NL1032011C2

NL1032011C2 - Kraanuitloop.

Info

Publication number: NL1032011C2
Application number: NL1032011A
Authority: NL
Inventors: Arnoldus Nicolaas Maria Voort
Original assignee: Arnoldus Nicolaas Maria Voort
Priority date: 2006-06-15
Filing date: 2006-06-15
Publication date: 2007-12-18

Description

Kraanuitloop

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kraanuitloop, in het bijzonder voor een keuken-, bad- of douchekraan, of elke andere kraan die is gemonteerd bij een spoelbak of wastafel en dergelijke.

Dergelijke kranen hebben in het algemeen een kraanuitloop die in een horizontale 5 richting zwenkbaar is. Met andere woorden de uitstroomopening van de kraanuitloop heeft een nagenoeg vaste afstand tot de bodem van de spoel- of wasbak. Bij het vullen van hoge houders, zoals emmers en dergelijke heeft dit het nadeel dat de ruimte tussen de uitstroomopening van de kraanuitloop en de bodem van de spoelbak te klein is om de emmer onder de uitstroomopening te kunnen plaatsen, zonder de emmer enigszins te 10 kantelen. Dit heeft weer tot gevolg dat de gevulde emmer bij het verwijderen van onder de uitlaatopening weer gedeeltelijk leeg zal lopen.

De onderhavige uitvinding beoogt een kraanuitloop te verschaffen, waarbij deze nadelen op doelmatige wijze worden vermeden.

Uitgaande van een kraanuitloop voor een kraan, die een holle buis omvat, die nabij 15 het ene uiteinde een gebogen gedeelte en nabij het andere uiteinde een recht gedeelte heeft, welk recht gedeelte afdichtend is gemonteerd op een uitstroombuis van de kraan, wordt dit oogmerk volgens de uitvinding bereikt, doordat de kraanuitloop bestaat uit een zittingdeel, dat vast is verbonden met de uitstroombuis van de kraan, en samenwerkt met een aan het uiteinde van het rechte gedeelte van de holle buis aangebracht kogelvormig kleplichaam, 20 dat afdichtend is opgenomen in het zittingdeel en een doorgaande opening heeft, die in stromingsverbinding staat met de inwendige ruimte van deze buis, en uit een huisdeel, dat vast is verbonden met het zittingdeel en het kogelvormige kleplichaam tussen het zittingdeel en zich zelf opsluit, welk huisdeel is voorzien van een opening, waardoor de holle buis steekt, zodanig, dat de holle buis zowel in een verticaal vlak als in een 25 horizontaal vlak beweegbaar is.

Bij voorkeur is volgens de uitvinding de constructie zodanig getroffen, dat als de holle buis in een verticaal vlak naar achteren is geklapt tot de door de opening bepaalde eindstand de doorgaande opening in het kleplichaam volledig door het zittingdeel is afgesloten, en als de holle buis in het verticale vlak naar voren is geklapt tot de door de 30 opening bepaalde eindstand de doorgaande opening volledig is vrijgegeven.

1032011 _ - 2 -

Op deze wijze is de uitloop van de kraan volledig afgesloten als het rechte gedeelte van de buis zich in de naar achteren geklapte stand bevindt. Door de holle buis naar voren te klappen zal de doorlaatopening in het kleplichaam door het zittingdeel geleidelijk 5 worden vrijgegeven tot deze in de eindstand volledig is geopend.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Figuur 1 een doorsnede toont van de kraanuitloop volgens de onderhavige uitvinding, in de geopende stand, en

Figuur 2 een met figuur 1 overeenkomende doorsnede toont van de kraanuitloop in 10 een afsluitende stand.

Zoals duidelijk zichtbaar is in de figuren 1 en 2 bestaat de kraanuitloop uit een holle buis 1, die nabij de uitstroomopening hiervan een gebogen gedeelte la heeft en nabij het andere uiteinde een recht gedeelte lb heeft. Aan het uiteinde van de rechte gedeelte is een kogelvormig kleplichaam 2 aangebracht, dat een doorgaande opening 3 heeft, die in 15 stromingsverbinding staat met het inwendige van de holle buis.

De kraanuitloop omvat vervolgens een zittingdeel 4,. dat door middel van een schroefverbinding vast is gemonteerd op de uitlaat 5 van een bestaande (niet nader weergegeven) kraan. Op het zittingdeel is door middel van een schroefdraadverbinding een huisdeel gemonteerd, waarbij het kogelvormige kleplichaam tussen het zittingdeel en het 20 huisdeel is opgesloten. Het huisdeel heeft tevens een opening 7, waardoor de holle buis steekt.

