NL1030647C2

NL1030647C2 - Kunststof kozijn, raam of deur en werkwijze voor het vervaardigen ervan.

Info

Publication number: NL1030647C2
Application number: NL1030647A
Authority: NL
Inventors: Hendrikus Drenth; Willem Hero Olthof
Original assignee: Nijhuis Kunststof Kozijnen B V
Priority date: 2005-05-23
Filing date: 2005-12-12
Publication date: 2006-11-27
Also published as: EP1726768A2; EP2085558A2; EP1726768A3; EP2085558B1; DE602006021663D1; EP1726768B1; EP2085558A3; ATE530728T1; ATE508251T1

Description

KUNSTSTOF KOZIJN, RAAM OF DEUR EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN ERVAN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kunststof kozijn, raam of 5 deur en op een werkwijze voor het vervaardigen ervan.

Bij veel in de praktijk bekende kunststof kozijnen, ramen of deuren verloopt de verbindingsnaad tussen twee aangrenzende profielen, welke verbindingsnaad aan de buitenzijde van het kozijn, raam of deur zichtbaar is, schuin ten opzichte van de langszijden van die profielen. Deze schuin verlopende verbindingsnaad is 10 ongemerkt karakteristiek geworden voor kunststof kozijnen, ramen of deuren. Hieraan is in een oogopslag aan het kozijn, raam of deur te zien dat het van kunststof materiaal is vervaardigd.

Ondanks de vele voordelen die kunststof kozijnen, ramen of deuren in technisch opzicht bieden ten opzichte van houten kozijnen, ramen of deuren, blijft de 15 verkoop van kunststof kozijnen, ramen of deuren in de praktijk achter bij die van houten kozijnen, ramen of deuren. Aanvraagster is van mening dat het verschil in uiterlijk tussen kunststof kozijnen, ramen of deuren en houten kozijnen, ramen of deuren daarbij van belang is.

De uitvinding heeft daarom tot doel om een kunststof kozijn, raam of deur te 20 verschaffen dat het uiterlijk van een houten kozijn, raam of deur beter benadert.

De internationale octrooiaanvrage WO 96/12863 beschrijft een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof kozijn, raam of deur die aan deze doelstelling tegemoet komt.

De bekende werkwijze omvat de volgende stappen: 25 - het selecteren van een aantal profielen, welke profielen zijn voorzien van een wand omvattende kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft; - het vormen van een eerste verstekvlak in een eerste profiel, welk verstekvlak in hoofdzaak verloopt tot op enige afstand van een buitenzijde van het eerste profiel, 30 zodanig dat er een restdeel van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert; het vormen van een tweede verstekvlak in een tweede profiel; - het vormen van een uitsparing in een buitenzijde van het tweede profiel nabij het tweede verstekvlak voor passende opname van het restdeel van het eerste profiel; en 1030647“ 2 - het verbinden van het eerste en het tweede profiel ter plaatse van de verstekvlakken middels lassen.

Deze technische maatregelen leiden ertoe dat het kunststof kozijn, raam of deur, dat is vervaardigd volgens de bekende werkwijze, een rechte verbindingsnaad 5 heeft in plaats van een schuine en op basis daarvan niet langer onmiddellijk van een houten kozijn, raam of deur te onderscheiden is.

De bekende werkwijze heeft echter als nadeel dat de holle ruimtes binnenin de profielen, die door de bewerkingen deels bloot komen tè liggen, bij het aldus vervaardigde kozijn, raam of deur deels zichtbaar blijven. Om deze weer af te 10 dekken worden er speciaal voor deze toepassing ontwikkelde kapjes op de profielen aangebracht. Deze kapjes doen de beoogde gelijkenis met een houten kozijn, raam of deur echter weer ten dele teniet.

De uitvinding heeft tot doel om een werkwijze te verschaffen die dit nadeel ondervangt.

