NL1030827C2 - Ventilatie-inrichting. - Google Patents

Ventilatie-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1030827C2
NL1030827C2 NL1030827A NL1030827A NL1030827C2 NL 1030827 C2 NL1030827 C2 NL 1030827C2 NL 1030827 A NL1030827 A NL 1030827A NL 1030827 A NL1030827 A NL 1030827A NL 1030827 C2 NL1030827 C2 NL 1030827C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
ventilation
control device
zones
flow
Prior art date
Application number
NL1030827A
Other languages
English (en)
Inventor
Marinus Theodorus A Rooyendijk
Original Assignee
Brink Climate Systems B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brink Climate Systems B V filed Critical Brink Climate Systems B V
Priority to NL1030827A priority Critical patent/NL1030827C2/nl
Priority to EP06077201A priority patent/EP1795822A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030827C2 publication Critical patent/NL1030827C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/0001Control or safety arrangements for ventilation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/0001Control or safety arrangements for ventilation
    • F24F2011/0002Control or safety arrangements for ventilation for admittance of outside air
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2110/00Control inputs relating to air properties
    • F24F2110/50Air quality properties
    • F24F2110/65Concentration of specific substances or contaminants
    • F24F2110/70Carbon dioxide
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/70Efficient control or regulation technologies, e.g. for control of refrigerant flow, motor or heating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ventilation (AREA)

Description

Ventilatie-inrichting
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting voor het gebalanceerd ventileren van ten minste twee zones in een gebouw, in het bijzonder een woning.
Dergelijke ventilatie-inrichtingen zijn bekend.
5 Daarbij brengt een dergelijke ventilatie-inrichting op actieve wijze nagenoeg evenveel buitenlucht een gebouw in als binnenlucht Van in het gebouw buiten het gebouw. Een dergelijke ventilatie-inrichting zal daartoe over het algemeen uitgerust zijn met een inlaat die buiten het 10 gebouw uitmondt, voor het aanzuigen van buitenlucht het gebouw in, en een uitlaat voor het uitstoten van nagenoeg evenveel binnenlucht uit het gebouw naar buiten het gebouw, alsmede een ventilator of dergelijke om lucht te verplaatsen.
15 Een probleem bij bestaande ventilatie- inrichtingen is dat de vraag naar verse lucht varieert gedurende de tijd, en bovendien afhangt van het aantal personen dat in een gebouw aanwezig is en van de mate van interne vervuilingsbronnen(bijv. Radon). Bovendien ver-20 schilt de behoefte ook nogal eens per ruimte bf gebied in het gebouw.
Een oplossing van dat probleem is om een ventilator die vaak in dergelijke inrichtingen is aangebracht om de lucht te verplaatsen, sneller te laten werken. Een 25 nadeel daarvan is dat daardoor het energieverbruik en de
1030822S
2 geluidsproductie stijgen. En dat terwijl door toenemende isolatie van gebouwen om energie te besparen het belang . ven een goede ventilatie toeneemt en geluid van de installatie eerder als storend wordt ervaren vanwege de geluids-5 dichtheid van de isolatieschil van het gebouw.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
10 De uitvinding heeft tot doel de genoemde nadelen althans gedeeltelijk op te heffen.
De uitvinding voorziet daartoe in een ventilatie-inrichting voor gebalanceerde ventilatie van een gebouw, zoals een woning, verdeeld in ten minste twee zones met in 15 elke zone ten minste een uitlaat of inlaat waarvan ten minste één voorzien van doorstroomaanpasmiddelen, bijvoorbeeld een klep, waarbij de ventilatie-inrichting verder is voorzien van een regelinrichting die operationeel verbonden is met de doorstroomaanpasmiddelen, en vraagmiddelen, 20 bijvoorbeeld een tijdschakelaar of sensoren, operationeel verbonden met de regelinrichting voor het afgeven van een vraag voor lucht in één van de zones aan de regelinrichting, waarbij de vraagmiddelen een vraag voor additionele lucht in een zone afgeven aan de regelinrichting, en de 25 regelinrichting in antwoord op de vraag één of meer van de doorstroomaanpasmiddelen activeert om de ventilatiestromen in de zones aan te passen om tegemoet te komen aan de vraag.
