NL1031186C2 - Trein-, tram- of metrospoor. - Google Patents

Description

^ .

* *

Titel: Trein-, tram- of metrospoor,

De uitvinding heeft betrekking op een trein-, tram- of 5 metrospoor, meer in' het bijzonder op een gedeelte van een spoorstaaf daarvan met galvanisch van elkaar gescheiden delen, zoals een elektrisch gescheiden lasverbinding of andere overgang tussen twee in eikaars verlengde gelegen spoorstaven, ook wel ES-las genoemd. Dé uitvinding heeft tevens betrekking op het 10 storingvrij houden van een spoorlijn.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van toepassing Op een ES-las. De uitvinding beperkt zich overigens niet tot dit toepassingsgebied, maar’ is bijv. ook geschikt voor andere onderdelen die een loopwiel van een trein dragen.

15 Voorgesteld wordt een ten opzichte van de gebruikelijke ES-las aanzienlijk grotere tussenruimte tussen althans een gedeelte van de in eikaars verlengde gelegen en galvanisch van elkaar gescheiden spoorstaven., waarbij die tussenruimte althans ten dele wordt opgevuld met een afzonderlijk, geprefabriceerd 20 opvulelement. Bij voorkeur bevindt die grotere tussenruimte zich althans op het niveau van het loopvlak of strijkkant waarover resp. waarlangs het loopwiel resp. zijn wielflens van de trein rijdt. De afmeting van de tussenruimte wordt bij voorkeur volgens de kortste horizontale afstand tussen de in eikaars verlengde 25 liggende spoorstaven van de ES-las gemeten.

Bij voorkeur bedraagt die tussenruimte althans 10 mm of althans 20 mm of althans 30 mm, bij voorbeeld althans ong. 50 of 60 mm zodat vandalisme als storingbron kan worden uitgebannen. Tevens neemt de storinggevoeligheid door ijzerslijpsel 30 aanzienlijk af. Bijv. is de tussenruimte groter dan de diameter van een gebruikelijke stalen fietsbeldop die kwajongens op de ES-las plegen te leggen.

Het opvulelément vult de tussenruimte bij voorkeur zodanig op, dat een loopwiel van de trein in hoofdzaak geen oneffenheid 35 ervaart bij het passeren van de ES-las. Bij voorkeur is daartoe het opvulelement uitgevoerd zodat bij de ES-las het loopvlak voor het loopwiel van de trein in hoofdzaak vrij is van tussenruimten die bijv. ten hoogste 2 mm groot mogen zijn. Zodoende sluit het opvulelement bij voorkeur in hoofdzaak naad- 1031186 ..2- ' of spleetloos aan op de in eikaars verlengde liggende spoorstaven van de ES-las.

Het opvulelement bevat bij voorkeur galvanisch isolerend . materiaal. Bijvoorbeeld is het géheel van galvanisch isolerend 5 materiaal gemaakt, bijv. keramisch (bijv. oxiden van Zn, Si of Al) of steenachtig of composiet materiaal of hout (bijv. POK of Azobé). Als alternatief kan het op één of meer zijden, bijv.' één of meer van de naar de spoorstaven van de ES-las gekeerde kopse einden, het -loopvlak en de strijkkant, eén oppervlak-10 tebeklèding van galvanisch isolerend materiaal bevatten. Bijvoorbeeld bevat het opvulelement een kern van een materiaal, bijv. staal, en een (bijv. alzijdige) omhulling van galvanisch isolerend materiaal. Het opvulelement kan een wapening bevatten.

Het opvulelement is bij voorkeur zodanig gevormd of 15 gemonteerd in de ES-las, dat het de verticale of horizontale belasting van een loopwiel van de trein kan dragen. Daartoe kan het rechtstreeks steunen op de ondergrond, bijv. dwarsligger of ander funderingdeel van de spoorbaan. Of het opvulelement draagt de wielbelasting rechtstreeks over aan de aangrenzende 20 spoorstaaf, bijv. doordat de spoorstaaf zich onder een deel van het opvulelement’ uitstrekt.

Het opvulelement is bij voorkeur voldoende vormvast en slijtvast zodat het zich gedraagt als een stuk stalen spoorstaaf.

Bij voorkeur heeft het een hardheid althans in hoofdzaak gelijk 25 aan die van uitgereden staal van spoorstaafkwaliteit. Bij voorkeur is het slijpbaar zodat het geen afwijkende behandeling nodig heeft bij het slijpen van reeds enige tijd in gebruik zijnde spoorstaven. Daartoe bevat het opvulelement bij voorkeur in hoofdzaak geen vezels of hoogstens voldoende korte vezels.

30 . Het opvulelement heeft bij voorkeur een met de spoor- staafvorm of railgeometrie overeenstemmende vormgeving, althans voor wat betreft de spoorstaafkop of de met de loopwielen van de trein in contact tredende delen ervan.

