NL1031072C2 - Hydraulische bedieningsinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Hydraulische bedieningsinrichting.

De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect daarvan betrekking op een hydraulische bedieningsinrichting volgens de aanhef van conclusie 1.

5 Een hydraulische bedieningsinrichting volgens de aanhef van conclusie 1 is bijvoorbeeld bekend uit EP 1 031 697 van aanvraagster.

Bij deze bekende bedieningsinrichting is de eerste hydraulische actuator voorzien van een bypasskanaal, waarlangs aan een kamer van de hydraulische actuator toegevoerde vloeistof geheel of gedeeltelijk 10 kan wegstromen indien de zuiger de instroommond van het bypasskanaal heeft vrijgeven. Het bypasskanaal levert het effect op dat de verplaatsingssnelheid van het zuiger/zuigerstang-samenstel wordt gedempt voordat de eindpositie wordt bereikt. Ook neemt de door de hydraulische' actuator leverbare kfacht af zodra via het'bypasskanaal 15 onder druk aan een kamer van de actuator toegevoerde vloeistof kan wegstromen.

In de praktijk komt het voor dat de demping van de verplaatsingssnelheid van het zuiger/zuigerstang-samenstel gewenst is, echter dat het problematisch is dat de door de actuator leverbare 20 kracht al afneemt voordat de eindpositie is bereikt.

De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterde hydraulische bedieningsinrichting te verschaffen, waarmee enerzijds een goede dempende werking kan worden verkregen en anderzijds de actuator tot aan het bereiken van zijn eindstand effectief kracht kan blijven 25 leveren.

De onderhavige uitvinding bereikt bovengenoemd doel door het verschaffen van een hydraulische bedieningsinrichting volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat de eerste mond van de tweede hydraulische actuator in verbinding staat met de eerste 30 mond van de eerste hydraulische actuator, doordat de tweede mond van de tweede hydraulische actuator in verbinding staat met de tweede mond van de eerste hydraulische actuator via een derde aansluiting op het huis van de eerste hydraulische actuator, waarbij de derde aansluiting via een derde mond in verbinding staat met de cilinder-35 ruimte in de eerste hydraulische actuator en doordat de dempings-middelen zijn gerealiseerd doordat het zuiger/zuigerstangsamenstel van de eerste hydraulische actuator is voorzien van een smoomiddel, 1031072 2 dat is ingericht om bij verplaatsing van het zuiger/zuigerstang-samenstel van de eerste naar de tweede eindpositie de afvoer van hydraulische vloeistof via de tweede mond te smoren voordat het zuiger/zuigerstangsamenstel de tweede eindpositie bereikt.

5 Door de uitvinding wordt bereikt dat bij het verplaatsen van de zuiger/zuigerstang-samenstellen naar de tweede eindpositie, op een bepaald moment voordat die eindpositie wordt bereikt, het smoormiddel in werking treedt, waardoor de verplaatsingsnelheid van de zuiger/ zuigerstang-samenstellen gedempt wordt. De afvoer van hydraulische 10 vloeistof wordt bijvoorbeeld gesmoord, doordat het smoormiddel tegen de tweede mond aanligt en daarmee de tweede mond gedeeltelijk afdekt. Hierdoor kan de vloeistof uit de tweede kamer minder gemakkelijk uitstromen via de tweede mond.

Het smoormiddel begrenst de uitstroomsnelheid van de 15 hydraulische vloeistof zodat de verplaatsing van de zuiger/zuiger-stangsamenstellen nabij de tweede eindpositie gedempt plaatsvinden.

Bij voorkeur omvat het smoormiddel een smoororgaan met een smoorgroef.

De oplossing volgens de uitvinding is in het bijzonder voor-20 delig bij een hydraulische actuator van geringe diameter, waarbij tijdens de dempende werking van de actuator zeer kleine vloeistof-volumes wegstromen uit de tweede kamer. Het smoormiddel omvattende een smoororgaan met smoorgroef levert een stabiele uitstroming bij kleine volumes.