15 De werkwijze volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt door de stappen van: - het zodanig vormen van het restdeel dat de dikte van het restdeel kleiner is dan of gelijk is aan de wanddikte van het bijbehorende profiel.

Door het inventieve inzicht om het restdeel in het respectieve profiel zo dun 20 uit te voeren dat de holle binnenzijde van het respectieve profiel na de bewerkingen aan het oog onttrokken blijft, wordt de noodzaak van het aanbrengen van kapjes succesvol vermeden.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat stap b) verder het aanbrengen van een inkeping met een voorafbepaalde breedte en diepte in het 25 eerste verstekvlak in het eerste profiel, welke inkeping grenst aan het restdeel en omvat stap c) verder het aanbrengen van een inkeping met een voorafbepaalde breedte en diepte in het tweede verstekvlak in het tweede profiel, welke inkeping grenst aan de uitsparing, een en ander zodanig dat aangrenzend aan elk van de inkepingen een smeltgebied ontstaat ten behoeve van het lassen. Door de inkeping 30 kan de lasspiegel altijd een zekere afstand (overeenkomend met de breedte van de inkeping) tot het dunne restdeel. Hierdoor wordt ongewenste vervorming van het restdeel vermeden. Deze maatregelen waarborgen tevens een nauwsluitende passing tussen de twee te verbinden profielen na het lassen.

1030647* 3

In een verdere praktische voorkeursuitvoeringsvorm worden het eerste en het tweede profiel verder verbonden over althans een deel van de respectieve oppervlakken van het restdeel van het eerste profiel en de uitsparing van het tweede, profiel. De verdere verbinding vergroot de sterkte van het kozijn, raam of deur.

5 Bij voorkeur wordt het verder verbinden uitgevoerd middels het verlijmen van het restdeel van het eerste profiel in de uitsparing van het tweede profiel, bijvoorbeeld middels een tweecomponenten lijm. Het verlijmde restdeel biedt een aantal belangrijke voordelen. Het vergroot de sterkte van de verbinding tussen de profielen. Met name bij ramen en deuren is dat een belangrijk aspect. Daarnaast 10 werkt een lijmverbinding waterwerend. Het verlijmen van het restdeel is bij gekleurde profielen, waar onder invloed van warmte meer temperatuurwerking optreedt dan bij traditioneel witte profielen, een groot voordeel. Verlijmen is bovendien relatief goedkoop.

In een eerste variant wordt het eerste verstekvlak gevormd aan een uiteinde 15 van het eerste profiel, en wordt het tweede verstekvlak gevormd aan een uiteinde van het tweede profiel. Deze variant is uitstekend geschikt voor het vervaardigen van een hoekverbinding tussen de profielen.

In een tweede variant wordt er een tweetal, in een wigvorm verlopende eerste verstekvlakken gevormd in het eerste profiel, welke wigvorm in hoofdzaak 20 verloopt tot op enige afstand van een buitenzijde van het eerste profiel, zodanig dat er een restdeel van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert, en wordt er een tweetal, in een wigvorm verlopende tweede verstekvlakken gevormd aan een uiteinde van het tweede profiel en wordt er een uitsparing gevormd in een buitenzijde van het tweede profiel nabij de wigvorm voor passende opname van het 25 restdeel van het eerste profiel. Deze variant is uitstekend geschikt voor het aanbrengen van een middenstijl.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kozijn, raam of deur, vervaardigd middels de werkwijze volgens de uitvinding, dat is de herkennen aan: een eerste en een tweede profiel, welke profielen zijn voorzien van een wand 30 omvattende kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft, een eerste verstekvlak in het eerste profiel, welk verstekvlak in hoofdzaak verloopt tot op enige afstand van een buitenzijde van het eerste profiel, zodanig dat er een restdeel van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert, een tweede verstekvlak in het tweede profiel, een uitsparing in een buitenzijde van het tweede 1030647* 4 profiel nabij het tweede verstekvlak voor passende opname van het restdeel van het eerste profiel, welk eerste en een tweede profiel ter plaatse van de verstekvlakken middels lassen zijn verbonden, een en ander zodanig dat tussen het eerste en het tweede profiel aan de buitenzijde van het kozijn, raam of deur een verbindingsnaad 5 verloopt in hoofdzaak in het verlengde van één van de langszijden van het eerste profiel of het tweede profiel. Volgens de uitvinding is de dikte van het restdeel kleiner dan of gelijk aan de wanddikte van het bijbehorende profiel.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn het eerste en het tweede profiel over althans een deel van de oppervlakken van het restdeel van het eerste profiel en 10 de uitsparing van het tweede profiel verder verbonden. Bij voorkeur is het restdeel in de uitsparing verlijmd.

