BE1028764A1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen Download PDF

Info

Publication number
BE1028764A1
BE1028764A1 BE20205765A BE202005765A BE1028764A1 BE 1028764 A1 BE1028764 A1 BE 1028764A1 BE 20205765 A BE20205765 A BE 20205765A BE 202005765 A BE202005765 A BE 202005765A BE 1028764 A1 BE1028764 A1 BE 1028764A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
connecting element
workpieces
ribbed
assembly
elevations
Prior art date
Application number
BE20205765A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028764B1 (nl
Inventor
Donald Muylle
Original Assignee
Dovy Keukens Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dovy Keukens Nv filed Critical Dovy Keukens Nv
Priority to BE20205765A priority Critical patent/BE1028764B1/nl
Publication of BE1028764A1 publication Critical patent/BE1028764A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028764B1 publication Critical patent/BE1028764B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27MWORKING OF WOOD NOT PROVIDED FOR IN SUBCLASSES B27B - B27L; MANUFACTURE OF SPECIFIC WOODEN ARTICLES
    • B27M3/00Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles
    • B27M3/0013Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles
    • B27M3/0026Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles characterised by oblong elements connected laterally
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27MWORKING OF WOOD NOT PROVIDED FOR IN SUBCLASSES B27B - B27L; MANUFACTURE OF SPECIFIC WOODEN ARTICLES
    • B27M3/00Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles
    • B27M3/0013Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles
    • B27M3/0026Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles characterised by oblong elements connected laterally
    • B27M3/0053Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles characterised by oblong elements connected laterally using glue
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27MWORKING OF WOOD NOT PROVIDED FOR IN SUBCLASSES B27B - B27L; MANUFACTURE OF SPECIFIC WOODEN ARTICLES
    • B27M3/00Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles
    • B27M3/0013Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles
    • B27M3/0066Manufacture or reconditioning of specific semi-finished or finished articles of composite or compound articles characterised by tongue and groove or tap hole connections
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27DWORKING VENEER OR PLYWOOD
    • B27D1/00Joining wood veneer with any material; Forming articles thereby; Preparatory processing of surfaces to be joined, e.g. scoring
    • B27D1/04Joining wood veneer with any material; Forming articles thereby; Preparatory processing of surfaces to be joined, e.g. scoring to produce plywood or articles made therefrom; Plywood sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27DWORKING VENEER OR PLYWOOD
    • B27D1/00Joining wood veneer with any material; Forming articles thereby; Preparatory processing of surfaces to be joined, e.g. scoring
    • B27D1/04Joining wood veneer with any material; Forming articles thereby; Preparatory processing of surfaces to be joined, e.g. scoring to produce plywood or articles made therefrom; Plywood sheets
    • B27D1/06Manufacture of central layers; Form of central layers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Furniture Connections (AREA)
  • Combinations Of Kitchen Furniture (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerksamenstel, het schrijnwerksamenstel alsook een keukenconstructie zoals een keukenkast of sokkel omvattende het samenstel.

Description

° BE2020/5765
WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN SCHRIJNWERKERSAMENSTEL EN SAMENSTEL HIERDOOR VERKREGEN
TECHNISCH DOMEIN Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerksamenstel, het samenstel alsook een keukenconsiructie zoals sen keukenkast of sokkel omvallende het samenstel.
STAND DER TECHNIEK Het verbinden van werkstukken ter vorming van een schrijnwerksamenstel zoals een verstek-hoekverbinding is gekend in de stand der techniek.
Om een kwalitatieve afwerking te bekomen worden werkstukken bij voorkeur niet met elkaar verbonden door middel van nagels of vijzen, Nagels en vijzen laten immers sporen na op de buitenafwerking van de werkstukken. Om geen sporen na te laten op de buitenaïwerking worden werkstukken bij voorkeur verlijmd.
Het verlijmen van werkstukken neet als nadeel dat een geruime droogtijd alsook klemming most worden voorzien. Dergelijke klemming wordt traditioneel voorzien door middel van lijmklemmen die verbindingsoppervlakken van werkstukken samenpersen tijdens het drogen, Dergelijke werkwijze is zeer tijdrovend en inefficiënt, Er bestaat een nood in de huidige stand der techniek aan systemen voor het op een snelle en efficiénte manier verbinden van werkstukken, alsook een kwaliteitsvolle afwerking toelaat van het gevormde samenstel.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uitvinding sen werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerksamensiel volgens conclusie 1.
In een tweede aspect betreft de uitvinding sen schrijnwerksamenstel omvattende twee werkstukken volgens conclusie 13.
© BE2020/5765 In een derde aspect betreft de uitvinding een keukenconstructie zoals een sokkel of keukenkast volgens conclusie 15. De keukenconstructie omvallende een samenstel vervaardigd voigens het eerste aspect en/of een samenstel volgens het tweede aspect.
