NL1031945C2

NL1031945C2 - Waterbouwkundig constructie-element.

Info

Publication number: NL1031945C2
Application number: NL1031945A
Authority: NL
Inventors: Olaf Vijn
Original assignee: Houtindustrie Mevo B V
Priority date: 2006-06-02
Filing date: 2006-06-02
Publication date: 2007-12-04

Description

Waterbouwkundig construed e-element

De uitvinding heeft betrekking op een waterbouwkundig constructie-element omvattende een eerste deel en een tweede deel die middels een verbinding met een lijm 5 hecht met elkaar zijn verbonden, waarbij het tweede deel bestemd is om althans gedeeltelijk onder water te worden toegepast, en waarbij althans het tweede deel hout omvat.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een 10 dergelijk waterbouwkundig constructie-element.

Een waterbouwkundig constructie-element van de in de aanhef genoemde soort is uit de praktijk bekend als een damwand-element. Voor het eerste deel, dat boven water word toegepast, wordt een houtsoort met een relatief grote duurzaamheid toegepast, 15 bijvoorbeeld tropisch hardhout. Voor het tweede deel, dat althans gedeeltelijk onder water wordt toegepast, kan worden volstaan met een houtsoort met een minder grote duurzaamheid. Het eerste en tweede deel zijn middels een lijmverbinding met polyurethaan hecht met elkaar verbonden. Het gebruik van polyurethaan heeft als voordeel dat dit relatief snel uithardt, typisch in een dag. Bovendien kan met 20 polyurethaan hout dat relatief veel vocht bevat aan elkaar worden gelijmd. Het is bekend dat daarbij het vocht in het hout het uitharden van de polyurethaan bevordert.

Het bekende damwand-element heeft als nadeel dat de uitgeharde polyurethaan door inwerking van water week kan worden. Wanneer het bekende damwand-element in de 25 grond wordt gedreven, gebeurt het daardoor regelmatig dat het damwand-element ter plaatse van de lijmverbinding breekt. Ook kan het bekende damwand-element gemakkelijk breken wanneer daar een schip tegenaan vaart. Het is een omslachtig en tijdrovend karwei om het tweede deel van het damwand-element dat daarbij in de grond achterblijft naderhand te verwijderen. Hierdoor kunnen bij damwanden, en bij het 30 realiseren van damwanden, waarin het bekende damwand-element wordt toegepast grote schades ontstaan.

1031945

LA 06.1323 NL

Het is een doel van de uitvinding om een waterbouwkundig constructie-element van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen waarvan de verbinding met lijm beter bestand is tegen inwerking van water.

-2- 5 Om het beoogde doel te bereiken is een waterbouwkundig constructie-element van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de lijm melamine omvat. Het is proefondervindelijk gebleken dat de lijmverbinding met melamine goed bestand is tegen inwerking van water. De lijmverbinding blijkt daarbij zijn stevigheid te behouden. Dit laatste is verassend, ook omdat het bekend is dat hout relatief droog moet 1 o zijn om het met melamine te kunnen lijmen. Schade als gevolg van het breken van het waterbouwkundig constructie-element ter plaatse van de lijmverbinding wordt tegengegaan.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het waterbouwkundig constructie-element heeft als 15 kenmerk dat de lijm is gemengd met een harder met een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm die groter is dan 0,30. Het is bekend om een lijm met melamine met een harder te mengen met een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm in een gebied van ongeveer 0,10 tot ongeveer 0,25. Het is gebleken dat een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm van groter dan 0,30 de bestendigheid 20 van de lijmverbinding tegen inwerking van water bevordert. Anderzijds hardt bij een dergelijke gewichtsverhouding de lijm beter en sneller uit. Door toepassing van een dergelijke gewichtsverhouding kan het hout gelijmd worden wanneer dit nog relatief vochtig is. Dit laatste is bijvoorbeeld gunstig onder winterse omstandigheden wanneer ten gevolge van lage temperaturen hout minder snel droogt, en een lijmverbinding 25 minder snel uithardt.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het waterbouwkundig constructie-element heeft als kenmerk dat voorts het eerste deel hout omvat, en dat een duurzaamheid van het hout van het eerste deel groter is dan een duurzaamheid van het hout van het tweede 30 deel. Het eerste deel dient een relatief grote duurzaamheid te hebben omdat dit deel is blootgesteld aan inwerking van zuurstof uit omgevingslucht. Het tweede deel wordt -3- althans gedeeltelijk onder water toegepast en staat daarom minder bloot aan inwerking van zuurstof. Het tweede deel hoeft daarom een minder grote duurzaamheid te hebben. Als hout voor het eerste deel kan bijvoorbeeld een hardhout worden toegepast zoals Angelim of Vermelho. Als hout voor het tweede deel kan bijvoorbeeld een zachthout 5 worden toegepast. Anderzijds kunnen ook voor het tweede deel meer duurzame houtsoorten worden toegepast zoals geïmpregneerd vurenhout.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van het waterbouwkundig constructie-element heeft als kenmerk dat het eerste deel uit een kunststof is vervaardigd, waardoor het eerste deel 10 een bijzonder grote duurzaamheid kan verkrijgen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het waterbouwkundig constructie-element heeft als kenmerk dat het eerste en tweede deel door tussenkomst van een vingerlas met elkaar zijn verbonden. Een verdere voorkeursuitvoeringsvonn van het waterbouwkundig 15 constructie-element heeft als kenmerk dat het waterbouwkundig constructie-element een damwand-element of een steigerpaal is.

