NL1039179C2 - Hoekverbinding en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

Hoekverbinding en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

Terrein van de uitvinding 5

De uitvinding heeft betrekking op een hoekverbinding van profieldelen, in het bijzonder kunststof profieldelen die onderdeel uitmaken van een kozijn, deur of raam. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van zo een hoekverbinding.

10

Achtergrond van de uitvinding

Bekend zijn kunststof profieldelen die worden gebruikt voor het vervaardigen van kozijnen, deuren of ramen. Deze profieldelen omvatten doorgaans een aantal in de 15 lengterichting doorlopende kamers gevormd door wanden van een bepaalde dikte. Gewoonlijk een centrale kamer, waarin ter versterking een metalen profieldeel kan worden geschoven, en één of meer andere kamers, waarvan alle wanden samen de doorsnede van het profieldeel bepalen. Bij een kozijn hebben de profieldelen die de verticale stijlen en de horizontale bovendorpel vormen, veelal eenzelfde doorsnede, en het profieldeel dat de 20 onderdorpel vormt, een daarvan afwijkende doorsnede. Het verschil zit hem dan meestal in een, in verband met de afwatering, naar buiten schuin aflopende bovenzijde van de onderdorpel, terwijl de stijl en bovendorpel bijvoorbeeld worden gevormd door rechthoekige delen. De profieldelen kunnen echter bijvoorbeeld ook alle eenzelfde doorsnede hebben, met rechthoekige en/of niet-rechthoekige delen.

25

Voor het vormen van een kozijn, raam of deur, worden genoemde profieldelen in de hoeken van het kozijn, raam of deur verbonden middels lassen. Daartoe worden de te lassen uiteinden van de betrokken profieldelen dicht bij elkaar gebracht waarna een hete lasspiegel daartussen wordt geschoven. De te lassen eindvlakken worden tegen de 30 lasspiegel aangedrukt, totdat de kunststof plaatselijk smelt. Dan wordt de lasspiegel teruggetrokken en de te lassen eindvlakken tegen elkaar gedrukt waarbij een verbinding ontstaat.

1039179 2

Voor het maken van een sterke verbinding worden de te lassen eindvlakken in verstek, meestal onder 45°, gezaagd. Als de profieldelen eenzelfde doorsnede hebben, zullen de kamers in de hoekverbinding op elkaar aansluiten en een gesloten geheel vormen, hetgeen doorgaans wenselijk is in verband met de sterkte van het geheel, de warmte- en 5 geluidsisolatie, en het afsluiten van vocht. Als de profieldelen niet eenzelfde doorsnede hebben, zullen de contactvlakken moeten worden aangepast om toch een vormgesloten geheel te krijgen, bijvoorbeeld zoals beschreven in EP1605129A1. In het uiteindelijke kozijn, deur of raam zijn dan schuine, vanuit een binnenhoek naar een buitenhoek lopende, lasnaden te zien. Schuine lasnaden zijn zo min meer kenmerkend geworden voor een 10 kunststof kozijn, deur of raam.

Nu lopen de verbindingsnaden bij houten kozijnen doorgaans horizontaal of verticaal. Horizontale of verticale verbindingsnaden worden daarom gewoonlijk, bewust of onbewust, met een houten kozijn geassocieerd. In veel gevallen, bijvoorbeeld bij renovatie 15 of nieuwbouw in een meer klassieke stijl, wil men kunststof kozijnen plaatsen, maar dan wel met een “hout-look”, dat wil zeggen met de uitstraling van een houten kozijn. Men zou daartoe de schuine lasvlakken kunnen vervangen door horizontale of verticale lasvlakken, bijvoorbeeld een horizontaal lasvlak waarbij een onderuiteinde van een verticale stijl rust op een onderdorpel. Aan de buitenkant ziet men dan de gewenste horizontale of verticale 20 lasnaden. De verbindingen zijn dan echter doorgaans niet sterk genoeg, vooral omdat optredende schuifkrachten in de lasvlakken dan onvoldoende kunnen worden opgenomen. Ook sluiten de kamers in de verbindingen dan niet op elkaar aan.

