies door de gebruiker op nagenoeg elke in de handel gebruikelijke bagagedrager instellen.As a result, it is possible to mount the fixed fastening means and / or the clamping fastener from above and to adjust their position, while a piece of luggage is placed on the luggage carrier of the bicycle. This considerably simplifies the assembly of the system. Preferably, the openings in the bottom of the piece of luggage are thereby formed by longitudinal holes 20 which are oriented parallel to the tensioning direction of the clamping closure. Then the suitable fitting of the fixed fastening means and of the clamping clasp relative to each other by continuously shifting one or both parts along the longitudinal holes can be steplessly adapted to the luggage carrier and fixed by fixing the fastening bolts. In this way the system can be adjusted easily and precisely by the user on virtually any commercially available luggage carrier.

Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding volgen uit de volgende beschrijving, waarin de uitvinding in meerdere 9 uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen nader wordt beschreven. Daarin toont:Further advantages and features of the present invention follow from the following description, in which the invention is further described in several exemplary embodiments with reference to the accompanying drawings. It shows:

Fig. 1 een achteraanzicht van een bagagedrager waarop een fietsmand met behulp van het systeem volgens een uitvoeringsvorm van de 5 uitvinding is bevestigd,FIG. 1 is a rear view of a luggage carrier on which a bicycle basket is attached using the system according to an embodiment of the invention,

Fig. 2 een zijaanzicht van de bagagedrager, de fietsmand en het systeem van Fig. 1,FIG. 2 is a side view of the luggage carrier, the bicycle basket and the system of FIG. 1

Fig. 3 een onderaanzicht doorheen de bagagedrager van Fig. 1 en Fig. 2 op het bevestigingssysteem en de onderzijde van de fietsmand, 10 Fig. 4 een bovenaanzicht van een spansluiting in gesloten toestand,FIG. 3 is a bottom view through the luggage carrier of FIG. 1 and FIG. 2 on the mounting system and the underside of the bicycle basket, FIG. 4 a top view of a clamp closure in the closed state,

Fig. 5 een vooraanzicht van de spansluiting van Fig. 4,FIG. 5 is a front view of the clamp closure of FIG. 4

Fig. 6 een onderaanzicht van de spansluiting van Fig. 4 en Fig. 5, Fig. 7 een zijaanzicht van de spansluiting van Fig 4 tot Fig. 6,FIG. 6 is a bottom view of the clamp closure of FIG. 4 and FIG. 5, FIG. 7 is a side view of the clamp closure of FIG. 4 to FIG. 6

Fig. 8 een aanzicht van de doorsnede A-A van Fig. 7, 15 Fig. 9 een onderaanzicht van de spansluiting van Fig. 4 tot 8 in geopende toestand,FIG. 8 is a view of the section A-A of FIG. 7, FIG. 9 is a bottom view of the clamp closure of FIG. 4 to 8 when open,

Fig. 10 een zijaanzicht van de geopende sluiting van Fig. 10,FIG. 10 is a side view of the opened closure of FIG. 10

Fig. 11 een aanzicht van de doorsnede A-A van Fig. 10,FIG. 11 is a view of the section A-A of FIG. 10

Fig. 12 een schematisch bovenaanzicht van een alternatieve 20 spansluiting in de geopende stand,FIG. 12 is a schematic top view of an alternative clamping closure in the open position,

Fig. 13 een bovenaanzicht van de spansluiting van Fig. 12 in de gesloten stand,FIG. 13 is a top view of the clamp closure of FIG. 12 in the closed position,

Fig. 14 een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting in de geopende stand, 25 Fig. 15 een bovenaanzicht van een spansluiting van Fig. 14 in de gesloten stand,FIG. 14 is a schematic top view of a further embodiment of the clamping closure in the open position, FIG. 15 is a top view of a clamp closure of FIG. 14 in the closed position,

Fig. 16 een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting in de geopende stand,FIG. 16 is a schematic top view of a further embodiment of the clamping closure in the open position,

Fig. 17 het bovenaanzicht van de spansluiting van Fig. 16 in de 30 gesloten stand, 10FIG. 17 is the top view of the clamp closure of FIG. 16 in the closed position, 10

Fig. 18 een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting,FIG. 18 is a schematic top view of a further embodiment of the clamping closure,

Fig. 19 het bovenaanzicht van de spansluiting van Fig. 18 in de gesloten stand, 5 Fig. 20 een perspektivisch onderaanzicht van een bagagedrager, een fietsmand en een verdere uitvoeringsvorm van een spansluiting, die zich in de gesloten stand bevindt,FIG. 19 is the top view of the clamp closure of FIG. 18 in the closed position, FIG. 20 is a perspective bottom view of a luggage carrier, a bicycle basket and a further embodiment of a clamping closure, which is in the closed position,

Fig. 21 het aanzicht van Fig. 20, waarbij de spansluiting zich in de geopende stand bevindt, 10 Fig. 22 een perspektivisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting in de gesloten stand,FIG. 21 the view of FIG. 20, the clamping closure being in the open position, FIG. 22 is a perspective top view of a further embodiment of the clamping closure in the closed position,

Fig. 23 het aanzicht van Fig. 22 in de geopende stand,FIG. 23 the view of FIG. 22 in the open position,

Fig. 24 een perspektivisch onderaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting in de geopende stand, 15 Fig. 25 het aanzicht van Fig. 23 in de gesloten stand,FIG. 24 is a perspective bottom view of a further embodiment of the clamping closure in the open position, FIG. 25 the view of FIG. 23 in the closed position,

Fig. 26 een perspektivisch aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting,FIG. 26 is a perspective view of a further embodiment of the clamping closure,

Fig. 27 een bovenaanzicht van een bagagedrager en een bevestigingssysteem, waarbij de spansluiting van Fig. 26 is toegepast, in 20 gesloten toestand,FIG. 27 is a top view of a luggage carrier and a fastening system, the clamp closure of FIG. 26 is applied, in the closed state,

Fig. 28 het aanzicht van Fig. 27 in geopende toestand,FIG. 28 the view of FIG. 27 when open,

Fig. 29 een perspektivisch bovenaanzicht doorheen een fietsmand op een bagagedrager, waaraan de fietsmand is te bevestigen door gebruik te maken van een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting, waarbij de 25 spansluiting zich in de geopende stand bevindt,FIG. 29 is a perspective top view through a bicycle basket on a luggage carrier, to which the bicycle basket can be attached by using a further embodiment of the clamping closure, wherein the clamping closure is in the open position,

Fig. 30 het aanzicht van Fig. 29 met de spansluiting in de gesloten stand,FIG. 30 shows the view of FIG. 29 with the clamp closure in the closed position,

Fig. 31 een uiteengenomen perspektivisch aanzicht van de spansluiting van Fig. 29 en Fig. 30, 11FIG. 31 is an exploded perspective view of the clamp closure of FIG. 29 and FIG. 30, 11

Fig. 32 een bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een spansluiting in de geopende stand,FIG. 32 is a top view of a further embodiment of a clamping closure in the open position,

Fig. 33 het aanzicht van Fig. 32 in de gesloten stand,FIG. 33 the view of FIG. 32 in the closed position,

Fig. 34 een perspektivisch onderaanzicht van een bagagedrager en 5 een fietsmand, waaraan een verdere uitvoeringsvorm van de spansluiting is bevestigd, waarbij de spansluiting zich in de geopende stand bevindt, en Fig. 35 het aanzicht van Fig. 34 in gesloten toestand.FIG. 34 is a perspective bottom view of a luggage carrier and a bicycle basket, to which a further embodiment of the clamping closure is attached, the clamping closure being in the open position, and FIG. 35 the view of FIG. 34 when closed.

In Fig. 1 tot 3 zijn de wezenlijke onderdelen van een systeem 10 voor het bevestigen van een bagagestuk, hier een fietsmand 12, op een 10 fietsbagagedrager 14 getoond.In FIG. 1 to 3, the essential parts of a system 10 for attaching a piece of luggage, here a bicycle basket 12, to a bicycle luggage carrier 14 are shown.

Het systeem 10 omvat als vaste bevestigingsmiddelen twee aparte aangrijpelementen 16 (zie Fig. 1 en Fig. 3), die aan de onderzijde van de bodem van de fietsmand 12 zijn bevestigd. De bevestiging gebeurt telkens met een schroefbout (niet getoond) die van bovenaf doorheen een 15 bijbehorend langsgat 18 in de bodem van de fietsmand 12 wordt gestoken en doorheen een verticale opening (niet getoond) in het aangrijpelement 16 wordt gevoerd. Aan de onderzijde van het aangrijpelement 16 bevindt zich telkens een opneming 20 (zie Fig. 1) voor een moer 22 (zie Fig. 3), waarmee de bevestigingsbout is vastgeschroefd.The system 10 comprises two separate engaging elements 16 (see Fig. 1 and Fig. 3) as fixed fastening means, which are mounted on the underside of the bottom of the bicycle basket 12. The attachment is made in each case with a screw bolt (not shown) which is inserted from above through an associated longitudinal hole 18 in the bottom of the bicycle basket 12 and passed through a vertical opening (not shown) in the engaging element 16. On the underside of the engaging element 16 there is in each case a receptacle 20 (see Fig. 1) for a nut 22 (see Fig. 3), with which the fixing bolt is screwed.

20 Het systeem 10 omvat voorts een spansluiting 24, die eveneens aan de bodem van de fietsmand 12 is bevestigd. De bevestiging van de spansluiting 24 aan de onderzijde van de mand 12 gebeurt op vergelijkbare wijze als de bevestiging van de aangrijpelementen 16 en wordt hieronder nader beschreven.The system 10 further comprises a clamping closure 24, which is also attached to the bottom of the bicycle basket 12. The fixation of the clamping fastener 24 on the underside of the basket 12 is done in a similar manner as the fixation of the engaging elements 16 and is further described below.

25 De spansluiting 24 heeft een behuizing 26 waarin een eerste verstelbaar aangrijpelement 28 en een tweede verstelbaar aangrijpelement 30 verschuifbaar zijn opgenomen. In de in Fig. 1 en Fig. 3 getoonde gesloten toestand van de spansluiting zijn de verstelbare aangrijpelementen 28 en 30 helemaal vanuit de behuizing 26 naar de bagagedrager 14 toe uitgeschoven.The clamping closure 24 has a housing 26 in which a first adjustable engaging element 28 and a second adjustable engaging element 30 are slidably received. In the embodiment shown in FIG. 1 and FIG. 3, the adjustable engagement elements 28 and 30 are fully extended from the housing 26 to the luggage carrier 14.

30 Daardoor is de bagagedrager 14 tussen de eerste aangrijpelementen 16, die 12 aan een eerste langsstang 32 van de bagagedrager 14 aangrijpen, en de verstelbare aangrijpelementen 28 en 30, die aan de tweede langsstang 34 van de bagagedrager 14 aangrijpen, ingeklemd, d.w.z. de fietsmand 12 is op de bagagedrager 14 vastgespannen.As a result, the luggage carrier 14 is clamped between the first engaging elements 16, which engage 12 on a first longitudinal rod 32 of the luggage carrier 14, and the adjustable engaging elements 28 and 30, which engage on the second longitudinal rod 34 of the luggage carrier 14, ie the bicycle basket 12 is tightened on the luggage carrier 14.

5 Zoals Fig. 3 toont, heeft het systeem 10 aan elk van de langsstangen 32, 34 telkens slechts twee in langsrichting op afstand van elkaar gelegen aangrijpposities. Deze in totaal vier ‘aangrijppunten’ zijn voldoende om de mand 12 betrouwbaar aan de bagagedrager 14 te bevestigen. De bevestiging bij geïsoleerde bevestigingsposities heeft ten 10 opzichte van een eveneens denkbare bevestiging langs een langer deel van de langsstangen 32 en 34 het voordeel dat deze universeel inzetbaar is, omdat ze niet aan de speciale vorm van de bagagedrager 14 moet worden aangepast. Bijvoorbeeld kan de mand 12 met het bevestigingssysteem 10 ook aan een bagagedrager met gebogen langsstangen worden bevestigd.As shown in FIG. 3, the system 10 on each of the longitudinal bars 32, 34 only has two engaging positions that are spaced apart in the longitudinal direction. These in total four "engagement points" are sufficient to reliably attach the basket 12 to the luggage carrier 14. The mounting at isolated mounting positions has the advantage over a longer part of the longitudinal bars 32 and 34 that it is also conceivable that it can be used universally, because it does not have to be adapted to the special shape of the luggage carrier 14. For example, the basket 12 with the fastening system 10 can also be attached to a luggage carrier with curved longitudinal bars.