De uitvinding zal nu in meer detail worden besproken aan de hand van de tekening, waarin 15 Figuur 1A een schematisch deelaanzicht toont van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een kunststof kozijn volgens de uitvinding in uiteengenomen delen;

Figuur 1B het schematische deelaanzicht van het kunststof kozijn uit figuur 1A toont met verbonden delen; 20 Figuur 1C het kozijn in het aanzicht van figuur 1A toont met deels opengewerkte profielen;

Figuur 1D het kozijn uit figuur 1B schematisch in onderaanzicht toont;

Figuur 2A een schematisch deelaanzicht toont van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een kunststof kozijn volgens de uitvinding in 25 uiteengenomen delen;

Figuur 2B het schematische deelaanzicht van het kunststof kozijn uit figuur 2A toont met verbonden delen;

Figuur 2C het kozijn in het aanzicht van figuur 2A met deels opengewerkte profielen toont; en 30 Figuur 3 een doorsnede-aanzicht door figuur 1C toont ter illustratie van het lasproces.

In de figuren zijn gelijke onderdelen aangeduid middels gelijke verwijzingscijfers.

1030647- 5

Figuur 1A toont een hoek van een kunststof kozijn volgens de uitvinding.

Kozijn 1 omvat een eerste profiel 2, dat aan een uiteinde is voorzien van een verstekvlak 2Z. Verstekvlak 2Z verloopt vanaf de binnenzijde tot op enige afstand 5 van de buitenzijde 2V, zodanig dat aan de buitenzijde een restdeel 2R is gevormd. Verstekvlak 2Z verloopt schuin ten opzichte van de langszijde 2L van profiel 2. In verstekvlak 2Z is een inkeping 2! aangebracht, zodanig dat over het resterende deel van het verstekvlak 2Z een uitstekend deel 2M is gevormd.

Kozijn 1 omvat tevens een tweede profiel 3, dat aan een uiteinde is voorzien 10 van een verstekvlak 3Z. Verstekvlak 3Z verloopt vanaf de binnenzijde tot aan de buitenzijde 3V en schuin ten opzichte van de langszijde 3L van profiel 3. In verstekvlak 3Z is een inkeping 31 aangebracht, zodanig dat over het resterende deel van het verstekvlak 3Z een uitstekend deel 3M is gevormd. In de buitenzijde 3V is een uitsparing 3U gevormd.

15 Figuur 1B toont de hoek van kunststof kozijn 1 met verbonden delen. Duidelijk is te zien dat de resulterende verbindingsnaad 23 tussen profiel 2 en profiel 3 recht verloopt, dat wil zeggen in hoofdzaak evenwijdig aan de langszijde 2L van het profiel 2.

Figuur 1C toont de hoek van het kozijn 1 met uiteengenomen delen met deels 20 opengewerkte profielen 2 en 3. Hierin is te zien dat profielen 2 en 3 een wand omvatten met kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft. Restdeel 2R, ook wel aan te duiden als flens, heeft een voorafbepaalde dikte d, die zodanig is gekozen dat deze kleiner is dan of gelijk is aan de dikte van de wand van profiel 2 ter plaatse. Uitsparing 3U heeft eveneens een voorafbepaalde 25 dikte d, die zodanig is gekozen dat deze kleiner is dan of gelijk is aan de dikte van de wand van profiel 3 ter plaatse.