De uitvinding voorziet vérder in een werkwijze 3 0 voor het ventileren van een gebouw, in het bijzonder een woning, middels een ventilatie-inrichting voor gebalanceerde ventilatie, waarbij het gebouw verdeeld wordt in ten minste twee zones met in elke zone ten minste een uitlaat of inlaat waarvan ten minste één voorzien van doorstroom-35 aanpasmiddelen, bijvoorbeeld een klep, en de ventilatiein-richting verder voorzien is van een regelinrichting die operationeel verbonden zijn met de stroomaanpasmiddelen, en 1030827- 3 vraagmiddelen, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of sensoren, operationeel verbonden met de regelinrichting voor het afgeven van een vraag voor lucht in één van de zones aan de regelinrichting, waarbij de vraagmiddelen een vraag voor 5 additionele lucht in een zone af geven aan de .regelinrichting, en de regelinrichting in antwoord op de vraag één of meer van de doorstroomaanpasmiddelen activeert om de venti-latiestromen in de zones aan te passen om tegemoet te komen aan de vraag.
10 Gebleken is dat een zeker basis ventilatie debiet in een gebouw veelal voldoende is om een fluctuatie in de behoefte aan verse lucht op te vangen. Gemiddeld blijkt namelijk een zekere hoeveelheid ventilatie in een gebouw nodig te zijn. Door nu een gebouw in zones in te delen, en 15 per zone aan te geven of er additionele verse lucht nodig is op een zeker moment dan wel gedurende een zekere tijdsperiode, en bovendien elke zone te voorzien van een middel om het debiet aan aan- en/of afgevoerde lucht te veranderen, dat wil zeggen beperken of vergroten, kan de additio-20 nele vraag voor verse lucht in één of meer zones in het gebouw ten minste ten dele opgevangen worden.
Door namelijk door die middelen de ventilatie in andere zones te beperken, wordt de vrijkomende capaciteit, dat wil zeggen het debiet dat niet in die zones benut 25 wordt, toegevoerd aan die zones waar een groter debiet, dat wil zeggen een grotere hoeveelheid verse lucht, nodig is. Hierdoor is gebleken dat in veel gevallen een aanpassing in het totale debiet aan verse lucht niet nodig is.
In veel gevallen zijn de middelen om het debiet 30 aan te passen kleppen in of bij de in- of uitlaten in de zones. Daarbij verdient het de voorkeur wanneer in elke zone een dergelijk middel aanwezig is. Wanneer in elke zone een uitlaat aanwezig is kan in elke uitlaat een klep aangebracht zijn. Ook of alternatief kan in elke zone een inlaat 35 aanwezig, en kan elke inlaat voorzien zijn van een klep.
In een uitvoeringsvorm is de ventilatie-inrichting voorzien van een warmtewisselaar voor het uit- V ’i 103 082 T- 4 wisselen van warmte-energie tussen de inkomende buitenlucht en de uitstromende binnenlucht. Een dergelijke ventilatie-inrichting is in staat een zeer laag energieverbruik te realiseren.
5 In een uitvoeringsvorm van de . ventilatie- inrichting volgens de uitvinding omvatten de vraagmiddelen een instelbare tijdschakelaar. Een gebruiker kan daarin een tijd instellen waarop additionele verse lucht nodig is, en een zone waarin die additionele verse lucht nodig is. 10 Eventueel kan ook ingesteld worden hoeveel additionele verse lucht nodig is. De tijdschakelaar zal een vraagsig-naal afgeven aan een regel inrichting, die op basis van de plaatselijke behoefte en het basisdebiet berekent hoe veel en welke middelen om het dèbiet aan te passen aangepast 15 moeten worden. Indien het niet mogelijk blijkt op deze wijze voor de gewenste ventilatie zorg te dragen kan aanvullende het totale debiet aangepast worden.
In een andere uitvoeringsvorm omvatten de vraagmiddelen sensoren voor het meten van de luchtkwaliteit in 20 een zone. Dergelijke sensoren kunnen bijvoorbeeld CO2 sensoren zijn, luchtvochtigheidsensoren, Nox sensoren, of dergelijke. Een ander typ sensoren zijn aanwezigheidssenso-ren, die bijvoorbeeld een signaal afgeven wanneer een persoon in een ruimte of zone aanwezig is. Een voordeel van 25 dergelijke sensoren is dat de levering van verse lucht nog beter afgestemd kan worden aan de daadwerkelijke behoefte, waardoor verder nog een lager energieverbruik gerealiseerd kan worden. Eventueel kunnen dergelijke sensoren gecombineerd worden, en/of gecombineerd worden met een tijdschake-30 laar zoals boven beschreven.