15 Hoewel het systeem 10 in Fig. 1 tot Fig. 3 voor het bevestigen van een mand 12 op de bagagedrager wordt toegepast, begrijpt men, dat er dit ook voor het bevestigen van om het even welk bagagestuk op of aan de bagagedrager kan worden toegepast, in het bijzonder voor de bevestiging van een zijmand of een fietstas (niet getoond).Although the system 10 in FIG. 1 to FIG. 3 is used for attaching a basket 12 to the luggage carrier, it is understood that this can also be applied for attaching any piece of luggage to or on the luggage carrier, in particular for attaching a side basket or a bicycle bag (not shown).

20 In het volgende wordt de spansluiting 24 onder verwijzing naarIn the following, the clamping closure 24 will be referred to

Fig. 4 tot 11 in detail beschreven. Fig. 4 tot 8 tonen verschillende aanzichten van de spansluiting 24 in gesloten toestand en Fig. 9 tot 11 tonen verschillende aanzichten van de spansluiting 24 in geopende toestand.FIG. 4 to 11 described in detail. FIG. 4 to 8 show different views of the clamp closure 24 in the closed state and Figs. 9 to 11 show different views of the clamping closure 24 in the open state.

De hierboven genoemde behuizing 26 van de spansluiting 24 25 verdeelt zich grofweg in drie delen, een eerste geleidingsdeel 36, een tweede geleidingsdeel 38 en een daartussen gelegen verbindingsdeel 40, die het eerste en het tweede geleidingsdeel 36, 38 verbindt (zie in het bijzonder Fig.The housing 26 of the clamping closure 24 mentioned above is roughly divided into three parts, a first guide part 36, a second guide part 38 and an intermediate connecting part 40 connecting the first and the second guide part 36, 38 (see in particular Figs. .

4). Zoals in het vooraanzicht van Fig. 5 is te zien, gaat het bij het eerste en het tweede geleidingsdeel 36, 38 globaal over holle profieldelen met een 30 rechthoekige doorsnede, waarin het eerste verstelbare aangrijpelement 28, 13 respectievelijk het tweede verstelbare aangrijpelement 30 verschuifbaar zijn opgenomen.4). As in the front view of FIG. 5, the first and second guide members 36, 38 generally have hollow profile members with a rectangular cross-section, in which the first adjustable engaging element 28, 13 and the second adjustable engaging element 30 are slidably accommodated.

Zoals eveneens in Fig. 5 is te zien, heeft het eerste verstelbare aangrijpelement 28 een U-vormige doorsnede met een onderste wand 42, 5 een buitenste wand 44 en een bovenste wand 46. Zoals verder in Fig. 5 is te zien, heeft het tweede verstelbare aangrijpelement 30 eveneens een U-vormige doorsnede met een onderste wand 48, een binnenste wand 50 en een bovenste wand 52.As also shown in FIG. 5, the first adjustable engaging element 28 has a U-shaped cross-section with a lower wall 42, an outer wall 44 and an upper wall 46. As further shown in FIG. 5, the second adjustable engaging element 30 also has a U-shaped cross-section with a lower wall 48, an inner wall 50 and an upper wall 52.

Zoals het onderaanzicht van Fig. 4, het bovenaanzicht van Fig. 6 en 10 het zijaanzicht van Fig. 7 tonen, is de bovenste wand 46 respectievelijk 52 van het eerste respectievelijk het tweede verstelbare aangrijpelement 28 respectievelijk 30 telkens langer dan de onderste wand 42 respectievelijk 48. Zoals verder in het zijaanzicht van Fig. 7 is te zien, zijn de bovenste wand 52 en de onderste wand 48 van het tweede verstelbare aangrijpelement 30 15 door een hellende wand 54 verbonden, die met het vrije uiteinde van de bovenste wand 52 een hoek van minder dan 90° vormt. Een dergelijke hellende wand verbindt ook de bovenste wand 46 en de onderste wand 42 van het eerste verstelbare aangrijpelement 28, deze is echter in de aanzichten van Fig. 4 tot 11 telkens bedekt en derhalve niet te zien. Op de 20 hellende wand 54 (vergelijk Fig. 7) is een bekleding 56 uit schuimstof bevestigd.As the bottom view of FIG. 4, the top view of FIG. 6 and 10 the side view of FIG. 7, the upper wall 46 and 52, respectively, of the first and the second adjustable engaging element 28 and 30, respectively, is longer than the lower wall 42 and 48 respectively. As further shown in the side view of FIG. 7, the upper wall 52 and the lower wall 48 of the second adjustable engaging element 30 are connected by an inclined wall 54 which forms an angle of less than 90 ° with the free end of the upper wall 52. Such an inclined wall also connects the upper wall 46 and the lower wall 42 of the first adjustable engaging element 28, but this is shown in the views of FIG. 4 to 11 each time covered and therefore not visible. A foam cover 56 is attached to the sloping wall 54 (compare Fig. 7).

Tenslotte is in de onderste wand 42 respectievelijk 48 van het eerste respectievelijk het tweede verstelbare aangrijpelement 28 respectievelijk 30 telkens een langsgat 58 respectievelijk 60 gevormd. Op 25 vergelijkbare wijze is in de bovenste wand 46 respectievelijk 52 van het eerste respectievelijk het tweede verstelbare aangrijpelement 28 respectievelijk 30 telkens een langsgat 62 respectievelijk 64 gevormd (zie doorgesneden onderaanzicht van Fig. 11).Finally, in the lower wall 42 and 48 respectively of the first and second adjustable engaging element 28 and 30 respectively, a longitudinal hole 58 and 60 is formed. Similarly, a longitudinal hole 62 or 64 is formed in the upper wall 46 and 52 respectively of the first and second adjustable engaging elements 28 and 30 respectively (see cross-sectional bottom view of Fig. 11).

Zoals de zijaanzichten van Fig. 8 en 11 tonen, omvat de 30 spansluiting 24 een eerste kniehendel 66 en een tweede kniehendel 68. De 14 eerste kniehendel 66 wordt door een eerste hendel 70 en een tweede hendel 72 gevormd, die op een gemeenschappelijk lager 74 zijn gelagerd, waardoor een verbindingsscharnier, een zogenaamde ‘knie’ wordt gevormd. Het vrije uiteinde van de eerste hendel 70 is om een verticale as 76 zwenkbaar aan 5 het eerste verstelbare aangrijpelement 28 ingericht. De tweede hendel 72 is deel van een hoekhendel 78 die om een verticale as 80 zwenkbaar aan het eerste geleidingsdeel 36 van de behuizing 26 is ingericht. Het andere deel van de hoekhendel 78 wordt door een bedieningshendel 82 gevormd, die voor het openen en sluiten van de spansluiting 24 om de verticale as 80 kan 10 worden gezwenkt.As the side views of FIG. 8 and 11, the clamping fastener 24 comprises a first knee lever 66 and a second knee lever 68. The first knee lever 66 is formed by a first lever 70 and a second lever 72 which are mounted on a common bearing 74, whereby a connecting hinge , a so-called 'knee' is formed. The free end of the first handle 70 is arranged pivotably about a vertical axis 76 on the first adjustable engaging element 28. The second handle 72 is part of a corner handle 78 which is arranged pivotably about a vertical axis 80 on the first guide part 36 of the housing 26. The other part of the corner handle 78 is formed by an operating handle 82 which can be pivoted about the vertical axis 80 for opening and closing the clamping closure 24.

Zoals voorts is te zien in Fig. 8 en 11, wordt de tweede kniehendel 68 gevormd uit een eerste hendel 84 en een tweede hendel 86, die via een lager 88 scharnierbaar met elkaar zijn verbonden. De lagerpen 88 vormt zodoende het verbindingsscharnier respectievelijk ‘knie’ van de tweede 15 kniehendel 68. Het vrije uiteinde van de eerste hendel 84 is zwenkbaar om een verticale as 90 aan het tweede verstelbare aangrijpelement 30 ingericht. Een verbindingshendel 94 is met een uiteinde zwenkbaar op de lagerpen 74 van de eerste kniehendel 66 en met het andere uiteinde op de lagerpen 88 van de tweede kniehendel 68 gelagerd, waardoor de verbindingsscharnieren 20 van de beide kniehendels 66, 68 met elkaar zijn verbonden.As can furthermore be seen in FIG. 8 and 11, the second knee lever 68 is formed from a first lever 84 and a second lever 86, which are pivotally connected to each other via a bearing 88. The bearing pin 88 thus forms the connecting hinge or "knee" of the second knee lever 68. The free end of the first lever 84 is pivotally arranged about a vertical axis 90 on the second adjustable engagement element 30. A connecting handle 94 is pivotally supported at one end on the bearing pin 74 of the first knee lever 66 and with the other end on the bearing pin 88 of the second knee lever 68, whereby the connecting hinges 20 of the two knee levers 66, 68 are connected to each other.

Zoals is te zien in Fig. 8 en 11, is in het eerste geleidingsdeel 36 en het tweede geleidingsdeel 38 telkens een doorgaande verticale opening 96 respectievelijk 98 uitgevoerd, die coaxiaal met de verticale as 80 respectievelijk 92 is aangebracht. Doorheen deze openingen 96 en 98 25 kunnen bouten 100 worden gevoerd (zie Fig. 5 en Fig. 7), waarmee de spansluiting 24 aan de fietsmand 12 wordt bevestigd. Aan de onderzijde van de geleidingsdelen 36, 38 van de behuizing 26 zijn de opnemingen 20 voor de moeren 22 voorzien, die reeds in het kader van Fig. 3 werden beschreven. Door deze opbouw laat de spansluiting 24 zich gemakkelijk ‘van bovenaf 30 aan de onderzijde van de fietsmand 12 monteren, waarbij de bouten 100 van 15 bovenaf door het bijbehorende langsgat 18 in de bodem van de fietsmand 12 en door de openingen 96 en 98 in de behuizing 26 worden toegevoerd, en dan in de moeren 22 worden geschroefd, die draaivast in de opnemingen 20 zijn opgenomen. Daardoor wordt de montage en het justeren van de spansluiting 5 24 zeer eenvoudig en kan de montage worden uitgevoerd terwijl de fietsmand 12 op de bagagedrager 14 is gezet.As can be seen in FIG. 8 and 11, the first guide part 36 and the second guide part 38 each have a continuous vertical opening 96 and 98 respectively, which are arranged coaxially with the vertical axis 80 and 92, respectively. Bolts 100 can be passed through these openings 96 and 98 (see Fig. 5 and Fig. 7), with which the clamping fastener 24 is attached to the bicycle basket 12. Provided on the underside of the guide parts 36, 38 of the housing 26 are the receptacles 20 for the nuts 22, which are already within the scope of FIG. 3 were described. Due to this construction, the clamping fastener 24 can be easily mounted from above 30 to the underside of the bicycle basket 12, with the bolts 100 from above through the associated longitudinal hole 18 in the bottom of the bicycle basket 12 and through the openings 96 and 98 in the housing 26, and then screwed into the nuts 22, which are rotatably received in the receptacles 20. As a result, the assembly and adjustment of the tensioning fastener 24 becomes very simple and the assembly can be carried out while the bicycle basket 12 is placed on the luggage carrier 14.

In de bedieningshendel 82 kan een slot (niet getoond) zijn ingericht, waarmee deze in de gesloten toestand kan worden vergrendeld.A lock (not shown) can be arranged in the operating handle 82, with which it can be locked in the closed position.

Hierna wordt de werkwijze van het bevestigingssysteem 10 10 beschreven.The method of the mounting system 10 is described below.

Wanneer de fietsmand 12 met het bevestigingssysteem 10 aan de bagagedrager 14, zoals in Fig. 1 tot Fig. 3 getoond, dient te worden bevestigd, wordt eerst de spansluiting 24 in de geopende stand gebracht, zoals deze in Fig. 9 tot Fig. 11 is getoond. Daartoe wordt de 15 bedieningshendel 82 ‘opengezwenkt’, d.w.z. in de afbeelding van Fig. 9 en 11 wordt deze tegen de richting van de wijzers van de klok om de as 80 gezwenkt en daardoor van de bagagedrager 14 weggeklapt (vergelijk Fig. 1 tot 3). Zoals getoond in Fig. 11, zijn de kniehendels 66 en 68 in de geopende stand van de spansluiting 24 maximaal geknikt, zodat het eerste en het 20 tweede verstelbare aangrijpelement 28 respectievelijk 30 het verst in het eerste respectievelijk het tweede geleidingsdeel 36 respectievelijk 38 van de behuizing 26 zijn ingetrokken. In deze ingetrokken toestand van de verstelbare aangrijpelementen 28 en 30 laat zich de fietsmand 12 op de bagagedrager 14 zetten, waarbij de langsstangen 32 en 34 van de 25 bagagedrager 14 tussen de vaste aangrijpelementen 16 en de verstelbare aangrijpelementen 28 en 30 zijn ingericht. Bovendien ligt de langer uitgevoerde bovenste wand 46 respectievelijk 52 van het eerste respectievelijk tweede verstelbare aangrijpelement 28 respectievelijk 30 boven op de langsstang 34 van de bagagedrager 14.When the bicycle basket 12 with the mounting system 10 on the luggage carrier 14, as in FIG. 1 to FIG. 3, to be confirmed, the clamping closure 24 is first brought into the open position, as shown in FIG. 9 to FIG. 11 is shown. To this end, the operating handle 82 is "swiveled open", i.e. in the figure of FIG. 9 and 11, it is pivoted anti-clockwise about the axis 80 and thereby folded away from the luggage carrier 14 (cf. Figs. 1 to 3). As shown in FIG. 11, the knee levers 66 and 68 in the open position of the clamping closure 24 are maximally angled, so that the first and the second adjustable engaging element 28 and 30 are retracted furthest in the first and second guide parts 36 and 38 respectively of the housing 26. In this retracted state of the adjustable engaging elements 28 and 30, the bicycle basket 12 can be placed on the luggage carrier 14, wherein the longitudinal bars 32 and 34 of the luggage carrier 14 are arranged between the fixed engaging elements 16 and the adjustable engaging elements 28 and 30. Moreover, the longer upper wall 46 or 52 of the first and second adjustable engaging element 28 and 30 respectively is located on top of the longitudinal rod 34 of the luggage carrier 14.

