NL1031613C2 - Werkwijze en inrichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren alsmede installatie voor een kuddebeheer. - Google Patents

Werkwijze en inrichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren alsmede installatie voor een kuddebeheer. Download PDF

Info

Publication number
NL1031613C2
NL1031613C2 NL1031613A NL1031613A NL1031613C2 NL 1031613 C2 NL1031613 C2 NL 1031613C2 NL 1031613 A NL1031613 A NL 1031613A NL 1031613 A NL1031613 A NL 1031613A NL 1031613 C2 NL1031613 C2 NL 1031613C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sample
animal
registration
sampling
data
Prior art date
Application number
NL1031613A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1031613A1 (nl
Inventor
Peter Dr Kaever
Original Assignee
Westfaliasurge Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Westfaliasurge Gmbh filed Critical Westfaliasurge Gmbh
Publication of NL1031613A1 publication Critical patent/NL1031613A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1031613C2 publication Critical patent/NL1031613C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/001Ear-tags
    • A01K11/003Ear-tags with means for taking tissue samples, e.g. for DNA analysis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/007Monitoring milking processes; Control or regulation of milking machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/04Milking machines or devices with pneumatic manipulation of teats
    • A01J5/045Taking milk-samples
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/001Ear-tags
    • A01K11/004Ear-tags with electronic identification means, e.g. transponders
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Automatic Analysis And Handling Materials Therefor (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)
  • Investigating Or Analysing Biological Materials (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren - alsmede installatie voor een kuddebeheer
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren, waarbij op een monsterneemplaats een monster aan een dier wordt ontnomen en een dier-ID voor de identificatie van het dier, een 5 registratie-ID voor de identificatie van de monsterontneming, en een monster-ID voor de identificatie van het monster, wordt bepaald, alsmede een installatie voor een kuddebeheer.
Onder een ID (identificatie) wordt een elke vorm voor individuele kenmerking verstaan. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan van 10 een numerieke of alfanumerieke kenmerking. In het kader van een verdere ontwikkeling van de automatisering van kuddebeheer, de behoefte aan een toenemende bewaking van een individueel dier, in het bijzonder met betrekking tot de gezondheidstoestand, in een kudde, en de toegenomen eisen aan de kwaliteit van diermelk treedt voor 15 melkproducerende bedrijven de verkrijging van gegevens van individuele dieren voor beheer van de kudden zowel als de verkrijging van gegevens gedurende het melkproces, steeds meer op de voorgrond.
In de stand van de techniek zijn enkele werkwijzen bekend voor het verkrijgen van informatie met betrekking tot een dier 20 respectievelijk tot vers afgemolken melk. Het is bijvoorbeeld bekend om data met betrekking tot gezondheid, met betrekking tot het gedrag van het dier, met betrekking tot de kwaliteit of samenstelling van diermelk, met betrekking tot een fysieke, chemische, biologische en/of morfologische eigenschap van de diermelk te verzamelen en te 25 evalueren. In het bijzonder met het oog op de veelheid aan verschillende te registreren parameters en de hoeveelheid aan gegevens is bij een omvangrijke dataverzameling in het bijzonder een efficiënte, tactische, ongevoelig voor fouten en betrouwbare bijeenbrenging van data van belang.
30 In het kader van een kuddebeheer, dat wil zeggen de bij voorkeur omvangrijke organisatie van vele aspecten die in samenhang staan met een kudde, zoals bijvoorbeeld het voerproces, het melkproces, en andere, is de verbinding van de gemeten data die betrekking hebben op dieren met de identificatie van het dier, in het 1031613 --—-- - 2 - middelpunt van belangstelling- In de stand van de techniek zijn een meerdere werkwijzen en inrichtingen bekend die een automatische indeling van het individuele dier aan de gegevens die betrekking hebben op het dier, mogelijk maken.
5 Het is bijvoorbeeld bekend om op de dag van een onderzoek van de te onderzoeken dieren een barcode af te drukken die wordt geplakt op een monsterhouder. Deze werkwijze wordt in het bijzonder gebruikt in bedrijven waarbij een melkcaroussel gebruikt wordt. Een noteren van diernummers op de monsterhouders is weliswaar zeer gangbaar, 10 echter toont dit in de praktijk aanzienlijke nadelen aangezien het arbeidsintensief en gevoelig voor fouten is.
Ook is het bekend om kratten met gemarkeerde nummers en daarin monsterhouders die voorzien zijn van een nummerkenmerking te gebruiken, waarbij er door het nummerpaar kratnummer-15 monsterhoudernummer een eenduidige toeordening plaatsvindt. In het bijzonder ten behoeve van het ontnemen van zogenoemde gemengde monsters (een gedeelte 's ochtends en een gedeelte 's avonds van hetzelfde dier) is een efficiënte toeordening van dier en monster bijzonder belangrijk. Op dit moment is het in de praktijk 20 gebruikelijk om met geprinte lijsten te werken die een toeordening van dier en kratnummer alsmede een monsterhoudernummer mogelijk maken. In het bijzonder voor gemengde monsters is een samenstelling van het monster met een juiste verhouding belangrijk zodat de hoeveelheden melk respectievelijk hoeveelheden monsters eveneens 25 bijvoorbeeld op de lijst moeten worden aangegeven. In de praktijk worden de hoeveelheden monsters middels tabellen uit de hoeveelheden melk van de beide melkingen bepaald.
