NL1031116C2 - Hulpbedieningssamenstel voor een remsysteem van een aanhangwagen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Hulpbedieningssamenstel voor een remsysteem van een aanhangwagen

De uitvinding heeft betrekking op een hulpbedieningssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijk hulpbedieningssamenstel is bekend uit Nederlands octrooischrift 1 006 357. Voor aanhangwagens, zoals caravans, 5 paardentrailers en boottrailers die bestemd zijn om achter een personenauto of bestelauto te worden gekoppeld is het zogenaamde oploopremsysteem in Europa het meest gebruikelijke remsysteem. Bij een oploopremsysteem is de aanhanger nabij de koppeling voorzien van een cilinder die indrukbaar is door oploopkrachten die daarop uitgeoefend worden indien het trekkende 10 voertuig wordt vertraagd. Een bezwaar van dit systeem is, dat de remwerking van het remsysteem van de aanhanger steeds vertraagd in werking komt en altijd een voorwaartse kracht op het voor de aanhanger gekoppelde voertuig uitoefent.

Een bekend systeem, waarbij dit bezwaar zich niet voordoet is een 15 elektrisch remsysteem, waarbij elektrische bedieningsmiddelen via hefbomen zijn gekoppeld met de remschoenen en bediend worden in reactie op schakeling van elektrische spanning ten behoeve van de remlichten.

Zulke systemen kunnen bijvoorbeeld worden bestuurd door een besturingsorgaan dat in de handel verkrijgbaar is onder de merknaam 20 Primus en op de markt wordt gebracht door Tekonsha Engineering te Tekonsha, Michigan, Verenigde Staten. Voor een dergelijk elektrisch bediend remsysteem zijn speciale remmen nodig, waardoor dit niet geschikt is voor toepassing als toevoeging aan een bestaand remsysteem van een aanhangwagen. Bovendien zijn speciale voorzieningen nodig om te kunnen 25 voldoen aan het, bijvoorbeeld in Europa, geldende, vereiste dat een mechanisch bedienbare parkeerrem aanwezig moet zijn.

Het Nederlandse octrooischrift 1 006 357 stelt een actief, in reactie op de spanning ten behoeve van de remlichten activeerbaar hulpbedieningssamenstel voor, waardoor een sneller reagerend remsysteem 10311 16 -2- wordt verkregen dan bij bediening door een oploopsysteem het geval is en de remwerking zo gedoseerd kan worden, dat de aanhanger geen oploopkracht op het trekvoertuig uitoefent. Het hulpbedieningssamenstel kan op een grote variëteit aan aanhangers worden toegepast, waardoor met een 5 beperkte variëteit aan onderdelen een grote variëteit aan aanhangers omgebouwd kan worden met handhaving van de bestaande handbediening voor de parkeerrem en van de bestaande mechanische losbreekbeveüiging.

Het bevestigen van het hulpbedieningssamenstel aan de aanhangwagen vormt echter vaak een probleem gezien de grote variëteit 10 aan aanhangwagens waar het hulpbedieningssamenstel aan bevestigd moet kunnen worden. Verder bestaat bij sommige gebruikers die een caravan huren vaak de wens om als optie over een dergelijk hulpbedieningssamenstel te kunnen beschikken, terwijl andere gebruikers die wens niet hebben, bijvoorbeeld omdat zij over een relatief zwaar 15 trekvoertuig beschikken. Het zou derhalve wenselijk zijn het hulpbedieningssamenstel gemakkelijk te kunnen monteren en weer te kunnen demonteren, zonder beschadigingen achter te laten. Bovendien is het in het algemeen niet toegestaan bewerkingen aan het chassis van een aanhangwagen uit te voeren, omdat daardoor de typegoedkeuring van de 20 aanhangwagen zou vervallen.

Het is derhalve een doel van de uitvinding, een oplossing te verschaffen die het moge lijk maakt, ten minste het bedieningsorgaan van het hulpbedieningssamenstel betrouwbaar en solide te bevestigen, zonder aan het chassis van de aanhangwagen bewerkingen uit te hoeven voeren.

25 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een hulpbedieningssamenstel volgens conclusie 1 te verschaffen.