1616

Daarna wordt de spansluiting 24 gesloten, waarin de bedieningshendel 82 naar de bagagedrager 14 toe is gezwenkt, d.w.z. in de afbeeldingen van Fig. 9 en Fig. 11 wordt deze in de richting van de wijzers van de klok om de verticale as 80 gezwenkt. Aangezien de bedieningshendel 5 82 uit een stuk met de tweede hendel 72 van de eerste kniehendel 66 is uitgevoerd, wordt door het verzwenken van de bedieningshendel 82 de tweede hendel 72 van de eerste kniehendel 66 in de afbeelding van Fig. 11 eveneens in de richting van de wijzers van de klok gedraaid. Daardoor wordt de eerste kniehendel 66 geleidelijk uit de geknikte stand van Fig. 11 10 opgericht respectievelijk gestrekt. Gelijktijdig wordt de tweede kniehendel 68 over de verbindingshendel 94 eveneens geleidelijk gestrekt. Daarbij werken op de verbindingshendel 94 bij de hier getoonde inrichting slechts trekkrachten, wat in het licht van de stabiliteit en de levensduur van het systeem 10 uiterst voordelig is.Thereafter, the tensioning closure 24 is closed, in which the operating handle 82 is pivoted towards the luggage carrier 14, i.e. in the figures of FIG. 9 and FIG. 11, it is pivoted about the vertical axis 80 in the clockwise direction. Since the operating handle 82 is made in one piece with the second handle 72 of the first knee handle 66, the second handle 72 of the first knee handle 66 is pivoted by pivoting the operating handle 82 in the illustration of FIG. 11 also rotated clockwise. As a result, the first knee lever 66 is gradually released from the buckled position of FIG. 11 10 established or extended. At the same time, the second knee lever 68 is also gradually extended over the connecting lever 94. Thereby only tensile forces act on the connecting handle 94 in the device shown here, which is extremely advantageous in light of the stability and the service life of the system 10.

15 Dat bij het sluiten van de spansluiting 24 slechts trekkrachten op de verbindingshendel 94 worden uitgeoefend, komt doordat het verbindingsscharnier van de eerste kniehendel 66 (d.w.z. de lagerpen 74) in geopende toestand van de spansluiting 24 is ingericht op de naar de tweede kniehendel 68 toegerichte zijde van een verbindingslijn 102, die tussen het 20 vrije einde van de eerste kniehendel 66, d.w.z. tussen de verticale assen 76 en 78 verloopt.The fact that only tensile forces are exerted on the connecting lever 94 when closing the clamping closure 24 is because the connecting hinge of the first knee lever 66 (ie the bearing pin 74) in the open condition of the clamping closure 24 is adapted to the direction directed towards the second knee lever 68. side of a connecting line 102 extending between the free end of the first knee lever 66, ie between the vertical axes 76 and 78.

Door het oprichten van de kniehendels 66 en 68 worden het eerste en het tweede verstelbare aangrijpelement 28, 30 uit de behuizing 26 van de spansluiting 24 in de richting van de tweede langsstang 34 van de 25 bagagedrager 14 geschoven. Daarbij glijden de verlengde bovenste wanden 46 respectievelijk 52 bovenlangs de tweede langsstang 34 tot de hellende wand 54 met de daarop bevestigde schuimstofbekleding 56 bij de tweede langsstang 34 aankomt. Bij verder naar voren schuiven van de verstelbare aangrijpelementen 28, 30 wordt de schuimstofbekleding 56 bijeengedrukt en 30 tegelijk wordt de tweede langsstang 34 in de scherpe hoek tussen de 17 bovenste wand 46 respectievelijk 52 en de hellende wand 54 gèdwongen. De bovenste wand 46 respectievelijk 52 en de hellende wand 54 vormen een contactvlak met een hoek. Er wordt opgemerkt dat de vaste aangrijpelementen 16 eveneens een contactvlak met een hoek vormen (zie 5 Fig. 1) die is opgebouwd zoals die van de verstelbare contactelementen 28, 30.By raising the knee levers 66 and 68, the first and the second adjustable engaging element 28, 30 are slid out of the housing 26 of the clamping closure 24 in the direction of the second longitudinal rod 34 of the luggage carrier 14. The extended upper walls 46 and 52, respectively, slide along the second longitudinal rod 34 until the sloping wall 54 with the foam covering 56 attached thereto arrives at the second longitudinal rod 34. When the adjustable engaging elements 28, 30 are further advanced, the foam covering 56 is compressed and at the same time the second longitudinal rod 34 is forced into the acute angle between the 17 upper wall 46 and 52 and the inclined wall 54, respectively. The upper wall 46 and 52, respectively, and the sloping wall 54 form a contact surface with an angle. It is noted that the fixed engaging elements 16 also form a contact surface with an angle (see Fig. 1) which is constructed like that of the adjustable contact elements 28, 30.

Het contactvlak met een hoek heeft het bijzondere voordeel dat de langsstangen 32 en 34 onafhankelijk van hun doorsnede in de hoek tussen de contactvlakdelen worden gedwongen, zo dat de aangrijpelementen 16, 28 10 en 30 telkens betrouwbaar aan de langsstangen 32, 34 aangrijpen. Om dit te verduidelijken, zijn in Fig. 7 bij wijze van voorbeeld twee stangen 34’ en 34” met sterk verschillende diameter ingetekend. In beide gevallen wordt de stang 34’ respectievelijk 34” door het naar voren schuiven van het verstelbare aangrijpelement in de hoek tussen de bovenste wand 46 15 respectievelijk 52 enerzijds en de hellende wand 54 anderzijds gedwongen. Daarbij vormt de hellende wand 54 op grond van de scherpe hoek met de bovenste wand 46, 52 een achterscheiding die het afhemen van de fietsmand 12 van de bagagedrager 14 naar boven toe tegengaat.The contact surface with an angle has the special advantage that the longitudinal rods 32 and 34 are forced into the angle between the contact surface parts irrespective of their cross-section, so that the engaging elements 16, 28 10 and 30 each time reliably engage the longitudinal rods 32, 34. To clarify this, FIG. 7, for example, two rods 34 "and 34" with strongly different diameters are drawn. In both cases, the rods 34 'and 34' respectively are forced by sliding the adjustable engagement element forward in the angle between the upper wall 46 and 52, on the one hand, and the inclined wall 54, on the other hand. The inclined wall 54 thereby forms a rear partition on account of the acute angle with the upper wall 46, 52, which prevents the removal of the bicycle basket 12 from the luggage carrier 14 upwards.

Er wordt opgemerkt dat het verbindingsscharnier (de lagerpen 74) 20 van de eerste kniehendel 66 in gesloten toestand van Fig. 8 de verbindingslijn 102 tussen de verticale assen 76 en 80 reeds heeft gekruist. Dat betekent dat de spansluiting 24 bij het sluiten in de gesloten stand van Fig. 8 reeds een dood punt met maximale spankracht overwonnen heeft, waarbij de verstelbare aangrijpelementen het verst uit de behuizing 26 zijn 25 uitgeschoven, en daardoor door de spankracht in de gesloten stand van Fig.It is noted that the connecting hinge (the bearing pin 74) of the first knee lever 66 in the closed state of FIG. 8 has already crossed the connecting line 102 between the vertical axes 76 and 80. This means that the clamping closure 24 when closing in the closed position of FIG. 8 has already overcome a dead point with maximum clamping force, wherein the adjustable engaging elements have been pushed farthest out of the housing 26, and thereby through the clamping force in the closed position of FIG.

4 tot 8 wordt gehouden. In gesloten toestand wordt op de bedieningshendel 82 slechts een gering draaimoment in de sluitrichting uitgeoefend, de bedieningshendel 82 is nagenoeg krachtenvrij. Aan het vrije einde van de bedieningshendel 82 is een stopneus 104 ingericht (zie in het bijzonder Fig.4 to 8. In the closed position, only a slight torque is exerted on the operating handle 82 in the closing direction, the operating handle 82 being practically force-free. A stop nose 104 is arranged at the free end of the operating handle 82 (see in particular FIG.

18 10) die in gesloten toestand van de bedieningshendel 82 aan de behuizing 26 klikt.18 10) which clicks into the housing 26 in the closed position of the operating handle 82.

De hierboven onder verwijzing naar Fig. 1 tot 11 beschreven spansluiting 24 heeft zich als bijzonder voordelig bewezen. Echter in het 5 kader van de uitvinding is een veelvoud aan wijzigingen aan de spansluiting 24 mogelijk. Hierna worden onder verwijzing naar Fig. 12 tot 35 verdere basisstructuren voor een spansluiting besproken, die eveneens voor het systeem 10 kunnen worden gebruikt. Daarbij worden delen, die met delen uit de hierboven beschreven spansluiting overeenkomen, met gelijke 10 verwijzingscijfers aangeduid.The above with reference to FIG. 1 to 11, the clamping closure 24 described has proven to be particularly advantageous. However, in the context of the invention, a plurality of changes to the clamping closure 24 is possible. Hereinafter, with reference to FIG. 12 to 35 further basic structures for a clamping closure discussed, which can also be used for the system 10. Parts corresponding to parts from the clamping closure described above are herein designated with the same reference numerals.

Tweede uitvoeringsvoorbeeld:Second embodiment:

Fig. 12 en 13 tonen een alternatieve spansluiting 106. De 15 spansluiting 106 heeft een verstelbaar aangrijpelement 28 en een tweede verstelbaar aangrijpelement 30, die door het inklappen van een bedieningshendel 82 naar een langsstang 34 van een bagagedrager worden toebewogen. De bedieningshendel 82 is zwenkbaar om een lager 108 aan een behuizing (niet getoond) van de spansluiting 106 ingericht. Het eerste en 20 het tweede verstelbare aangrijpelement 28 en 30 zijn aan een gemeenschappelijke drager 110 aangebracht. Aan de bedieningshendel 82 is voorts een pen 112 bevestigd, die in een horizontaal langsgat 114 in de gemeenschappelijke drager 110 aangrijpt. Voorts zijn in de drager 110 twee verticale langsgaten 116 uitgevoerd die als verticale geleiding dienen. De 25 pen 108 grijpt in het linker verticale langsgat 116 aan, een in het rechter langsgat 116 aangrijpend geleidingselement is niet getoond.FIG. 12 and 13 show an alternative clamping fastener 106. The clamping fastener 106 has an adjustable engaging element 28 and a second adjustable engaging element 30, which are moved towards a longitudinal rod 34 of a luggage carrier by collapsing an operating handle 82. The operating handle 82 is pivotally arranged about a bearing 108 on a housing (not shown) of the clamping closure 106. The first and the second adjustable engaging elements 28 and 30 are arranged on a common carrier 110. A pin 112 is furthermore attached to the operating handle 82, which pin engages in a horizontal longitudinal hole 114 in the common carrier 110. Furthermore, two vertical longitudinal holes 116 are provided in the carrier 110 which serve as vertical guidance. The pin 108 engages in the left vertical longitudinal hole 116, a guide element engaging in the right longitudinal hole 116 is not shown.

Als de bedieningshendel 82 van Fig. 12 met de wijzers van de klok mee naar de bagagedragerstang 34 wordt toegeklapt, wordt de gemeenschappelijke drager 110 met de beide daaraan uitgevoerde 30 verstelbare aangrijpelementen 28 en 30 naar de bagagedragerstang 34 19 toebewogen, tot deze tenslotte aan de bagagedragerstang 34 aangrijpen (zie Fig. 13).If the operating handle 82 of FIG. 12 is pivoted clockwise to the luggage carrier bar 34, the common carrier 110 with the two adjustable engaging elements 28 and 30 arranged thereon is moved towards the luggage carrier rod 34 until they finally engage the luggage carrier rod 34 (see FIG. 13).