Bovendien is het bekend om gebruik te maken van draagbare apparaten waarmee een monster direct aan een dier kan worden 30 ontnomen. Het nut van een dergelijke gang van zaken is te vinden in de meetresultaten die een onmiddellijke uitspraak mogelijk maken over het dier en de gezondheidstoestand daarvan respectievelijk over de diermelk. Een typische toepassing van deze draagbare apparaten is een meting van de geleidingswaarde en temperatuur van de melk.
35 Uit WO 01/72115 is een inrichting bekend die ten minste een melkbeker met een leiding naar een opslagvat in verbinding met testmiddelen voor het onderzoeken van de melk, omvat. Verder zijn daarin inrichtingen voor het voorbehandelen van het dier, genoemd. De problematiek van de toeordening van monster en dier wordt echter in 40 dit document niet behandeld.
- 3 -
Er zijn ook apparaten bekend voor stallen, waarbij er met behulp daarvan een bepaling van de hoeveelheid melk mogelijk is. Deze apparaten hebben echter tot dusverre geen mogelijkheid om automatisch de plaatsnummer in te lezen.
5 Om de missende verbinding tussen het monster en de gegevens van het dier te verkrijgen, zijn er handmatige stappen nodig die in het algemeen een markering van het monster omvatten. In het bijzonder in bedrijven met een commerciële inslag, voor welke dergelijke onderzoeken van interesse zijn, vormen de gevoeligheid voor fouten en 10 de moeite bij het handmatig beheren van gegevens een serieus probleem dat tot dusverre nog niet was opgelost. Het uitprinten van diernummers door een printer, wanneer de dieren het melkstation binnengaan, alsmede het aanbrengen van de uitgeprinte etiketten zorgt ook in deze implementatie voor een aanzienlijke hoeveelheid werk.
15 In stationaire, vast geïnstalleerde meetapparaten bestaat de mogelijkheid om via de herkenning van het dier informatie over de toewijzing van dier en plaats te verkrijgen. Deze vaste toeordening van het apparaat tot de plaats maakt het mogelijk om de toeordening van gegevens van dieren met de meetgegevens uit te voeren. Een 20 gangbare realisatie is in de vorm van stationair aangebrachte melkbeturingsapparaten, die in staat zijn om de melkhoeveelheid te registreren. Aangezien vaak een gegevenstechnische verbinding met een kuddebeheersprogramma al gerealiseerd is, zijn alle voorwaarden aanwezig om de verbinding tussen gegevens die betrekking hebben op 25 dieren en een gegevensverzameling met betrekking tot dieren, te realiseren. Bij stationaire situaties is het vaak niet zinvol om complexe analysemogelijkheden te realiseren aangezien deze gevoelig en kostbaar kunnen zijn en soms gebruik maken van reagentia. Zeer specifieke analyseapparaten zijn derhalve voor het moment stationair 30 realiseerbaar; om deze reden treedt wederom het probleem op van een vergrootte inspanning bij de toewijzing van monster en dier. In het bijzonder op dagen waarop monster moeten worden genomen, wanneer grote delen van het bestand aan dieren moet worden onderzocht, veroorzaken deze handelingen aanzienlijke logistieke-, tijds- en 35 kostenproblemen.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een werkwijze te verschaffen voor het beschikbaar stellen van gegevens met betrekking tot individuele dieren, die betrouwbaar, in het bijzonder efficiënt, ongevoelig voor fouten en tegelijkertijd praktisch uitvoerbaar is.
- 4 -
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een werkwijze met de kenmerken van conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen en verdere ontwikkelingen van de werkwijze, die telkens afzonderlijk kunnen worden toegepast alsook op willekeurige wijze met elkaar 5 kunnen worden gecombineerd, zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding voor het beschikbaar stellen van gegevens met betrekking tot individuele dieren, waarbij op een monsterneemplaats een monster aan een dier wordt ontnomen 10 waarbij een dier-lD voor de identificatie van het dier, een registratie-ID voor de identificatie van de monstername, en een monster-ID voor de identificatie van het monster bepaald wordt, worden de dier-ID, de registratie-ID en de monster-ID op de monsterneemplaats bepaald, met elkaar verbonden tot een informatie-15 'eenheid en naar een datacentrale geleid.
De monster-ID dient voor de identificatie van afzonderlijke monsters. Het monster kan betrekking hebben op een lichaamsvloeistof van een dier, in het bijzonder bloed, urine en/of melk. Het monster wordt op de monsterneemplaats in een monsterhouder geleid, die 20 aansluitend wordt gesloten.
De dier-ID identificeert een individueel dier en kan bijvoorbeeld in een vorm van oormarkeringen, injectaten, bolus of als ID-label aan de nek of poot zijn aangebracht.
Met behulp van de registratie-ID wordt de monstername 25 geïdentificeerd, hetgeen bijvoorbeeld middels de monsterneemplaats respectievelijk de monsterneemplaats, de monsterneemtijd of de soort en wijze waarop de monstername wordt uitgevoerd, plaats kan vinden.