Inkepingen 2I en 3I hebben beide een breedte x en een diepte a. Aangrenzend aan de inkepingen is nu een uitstekend deel 2M respectievelijk 3M gevormd met een dikte a, dat zich in hoofdzaak uitstrekt over de rest van het verstekvlak 2Z 30 respectievelijk 3Z. Elk van deze uitstekende delen doet dienst als smeltgebied ten behoeve van het lassen.

Figuur 1D toont het kozijn uit figuur 1B schematisch in onderaanzicht met lasrups 25. Hierin is te zien dat bij de verbonden profielen 2 en 3 de holle binnenruimtes op voordelige wijze aan het oog zijn onttrokken.

1030647« 6

Figuur 2A toont een middenstijl van het kunststof kozijn 1 volgens de uitvinding. In het eerste profiel 2 zijn naar elkaar toegespitste verstekvlakken 2ZZ aangebracht, die samen een V of een wig vormen. Verstekvlakken 2ZZ verlopen vanaf de binnenzijde van het profiel 2 tot op enige afstand van de buitenzijde 2V, 5 zodanig dat aan de buitenzijde een restdeel 2RR is gevormd. Verstekvlakken 2ZZ verlopen schuin ten opzichte van de langszijde 2L van profiel 2. In beide verstekvlakken 2ZZ is een inkeping 2II aangebracht, zodanig dat over het resterende deel van beide verstekvlakken 2ZZ uitstekende delen 2MM zijn gevormd.

Kozijn 1 omvat tevens een derde profiel 4, dat aan een uiteinde is voorzien van 10 twee naar elkaar toegespitste verstekvlakken 4Z, die samen een V of een wig vormen. Verstekvlakken 4Z verlopen vanaf de binnenzijde tot aan de buitenzijde 4V en schuin ten opzichte van de langszijden 4L van profiel 4. In de buitenzijde 4V is een uitsparing 4U gevormd. In beide verstekvlakken 4Z is een inkeping 41 aangebracht, zodanig dat over het resterende deel van de verstekvlakken 4Z 15 uitstekende delen 4M zijn gevormd.

Figuur 2B toont de middenstijl van kunststof kozijn 1 met verbonden delen. Duidelijk is te zien dat de resulterende verbindingsnaad 24 tussen profiel 2 en profiel 4 recht verloopt, dat wil zeggen in hoofdzaak evenwijdig aan de langszijde 2L van het profiel 2.

20 Figuur 2C toont de middenstijl van het kozijn 1 met uiteengenomen delen met deels opengewerkte profielen 2 en 4. Evenals profiel 2 omvat profiel 4 een wand met kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft. Restdeel 2RR heeft een voorafbepaalde dikte d, die zodanig is gekozen dat deze kleiner is dan of gelijk is aan de dikte van de wand van profiel 2 ter plaatse. Uitsparing 4U 25 heeft eveneens een voorafbepaalde dikte d, die zodanig is gekozen dat deze kleiner is dan of gelijk is aan de dikte van de wand van profiel 4 ter plaatse.

Inkepingen 2II en 4I hebben een breedte x en een diepte a. Aangrenzend aan elke inkeping is nu een uitstekend deel 2MM respectievelijk 4M gevormd met een dikte a, dat zich in hoofdzaak uitstrekt over de rest van het verstekvlak 2ZZ 30 respectievelijk 4Z. Elk van deze uitstekende delen doet dienst als smeltgebied ten behoeve van het lassen.

Verbinding van de profielen 2 en 4 resulteert in een kozijn met middenstijl zoals getoond in figuur 2B, waarin de holle binnenruimtes van de profielen aan het oog zijn onttrokken.

1030647“ 7

Het getoonde kunststof kozijn 1 is vervaardigd volgens de werkwijze volgens de uitvinding. De stappen van de werkwijze worden hieronder nader toegelicht.