Er is een aantal oplossingen voor het hierboven geschetste probleem bekend. Zo beschrijft 25 EP 1605129Al een hoekverbinding van twee profieldelen waarbij een schuine lasnaad wordt gepolijst, waarna een horizontale groef wordt aangebracht, om aldus een verbinding met een “hout-look” te verkrijgen. Na het aanbrengen van de groeven, zal het kozijn, althans dat gedeelte dat in het zicht blijft na montage, doorgaans moeten worden voorzien van een deklaag, hetgeen een kostprijsverhogende, ongewenste extra bewerking nodig 30 maakt. Indien de profieldelen al bij de productie zijn voorzien van een deklaag of bijvoorbeeld een afdekfolie, is deze werkwijze in elk geval niet geschikt omdat bij het aanbrengen van de groeven de deklaag of afdekfolie zou worden beschadigd.

3

In W09612863A1 wordt een hoekverbinding tussen twee profïeldelen beschreven waarbij een uitstekend deel of “flens” aan het uiteinde van het eerste profieldeel, en een daarmee corresponderende uitsparing in het uiteinde van het tweede profieldeel, worden aangebracht. Het grootste deel van de contactvlakken wordt in verstek gezaagd en gelast, 5 zodat een sterke verbinding wordt verkregen. Een relatief klein deel van het eerste profieldeel, de flens, loopt door tot aan de buitenrand van het kozijn. Zo wordt een horizontale of verticale naad verkregen en daarmee een verbinding met een “hout-look”. Doorgaans zal het open uiteinde van de flens, aan de buitenzijde van het kozijn, moeten worden afgedicht, bijvoorbeeld met een kapje of plug. Dat betekent weer een extra, 10 kostprijsverhogende, ongewenste bewerking.

In EP1726768B1 wordt voorgesteld de dikte van de flens kleiner of gelijk te maken aan de wanddikte van het betrokken profieldeel, zodat deze geen open uiteinde zal hebben en er dus geen afdichting nodig is. Nadeel is wel dat de flens dan dun is en dus zwak zal zijn, en 15 deze daarom in de meeste gevallen, bijvoorbeeld middels lijm, aan het andere profieldeel zal moeten worden gelijmd, hetgeen weer een extra, kostprijsverhogende, ongewenste bewerking betekent.

De onderhavige uitvinding nu, verschaft een oplossing welke zowel de voordelen van een 20 dikkere flens als ook het voordeel van het niet later hoeven afdichten van een open uiteinde daarvan, kent.

Samenvatting van de uitvinding 25

De uitvinding verschaft daartoe een hoekverbinding volgens conclusie 1 en een werkwijze volgens conclusie 5. Een dergelijke hoekverbinding heeft een “hout-look”. Het uitstekende deel is relatief sterk omdat het, behoudens het eerste eindbereik, een relatief grote dikte heeft. Toch is geen afdichting in de vorm van een kapje of plug nodig omdat het open 30 uiteinde van het uitstekende deel in de gegeven constructie wordt afgedekt door een gevormde “opstand” in het tweede profieldeel. Dat zal nader toegelicht worden in de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden. Daarbij maken de verstekvlakken bij 4 voorkeur een hoek van 45° met de lengterichtingen van de profieldelen, hetgeen productietechnisch eenvoudig is, en een sterke verbinding oplevert. Daarbij kan de doorsnede van het eerste profieldeel gelijk of ongelijk zijn aan de doorsnede van het tweede profieldeel. Zo kunnen meerdere typen kozijnen vervaardigd worden.

5

Met “gelijk”, “vormgesloten”, “passen”, “zich uitstrekken tot” en dergelijke, wordt in het kader van de uitvinding steeds bedoeld “ten minste in hoofdzaak gelijk”, “ten minste in hoofdzaak vormgesloten”, “ten minste in hoofdzaak passen”, “zich ten minste in hoofdzaak uitstrekken tot” enzovoorts, daarbij rekening houdend met de gebruikelijke 10 toleranties en vooral met de optredende vervormingen ten gevolge van het smelten tijdens het lassen. Met “vlak”, “zijde” en dergelijke, wordt in het kader van de uitvinding “omhullend vlak”, “omhullende zijde” enzovoorts bedoeld, als waren de profieldelen massief en de kamers daarin gevuld met materiaal.