De dier-ID, registratie-ID en monster-ID vormen tezamen een ID-triplet en worden samengevoegd tot een informatie-eenheid. De 30 informatie-eenheid kan bijvoorbeeld uit een opeenvolging aan tekens, in het bijzonder uit een opeenvolging aan getallen gevormd zijn, waarbij een eerste groep ten minste een teken omvat dat de dier-ID specificeren, een tweede groep ten minste een teken omvat dat de registratie-ID weergeeft, en een derde groep ten minste een teken 35 omvat dat de monster-ID aangeeft.
Met de werkwijze wordt bij voorkeur alle in verbinding met een monstername verbonden gegevens met betrekking tot een individueel dier geregistreerd en naar een datacentrale geleid. De datacentrale kan geïntegreerd zijn in een centrale datacomputer voor een 40 kuddebeheer, maar kan echter ook decentraal gerealiseerd zijn. Het is - 5 - echter essentieel dat de informatie-eenheden die bestaan uit het ID-triplet van meerdere monsternameen tezamen naar de datacentrale worden geleid.
_____Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om 5 meerdere verbindingen op te zetten en de volledige omvang van de verwerking als gereedschap voor de analyse van gegevens met betrekking tot dieren, beschikbaar te stellen. Van bijzonder belang zijn trendlijnen en gegevens uit het verleden met betrekking tot afzonderlijke dieren alsmede vergelijkingswaarden met het gemiddelde 10 van de kudde of de gemiddelde waarde van relevante diergroepen. Zelfs bij een registratie van individuele gegevens met betrekking tot dieren, door apparaten die niet vast op een bepaalde plaats staan, omdat deze bijvoorbeeld draagbaar zijn, is de handmatige inspanning gering.
15 Dergelijke apparaten kunnen bijvoorbeeld een melkbesturings- apparaat voor een aanbindstand zijn, dat de gegevens met betrekking tot individuele dieren met betrekking tot meikhoeveelheid, geleidingswaarde en temperatuur tijdens het melken registreert.
Voorts kan daar onder een draagbaar meetapparaat worden begrepen, dat 20 door de melker met het dier of met de melk van het dier in verbinding wordt gebracht, om meetwaarden van individuele dieren te registreren. Als verdere uitvoering zijn apparaten bekend die stationair zijn opgesteld, waarbij de melker te plekke een monster neemt en na eventuele voorafgaande koeling en voorbereiding naar dit meetapparaat 25 brengt.
In het bijzonder bij de aanwezigheid van opvallende afwijkingen ten opzichte van waarden uit het verleden of bij opvallende zaken tijdens het melken kan een dergelijke wijze voor het verkrijgen van meetwaarden met betrekking tot individuele dieren 30 zinvol zijn. Zo kan bijvoorbeeld door het melkbesturingsapparaat een hoge geleidingswaarde tijdens het laatste melken worden aangegeven, hetgeen de melker er toe brengt om een gedetailleerd onderzoek met een draagbaar apparaat uit te voeren. Deze extra inspanning was tot dusverre alleen in aangegeven uitzonderingen zinvol en realiseerbaar 35 aangezien deze tot een verhoogde inspanning in tijd leidt en afhankelijk van het meetapparaat verbonden is met analytische middelen zoals bijvoorbeeld reagentia.
Bij de werkwijze kan een sluitende verbinding van de informatie van het dier via de plaats en de proef tot aan het 40 resultaat van het meetapparaat in het kuddenbeheer worden - 6 - gerealiseerd. Daar worden de verschillende gegevens aan elkaar , gekoppeld zodat de toeordening van het dier bij het resultaat van het meetapparaat is verkregen.
In een specifieke uitvoeringsvorm wordt het monster geleid 5 naar een analyse-inrichting en de analyseresultaten worden verbonden met de informatie-eenheid.
Bij voorkeur worden de dier-ID, de registratie-ID en/of de monster-ID met ten minste een, in het bijzonder draagbaar, inleesapparaat ingelezen. De dier-ID, de registratie-ID en/of de 10 monster-ID wordt bij voorkeur draadloos ingelezen.
Het inlezen kan elektromagnetisch, in het bijzonder optisch of via een zendverbinding, plaatsvinden. In het bijzonder vindt het inlezen plaats met behulp van ten minste een transponder die bevestigd wordt aan het dier, aan de monsterneemplaats, aan een 15 monsterneemmiddel en/of aan een monsterhouder voor het monster.
De transponders kunnen zijn uitgevoerd als bolus, oormerk, injectaat of als conventionele transponder die aan een poot of nek, pens, uier of aan de tepel, of subcutaan of op andere geëigende plaatsen wordt gedragen. Dit geldt voor transponders die permanent of 20 tijdelijk door het dier worden gedragen. De transponders kunnen behalve gegevens met betrekking tot individuele dieren ook verdere sensorieke functies over brengen waarbij het bijvoorbeeld kan gaan om activiteitswaarden, pH-waarden of temperatuurwaarden. Voorts kunnen ook sensorieke waarden of andere waarden met behulp van de 25 transponder worden overgebracht. De draadloze communicatie tussen de transponder en een leesapparaat kan werken volgens de radiofrequentiewerkwijze (RF-werkwijze). Ook bestaat de mogelijkheid dat de transponder en het leesapparaat in het microgolfgebied werken.