25 In de praktijk komt het vaak voor dat een beweegbaar onderdeel, bijvoorbeeld een beweegbaar voertuigonderdeel, zoals bijvoorbeeld van een afdekkapsamenstel voor het afdekken van een passagiersruimte van het voertuig, of een kofferbakdeksel, door twee hydraulische actuatoren in hoofdzaak tegelijk wordt aangedreven, die aan tegenover 30 elkaar gelegen zijden van het betreffende onderdeel zijn opgesteld.

In die situatie is de dempende werking dan ook bij de tweede hydraulische actuator aanwezig zonder dat bij die actuator enige aparte voorziening nodig is. Dit is technisch en uit kostenoogpunt zeer voordelig.

35 De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 deels in doorsnede en deels schematisch een voorbeeld-uitvoeringsvorm van de hydraulische bedieningsinrichting volgens de uitvinding, waarbij een eerste hydraulische actuator is voorzien van 40 dempingsmiddelen.

3 fig. 2 deels in doorsnede en deels schematisch een voorbeeld-uitvoeringsvorm van de hydraulische bedieningsinrichting zoals in fig. 1, waarbij ook een tweede hydraulische actuator is voorzien van dempingsmiddelen.

5 Fig. 1 toont een hydraulische bedieningsinrichting met een reservoir 1 voor hydraulische vloeistof en een omkeerbare pomp 2, bijvoorbeeld een elektrisch aandrijfbare pomp.

Een aanzuigwisselklep 3 is voorzien, die via leidingen 4, 5 aansluit op de poorten 6,7 van de pomp 2. De schematisch weergegeven 10 leidingen zijn bijvoorbeeld slangen.

De bedieningsinrichting omvat verder een eerste hydraulische actuator 10 en een tweede hydraulische actuator 20. De actuatoren 10, 20 drijven gemeenschappelijk een object 30 aan, dat in de figuur met streeplijnen is weergegeven. Bijvoorbeeld is het object een 15 cabriokap, een kofferbakdeksel, tonneau-cover of ander beweegbaar onderdeel van een motorvoertuig. Uiteraard zijn ook geheel andere toepassingen denkbaar.

De eerste hydraulische actuator 10 is uitgevoerd als een lineaire cilinder en heeft een in hoofdzaak buisvormig huis 11, dat 20 aan de axiale einden is afgesloten door eindstukken 12, 13.

In het huis 11 is een cilinderruimte gevormd waarin een zuiger/zuigerstang-samenstel, met zuiger 14 en zuigerstang 15, tussen bijbehorende eerste en tweede eindposities axiaal heen en weer verplaatsbaar is opgenomen. In de eerste eindpositie ligt de zuiger 25 14 aan tegen eindstuk 13 en in de tweede eindpositie tegen eindstuk 12.

De zuigerstang 15 van het zuiger/zuigerstangsamenstel steekt door het eindstuk 13 uit het huis 11 naar buiten.

Het zuiger/zuigerstangsamenstel begrenst in de cilinderruimte 30 een eerste kamer 16 en een tweede kamer 17 met een van de stand van het zuiger/zuigerstangsamenstel afhankelijk volume, waarbij het volume van de eerste kamer 16 het kleinst is indien het zuiger/ zuigerstangsamenstel zich in de eerste eindpositie bevindt en waarbij het volume van de tweede kamer 17 het kleinst is indien het 35 zuiger/zuigerstangsamenstel zich in de tweede eindpositie bevindt.

Het huis 11 is verder voorzien van een eerste en een tweede aansluiting 19, 18 voor de toe- en afvoer van hydraulische vloeistof, die respectievelijk via een eerste en een tweede mond 19a, 18a in de cilinderruimte met de eerste en de tweede kamer 16, 17 in verbinding 40 staan.