De uitvinding voorziet voorts in een werkwijze voor het vervaardigen van een waterbouwkundig constructie-element door het middels een lijmverbinding hecht met 20 elkaar verbinden van een eerste deel en een tweede deel, waarbij het tweede deel bestemd is om althans gedeeltelijk onder water te worden toegepast, en waarbij althans het tweede deel hout omvat, gekenmerkt door het realiseren van de lijmverbinding met een lijm die melamine omvat. Een voorkeursuitvoeringsvonn van de werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt door het mengen van de lijm met een harder tot een 25 mengsel met een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm die groter is dan 0,30, en het daarna met het mengsel realiseren van de lijmverbinding.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt door het, voorafgaand aan het met elkaar verbinden van het eerste en 30 tweede deel, drogen van althans het tweede deel, en het, na het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, drogen van de lijmverbinding. Bijzonder goede resultaten zijn -4- in dit verband geboekt met een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding die is gekenmerkt door het, voorafgaand aan het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, gedurende 1 tot 3 weken aan lucht laten drogen van althans het tweede deel, en het, na het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, 5 gedurende 1 tot 2 weken aan lucht laten drogen van de lijmverbinding. Indien ook het eerste deel uit hout is vervaardigd, kan het hierboven beschreven drogen ook op het eerste deel worden toegepast.

Om de lijmverbinding tussen het eerste en tweede deel verder te verstevigen is een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door het middels een vingerlas met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel. De combinatie van een vingerlas en een lijm met melamine geeft een stevige en duurzame verbinding tussen het eerste én tweede deel.

15 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening tonen:

Figuren 1 A,B respectievelijk een uitvoeringsvoorbeeld van een damwand- element volgens de uitvinding en een doorsnede langs de lijn . A-A.

20 De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

25 Het in figuren 1A,B getoonde damwand-element 10 heeft een eerste deel 1 en een tweede deel 2 die middels een vingerlas 3 hecht met elkaar zijn verbonden. Het eerste deel 1 is bestemd om boven water te worden toegepast, terwijl het tweede deel 2 is bestemd om althans gedeeltelijk onder water te worden toegepast. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het eerste deel 1 van het damwand-element 10 vervaardigd van 30 een tropisch hardhout, terwijl het tweede deel 2 is vervaardigd van zachthout. Het damwand-element 10 heeft aan één zijkant een uitstekende ribbe 4, en aan een -5- daartegenover gelegen zijkant een groef 5. Aan een onderkant is het damwand-element 10 voorzien van een afschuining 6. Het damwand-element 10 wordt bij het in de grond drijven als gevolg van de afschuining 6 zijwaarts gedrukt waardoor de ribbe 4 van het damwand-element 10 stevig in een groef van een naburig damwand-element kan worden 5 gedrukt. Het damwand-element 10 kan zo op (nagenoeg) waterdichte wijze aansluiten op het naburige damwand-element.