Yoorkeursuitvoeringen van onderhavige uitvinding worden besproken in conclusies 2 toi 12 en 14, alsook doorheen de beschrijving. De huidige uitvinding is voordelig dankzij de superieure klemming van iwee wersiukken tijdens het uitharden van een lijmverbinding hiertussen. Deze superieure klemming iussen de werksiukken word! voorzien door een geribd verbindingselement ingebracht in een groeve uitgelijnd over de beide werkstukken. Hierdoor dienen geen lijmklemmen te worden gemonteerd tijdens het uitharden van de liimverbinding. Dergelijke werkwijze heeft als voordeel dat schriinwerksamenstellen sneller en efficiënter kunnen worden geproduceerd. Daarnaast is de resulierende verbinding tussen de werkstukken ook steviger dan die van samenstellen zonder het verbindingselement. De uitvinders merken daarnaast ook op dat de verbinding tussen de werkstukken eveneens robuuster is voor het volledig uitharden van de lijmverbinding. Dit heeft als voordeel dat het samenstel voor het volledig uitharden kan worden verwerkt in bijvoorbeeld een keukenconstructie zoals een sokkel of keukenkast. Verdere voordelen, uitvoeringen en voorkeuruitvoeringen van de uitvinding worden hieronder in de gedetailleerde beschrijving, voorbeelden en figuren besproken.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuren 1 tot 4 ionen twee voorkeuruitvoeringen van een verbindingselement volgens onderhavige uitvinding.
Figuren 5 tot 7 illustreren het inbrengen van een verbindingselement in freesgroeven van werkstukken. Figuren 8 en 9 lonen een veelvoud verschillende schriinwerksamenstel-configuraties volgens onderhavige uitvinding. Figuren 10 en 11 ionen een systeem voor het vormen van een verstek verbindings- oppervlak aan een uiteinde van sen lat.
I BE2020/5765
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerk- samenstel, het schriinwerksamenstel alsook een keukenconstructie zoals een keuken- kast of sokkel omvattende het samenstel. In wal volgt, wordt de uitvinding in detail beschreven en worden voorkeursuitvoeringen toegelicht. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uilvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor sen betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders verondersielt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment. Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruik! wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelis nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van ioepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ‘ongeveer’ of “rond” gebruikt wordt, zelf specitiek wordt bekendgemaakt. De termen “omvatten”, “omvallende”, “beslaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, slemenien, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek, Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerksamenstel. De werkwijze omvallende de stappen van: - het voorzien van een eerste en tweede werksiuk, elk voorzien van gen op elkaar aansluitbaar verbindingsoppervlak;
; BE2020/5765 - het voorzien van een kleefstof op een van de verbindingsopperviakken; - het met elkaar verbinden van de werkstukken door het aan elkaar aansluiten van de verbindingsoppervlakken; - het uitfrezen van sen freesgroeve In elk van de verbindingsopperviakken, dusdanig dat de gevormde freesgroeven aan elkaar zijn uitgelijnd wanneer de werkstukken met elkaar zijn verbonden aan de verbindingsopperviakken; - het klemmend inbrengen van een schijfvormig verbindingselement in de freesgroeven na het met elkaar verbinden van de werkstukken; waarbij het inbrengen gebeurt volgens een inbrengrichting in hoofdzaak parallel met een inbrengrichting van het verbindingselement: waarbij het verbindingselement op een lateraal oppervlak voorzien is van één of meer geribde verhogingen en waarbij de geribde verhogingen zich In hoofdzaak uitstrekken volgens de inbrengrichting van het verbindingselement.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een schrijnwerksamenstel omvattende een eerste en tweede werkstuk, elk voorzien van een verbindingsopperviak waaraan de werkstukken met elkaar verbonden zijn door een kleeisiof voorzien tussen de verbindings-opperviakken: waarbij elk werkstuk aan het verbindingsoppervlak voorzien is van een freesgroeve, waarbij de freesgroeven aan elkaar zijn uitgeliind wanneer de werkstukken verbonden zijn aan de verbindings-oppervlakken; waarbij de freesgroeven voorzien zijn van een klemmend verbindingselement dat volgens een inbrengrichting van hel verbindingselement is ingebracht; waarbij het verbindingselement op een lateraal oppervlak voorzien is van één of meer geribde verhogingen en waarbij de geribde verhogingen zich In hoofdzaak uitstrekken volgens de inbrengrichting van het verbindingselement: bij voorkeur waarbij het schriinwerksamenstel vervaardigd is volgens sen werkwijze volgens het eerste aspect van onderhavige uitvinding.
In een derde aspect betreît de uitvinding een keukenconstructie zoals een sokkel of keukenkast, omvattende sen samenstel vervaardigd volgens een werkwijze volgens het eerste aspect van onderhavige uitvinding en/of een samenstel het tweede aspect van onderhavige uitvinding.
Een persoon met gewone kennis in het vakgebied zal appreciëren dat de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding kan worden gebruikt voor het vervaardigen van een schrijnwerksamenstel volgens het tweede aspect van de uitvinding. Het is bovendien duidelijk voor een persoon met gewone kennis in het vakgebied dat een samenstel vervaardigd volgens het eerste en/of tweede aspect kan worden gebruikt in
* BE2020/5765 een keukenconstructie zoals een sokkel of keukenkast.
In wat volgt, worden de drie aspecten van onderhavige uitvinding daarom tezamen behandeld.
Bovendien kan elk kenmerk, zowel hierboven ais hieronder beschreven, betrekking hebben op elk van de drie aspecten, zeifs wanneer het kenmerk in conjunctie met een bepaald aspect van de onderhavige uilvinding wordt beschreven.