4

De eerste hydraulische actuator 10 is verder voorzien van dempingsmiddelen voor het verschaffen van een demping van de verplaatsingssnelheid van de zuiger/zuigerstangsamenstellen nabij de tweede eindpositie.

5 Deze dempingsmiddelen zijn gerealiseerd doordat het zuiger/ zuigerstangsamenstel 14, 15 is voorzien van een smoormiddel 50, dat is ingericht om bij een teruggaande beweging van het zuiger/zuiger-stangsamenstel 14,15 van de eerste naar de tweede eindpositie de tweede mond 18a te smoren, voordat het zuiger/zuigerstangsamenstel de 10 tweede eindpositie bereikt.

In het getoonde voorbeeld omvat het smoormiddel 50 een ringvormig smoororgaan 51, dat axiaal verschuifbaar is aangebracht op een as 53, die coaxiaal ligt ten opzichte van de zuigerstang 15 van de eerste actuator 10. De as 53 is aangebracht aan de zijde van de 15 zuiger 14 tegenover de zijde waarop de zuigerstang 15 is aangebracht.

Het smoormiddel omvat verder een veermiddel 52 dat tussen de zuiger 14 en het smoororgaan 51 is opgesteld en dat het smoororgaan 51 van de zuiger 14 vandaan drukt.

Het smoororgaan 51 heeft hier een geringere diameter dan de 20 zuiger 14.

Een alternatieve uitvoering is mogelijk waarbij het smoororgaan 51 een diameter heeft gelijk aan de zuiger 14, waarbij de hydraulische vloeistof door doorlaten in het smoororgaan 51 kan passeren. De wand van de cilinderruimte kan in dat geval voor 25 geleiding van het smoororgaan 51 zorgen, zodat de as 53 overbodig is.

Het eindstuk 12 van het huis 11 heeft aan zijn naar de zuiger 14 gekeerde zijde een opening, die in verbinding staat met aansluiting 18 met tweede mond 18a, waar het smoororgaan 51 met een smorend effect tegenaan komt te liggen bij het van de eerste naar de 30 tweede eindpositie verplaatsen van het zuiger/zuigerstangsamenstel voordat de tweede eindpositie is bereikt. Hier wordt het smorend effect bereikt doordat de tweede mond 18a die in verbinding staat met aansluiting 18 wordt vernauwd. Daartoe is op het smoororgaan 51 aan de kopse zijde een smoorgroef, hier een afschuining, aangebracht.

35 De tweede hydraulische actuator 20 is van een algemeen gebruikelijke uitvoering en heeft een huis 21 met eindstukken 22, 23, die in het huis 21 een cilinderruimte begrenzen.

In de cilinderruimte is een zuiger/zuigerstangsamenstel met zuiger 24 en zuigerstang 25 tussen bijbehorende eerste en tweede 40 eindposities axiaal heen en weer verplaatsbaar opgenomen. In de 5 eerste eindpositie ligt de zuiger 24 aan tegen het eindstuk 23 en in de tweede eindpositie tegen het eindstuk 22.

De zuigerstang 25 steekt door het eindstuk 23 uit het huis 21 naar buiten.

5 Het zuiger/zuigerstangsamenstel 24, 25 begrenst in de cilinder- ruimte een eerste kamer 26 en tweede kamer 27 met een van de stand van het zuiger/zuigerstang-samenstel 24, 25 afhankelijk volume, waarbij het volume van de eerste kamer het kleinst is indien het zuiger/zuigerstangsamenstel zich in de eerste eindpositie bevindt en 10 waarbij het volume van de tweede kamer het kleinst is indien het zuiger/zuigerstangsamenstel zich in de tweede eindpositie bevindt.

Het huis 21 is voorzien van een eerste en een tweede aansluiting 29, 28 voor de toe- en afvoer van hydraulische vloeistof, die respectievelijk via een eerste en een tweede mond 29a, 28a in de 15 cilinderruimte met de eerste en de tweede kamer 26,27 in verbinding staan.