De transmissie van gegevens in de richting van het 30 leesapparaat kan plaatsvinden volgens de halfduplexwerkwijze (HDX). Bij een halfduplexwerkwijze vindt de datatransmissie in tijd verzet plaats. Bij een volledig duplexwerkwijze (FDX) vindt een energie- en datatransmissie gelijktijdig plaats. Bij de volledig duplexwerkwijze kan een sequentiële datatransmissie tussen zender en ontvanger 35 plaatsvinden. Ook is een parallelle datatransmissie tussen zender en ontvanger mogelijk. Tot de systemen met een sequentiële datatransmissie behoren de belastingsmodulatie en de werkwijze van de gemoduleerde terugstraaldwarsdoorsnede. Bij systemen met parallelle datatransmissie kunnen subharmonische of anharmonische werkwijzen 40 worden gebruikt.
___ - Ί -
Met het monsterneemmiddel wordt het monster aan het dier ontnomen. Het monsterneemmiddel kan een draagbaar apparaat zijn waarmee het monster aan het dier kan worden ontnomen.
Het inleesapparaat kan als scanner of als 5 zerid/ontyangsteenheid zijn uitgevoerd. Inlezen betekend in deze samenhang dat de relevante gegevens worden geregistreerd zodat deze verder kunnen worden doorgegeven aan de datacentrale.
De dier-ID, de registratie-ID en/of de monster-ID kan in de vorm van een barcode worden vastgelegd.
10 In het bijzonder de monster-ID kan echter ook in de vorm van een plaatsinformatie in een monsterhouder worden vastgelegd. Daartoe wordt de monsterhouder met het monster in een monsterstandaard geplaatst, die gekenmerkte opnamen voor de monsterhouders omvat, zodat de monsters van een dier met de desbetreffende houder via de 15 monsterhouderopname in de monsterstandaard kan worden toegewezen.
Bij voorkeur wordt het tijdstip voor de bepaling van de dier-ID, registratie-ID en/of monster-ID door een bedienende persoon gekozen, in het bijzonder door drukken van een knop bepaald. Met behulp van het drukken van de knop kan een resterend risico om 20 gegevens met elkaar te verwisselen, verder worden gereduceerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding gaan de dier-ID, registratie-ID en monster-ID naar een consistentietest van de gegevens. Door de redundantie die verkregen wordt met het ID-triplet, kan het databestand dat in de datacentrale aanwezig is, 25 worden getest met betrekking tot tegenspraken die daarin aanwezig zijn, waardoor de gevoeligheid voor fouten bij de werkwijze voor de verkrijging van gegevens met betrekking tot individuele dieren, kan worden gereduceerd.
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding 30 worden de dier-ID, de registratie-ID en de monster-ID in het kader van een kuddebeheer verwerkt. De verwerking in het kader van een kuddebeheer kan het melkproces op zich genomen en/of de verzorging van de kudde in het algemeen betreffen. Zo zou bijvoorbeeld aan de hand van de geregistreerde gegevens met betrekking tot individuele 35 dieren een regeling van de samenstelling van het voer respectievelijk hoeveelheid voer kunnen plaatsvinden. Ook kan er hier rekening worden gehouden met diergeneeskundige aspecten, in het bijzonder of een dier gerelateerde onderzoeken nodig heeft door bijvoorbeeld een arts.
De monsterneemplaats kan een melkplaats zijn.
- 8 -
Voorts is een doel om een inrichting voor het beschikbaar stellen van individuele gegevens te verschaffen waarmee gegevens met betrekking tot individuele dieren efficiënt, in het bijzonder ongevoelig voor fouten en tegelijkertijd praktisch kunnen worden 5 geregistreerd.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting zoals deze in de onafhankelijke conclusies aangegeven is. Voordelige uitvoeringsvormen en verdere ontwikkelingen die telkens afzonderlijk kunnen worden toegepast of willekeurig met elkaar kunnen 10 worden gecombineerd, zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies.
De inrichting volgens de uitvinding voor het beschikbaar stellen van gegevens met betrekking tot individuele dieren met hun monsterneemplaats voor het nemen van een monster van een dier omvat een eerste bepalingsmiddel voor de identificatie van een dier-ID van 15 het dier, een tweede bepalingsmiddel voor de identificatie van een registratie-ID van de monstername, een derde bepalingsmiddel voor de identificatie van een monster-lD van het monster, en transmissiemiddelen waarmee de dier-ID, de registratie-ID en de monster-ID naar een gemeenschappelijke datacentrale kunnen worden 20 geleid, waarbij een verbindingsmiddel voor de verbinding van de dier-ID, registratie-ID en monster-ID, dat met het eerste, tweede en derde bepalingsmiddel op de monsterneemplaats aangebracht is.
Bij de verbinding wordt een informatie-eenheid uit dier-ID, monster-ID en registratie-ID gevormd, waarbij het voldoende kan zijn 25 om de afzonderlijke ID's feitelijk hier pas in de datacentrale samen te leiden. Van belang is dat de verbinding tussen de dier-ID, de registratie-ID en de monster-ID een oorsprong daarvan hebben aan de monsterontneemplaats.
