NL1032252C2 - Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog. - Google Patents
Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1032252C2 NL1032252C2 NL1032252A NL1032252A NL1032252C2 NL 1032252 C2 NL1032252 C2 NL 1032252C2 NL 1032252 A NL1032252 A NL 1032252A NL 1032252 A NL1032252 A NL 1032252A NL 1032252 C2 NL1032252 C2 NL 1032252C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- eye
- sleeve
- bush
- mandrel
- arm
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16F—SPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
- F16F1/00—Springs
- F16F1/36—Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers
- F16F1/38—Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers with a sleeve of elastic material between a rigid outer sleeve and a rigid inner sleeve or pin, i.e. bushing-type
- F16F1/3842—Method of assembly, production or treatment; Mounting thereof
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G11/00—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs
- B60G11/32—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds
- B60G11/34—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs
- B60G11/46—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs and also fluid springs
- B60G11/465—Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having springs of different kinds including leaf springs and also fluid springs with a flexible wall
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G9/00—Resilient suspensions of a rigid axle or axle housing for two or more wheels
- B60G9/003—Resilient suspensions of a rigid axle or axle housing for two or more wheels the axle being rigidly connected to a trailing guiding device
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2200/00—Indexing codes relating to suspension types
- B60G2200/30—Rigid axle suspensions
- B60G2200/31—Rigid axle suspensions with two trailing arms rigidly connected to the axle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2202/00—Indexing codes relating to the type of spring, damper or actuator
- B60G2202/10—Type of spring
- B60G2202/11—Leaf spring
- B60G2202/112—Leaf spring longitudinally arranged
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2202/00—Indexing codes relating to the type of spring, damper or actuator
- B60G2202/10—Type of spring
- B60G2202/15—Fluid spring
- B60G2202/152—Pneumatic spring
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60G—VEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
- B60G2204/00—Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
- B60G2204/10—Mounting of suspension elements
- B60G2204/12—Mounting of springs or dampers
- B60G2204/121—Mounting of leaf springs
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Vehicle Body Suspensions (AREA)
- Springs (AREA)
Description
Korte aanduiding: Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een oog van een langsdraagarm van een voertuigwielasophanging, waarbij de bus axiaal in het oog wordt gebracht.
5 Een dergelijke bus die is voorzien van een flexibele, meestal rubberen buitenhuis is in het vakgebied ook wel bekend als een "silent block". Uit de stand van de techniek is het bekend om een dergelijke bus met een uitsluitend axiale beweging in het oog van de draagarm te persen. Bij het inpersen grijpt de buitenzijde van de 10 flexibele huls aan op de binnenzijde van het oog, waardoor de flexibele huls axiaal vervormt. Op het moment dat de axiale inbrengbeweging is voltooid en de bus wordt losgelaten, zal de flexibele huls enigszins terugveren. Daardoor is het moeilijk om de bus nauwkeurig gecentreerd ten opzichte van de centrale lijn van de 15 draagarm in het oog te positioneren. Bij het inbrengen moet de bus dus iets verder worden ingeperst dan de centrale lijn waarna deze terugveert naar de gewenste centrale positie.
Het oog van een draagarm wordt meestal vervaardigd door het verhitten en vervolgens ombuigen van het betreffende draagarmeinde.
20 Deze vervaardingswijze van het oog brengt een zekere maattolerantie met zich mee, met als gevolg een iets andere inbrengweerstand per veer. Daardoor is het niet mogelijk om het inpersen te automatiseren en tegelijkertijd een nauwkeurige positionering te waarborgen. In de praktijk wordt dan ook vertrouwd op de ervaring en het vakmanschap 25 van een persoon die de bus met behulp van een inpersmachine in het oog aanbrengt.
Een oplossing zou kunnen zijn om de ogen na te bewerken, waardoor ze exact dezelfde binnendiameter hebben en de bus in elk veeroog even ver doorgeduwd moet worden. Nabewerking van het oog is 30 echter bewerkelijk en kostenverhogend.
10 32 2523 - 2 -
Een andere bekende wijze om de bus in het oog aan te brengen is het in het oog schieten van de bus. Door deze snelle beweging zal het flexibel materiaal (rubber) van de huls in mindere mate een zogenaamde geheugenwerking vertonen en dus minder terugveren. Toch is 5 gebleken dat deze werkwijze niet tot een gewenste nauwkeurige positionering van de bus in het oog leidt.