Derde uitvoeringsvoorbeeld: 5Third exemplary embodiment: 5

In Fig. 14 en 15 is een verdere spansluiting 118 getoond, waarbij het eerste en het tweede verstelbare aangrijpelement 28, 30 eveneens aan een gemeenschappelijke drager 120 zijn uitgevoerd. Een bedieningshendel 82 is over een lagerpen 122 aan een sluitingsbehuizing (niet getoond) 10 gelagerd. De lagerpen 122 is doorheen een verticaal langsgat 124 in de drager 120 gevoerd, die als verticale geleiding dient. Een verdere hendel 126 is over een lagerpen 128 zwenkbaar met de sluitingsbehuizing (niet getoond) gelagerd. Aan de hendel 126 is een stift 130 bevestigd, die in een gekromd langsgat 132 aangrijpt, dat in de bedieningshendel 82 is uitgevoerd. Voorts 15 zijn aan de bedieningshendel 82 en de hendel 126 pennen 133 bevestigd die in de bijbehorende langsgaten 136 van de drager 120 aangrijpen.In FIG. 14 and 15, a further clamping closure 118 is shown, wherein the first and the second adjustable engaging element 28, 30 are also designed on a common carrier 120. An operating handle 82 is journalled over a bearing pin 122 on a closure housing (not shown). The bearing pin 122 is passed through a vertical longitudinal hole 124 in the carrier 120, which serves as a vertical guide. A further handle 126 is pivotably mounted over a bearing pin 128 with the closure housing (not shown). Attached to the handle 126 is a pin 130 which engages a curved longitudinal hole 132 which is made in the operating handle 82. Furthermore, pins 133 are attached to the operating handle 82 and the handle 126 and engage in the corresponding longitudinal holes 136 of the carrier 120.

Als de bedieningshendel 82 van Fig. 14 in de richting van de klok wordt toegeklapt, wordt tegelijkertijd de hendel 126 om de lagerpen 128 tegen de richting van de wijzers van de klok in gezwenkt, waarbij de pen 20 130 in het gekromde langsgat 132 loopt. Gelijktijdig wordt de gemeenschappelijke drager 120 over de pennen 133 meegenomen en naar de bagagedragerstang 34 toebewogen, tot de verstelbare aangrijpelementen 28 en 30 in de in Fig. 15 getoonde gesloten stand aan de bagagedragerstang 34 aangrijpen.If the operating handle 82 of FIG. 14 is folded in the clockwise direction, the handle 126 is simultaneously pivoted about the bearing pin 128 in an anti-clockwise direction, the pin 130 running in the curved longitudinal hole 132. At the same time, the common carrier 120 is carried along the pins 133 and moved to the luggage carrier bar 34, up to the adjustable engaging elements 28 and 30 in the positions shown in FIG. 15 engage the luggage carrier rod 34 as shown.

2525

Vierde uitvoeringsvoorbeeld:Fourth embodiment:

In Fig. 16 en 17 is een verdere spansluiting 134 getoond. De spansluiting 134 omvat een bedieningshendel 82, die met een lagerpen 136 30 aan een behuizing (niet getoond) van de sluiting is ingericht. De lagerpen 20 136 is doorheen een verticaal langsgat 138 gevoerd, dat in een eerste verstelbaar aangrijpelement 28 is uitgevoerd. Een verdere hendel 140 is met een lagerpen 142 zwenkbaar aan de behuizing (niet getoond) van de sluiting ingericht. Aan de hendel 140 is voorts een pen 144 bevestigd die in een 5 langsgat 146 aangrijpt, dat in de bedieningshendel 82 is uitgevoerd. Aan de bedieningshendel 82 en de hendel 140 is telkens een pen 148 bevestigd, die in een bijbehorend horizontaal langsgat 150 aangrijpt, dat in het eerste respectievelijk het tweede verstelbare aangrijpelement 28, 30 is uitgevoerd.In FIG. 16 and 17, a further clamp closure 134 is shown. The clamp closure 134 comprises an operating handle 82, which is arranged with a bearing pin 136 on a housing (not shown) of the closure. The bearing pin 136 is passed through a vertical longitudinal hole 138, which is designed in a first adjustable engaging element 28. A further handle 140 is pivotally arranged with a bearing pin 142 on the housing (not shown) of the closure. A pin 144 is furthermore attached to the handle 140, which pin engages in a longitudinal hole 146 which is made in the operating handle 82. Attached to the operating handle 82 and the handle 140 is in each case a pin 148 which engages in a corresponding horizontal longitudinal hole 150, which is designed in the first and the second adjustable engaging element 28, 30, respectively.

Om de sluiting 134 te sluiten wordt de bedieningshendel 82 uit de 10 in Fig. 16 getoonde geopende stand om de lagerpen 136 in de richting van de wijzers van de klok gezwenkt. Gelijktijdig wordt de hendel 140 om de lagerpen 142 tegen de richting van de wijzers van de klok in gezwenkt en in de richting van de bagagedragerstang 34 geklapt, waarbij de pen 144 in het langsgat 146 van de bedieningshendel 82 glijdt. Daarbij worden het eerste 15 en het tweede verstelbare aangrijpelement 28, 30 van de pennen 148 meegenomen en in de richting van de bagagedragerstang 34 bewogen, waarbij ze verticaal doorheen de langsgaten 138 worden geleid. Wanneer de bedieningshendel 82 volledig naar de bagagedragerstang 34 toe is geklapt, grijpen het eerste en het tweede verstelbare aangrijpelement 28, 30 aan de 20 bagagedragerstang 34 aan (vergelijk Fig. 17).To close the closure 134, the operating handle 82 from the 10 in FIG. 16 is pivoted about the bearing pin 136 in the clockwise direction. At the same time, the lever 140 is pivoted about the bearing pin 142 in an anti-clockwise direction and is pivoted in the direction of the luggage carrier bar 34, the pin 144 sliding into the longitudinal hole 146 of the operating handle 82. The first 15 and the second adjustable engaging element 28, 30 of the pins 148 are thereby taken along and moved in the direction of the luggage carrier bar 34, whereby they are guided vertically through the longitudinal holes 138. When the operating handle 82 is fully folded towards the luggage carrier bar 34, the first and the second adjustable engaging element 28, 30 engage the luggage carrier bar 34 (compare Fig. 17).

Vijfde uitvoeringsvoorbeeld:Fifth exemplary embodiment:

In Fig. 18 en 19 wordt een verdere spansluiting 152 getoond. De 25 spansluiting 152 omvat een bedieningshendel 82, die met een lagerpen 154 zwenkbaar aan de behuizing (niet getoond) van de sluiting is bevestigd. Aan de bedieningshendel 82 is voorts een eerste verstelbaar aangrijpelement 28 uitgevoerd. Een verdere hendel 156 is met een lagerpen 158 aan de behuizing (niet getoond) van de sluiting 152 ingericht. De hendel 156 heeft 30 een langsgat 160 waarin een aan de bedieningshendel 82 bevestigde pen 162 21 aangrijpt. Een tweede verstelbaar aangrijpelement 30 is aan de hendel 156 uitgevoerd.In FIG. 18 and 19, a further clamping closure 152 is shown. The clamping closure 152 comprises an operating handle 82 which is pivotally attached to the housing (not shown) of the closure with a bearing pin 154. A first adjustable engaging element 28 is furthermore provided on the operating handle 82. A further handle 156 is provided with a bearing pin 158 on the housing (not shown) of the closure 152. The handle 156 has a longitudinal hole 160 in which a pin 162 21 secured to the operating handle 82 engages. A second adjustable engaging element 30 is formed on the handle 156.

Als de bedieningshendel 82 uit de in Fig. 18 geopende stand in de richting van de wijzers van de klok om de lagerpen 154 naar de 5 bagagedragerstang 34 toe wordt geklapt, beweegt het eerste verstelbare aangrijpelement 28 als gevolg van de zwenkbeweging naar de bagagedragerstang 34 toe. Gelijktijdig wordt de andere hendel 156 door de pen 162, die in het langsgat 160 loopt, meegenomen en tegen de richting van de wijzers van de klok in gezwenkt, waarbij het tweede verstelbare 10 aangrijpelement 30 naar de bagagedragerstang 34 toe wordt gezwenkt, tot het eerste en het tweede aangrijpelement 28, 30 in de in Fig. 19 getoonde gesloten toestand aan de bagagedragerstang 34 aangrijpen.If the operating handle 82 from the position shown in FIG. When the position is opened in the clockwise direction around the bearing pin 154 towards the luggage carrier bar 34, the first adjustable engaging element 28 moves towards the luggage carrier bar 34 as a result of the pivoting movement. At the same time, the other handle 156 is carried by the pin 162, which runs into the longitudinal hole 160, and is swiveled in an anti-clockwise direction, the second adjustable engagement element 30 being pivoted towards the luggage carrier bar 34, towards the first and the second engagement element 28, 30 in the position shown in FIG. 19 engage the luggage carrier bar 34 as shown.

Zesde uitvoeringsvoorbeeld: 15Sixth embodiment: 15

In Fig. 20 en 21 is een verder uitvoeringsvoorbeeld van een bevestigingssysteem 10 getoond, dat een spansluiting 164 omvat. De spansluiting 164 is zwenkbaar om een verticale as 166 aan de fietsmand 12 bevestigd. De spansluiting 164 omvat een bedieningshendel 82 en een enkel 20 verstelbaar aangrijpelement 28, waarvan aan de rand respectievelijk het omtreksvlak een van een V-vormig profiel voorzien contactvlak 168 met een hoek is uitgevoerd. De radiale afstand van het contactvlak tot de vertical as 166 varieert in omtreksrichting. In de in Fig. 21 getoonde geopende stand staat tegenover de tweede stang 34 een deel van het contactvlak 168 met 25 een hoek, dat een geringe radiale afstand van de verticale as 166 heeft.In FIG. 20 and 21, a further exemplary embodiment of a fastening system 10 is shown, which comprises a clamping closure 164. The clamping closure 164 is pivotally attached to the bicycle basket 12 about a vertical axis 166. The clamping closure 164 comprises an operating handle 82 and a single adjustable engaging element 28, of which a contact surface 168 with a V-shaped profile is provided with an angle on the edge or the peripheral surface respectively. The radial distance from the contact surface to the vertical axis 166 varies in the circumferential direction. In the embodiment shown in FIG. The open position shown in Fig. 21 is opposite the second rod 34 a part of the contact surface 168 with an angle having a small radial distance from the vertical axis 166.

Als de bedieningshendel 82 uitgaand van deze geopende stand tegen de richting van de wijzers van de klok in wordt gezwenkt, dan neemt de radiale afstand van het tegenover de stang 34 liggende deel van het contactvlak 168 met een hoek ten opzichte van de verticale as 166 30 geleidelijk toe, d.w.z. het contactvlak 168 wordt naar de tweede stang 34 toe 22 bewogen, tot deze vast aan de tweede stang 34 aanligt en de bagagedrager 14 tussen het beweegbare aangrijpelement 28 en de beide vaste aangrijpelementen 16 is ingespannen. Kort voor het bereiken van de in Fig. 20 getoonde gesloten stand doorloopt de spansluiting 164 een dood punt met 5 maximale spanning, d.w.z. een stand waarin het aan de tweede stang 34 aangrijpende deel van het contactvlak 168 met een hoek de maximale radiale afstand van de verticale as 166 heeft.If the operating handle 82 is pivoted in an anticlockwise direction starting from this opened position, the radial distance of the part of the contact surface 168 opposite the rod 34 decreases with an angle with respect to the vertical axis 166. gradually, that is, the contact surface 168 is moved towards the second rod 34 until it abuts firmly against the second rod 34 and the luggage carrier 14 is clamped between the movable engaging element 28 and the two fixed engaging elements 16. Shortly before reaching the position shown in FIG. 20, the clamping closure 164 passes through a dead point with maximum tension, i.e. a position in which the part of the contact surface 168 engaging the second rod 34 has the maximum radial distance of the vertical axis 166 at an angle.

Het in Fig. 20 en 21 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van het bevestigingssysteem vormt slechts drie aangrijppunten met de 10 bagagedrager 14. Dit kan bij lichte bagagestukken gewoonlijk voldoende zijn om het betrouwbaar vasthouden van het bagagestuk op de bagagedrager te waarborgen.The embodiment shown in FIG. The embodiment of the fastening system shown in Figs. 20 and 21 forms only three points of engagement with the luggage carrier 14. This can usually be sufficient for light luggage pieces to ensure reliable holding of the luggage piece on the luggage carrier.