Het huis 11 van de eerste hydraulische actuator 10 is voorzien van een derde aansluiting 111 die met een derde mond lila in verbinding staat met de tweede kamer 17 in de cilinderruimte. De 20 derde mond lila staat in verbinding met de kamer waarbinnen de dempingsmiddelen zich bevinden.

Via een leiding 32, staat de eerste mond 29a van de tweede hydraulische actuator 20 in open verbinding met de eerste mond 19a van de eerste hydraulische actuator 10.

25 Via een leiding 34, staat de tweede mond 28a van de tweede hydraulische actuator 20 in open verbinding met de derde mond lila van de eerste hydraulische actuator 10. De derde mond lila van de eerste hydraulische actuator staat door de kamer 17 in open verbinding met de tweede mond 18a van de eerste hydraulische 30 actuator. Een leiding 31, die aansluit op de poort 6 van de pomp 2 en de aansluiting 18 staat zo in open verbinding met de tweede mond 28a van de tweede hydraulische actuator 20.

Bij de beschreven bedieningsinrichting wordt de volgende werking verkregen. Bij het toevoeren van hydraulische vloeistof onder 35 druk via de poort 7 van de pomp 2 aan de eerste aansluitingen 19, 29 van zowel de eerste als de tweede hydraulische actuator 10, 20 wordt bereikt dat de zuiger/zuigerstangsamenstellen 14,15 en 24, 25 daarvan vanuit de eerste eindpositie naar de tweede eindpositie verplaatsen.

Zolang het smoormiddel 50 nog niet werkzaam is, stroomt 40 vloeistof in hoofdzaak ongehinderd weg uit de tweede, kamers 27 en 17 6 via de leiding 31 en 34 naar de poort 6 van de pomp.

Op een geven moment, nog voordat de tweede eindpositie wordt bereikt, treedt het smoormiddel 50 in werking doordat het smoororgaan 51 tegen het eindstuk 12 komt te liggen. Vanaf dat moment is de 5 tweede mond 18a gedeeltelijk afgesloten van de cilinderruimte en kan via de tweede aansluiting 18 minder vloeistof wegstromen.

Op deze wijze wordt met een enkel smoormiddel 50 een identieke dempende werking verkregen voor beide actuatoren 10, 20, waarbij dan alleen de actuator 10 is voorzien van het eerder beschreven smoor-10 middel 50.

De in fig. 2 getoonde configuratie van de hydraulische bedieningsinrichting is grotendeels analoog aan de configuratie zoals getoond in fig. 1. Fig. 2 toont een hydraulische bedieningsinrichting met een reservoir 1 voor hydraulische vloeistof en een omkeerbare 15 pomp 2.

Een aanzuigwisselklep 3 is voorzien, die via leidingen 4, 5 aansluit op de poorten 6, 7 van de pomp 2.

De bedieningsinrichting omvat verder een eerste hydraulische actuator 10 en een tweede hydraulische actuator 20. De actuatoren 10, 20 20 drijven gemeenschappelijk een object 30 aan, dat in de figuur met streeplijnen is weergegeven.

Binnen de eerste hydraulische actuator 10 zijn binnen de cilinderruimte twee kamers 16, 17 te onderscheiden, die respectievelijk door middel van de leidingen 32, 34 in verbinding 25 staan met de binnen de cilinderruimte van de tweede actuator 20 te onderscheiden kamers 26, 27. De eerste hydraulische actuator 10 in fig. 2 heeft eenzelfde configuratie als de eerste hydraulische actuator 10 in fig. 1. De tweede hydraulische actuator 20 in fig. 2 is anders en omvat dempingsmiddelen voor het verschaffen van een 30 demping van de verplaatsingssnelheid van de zuiger/zuigerstang-samenstellen nabij de eerste eindpositie.