Feitelijk zorgt de ventilatie-inrichting er voor dat de ventilatiestromen in de diverse zones in een gebouw in sommige zones kleiner worden dan een bepaald gemiddelde, en in andere zones groter worden dan dat gemiddelde, ter-35 wijl het totale debiet in hoofdzaak gelijk blijft. Hierdoor blijkt het mogelijk gebruikelijke en voorziene fluctuaties in de behoefte aan verse lucht op te vangen.
1030827- 5
Verdere uitvoeringen van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de onderconclu-sies, welke hier ingelast moeten worden beschouwd.
Het moge duidelijk zijn dat sommige aspecten die 5 hierboven en in de conclusies beschreven zijn gecombineerd kunnen worden.
In het bijzonder heeft de uitvinding nog betrekking op een regelaar, kennelijk bestemd en geschikt voor een ventilatie-inrichting zoals hierboven beschreven dan 10 wel kennelijk bestemd en geschikt voor een werkwijze zoals hierboven beschreven.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een ventilatie-inrichting volgens de uitvinding. Hierin wordt getoond in:
Figuur 0 een woning; figuren OA-OB de diverse verdiepingen van de 20 woning van figuur 0; figuur OD een schematisch voorbeeld van de de-bietverdeling van een algemene ventilatie-inrichting in de woning van figuur 0
Figuren 1-6 diverse schematische uitvoeringsvor-25 men van een ventilatie-inrichting volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 0 toont een zij-aanzicht van een woonhuis 30 1 met verdiepingen 2, 3 en 4.
De figuren 0A, 0B en 0C tonen deze respectievelijke verdiepingen 2, 3 en 4 in bovenaanzicht. Op de zolderverdieping 4 (fig. 0C) is hier een ventilatorinrich-ting 5 met warmtewisselaar opgesteld (hier in één behui-35 zing). Een buiteninlaat 6 en buitenuitlaat 7 voor respectievelijk inlaten van buitenlucht in de woning en het 1030827- 6 uitlaten van binnenlucht uit de woning reiken door het dak heen naar buiten.
In de hier weergegeven ventilatie-inrichting zijn twee zones te onderscheiden; dat wil zeggen de zone 1 5 aangegeven met referentienummer 2 van de begane grond en zone 2, aangegeven met referentienummer 3, de verdieping met slaapkamers. Vanuit de ventilatorinrichting 5 lopen aan- en afvoerkanalen voor de lucht, aangegeven met nummer 8 in figuur Oc.
10 Figuur 0A een bovenaanzicht van de begane grond 2 van de woning, waarbij binnenuitlaten 40 zorgen voor aanvoer van frisse buitenlucht en binneninlaten 41 in de keuken en het toilet zorgen voor afzuiging van de binnenlucht. Bij zowel 100 als 101 heeft de bovenaansluiting een 15 diameter van 125 mm. Het debiet bij 41 in het toilet is 25 mA3/uur, bij 40 in de keuken 57 mA3/uur, bij 41 in de keuken 57 mA3/uur, bij 40 in de huiskamer 66,8 mA3/uur.
Figuur 0B toont een bovenaanzicht van de eerste verdieping 3 met slaapkamers en een badkamer 42. In deze 20 zone zijn binnenuitlaten 43 voorzien in elke slaapkamer, en een binneninlaat 44 voor af zuiging van binnenlucht in de badkamer. De luchtkanalen zijn ook hier aangegeven met nummer 8. Bij 102 heeft de bovenaansluiting een diameter van 150 mm en de onderaansluiting een diameter van 125. 25 Bij 103 is de diameter 150 mm na aftakking, badkamer, verlopend naar 125 mm. Het debiet bij 43 (middelste in figuur) is ongeveer 47,2 mA3/uur, bij 43 (onderste in figuur) 33,8 mA3/uur, en bij 43 (rechts in figuur) 25 mA3/uur terwijl de ruimte 7,65 mA2 is. Bij 44 is het 30 debiet 50 mA3/uur.