Het eerste, tweede en/of derde bepalingsmiddel kan ten minste 30 een, in het bijzonder draagbaar, bij voorkeur draadloos, inleesapparaat zijn. Dit kan gevormd zijn uit een scanner, in het bijzonder een barcodescanner. Alternatief werkt het eerste, tweede en/of derde bepalingsmiddel samen met een transponder die aan het dier, die aan de monsterhouder en/of de monsterneemplaats 35 respectievelijk de of een monsterneemmiddel, bevestigd is.
In een speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de inrichting een inwerkingzetmiddel voor een bedienende persoon waarmee het tijdstip van de bepaling van de dier-ID, registratie-ID en/of monster-ID kan worden gekozen. Met het in werkingzetmiddel dat kan 40 zijn uitgevoerd in vorm van een elektrische schakelaar, kan het - 9 - tijdstip van de desbetreffende ID-bepaling worden gekozen, waardoor het gevaar van verwisselingen van gegevens verder kan worden verminderd.
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de 5 inrichting meerdere monsterhouders, in het bijzonder afsluitbare_____ monsterhouders, voor de opname van monsters. Bij voorkeur is de monsterstandaard ingericht voor een sortering van meerdere monsterhouders. Dit kan worden gerealiseerd in de vorm van een matrix waarin er aan elke monsterhouder een monsterhouderopname is 10 toegewezen, zodat de dier-ID, de monster-ID en de registratie-lD via de plaatsinformatie die via de matrix wordt overgebracht, met elkaar kunnen worden verbonden.
De monsterneemplaats is bij voorkeur een melkplaats.
Bovendien is het een doel om een inrichting voor een 15 kuddebeheer te verschaffen die op efficiënte en foutongevoelige wijze gegevens met betrekking tot dieren in grote hoeveelheden op een praktische wijze kan registreren en beheren.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting zoals deze in de onafhankelijke conclusie is aangeduid. Voordelige 20 uitvoeringen en verdere ontwikkelingen die telkens afzonderlijk kunnen worden gebruikt of willekeurig met elkaar kunnen worden gecombineerd, zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies.
De inrichting volgens de uitvinding voor een kuddebeheer omvat meerdere monsterneemplaatsen en/of monsternames en ten minste een 25 inrichting volgens de uitvinding.
Met behulp van deze inrichting kunnen meerdere dieren, in het bijzonder meer dan 50, bij voorkeur meer dan 100, bij meer voorkeur meer dan 150, individuen meermaals daags worden onderzocht zonder dat een overmatige moeite of een onacceptabele hoeveelheid aan fouten 30 ontstaat. Deze installatie is in staat om een hoeveelheid gegevens efficiënt en betrouwbaar te registreren, zodat een kuddebeheer gebaseerd op gegevens van individuele dieren met in vergelijking weinig moeite op uitgebreide wijze mogelijk is.
Verdere voordelen en speciale uitvoeringen worden aan de hand 35 van de navolgende tekening beschreven. De tekening dient niet om de uitvinding in te perken, maar dient deze allen exemplarisch te illustreren.
De figuur toont schematisch een inrichting volgens de uitvinding voor het beschikbaar stellen van gegevens met betrekking 40 tot individuele dieren, die zich bevindt op een monsterneemplaats 1, - 10 - bijvoorbeeld een melkplaats, met een monsterneemmiddel 7, dat een monster 2 ontneemt van een dier (niet weergegeven) en opslaat in een monsterhouder 8, die wordt geplaatst in een monsterstandaard. Het monsterneemmiddel 7 staat in verbinding met een eerste bepalingsmiddel 5 10. Het eerste bepalingsmiddel 10 dient voor de bepaling van een dier- ID en is uitgevoerd als transponder 6, die via een draadloze verbinding 17 communiceert met het monsterneemmiddel 7. Een inleesapparaat 5 vormt een tweede bepalingsmiddel 11, waarmee een barcode die zich bevindt op de monsterhouder 8 kort voor of kort na de 10 monstername kan worden ingelezen. Bovendien kan met behulp van een plaatsinformatie op het monsterneemmiddel 7 het monster worden geïdentificeerd en een monster-ID worden verschaft, waarmee het monster 2 in verbinding wordt gebracht met de positie van de monsterhouder 8 in de monsterstandaard 9. Daarmee wordt een verdere 15 redundantie verkregen waarmee de velden van de dataregistratie kunnen worden herkend. De dier-ID wordt samen met de registratie-ID die door een derde bepalingsmiddel 12 wordt bepaald, en het monster-ID met behulp van een verbindingsmiddel 14 verbonden en via een draadloze overdrachtsverbinding 17 naar een datacentrale 3 overgebracht. Een 20 eveneens op de monsterneemplaats 1 aangebracht tweede bepalingsmiddel 11 registreert de monster-ID met behulp van een als barcodelezer uitgevoerd inleesapparaat 5, dat de registratie-ID draadloos overbrengt aan de datacentrale 3. De datacentrale 3 omvat een middel voor het testen van de consistentie, waarmee de plausibiliteit van de 25 afzonderlijke dataverbindingen wordt getest, in het bijzonder of er tegenspraken bij de verbindingen aanwezig zijn. De datacentrale 3 is bovendien via een elektrische verbinding 18 verbonden met een analyse-inrichting 4, waarbij de analyse-inrichting 4 een van een dier genomen proef 2 onderzoekt en de meetresultaten doorgeeft aan de datacentrale 30 3. Bij voorkeur is op elke melkplaats een inrichting aangebracht, die de monster-ID inleest en op deze wijze zorgt voor een mogelijkheid tot j toeordening. Het verdient de voorkeur om de monsterhouder 8 te j voorzien van een barcode-ID en deze door inleesapparaten 5 op de melkplaats in te lezen. Een handmatige invoer van de monster-ID op de 35 monsterneemplaats 1, bijvoorbeeld een melkstuurapparaat, kan eveneens mogelijk zijn, hetgeen echter een grotere complexiteit in bediening benodigd. Het monsterneemmiddel 7 is bij voorkeur draagbaar uitgevoerd. Dit omvat een inwerkingzetmiddel 15 middels welke de bepaling van de dier-ID en de registratie-ID op verzoek met indrukken 40 van een knop kan worden gestart om toeordeningsproblemen te vermijden.