De huizen 11, 21 van de eerste en tweede hydraulische actuator 10, 20 zijn voorzien van een derde aansluiting 111, 211 die met een derde mond lila, 211a in verbinding staan met respectievelijk de 35 tweede kamer 17 en de eerste kamer 26 in de cilinderruimten. De derde monden lila, 211a staan in verbinding met de kamer waarbinnen de dempingsmiddelen zich bevinden.

Via een leiding 32, staat de eerste mond 19a van de eerste hydraulische actuator 10 in open verbinding met de derde mond 211a 40 van de tweede hydraulische actuator 20.

7

Via een leiding 34, staat de tweede mond 28a van de tweede hydraulische actuator 20 in open verbinding met de derde mond lila van de eerste hydraulische actuator 10. De derde mond lila van de eerste hydraulische actuator staat door de kamer 17 in open 5 verbinding met de tweede mond 18a van de eerste hydraulische actuator. Een leiding 31, die aansluit op de poort 6 van de pomp 2 en de aansluiting 18 staat zo in open verbinding met de tweede mond 28a van de tweede hydraulische actuator 20.

De dempingsmiddelen voor de eerste eindpositie zijn 10 gerealiseerd doordat het zuiger/zuigerstangsamenstel 24, 25 is voorzien van een smoormiddel 60, dat is ingericht om bij een beweging van het zuiger/zuigerstangsamenstel 24, 25 van de tweede naar de eerste eindpositie de eerste mond 29a te smoren, voordat het zuiger/zuigerstangsamenstel de eerste eindpositie bereikt.

15 In fig. 2 omvat het smoormiddel 60 een ringvormig smoororgaan 61, dat axiaal verschuifbaar is aangebracht op de zuigerstang 25 van de tweede actuator 20 en dat geleid wordt op die zuigerstang 25.

Het smoororgaan 61 heeft een geringere diameter dan de zuiger 24.

20 Het smoormiddel omvat verder een veermiddel 62 dat tussen de zuiger 24 en het smoororgaan 61 is opgesteld en dat het smoororgaan 61 van de zuiger 24 vandaan drukt.

Het eindstuk 23 van het huis 21 heeft aan zijn naar de zuiger 24 gekeerde zijde een eerste mond 29a, die in verbinding staat met de 25 aansluiting 29. Het ringvormig smoororgaan 61 komt tegen de eerste mond 29a aan te liggen bij het van de tweede naar de eerste eindpositie verplaatsen van het zuiger/zuigerstangsamenstel voordat de eerste eindpositie is bereikt. Hierdoor wordt de opening kleiner zodat de hydraulische vloeistof vanuit de kamers 16, 26 een verhoogde 30 weerstand ondervindt bij het wegstromen via de aansluiting 29 van de tweede hydraulische actuator 20. De verhoogde weerstand zorgt voor een smorend effect zodat de verplaatsingssnelheid van de zuiger/ zuigerstangsamenstellen van de verschillende actuatoren afneemt.

Met de in fig. 2 getoonde configuratie is bereikt dat zowel op 35 de eerste eindpositie alsook op de tweede eindpositie een dempende werking is gerealiseerd voordat het zuiger/zuigerstangsamenstel de eindpositie heeft bereikt. In een laatste deel van de verplaatsing naar de eindpositie is de mond, de werkzame doorlaat, verkleind naar een smooropening.

40 Voordelig aan de getoonde configuratie, waarbij twee actuatoren 8 ten hoogste één smoormiddel omvatten, is dat de hydraulische actuatoren, die met elkaar in verbinding staan, een in hoofdzaak gelijke inbouwlengte omvatten. Dit vereenvoudigt het ontwerp en is gunstig bij onderhoudswerkzaamheden. In een variant op de uitvoering 5 zoals getoond in fig. 2 is het mogelijk om één van de in serie geschakelde hydraulische actuatoren uit te voeren met een dubbele demping voor beide eindstanden. Hiertoe wordt dan aan beide zijden van de zuiger een smoormiddel aangebracht.