De uitvinding beoogt een verbeterde werkwijze te verschaffen om de van een flexibele huls voorziene bus in het oog van een draagarm aan te brengen.
10 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1, gekenmerkt doordat de bus simultaan aan de axiale inbrengbeweging wordt geroteerd.
Door het tegelijkertijd axiaal bewegen en roteren van de bus wordt door de omtrek van de huls een soort schroefbeweging uitgevoerd 15 ten opzichte van de binnenzijde van het oog. Als gevolg hiervan zal de bus, wanneer deze wordt losgelaten na het inbrengen in het oog niet in axiale richting, maar slechts in tangentiele richting terugveren. Dit laatste is voor de positionering van de bus in het oog echter niet bezwaarlijk.
20 Bij voorkeur wordt aan de binnenzijde van het oog voordat de bus wordt ingebracht een smeermiddel, bijvoorbeeld zeep, aangebracht. Dit heeft als effect dat de rotatie van de flexibele huls ten opzichte van het oog vergemakkelijkt wordt.
Zoals hierboven vermeld, wordt het oog van een draagarm meestal 25 vervaardigd door het verhitten en vervolgens ombuigen van het betreffende draagarmeinde. Hierbij blijft altijd een spleet aanwezig tussen de eindrand van de draagarm en het begin van het oog. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de bus in dezelfde richting geroteerd als de ombuigrichting 30 waarmee het oog van de draagarm is gevormd. Hierdoor glijdt de flexibele huls soepel langs de spleet en wordt voorkomen dat de flexibele huls wordt beschadigd door de eindrand van de veerarm.
De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het inbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een oog 35 van een langsdraagarm voor een voertuigwielasophanging, omvattende positioneermiddelen voor het positioneren van de draagarm, alsmede een doorn voorzien van koppelmiddelen, welke doorn is ingericht om in de huls gestoken te worden en met de koppelmiddelen met de huls - 3 - gekoppeld te worden en is ingericht om simultaan een axiale beweging door het oog en een rotatiebeweging uit te voeren.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 Fig. 1 een zijaanzicht toont van een wielasophanging,
Fig. 2 in uiteengenomen delen een gedeelte van de wielasophanging van Fig. 1 toont,
Fig. 3 een aanzicht in doorsnede toont van de draagarm ter hoogte van het oog, en 10 Fig. 4 schematisch het inbrengen van een bus met een flexibele huls in een oog van een draagarm toont.
In Fig. 1 is een schematische wielasophanging van een asstel van een voertuig weergegeven. De wielas is aangeduid met 15 verwijzingscijfer 1. De wielas 1, waarop aan beide einden wielen zijn aangebracht, is weergegeven als een holle ronde as, maar zou ook een andere vorm kunnen hebben zoals bijvoorbeeld vierkant. Het voertuig is gewoonlijk aan beide zijden voorzien van een wielasophanging.
De wielasophanging omvat een aan het chassis 2 van het voertuig 20 bevestigde draagbeugel 3 die ook wel veerhand wordt genoemd. De wielasophanging omvat verder een scharnierend aan de draagbeugel 3 bevestigde zich in langsrichting uitstrekkende draagarm 4 voor de wielas 1. De draagarm 4 is in het getoonde voorbeeld uitgevoerd als een parabolische veer. De wielas 1 is op een op zich bekende wijze 25 vast op de draagarm 4 bevestigd door middel van een ü-vormige klem 5.
De draagarm 4 is aan een einde aan de draagbeugel 3 bevestigd door middel van een bevestigingsbout 6. Aan het andere einde is de draagarm bevestigd aan een gasveer 7 die tussen de draagarm 4 en het chassis 2 is aangebracht. Tussen draagarm 4 en de draagbeugel 3 is in 30 de getoonde uitvoeringsvorm ook nog een schokdemper 8 aangebracht.
Aan de hand van Fig. 2 wordt de bevestiging van de draagarm 4 aan de draagbeugel 3 verder verduidelijkt. De draagbeugel 3 omvat twee zijplaten 31 en 32. De zijplaten 31 en 32 zijn onderling verbonden door een voorplaat 33 en de draagbeugel 3 is in de 35 rijrichting naar achteren toe open. De bevestigingsbout 6 strekt zich in dwarsrichtring door de draagbeugel 3 uit en steekt door zich in hoofdzaak in de richting van de langsdraagarm uitstrekkende - 4 - sleufvormige gaten 34 resp. 35 die in de zijplaten 31 resp. 32 zijn aangebracht.