- 11 -
Wanneer de monsters in een vast gedefinieerde volgorde worden weggezet is een toeordening mogelijk doordat de opeenvolging van de plaatsen door een eenvoudig indrukkeh van een toets op het melkstuurapparaat wordt geregistreerd. Het meUcstuurapparaat 5 registreert daarbij het indrukken van de toets "probe" en maakt voor het kuddebeheer een toeordening tussen plaats-lD van de melkstuurapparaten en het monster mogelijk via de opeenvolging van de verschillende toetsindrukken "probe". Door de gedefinieerde opeenvolging van de monsters ontstaat er een natuurlijke identificatie 10 en daarmee ook de toeordeningsmogelijkheid voor de meetresultaten. Bij de inrichting volgens de uitvinding vervalt de noodzaak tot een i handmatig noteren van de dier- en monsterinformatie, aangezien dit ! automatisch aan de datacentrale wordt doorgestuurd.
Voor een toename van de tolerantie tegen fouten wordt bij de 15 registratie-ID naast het identificatienummer van het monsterneemmiddel 7 ook het tijdpunt van de monstername alsmede de omstandigheden en de soort en wijze van de monstername mee overgebracht. Stationaire monsterneemmiddelen 7 kunnen binnen of buiten een melkinstallatie, bijvoorbeeld in een melklaboratorium, zijn aangebracht. Daar waar 20 inrichtingen aan de melkplaats bij de toeordering een rol spelen, kunnen deze door geëigende akoestische optische of tactiele signalen de bediener ertoe brengen om de monster-ID met behulp van een geigent leesapparaat in te lezen. Het is bijvoorbeeld voor te stellen dat de indicatie van een meting van een geleidingswaarde op de melkplaats als 25 aanleiding wordt genomen om een gedetailleerd onderzoek met een draagbaar meetapparaat uit te voeren of voor een stationair meetapparaat een monster te nemen.
Bij voorkeur worden er monsters 2 van elke tepel genomen, de werkwijze volgens de uitvinding respectievelijk de inrichting volgens 30 de uitvinding zijn echter toe te passen op elk type monsters dat in verbinding met dieren zinvol is. In het bijzonder kunnen alle lichaamsafscheidingen zoals bloed, melk, urine, uitwerpselen en dergelijke als monster worden genomen. In het bijzonder kan ook onderscheid worden gemaakt tussen verschillende fracties 35 respectievelijk gescheiden worden bemonsterd. Uiterst interessant zijn daarbij de eerste stralen van de melk, in het bijzonder wanneer het gaat om zisterne melk die nog niet is gemengd met alveolarmelk.
De inrichting en de werkwijze zijn zowel toepasbaar voor conventionele alsook voor gedeeltelijk zowel als volledig 40 geautomatiseerde en op robots gebaseerde melkstanden toepasbaar. De -12- melkstanden omvatten melkinstallaties voor koeien, schapen, geiten, buffels, dromedarissen, paarden of andere melkgevende dieren. Op het gebied van de dierherkenning zijn zowel FDX- alsook HDX- alsook gecombineerde zogenaamde volledig-ISO-componenten en componenten op 5 basis van 120 kHz herkenning te gebruiken. Voorts zijn melkstandsherkenning op basis van langsloopherkenningen, doorloopherkenningen, overloopherkenningen, langsloopherkenningen, afzonderlijke plaats herkenningen, sorteringen, wagens en voederingen herkenbaar. Er kunnen zowel activiteitsmetingen, pH-waardemetingen, 10 temperatuurmetingen, ketosemetingen, geleidingsmetingen, melkdoorstroomsnelheidsmetingen, temperatuurmetingen en andere worden uitgevoerd.
De werkwijze volgens de uitvinding voor het beschikbaar stellen van gegevens met betrekking tot individuele dieren, waarbij op een 15 monsterneemplaats 1 een monster 2 aan een dier wordt ontnomen, waarbij een dier-lD voor de identificatie van het dier, een registratie-ID voor de identificatie van de monstername, een monster-ID voor de identificatie van het monster wordt bepaald, worden daardoor gekenmerkt, dat de dier-ID, de registratie-ID en de monster-ID op de 20 monsterneemplaats worden bepaald, met elkaar worden verbonden tot een informatie-eenheid en aan naar een datacentrale 3 worden geleid. De werkwijze volgens de uitvinding, de inrichting zowel als de installatie maken een efficiënte, bevattende, foutongevoelige en praktisch uitvoerbare beschikbaarstelling en registratie van een grote 25 hoeveelheid aan gegevens met betrekking tot individuele dieren mogelijk zelfs bij grote veestapels en een omvangrijke bewaking van een dier over de dag.