Naast de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen zijn vele 10 variantenmogelijk. In een variant kunnen meerdere, bijvoorbeeld vier, additionele actuatoren worden gedempt met een enkele speciaal aangepaste eerste actuator. Ook is het mogelijk om op dergelijke wijze volgens de uitvinding alleen de verplaatsing van de tweede naar de eerste eindpositie, een uitgaande slag, te dempen.

15 Aldus wordt volgens de uitvinding een verbeterde hydraulische bedieningsinrichting met een goede dempende werking verschaft. Door de beschreven oplossing blijft bij het uitschuiven van de zuiger/ zuigerstangsamenstellen 14,15 en 24,25 de maximaal leverbare kracht volledig behouden. Ook bij het inschuiven van de zuiger/zuigerstang-20 samenstellen is de maximaal leverbare kracht van de actuatoren 10,20 volledig beschikbaar.

1031072

Claims (10)

1. Hydraulische bedieningsinrichting omvattende: een eerste hydraulische actuator (10), welke actuator een huis 5 (11) heeft met een cilinderruimte daarin, waarin een zuiger/zuiger- stangsamenstel (14,15) tussen bijbehorende eerste en tweede eindposities axiaal heen en weer verplaatsbaar is opgenomen, welk zuiger/zuigerstangsamenstel uit het huis (11) naar buiten uitsteekt, waarbij het zuiger/zuigerstang-samenstel in de cilinderruimte een 10 eerste kamer (16) en tweede kamer (17) begrenst met een van de stand van het zuiger/zuigerstang-samenstel afhankelijk volume, waarbij het volume van de eerste kamer (16) het kleinst is indien het zuiger/ zuigerstang-samenstel zich in de eerste eindpositie bevindt en waarbij het volume van de tweede kamer (17) het kleinst is indien het 15 zuiger/zuigerstang-samenstel zich in de tweede eindpositie bevindt, waarbij het huis (11) is voorzien van een eerste en een tweede aansluiting (19,18) voor de toe- en afvoer van hydraulische vloeistof, die respectievelijk via een eerste en een tweede mond (19a,18a) in de cilinderruimte respectievelijk met de eerste en de 20 tweede kamer (16,17) in verbinding staan, een tweede hydraulische actuator (20), welke tweede actuator (20) een huis (21) heeft met een cilinderruimte daarin, waarin een zuiger/zuigerstangsamenstel (24, 25) tussen bijbehorende eerste en tweede eindposities axiaal heen en weer verplaatsbaar is opgenomen, 25 welk zuiger/zuigerstangsamenstel uit het huis (21) naar buiten uitsteekt, waarbij het zuiger/zuigerstangsamenstel in de cilinderruimte een eerste kamer (26) en tweede kamer (27) begrenst met een van de stand van het zuiger/zuigerstangsamenstel afhankelijk volume, waarbij het volume van de eerste kamer het kleinst is indien het 30 zuiger/zuigerstangsamenstel zich in de eerste eindpositie bevindt en waarbij het volume van de tweede kamer het kleinst is indien het zuiger/zuigerstangsamenstel zich in de tweede eindpositie bevindt, waarbij het huis (21) is voorzien van een eerste en een tweede aansluiting (29, 28) voor de toe- en afvoer van hydraulische 35 vloeistof, die respectievelijk via een eerste en een tweede mond (29a, 28a) in de cilinderruimte met respectievelijk de eerste en de tweede kamer (26, 27) in verbinding staan, waarbij dempingsmiddelen zijn voorzien voor het verschaffen van een demping van de verplaatsingssnelheid van een 40 zuiger/zuigerstangsamenstel, 103107? ' met het kenmerk, - dat de eerste mond (29a) van de tweede hydraulische actuator (20) in verbinding staat met de eerste mond (19a) van de eerste hydraulische actuator (10); 5. dat de tweede mond (28a) van de tweede hydraulische actuator (20) in verbinding staat met de tweede mond (18a) van de eerste hydraulische actuator (10) via een derde aansluiting (111) op het huis (11) van de eerste hydraulische actuator (10), waarbij de derde aansluiting (111) via een derde mond (lila) in verbinding staat met 10 de cilinderruimte in de eerste hydraulische actuator; en - dat de dempingsmiddelen zijn gerealiseerd doordat het zuiger/ zuigerstangsamenstel (14,15) van de eerste hydraulische actuator (10) is voorzien van een smoormiddel (50), dat is ingericht om bij verplaatsing van het zuiger/zuigerstangsamenstel van de eerste naar 15 de tweede eindpositie de afvoer van hydraulische vloeistof via de tweede mond (18a) te smoren voordat het zuiger/zuigerstangsamenstel de tweede eindpositie bereikt.