Figuur 0D geeft systematische de verdeling van de luchtstromen aan, bij een voorbeeld aanzuiging (H) van 100 kubieke meter lucht per uur en een af zuiging (G) van eveneens 100 kubieke meter lucht per uur. De beide verdie-35 pingen 2 en 3 zijn aangegeven. In deze situatie wordt bijvoorbeeld 55 kubieke meter per uur (A) in de slaapkamers afgegeven en 30 kubieke meter per uur (C) in de 10308213 7 badkamer afgezogen. Daarnaast wordt 45 kubieke meter per uur (E) in de begane grond 2 afgegeven en 15 kubieke meter per uur () in het toilet afgezogen en 55 kubieke meter per uur (F) in de keuken. Bij (B) stroomt nu 25 kubieke meter 5 per uur. Die ingestelde standaard stromen zullen resulteren in de aangegeven debieten door de woning en van zone naar zone. Door nu volgens de uitvinding bijvoorbeeld kleppen in de diverse binneninlaten en/of binnenuitlaten aan te brengen, en een regel inrichting en vraagmiddel, is 10 het mogelijk gebleken de verschillende stromen te beïnvloeden op een tevoren te bepalen wijze. Hierdoor blijkt in veel gevallen zonder bijvoorbeeld aanpassing van het toerental van de ventilator het toch mogelijk een goede ventilatie te realiseren bij een wisselende vraag naar 15 verse lucht.
Figuur 1 toont een gebouw 1 voorzien van een ventilatie-inrichting volgens de uitvinding met een buite-ninlaat 6 en een buiteninlaat 7, verbonden met een lucht-verplaatsingsinrichting (meestal een ventilator) en warm-20 tewisselaar 8, hier aangegeven in één behuizing.
De buiteninlaat 6 staat verder in verbinding met binnenuitlaat 9 en de buitenuitlaat 7 staat in verbinding met binneninlaat 10. De binneninlaat of binnenluchtkanaal 9 vertakt zich in twee binnenuitlaten 11 en 12 welke elk 25 in een andere zone of ruimte in het gebouw uitmonden. Binnenuitlaat 11 is voorzien van klep 13 en binnenuitlaat 12 van klep 14. De ventilatie-inrichting is verder voorzien van een binneninlaat 20 en binneninlaat 21 welke respectievelijk uitmonden in ruimte (zone) 22 en ruimte 30 (zone) 23.
Verder is ruimte of zone 16 voorzien van hier een C02-sensor 18 en ruimte of zone 15 voorzien van een C02-sensor 19. De ventilatie-inrichting is verder voorzien van een vraagmiddel 23 welke een signaal ontvangt van de 35 C02-sensoren 18 en 19. Bovendien is het vraagmiddel voorzien van een programmeerbare tijdklok waarin voor elke ruimte aan een tijdklok één of meer tijdblokken zijn aan 1030827]¾ θ te geven waarin meer of minder frisse lucht in de ruimten 16 en 15 noodzakelijk is. Dit vraagmiddel geeft een signaal af aan de regeleenheid 24 welke regeleenheid de kleppen bedient, met een streepstippellijn aangegeven als 5 een operationele verbinding naar de kleppen, en welke in staat is om desgewenst de ventilatiesnelheid aan te passen.
In figuur 1 is sprake van ruimten/zones 15, 16, 23 en 22. Dit kunnen daadwerkelijke ruimten zijn, zoals 10 kamers, maar ook zones, zoals hele verdiepingen. Deze ruimten of verdiepingen zijn niet stromingsdicht van elkaar afgesloten. Hierdoor lopen stromingen van de ene ruimte/zone naar de andere. In een stationaire situatie zal bijvoorbeeld een stroming ontstaan zoals weergegeven 15 in figuur 0D. Door het veranderen van een debiet door meer of minder dichtzetten van een klep 13, 14, is het stro- mingspatroon/ventilatiepatroon aan te passen. De instelling zal in gevallen proefondervindelijk gebeuren, afhankelijk van het gebouw en de fluctuaties in vraag naar 20 ventilatie/verse lucht.
De onderlinge verbindingen van de kleppen, het vraagmiddel 23, de regelinrichting 24 en de ventilator in eenheid 8 is aangegeven met stippellijnen. Deze lijnen kunnen fysieke leidingen zijn, maar ook draadloze verbin-25 dingen, middels infrarood, radioverbinding, bluetooth, en dergelijk.