- 13 -
Lijst met verwijzingscijfers 1 Monsterneemplaats 2 Monster - 5 3 Datacentrale 4 Analyse-inrichting 5 Inleesapparaat .
6 Transponder 7 Monsterneemmiddel 10 8 Monsterhouder 9 Monsterstandaard 10 Eerste bepalingsmiddel 11 Tweede bepalingsmiddel 12 Derde bepalingsmiddel 15 13 Overdrachtsmiddel 14 Verbindingsmiddel 15 Ingangzetmiddel 16 Middel voor testen van de consistentie 17 Draadloze overdrachtsverbinding 20 18 Elektrische verbinding 1031613

Claims (21)

1. Werkwijze voor het beschikbaar stellen van gegevens met betrekking tot individuele dieren, waarbij op een monsterneemplaats (1) een monster (2) aan een dier ontnomen wordt, waarbij 5 een dier-ID voor de identificatie van het dier, een registratie-ID voor de identificatie van de monstername, en een monster-lD voor de identificatie van het monster (2) bepaald wordt, net het kenmerk, dat de dier-ID, de registratie-ID en de monster-ID op de 10 monsterneemplaats (1) worden bepaald, met elkaar worden verbonden tot een informatie-eenheid en naar een datacentrale (3) worden geleid.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het monster (2) wordt geleid naar een analyse-inrichting (4) en dat de 15 analyseresultaten worden verbonden met de informatie-eenheid.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dier-ID, de registratie-ID en/of de monster-ID met ten minste een, in het bijzonder draagbaar, inleesapparaat (5) wordt ingelezen. 20
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dier-ID, de registratie-ID en/of de monster-ID draadloos ingelezen worden.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het inlezen elektromagnetisch, in het bijzonder optisch of via een zendverbinding, plaatsvindt.
6. Werkwijze volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, 30 dat het inlezen plaatsvindt met behulp van ten minste een transponder 6, die aan het dier, aan de monsterneemplaats (1), aan een monsterontneemmiddel (7) en/of aan een monsterhouder (8) voor het monster (2), wordt bevestigd.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dier-ID, de registratie-ID en/of de monster-ID in de vorm van een barcode wordt opgeslagen. 1031613 - 15 -
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de monster-ID in de vorm van een plaatsinformatie in een monsterhouder (8) wordt opgeslagen. 5 ~
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tijdstip van de bepaling van de dier-ID, registratie-ID en/of monster-ID door een bedienende persoon wordt gekozen, in het bijzonder door drukken van een knop wordt bepaald. 10 i
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dier-ID, registratie-ID en monster-ID in een consistentietest van de gegevens worden ingevoerd.
11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dier-ID, registratie-ID en monster-ID in het kader van een kuddebeheer worden verwerkt.
12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de monsterneemplaats (1) een melkplaats is.
13. Inrichting voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren met een monsterneemplaats (1) voor het nemen van een monster (2) van een dier, omvattende 25 een eerste bepalingsmiddel (10) voor het identificeren van een dier-ID van het dier, een tweede bepalingsmiddel (11) voor het identificeren van een registratie-ID van de monstername, een derde bepalingsmiddel (12) voor het identificeren van een 30 monster-ID van het monster, en transmissiemiddelen (13) waarmee de dier-ID, de registratie-ID en het monster-ID naar een gemeenschappelijke datacentrale (3) te leiden zijn, gekenmerkt door 35 een verbindingsmiddel (14) voor het verbinden van de dier-ID, registratie-ID en monster-ID, dat met het eerste (10), tweede (11) en het derde (12) bepalingsmiddel op de monsterontneemplaats aangebracht is. __ - 16 -
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het eerste (10), tweede (11) en/of derde (12) bepalingsmiddel ten minste een, in het bijzonder draagbaar, bij voorkeur draadloos, inleesapparaat (5) is. 5
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, gekenmerkt door een transponder (6) en/of scanner.
16. Inrichting volgens een van conclusies 13-15, gekenmerkt 10 door een inwerkingzetmiddel (15) voor een bedienende persoon voor het kiezen van het tijdpunt van de bepaling van de dier-ID, registratie-ID en/of monster-ID.
17. Inrichting volgens een van conclusies 13-16, gekenmerkt 15 door meerdere monsterhouders (8) in het bijzonder afsluitbare monsterhouders (8), voor de opname van monsters (2).
18. Inrichting volgens een van conclusies 13-17, gekenmerkt door een monsterstandaard (9) voor een sortering van meerdere 20 monsterhouders (8).
19. Inrichting volgens een van conclusies 13-18, met het kenmerk, dat de datacentrale (3) een middel (16) voor het testen van de consistentie van de data aan de hand van de dier-ID, monster-ID en 25 registratie-ID omvat.