Onderhavige uitvinding betreft een schrijnwerksamenstel omvattende een eerste en tweede werksluk, en een werkwijze voor het vervaardigen ervan.
Deze werkstukken zijn houtig en kunnen verwijzen naar platen, latten, balken, frame-elementen, kozijnen, etc.
In het bijzonder, verwijzen deze werkstukken naar laiten.
De werkstukken zijn houtig kunnen in het bijzonder verwijzen massiefhout, fineer, houtcompositiet, vezelplaat (Eng. fibreboard; in het bijzonder MDF-) en/of spaanplaat.
Om de buitenafwerking zoals een laminaatafwerking op een buitenopperviak van de werk- stukken niet te beschadigen tijdens het aan elkaar bevestigen, worden de verbindings- oppervlakken van de werksiukken aan elkaar bevestigd door middel van een kleeflaag.
Het verbinden van werkstukken door middel van een kleeflaag heelt als nadeel dat sen druk dient te worden uitgeoefend op de werkstukken gedurende een droogperiode.
Dit gebeurt traditioneel door middel van lijmklemmen. indien dit echter niet gebeurt, zullen de werkstukken freguent defectief verbonden zijn.
Dergelijke defectieve verbinding is bijvoorbeeld gekenmerkt door een verkeerde uitlijning, een gebrekkige hecnting, etc.
In het bijzonder, heeft onderhavige uitvinding als onderwerp het vervaardigen van dergelijk schrijnwerksamenstel, waarbij dergelijke defectieve verbindingen worden voorkomen door een superieure klemming tijdens het uitharden van de kleeflaag tussen de werkstukken.
Meer in het bijzonder, heeft de uitvinding als onderwerp vervaardigen van dergelijk samenstel, waarbij geen lijmklemmen vereist zijn tijdens het uitharden.
Hiertoe voorziet onderhavige uitvinding een schijfvormig verbindingselement.
Dit element wordt klemmend ingebracht in een eerste en tweede freesgroeve, respectievelijke aangebracht in het verbindingsoppervlak van het eerste en tweede werkstuk.
Deze eersis en tweede freesgroeve zijn zodanig aangebracht dat wanneer de werkstukken met elkaar zijn verbonden aan de verbindingsoppervlakken, deze uitgelijnd zijn ten opzichte van elkaar.
Met andere woorden, wanneer de werkstukken aan de verbindingsoppervlakken aan elkaar zijn aangesloten, vormen de freesgroeven een geheel geschikt voor het klemmend ontvangen van het verbindingselement.
Bijgevolg, dient de vorm van de freesgroeven in combinatie in hoofdzaak dezelfde te zijn als die van het verbindingselement.
Daarnaast dienen de dimensies van de freesgroeven in combinatie ook iets kleiner te zijn dan de dimensies van het verbindingselement.
° BE2020/5765 In het bijzonder, wordt elke freesgroeve uitgefreesd in een verbindingsoppervlak van een werkstuk en sen zijde grenzend aan dit verbindingsopperviak. Zodanig, kan hel verbindingselement eenvoudig na hel op elkaar aansluiten van de werkstukken worden ingebracht. De freesgroeven kunnen bovendien elke oriëntatie aannemen ten opzichte van de verbindingsoppervlakken. Echter, voor sen goeie hechting lussen de werk- stukken zijn de freesgroeven bij voorkeur tussen 70 en 110° voorzien ten opzichte van de verbindingsopperviakken. Voor een optimale hechting zijn de freesgroeven bij hoogste voorkeur loodrecht voorzien ten opzichte van de verbindingsopperviakken.
Het verbindingselement is in hoofdzaak schijfvormig. Dergelijke vorm heeft als voordeel dat deze zonder het beschadigen, bijvoorbeeld het spijlen, van de werkstukken kan worden ingebracht In een groef voorzien in deze werkstiukken. BIj voorkeur, is hel verbindingselement in hoofdzaak rechthoekig, elliptisch of wigvormig. Aangezien het verbindingselement in hoofdzaak schijfvormig is, zal het duidelijk zijn dat deze vormen verwijzen naar de vorm van het element gezien van een boven- en/of onderaanzicht. Verder, zal hel ook duidelijk zijn voor een gemiddelde vakman dal rechthoekig eveneens vierkantig omvat, en elliptisch eveneens cilindervormig omvat. Bij hoogste voorkeur, is het schijfvormig verbindingselement in hoofdzaak ook wigvormig. Dergelijk wigvormig element kan eenvoudig worden ingebracht, en in het bijzonder geklemd, in een groef. Het inbrengen van het schijfvormig verbindingselement gebeurt bij voorkeur na het met elkaar verbinden van de werkstukken. Het Inbrengen gebeurt volgens een richting in hoofdzaak parallel met een inbrengrichting van het verbindingselement. In het geval van een wigvormig element Is de inbrengrichting gelijk aan een lengterichting van het element en waarbij de lengterichting wordt bepaald van een breedste naar een korste eind van het wigvormig element. Het element kan bijvoorbeeld klemmend worden ingebracht door middel van een (rubberen) hamer. Het element kan daarna bijvoorbeeld nog verder worden ingebracht door middel van een spie die met een fijnste eind op het buitenste eind van het element wordt aangebracht, om daarna met een kracht uitgeostend op het breedste eind van de spie dieper in de groef te worden geduwd. Bij voorkeur, is het verbindingselement op een lateraal oppervlak voorzien van één of meer geribde verhogingen. Dergelijke geribde verhogingen voorzien een betere hechting van het verbindingsmiddel met minstens één van de werkstukken. Hierdoor wordt de hechting alsook de klemming van het verbindingseiement met de één of meer werkstukken verbeterd. Bij verdere voorkeur, strekken de geribds verhogingen zich in hoofdzaak uit volgens de inbrengrichting van het verbindingselement. Dergelijke
; BE2020/5765 configuratie voorziet een verbindingselement dat makkelijk kan worden ingebracht. Bovendien zal dergelijke configuratie de werkstukken slechts minimaal beschadigen. De geribde verhogingen kunnen gegolfd, gekarteld of geland zijn. Bij voorkeur zijn de geribde verhogingen gekarteld. Bij verdere voorkeur, is de vertanding tegenstaand aan de inbrengrichting van het verbindingseiement. Dergsijjke configuratie kan senvoudig en met minimale beschadiging aan de één of meer werkstukken worden ingebracht. Dergelijke vertanding zal bovendien stevig aangrijpen op de werkstukken, waardoor het verbindingselement weerhouden zal worden in de groeven op de werkstukken.