In figuur 2 is de ventilatie-inrichting van figuur 1 weergegeven, echter in deze situatie zijn niet de kleppen aangebracht in de binneninlaat maar in de binnen-30 uitlaten 20 en 21, respectievelijk zijn daarin kleppen 30 en 31 aangebracht. Bovendien zijn hier de C02--sensoren in . deze ruimtes aangebracht, aangegeven met respectievelijk nummer 32 en 33. Het is echter niet absoluut noodzakelijk dat de sensoren in dezelfde ruimtes aangebracht zijn als 35 de in- of uitlaten met kleppen.
In het geval zal het vraagmiddel een vraag voor meer lucht kunnen krijgen van de twee ruimtes 22 en 23. In 1030822,9 9 antwoord op een vraag voor meer verse lucht zullen in dit geval de kleppen 30 en 31 bediend worden zodanig dat de hoeveelheid doorstroming in deze twee ruimtes toe danwel afneemt.
5 In figuur 3 is de situatie van de figuren 1 en 2 gecombineerd, waarbij in zowel de binneninlaten als de binnenuitlaten kleppen zijn aangebracht, en alle ruimten zijn voorzien van C02-sensoren. Hierdoor is een steeds fijnmaziger regeling van de ventilatie door de verschil-10 lende zones mogelijk.
In figuur 4 is de ventilatie-inrichting volgens figuur 1, waarbij ditmaal de vraaginrichting of het vraag-middel 23 slechts gestuurd wordt door middel van een schakelklok, waarmee tijdblokken kunnen worden aangegeven 15 wanneer in bepaalde ruimten of zones additionele lucht . noodzakelijk is.
Figuur 5 toont wederom de opstelling van figuur 1, waarbij ditmaal de kleppen zijn aangebracht in de inlaten zoals in figuur 2, waarbij echter wederom geen 20 C02-sensoren zijn aangebracht maar sturing wederom gebeurt middels een tijdschakelklok zoals in figuur 4.
Ook figuur 6 is de opstelling van figuur 1, waarbij ditmaal in alle inlaten en uitlaten kleppen zijn aangebracht . Ook hier geschiedt de vraagsturing weer middels 25 een programmeerbare tijdschakelaar, wederom in de basis zoals in figuur 4.
Hieronder zijn een aantal mogelijke voorbeelden van regel-methoden uiteengezet.
30
Voor de regeling kunnen er een aantal keuzemogelijkheden zijn: "Eenvoudige" regeling: * Ventileren op basis tijd (klok); 35 * Ventileren met constant flow op basis van het C02-gehalte; "Uitgebreide" regeling: 103082¾ 10 * Ventileren met constant flow en constant druk op basis van het C02-gehalte.
5 Ventileren op basis van tijd (klok)
Door het programmeren van een klok is het mogelijk de frisse buitenlucht, door middel van het sturen van kleppen, naar de gewenste ruimtes te sturen. De kleppen kennen in een eenvoudigste uitvoering alleen de standen open of 10 dicht. Een verdere ontwikkeling zijn kleppen die een instelbare doorstroming kunnen geven. De mate van ventileren wordt bepaald door de stand van een standenschakelaar die de eindgebruiker instelt. Een klep in gesloten toestand heeft een ventilatielucht doorlaat van bijvoorbeeld 15 ongeveer 20% Van het ingestelde debiet, een klep in open toestand heeft een 100% ventilatielucht doorlaat.
Op deze wijze kan 's avonds op gezette tijden de frisse buitenlucht naar de slaapkamers worden geleid en wordt overdag de frisse buitenlucht naar de woonkamer 20 geleid. Ventileren gebeurt daardoor op de plaats waar mensen aanwezig zijn.
Ventileren met constant flow op basis van het C02-gehalte Door het meten van het C02-gehalte in de verschillen-25 de ruimtes wordt bepaald in welke ruimte de meeste frisse buitenlucht moet worden toegevoerd en wordt bepaald of het noodzakelijk is de ventilatiestand te verhogen. Door middel van het open- of dichtsturen van kleppen kan de frisse buitenlucht naar de desbetreffende ruimte worden 30 gestuurd. In een eenvoudige uitvoering kennen de kleppen alleen de standen open of dicht. Een verdere verfijning kan gelegen zijn in regelbare kleppen die (nagenoeg) traploos regelbaar zijn. Een klep in gesloten toestand heeft een ventilatielucht doorlaat van bijvoorbeeld onge-35 veer 20% van het ingestelde debiet, een klep in open toestand heeft een 100% ventilatielucht doorlaat.