In een eerste stap worden er een aantal profielen geselecteerd. Voor de uitvinding geschikte profielen zijn veelal voorzien van een wand omvattende 5 kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft (zie figuren 1C en 2C).

Het soort kunststof materiaal wordt gekozen afhankelijk van de toepassing. Op het vakgebied wordt in het algemeen gekozen voor pvc. De uitvinding is echter eveneens geschikt voor toepassing bij andere kunststofsoorten. De profielen kunnen 10 volledig uit kunststof bestaan of slechts ten dele. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een ander basismateriaal, zoals hout, met daaroverheen een laag kunststof.

In een tweede stap wordt er een verstekvlak 2Z aangebracht aan een uiteinde van een eerste profiel 2. Opgemerkt wordt dat het aanbrengen óf vormen 15 van verstekvlakken in het kader van de onderhavige uitvinding middels verschillende technieken kan worden uitgevoerd, waaronder zagen of frezen of elke andere op het vakgebied bekende en geschikte techniek.

Het verstekvlak 2Z verloopt volgens de uitvinding vanaf de binnenzijde tot op enige afstand van de buitenzijde van het eerste profiel waar er een restdeel 2R 20 resteert van de oorspronkelijke buitenzijde 2V van het eerste profiel 2. Volgens de uitvinding wordt het restdeel zodanig gevormd dat de dikte d van het restdeel kleiner is dan of gelijk is aan de wanddikte van het bijbehorende profiel ter plaatse.

In een derde stap wordt er een verstekvlak 3Z aangebracht aan een uiteinde van een tweede profiel 3, dat overeenstemt met het verstekvlak 2Z in het eerste 25 profiel 2. De verstekvlakken 2Z en 3Z zijn zodanig gevormd dat de profielen 2 en 3 ter plaatse van de verstekvlakken passend op elkaar aansluiten. Profiel 2 en 3 fungeren als profiel respectievelijk contraprofiel.

In een vierde stap wordt er volgens de uitvinding een verder vlak aangebracht aan de buitenzijde 3V van het tweede profiel 3 nabij het verstekvlak 3Z, 30 zodanig dat er een uitsparing 3U ontstaat. De uitsparing 3U is bestemd voor passende opname van het restdeel 2R van het eerste profiel 2.

In een vijfde stap worden het eerste en het tweede profiel 2 en 3 verbonden ter plaatse van de verstekvlakken 2Z en 3Z. Dit vindt plaats middels op het vakgebied bekende technieken, zoals het Jassen of versmelten van de kunststof. De 1030647- 8 relevante vereisten voor een dergelijke lasverbinding staan beschreven in NEN 7056 “Gevelvullingen met kozijnen, ramen en deuren vervaardigd uit ongeplastificeerd PVC - Eisen en beproevingsmethode voor lasverbindingen en bepaling van de breukspanning”.

5 Voorafgaand aan het lassen of versmelten dient er een verdere bewerking te worden uitgevoerd aan de verstekvlakken 2Z en 3Z, respectievelijk aan het restdeel 2R en de uitsparing 3U. Om ervoor te zorgen dat de profielen in verbonden toestand nauw op elkaar aansluiten, dient er voldoende smeltmateriaal aanwezig te zijn ter plaatse van de lasverbinding. Daartoe wordt er een inkeping 21 aangebracht in het 10 verstekvlak 2Z, zodanig dat er een uitstekend deel 2M ontstaat dat versmelt tijdens het lassen. Op overeenkomstige wijze wordt er een inkeping 31 aangebracht in het verstekvlak 3Z, zodanig dat er een uitstekend deel 3M ontstaat dat eveneens dienst doet als smeltmateriaal tijdens het lassen.

Figuur 3 toont een doorsnede-aanzicht door figuur 1C, waarin het restdeel 2R 15 van het eerste profiel 2 is opgenomen in de uitsparing 3U van het tweede profiel 3.