De draagbalk draagt het bedieningsorgaan en is door klemstroppen voor het omklemmen van disselbalken van de aanhanger aan het chassis te bevestigen. Hierdoor kan het bedieningsorgaan betrouwbaar en solide 30 worden bevestigd zonder het chassis te beschadigen.

-3-

Bijzonder voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

Navolgend worden verdere doelen, uitvoeringen, effecten en voordelen van de uitvinding nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, 5 waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een chassis van een aanhanger uitgerust met een voorbeeld van een hulpbedieningssamenstel volgens de uitvinding; en fig. 2 een vergroot, plaatselijk opengewerkt bovenaanzicht van het 10 hulpbedieningssamenstel volgens fig. 1.

Het in fig. 1 getoonde aanhangerchassis heeft een frame 1 met een dissel 2, een wielophanging 3, wielen 4, remmen 5 en achterlichten 27. De aanhanger is verder voorzien van een oploopdlinder 6.

-Het remsysteem van de aanhangwagen, omvat een 15 overbrengingsstructuur 8 met een bedieningsstang 9, een evenaar 10 en bowden kabels 11 die de evenaar 10 verbinden met de remmen 5. Het remsysteem is verder voorzien van een hulpbedieningssamenstel 13 met een lier 14 omvattende een motor 12, een met een uitgaande as van de motor 12 gekoppelde liertrommel 15 waarop een uiteinden van een bedieningskabel 20 16 is vastgezet en gewikkeld. Het andere uiteinde van de bedieningskabel 16 is middels een klemstroppen 17, 22 bevestigd aan de bedieningsstang 9. De motor 12 is via een elektrische kabel 24 en een contactplug 25 gekoppeld met een contactdoos 23 en een rembesturing 39 die aan resp. in het voertuig zijn gemonteerd. Bij het rembedieningssamenstel volgens de uitvinding 25 wordt de motor 12 bestuurd door de spanning waarmee de motor 12 wordt gevoed.

In reactie op elektrische spanning op gedeeltes van het elektrische circuit waarin remlichten zijn opgenomen, wordt door de rembesturing 39 een spanning toegevoerd aan de motor 12, waardoor deze de lierschijf 15 30 aandrijft. Hierdoor wordt de bedieningskabel 16 aangetrokken en wordt een - 4 - rembedieningskracht uitgeoefend op de stang 9 van de overbrengingsstructuur 8 van het remsysteem van de aanhangwagen, zodat de aanhangwagen in reactie op spanning bestemd voor de remlichten direct wordt afgeremd. Doordat de bedieningsstructuur aangrijpt op de bestaande 5 overbrengingsstructuur 8 van een oplooprem-systeem kan een dergelijk systeem met een ombouwkit die een besturingsstructuur als beschreven bevat zeer gemakkelijk omgebouwd worden, waarbij een besturingsstructuur in een bepaalde uitvoering met verschillende aanhanger- en remtypen kan worden gecombineerd.

10 Zeer geschikt voor deze toepassing is vooral een motor die ook bij zeer lage snelheid en stilstand een groot en varieerbaar koppel op kan wekken, zoals een permanente magneet motor. Afhankelijk van de omvang van de aanhangwagen en het aantal en type van de te bedienen remmen, kan de motor en de overbrenging naar de lierschijf 15 geschikt worden gekozen.

15 Doordat de bedieningsstructuur aangrijpt op de bestaande overbrengingsstructuur 8 van de aanhanger voor het bedienen van remmen 5, behoeft de aanhanger wat dit betreft geen aanpassing en kan de hulpbedieningssamenstel op een grote variëteit aan aanhangers worden toegepast.

20 Het hulpbedieningssamenstel volgens het weergegeven voorbeeld maakt een remdosering mogelijk, waarbij de aanhanger eerder en/of sterker wordt vertraagd dan het trekvoertuig, zodat dit bij het remmen niet of althans minder opgeduwd wordt en de combinatie bij het remmen stabieler is. Verder maakt het voorgestelde remsamenstel het mogelijk, uitsluitend de 25 aanhanger te remmen teneinde incidentele slingering van de aanhanger te stoppen.