1030827- 11
De mate van ventileren is afhankelijk van het C02-gehalte in de diverse ruimtes. In deze automatische venti-latieregeling kan gekozen worden om de venti1atiestand 3 wel of niet in het proces op te nemen. Deze keuzemogelijk-5 heid is aangebracht in verband met een eventueel te hoog geluidsniveau.
Er kan gekozen worden uit 3 regelstrategieën.
* Comfortprogramma waarbij schakelpunt 1 ligt op 800 10 ppm en schakelpunt 2 op 1000 ppm; * ECO-programma waarbij schakelpunt 1 ligt op 1000 ppm en schakelpunt 2 op 1200 ppm (fabrieksinstelling); * Eigen programma waarbij zowel schakelpunt 1 als 2 zelf te keizen is; 15
In onderstaande tabellen zijn de beide regelstrategie weergegeven.
C02-gehalte onder schakelpunt 1 20 '+' C02-gehalte boven schakelpunt 1 '++' C02-gehalte boven schakelpunt 2
Ventilatiestand 3 niet in proces opgenomen 25 C02-sensor 1 C02-sensor 2 Klep 1 Klep 2 Ventilatiestand open open 1 + - open dicht 1 + dicht open 1 + + open open 2 30 ++ - open dicht 2 ++ dicht open 2 ++ + open open 2 + ++ open open 2 ++ ++ open open 2 35
Ventilatiestand 3 wel in proces opgenomen 1030827- 12 C02-sensor 1 C02-sensor 2 Klep 1 Klep 2 Ventilatiestand open open 1 + - open dicht 1 + dicht open 1 5 + + open open 2 ++ - open dicht 2 ++ dicht open 2 ++ + open open 3 + ++ open open 3 10 ++ ++ open open 3
Bij een traploze ventilator kan het toerental een functie zijn van meetwaarden van de sensoren, mogelijk in combinatie met de tijd. Zo kan het toerental in een zeker gebied 15 laag gehouden worden, zodat juist voldoende geventileerd wordt.
Ventileren met constant flow en constant druk op basis van het C02-gehalte 20
De werking van dit regelprincipe is in grote lijnen gelijk aan de situatie hierboven. De regeling is uitgebreid met het regelen op druk en het "traploos" regelen van de kleppen.
25
Bij het constateren van een te hoog C02-gehalte in een van de ruimtes, zal ervoor moeten worden gezorgd dat er meer frisse buitenlucht aan deze ruimte wordt toegekend. De hoeveelheid frisse buitenlucht is weer afhankelijk van de 30 hoogte van het C02-gehalte. De kleppen die zijn aangesloten op de anderen ruimtes, waar een laag C02-gehalte is, zullen nu bijvoorbeeld stapsgewijs dichtgaan. Dit betekent dat er meer frisse buitenlucht naar de ruimte gaat met het te hoge C02-gehalte.
35 Nu zou het kunnen gebeuren dat door het dicht sturen van kleppen en het verhogen van de ventilator stand de weerstand in het systeem te hoog wordt en de ventilatoren op een hoog toerental gaain draaien. Geluidsoverlast zal 1030827- 13 dan een probleem gaan vormen. De regeling is dan ook nog uitgerust met een constant druk regeling die er voor zal zorgen dat de weerstand in het systeem niet een bepaalde waarde zal overschrijden. De regeling zal dan spelen met 5 de klepposities (hoever open of dicht) en de luchtverplaatsing, dat wil zeggen het totale debiet.
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuit-10 voeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
1030827-

Claims (15)

1. Ventilatie-inrichting voor gebalanceerde ventilatie van een gebouw, zoals een woning, verdeeld in ten minste twee zones met in elke zone ten minste een uitlaat of inlaat waarvan ten minste één voorzien van 5 doorstroomaanpasmiddelen, bijvoorbeeld een klep, waarbij de ventilatie-inrichting verder is voorzien van een regelin-richting die operationeel verbonden is met de doorstroomaanpasmiddelen, en vraagmiddelen, bijvoorbeeld een tijd-schakelaar of sensoren, operationeel verbonden met de 10 regelinrichting voor het af geven van een vraag voor lucht in één van de zones aan de regelinrichting, waarbij de vraagmiddelen een vraag voor additionele lucht in een zone af geven aan de regelinrichting, en de regelinrichting in antwoord op de vraag één of meer van de doorstroomaanpas-15 middelen activeert om de ventilatiestromen in de zones aan te passen om tegemoet te komen aan de vraag.