Om een eerste deel 1 en een tweede deel 2 van een damwand-element 10 middels een vingerlas 3 hecht met elkaar te verbinden, wordt de volgende werkwijze toegepast. Het 10 eerste deel 1 en het tweede deel 2 worden, vóórdat deze aan elkaar worden gelijmd, gedurende anderhalve week aan de lucht gedroogd. Het hout van het eerste deel 1 en het hout van het tweede deel 2 worden daardoor voldoende droog zodat het eerste deel 1 en het tweede deel 2 dan met een lijm die melamine omvat aan elkaar gelijmd kunnen worden. De lijm met melamine wordt gemengd met een harder tot een mengsel met een 15 gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm van 0,4. Vervolgens worden het eerste deel 1 en het tweede deel 2 met behulp van het mengsel aan elkaar gelijmd. Een zo gerealiseerde lijmverbinding laat men gedurende anderhalve week aan de lucht drogen. De lijmverbinding krijgt zo voldoende tijd om uit te harden voor een hechte verbinding tussen het eerste deel 1 en het tweede deel 2.

20

Het is gebleken dat de lijmverbinding met melamine goed bestand is tegen inwerking van water. Breken van het damwand-element 10 ter plaatse van de vingerlas 3 wordt aldus tegengegaan. Door een overmaat harder aan de lijm toe te voegen, bijvoorbeeld door het toepassen van een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm van 0,4, 25 wordt de waterbestendigheid van de lijmverbinding verder vergroot. Bovendien hardt de lijmverbinding dan sneller uit, en kunnen het eerste deel 1 en het tweede deel 2 aan elkaar worden gelijmd wanneer deze nog relatief veel vocht bevatten.

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter één uitvoeringsvoorbeeld nader werd 30 toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.

Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog 1 031 94 5

Claims

1. Waterbouwkundig constructie-element omvattende een eerste deel en een tweede deel die middels een verbinding met een lijm hecht met elkaar zijn verbonden, 5 waarbij het tweede deel bestemd is om althans gedeeltelijk onder water te worden toegepast, en waarbij althans het tweede deel hout omvat, met het kenmerk, dat de lijm melamine omvat.

2. Waterbouwkundig constructie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de lijm is gemengd met een harder met een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm die groter is dan 0,30.

3. Waterbouwkundig constructie-element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voorts het eerste deel hout omvat, en dat een duurzaamheid van het hout 15 van het eerste déél groter is dan een duurzaamheid van het hout van het tweede deel.

4. Waterbouwkundig constructie-element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste deel uit een kunststof is vervaardigd.

5. Waterbouwkundig constructie-element volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste en tweede deel door tussenkomst van een vingerlas met elkaar zijn verbonden.

6. Waterbouwkundig constructie-element volgens één of meer der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat het waterbouwkundig constructie-element een damwand-element of een steigerpaal is.

7. Werkwijze voor het vervaardigen van een waterbouwkundig constructie-element door het middels een lijmverbinding hecht met elkaar verbinden van een eerste deel en 30 een tweede deel, waarbij het tweede deel bestemd is om althans gedeeltelijk onder water 1031945 -8- te worden toegepast, en waarbij althans het tweede deel hout omvat, gekenmerkt door het realiseren van de lijmverbinding met een lijm die melamine omvat.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt door het mengen van de lijm met 5 een harder tot een mengsel met een gewichtsverhouding tussen de harder en de lijm die groter is dan 0,30, en het daarna met het mengsel realiseren van de lijmverbinding.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt door het, voorafgaand aan het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, drogen van althans het tweede deel, 10 en het, na het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, drogen van de lijmverbinding.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, gekenmerkt door het, voorafgaand aan het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, gedurende 1 tot 3 weken aan lucht laten 15 drogen van althans het tweede deel, en het, na het met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel, gedurende 1 tot 2 weken aan lucht laten drogen van de lijmverbinding.

11. Werkwijze volgens één of meer der conclusies 7-10, gekenmerkt door het middels een vingerlas met elkaar verbinden van het eerste en tweede deel. 20 1031945