De draagarm is aan het aan de draagbeugel 3 bevestigde einde omgebogen (in de tekening met de klok mee) zodat een bevestigingsoog 5 41 is gevormd. Bij het ombuigen tot een oog 41 blijft altijd een spleet 44 aanwezig tussen de eindrand 45 van de draagarm 4 en het begin van het oog. In het oog 41 is een bus 42, bij voorkeur van staal, aangebracht. Tussen de bus 42 en het oog 41 is een flexibele huls 43, bij voorkeur van rubber aangebracht. De rubberen huls 43 kan 10 bijvoorbeeld met de bus 42 verbonden zijn door vulcaniseren. In Fig.
3 is een doorsnede door de draagarm 4 ter plaatse van het oog 41 weergegeven. Zoals te zien is, is de bus 42 met de flexibele huls 43 in de dwarsrichting gezien in het midden van het oog aangebracht, d.w.z. symmetrisch ten opzichte van de centrale lijn 46 van de 15 draagarm 4. Deze nauwkeurige centrering van de bus 42 met de flexibele huls 43 in dwarsrichting van de draagarm zorgt ervoor dat de bus 42 aan weerszijden iets buiten het oog 41 van de draagarm 4 uitsteekt. Daardoor kan, in gemonteerde toestand van de draagarm 4, de bus 42 door middel van de bevestigingsbout 6 met moer 61 strak 20 tussen de zijplaten 31 en 32 van de draagbeugel 3 ingeklemd worden.
Om de onderkant van de zijplaten 31, 32 van de draagbeugel 3 worden bij voorkeur instelelementen 9 aangebracht. Deze instelelementen 9 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm in hoofdzaak U-vormig in doorsnede en omvatten in hoofdzaak evenwijdige slijtplaten 25 91 resp. 92 met daarin in eikaars verlengde gelegen gaten 93 resp.
94. In gemonteerde toestand liggen de slijtplaten 91 en 92 aan weerszijden van de betreffende zijplaat 31, 32 van de draagbeugel 3 en bevinden de gaten 93, 94 erin zich ter hoogte van het sleufvormige gaten 34, 35. De bevestigingsbout past door deze gaten 93 en 94. De 30 functie van de instelelementen 9 is tweeledig. Enerzijds dient het instelelement 9 voor het gelijkmatig op de bus 42 overbrengen van de door de bevestigingsbout 6 en de moer 61 geleverde klemkracht. Anderzijds dient de instelbeugel voor het instellen van de positie van de bevestigingsbout 6 in de sleufgaten 34 en 35 en daarmee de 35 positie van het bevestigingspunt (scharnierpunt) van de draagarm 4 in de langsrichting van het voertuig. Deze instelling is nodig om de as 1 van het voertuig uit te kunnen richten.
- 5 -
In Fig. 4 is schematisch weergegeven hoe de bus 42 middels een daartoe bestemde inrichting 50 in het oog 41 wordt aangebracht. De inrichting omvat een doorn 51 die door de bus 42 gestoken kan worden. De doorn 51 is voorzien van klemelementen 52 die na het aanbrengen 5 van de bus 42 rond de doorn 51 radiaal naar buiten bewegen en op de binnenzijde van de bus 42 aangrijpen en deze daardoor klemvast aan de doorn 51 koppelt.
De inrichting 50 heeft verder positioneringsmiddelen 53 om de draagarm 4 te positioneren ten opzichte van de doorn 51. De 10 inrichting 50 heeft een sproeiorgaan 54 waarmee een smeermiddel zoals zeep tegen de binnenzijde van het oog 41 kan worden gespoten. De inrichting 50 omvat verder een aanslagorgaan 55 dat tegen de draagarm 4 ter plaatste van het oog kan worden geplaatst.
Het aanbrengen van de bus 42 met de erop gevulcaniseerde rubberen 15 huls 43 vindt als volgt plaats:
De bus 42 wordt op een doorn 51 aangebracht, waarna de klemelementen 52 zich vanuit een teruggetrokken stand radiaal naar buiten naar de klemstand bewegen, waarna de bus 42 met de doorn is gekoppeld. De draagarm 4 wordt in de positioneringsmiddelen 53 20 geplaatst en vastgezet zodat de hartlijn van het oog 41 zich in het verlengde van de hartlijn van de doorn 51 bevindt. De volgende fases van het inbrengen van de bus 42 in het oog 41 vinden bij voorkeur automatisch plaats.
