NL1031234C2

NL1031234C2 - Stabilisator voor flessen.

Info

Publication number: NL1031234C2
Application number: NL1031234A
Authority: NL
Inventors: Peter Willem Groote
Original assignee: Rowel Holding B V
Priority date: 2006-02-24
Filing date: 2006-02-24
Publication date: 2007-08-27
Also published as: EP1826158A2; US20070200429A1; EP1826158A3

Description

Stabilisator voor flessen BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een stabilisator voor flessen omvattende een drager voorzien van een hoofdas, in welke drager ten minste één verdraaibare hulpas 10 aanwezig is waarop een vinger is bevestigd, welke stabilisator voorts middelen omvat voor het verdraaien van de hulpas tijdens het draaien van de drager, op een zodanige wijze dat de vinger tijdens bedrijf kortstondig tegen een fles duwt om deze te verplaatsen, en welke stabilisator een hoofdmotor omvat voor het aandrijven van de drager. Een stabilisator wordt onder andere toegepast in een inrichting voor het bedrukken van flessen voor het van het 15 einde van een lopende band afhalen of op het begin van een lopende band brengen van rechtop staande flessen.

Stand van de techniek.

20 Een dergelijke stabilisator is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP 0 BI 1 486. Bij de bekende stabilisator zijn vier hulpassen met vingers op de drager aanwezig en zijn de middelen voor het verdraaien van de hulpassen gevormd door een nokkenschijf voorzien van een nokkengroef waarin pennen lopen die de vingers verdraaien. Om het bewegingspatroon van de vingers aan te passen dient de nokkenschijf verdraait te 25 worden. Voor het proefondervindelijk bepalen van het juiste bewegingspatroon dient de stabilisator dus telkens bij elke verdraaiing van de nokkenschijf stilgezet te worden. Het afstellen van de bekende stabilisator is hierdoor een zeer tijdrovende bezigheid.

Samenvatting van de uitvinding.

30

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een stabilisator van de in de aanhef omschreven soort waarbij het bewegingspatroon van de vinger tijdens het draaien 10312 34- 2 van de drager eenvoudig is af te stellen. Hiertoe is de stabilisator volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de middelen voor het verdraaien van de hulpas een concentrisch ten opzichte van de hoofdas aanwezig hoofdwiel omvatten, alsmede een op de hulpas bevestigd hulpwiel, dat is gekoppeld met het hoofdwiel, en een hulpmotor voor het aandrijven van 5 het hoofdwiel. Door het regelen van het toerental van de hulpmotor kan de beweging van de vinger gestuurd worden. Indien het hoofdwiel even snel draait als de drager verdraait de hulpas niet en staat de vinger stil ten opzichte van de drager. Door het hoofdwiel kortstondig sneller of langzamer te laten draaien dan de drager draait de hulpas en daarmee de vinger linksom dan wel rechtsom. Dus op eenvoudige wijze (door het wijzigen van het 10 toerental van de hulpmotor) kan het bewegingspatroon van de vinger gestuurd worden. Dit kan zonder problemen tijdens bedrijf plaatsvinden waardoor het dus niet nodig is de drager eerst stil te zetten.

Een uitvoeringsvorm van de stabilisator volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de hulpmotor en de hoofdmotor motoren zijn waarvan de 15 rotatiesnelheid hoekafhankelijk aangepast kan worden. Bij voorkeur zijn de hulp- en hoofdmotor servomotoren. Hierdoor kan de beweging van de vinger in elke gewenste stand van de drager gestart worden en tijdens elke gewenste grootte van de hoekverdraaiing van de drager verdraaid worden met elke gewenste snelheid en over elke gewenste hoek, waardoor het mogelijk is de vinger te synchroniseren met snelheden van een aan en 20 afvoerbaar van flessen.

Het hoofdwiel en de hulpwielen kunnen op elke wijze met elkaar gekoppeld zijn, zoals bijvoorbeeld via een tandrien. Bij voorkeur echter zijn het hoofdwiel en het hulpwiel tandwielen die met elkaar in ingrijping zijn.

Een verdere uitvoeringsvorm van de stabilisator volgens de uitvinding is 25 gekenmerkt, doordat de drager bevestigd is op de hoofdas en het hoofdwiel vrij draaibaar is om de hoofdas. Dit heeft om praktische redenen de voorkeur boven de situatie dat het hoofdwiel bevestigd is op de hoofdas en de drager vrij draaibaar is om de hoofdas, hetgeen overigens ook mogelijk is.

Bij voorkeur heeft de stabilisator twee of meer in de drager gelagerde 30 hulpassen met vingers en hulpwielen die onder gelijke hoeken ten opzichte van elkaar om de hoofdas aanwezig zijn.

Een uitvoeringsvorm van de stabilisator volgens de uitvinding is 3 gekenmerkt, doordat aan de hoofdas op afstand van de drager een arm is bevestigd waaraan een grijper voor een flessenmond is bevestigd, welke grijper in axiale richting van de hoofdas verplaatsbaar is door verplaatsingsmiddelen, waarbij de verplaatsing van de grijper onafhankelijk van de verdraaiing van de vinger ingesteld kan worden. Hierbij kan 5 proefondervindelijk tijdens bedrijf het tijdstip waarop de grijper een flessenmond vastpakt en weer loslaat ingesteld worden totdat de flessen stabiel blijven.

Bij voorkeur zijn de verplaatsingsmiddelen gevormd door een luchtcilinder, die aan de arm is bevestigd, en een daarin verplaatsbare zuiger waaraan de grijper is bevestigd.

10

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de stabilisator volgens de uitvinding.