In een ander aspect wordt voorgesteld, van de bekende ES-las 35 het afzonderlijke' geprefabriceerde, galvanisch isolerende vulstuk in de tussenruimte van niet meer dan 4 mm of 6 mm tussen de in het verlengde va.n elkaar gelegen spoorstaven zodanig te 1031186 4 3 maken, dat het althans één van slijpbaarheid, hardheid, stijfheid en sterkte heeft althans in hoofdzaak gelijk aan die van de spoorstaven, zodat het probleem van het overkragen van de spoorstaven is opgelost doordat 'het loopwiel van een trein nu 5 voor'het eerst in de tussenruimte wordt gedragen door het vulstuk. Zodoende wordt het huidige vulstuk van polymeer materiaal vervangen door een. vulstuk dat bijv. keramisch (bijv. oxiden van Zn, Si of Al) of steenachtig, of composiet materiaal of hout (bijv. POK of Azobé) bevat. Het vulstuk kan. geheel uit het 10 betreffende materiaal bestaan, of bestaan uit een kernstuk van een materiaal, bijv. staal, en een (bijv. alzijdige) omhulling van galvanisch isolerend materiaal.

De ES-las is bijv. van het type zoals geopenbaard in US-A-5,503,331 of NL-A-1012078. Tevens wordt verwezen naar 15 EP-A-0.242.350. Mogelijke vormen van de ES-las in bovenaanzicht ’ toont CN-A-1.172.879.

In de regel bezit een ES-las twee parallelle koppelstrippen ter weerszijden van het lijf van de spoorstaaf, waarbij elke koppelstrip aan de lijven van beide in eikaars verlengde gelegen 20 spoorstaven is gemonteerd. Indien de koppelstrip galvanisch geleidend is, bijv. van staal, is het galvanisch geïsoleerd gemonteerd aan de spoorstaven, bijv. door gebruik van een isolerende (lijm) laag tussen de koppelstrip 'en het lijf van de spoorstaaf en in isolerende bussen opgenomen montagebouten. Indien 25 de koppelstrip galvanisch isolerend is, bijv. van polymeer materiaal, is galvanisch isolerende aandacht voor de montage niet nodig.

De. spoorstaven van de ES-las eindigen op horizontale afstand van elkaar, en de tussenruimte is in de regel gevuld· 30 met galvanisch isolerend materiaal.

Opdat in het gebied van het opvulelement het loopwiel van de trein zo goed ondersteund wordt als elders langs het spoor, zijn de naar elkaar gekeerde uiteinden van de spoorstaven van de ES-las in opwaartse richting van elkaar weglopend gevormd. 35 De bijgaande tekening toont een niet-beperkend voorbeeld van de uitvinding. Daarbij tonen fig. 1-3 een uitééngetrokken boven-, zij- resp. kops aanzicht.

1031186 . 4

Getoond is dat vanaf een positie beneden de railkop 1 elke spoorstaaf in opwaartse richting afgeschuind is in lengterichting van het spoor, zodat de tussenruimte 2 in opwaartse richting geleidelijk verbreedt. Het opvulelement 5 heeft een met de vorm van de tussenruimte 2 identieke vorm.

Toegepast zijn galvanisch isolerende, bijvoorbeeld keramische afschuifpenneh 3 en ringen/bussen 4. Door de bussen 4 komen bouten te steken die met hun uiteinden voorbij de metalen zielplaten 5 ter weerszijden van de spoorstaafziel komen uit 10 te steken·, De bouten fungeren als klemmiddelen om de zielplaten 5 onder tussenkomst van de galvanisch isolerende isolatieplaten 6 tegen de spoorstaafziel te klemmen. De af schuif pennen 3 dragen bij aan de dwars- en trekkrachtoverdracht tussen de te verbinden spoorstaafeinden. Zij dragen bij aan het uitwisselen van 15 belasting tussen een spoorstaafeinde eri een zielplaat 5. De pennen 3 en bussen 4 komen in de spoorstaafziel te steken.

Elk geschikt aantal keramische afschuifpennen 3 en bussen 4 is mogelijk, bijvoorbeeld één of drie in plaats van de weergegeven twee van elk ter weerszijden van de spleet 2 tussen 20 de spoorstaaf einden.. Ook is elke onderlinge positionering denkbaar anders dan zoals weergegeven (d.w.z. telkens twee afschuifpennen 3 tussen twee isolatorbussen 4).

De pennen 3 kunnen in naar de spoorstaaf openende, blinde boringen in de zielplaten 5 zijn opgènomen. Eventueel bevatten 25 de.zielplaten 5 doorgaande boringen waarin de pennen 3 worden geplaatst. Ook een andere bevestiging van de pennen aan de zielplaten 5 is mogelijk. Ook is denkbaar, een langere pen 3 dan getoond te gebruiken, die aan beide zielplaten 5 wordt vastgezet.

30 . In een alternatieve op deze uitvoering gebaseerde variant is de keramische isolator 7 vervangen door een alternatieve galvanische isolator in de spleet 2, bijv. een kunststof isolator zoals uit de stand van de techniek bekend. De spleetvorm kan eveneens anders zijn. Alle beschreven of in de tekening 35 weergegeven maatrégelen vormen op zich of in willekeurige combinatie het onderwerp van deze uitvinding.