In een eerste fase wordt het sproeiorgaan 54 vanaf de tegenover de 25 doorn gelegen zijde van de draagarm 4 in het oog gebracht en wordt door sproeiopeningen in het sproeiorgaan 54 rondom zeep aan de binnenzijde van het oog gesproeid. Deze fase is in het bijzonder in Fig. 4 weergegeven. Vervolgens wordt het sproeiorgaan 54 uit het oog getrokken en in dwarsrichting (aangeduid met dubbele pijl 56) 30 wegbewogen.
In de volgende fase wordt het aanslagorgaan 55 in axiale richting (geïllustreerd met dubbele pijl 57) naar het oog 41 van de draagarm 4 bewogen. Vanaf de andere zijde wordt de doorn 51 met de daarop aangebrachte bus 42 in axiale richting (geïllustreerd met dubbele 35 pijl 58) tot in het oog 41 bewogen en tegelijkertijd om de axiale as geroteerd (geïllustreerd met pijl 59). De rotatierichting van de doorn 51 is gelijk aan de richting waarin het oog 41 is omgebogen. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de buitenzijde van de rubberen huls 43 - 6 - soepel langs de eindrand 45 en de spleet 44 glijdt en niet beschadigd raakt.
De bus 42 met de huls 43 worden axiaal in het oog 41 bewogen totdat de bus 42 met het vrije einde tegen het aanslagorgaan 55 5 aankomt. Op dat moment is de bus 42 goed in het oog 41 gepositioneerd ten opzichte van de centrale lijn 46 en worden de klemelementen 52 radiaal naar binnen naar de teruggetrokken stand bewogen, waarna de doorn 51 uit de bus 42 teruggetrokken wordt en het aanslagorgaan 55 in de tegenovergestelde richting van het oog af bewogen wordt.
10 De draagarm 4 kan vervolgens door een persoon of een robot uit de positioneringselementen 53 verwijderd worden zodat de inrichting 50 gereed is om een volgende draagarm 4 en bus 42 op te nemen.
Op het moment dat de klemelementen 52 naar de teruggetrokken stand worden bewogen, raakt de bus 42 ontkoppeld van de doorn 51 en zal de 15 tijdens het in het oog brengen 41 van de bus 42 teweeggebrachte vervorming van de rubberen huls 43 ervoor zorgen dat de bus 42 enigszins zal draaien in de tegenovergestelde richting als de richting waarin de doorn 51 draaide bij het inbrengen in het oog 41. De bus 42 zal echter in zijn axiale richting niet verplaatsen na het 20 ontkoppelen van de doorn 51, waardoor de gewenste positionering van de bus 42 in het oog 41 ten opzichte van de centrale lijn 46 van dearm 4 gewaarborgd blijft.
1032252-
Claims (8)
1. Werkwijze voor het aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een oog van een langsdraagarm voor een 5 voertuigwielasophanging, waarbij de bus axiaal in het oog wordt gebracht, met het kenmerk, dat de bus simultaan aan de axiale inbrengbeweging wordt geroteerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de bus op een doorn wordt 10 aangebracht en daarmee wordt gekoppeld om vervolgens met de doorn in het oog te worden gebracht en waarbij de doorn na het inbrengen van de bus in het oog wordt ontkoppeld van de bus en wordt teruggetrokken.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bus aan de tegenover de inbrengzijde van het oog gelegen zijde wordt tegengehouden door een aanslagorgaan.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan de 20 binnenzijde van het oog voordat de bus wordt ingebracht een smeermiddel, bijvoorbeeld zeep, wordt aangebracht.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bus in dezelfde richting wordt geroteerd als de ombuigrichting waarmee 25 het oog van de draagarm is gevormd.