15

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van de tekeningen. Daarin tonen: 20 - figuur la en lb een uiteinde van een eerste profieldeel respectievelijk een uiteinde van een tweede profieldeel, beide volgens de uitvinding bewerkt; en - figuur lc die profieldelen gelast in een hoekverbinding volgens de uitvinding; en figuur 2a en 2b een uiteinde van een derde profieldeel respectievelijk een uiteinde van een vierde profieldeel, beide volgens de uitvinding bewerkt; en 25 - figuur 2c die profieldelen gelast in een hoekverbinding volgens de uitvinding.

U itvoeringsvoorbeelden 30 Figuur la toont een einddeel van een eerste profieldeel (1) omvattende een eerste verstekvlak (11) dat zich over het grootste deel van de doorsnede uitstrekt, en een uitstekend deel of “flens” (12) met een dikte (D) groter dan de lokale wanddikte (A). De 5 flens is relatief sterk vanwege het resterende deel van de oorspronkelijk aanwezige wanden die nu versterkingsribben (15) vormen. In het uiteinde (E) van flens (12) is de dikte (d) kleiner, en wel gelijk of kleiner dan de lokale wanddikte (A). Figuur lb toont een einddeel van een tweede profieldeel (2) omvattende een tweede verstekvlak (21), en een uitsparing 5 (22) met een diepte (D’) gelijk aan de dikte (D) van de flens (12). In een uiteinde (E’) van de uitsparing (22) is de diepte (d’) kleiner, en wel gelijk aan de dikte (d) van het uiteinde (E) van de flens (12), zodat een opstaande rand of “opstand” (17) wordt gevormd.

Voor het vormen van een hoekverbinding tussen de twee profieldelen (1,2), worden de 10 twee verstekvlakken (11,21) verbonden middels lassen. De flens (12) komt dan in de uitsparing (12) te liggen en loopt dan door tot een buitenzijde (23) van het tweede profieldeel (2), zoals te zien in figuur lc. Van de buitenkant ziet men dan een naad (19) loodrecht op het tweede profieldeel (2) en in het verlengde van een binnenzijde (18) van het eerste profieldeel (1), hetgeen een houtverbinding suggereert. Het open uiteinde (16) 15 van de flens (12) wordt afgedekt door de in het tweede profieldeel (2) gevormde opstand (17). Een afdekkapje, plug, of andersoortige afdichting is dus niet nodig. De doorsneden van de profieldelen (1,2) zijn hier gelijk aan elkaar.

De uitvinding is ook toe te passen bij een hoekverbinding van profieldelen met onderling 20 verschillende doorsneden. Figuur 2a en figuur 2b tonen weer uiteinden van twee te verbinden profieldelen (3,4), en figuur 2c de uiteindelijke hoekverbinding. De doorsneden van de profieldelen (3,4) zijn hier niet gelijk aan elkaar: het eerste profieldeel (3) heeft een schuine zijde (20) die in het gemonteerde uiteindelijke kozijn de aflopende bovenkant van de onderdorpel vormt. Het uiteinde van het tweede profieldeel (4) is daarop aangepast, een 25 en ander zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.

Met de uitvinding kunnen kunststof kozijnen, ramen en deuren worden vervaardigd met een “hout-look” en met sterke hoekverbindingen, zonder de noodzaak van het lijmen van flenzen en/of het later afdichten van open uiteinden van flenzen. De profieldelen kunnen in 30 hun geheel, inclusief de flenzen en opstanden, worden vervaardigd uit een geschikt kunststof profiel, bijvoorbeeld op een computergestuurde freesmachine, om daarna gelast te worden. Verdere bewerkingen zijn dan niet nodig.

6

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de gegeven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de uitvinding allerlei varianten mogelijk zijn. Zo kan de uitvinding bijvoorbeeld, met de nodige aanpassingen, ook worden toegepast bij niet-rechte hoekverbindingen. Ook kan aan beide zijden van een kozijn met 5 uitstekende delen of flenzen worden gewerkt, zodat aan beide zijden een “hout-look” wordt verkregen. Ook kan de uitvinding met voordeel worden toegepast bij andere, bijvoorbeeld metalen, profieldelen. Een en ander zoals voor de hand zal liggen voor een gemiddelde deskundige.