Ten behoeve van het lassen wordt er een lasspiegel tussen de profielen 2 en 3 geplaatst tegen de smeltgebieden 2M, 3M aan. Volgens de uitvinding wordt daarbij een afstand aangehouden tussen de lasspiegel en het restdeel 2R ter grootte van x, de breedte van de inkepingen 21 en 31. Hiermee wordt op effectieve wijze 20 voorkomen dat er ongewenste vervormingen optreden in het restdeel 2R.

Met betrekking tot de afmetingen van d, a en x geldt dat deze steeds optimaal op de situatie dienen te worden afgestemd. In de praktijk ligt de wanddikte van geschikte profielen tussen 2 en 4 mm. De dikte d van het restdeel dient kleiner dan of gelijk aan deze wanddikte worden gekozen. In dit voorbeeld bedraagt de afmeting 25 a voor het smeltgebied in hoofdzaak 3 mm. Geschikte afmetingen voor de afstand tussen een lasspiegel en het restdeel (ofwel de breedte van de inkepingen), die is aangeduid met x, liggen in de orde van grootte van enkele millimeters, bijvoorbeeld tussen 3 en 6 mm. In het algemeen zal deze afstand x toe dienen te nemen bij | afnemende dikte d van het restdeel. | 30 Desgewenst kan de verbinding tussen het eerste en het tweede profiel 2 en 3 verder versterkt worden door het eerste en het tweede profiel 2, 3 verder te verbinden over althans een deel van de respectieve oppervlakken van het restdeel 2R van het eerste profiel en de uitsparing 3U van het tweede profiel. Bij voorkeur wordt de verdere verbinding tot stand gebracht worden middels het verlijmen van het 1030647- 9 restdeel 2R in de uitsparing 3U. Hiertoe kunnen op geschikte plaatsen gaten worden gemaakt in het restdeeLen/of de uitsparing, die dienen voorJnspuiting van lijm. Bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van een tweecomponentenlijm. Geschikte lijmsoorten zijn bijvoorbeeld acrylaatlijmsoorten, zoals SikaFast ® lijm. Voor het 5 verlijmen kunnen het restdeel 2R en de uitsparing 3U op elkaar worden geklemd. Vanzelfsprekend kunnen ook andere geschikte verbindingstechnieken worden toegepast voor de verdere verbinding tussen het restdeel en de uitsparing, waaronder vastschroeven.

Opgemerkt wordt dat de werkwijze is beschreven aan de hand van de 10 verbinding tussen profielen 2 en 3 uit figuur 1A, waarbij een hoek van een kozijn 1 wordt gevormd, die is getoond in figuur 1B. De stappen van de werkwijze kunnen eveneens worden toegepast bij het verbinden van overige profielen. Een voorbeeld daarvan is de verbinding van een profiel 4 met het profiel 2 ter vorming van een middensegment van kozijn 1 (zie figuur 2A, 2B). De werkwijzestappen voor deze 15 verbinding 2, 4 komen overeen met de bovenbeschreven werkwijzestappen voor de verbinding 2, 3 met dien verstande dat op profiel 4 twee naar elkaar toegespitste verstekvlakken 4Z zijn aangebracht, waarvan er één is getoond. Profiel 2 is voor de verbinding met profiel 4 voorzien van twee overeenkomstige naar elkaar toegespitste verstekvlakken 2ZZ, die zich niet in de nabijheid van een uiteinde van 20 profiel 2 bevinden. Voor de verbinding van profiel 4 met profiel 2 dienen een aantal van de stappen van de werkwijze volgens de uitvinding derhalve tweemaal te worden uitgevoerd, te weten: eenmaal voor elk paar te verbinden verstekvlakken (2ZZ, 4Z). Het betreft het vormen van een tweetal, in een wigvorm verlopende eerste verstekvlakken 2ZZ in het eerste profiel (2), welke wigvorm in hoofdzaak 25 verloopt tot op enige afstand van een buitenzijde 2V van het eerste profiel, zodanig dat er een restdeel 2RR van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert. Tevens wordt er een tweetal, in een wigvorm verlopende tweede verstekvlakken 4Z gevormd aan een uiteinde van het tweede profiel 4. De benodigde uitsparing 4U wordt gevormd in een buitenzijde 4V van het tweede profiel 4 nabij de wigvorm voor 30 passende opname van het restdeel 2RR van het eerste profiel 2.