Volgens een voorkeuruitvosring, is het verbindingselement op het lateraal oppervlak voorzien van twee geribde verhogingen, waarbij de twee geribde verhogingen geconfigureerd zijn om tijdens het inbrengen aan te grijpen op een verschillend werksiuk. Door een verbindingselement te voorzien dat op elk van de iwee werkstukken aangrijpt, wordt het samenstel tijdens het drogen beter bijeengehouden. Daarnaast zal de resulterende verbinding ook steviger zijn. Bij voorkeur, wordt het verbindingselement dusdanig ingebracht in de groeven zodat een middellijn van het element In hoofdzaak overeenstemt met de verbindingsopper- vlakken. “Middelljn’ dient binnen de context van onderhavige aanvrage ie worden begrepen als een as door een centraal punt op een buiteneind en een binneneind van een element. Bij dergelijke uilvoering, is het verbindingselemenl bij voorkeur op het lateraal oppervlak voorzien van twee geribde verhogingen, waarbij de iwee geribde verhogingen gelijk gespatieerd zijn ten opzichte van sen middellijn van het verbindingselement. Zodanig is een verbindingselement voorzien geconfigureerd om aan te grijpen op een verschillend werkstuk van het schrijnwerksamenstel. Volgens een andere uitvoering, kan het verbindingselement ook asymmetrisch geconfigureerd zijn, Volgens een voorkeuruitvoering, zijn de twee geribde verhogingen aan een onderste eind van het verbindingselement divergeren ten opzichte van elkaar voorzien. Dergelijke configuratie trekt de twee werstukken dichter tegeneen wanneer het element in de groef word gedreven. Bijgevolg wordt een sterkere verbinding bekomen. Volgens een voorkeuruiivoering, zijn de geribde verhogingen voorzien van een aangrenzend kanaal. Bij voorkeur, is dit kanaal voorzien aan een binnenzijde van sen geribde verhoging. Wanneer het verbindingselement in een groef wordt ingebracht, graven de geribde verhogingen zich in het materiaa! van de groef in. De overmaat van het materiaal wordt zo opzij gestuwd en ontvangen in het kanaal. Hierdoor wordt het
© BE2020/5765 inbrengen vergemakkelijkt. Ook wordt zo een groter contactopperviak gecreëerd tussen het element en het materiaal, waardoor de hechting van het element toeneemt. Bij voorkeur, zijn de geribde verhogingen op het lateraa! oppervlak lichties naar een middellijn van het verbindingselement geplooid. Hierdoor worden de werkstukken beter bijeengehouden en wordt een stevigere verbinding bekomen. Verder, merken de uitvinders ook op dat dergelijke configuratie, de interactie van de verhogingen met de kanalen verhoogt. Bij verdere voorkeur, zijn de geribde verhogingen minsiens 5° en hoogstens 45° ten opzichte van een loodrechie as op het lateraal oppervlak geplooid. Bij hoogste voorkeur, zijn de geribde verhogingen in hoofdzaak 45° geplooid, Volgens een voorkeuruilvoering, zijn belde laterale oppervlakken van het verbindings- element voorzien zijn van de geribde verhogingen. Hierdoor wordt de interactie [ussen het verbindingselement en de groef gemaximaliseerd.
Volgens een voorkeurulivoering, is de kieefstoï een expansieve lijm en/of een polyurethaan (PUR) gebaseerde lijm. Dergsijke lijmen zullen expanderen na hel aanbrengen waardoor deze enerzijds in de poriën dring van de houtige werkstukken en anderzijds ook het verbindingselement verder klemmen in de groeven. Bijgevolg, wordt de kleefstof bij voorkeur ook aangebracht in de groeven. Volgens een voorkeuruilvoering, is het verbindingselement in hoofdzaak vervaardigd uit één of meer van metaal, polymeer of kunststof en/of hout of houten composiet, bij voorkeur polymeer of kunststof. Kunststof is duurzaam en laat productie los van het verbindingsmiddel middels een mal, waardoor de verscheldenen afwerkingen op de laterale oppervlakken makkelijk op industriële schaal kunnen worden geproduceerd. Volgens een bijzonder voorkeuruitvoering, is het samenstel een hoekverbinding is en omvalt de werkwijze verder de stap van het afschuinen van een uiteinde van elk van de werkstukken, dusdanig dat de afgeschuinde uiteinden een in verstek op elkaar aansluitbaar verbindingsopperviak vormen.