Zevende uitvoeringsvoorbeeld: 15Seventh embodiment: 15

In Fig. 22 en 23 wordt een verdere spansluiting 170 in een perspektivisch bovenaanzicht getoond. De spansluiting 170 omvat een drager 172, waaraan een eerste en een tweede aangrijpelement 28, 30 zijn ingericht. De aangrijpelementen 28, 30 hebben vergelijkbaar met die van de 20 spansluiting 24 van Fig. 4 tot 11 een contactvlak met een hoek dat uit een verlengde bovenste wand 174 en een hellend vlak 176 is gevormd, die met elkaar een hoek van minder dan 90° vormen. Op elk hellend vlak 176 is een schuimstofbekleding 178 bevestigd.In FIG. 22 and 23, a further clamping closure 170 is shown in a perspective top view. The clamping closure 170 comprises a carrier 172, on which a first and a second engaging element 28, 30 are arranged. The engaging elements 28, 30 have comparable to those of the clamping closure 24 of FIG. 4 to 11, a contact surface with an angle formed from an extended upper wall 174 and an inclined surface 176, which together form an angle of less than 90 °. A foam covering 178 is attached to each sloping surface 176.

De spansluiting 170 omvat voorts een L-vormige bedieningshendel 25 82, die zwenkbaar om een verticale as 180 aan de behuizing (niet getoond) van de spansluiting 170 is gelagerd. Het korte deel van de L-vormige bedieningshendel 82 grijpt in een holte van de drager 172 aan en is in Fig. 22 en Fig. 23 derhalve voor het grootste deel bedekt. Vanaf het korte deel van de L-vormige bedieningshendel 82 is een pen 182 naar boven gericht, 23 die in een langsgat 184 in de drager 172 aangrijpt, dat dwars op de spanrichting (pijl 188 in Fig. 23) is ingericht.The clamping closure 170 further comprises an L-shaped operating handle 82, which is pivotally mounted about a vertical axis 180 on the housing (not shown) of the clamping closure 170. The short portion of the L-shaped operating handle 82 engages a cavity of the carrier 172 and is shown in FIG. 22 and FIG. 23 is therefore covered for the most part. From the short part of the L-shaped operating handle 82 a pin 182 is directed upwards, 23 which engages in a longitudinal hole 184 in the carrier 172, which is arranged transversely of the tensioning direction (arrow 188 in Fig. 23).

Aan de bovenzijde van de drager 172 zijn twee geleidingsbanen 186 uitgevoerd. In gemonteerde toestand van de spansluiting 170 bevindt zich 5 tussen de beide geleidingsbanen 186 een langwerpige geleidingsplaat of een geleidingsrail (niet getoond) die aan de onderzijde van het bagagestuk 12 is gemonteerd.Two guide tracks 186 are formed on the top of the support 172. In the mounted state of the clamping closure 170 there is an elongated guide plate or a guide rail (not shown) mounted between the two guide tracks 186 and mounted on the underside of the piece of luggage 12.

Wanneer de bedieningshendel 82 uit de in Fig. 23 getoonde geopende stand in de richting van de wijzers van de klok om de verticale as 10 180 wordt gezwenkt, wordt de drager 172 door de pen 182 meegenomen en door de geleiding van de geleidingsbanen 186 in de richting van de pijl 188 geschoven (zie Fig. 23). Deze beweging wordt door een lagerpen 190, die verticaal van het hoekdeel van de L-vormige bedieningshendel 82 afstaat, niet belemmert omdat deze door een langsgat 192 wordt geleid dat parallel 15 aan de spanrichting is aangebracht.When the operating handle 82 from the position shown in FIG. 23 is pivoted in the clockwise direction about the vertical axis 180, the carrier 172 is carried along by the pin 182 and is slid by the guide of the guide tracks 186 in the direction of the arrow 188 (see FIG. 23). This movement is not impeded by a bearing pin 190, which is vertically removed from the corner part of the L-shaped operating handle 82, because it is guided through a longitudinal hole 192 which is arranged parallel to the tensioning direction.

De L-vormige bedieningshendel 82 kan zo lang in de richting van de wijzers van de klok worden gezwenkt, tot de pen 182 tegen het andere einde van het langsgat 184 stoot (zie Fig. 22). In de gesloten toestand van Fig. 22 heeft de pen 182 het hoogste punt van zijn cirkelvormige baan, ten 20 opzichte van de spanrichting 188, d.w.z. een dood punt met maximale spankracht, reeds overwonnen. Zodoende wordt de L-vormige bedieningshendel 82 door de spankracht in de gesloten toestand van Fig. 22 gehouden.The L-shaped operating handle 82 can be pivoted in the clockwise direction until the pin 182 abuts the other end of the longitudinal hole 184 (see Fig. 22). In the closed state of FIG. 22, the pin 182 has already overcome the highest point of its circular path relative to the tensioning direction 188, i.e. a dead point with maximum tensioning force. Thus, the L-shaped operating handle 82 is engaged by the tensioning force in the closed state of FIG. 22 held.

25 Achtste uitvoeringsvoorbeeld25 Eighth embodiment

In Fig. 24 en 25 is een verdere spansluiting 194 in een perspektivisch onderaanzicht getoond. De spansluiting omvat een drager 196, waaraan een eerste en een tweede aangrijpelement 28, 30 is ingericht. 30 De aangrijpelementen 28, 30 zijn vergelijkbaar uitgevoerd als die van Fig.In FIG. 24 and 25, a further clamping closure 194 is shown in a perspective bottom view. The clamping closure comprises a carrier 196, on which a first and a second engaging element 28, 30 is arranged. The engaging elements 28, 30 are designed similar to those of Figs.

24 22 en 23, met een contactvlak met een hoek tussen een bovenste wand 198 en een hellende wand 200.24, 22 and 23, with a contact surface with an angle between an upper wall 198 and an inclined wall 200.

De spansluiting 194 omvat een houder 202, die aan de onderzijde van het bagagestuk 12 (niet getoond) te bevestigen is. Een bedieningshendel 5 82 met een L-vormig profiel is zwenkbaar om een horizontale as 204 aan de houder 202 gelagerd. De drager 196 is met een U-vormig verbindingsstuk aan het korte deel 208 van de L-vormige bedieningshendel 82 ingericht.The clamping closure 194 comprises a holder 202, which can be attached to the underside of the piece of luggage 12 (not shown). An operating handle 82 with an L-shaped profile is pivotally mounted on the holder 202 about a horizontal axis 204. The carrier 196 is arranged with a U-shaped connecting piece on the short part 208 of the L-shaped operating handle 82.

In Fig. 24 is de spansluiting 194 in de geopende stand getoond, waarin het lange deel 210 van de (in profiel) L-vormige bedieningshendel 82 10 horizontaal is ingericht. Als het lange deel 210 uit deze geopende stand om de horizontale as 204 naar onder wordt geklapt, wordt de drager 196 met de daaraan verbonden aangrijpelementen 28, 30 in richting van de pijl 212 versteld, om aan een bagagedragerstang (niet getoond) aan te grijpen.In FIG. 24, the clamping closure 194 is shown in the open position, in which the long part 210 of the (in profile) L-shaped operating handle 82 is arranged horizontally. When the long part 210 from this open position is folded downwards about the horizontal axis 204, the carrier 196 with the engaging elements 28, 30 connected thereto is adjusted in the direction of the arrow 212 to engage a luggage carrier bar (not shown) .

In de in Fig. 25 getoonde gesloten stand van de spansluiting 194 15 wijst het lange deel 210 van de L-vormige bedieningshendel 82 naar onder. Er is opnieuw in een aanslag (niet getoond) voorzien, die de zwenk-respectievelijk klapbeweging van de bedieningshendel 82 kort na het passeren van een dood punt begrenst.In the embodiment shown in FIG. The closed position of the clamping closure 194 shown in Fig. 25 points the long part 210 of the L-shaped operating handle 82 downwards. Again, a stop (not shown) is provided which limits the pivoting or folding movement of the operating handle 82 shortly after passing a dead center.

Er wordt op gewezen dat de spansluiting 194 van Fig. 24 en 25 en 20 de spansluiting 170 van Fig. 22 en 23 in hun basisprincipe zeer vergelijkbaar zijn, met het hoofdonderscheid dat bij de spansluiting 194 de zwenkas 204 horizontaal is.It is to be noted that the clamping closure 194 of FIG. 24 and 25 and 20 the clamp closure 170 of FIG. 22 and 23 are very similar in their basic principle, with the main distinction that with the clamping closure 194 the pivot axis 204 is horizontal.

Negende uitvoeringsvoorbeeld 25Ninth exemplary embodiment 25

In Fig. 26, Fig. 27 en Fig. 28 is een verdere spansluiting 214 getoond. De spansluiting 214 omvat een drager 216 waaraan een eerste en een tweede aangrijpelement 28, 30 is aangebracht. De aangrijpelementen 28, 30 worden door schuimstofblokken gevormd, waaraan aan in 30 spanrichting verlopende uiteinden telkens een V-vormige kerf 218 is 25 uitgevoerd, die een alternatieve uitvoeringsvorm van een aangrijpvlak met een hoek voorstelt.In FIG. 26, FIG. 27 and FIG. 28, a further clamping closure 214 is shown. The clamping closure 214 comprises a support 216 on which a first and a second engaging element 28, 30 is arranged. The engaging elements 28, 30 are formed by foam blocks, on which a V-shaped notch 218 is formed at each end running in the direction of tension, which represents an alternative embodiment of an engaging surface with an angle.

De spansluiting 214 omvat voorts een kniehendel 220, die gevormd wordt door een stelschroef 222 en een kort deel 224 van een hoekhendel 226.The clamping closure 214 further comprises a knee lever 220, which is formed by a set screw 222 and a short part 224 of a corner handle 226.

5 De stelschroef 222 en het korte deel 224 van de hoekhendel 226 zijn zwenkbaar om een verticale as 228 (zie Fig. 28, Fig. 29) met elkaar verbonden met een verbindingsscharnier. Het andere einde van de stelschroef 222 is zwenkbaar om een verticale as 230 aan de drager 216 ingericht. De hoekhendel 226 is zwenkbaar om een verticale as 232 10 verbonden met de behuizing (niet getoond) van de spansluiting 214 (en zodoende aan het bagagestuk (niet getoond)). Het lange deel van de hoekhendel 226 vormt een bedieningshendel 82. Tenslotte omvat de spansluiting 214 een verdere hendel 234, die met een uiteinde eveneens zwenkbaar om de verticale as 230 met de drager 216 is verbonden, en die 15 met het andere uiteinde zwenkbaar om een verticale as 236 aan de behuizing (niet getoond) van de spansluiting is ingericht.The set screw 222 and the short part 224 of the corner handle 226 are pivotally connected about a vertical axis 228 (see Fig. 28, Fig. 29) with a connecting hinge. The other end of the set screw 222 is pivotally arranged about a vertical axis 230 on the carrier 216. The corner handle 226 is pivotally connected about a vertical axis 232 to the housing (not shown) of the clamping closure 214 (and thus to the piece of luggage (not shown)). The long part of the corner handle 226 forms an operating handle 82. Finally, the clamping closure 214 comprises a further handle 234, which with one end is also pivotally connected to the carrier 216 about the vertical axis 230, and which is pivotable with the other end about a vertical axis 236 on the housing (not shown) of the clamp closure.

Hierna wordt onder verwijzing naar Fig. 27 en Fig. 28 de werkwijze van de spansluiting 214 besproken. In Fig. 28 is de spansluiting 214 in de geopende stand getoond. Zoals hierboven vermeld, komen de verticale assen 20 232 en 236 overeen met de lagerassen aan een behuizing (niet getoond) van de spansluiting 214, die ten opzichte van het bagagestuk waaraan de spansluiting 214 is te monteren, positievast zijn. Zodoende zijn de verticale assen 232 en 236 in de afbeelding van Fig. 27 en Fig. 28 ‘vaste punten’ van de beweging.Hereinafter, with reference to FIG. 27 and FIG. 28 discusses the method of the clamping closure 214. In FIG. 28, the clamping closure 214 is shown in the open position. As mentioned above, the vertical shafts 232 and 236 correspond to the bearing shafts on a housing (not shown) of the clamping closure 214, which are position-stable with respect to the piece of luggage to which the clamping closure 214 can be mounted. Thus, the vertical axes 232 and 236 in the illustration of FIG. 27 and FIG. 28 "fixed points" of the movement.