Bij de aanhanger volgens dit voorbeeld is het hulpbedieningssamenstel ingericht voor het handhaven van een verstelbare relatie tussen een aan de gewenste vertraging gerelateerd signaal en de 30 remdosering. Hiertoe bevat de rembesturingseenheid 39 een opnemer en is - 5 - deze ingericht voor het in afhankelijkheid van de vertraging van het trekvoertuig besturen van de motor 12. Doordat de relatie tussen de vertraging en de remdosering instelbaar is, kan deze vanuit het trekkende voertuig worden aangepast aan de belading van de aanhanger en de 5 eigenschappen van de remmen van de aanhanger. Hiertoe volstaat het enkele proefremmingen uit te voeren. Als tijdens het rijden blijkt, dat de dosering van de remwerking van de remmen van de aanhanger te sterk of te zwak is, kan deze eenvoudig worden bijgesteld.

Voor het verstellen van de relatie tussen het aan de beoogde 10 vertraging gerelateerde signaal en de remdosering is de rembesturingseenheid 39 voorzien van een bedieningsorgaan 40 voor het verstellen van deze relatie.

De aanhanger volgens fig. 1 omvat tevens een complete oplooprem-bediening. Dit biedt onder meer het voordeel, dat als het 15 hulpbedieningssamenstel is verwijderd of buiten bedrijf is, de aanhangwagen op conventionele wijze rembaar is en aan de voorschriften blijft voldoen.

Het hulpbedieningssamenstel volgens de uitvinding is zeer eenvoudig te monteren op een grote variëteit van aanhangers en zonder het chassis te 20 hoeven bewerken of te beschadigen, doordat het is uitgerust met een draagbalk 30 die het bedieningsorgaan 14 draagt en met klemstroppen 31 voor het omklemmen van disselbalken 32 van de aanhanger.

De klemstroppen zijn volgens dit voorbeeld elk uitgevoerd als een samenstel van een drager 33, een klemplaat 34 en spanbouten 35 voor het 25 klemmen van een disselbalk 32 tussen de drager 33 en de klemplaat 34.

De stroppen 31 zijn elk zwenkbaar aan de draagbalk 30 gekoppeld, waardoor de stroppen 31 zich kunnen voegen naar verschillende onderlinge hoeken tussen disaelbalkén. Bij het hulpbedieningssamenstel volgens het weergegeven voorbeeld van de uitvinding is de zwenkbaarheid van de -6- stroppen gerealiseerd, doordat de drager 33 via een schamierpen 36 met de balk 30 is verbonden.

Dat de draagbalk aan V-vormig verlopende disselbalken 32 is bevestigd biedt het voordeel, dat relatief weinig klemkracht nodig is om de 5 draagbalk 30 betrouwbaar op zijn plaats te houden, aangezien de disselbalken 32 in de richting van de via de bedieningskabel 16 uitgeoefende trekkracht van elkaar af verlopen en derhalve achterwaartse verplaatsing van de draagbalk 30 een vergroting van de onderlinge afstand van de stroppen 31 zou vergen. In dit kader is het bovendien voor een accurate 10 fixatie van de draagbalk 30 voordelig, dat de stroppen 31 mede van buitenaf op de disselbalken 32 aangrijpen. Doordat een geringe klemkracht volstaat voor het betrouwbaar op zijn plaats houden van de draagbalk 30, is schroefdraad in boringen in de klemplaten 33 voldoende om de bouten 32 op aan te laten grijpen, ook als de klemplaten uit een aluminiumlegering zijn 15 vervaardigd. Dit beperkt het aantal onderdelen en maakt montage en demontage eenvoudig, aangezien moeren en de bediening daarvan niet nodig zijn.

De draagbalk 30 is volgens het getoonde voorbeeld in lengte verstelbaar. Dit biedt bij bevestiging aan V-vormig verlopende disselbalken 20 het voordeel, dat enige vrijheid wordt verkregen ten aanzien van de locatie in rijrichting waar de balk geplaatst kan worden. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn indien aan de dissel een accessoire, zoals een fietsendrager, een disselbak en/of een bermkeuken is bevestigd of indien de vorm van de disselbalken beperkingen ten aanzien van de bevestigingsmogelijkheden 25 van de stroppen met zich brengt.