VOORBEELDEN In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreieerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te imiteren.
Voorbeeld 1: Wigvormig Verbindingselement Voorbeeld 1 heeft belrekking op [wee voorkeuruilvoeringen van hel verbindingselement volgens onderhavige uitvinding. Een eerste voorkeuruitvoering wordt getoond in Figuren 1 tot 3. Een iweede voorkeuruitvoering wordt geloond in Figuur 4.
Beide uitvoeringen van het verbindingselement (1) zijn in hoofdzaak schijfvormig. De beide laterale opperviakken (4) van de verbindingselementen {1} zijn voorzien van geribde verhogingen (5), dewelke zich ultstrekken volgens een inbrengrichting {7} van elk element (1). De Iinbrengrichting (7) is een richting in hoofdzaak parallel met een as (7) die de middelste punten van de breedten (10, 11) aan de uiteinden van het element (1) verbindt, Deze as stemt ook overeen met de middellijn (6) van het element (1}. De richting van de inbrengrichting (7) loopt van het breedste eind (10) naar het smaiste eind (11) van het element (1).
Beide uitvoeringen van het schijfvormig verbindingselement (1) zijn ook wigvorming. Dergelijke wig-vorm kan makkelijk worden ingebracht, en in het bijzonder geklemd, in bijvoorbeeld sen groef. Naast de wig-vorm van de verbindingselementen {1}, zorgen de geribde verhogingen (5) op de laterale oppervlakken (4) ook voor een betere klemming.
In het bijzonder, zijn deze geribde verhogingen (5) gekarteld met vertandingen (8) iegen de inbrengrichting (7). Dergelijke verlanding (8) vergemakkelijkt het inbrengen maar voorkomt eveneens het loskomen van het verbindingselement (1). Hierdoor wordt onder meer de klemming van het verbindingselement (1) verder verbelerd.
Met als doel net verbeteren van de klemming, zijn aan elke laterale zijde (4) van de verbindingselementen (1) respectievelijk vier en acht geribde verhogingen (5) voorzien parallel met de middellijn (6). Deze geribde verhogingen (5) zijn voorzien in paren, dewelke gelijk gespalieerd zijn ten opzichte van de middellijn (6) van het element (1). Door telkens de geribde verhogingen (5) te voorzien in een paar gelijk gespatieerd ten opzichte van de middellijn (6), is dergelijk verbindingselement {1} geschikt om op twee verschillende slementen aan te grijpen en deze elementen bijgevolg ook bijeen te houden. De uitvinders merken verder ook op dat door meerdere rijen, i.e. meerdere paren, van geribde verhogingen (5) te voorzien aan elke zijde van het element (1), de kracht waarmee deze elementen samengehouden worden aanzienlijk vergroot.
Afhankelijk van de grootte, vorm en gewicht van de slementen die dienen te worden samengehouden, kunnen de helften van de paren van het verbindingselement {1} anders geconfigureerd zijn. Ondanks dat de paren van beide slementen (1} getoond in
+0 10 BE2020/5765 Figuren 1 tot 4 symmetrisch zijn ten opzichte van de middellijn {6}, kan het verbindings- element (1} eveneens asymmetrisch zijn ten opzichte van de middellijn (6). Met als doel het verbeteren van het bijeenhouden van twee elementen door middel van het verbindingselement (1), zijn sommige paren van de geribde verhogingen (5) divergerend (89) ien opzichte van elkaar voorzien aan een ondersie sind van de verbindingselementen (1). Wanneer het verbindingselement (1) gebruikt wordt om twee siemenien te verbinden, trekken dergelijke divergerende verhogingen (5, 9) de beide slementen strakker legen elkaar wanneer hel clement (1) dieper in bijvoorbeeld een verbindingsgroef wordt geduwd.
Volgens de uitvoeringen, zijn de paren van de geribde verhogingen (5) van binnen naar buiten toe gradueel minder divergerend voorzien.
Dergelijke uitvoering voorkom! het splijten van de te verbinden elementen.
Met als coel het vergemakkelijken van het inbrengen van het verbindingselement (1}, alsook het verbeteren van de klemming, zijn eik van de geribde verhogingen (5) voorzien van een aangrenzend kanaal (13). Wannser het verbindingselement (1) in bijvoorbeeld een groef wordt ingebracht, graven deze geribde verhogingen (5) zich in het materiaal van de groef in.
De overmaat van het materiaal wordt zo opzij gestuwd en ontvangen in het kanaal.
Hierdoor wordt het inbrengen vergemakkelijkt.
Daarnaast, wordt ook een groter contactoppervlak gecreëerd tussen een element (1) en het materiaal, waardoor de hechting van het element (1) met het materiaal toeneemt.
Tot slot, merken de uitvinders op dat door de verlanding (8) van de geribde verhogingen (5) lichtjes naar de middellijn te plooien, Le. +/- 15° ten opzichte van sen loodrechte as op het lateraal oppervlak (4), de interactie met de kanalen (13) aanzienlijk tosneemt.