25 Als het bedieningselement 82 uit de geopende stand van Fig. 28 in de richting van de wijzers van de klok om de verticale as 232 wordt gezwenkt, dan begint de kniehendel 220, die wordt gevormd door de hendel 224 en de stelschroef 222, zich op te richten respectievelijk te strekken. Dit gebeurt onder geleiding van de hendel 232 en heeft tot gevolg dat de drager 30 216 naar de tweede stang 34 van de bagagedrager 14 toe wordt bewogen. Er 26 wordt opgemerkt dat de baan van de verticale as 230 door de hendel 234 wordt bepaald en derhalve in het bovenaanzicht van Fig. 27 en Fig. 28 een cirkelvormige baan 238 om de verticale as 236 beschrijft. Aangezien de hendel 234 echter verhoudingsgewijs lang is, is de straal van de 5 cirkelvormige baan als gevolg verhoudingsgewijs groot, en is deze cirkelvormige baan slechts zwak gekromd, zodat de drager 216 bij benadering rechtlijnig naar de bagagedragerstang 34 toe wordt bewogen.When the operating element 82 from the open position of FIG. 28 is pivoted about the vertical axis 232 in the clockwise direction, then the knee lever 220, which is formed by the lever 224 and the set screw 222, begins to raise or extend. This is done under the guidance of the handle 232 and has the result that the carrier 216 is moved towards the second rod 34 of the luggage carrier 14. It is noted that the path of the vertical axis 230 is determined by the handle 234 and therefore in the plan view of FIG. 27 and FIG. 28 describes a circular path 238 about the vertical axis 236. However, since the handle 234 is relatively long, the radius of the circular path is relatively large as a result, and this circular path is only slightly curved, so that the carrier 216 is moved approximately linearly toward the luggage carrier bar 34.

In Fig. 27 is de spansluiting 214 in gesloten toestand getoond. Er wordt opgemerkt dat de kniehendel 220 in de gesloten toestand is 10 omgeklapt, d.w.z. een dood punt met maximale spanning heeft overwonnen. Doordat de als schuimstofblokken uitgevoerde aangrijpelementen 28, 30 nageven, laat zich een dergelijk dood punt goed realiseren. Er wordt verder opgemerkt dat de stelschroef 222, die een hefboomarm van de kniehendel 220 vormt, in de effectieve lengte verstelbaar is. Daardoor kan de 15 spankracht van de spansluiting 214 gemakkelijk en zeer precies worden ingesteld.In FIG. 27 the clamping closure 214 is shown in the closed state. It is noted that the knee lever 220 is flipped in the closed state, i.e. has overcome a dead point with maximum tension. Because the gripping elements 28, 30 designed as foam blocks give an impression, such a dead point can be realized well. It is further noted that the set screw 222, which forms a lever arm of the knee lever 220, is adjustable in the effective length. As a result, the tension force of the tension closure 214 can be adjusted easily and very precisely.

Tiende uitvoeringsvoorbeeld 20 Onder verwijzing naar Fig. 29 tot 31 wordt hierna besproken hoe een spansluiting van de soort spansluitingen 214 van Fig. 26 tot 28 concreet in een bevestigingssysteem kan worden geïmplementeerd. Daarbij zijn de onderdelen, die overeenkomen met die van Fig. 26 tot 28, met gelijke verwijzingscijfers genummerd.Tenth embodiment 20 With reference to FIG. 29 to 31, it is discussed below how a clamp closure of the type of clamp closures 214 of Figs. 26 to 28 can be implemented in a confirmation system. The parts corresponding to those of FIG. 26 to 28, numbered with the same reference numerals.

25 Fig. 29 toont een perspektivisch bovenaanzicht doorheen de fietsmand 12 op de bagagedrager 14 en een spansluiting 240, die volgens een gelijk principe werkt als de hierboven beschreven spansluiting 214. Fig. 30 toont hetzelfde aanzicht als Fig. 29, echter met een gesloten spansluiting 240. Fig. 31 toont een uiteengenomen afbeelding van de spansluiting 240.FIG. 29 shows a perspective top view through the bicycle basket 12 on the luggage carrier 14 and a clamping closure 240, which operates on a similar principle as the clamping closure 214 described above. FIG. 30 shows the same view as FIG. 29, but with a closed clamping closure 240. FIG. 31 shows an exploded view of the clamp closure 240.

30 2730 27

Zoals in Fig. 29 en 30 is getoond, zijn aan de onderzijde van de fietsmand 12 twee parallelle rails 242 bevestigd. Aan deze rails 242 is een draaginrichting respectievelijk een behuizing 244 met bouten 246 bevestigd. De houderinrichting 244 heeft een bovenste helft 248 en een onderste helft 5 250. Aan de houderinrichting 240 is een hoekhendel 266 om een schroef 252 zwenkbaar gelagerd. Het lange deel van de hoekhendel 226 vormt een bedieningshendel 82, het korte deel vormt een eerste hendel 224 van een kniehendel 220. Het tweede deel van de kniehendel 220 wordt door een stelschroef 222 gevormd (zie Fig. 31), die in een eerste blok 254 met een 10 verticale opening 256 is te schroeven. Het verbindingsscharnier respectievelijk ‘knie’ van de kniehendel 220 wordt door een pen 258 gevormd, die doorheen de opening 256 van het eerste blok 254 en openingen 260 in de hendel 224 is gevoerd. De hendel 234 (zie Fig. 31) is met een einde eveneens op de pen 258 gelagerd, die doorheen de openingen 262 in de 15 hendel 234 is gevoerd. Het andere einde van de hendel 234 is zwenkbaar om een van de bouten 246 aan de draaginrichting 244 ingericht.As in FIG. 29 and 30, two parallel rails 242 are attached to the underside of the bicycle basket 12. A support device or a housing 244 with bolts 246 is attached to these rails 242. The holder device 244 has an upper half 248 and a lower half 250. On the holder device 240 a corner handle 266 is pivotally mounted around a screw 252. The long part of the corner handle 226 forms an operating handle 82, the short part forms a first handle 224 of a knee handle 220. The second part of the knee handle 220 is formed by a set screw 222 (see Fig. 31), which in a first block 254 with a vertical opening 256 can be screwed. The connecting hinge or "knee" of the knee lever 220 is formed by a pin 258 which is passed through the opening 256 of the first block 254 and openings 260 in the handle 224. The handle 234 (see Fig. 31) is also supported with an end on the pin 258, which is passed through the openings 262 in the handle 234. The other end of the handle 234 is pivotally arranged around one of the bolts 246 on the support device 244.

Het andere einde van de stelschroef 222 wordt in een tweede blok 264 geschroefd, dat met behulp van een pen 266, die doorheen een opening 268 in het tweede blok 264 is gevoerd, aan de drager 216 is ingericht. Aan 20 de drager 216 zijn een eerste en een tweede aangrijpelement 28, 30 gevormd met aanligvlakken met een hoek.The other end of the set screw 222 is screwed into a second block 264, which is arranged on the carrier 216 by means of a pin 266, which has been passed through an opening 268 in the second block 264. On the carrier 216 a first and a second engaging element 28, 30 are formed with abutting surfaces with an angle.

Als de bedieningshendel 82 bij de spansluiting 240 in de geopende stand van Fig. 29 in de richting van de wijzers van de klok om de as van de schroef 242 wordt gezwenkt, wordt de kniehendel 220 gestrekt 25 respectievelijk opgericht, en wordt de drager 216 in richting van de tweede bagagedragerstang 34 versteld. Daarbij wordt de drager 216 niet slechts door de hendel 234 geleid, maar ook door de geleidingselementen 268, die aan de drager 216 zijn uitgevoerd en die glijdend langs de rails 242 worden geleid.If the operating handle 82 at the clamping closure 240 is in the open position of FIG. 29 is pivoted clockwise about the axis of the screw 242, the knee lever 220 is stretched or raised, and the carrier 216 is adjusted in the direction of the second luggage carrier bar 34. The support 216 is thereby guided not only by the handle 234, but also by the guide elements 268, which are designed on the support 216 and which are slidably guided along the rails 242.

30 2830 28

Elfde uitvoeringsvoorbeeldEleventh exemplary embodiment

In Fig. 32 en Fig. 33 is een verdere spansluiting 270 getoond. De spansluiting 270 omvat een drager 272, waaraan een eerste en een tweede 5 aangrijpelement 28, 30 is ingericht. Aan de drager 272 is zwenkbaar om een verticale as 276 een hendel 274 ingericht, waarvan een uiteinde om een verticale as 278 zwenkbaar aan de behuizing (niet getoond) van de spansluiting 270 is ingericht. Voorts is aan een bedieningselement 82 het ene einde van een veer 282 aan een bevestigingspositie 284 bevestigd, 10 waarbij het andere einde aan het vrije uiteinde van de hendel 274 is bevestigd.In FIG. 32 and FIG. 33, a further clamp closure 270 is shown. The clamping closure 270 comprises a carrier 272, on which a first and a second engaging element 28, 30 is arranged. On the carrier 272 a handle 274 is arranged pivotably about a vertical axis 276, one end of which is arranged pivotally about a vertical axis 278 on the housing (not shown) of the clamping closure 270. Furthermore, an operating element 82 has one end of a spring 282 attached to a mounting position 284, the other end being attached to the free end of the handle 274.

In Fig. 32 is de spansluiting 270 in de geopende positie getoond. Vanuit deze geopende positie laat de bedieningshendel 82 zich tegen de richting van de wijzers van de klok in naar de in Fig. 33 getoonde gesloten 15 stand omklappen. In deze gesloten stand is de veer 282 gespannen en oefent daarmee een trekkracht op de hendel 274 uit die via het scharnier 276 op de drager 272 wordt overgedragen, om deze naar de bagagedragerstang toe (niet getoond) te spannen.In FIG. 32, the clamping closure 270 is shown in the open position. From this opened position, the operating handle 82 can be turned counterclockwise to the position shown in FIG. 33, the closed position shown. In this closed position, the spring 282 is tensioned and thereby exerts a tensile force on the handle 274 which is transmitted via the hinge 276 to the carrier 272 in order to tension it towards the luggage carrier rod (not shown).

20 Twaalfde uitvoeringsvoorbeeld20 Twelfth embodiment

Tenslotte is in Fig. 34 en Fig. 35 een verdere spansluiting 286 getoond. Fig. 34 toont de geopende stand, Fig. 35 toont de gesloten stand ervan. De spansluiting 286 omvat een behuizing 288, die aan de onderzijde 25 van de fietsmand 12 is bevestigd. In de behuizing 288 is een verschuifbaar element 290 ingericht, dat met behulp van een daaraan bevestigd bedieningselement 83 dwars op de spanrichting verschuifbaar is. Het verschuifbare element 290 heeft twee hellende vlakken respectievelijk hellingsdelen 292.Finally, in FIG. 34 and FIG. 35 shows a further clamping closure 286. FIG. 34 shows the open position, FIG. 35 shows its closed position. The clamping closure 286 comprises a housing 288, which is attached to the underside 25 of the bicycle basket 12. A slidable element 290 is arranged in housing 288, which is slidable transversely of the tensioning direction by means of an operating element 83 attached thereto. The slidable element 290 has two inclined planes and slope parts 292, respectively.

30 2930 29

Aan de behuizing 288 is voorts een element 294 ingericht, dat eveneens twee hellende vlakken respectievelijk hellingsdelen 296 heeft, die tegen de hellingsdelen 292 van het verschuifbare element 290 aanliggen.An element 294 is furthermore arranged on the housing 288, which element also has two inclined surfaces or inclined parts 296, which abut against the inclined parts 292 of the slidable element 290.

Door het verschuiven van het verschuifbare element 290 vanuit de 5 geopende stand (Fig. 34) naar de gesloten stand (Fig. 35) glijdt het element 294 de hellingen 292 op en wordt daardoor in de behuizing 288 in spanrichting (in de figuren naar rechts) verschoven. Daarbij worden een eerste en een tweede aangrijpelement 28, 30, die aan het element 294 met een veer 298 zijn bevestigd, die doorheen openingen (niet getoond) in de 10 behuizing 288 zijn geleid, tegen de tweede bagagedragerstang 34 gespannen.By sliding the slidable element 290 from the open position (Fig. 34) to the closed position (Fig. 35), the element 294 slides up the slopes 292 and thereby becomes in the housing 288 in the tensioning direction (in the figures to the right) ) moved. A first and a second engaging element 28, 30, which are attached to the element 294 with a spring 298, which are guided through openings (not shown) in the housing 288, are then tensioned against the second luggage carrier rod 34.

Hoewel in de tekeningen en in de voorgaande beschrijving voorkeursuitvoeringsvormen zijn getoond en gedetailleerd zijn beschreven, zullen deze als louter voorbeelden worden gezien en geenszins als beperkend 15 voor de uitvinding. Er wordt opgemerkt dat slechts voorkeursuitvoeringsvormen zijn getoond en beschreven en verschillende veranderingen en wijzigingen, die toen en in de toekomst in de beschermingsomvang van de uitvinding liggen, beschermd zullen worden.Although preferred embodiments have been shown in the drawings and in the foregoing description and described in detail, they will be seen as mere examples and by no means restrictive of the invention. It is noted that only preferred embodiments have been shown and described, and various changes and modifications that are in the scope of the invention then and in the future will be protected.