Een deskundige op het vakgebied zal de stappen van de werkwijze nu eveneens kunnen toepassen bij het verbinden van overige profielen, bijvoorbeeld ter vervaardiging van een raam of een deur.

De onderhavige uitvinding betreft in het algemeen een kunststof kozijn, raam 1030647* 10 en/of deur. Voor de bovenstaande beschrijving van de uitvinding en in de figuren zijn de termen “buitenzijde” en “binnenzijde" geïntroduceerd ter vergemakkelijking van de leesbaarheid. Hoewel de uitvinding naar verwachting inderdaad veelal toegepast zal worden aan de van buitenaf zichtbare zijde van een kunststof kozijn, raam en/of 5 deur, is deze daar niet toe beperkt. De uitvinding kan immers aan beide zijden van een dergelijk kunststof kozijn, raam en/of deur toegepast worden.

Verder wordt opgemerkt dat de uitvinding weliswaar is beschreven aan de hand van een kunststof kozijn, dat is vervaardigd uit gelijksoortige profielen, maar dat de uitvinding zich tevens uitstrekt tot kunststof kozijnen, ramen of deuren, die 10 vervaardigd zijn uit ongelijksoortige profielen, bijvoorbeeld profielen met verschillende hoeken tussen de als “L” en “V” aangemerkte zijden. Naast de stappen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn dan aanvullende bewerkingen vereist, die een deskundige op het vakgebied zonder moeite zal kunnen uitvoeren.

De uitvinding is ten slotte vanzelfsprekend niet beperkt tot de getoonde en 15 beschreven voorkeursuitvoeringsvormen, maar strekt zich in het algemeen uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de bijgevoegde conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en tekeningen.

1030647-

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een kozijn, raam of deur, omvattende de volgende stappen: 5 a) het selecteren van een aantal profielen (2, 3, 4), welke profielen zijn voorzien van een wand omvattende kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft; b) het vormen van een eerste verstekvlak (2Z; 2ZZ) in een eerste profiel (2), welk verstekvlak in hoofdzaak verloopt tot op enige afstand van een 10 buitenzijde (2V) van het eerste profiel, zodanig dat er een restdeel (2R; 2RR) van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert; c) het vormen van een tweede verstekvlak (3Z; 4Z) in een tweede profiel (3; 4); d) het vormen van een uitsparing (3U; 4U) in een buitenzijde (3V; 4V) van het tweede profiel (3; 4) nabij het tweede verstekvlak voor passende opname 15 van het restdeel (2R; 2RR) van het eerste profiel; en e) het verbinden van het eerste en het tweede profiel ter plaatse van de verstekvlakken middels lassen, met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van: f) het zodanig vormen van het restdeel (2R; 2RR) en de uitsparing (3U; 4U) dat 20 de dikte (d) van het restdeel kleiner is dan of gelijk is aan de wanddikte van het bijbehorende profiel (2,3,4) ter plaatse.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij stap b) verder omvat het aanbrengen van een inkeping (2I; 2II) met een voorafbepaalde breedte (x) en diepte (a) in 25 het eerste verstekvlak (2Z; 2ZZ) in het eerste profiel (2), welke inkeping grenst aan het restdeel (2R; 2RR) en waarbij stap c) verder omvat het aanbrengen van een inkeping (3I; 4I) met een voorafbepaalde breedte (x) en diepte (a) in het tweede verstekvlak (3Z; 4Z) in het tweede profiel (3; 4), welke inkeping grenst aan de uitsparing (3U; 4U), een en ander zodanig dat 30 aangrenzend aan elk van de inkepingen (2I; 2II; 3I; 4I) een smeltgebied ontstaat ten behoeve van het lassen. 1030647,5