De doorgaande opening 3 door het kleplichaam 2 heeft sluit met het ene uiteinde hiervan aan op de inwendige ruimte van de holle buis en heeft hier een dwarsdoorsnede die gelijk is aan die van de inwendige ruimte van de holle buis. De dwarsdoorsnede neemt 25 naar het andere uiteinde toe geleidelijk af, waarbij de doorgaande opening een enigszins gebogen vorm heeft, zodat de hartlijnen van de openingen aan beide uiteinden een hoek met elkaar insluiten.

In figuur 1 is de kraanuitloop weergegeven in de geopende stand. Hier is de holle buis 1 in de opening in het vlak van tekening naar voren geklapt tot de eindstand hiervan. 30 Het zittingdeel 4 laat in deze stand de doorgaande opening 3 vrij, zodat water vanaf de buis 5 door de holle buis 1 naar buiten kan stromen. Door de holle buis in de opening 7 naar achteren te klappen tot de andere eindstand, waarin het rechte gedeelte lb van de - 3 - holle buis naar achteren is geklapt, sluit het zittingdeel 4 de doorgaande opening 3 in het kleplichaam 2 af, zodat er geen water vanuit de buis 5 kan wegstromen. In deze laatste stand heeft de uitstroomopening van de holle buis een veel grotere afstand tot een bodem van de was- of spoelbak, zodat in deze stand gemakkelijk een emmer of dergelijke onder 5 de uitstroomopening kan worden geplaatst. In de hier weergegeven uitvoeringsvorm maakt het rechte gedeelte lb van de holle buis in de naar achteren geklapte toestand een hoek van ongeveer 30° met de verticale hartlijn van de buis 5. Deze hoek kan natuurlijk worden gevarieerd, naar gelang de eisen en het gebruiksdoel.

Het voordeel van deze kraanuitloop is dat deze gemakkelijk op elke bestaande 10 kraan kan worden gemonteerd.

De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm, maar binnen het kader van de bijgaande conclusies kunnen een groot aantal varianten en wijzigingen worden aangebracht, die alle voor de vakman voor de hand zullen liggen. Zo is het mogelijk de kraanuitloop in elke verticale stand tevens een 15 beperkte horizontale zwenkbeweging te laten uitvoeren, bijvoorbeeld over een hoek van 90°. Ten slotte behoeft de kraanuitloop niet op de uitstroombuis van een kraan te zijn bevestigd, maar kan eventueel zelf de functie van kraan of afsluiter vervullen.

1 0 3 2 0 1 1 .

Claims

1. Kraamuitloop voor een kraan, omvattende een holle buis (1), die nabij het ene uiteinde een gebogen gedeelte (la) en nabij het andere uiteinde een recht 5 gedeelte (lb) heeft, welk recht gedeelte afdichtend is gemonteerd op een uitstroombuis (5) van de kraan, zodanig, dat de holle buis ten opzichte van de genoemde uitstroombuis een beperkte beweging kan maken, met het kenmerk, dat de kraanuitloop bestaat uit een zittingdeel (4), dat vast is verbonden met de uitstroombuis (5) van de kraan, en samenwerkt met een aan het uiteinde van het 10 rechte gedeelte van de holle buis aangebracht kogelvormig kleplichaam (2), dat afdichtend is opgenomen in het zittingdeel, en een doorgaande opening (3) heeft, die in stromingsverbinding staat met de inwendige ruimte van deze buis (1), en uit een huisdeel (6), dat vast is verbonden met het zittingdeel en het kogelvormige kleplichaam tussen het zittingdeel en zich zelf opsluit, welk 15 huisdeel is voorzien van een opening (7), waardoor de holle buis steekt, zodanig, dat de holle buis zowel in een verticaal vlak als in een horizontaal vlak beweegbaar is.

2. Kraanuitloop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de constructie zodanig 20 is getroffen, dat als de holle buis in een verticaal vlak naar achteren is geklapt tot de door de opening (7) bepaalde eindstand (figuur 2), de doorgaande opening (3) in het kleplichaam volledig door het zittingdeel is afgesloten, en als de holle buis naar voren is geklapt tot de door de opening (7) bepaalde eindstand (figuur 1) de doorgaande opening (3) volledig is vrijgegeven. 25

3. Kraanuitloop volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat de doorgaande opening in het kogelvormige kleplichaam met het ene uiteinde aansluit op de inwendige ruimte van de holle buis en hier een met de dwarsdoorsnede van deze inwendige ruimte overeenkomende dwarsdoorsnede heeft, welke doorgaande 30 opening een bocht maakt, zodat het andere uiteinde hiervan is versprongen ten opzichte van de centrale hartlijn van de holle buis. 1 0 3 2 0 1 1., - 5 -

4. Kraanuitloop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening (7) in het huisdeel zodanig is dat de kraanuitloop een beperkte horizontale zwenkbeweging kan uitvoeren.

5. Kraanuitloop volgens een of meer van de voorafgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de kraanuitloop de functie van een kraan of afsluiter vervult. 1032011