20 3020 30

Verwijzingscijferlijst 10 bevestigingssysteem 12 fietsmand 5 14 bagagedrager 16 vast aangrijpelement 18 langsgat 20 opneming voor moer 22 22 moer 10 24 spansluiting 26 behuizing van de spansluiting 24 28 eerste verstelbaar aangrijpelement 30 tweede verstelbaar aangrijpelement 32 eerste langsstang van de bagagedrager 14 15 34 tweede langsstang van de bagagedrager 14 36 eerste geleidingsdeel van de behuizing 26 38 tweede geleidingsdeel van de behuizing 26 40 verbindingsdeel van de behuizing 26 42 onderste wand 20 44 buitenste wand 46 bovenste wand 48 onderste wand 50 binnenste wand 52 bovenste wand 25 54 hellende wand 56 schuimstofbekleding 58, 60, 62, 64 langsgat 66 eerste kniehendel 68 tweede kniehendel 30 70 eerste hendel van de eerste kniehendel 31 72 tweede hendel van de eerste kniehendel 74 lagerpen 76 verticale as 78 hoekhendel 5 80 verticale as 82 bedieningshendel 84 eerste hendel van de tweede kniehendel 68 86 tweede hendel van de tweede kniehendel 68 88 lagerpen 10 90 verticale as 92 verticale as 94 verbindingshendel 96 opening 98 opening 15 100 bout 102 verbindingslijn 104 stopelement 106 spansluiting 108 lagerpen 20 110 drager 112 pen 114 langsgat 116 langsgat 118 spansluiting 25 120 drager 122 lagerpen 124 langsgat 126 hendel 128 lagerpen 30 130 pen 32 132 gekromd langsgat 133 pen 134 spansluiting 136 lagerpen 5 138 langsgat 140 hendel 142 lagerpen 144 pen 146 langsgat 10 148 pen 150 langsgat 152 spansluiting 154 lagerpen 156 hendel 15 158 lagerpen 160 langsgat 162 pen 164 spansluiting 166 verticale as 20 168 contactvlak met een hoek 170 spansluiting 172 drager 174 bovenste wand 178 hellende wand 25 180 verticale as 182 pen 184 langsgat 186 geleidingsbaan 188 spanrichting 30 190 lagerpen 33 192 langsgat 194 spansluiting 196 drager 198 bovenste wand 5 200 hellende wand 202 bevestigingsinrichting 204 horizontale as 206 U-vormig verbindingsstuk 208 kort deel van de L-vormige bedieningshendel 10 210 lang deel van de L-vormige bedieningshendel 212 spanrichting 214 spansluiting 216 drager 218 kerf 15 220 knie hendel 222 stelschroef 224 hendel 226 hoekhendel 228 verticale as 20 230 verticale as 232 verticale as 234 hendel 236 verticale as 238 cirkelvormige baan 25 240 spansluiting 242 rail 244 draaginrichting 246 bout 248 bovendeel van de draaginrichting 244 30 250 onderdeel van de draaginrichting 244 34 252 bout 254 eerste blok 256 opening 258 pen 5 260 opening 262 opening 264 tweede blok 266 pen 268 opening 10 270 spansluiting 272 drager 274 hendel 276 verticale as 278 verticale as 15 280 verticale as 282 veer 284 bevestigingspositie van de veer 282 286 spansluiting 288 behuizing 20 290 verschuifbaar element 292 helling 294 element 296 helling 298 veer 25 1032518Reference number list 10 fastening system 12 bicycle basket 5 14 luggage carrier 16 fixed engagement element 18 longitudinal hole 20 mounting for nut 22 22 nut 10 24 clamping closure 26 housing of the clamping closure 24 28 first adjustable engaging element 30 second adjustable engaging element 32 first longitudinal rod of the luggage carrier 14 15 34 second longitudinal rod of the luggage rack luggage carrier 14 36 first guide part of the housing 26 38 second guide part of the housing 26 40 connecting part of the housing 26 42 lower wall 20 44 outer wall 46 upper wall 48 lower wall 50 inner wall 52 upper wall 25 54 sloping wall 56 foam covering 58, 60 62, 64 longitudinal hole 66 first knee lever 68 second knee lever 30 70 first lever of the first knee lever 31 72 second lever of the first knee lever 74 bearing pin 76 vertical axis 78 angle lever 5 80 vertical axis 82 operating lever 84 first lever of the second knee lever 68 86 second lever of the second knee lever 68 88 bearing pin 10 90 vertical shaft 92 vertical shaft 94 connecting lever 96 opening 98 opening 15 100 bolt 102 connecting line 104 stop element 106 clamping fastener 108 bearing pin 20 110 carrier 112 pin 114 longitudinal hole 116 longitudinal hole 118 clamping fastener 25 120 carrier 122 bearing pin 124 longitudinal hole 126 lever 128 bearing pin 30 130 pin 32 132 curved longitudinal hole 133 pin 134 clamping catch 136 bearing pin 5 138 longitudinal hole 140 lever 142 bearing pin 144 pin 146 longitudinal hole 10 148 pin 150 longitudinal hole 152 clamping catch 154 bearing pin 156 lever 15 158 bearing pin 160 longitudinal hole 162 pin 164 clamping catch 166 vertical shaft 20 168 contact surface with an angle 170 clamping catch 172 carrier 174 upper wall 178 inclined wall 25 180 vertical axis 182 pin 184 longitudinal hole 186 guide path 188 clamping direction 30 190 bearing pin 33 192 longitudinal hole 194 clamping closure 196 carrier 198 upper wall 5 200 inclined wall 202 fixing device 204 horizontal axis 206 U-shaped connecting piece 208 short part of L-shaped operating handle 10 210 long part of the L-shaped operating handle 212 tension direction 214 clamping clasp 216 carrier 218 notch 15 220 knee lever 222 adjusting screw 224 lever 226 angle lever 228 vertical axis 20 230 vertical axis 232 vertical axis 234 lever 236 vertical axis 238 circular path 25 240 clamping closure 242 rail 244 support device 246 bolt 248 upper part of the support device 244 30 250 part of the support device 244 34 252 bolt 254 first block 256 opening 258 pin 5 260 opening 262 opening 264 second block 266 pin 268 opening 10 270 clamping fastener 272 carrier 274 lever 276 vertical axis 278 vertical axis 15 280 vertical axis 282 spring 284 mounting position of the spring 282 286 tension lock 288 housing 20 290 slidable element 292 slope 294 element 296 slope 298 spring 25 1032518

Claims (23)