Voorbeeld 2: inbrengen Verbindingselement Voorbeeld 2 heeft betrekking op het inbrengen van een verbindingselement, zoals bijvoorbeeld besproken in Voorbeeld 1, volgens onderhavige uitvinding.
Figuren 5 tot 7 iHustreren dit inbrengen van het verbindingselement.
De werkstukken (2) van het schrijnwerksamenstel zijn volgens onderhavige voorbeeld laiten.
Deze latten zijn elk aan een uiteinde aan beide zijden voorzien van een freesgroeve (3). De uiteinden van de lallen zijn verder ook afgeschuind, dusdanig dat de afgeschuinde uiteinden een in verstek op elkaar aansluitbaar verbindingsoppervlak (12) vormen.
Het aanbrengen van dergelijke freesgroeven op het uiteinde van een lat, alsook het afschuinen van deze uiteinden voor het vormen van verstek, wordt in meer a BE2020/5765 detail besproken in Voorbeeld 4. Tot slot, zijn de buitenoppervlakken van de latten ook voorzien van laminaatvellen, dewelke ook in verstek aansluitbaar zijn.
Voor het verbinden van de werkstukken (2}, wordt ten minste één van de verbindings- oppervlakken (12) voorzien van een kleefstof. Bij voorkeur, is deze kleefstof een expansieve en/of PUR-gebaseerde lijm. Na het aanbrengen van deze kleefstof, worden de werkstukken (2), ie. Jatten, met elkaar in verstek verbonden door het op elkaar aansluiten van de van kleefstof voorziene verbindingsoppervlakken (12). Om te voorkomen dat de werkstukken lossen na het verbinden, wordt het verbindingselement (1) klemmend ingebracht in de daartoe voorzien freesgroeven (3). Hiertoe zijn deze groeven {3} samen net iets kleiner gedimensioneerd dan het verbindingselement (13. Het verbindingselement (1) volgens onderhavige voorbeeld is een verbindingselement {1} zoals getoond in Figuren 1 tot 3. Beide laterale zijden (4) zijn dus voorzien van twee paar geribde verhogingen (5), waarvan het meest centraal ten opzichte van de middellijn (6) gelegen paar divergerend (9) ten opzichte van elkaar zijn voorzien. Ideaal, wordt het verbindingselement (1} dusdanig ingebracht in de groeven zodat de middellijn (6) in hoofdzaak overeenstemt met de aaneengeslolen verbindings- oppervlakken (12). Overeenkomstig, grijpt dan één geribde verhoging (5) per paar aan op een werkstuk (2). Door minstens één geribde verhoging (5) te laten aangrijpen op elk werkstuk (2), wordt het gevormde samenstel beter samengehouden, wat in hel bijzonder voordelig is tijdens het drogen van de kleefstof. Bovendien, zorgt de divergerende configuratie (9) van het meest centrale paar geribde verhogingen (5) ervoor dat wanneer het verbindingselement (1) wordt ingebracht, de verbindings- oppervlakken (12) van de beide werkstukken (2) dichter bijeen worden getrokken, wat opnieuw in het bijzonder voordelig is tijdens het drogen van de kieaïstoi. Het gebruik van een expansieve en/of PUB-gebaseerde lijm als kleefstof binnen onderhavig voorbeeld, is eveneens voordelig doordat het verbindingselement (1) verder geklemd wordt in de freesgroeven (2). Daarnaast, is dergelijke lijm zeer voordelig voor gebruik bij hout, gezien deze diep in de poriën van een applicatieoppervlak kan dringen. Voorbeeld 3: Confiquraties Schriinwerksamensiel Voorbeeld 3 heeft Detrekking op verschillende schriinwerksamenstel-configuraties. Figuren 8 en 9 tonen een veelvoud configuraties met de verbindingsmiddelen zoals getoond in Figuren 1 tot 4.
© BE2020/5765 Figuren 8 toont een veelvoud configuraties met een verbindingsmiddel zoals getoond in Figuren 1 tot 3. Figuur 9 toont een veelvoud configuraties met een verbindingsmiddel zoals getoond in Figuur 4. Respectievelijk, lonen figuren 8 en 9 van links naar rechts: 1) een verstek hoekverbinding: 2} een 90° hoekverbinding; 3) een haakse koppeling; 4} sen 45° koppeling; 5) een overlangse koppeling; en 6} sen dwarskoppeling. Zoals besproken in Voorbeeld 1, is de grootte, vorm en het gewicht van de te koppelen slementen, |.s. werkstukken (2), bepalend voor de vorm, configuratie en het aantal van de gebruikte verbindingsmiddelen (1). Zo zijn de werkstukken in Figuur 8 smaller en Hechter dan de werkstukken (2) gebruikt in Figuur 9, en vereisen deze een groter aanlal verbindingsmiddelen (1) en/of verbindingsmiddelen (1) met langere dwarsdoorsnede. Voorbeeld 4: Vervaardigen Hoekverbinding Voorbeeld 4 heeft belrekking op een systeem voor het vervaardigen van een verstek verbindingsopperviak aan sen uiteinde van een lat volgens onderhavige uitvinding. Hel systeem wordt getoond in Figuren 10 en 11.