6. Inrichting voor het inbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een oog van een langsdraagarm voor een voertuigwielasophanging, omvattende positioneermiddelen voor het 30 positioneren van de draagarm, alsmede een doorn voorzien van koppelmiddelen, welke doorn is ingericht om in de huls gestoken te worden en met de koppelmiddelen met de huls gekoppeld te worden en is ingericht om simultaan een axiale beweging door het oog en een rotatiebeweging uit te voeren. 35
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de inrichting een aanslagorgaan omvat dat is ingericht om aan een zijde van het oog 1032252; - 8 - te worden gepositioneerd om de door het oog gestoken bus tegen te houden.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de inrichting 5 sproeimiddelen omvat voor het in het oog van een in de positioneermiddelen gepositioneerde draagarm sproeien van een smeermiddel. 10322523
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032252A NL1032252C2 (nl) | 2006-07-28 | 2006-07-28 | Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog. |
EP07075622A EP1914441B1 (en) | 2006-07-28 | 2007-07-20 | Fitting of a flexible sleeve with a bushing in the mounting eye of a spring |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1032252A NL1032252C2 (nl) | 2006-07-28 | 2006-07-28 | Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog. |
NL1032252 | 2006-07-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1032252C2 true NL1032252C2 (nl) | 2008-01-29 |
Family
ID=37888365
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1032252A NL1032252C2 (nl) | 2006-07-28 | 2006-07-28 | Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1914441B1 (nl) |
NL (1) | NL1032252C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP4100267A1 (en) | 2020-02-03 | 2022-12-14 | VDL Weweler B.V. | Vehicle trailing arm assembly having an assembled eyelet |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5551142A (en) * | 1978-10-05 | 1980-04-14 | Tokai Rubber Ind Ltd | Press fit rubber bushing |
JPS5676739A (en) * | 1979-11-28 | 1981-06-24 | Toyota Motor Corp | Compression securing of elastic substance |
JP2001241505A (ja) * | 2000-02-25 | 2001-09-07 | Hokushin Ind Inc | 防振ブッシュ保持構造及び防振ブッシュの接着方法 |
EP1132244A2 (en) * | 2000-03-09 | 2001-09-12 | Lord Corporation | X-Configuration engine mounting |
-
2006
- 2006-07-28 NL NL1032252A patent/NL1032252C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-07-20 EP EP07075622A patent/EP1914441B1/en active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5551142A (en) * | 1978-10-05 | 1980-04-14 | Tokai Rubber Ind Ltd | Press fit rubber bushing |
JPS5676739A (en) * | 1979-11-28 | 1981-06-24 | Toyota Motor Corp | Compression securing of elastic substance |
JP2001241505A (ja) * | 2000-02-25 | 2001-09-07 | Hokushin Ind Inc | 防振ブッシュ保持構造及び防振ブッシュの接着方法 |
EP1132244A2 (en) * | 2000-03-09 | 2001-09-12 | Lord Corporation | X-Configuration engine mounting |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1914441B1 (en) | 2012-09-05 |
EP1914441A1 (en) | 2008-04-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7296809B2 (en) | Rotary cam alignment system | |
CN109562663B (zh) | 用于制造机动车的导臂支承组件的方法以及支承组件 | |
NL1032252C2 (nl) | Aanbrengen van een van een flexibele huls voorziene bus in een veeroog. | |
US20040070161A1 (en) | Stabilizer bar with bushings that remain fixed to the bar | |
US7766306B2 (en) | Device for removing wheel end components as an assembly on vehicles with ball joints and method for servicing vehicle ball joints | |
NL8500970A (nl) | Werkwijze voor de vervaardiging van contactveerbussen. | |
CA2700747C (en) | Method to produce suspension module and frame that reduces need for final alignment | |
FR2855459A1 (fr) | Essieu souple arriere a actionneurs et vehicule correspondant | |
NL1008615C1 (nl) | Bevestigingsinrichting voor een langsdraagarm van een geveerd asstel van een voertuig. | |
US4103531A (en) | Method and apparatus for correcting bent strut misalignment | |
JP4551595B2 (ja) | 樹脂製バンパ用塗装治具、およびそれを使用する部品の塗装方法 | |
KR20220130328A (ko) | 가공 정밀도가 향상된 머시닝센터용 가공 지그 | |
EP0728658A1 (de) | Hinterachse für ein Kraftfahrzeug | |
CN104470790A (zh) | 转向柱组件 | |
CN106494177A (zh) | 一种扭力梁轮毂支架总成 | |
CA2205779A1 (en) | Vehicle wheel alignment tool | |
JP4382261B2 (ja) | ストラット式サスペンションの組付装置 | |
KR101658814B1 (ko) | 코일스프링 보호튜브 조립장치 | |
EP3196628A1 (en) | Assembly for adjusting the geometry of a vehicle suspension | |
GB2193693A (en) | Vehicle wheel suspension assembling and alignment | |
CN113635014A (zh) | 辅助轮组件装配设备 | |
CN104874992A (zh) | 汽车后桥扭力梁铰接衬套拆装工具 | |
EP1197358A1 (fr) | Procédé de fabrication d'un bras pour une suspension multi-bras | |
CN108248683B (zh) | 转向节及车辆 | |
AU2017100448A4 (en) | the article to be painted |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150201 |