1. Systeem voor bevestigen van een bagagestuk, in het bijzonder van een fietsmand (12) op of aan een fietsbagagedrager (14), met vaste bevestigingsmiddelen (16), die zo aan het bagagestuk (12) bevestigbaar zijn, dat ze aan een eerste stang (32) van de bagagedrager (14) aangrijpen, als 5 het bagagestuk (12) op de bagagedrager (14) is gezet, of aan de bagagedrager (14) is aangebracht, en met een spansluiting (24, 106, 118, 134, 152, 164, 170, 214, 270, 286), die aan het bagagestuk (12) bevestigbaar is en ten minste een verstelbaar aangrijpelement (28, 30) en een bedieningselement (82) omvat, waarbij het bedieningselement (82) en het 10 ten minste ene verstelbare aangrijpelement (28, 30) zodanig mechanisch zijn gekoppeld, dat het ten minste ene verstelbare aangrijpelement (28, 30) door bediening van het bedieningelement (82) verstelbaar is tussen een geopende stand, waarin het bagagestuk (12) op de bagagedrager (14) kan worden gezet respectievelijk aan de bagagedrager kan worden aangebracht, 15 en een gesloten stand, waarin het ten minste ene verstelbare aangrijpelement zo tegen een tweede stang (34) van de bagagedrager (14) is gespannen, dat het bagagestuk (12) door de vaste bevestigingsmiddelen (16) en het ten minste ene verstelbare aangrijpelement (28, 30) aan de bagagedrager (14) is vastgespannen.A system for securing a piece of luggage, in particular of a bicycle basket (12) on or to a bicycle luggage carrier (14), with fixed fastening means (16) which can be attached to the piece of luggage (12) in such a way that they are attached to a first engage the rod (32) of the luggage carrier (14), when the luggage piece (12) is placed on the luggage carrier (14), or is mounted on the luggage carrier (14), and with a clamp (24, 106, 118, 134) , 152, 164, 170, 214, 270, 286), which is attachable to the piece of luggage (12) and comprises at least one adjustable engaging element (28, 30) and an operating element (82), the operating element (82) and the 10 at least one adjustable engaging element (28, 30) is mechanically coupled such that the at least one adjustable engaging element (28, 30) is adjustable by operating the operating element (82) between an open position, in which the piece of luggage (12) the luggage carrier (14) can be placed or attached to the luggage carrier eight, 15 and a closed position, in which the at least one adjustable engaging element is tensioned against a second rod (34) of the luggage carrier (14) such that the piece of luggage (12) is fixed by the fixed fastening means (16) and the at least one adjustable engagement element (28, 30) is tightened to the luggage carrier (14). 2. Systeem (10) volgens conclusie 1, waarbij de vaste bevestigingsmiddelen ten minste twee aparte aangrijpelementen (16) omvatten, die aan het bagagestuk (12) op een afstand van elkaar zo bevestigbaar zijn, dat ze bij een op de bagagedrager (14) gezet respectievelijk aan de bagagedrager (14) aangebracht bagagestuk (12) aan 25 twee in langsrichting van de eerste stang (32) op afstand van elkaar gelegen posities op eerste stang (32) aangrijpen. 1032518A system (10) according to claim 1, wherein the fixed fastening means comprise at least two separate engaging elements (16) which can be attached to the luggage piece (12) at a distance from each other such that they are attached to the luggage carrier (14). placed on the luggage carrier (14) or baggage (12) at first position (32) at two positions spaced apart in the longitudinal direction of the first rod (32). 1032518 3. Systeem (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en de tweede stang (32, 34) de beide langsstangen van de bagagedrager (14) zijn.A system (10) according to claim 1 or 2, wherein the first and the second rod (32, 34) are the two longitudinal rods of the luggage carrier (14). 4. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bedieningselement door een bedieningshendel (82) wordt gevormd, die in de 5 geopende toestand van de spansluiting (24) van de bagagedrager (14) afstaat en naar de bagagedrager (14) toe wordt gezwenkt om de spansluiting (24) te sluiten.A system (10) according to any one of the preceding claims, wherein the operating element is formed by an operating handle (82) which, in the opened state of the clamping fastener (24), rests off the luggage carrier (14) and towards the luggage carrier (14) is pivoted to close the clamp closure (24). 5. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies waarbij de spansluiting (24, 106, 118, 134, 152, 164, 170, 194, 214, 240, 270, 286) 10 zodanig is dat bij het verstellen van het ten minste ene verstelbare aangrijpelement (28, 30) vanuit de geopende stand naar de gesloten stand een dood punt met maximale spankracht te overwinnen is.System (10) according to any one of the preceding claims, wherein the clamping closure (24, 106, 118, 134, 152, 164, 170, 194, 214, 240, 270, 286) is such that when adjusting the at least one adjustable engaging element (28, 30) from the open position to the closed position can be overcome a dead point with maximum tension. 6. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bedieningselement (82) een stopelement (104) omvat, dat in de gesloten 15 stand van de spansluiting (24) klikt.6. System (10) as claimed in any of the foregoing claims, wherein the operating element (82) comprises a stop element (104) that snaps into the closed position of the clamping closure (24). 7. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene verstelbare aangrijpelement (28, 30) en/of de aangrijpelementen (16) van de vaste bevestigingsmiddelen een contactvlak onder een hoek omvatten met twee contactvlakdelen (52, 54, 174, 176; 198, 20 200; 218), die met elkaar een hoek vormen en zo zijn aangebracht, dat de stangen (32, 34) bij het sluiten van de spansluiting (24) telkens in die hoek worden gedwongen.A system (10) according to any one of the preceding claims, wherein the at least one adjustable engaging element (28, 30) and / or the engaging elements (16) of the fixed fastening means comprise a contact surface at an angle with two contact surface parts (52, 54, 174, 176; 198, 200, 218) which form an angle with each other and are arranged such that the rods (32, 34) are forced into that angle each time the clamping clasp (24) closes. 8. Systeem (10) volgens conclusie 7, waarbij het ene contactvlakdeel (52, 174, 198) horizontaal is en de hoek kleiner is dan 90°.The system (10) of claim 7, wherein the one contact surface portion (52, 174, 198) is horizontal and the angle is less than 90 °. 9. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan een contactvlak tussen de aangrijpelementen (16, 28, 30) en de daarbijbehorende stangen (32, 34) geveerde bekleding, in het bijzonder schuimkussens (56, 178), is aangebracht.A system (10) according to any one of the preceding claims, wherein on a contact surface between the engaging elements (16, 28, 30) and the associated rods (32, 34) a covering, in particular foam pads (56, 178), is arranged. . 10. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 30 spansluiting (24, 106, 118, 134, 152, 164, 170, 194, 214, 240, 270, 286) twee verstelbare aangrijpelementen (28, 30) omvat die door bediening van een gemeenschappelijk bedieningselement (82) tussen de geopende stand en de gesloten stand verstelbaar zijn.10. System (10) as claimed in any of the foregoing claims, wherein the clamping closure (24, 106, 118, 134, 152, 164, 170, 194, 214, 240, 270, 286) comprises two adjustable engaging elements (28, 30) which can be adjusted between the open position and the closed position by operating a common operating element (82). 11. Systeem (10) volgens conclusie 10, waarbij de verstelbare 5 aangrijpelementen (28, 30) aan een gemeenschappelijke drager (110, 120, 172, 196, 214, 272, 294) zijn bevestigd en de spansluiting (106, 118, 170, 194, 216, 240, 270, 286) een spanmechanisme omvat, waarmee de gemeenschappelijke drager (110, 120, 172, 196, 214, 272, 294) naar de tweede stang (34) toe gespannen kan worden.A system (10) according to claim 10, wherein the adjustable engagement elements (28, 30) are attached to a common carrier (110, 120, 172, 196, 214, 272, 294) and the clamping closure (106, 118, 170 194, 216, 240, 270, 286) comprises a tensioning mechanism with which the common support (110, 120, 172, 196, 214, 272, 294) can be tensioned towards the second rod (34). 12. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spansluiting (24, 214, 240) een eerste kniehendel (66, 220) omvat, die wordt gevormd door een eerste en een tweede hendel (70, 72; 222, 224), die door een verbindingsscharnier (74, 228, 258) scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij het vrije uiteinde van de eerste hendel (70, 222) aan het 15 ten minste ene verstelbare aangrijpelement (28) of aan een drager (216) ervan is ingericht en het vrije uiteinde van de tweede hendel (72, 224) aan de spansluiting (24) is ingericht.A system (10) according to any one of the preceding claims, wherein the clamping closure (24, 214, 240) comprises a first knee lever (66, 220), which is formed by a first and a second lever (70, 72; 222, 224) ), which are hingedly connected to each other by a connecting hinge (74, 228, 258), the free end of the first lever (70, 222) being attached to the at least one adjustable engaging element (28) or to a carrier (216) it is arranged and the free end of the second handle (72, 224) on the clamping closure (24) is arranged. 13. Systeem (10) volgens conclusie 12, met een verdere hendel (234), die met een uiteinde aan de spansluiting (214, 240) is ingericht en met een 20 ander uiteinde gezamenlijk met het vrije uiteinde van de eerste hendel (222) aan het verstelbare aangrijpelement of aan een drager (216) ervan is ingericht.13. System (10) as claimed in claim 12, with a further handle (234) which is arranged with one end on the clamping closure (214, 240) and with another end jointly with the free end of the first handle (222) is arranged on the adjustable engaging element or on a carrier (216) thereof. 14 Systeem volgens conclusie 12 of 13, waarbij de eerste of de tweede hendel van de eerste kniehendel (22) in de lengte verstelbaar is uitgevoerd, 25 in het bijzonder door middel van een stelschroef (222).14. System as claimed in claim 12 or 13, wherein the first or the second lever of the first knee lever (22) is of adjustable length, in particular by means of an adjusting screw (222). 15. Systeem (10) volgens een der conclusies 12 tot 14, waarbij het bedieningselement (82) door een bedieningsdeel wordt gevormd, dat aan de tweede hendel (72, 224) van de eerste kniehendel (66, 220) is aangebracht, zodanig dat de tweede hendel (72, 224) van de eerste kniehendel (66, 220) door zwenken van het bedieningsdeel (82) zwenkbaar is om het lager van de tweede hendel (72, 224) bij de spansluiting (24; 214, 240).A system (10) according to any one of claims 12 to 14, wherein the operating element (82) is formed by an operating part which is arranged on the second lever (72, 224) of the first knee lever (66, 220) such that the second handle (72, 224) of the first knee handle (66, 220) is pivotable about the bearing of the second handle (72, 224) at the clamping clasp (24; 214, 240) by pivoting the operating part (82). 16. Systeem (10) volgens conclusie 15, waarbij de tweede hendel (72, 224) van de eerste kniehendel (66, 220) en het bedieningsdeel (82) door de 5 beide armen van een hoekhendel (226) worden gevormd, die aan de spansluiting (24, 214, 240) is ingericht.16. System (10) according to claim 15, wherein the second handle (72, 224) of the first knee lever (66, 220) and the operating part (82) are formed by the two arms of a corner handle (226) which the tension lock (24, 214, 240) is arranged. 17. Systeem (10) volgens een der conclusies 12 tot 16, met een tweede kniehendel (68), die uit een eerste en een tweede hendel (84, 86) wordt gevormd, die door een verbindingsschamier (88) scharnierbaar met elkaar 10 zijn verbonden, waarbij het vrije uiteinde van de eerste hendel (84) van de tweede kniehendel (68) aan een tweede verstelbare aangrijpelement (30) is ingericht en het vrije uiteinde van de tweede hendel (86) van de tweede kniehendel (68) aan de spansluiting (24) is ingericht, en waarbij het verbindingsschamier (74) van de eerste kniehendel (66) en het 15 verbindingsschamier (88) van de tweede kniehendel (68) door een verbindingshendel (94) met elkaar zijn verbonden.17. System (10) as claimed in any of the claims 12 to 16, with a second knee lever (68) formed from a first and a second lever (84, 86) which are pivotable with each other by a connecting hinge (88) connected, the free end of the first handle (84) of the second knee handle (68) being arranged on a second adjustable engagement element (30) and the free end of the second handle (86) of the second knee handle (68) on the clamp closure (24), and wherein the connecting hinge (74) of the first knee lever (66) and the connecting hinge (88) of the second knee lever (68) are connected to each other by a connecting handle (94). 18. Systeem (10) volgens conclusie 17, waarbij het verbindingsschamier (74) van de eerste kniehendel (66) in geopende toestand van de spansluiting (24) op de naar de tweede kniehendel (68) 20 toegerichte zijde van een verbindingslijn (102), die tussen het vrije uiteinde van de eerste kniehendel (66) verloopt, is aangebracht.18. System (10) as claimed in claim 17, wherein the connecting hinge (74) of the first knee lever (66) in the open position of the clamping closure (24) on the side of a connecting line (102) facing the second knee lever (68) which extends between the free end of the first knee lever (66). 19. Systeem (19) volgens conclusie 18, waarbij het verbindingsschamier (74) van de eerste kniehendel (66) in gesloten toestand van de spansluiting (24) op de van de tweede kniehendel (68) afgerichte 25 zijde van de verbindingslijn, die tussen het vrije uiteinde van de eerste kniehendel (66) verloopt, is aangebracht.19. System (19) according to claim 18, wherein the connecting hinge (74) of the first knee lever (66) in the closed state of the clamping closure (24) on the side of the connecting line directed away from the second knee lever (68), which the free end of the first knee lever (66) extends. 20. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de bodem van het bagagestuk (12) openingen (18) zijn voorzien en waarbij de vaste bevestigingsmiddelen (16) en/of de spansluiting (24) verticale 30 openingen (96, 98) hebben, die geschikt zijn om van bovenaf door de openingen (18) in de bodem van het bagagestuk (12) gestoken bevestigingsbouten (100) op te nemen.20. System (10) as claimed in any of the foregoing claims, wherein openings (18) are provided in the bottom of the piece of luggage (12) and wherein the fixed fastening means (16) and / or the clamping fastener (24) have vertical openings (96, 98) adapted to receive fastening bolts (100) inserted from above through the openings (18) in the bottom of the piece of luggage (12). 21. Systeem (10) volgens conclusie 20, waarbij de openingen in de bodem van het bagagestuk (12) door langsgaten (18) worden gevormd, die 5 parallel aan de spanrichting van de spansluiting (24) zijn georiënteerd.21. System (10) as claimed in claim 20, wherein the openings in the bottom of the piece of luggage (12) are formed by longitudinal holes (18) which are oriented parallel to the tensioning direction of the clamping closure (24). 22. Systeem (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spansluiting (24) een slot omvat, waardoor het in de gesloten stand vergrendelbaar is.A system (10) according to any one of the preceding claims, wherein the clamping closure (24) comprises a lock, whereby it can be locked in the closed position. 23. Systeem (10) volgens conclusie 22, waarbij het slot in het 10 bedieningselement (82) is aangebracht. 103251823. System (10) according to claim 22, wherein the lock is arranged in the operating element (82). 1032518
NL1032518A 2005-09-15 2006-09-15 Fixing system with clamp for securing a piece of luggage on a bicycle luggage rack. NL1032518C2 (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102005044132A DE102005044132C5 (en) 2005-09-15 2005-09-15 Fastening system with tension lock for attaching a piece of luggage to a bicycle rack
DE102005044132 2005-09-15

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1032518A1 NL1032518A1 (en) 2007-03-23
NL1032518C2 true NL1032518C2 (en) 2007-07-24

Family

ID=37775769

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032518A NL1032518C2 (en) 2005-09-15 2006-09-15 Fixing system with clamp for securing a piece of luggage on a bicycle luggage rack.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE102005044132C5 (en)
NL (1) NL1032518C2 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102006018237A1 (en) * 2006-04-19 2007-10-25 Basil B.V. Device for fixing container, especially basket, to two-wheeler's luggage rack has clamping arrangement for fixing at least one claw on basket to longitudinal bar on rack that varies separation of claws when operated
DE102009030000A1 (en) * 2009-06-23 2010-12-30 ABUS August Bremicker Söhne KG Pannier for mounting at upper side of carrier of bicycle, has fixing device arranged opposite to attachment hook that is opened along horizontal attachment direction to retain horizontal beam of carrier
DE202015002490U1 (en) * 2015-04-01 2015-04-23 Ortlieb Sportartikel Gmbh Adapter for attaching bags or containers to luggage racks
DE202015103672U1 (en) 2015-07-13 2015-08-26 Wilfried Mijnen Fastening arrangement for releasably securing an article to a bicycle rack
EP3241727B1 (en) 2016-05-03 2022-07-20 AtranVelo AB Luggage carrier

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1911402U (en) * 1964-12-07 1965-03-04 Fichtel & Sachs Ag BAG FOR SINGLE-LANE VEHICLES, ESPECIALLY MOPEDS OR SCOOTERS.
FR2546841B1 (en) * 1983-06-02 1990-03-16 3 B System LUGGAGE DEVICE FOR MOTORCYCLES OR THE LIKE
DE10242029A1 (en) * 2001-09-12 2003-03-27 Basil Bv Fastener device for securing luggage to rack on cycle, includes rails which diverge or converge relative to grip parts for securing luggage support plate

Also Published As

Publication number Publication date
DE102005044132B4 (en) 2011-12-01
DE102005044132C5 (en) 2013-08-14
NL1032518A1 (en) 2007-03-23
DE102005044132A1 (en) 2007-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032518C2 (en) Fixing system with clamp for securing a piece of luggage on a bicycle luggage rack.
JP2538940Y2 (en) Cup holder device
US4985998A (en) Knife with blade lock
NL1033705C2 (en) Device for attaching a holder to the luggage carrier of a two-wheeler.
US4606575A (en) Lock release for folding table
US5975611A (en) Vehicle seat unit
CA2458931A1 (en) Device for carrying a load on the back and for adjusting its position
US20110049208A1 (en) Coupling Device for Connecting Bicycle Rack to Hitch Ball
US20070108245A1 (en) Device for up and down tilting of a load carrier attached at a vehicle
US20060243103A1 (en) Quick adjusting pliers
EA014679B1 (en) Self-locking mechanism
US6736451B1 (en) Foldable frame with positions locking device for use in a hook-on type baby seat
KR960040231A (en) Auto lock slider for concealed slide fastener
US10875716B2 (en) Hanging bag frame and hanging bag
US20090230162A1 (en) Foldable bicycle rack
US20050172451A1 (en) Hinge
EP1686050A1 (en) Structure of a rear seat for motorcycles
AU2017218760A1 (en) Seat for a vehicle
FR3003825B1 (en) FOLDABLE BICYCLE HOLDER
US5964500A (en) Security device for foldable chair
US6962313B1 (en) Camera support assembly and actuator
JP2660611B2 (en) Hinge
BE1004319A3 (en) An improvement cornadis.
US11142273B2 (en) Luggage holder for a bicycle
FR2654423A1 (en) ETRIVIERE KNIFE FOR HORSE SADDLE.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20070523

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100401