Het systeem is geschikt voor het on induslriële wijze vervaardigen van een schrijnwerk hoekverbinding voor maatwerk, zoals voor het op maal maken van een keuken- constructie zoals een sokkel of keukenkast.
Systeem: Het systeem voorziet een draagvlak (100) geconfigureerd voor het ontvangen van een platte zijde van een lat (101) in sen eerste vlak en het richten van deze lat in eerste richting (104) in hoofdzaak parallel met de lengteas van de lat (101).
Verder voorziet het systeem ook een afschuinzaag (102) geconfigureerd voor het afschuinen van een uiteinde van de lat (101), dusdanig dat het afgeschuinde uiteinde een in verstek aansluitbaar verbindingsoppervlak vormt zoals bijvoorbeeld getoond in Figuren 5 en 6. In het bijzonder, is de afschuinzaag (102) een onder een eerste hoek gemonteerde roterende cirkelzaag. Deze eerste hoek wordt bepaald ten opzichte van het eerste vlak en is volgens de huidige uitvoering in hoofdzaak gelijk aan 45°. Het rotatievilak van de roterende cirkelzaag, Le. het vlak waarin de zaag met zijn vlakke zijde voorzien is, doorsnijdt het eerste vlak. Daarnaast is de afschuinzaag (102) ook geconfigureerd voor het bewegen volgens een tweede richting (105) loodrecht op de eerste richting (104), dusdanig dat het rotatieviak van de zaag (102) de breedte van de lat (101) doorkruist.
Bijgevolg, is de zaag (102) geconfigureerd voor het vormen van een 45° verstek-verbindingsopperviak aan een uiteinde van de lat (101). Verder voorziet hel sysleem ook een freesinrichting (103) voor het uitfrezen van een freesgroeve in het gevormde verstek-verbindingsopperviak zoais bijvoorbeeld getoond in Figuren 5 en 6. Hiertoe voorziet de frees-inrichting (103) een onder een tweede hoek gemonteerd roterend blad met substantiële dikte.
Deze tweede hoek wordt bepaald ten opzichte van het eersie viak en is volgens de huidige uitvoering in hoofdzaak gelijk aan -45°, ie. 315°, Het rotatieviak van het roterende blad doorsnijdt het cerste viak.
Daarnaast is de frees-inrichting {103} ook geconfigureerd voor het bewegen volgens een tweede richting (105) loodrecht op de eerste richting (104), dusdanig dat het rotatieviak van het blad de breedie van de lat (101) over een frees-insnijiengte doorkruist.
Bijgevolg, is de frees-inrichting (103) geconfigureerd voor het vormen van een freesgroeve loodrecht op het 45° verstek verbindingsoppervlak.
Tot slot, merken de uitvinders op dat het blad volgens de uitvoering in hoofdzaak cirkelvormig is en periodiek aan een buitenoppervlak voorzien is van uitsparingen, waardoor tijdens het rezen het verhitten van het te bewerken materlaal, i.e. de lat (102), wordt voorkomen.
Voor het vormen van de verstek hoekverbinding volgens de uitvinding, worden de uiteinden van twes lallen (102) bewerkt! met het systeem zoals hierboven beschreven.
De gevormds verstek-slementen kunnen vervolgens door middel van sen klsefstol en een verbindingselement aan elkaar worden verbonden, zoals bijvoorbeeld geloond in Figuur 7 en besproken in Voorbeeld 2.

Claims (15)

a BE2020/5765 CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerksamenstel, omvallende de stappen van: - het voorzien van een eersie en tweede houtig werkstuk, elk voorzien van sen op elkaar aansluitbaar verbindingsopperviak; - het voorzien van een kieesistof op een van de verbindingsopperviakken: - het met elkaar verbinden van de werkstukken door hel aan elkaar aansluiten van de verbindingsoppervlakken; met het kenmerk, dat de werkwijze verder ook de stappen omval van: - het uitirezen van een freesgroeve in elk van de verbindingsopperviakken, dusdanig dat de gevormde fressgroeven aan elkaar zijn uitgelijnd wanneer de werksiukken met elkaar zijn verbonden aan de verbindingsoppervlakken; - het klemmend inbrengen van een schijfvormig verbindingselement in de freesgroeven na het met elkaar verbinden van de werkstukken; waarbij het inbrengen gebeurt volgens een richting in hoofdzaak parallel met een inbrengrichting van het verbindingselement; waarbij het verbindingselement op een lateraal oppervlak voorzien is van één of meer geribde verhogingen en waarbij de geribde verhogingen zich in hoofdzaak uiistrekken volgens de inbrengrichting van het element.
2. Werkwijze volgens voorgaande conclusie 1, waarbij het verbindingselement op het laieraal oppervlak voorzien is van twee geribde verhogingen en waarbij de twee geribde verhogingen geconfigureerd zijn om tijdens het inbrengen aan te grijpen op een verschillend werkstuk.
3. Werkwijze volgens voorgaande conclusies 1 en 2, waarbij de twee geribde verhogingen aan een onderste eind van het verbindingselement divergeren ten opzichte van elkaar.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 3, waarbij de geribde verhogingen gekarteld zijn met vertandingen tegen de inbrengrichting.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 toi 4, waarbij de geribde verhogingen voorzien zijn van een aangrenzend kanaal.