20. Inrichting volgens een van conclusies 13-19, met het kenmerk, dat de monsterneemplaats (1) een melkplaats is.
21. Installatie voor een kuddebeheer omvattende meerdere monsterneemplaatsen (1) en/of monsterneemmiddelen (7) en ten minste een inrichting volgens een van conclusies 13-20. 35 1031613
NL1031613A 2005-04-18 2006-04-18 Werkwijze en inrichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren alsmede installatie voor een kuddebeheer. NL1031613C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102005017909A DE102005017909A1 (de) 2005-04-18 2005-04-18 Verfahren und Einrichtung zur Bereitstellung tierindividueller Daten sowie Anlage für ein Herdenmanagement
DE102005017909 2005-04-18

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1031613A1 NL1031613A1 (nl) 2006-10-20
NL1031613C2 true NL1031613C2 (nl) 2006-11-01

Family

ID=37055508

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031613A NL1031613C2 (nl) 2005-04-18 2006-04-18 Werkwijze en inrichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren alsmede installatie voor een kuddebeheer.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20060243213A1 (nl)
DE (1) DE102005017909A1 (nl)
NL (1) NL1031613C2 (nl)
SE (1) SE0600479L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USD830372S1 (en) 2015-11-10 2018-10-09 Gea Farm Technologies Gmbh Display screen with a graphical user interface for a herd management system
NL2019770B1 (nl) * 2017-10-20 2019-04-29 N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap Boerderijsysteem en werkwijze voor het uitbreiden van een boerderijsysteem
CN111802275A (zh) * 2020-08-16 2020-10-23 石河子大学 一种犊牛主要体征信息采集系统
AT526013A1 (de) * 2022-03-22 2023-10-15 Smaxtec Animal Care Gmbh Sondenvorrichtung zur Messung zumindest einer Zustandsgröße des Organismus eines Nutztieres

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4109253C2 (de) * 1991-03-21 1994-05-19 Agro Vertriebsgesellschaft Fri Verfahren zum Zuordnen einer Milchprobe zu dem die Probe liefernden Tier
NL9200582A (nl) * 1992-03-30 1993-10-18 Lely Nv C Van Der Werkwijze en inrichting voor het automatisch melken van dieren.
US5743209A (en) * 1994-08-01 1998-04-28 La Federation Francaise De Controle Laitier (F.F.C.L.) System and method for monitoring and controlling milk production at dairy farms
US7260837B2 (en) * 2000-03-22 2007-08-21 Comscore Networks, Inc. Systems and methods for user identification, user demographic reporting and collecting usage data usage biometrics
DK1492805T3 (da) * 2002-04-08 2010-06-21 Pig Improvement Co Uk Ltd System til sporing af animalske produkter
CA2560513A1 (en) * 2004-04-08 2005-12-01 Biomatrica, Inc. Integration of sample storage and sample management for life science

Also Published As

Publication number Publication date
SE0600479L (sv) 2006-10-19
DE102005017909A1 (de) 2006-10-19
US20060243213A1 (en) 2006-11-02
NL1031613A1 (nl) 2006-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017354C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het melken van een dier, inrichting voor het bewaken van een dier.
CA2322004C (en) Animal registration management system capable of animal identification
US4597495A (en) Livestock identification system
CA2430031C (en) System and method for electronic collection of data on an agricultural input
NL1031613C2 (nl) Werkwijze en inrichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens van individuele dieren alsmede installatie voor een kuddebeheer.
NL2025991B1 (nl) Werkwijze en systeem ter bepaling van faseovergang bij jong dier.
CN104859908A (zh) 改进的标签处理机及其相关方法
KR102183474B1 (ko) 그룹별 축산물 생애 정보 관리 시스템
EP3983795B1 (en) A control unit and a configuration tag of a milk analysis apparatus
Trevarthen et al. The RFID-enabled dairy farm: towards total farm management
CN106580272A (zh) 一种活体动物生理数据采集装置
NL1031625C2 (nl) Diagnosewerkwijze alsmede diagnose-inrichting voor een dieridentificatiesysteem, in het bijzonder een dieridentificatiesysteem van een melkinstallatie en melkinstallatie met een dieridentificatiesysteem.
Hong-da Application of radio frequency identification (RFID) in dairy information management
NL2025392B1 (nl) Werkwijze en systemen voor het bewaken van melkafgifte van individuele veedieren binnen een groep van veedieren.
JP2002262689A (ja) 搾乳用動物の取扱装置
CN2927190Y (zh) 基于rfid技术的奶牛养殖信息管理设备
JP2007501610A (ja) 動物識別の改善
Lovatt Developing flock health plans
Upadhyay et al. Phenomics in livestock research: Bottlenecks and promises of digital phenotyping and other quantification techniques on a global scale
Brehme et al. ALT pedometer-A new sensor-aided measurement system for improvement in oestrus detection
KR102657144B1 (ko) 멸균 용기에 의한 반려동물 및 가축의 질병검사 진단키트 및 이를 이용한 질병 측정 방법 및 시스템
Ruhil et al. Data sensing and computation technologies for amimal welfare
JP2024064396A (ja) 管理システム
Kirstein The principles of electronic herd management systems & technology
Green et al. Problems and some solutions in the collection of data when investigating diseases of lambs in early lambing (housed) flocks

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101