2. Hydraulische bedieningsinrichting volgens conclusie 1, waarbij 20 naast de eerste hydraulische actuator (10) ook de tweede hydraulische actuator (20) voorzien is van dempingsmiddelen die zijn gerealiseerd doordat het zuiger/zuigerstangsamenstel (24, 25) is voorzien van een smoormiddel (60), dat is ingericht om bij verplaatsing van het zuiger/zuigerstangsamenstel van de tweede naar de eerste eindpositie 25 de afvoer van hydraulische vloeistof via de eerste mond (29a) te smoren voordat het zuiger/zuigerstangsamenstel de eerste eindpositie bereikt en waarbij de eerste mond (29a) van de tweede hydraulische actuator (20) in verbinding staat met de eerste mond (19a) van de eerste hydraulische actuator (10) via een derde aansluiting (211) op 30 het huis (21) van de tweede hydraulische actuator (20), waarbij de derde aansluiting (211) via een derde mond (211a) in verbinding staat met de cilinderruimte in de tweede hydraulische actuator (20).

3. Hydraulische bedieningsinrichting volgens conclusie 1 of 2, 35 waarbij het smoormiddel (50) een smoororgaan (51) omvat, dat axiaal verschuifbaar is aangebracht ten opzichte van de zuigerstang (15) van de eerste hydraulische actuator (10).

4. Hydraulische bedieningsinrichting volgens conclusie 2 of 3, 40 waarbij het smoormiddel (60) een smoororgaan (61) omvat, dat axiaal verschuifbaar is aangebracht op de zuigerstang (25) van de tweede actuator (20).

5. Hydraulische bedieningsinrichting volgens conclusie 3 of 4, 5 waarbij het smoororgaan (51, 61) een geringere diameter heeft dan de zuiger (la, 24).

6. Hydraulische bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 3-5, waarbij het smoororgaan (51, 61) smorend tegen een mond (18a, 10 29a) die in verbinding staat met de aansluiting (18, 29) komt te liggen bij het van de ene naar de andere eindpositie verplaatsen van het zuiger/zuigerstangsamenstel voordat de eerste eindpositie is bereikt.

7. Hydraulische bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 3-6, waarbij het smoororgaan (51, 61) ringvormig is.

8. Hydraulische bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 3-7, waarbij het smoororgaan (51, 61) aan de kopse zijde een 20 smoorgroef omvat.

9. Hydraulische bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 3-8, waarbij een veermiddel (52, 62) is voorzien dat het smoororgaan (51, 61) van de zuiger (14, 24) vandaan drukt. 25

10. Voertuig, voorzien van een beweegbaar voertuigonderdeel, in het bijzonder een voertuigonderdeel voor het afsluiten van een opening in een voertuigcarrosserie zoals bijvoorbeeld een beweegbaar dak, zoals een vouwdak of een retractable hard-top, dat voorzien is van een 30 hydraulische bedieningsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies. 1031072