6. Werkwijze volgens voorgaande conclusie 5, waarbij elk kanaal voorzien is aan sen binnenzijde van een geribde verhoging.
© BE2020/5765
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, waarbij beide laterale oppervlakken voorzien zijn van de geribde verhogingen.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 7, waarbij de kleefstof sen expansieve lijm is.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 8, waarbij de kleefstof een polyurethaan (PUR) gebaseerde lijm is.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 9, waarbij het verbindingselement in hoofdzaak rechthoekig, elliptisch of wigvormig is, bi voorkeur waarbij het verbindingselement in hoofdzaak wigvormig is.
11.Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 10, waarbij het verbindingselement in hoofdzaak vervaardigd is uit één of meer van metaal, polymeer of kunstsiof en/of hout of houten composiet.
12.Werkwlize volgens één der voorgaande conclusies 1 toi 11, waarbij hel samenstel een hoekverbinding is en de werkwijze verder de slap omvat van het afschuinen van een uileinde van elk van de werkstukken, dusdanig dat de afgeschuinde uiteinden een in verstek op elkaar aansluitbaar verbindings- oppervlak vormen, bij voorkeur waarbij de werstukken laiten zijn.
13. Schrijnwerksamenstel omvattende sen eerste en tweede werkstuk, elk voorzien van een verbindingsoppervlak waaraan de werkstukken met elkaar verbonden zijn door een kleefstoï voorzien tussen de verbindingsoppervlakken; met het kenmerk, dat clk werkstuk aan het verbindingsoppervlak voorzien is van een freesgroeve, waarbij de freesgroeven aan elkaar zijn uitgelijnd wanneer de werkstukken verbonden zijn aan de verbindingsoppervlakken; waarbij de freesgroeven voorzien zijn van een klemmend verbindingselement dat volgens een inbrengrichting van het verbindingselement is ingebracht; waarbij het verbindingselement op sen lateraa! oppervlak voorzien Is van één of meer geribde verhogingen en waarbij de geribde verhogingen zich in hoofdzaak uitstrekken volgens de inbrengrichting van het verbindingselement.
14. Schrijnwerksamensiel volgens voorgaande conciusie 13 vervaardigd volgens een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 12.
15. Keukenconstructie zoals een sokkel of keukenkast, omvattende een samenstel vervaardigd volgens een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 12 en/of een samenstel volgens één der voorgaande conclusies 13 of 14.
BE20205765A 2020-10-29 2020-10-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen BE1028764B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205765A BE1028764B1 (nl) 2020-10-29 2020-10-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205765A BE1028764B1 (nl) 2020-10-29 2020-10-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028764A1 true BE1028764A1 (nl) 2022-05-23
BE1028764B1 BE1028764B1 (nl) 2022-05-31

Family

ID=73198063

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205765A BE1028764B1 (nl) 2020-10-29 2020-10-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028764B1 (nl)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1197786A (fr) * 1957-09-30 1959-12-02 Beauty Products Joint de liaison servant à réunir et à verrouiller ensemble deux organes sur leurs faces d'application mutuelle
GB2195000B (en) * 1986-07-10 1990-08-15 Intec Frame joint,and a method of jointing members incorporating a connecting tongue for the same
FR2809143B1 (fr) * 2000-05-18 2002-08-16 Delarbre Dispositif d'assemblage de panneaux de bois

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028764B1 (nl) 2022-05-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3991535A (en) Pressed-in dovetail type joint
US6519912B1 (en) Composite wood products
AU724982B2 (en) A flooring panel and/or flooring of such flooring panels and/or related methods
RU2608088C2 (ru) Внутренний слой, содержащий зигзагообразные древесные элементы, и многослойный композит, содержащий внутренний слой
EP0214430A2 (en) Wood-I beams and making of same
US20080302051A1 (en) Snap lock joint
CA2070905C (en) I-beam joint
US3480054A (en) Method of forming finger joints
US4974389A (en) Wooden structural member
US3477485A (en) Method for assembling wooden t and i beams
US6960277B2 (en) Laminated cross lumber and method of making same
BE1028764A1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een schrijnwerkersamenstel en samenstel hierdoor verkregen
CA1065116A (en) Fabricated wood beam
FR2718175A1 (fr) Poutre en bois dont l'âme est constituée d'un treillis.
WO2009020379A1 (en) Short grain plywood and method of manufacturing thereof
EP1404981B1 (en) Connecting element and joint
US3094747A (en) Spliced structural products and method of splicing
GB1572855A (en) Method of manufacturing laminated wood or laminated profiles
LV14754B (lv) Koksnes un koksnes materiālu savienošanas paņēmiens, izmantojot savienojošo elementu elastīgi plastisko deformāciju
RU2381338C2 (ru) Способ изготовления деревянного клееного строительного бруса
NL2015940B1 (en) Method of producing a framing member of alternate layers of structural members and insulating material interconnected by wooden dowels.
CN212899281U (zh) 一种通用型可重复拆装的家具构件榫卯连接结构
EP2398972A1 (de) Verfahren zur herstellung eines dreidimensionalen baukörpers
RU57191U1 (ru) Узел соединения (варианты)
US20060078704A1 (en) Interlocking waney edge glue system

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220531