15 Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de stabilisator volgens de uitvinding in langsdoorsnede;

Figuur 2 het in figuur 1 gemarkeerde detail A van de stabilisator uitvergroot; en 20 Figuur 3 het in figuur 2 weergegeven detail in bovenaanzicht.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de stabilisator volgens de uitvinding 25 in langsdoorsnede weergegeven. De stabilisator 1 heeft een hoofdelektromotor 3 die via een reductie 4 een hoofdas 5 aandrijft. Aan de hoofdas is een drager 7 bevestigd waarin nabij elk uiteinde een hulpas 9,11 is gelagerd. Aan elke hulpas is nabij het bovenste uiteinde een vinger 13, 15 en nabij het onderste uiteinde een hulptandwiel 17, 19 bevestigd. De hulptandwielen zijn in ingrijping met een hoofdtandwiel 21 dat op de hoofdas 5 is gelagerd.

30 Dit hoofdtandwiel wordt aangedreven door een hulpelektromotor 23 via een verdere reductie 24 en een op de as van de hulpelektromotor aanwezig verder tandwiel 25. De hoofd- en hulpelektromotor zijn uitgevoerd als servomotoren.

4

De hulpelektromotor 23, het hoofdtandwiel 21 en de hulptandwielen 17,19 vormen middelen voor het verdraaien van de hulpassen 9,11 ten opzichte van de drager 7. In de figuren 2 en 3 is het in figuur 1 omcirkelde detail A van de stabilisator vergroot weergegeven in langsdoorsnede respectievelijk bovenaanzicht, waarin de middelen voor 5 het verdraaien van de hulpassen duidelijk zichtbaar zijn. Door het regelen van het toerental van de hulpmotor 23 kunnen de bewegingen van de vingers 13 en 15 gestuurd worden. Hierdoor kan het bewegingspatroon van de vingers 13,15 tijdens het draaien van de drager 7 eenvoudig afgesteld worden. Indien het hoofdtandwiel 21 even snel draait als de drager 7 verdraaien de hulpassen 9, 11 niet en staan de vingers 13, 15 stil ten opzichte van de 10 drager 7. Door het hoofdtandwiel 21 kortstondig sneller of langzamer te laten draaien dan de drager 7 draaien de hulpassen 9, 11 en daarmee de vingers 13, 15 linksom dan wel rechtsom. De vingers kunnen hierdoor zodanig bewogen worden dat deze tijdens bedrijf kortstondig tegen een fles duwen om deze te verplaatsen.

Nabij het bovenste uiteinde van de hoofdas 5 zijn twee armen 27,29 op de 15 hoofdas bevestigd, zie figuur 1. Aan de uiteinden van de armen bevinden zich grijpers 31, 33 die door verplaatsingsmiddelen 35, 37 naar boven en naar beneden verplaats kunnen worden. De grijpers zijn gevormd door mondcups 39,41 die deels over een flessenmond gebracht kunnen worden om een fles aan het boveneinde vast te houden. De verplaatsingsmiddelen zijn gevormd door luchtcilinders 43, 45 waarin zuigers 47, 49 20 verplaatsbaar zijn, waarbij de mondcups aan de vrije uiteinden van de zuigers zijn bevestigd.

De verplaatsing van de grijpers 31,33 kan onafhankelijk van de verdraaiing van de vingers 13,15 ingesteld worden. Hierbij kan proefondervindelijk tijdens bedrijf het tijdstip waarop de grijper een flessenmond vastpakt en weer loslaat ingesteld worden zodat 25 de flessen stabiel rechtop blijven staan.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door 30 de conclusies gedefinieerde kader. Zo kan de drager bijvoorbeeld ook met drie of vier of meer armen uitgevoerd zijn, of kunnen in plaats van de luchtcilinders ook andere verplaatsingsmiddelen voor de grijpers aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld elektromagneten.

1031234-

Claims

1. Stabilisator voor flessen omvattende een drager voorzien van een hoofdas, in welke drager ten minste één verdraaibare hulpas aanwezig is waarop een vinger is bevestigd, welke stabilisator voorts middelen omvat voor het verdraaien van de hulpas 5 tijdens het draaien van de drager, op een zodanige wijze dat de vinger tijdens bedrijf kortstondig tegen een fles duwt om deze te verplaatsen, en welke stabilisator een hoofdmotor omvat voor het aandrijven van de drager, met het kenmerk, dat de middelen voor het verdraaien van de hulpas een concentrisch ten opzichte van de hoofdas aanwezig hoofdwiel omvatten, alsmede een op de hulpas bevestigd hulpwiel, dat is gekoppeld met 10 het hoofdwiel, en een hulpmotor voor het aandrijven van het hoofdwiel.

2. Stabilisator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hulpmotor en/of de hoofdmotor motoren zijn waarvan de rotatiesnelheid hoekafhankelijk aangepast kan worden.

3. Stabilisator volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het hoofdwiel en 15 het hulpwiel tandwielen zijn die met elkaar in ingrijping zijn.

4. Stabilisator volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de drager bevestigd is op de hoofdas en het hoofdwiel vrij draaibaar is om de hoofdas.

5. Stabilisator volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan de hoofdas op afstand van de drager een arm is bevestigd waaraan een grijper voor een flessenmond is 20 bevestigd, welke grijper in axiale richting van de hoofdas verplaatsbaar is door verplaatsingsmiddelen, waarbij de verplaatsing van de grijper onafhankelijk van de verdraaiing van de vinger ingesteld kan worden.

6. Stabilisator volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen gevormd zijn door een luchtcilinder, die aan de arm is bevestigd, en 25 een daarin verplaatsbare zuiger waaraan de grijper is bevestigd. 1031234-