NL1030504C1 - Geleidingsrollerzitting voor een koord van een raamafdekking. - Google Patents

Description

Geleidingsrollerzittine voor een koord van een raamafdekking 5

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een geleidingsrollerzitting voor een raamafdekking, zoals een jalouziescherm of iets dergelijks.

Een conventionele raamafdekking omvat een hoofdrail, een automatisch wikkelmechanisme welke bevestigd is op de hoofdrail, een afdeklichaam welke zich 10 uitstrekt van de hoofdrail, een bodemrail welke bevestigd is aan de bodem van het afdeklichaam en een koord welke zich uitstrekt tussen het automatische wikkelmechanisme en het afdeklichaam en aangedreven wordt door het automatische wikkelmechanisme voor het opvouwen of uitstrekken van het afdeklichaam. Het koord strekt zich echter direct buiten van de hoofdrail uit en is verbonden met het afdeklichaam, zodat 15 aan het koord gemakkelijk getrokken kan worden door een externe kracht. Wanneer de externe kracht niet gelijk verspreid is over het koord wordt het koord aan één zijde van de hoofdrail opwaarts getrokken terwijl het koord aan de andere zijde van de hoofdrail niet getrokken wordt door de externe kracht zodat het afdeklichaam snel schuin komt te staan.

20 Het hoofddoel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een gelei dingsrollerzitting voor het geleiden van een koord van een raamafdekking, welke het bovengenoemde probleem oplost.

De geleidingsrollerzitting volgens de uitvinding omvat een zittingslichaam; een veelvoud aan geleidingsrollers welke roteerbaar bevestigd zijn in het zittingsli-25 chaam voor het gebruiken van de geleidingsbeweging van een koord welke zich uitstrekt tussen een automatisch wikkelmechanisme en een afdeklichaam van een raamafdekking.

In één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de geleidingsrollerzitting opgesteld zijn in een tangentiële richting van het automatische wikkelmechanisme.

30 In één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de geleidingsrollerzit ting een veelvoud aan banen voor het bevestigen van de geleidingsrollers en is elk van de geleidingsrollers roterend verplaatsbaar in de respectievelijke baan. De baan van de 1030504 » ,.-) 2 geleidingsrollerzitting kan gericht zijn naar een richting loodrecht op, parallel met of onder een hoek ten opzichte van een horizontale as.

In één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt elk van de geleidings-rollers door een op het zittingslichaam bevestigde elastisch orgaan zodanig geduwd dat 5 in de normale staat elk van de geleidingsrollers gehouden wordt in een buitenste zijde van de respectievelijk baan.

In de tekeningen is:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de onderhavige uitvinding,

Figuur 2 een perspectivisch aanzicht van de onderhavige uitvinding, 10 Figuur 3 een perspectivisch explosie-aanzicht van figuur 2,

Figuur 4 een dwarsdoorsnedeaanzicht van figuur 2,

Figuur 5 een bovenaanzicht van figuur 2, j

Figuur 6 een dwarsdoorsnede-aanzicht van figuur 2 in werking, j

Figuur 7 een dwarsdoorsnede-aanzicht van een ander voorkeursuitvoering j 15 van de onderhavige uitvinding in werking,

Figuur 8 een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in werking en,

Figuur 9 een perspectivisch aanzicht van een conventionele raamafdekking.

20 Refererend aan figuur 1 omvat een raamafdekking van de onderhavige uit vinding een hoofdrail 1, een automatisch wikkelmechanisme 2 welke bevestigd is op de hoofdrail, een afdeklichaam 3 welke bevestigd is op en zich uitstrekt van de hoofdrail 1 en een koord 21 welke zich uitstrekt tussen het automatische wikkelmechanisme 2 en het afdekkingslichaam 3. Koord 21 wordt aangedreven door het automatische wikkel-25 mechanisme 2 voor het opvouwen of uitstrekken van het afdekkingslichaam 3.

Refererend aan de figuren 1 - 4 is een geleidingsrollerzitting 4 van de onderhavige uitvinding bevestigd op de hoofdrail 1 van de raamafdekking voor het geleiden van beweging van het koord 21. Geleidingsrollerzitting 4 omvat een zittingslichaam 41 welke bevestigd is in de hoofdrail 1 en een veelvoud aan geleidingsrollers 42 30 welke roteerbaar bevestigd zijn in het zittingslichaam 41 voor het geleiden van beweging van het koord 21. Koord 21 is ingeschoren door elk van de geleidingsrollers 42 en strekt zich buiten van het zittingslichaam 41 uit.

1 03050 4 3

Op deze wijze wordt koord 21 in een normale staat gehouden met een bepaalde spanning door een trekactie van de geleidingsrollers 42, zodat het koord 21 een bepaalde spanning heeft voor het tegenwerken van een ongelijkmatige externe kracht om de ongelijkmatige externe kracht naar een juiste richting te geleiden en daardoor te S voorkomen dat het koord 21 aan één zijde van de hoofdrail l excessievelijk ingetrokken of losgelaten wordt door de ongelijkmatige externe kracht.

Het koord 21 wordt dus getrokken door geleiding van de geleidingsrollers 42 om zo het afdekkingslichaam 3 soepel en gelijkmatig op te vouwen of uit te strekken, daardoor voorkomend dat het afdekkingslichaam 3 scheef komt te staan zodat het ÏO afdekkingslichaam 3 constant in een horizontale staat gehouden wordt gedurende de trekactie van het koord 21, waardoor voor een gebruiker het hanteren van het koord vereenvoudigd wordt en het uiterlijke voorkomen van het afdekkingslichaam 3 verbeterd wordt

Als alternatief kan de geleidingsrollerzitting 4 bevestigd zijn op een bodem-15 rail 5 van de raamafdekking voor het geleiden van beweging van het koord 21.