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, welke werkwijze verder de stap omvat van het verbinden van het eerste en het tweede profiel (2, 3; 2, 4) over althans een deel van de respectieve oppervlakken van het restdeel (2R; 5 2RR) van het eerste profiel en de uitsparing (3U; 4U) van het tweede profiel.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het verbinden wordt uitgevoerd door het verlijmen van het restdeel (2R; 2RR) van het eerste profiel (2) in de uitsparing (3U; 4U) van het tweede profiel (3; 4). 10

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij voor het verlijmen een tweecomponentenlijm wordt gebruikt.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in stap b) het 15 eerste verstekvlak (2Z) wordt gevormd aan een uiteinde van het eerste profiel (2), en waarbij in stap c) het tweede verstekvlak (3Z) wordt gevormd aan een uiteinde van het tweede profiel (3).

7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 1 t/m 5, waarbij stap 20 b) steeds tweemaal wordt uitgevoerd voor het vormen van een tweetal, in een wigvorm verlopende eerste verstekvlakken (2ZZ) in het eerste profiel (2), welke wigvorm in hoofdzaak verloopt tot op enige afstand van een buitenzijde (2V) van het eerste profiel, zodanig dat er een restdeel (2RR) van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert, waarbij stap c) steeds 25 tweemaal wordt uitgevoerd voor het vormen van een tweetal, in een wigvorm verlopende tweede verstekvlakken (4Z) aan een uiteinde van het tweede profiel (4) en waarbij stap d) omvat het vormen van een uitsparing (4U) in een buitenzijde (4V) van het tweede profiel (4) nabij de wigvorm voor passende opname van het restdeel (2RR) van het eerste profiel (2). 30

8. Kozijn, raam of deur, omvattende: a) een eerste (2) en een tweede profiel (3; 4), welke profielen zijn voorzien van een wand omvattende kunststof materiaal, welke wand een althans ten dele holle ruimte omgeeft; 1030647“ b) een eerste verstekvlak (2Z; 2ZZ) in het eerste profiel (2), welk verstekvlak in hoofdzaak verloopt tot op enige afstand van een buitenzijde (2V) van het eerste profiel, zodanig dat er een restdeel (2R; 2RR) van het eerste profiel aan de buitenzijde resteert; 5 c) een tweede verstekvlak (3Z; 3ZZ) in het tweede profiel (3; 4); d) een uitsparing (3U; 4U) in een buitenzijde (3V; 4V) van het tweede profiel (3, 4) nabij het tweede verstekvlak voor passende opname van het restdeel (2R; 2RR) van het eerste profiel, welk eerste en tweede profiel ter plaatse van de verstekvlakken middels lassen zijn verbonden, een en ander zodanig dat 10 tussen het eerste en het tweede profiel aan de buitenzijde van het kozijn, raam of deur een verbindingsnaad (23; 24) verloopt in hoofdzaak in het verlengde van één van de langszijden (2L; 3L; 4L) van het eerste profiel (2) of het tweede profiel (3; 4), met het kenmerk, dat: e) de dikte (d) van het restdeel (2R; 2RR) kleiner is dan of gelijk is aan de 15 wanddikte van het bijbehorende profiel ter plaatse.

9. Kozijn, raam of deur volgens conclusie 8, waarin het eerste en het tweede profiel (2, 3; 2, 4) over althans een deel van de oppervlakken van het restdeel (2R; 2RR) van het eerste profiel en de uitsparing (3U; 4U) van het 20 tweede profiel verder zijn verbonden.

10. Kozijn, raam of deur volgens conclusie 9, waarin het restdeel (2R; 2RR) in de uitsparing (3U; 4U) is verlijmd. ί 1030647"