2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij in elke zone ten minste een inlaat of uitlaat voorzien is van doorstroomaanpasmiddelen.
3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij in elke zone een inlaat en een uit laat aangebracht is.
4. Ventilatie-inrichting volgens één der voor gaande conclusies, waarbij elke inlaat voorzien is van 25 doorstroomaanpasmiddelen.
5. Ventilatie-inrichting volgens één der voor gaande conclusies, waarbij elke uitlaat voorzien is van doorstroomaanpasmiddelen.
6. Ventilatie-inrichting volgens één der voor- 30 gaande conclusies, waarbij een zone meerdere kamers omvat.
7. Ventilatie-inrichting volgens één der voor- 1030827- gaande conclusies, waarbij elke zone een kamer omvat.
8. Ventilatie-inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elke zone in luchtstromingsver-binding met elkaar staat.
9. Ventilatie-inrichting volgens één der voor gaande conclusies, waarbij de eigenschappen van de lucht-stromingsverbinding tussen de zones in de regelinrichting ingevoerd is.
10. Ventilatie-inrichting volgens één der voor- 10 gaande conclusies, waarbij regelinrichting instelparameters omvat waarin de eigenschappen van de luchtstromingsverbinding tussen de zones in de regelinrichting instelbaar zijn.
11. Ventilatie-inrichting voor het gebalanceerd ventileren van ten minste twee zones in een gebouw, in het 15 bijzonder een woning, omvattende: een buitenluchtinlaat voor buitenlucht van buiten het gebouw, in gemonteerde toestand; - een buitenuitlaat welke uitmondt buiten het gebouw, in gemonteerde toestand; 20. ten minste één binnenuitlaat voor het uit doen uitstromen van via de buiteninlaat aangetrokken buitenlucht in het gebouw; - ten minste één binneninlaat voor het inlaten van binnenlucht van binnen het gebouw, en welke in verbinding staat 25 met de buitenuitlaat voor het via die buitenuitlaat buiten het gebouw uitstoten van die binnenlucht; - luchtverplaatsingsmiddelen voor het aanzuigen van buitenlucht door de buitenluchtinlaat en uitstoten van die buitenlucht in het gebouw door de binnenuitlaat en het aan- 30 zuigen van binnenlucht door de binneninlaat en het uit-stoten van die binnenlucht buiten het gebouw via de buitenuitlaat, waarbij de luchtverplaatsingsmiddelen uitgerust ^ijn voor realiseren van een binnenlucht debiet en een buitenlucht debiet welke nagenoeg gelijk zijn; 35. doorstroomaanpasmiddelen voor het. aanpassen van de doorstroming door een binneninlaat dan wel binnenuitlaat; 1030321s - regelmiddelen, operationeel verbonden met de doorstroom-aanpasmiddelen, en - vraagmiddelen, operationeel verbonden met de regelmidde-len voor het afgeven van een vraag om additionele buiten- 5 lucht in ten minste één van de zones, waarbij de regelmiddelen middels instellen van de door-stroomaanpasmiddelen de ventilatie in de verschillende zones aanpassen om zoveel mogelijk te voldoen aan de vraag.
12. Werkwijze voor het ventileren van een gebouw, 10 in het bijzonder een woning, middels een ventilatie- inrichting voor gebalanceerde ventilatie, waarbij het gebouw verdeeld wordt in ten minste twee zones met in elke zone ten minste een uitlaat of inlaat waarvan ten minste één voorzien van doorstroomaanpasmiddelen, bijvoorbeeld een 15 klep, en de ventilatieinrichting verder voorzien is van een regelinrichting die operationeel verbonden zijn met de stroomaanpasmiddelen, en vraagmiddelen, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of sensoren, operationeel verbonden met de regelinrichting voor het afgeven van een vraag voor lucht 2 0 in één van de zones aan de regelinrichting, waarbij de vraagmiddelen een vraag voor additionele lucht in een.zone afgeven aan de regelinrichting, en de regelinrichting in antwoord op de vraag één of meer van de doorstroomaanpasmiddelen activeert om de ventilatiestromen in de zones aan 25 te passen om tegemoet te komen aan de vraag.
13. Regelaar, kennelijk bestemd en geschikt voor een ventilatie-inrichting volgens één der voorgaande conclusies dan wel kennelijk bestemd en geschikt voor een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.
14. Inrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.
15. Werkwijze omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven 35 kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- PvE 1030827.¾
NL1030827A 2005-12-09 2006-01-03 Ventilatie-inrichting. NL1030827C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030827A NL1030827C2 (nl) 2006-01-03 2006-01-03 Ventilatie-inrichting.
EP06077201A EP1795822A3 (en) 2005-12-09 2006-12-08 Ventilation device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030827A NL1030827C2 (nl) 2006-01-03 2006-01-03 Ventilatie-inrichting.
NL1030827 2006-01-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030827C2 true NL1030827C2 (nl) 2007-07-04

Family

ID=36948626

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030827A NL1030827C2 (nl) 2005-12-09 2006-01-03 Ventilatie-inrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030827C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1018155A5 (nl) * 2008-05-21 2010-06-01 Renson Ventilation Nv Centraal ventilatiesysteem.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003042603A1 (en) * 2001-11-12 2003-05-22 Uponor Innovation Ab Ventilation control arrangements for measuring air quality with sensors movable from one room to another
US20030146289A1 (en) * 2001-11-30 2003-08-07 Chandra Sekhar Energy-efficient variable-air-volume (VAV) system with zonal ventilation control
WO2005111513A1 (en) * 2004-05-19 2005-11-24 Itho B.V. Demand controlled ventilation system with central air quality measurement and method herefor
US20050279845A1 (en) * 2002-08-09 2005-12-22 Rick Bagwell Method and apparatus for controlling ventilation in an occupied space

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003042603A1 (en) * 2001-11-12 2003-05-22 Uponor Innovation Ab Ventilation control arrangements for measuring air quality with sensors movable from one room to another
US20030146289A1 (en) * 2001-11-30 2003-08-07 Chandra Sekhar Energy-efficient variable-air-volume (VAV) system with zonal ventilation control
US20050279845A1 (en) * 2002-08-09 2005-12-22 Rick Bagwell Method and apparatus for controlling ventilation in an occupied space
WO2005111513A1 (en) * 2004-05-19 2005-11-24 Itho B.V. Demand controlled ventilation system with central air quality measurement and method herefor

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1018155A5 (nl) * 2008-05-21 2010-06-01 Renson Ventilation Nv Centraal ventilatiesysteem.
NL1036988C2 (nl) * 2008-05-21 2010-11-24 Renson Ventilation N V Centraal ventilatiesysteem.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11953216B2 (en) Ventilation controller
CA3014479C (en) Integrated heat and energy recovery ventilator system
AU2002365546B2 (en) Energy-efficient variable-air volume (VAV) system with zonal ventilation control
US8112181B2 (en) Automatic mold and fungus growth inhibition system and method
US5249596A (en) Residential heating and air conditioning barometric bypass damper
US20160001212A1 (en) Room air purifier
US20080182506A1 (en) Method for controlling multiple indoor air quality parameters
BE1019200A5 (nl) Werkwijze voor het inregelen van een centraal ventilatiesysteem, inregelsysteem en centraal ventilatiesysteem met een dergelijk inregelsysteem.
US20190203971A1 (en) Heat exchange-type ventilation device
US11603999B2 (en) HVAC system with volume modulating valve
CN109556219A (zh) 变风量空调机组及其控制方法
CN103946638A (zh) 给排型换气装置
CA2588422A1 (en) Auto-balancing damper control
NL1030827C2 (nl) Ventilatie-inrichting.
EP1795822A2 (en) Ventilation device
BE1020300A3 (nl) Ventilatie-eenheid, ventilatiesysteem en werkwijze voor het ventileren van een gebouw.
BE1019836A3 (nl) Ventilatie-eenheid, werkwijze om een ventilatie-eenheid te vervaardigen en werkwijze om een woon- of verblijfsruimte te koelen.
EP1134509A1 (en) Arrangement and method for controlling a ventilation system
WO2021200478A1 (ja) 空気調和システム
CN206724425U (zh) 一种用于全局优化全空气系统的云终端控制装置
NL1011238C2 (nl) Ventilatiesysteem.
EP1882129A1 (en) A passive ventilation stack
NL2018676B1 (nl) Klimatisatiesysteem en werkwijze voor het regelen van een klimatisatiesysteem
KR101930482B1 (ko) 환기 시스템
BE1031086B1 (nl) Hybride ventilatiesysteem en werkwijze voor het aansturen van een dergelijke ventilatiesysteem

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up