1039179

Claims (8)

1. Hoekverbinding van profïeldelen (1,2;3,4), in het bijzonder kunststof profieldelen die onderdeel uitmaken van een kozijn, deur of raam, de hoekverbinding omvattende: 5. een einddeel van een eerste profieldeel (1,3) omvattende: - een eerste verstekvlak (11,31) dat zich over het grootste deel van het uiteinde van het eerste profiel uitstrekt; en een uitstekend deel (12,32) met een dikte (D) groter dan de lokale wanddikte (A); en 10. een einddeel van een tweede profieldeel (2) omvattende: - een tweede verstekvlak (21,41); en een uitsparing (22,42) met een diepte (D’) gelijk aan de dikte (D) van het uitstekende deel, waarbij: 15. het eerste verstekvlak en het tweede verstekvlak ten minste voor het grootste deel vormgesloten tegen elkaar liggen; - het uitstekende deel ten minste voor het grootste deel past in de uitsparing; en - het uitstekende deel zich uitstrekt tot een buitenzijde (23,43) van het tweede profieldeel, 20 met het kenmerk, dat: in een eerste eindbereik (E) van het uitstekende deel de dikte (d) van het uitstekende deel gelijk of kleiner is dan de lokale wanddikte (A); en in een tweede eindbereik (E’) van de uitsparing de diepte (d’) van de uitsparing gelijk is aan de dikte (d) van het uitstekende deel in het eerste eindbereik, 25 waarbij het eerste eindbereik en het tweede eindbereik ten minste deels ruimtelijk samenvallen.

2. Hoekverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste verstekvlak en het tweede verstekvlak een hoek van 45° maken met de lengterichtingen van de profieldelen.

3. Hoekverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorsnede van het eerste profieldeel (1) gelijk is aan de doorsnede van het tweede profieldeel (2). 1039179

4. Hoekverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorsnede van het eerste profieldeel (3) ongelijk is aan de doorsnede van het tweede profieldeel (4).

5. Werkwijze voor het vervaardigen van een hoekverbinding van profieldelen (1,2;3,4), in 5 het bijzonder kunststof profieldelen die onderdeel uitmaken van een kozijn, deur of raam, de hoekverbinding omvattende: - een einddeel van een eerste profieldeel (1,3) omvattende: een eerste verstekvlak (11,31) dat zich over het grootste deel van het uiteinde van het eerste profiel uitstrekt; en 10. een uitstekend deel (12,32) met een dikte (D) groter dan de lokale wanddikte (A); en - een einddeel van een tweede profieldeel (2,4) omvattende: - een tweede verstekvlak (21,41); en - een uitsparing (22,42) met een diepte (D’) gelijk aan de dikte (D) van het 15 uitstekende deel, waarbij: het eerste verstekvlak en het tweede verstekvlak ten minste voor het grootste deel vormgesloten tegen elkaar liggen; - het uitstekende deel ten minste voor het grootste deel past in de uitsparing; en 20. het uitstekende deel zich uitstrekt tot een buitenzijde (23,43) van het tweede profieldeel, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: - het uitstekende deel in een eerste eindbereik (E) een dikte (d) gelijk of kleiner dan de lokale wanddikte (A), geven; en 25. de uitsparing in een tweede eindbereik (E’) een diepte (d’) gelijk aan de dikte (d) van het uitstekende deel in het eerste eindbereik, geven, waarbij het eerste eindbereik en het tweede eindbereik ten minste deels ruimtelijk samenvallen.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het eerste verstekvlak en het 30 tweede verstekvlak worden aangebracht in een hoek van 45° met de lengterichting van het betreffende profieldeel.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat voor het eerste profieldeel (1) en tweede profieldeel (2) profieldelen met een gelijke doorsnede worden genomen.

8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat voor het eerste profieldeel (3) en tweede profieldeel (5) profieldelen met een ongelijke doorsnede worden 5 genomen. 1039179