Refererend aan figuur 5 is de geleidingsrollerzitting 4 opgesteld in een tan-gentiële richting van het automatische wikkelmechanisme 2 en is het koord 21 ingeschoren door elk van de geleidingsrollers 42 in een tangentiële richting daarvan, waardoor voorkomen wordt dat het koord 21 naar links of naar rechts slipt ten opzichte van 20 de geleidingsrollers 42 zodat het koord 21 soepel bewogen wordt waardoor het voor een gebruiker het hanteren van het koord 21 vereenvoudigd wordt.

Refererend aan de figuren 3 en 6 heeft het zittingslichaam 41 een veelvoud aan banen 411 voor de bevestiging van de geleidingsrollers 42. De banen 411 zijn gericht naar verschillende richtingen. Elk van de geleidingsrollers 42 is roteerbaar ver-25 schuifbaar in de respectievelijke baan 411. Wanneer de positie van het koord 21 veranderd wordt door het automatische wikkelmechanisme 2 wordt elk van de geleidingsrollers 42 aangedreven door het koord 21 om in de respectievelijke baan 411 te bewegen, zodat het koord 21 soepel aangedreven wordt door het automatische wikkelmechanisme 2 door beweging van de geleidingsrollers 42 voor het voorkomen dat het koord 21 30 in de knoop raakt op het automatische wikkelmechanisme 2, waardoor hantering van het koord 21 vereenvoudigd wordt.

1 03050 4 m 4

Refererend aan figuur 3 en 7 zijn de banen 411 gericht naar een richting loodrecht op, parallel met of onder een hoek ten opzichte van een horizontale as. Daarnaast heeft elk van de banen 411 een lineair pad.

Refererend aan figuur 8 wordt elk van de rollers 42 zodanig geduwd door 5 een op het zittingslichaam 41 bevestigd elastisch orgaan 43 dat in een normale staat elk van de geleidingsrollers 42 gehouden wordt in een buitenste zijde van de respectievelijke baan 411. Dus wanneer het koord 21 een hogere spanning heeft wordt elk van de geleidingsrollers 42 bewogen richting een binnenste zijde van de respectievelijke baan 411 en wanneer het koord 21 een kleinere spanning heeft wordt elk van de geleidings-10 rollers 42 bewogen richting de buitenste zijde van de respectievelijke baan 411 door de herstellende kracht van het elastische orgaan 43, waardoor de werking van het automatische wikkelmechanisme 2 vereenvoudigd wordt. Daarnaast heeft één van de banen 411 een gekromd pad.

Een conventionele raamafdekking 6 getoond in figuur 9 omvat een hoof-15 drail 60, een automatisch wikkelmechanisme 62 welke bevestigd is op het hoofdrail 60, een afdekkingslichaam 64 welke zich uitstrekt van de hoofdrail 60, een bodemrail 68 welke bevestigd is aan de bodem van het afdekkingslichaam 64 en een koord 66 welke zich uitstrekt tussen het automatische wikkelmechanisme 62 en het afdekkingslichaam 64 en aangedreven wordt door het automatische wikkelmechanisme 62 voor het op-20 vouwen of uitstrekken van het afdekkingslichaam 64. Het koord 66 strekt zich echter direct naar buiten van de hoofdrail 60 en is verbonden met het afdekkingslichaam 64 zodat aan het koord 66 eenvoudig getrokken kan worden door een externe kracht Wanneer de externe kracht niet gelijkmatig verspreid is over het koord 66 wordt het koord 66 aan één zijde van de hoofdrail 60 opwaarts getrokken terwijl het koord 66 aan 25 de andere zijde van de hoofdrail 60 niet getrokken wordt door de externe kracht zodat het afdekkingslichaam 64 snel scheef komt te staan.

1 03050 4

Claims (7)

1. Geleidingsrollerzitting omvattende: een zittingslichaam (41); een veelvoud van geleidingsrollers (42) welke roteerbaar bevestigd zijn in het zittingslichaam om de geleidingsbeweging van een koord (21), welke zich uitstrekt tussen een automatisch 10 wikkelmechanisme (2) en een afdeklichaam van een raamaf- dekking, te gebruiken.

2. Geleidingsrollerzitting volgens conclusie 1 waarbij de geleidingsrollerzit ting opgesteld is in een tangentiële richting van het automatische windme- 15 chanisme.

3. Geleidingsrollerzitting volgens één van de conclusies 1 of 2, waarbij het zittingslichaam van de geleidingsrollerzitting omvat een veelvoud aan banen (411) voor het bevestigen van de geleidingsrollers en elk van de gelei- 20 dingsrollers roteerbaar verplaatsbaar is in de respectievelijke baan.

4 V *

4. Geleidingsrollerzitting volgens conclusie 3 waarbij de banen van de geleidingsrollerzitting gericht zijn naar een richting loodrecht op een horizontale as. 25

5. Geleidingsrollerzitting volgens conclusie 3, waarbij de banen van de geleidingsrollerzitting gericht zijn naar een richting parallel met een horizontale as.

6. Geleidingsrollerzitting volgens conclusie 3, waarbij de banen van de gelei dingsrollerzitting gericht zijn naar een richting onder een hoek ten opzichte van een horizontale as. 1 03050 4

7. Geleidingsrollerzitting volgens één van de conclusies 3 tot en met 6, waar bij elk van de geleidingsrollers zodanig geduwd wordt door een op het zit-tingslichaam bevestigde elastisch orgaan (43) dat in een normale staat elk van de geleidingsrollers gehouden wordt in een buitenste zijde van de res-5 pectievelijke baan. 1030504