1031186

Claims (22)

1. Spoorwegelement dat bestemd is voor het dragen van een loopwiel van een trein, zoals een spoorstaaf (1) of strijkregel, en waarin zich, op het niveau van het met het loopwiel of wielflens 5 ervan in contact komende contactoppervlak, een tussenruimte (2) bevindt, zoals een ES-las, die is opgevuld met een afzonderlijk, geprefabriceerd opvulelement (7) waarvan ten minste het contactoppervlak ten minste één van slijpbaarheid, hardheid, stijfheid en sterkte heeft ten minste in hoofdzaak gelijk aan 10 die van het spoorwegelement, zodat het loopwiel van een trein wordt gesteund door het opvulelement en het opvulelement de tussenruimte zodanig opvult, dat een loopwiel in hoofdzaak geen oneffenheid ervaart bij het passeren ervan.

2. Element volgens conclusie 1, waarbij de tussenruimte (2) althans 10 of 20 of 30 mm, bij voorbeeld althans ong. 50 of 60 mm bedraagt

3. Element volgens conclusie 1 of 2, waarbij het opvulelement 20 (7) de tussenruimte tot spleten van ten hoogste 2 mm volledig opvult.

4. Element volgens een van conclusies 1-3, waarbij het opvulelement galvanisch isolerend materiaal omvat, bij voorkeur 25 keramisch (bijv. oxiden van Zn, Si of Al) of steenachtig of composiet materiaal of hout (bijv. POK of Azobé).

5. Element volgens een van conclusies 1-4, met een kern van een materiaal, bijv. staal, en een (bijv. alzijdige) omhulling 30 van galvanisch isolerend materiaal en eventueel een wapening.

6. Element volgens een van conclusies 1-5, waarbij het opvulelement (7) zodanig gevormd of gemonteerd is in de tussenruimte, dat het de verticale of horizontale belasting van 35 een loopwiel van de trein kan dragen.

7. Element volgens een van conclusies 1-6, waarbij het I Ω3118fi opvulelement rechtstreeks steunt op de ondergrond, bijv. dwarsligger of ander funderingdeel van de spoorbaan.

8. Element volgens een van conclusies 1-7, waarbij het 5 opvulelement de wielbelasting rechtstreeks overdraagt aan de aangrenzende spoorstaaf, bijv. doordat de spoorstaaf (1) zich onder een deel van het opvulelement uitstrekt.

9. Element volgens een van conclusies 1-8, waarbij de naar 10 elkaar gekeerde uiteinden van het spoorwegelement ter weerszijden van de tussenruimte in opwaartse richting van elkaar weglopend gevormd zijn zodat de tussenruimte (2) in opwaartse richting geleidelijk verbreedt.

10. Element volgens een van conclusies 1-9, waarbij het opvulelement (7) een met de vorm van de tussenruimte (2) identieke vorm heeft.

11. Element volgens een van conclusies 1-10, waarbij het 20 opvulelement (7) voldoende vormvast en slijtvast is zodat het zich gedraagt als een stuk stalen spoorstaaf.

12. Element volgens een van conclusies 1-11, waarbij het opvulelement een hardheid heeft althans in hoofdzaak gelijk aan 25 die van uitgereden staal van spoorstaafkwaliteit.

13. Element volgens een van conclusies 1 streep 12, waarbij het opvulelement slijpbaar is.

14. Element volgens een van conclusies 1-13, met de tussenruimte 30 (2) overbruggende, in lengterichting lopende brugdelen (5) die onder tussenkomst van isolatiedelen (6) door galvanisch isolerende, bijvoorbeeld keramische afschuifpennen (3) en ringen/bussen (4) aan de spoorstaaf (1) zijn gemonteerd.

15. Element volgens een van conclusies 1-14, waarbij de ES-las twee parallelle koppelstrippen ter weerszijden van het lijf van de spoorstaaf bezit, waarbij elke koppelstrip aan de lijven van beide in eikaars verlengde gelegen spoorstaven is gemonteerd.

16. Element volgens een van conclusies 1-15, waarbij de 5 koppelstrip galvanisch geïsoleerd gemonteerd is aan de spoorstaven, bijv. door gebruik van een isolerende (lijm)laag tussen de koppelstrip en het lijf van de spoorstaaf en in isolerende bussen opgenomen montagebouten.

17. Element volgens een van conclusies 1-16, waarbij de koppelstrip galvanisch isolerend is, bijv. van polymeer materiaal.

18. Element volgens een van conclusies 1-17, waarbij de 15 spoorstaven van de ES-las op horizontale afstand van elkaar eindigen.

19. Element volgens een van conclusies 1-18, waarbij de tussenruimte gevuld is met galvanisch isolerend materiaal. 20

20. Element volgens een van conclusies 1-19, waarbij de naar elkaar gekeerde uiteinden van de spoorstaven van de ES-las in opwaartse richting van elkaar weglopend gevormd zijn.

21. Opvulelement (7) voor een spoorwegelement volgens een van conclusies 1-20.

22. Spoorweg met een element volgens een van conclusies 1-20. 1031186