De lengte-verstelbaarheid van de draagbalk 30 is volgens het weergegeven voorbeeld gerealiseerd, doordat het bedieningsorgaan 13 is op gehangen aan een centraal draaggedeelte 37 en de draagbalk 30 mede wordt gevormd door aan weerzijden van het draaggedeelte 37 over 30 onafhankelijk van elkaar verstelbare afstanden uitstekende koppelstukken -7- 38. Hierdoor kan een adequate uitlijning van de liertrommel 15 en met name van de bedieningskabel 16 ten opzichte van de remstang 9 worden gerealiseerd. Opgemerkt wordt, dat bij diverse typen aanhangwagens de remstang niet precies centraal, maar iets links of rechts van het 5 middenlangsvlak onder het chassis verloopt.

De koppelstukken 38 zijn voorzien van sleuven 26, waardoor bouten 41 reiken. Door de bouten 41 vast aan te draaien worden de koppelstukken 38 ten opzichte van het draaggedeelte vastgeklemd.

De motorlier 14 is door middel van steunen 42 aan het draaggedeelte 10 37 bevestigd. De steunen 42 zijn aan het draaggedeelte 37 bevestigd door middel van verzonken inbusbouten 43 die in van schroefdraad voorziene gaten in de steunen 42 zijn gedraaid.

Doordat de motorlier 14 is gemonteerd voor een vlak van de draagbalk 30 dat evenwijdig verloopt aan de zwenkassen 36 waarom de 15 stroppen 31 zwenkbaar zijn, bevindt de motorlier 14 zich in gemonteerde toestand althans voor een belangrijk gedeelte, op dezelfde hoogte als de draagbalk 30. De inbouwhoogte van het hulpbedieningesamenstel wordt daarmee gereduceerd en brengt in de praktijk in het algemeen geen wezenlijke beperking van de bodemvrijheid met zich. Kans op beschadiging 20 van het hulpbedieningesamenstel wordt aldus beperkt. Doordat de motorlier 14 zich volgens het getoonde voorbeeld achter de draagbalk bevindt, is deze bovendien door de draagbalk 30 afgeschermd tegen opspattend water en steenslag.

De draagbalk 30 en de stroppen 31 zijn bijvoorkeur samengesteld uit 25 aluminium delen en roestvast stalen bouten waarmee de delen ten opzichte van elkaar en om de disselbalken vastgeklemd zijn.

1031116

Claims (6)

1. Hulpbedieningssamenstel voor een remsysteem van een aanhangwagen met een overbrengingsstructuur (8) gekoppeld aan remmen (5) van de aanhanger, omvattende een bedieningsstructuur (13) voor koppeling aan genoemde overbrengingsstructuur (8), waarbij de 5 bedieningsstructuur (13) een bedieningsorgaan (14) omvat en is ingericht voor het aansturen van het bedieningsorgaan (14) voor het uitoefenen van een kracht op genoemde overbrengingsstructuur (8) in reactie op spanning over klemmen geassocieerd met remlichten van een trekkend voertuig, gekenmerkt door een draagbalk (30) die het bedieningsorgaan (14) draagt 10 en klemstroppen (31) voor het omklemmen van disselbalken (32) van de aanhanger.

2. Hulpbedieningssamenstel volgens conclusie 1, waarbij de klemstroppen (31) zwenkbaar aan de draagbalk (30) zijn gekoppeld.

3. Hulpbedieningssamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het 15 bedieningsorgaan (14) is gemonteerd voor een vlak van de draagbalk (30) evenwijdig aan zwenkassen waarom de klemstroppen (31) ten opzichte van de draagbalk (30) zwenkbaar zijn.

4. Hulpbedieningssamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de draagbalk (30) een verstelbare lengte heeft.

5. Hulpbedieningssamenstel volgens conclusie 4, waarbij het bedieningsorgaan(14) is opgehangen aan een centraal (kraaggedeelte (37) en waarbij de draagbalk (30) aan weerszijden van het draaggedeelte (37) over onafhankelijk van elkaar verstelbare afstanden uitstekende koppelstukken (38) omvat.

7. Aanhangwagen omvattende een hulpbedieningssamenstel volgens een der voorgaande conclusies en V-vormig verlopende disselbalken (32) waaraan genoemde draagbalk (30) is bevestigd. 1031116