NL1030310C2 - Belichtingseenheid en daarmee uitgeruste beeldweergave-inrichting van het projectietype. - Google Patents

Belichtingseenheid en daarmee uitgeruste beeldweergave-inrichting van het projectietype. Download PDF

Info

Publication number
NL1030310C2
NL1030310C2 NL1030310A NL1030310A NL1030310C2 NL 1030310 C2 NL1030310 C2 NL 1030310C2 NL 1030310 A NL1030310 A NL 1030310A NL 1030310 A NL1030310 A NL 1030310A NL 1030310 C2 NL1030310 C2 NL 1030310C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
light
image
prism
beams
exposure unit
Prior art date
Application number
NL1030310A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1030310A1 (nl
Inventor
Kye-Hoon Lee
Jong-Hoi Kim
Won-Yong Lee
Young-Chol Lee
Original Assignee
Samsung Electronics Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Samsung Electronics Co Ltd filed Critical Samsung Electronics Co Ltd
Publication of NL1030310A1 publication Critical patent/NL1030310A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030310C2 publication Critical patent/NL1030310C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B27/00Optical systems or apparatus not provided for by any of the groups G02B1/00 - G02B26/00, G02B30/00
    • G02B27/18Optical systems or apparatus not provided for by any of the groups G02B1/00 - G02B26/00, G02B30/00 for optical projection, e.g. combination of mirror and condenser and objective
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/12Picture reproducers
    • H04N9/31Projection devices for colour picture display, e.g. using electronic spatial light modulators [ESLM]
    • H04N9/3141Constructional details thereof
    • H04N9/315Modulator illumination systems
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03BAPPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
    • G03B21/00Projectors or projection-type viewers; Accessories therefor
    • G03B21/14Details
    • G03B21/20Lamp housings
    • G03B21/2006Lamp housings characterised by the light source
    • G03B21/2013Plural light sources
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03BAPPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
    • G03B21/00Projectors or projection-type viewers; Accessories therefor
    • G03B21/14Details
    • G03B21/20Lamp housings
    • G03B21/208Homogenising, shaping of the illumination light
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03BAPPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
    • G03B33/00Colour photography, other than mere exposure or projection of a colour film
    • G03B33/06Colour photography, other than mere exposure or projection of a colour film by additive-colour projection apparatus

Description

Titel: Belichtingseenheid en daarmee uit geruste beeldweergave - inrichting van het projectietype.
VERWIJZING NAAR AANVERWANTE AANVRAGEN
[0001] Deze aanvrage roept de prioriteit in van de Koreaanse aanvrage 10-2004-98362, die is ingediend op 27 november 2004 bij het Koreaans 5 Bureau voor de Industriële Eigendom en waarvan de inhoud hierin in zijn geheel is opgenomen door referentie.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
10 1. Toepassingsgebied van de uitvinding
[0002] De onderhavige algemene uitvindingsgedachte heeft betrekking op een belichtingseenheid voor het uitzenden van licht en een hiervan gebruikmakende beeldweergave-inrichting van het projectietype, en meer in 15 het bijzonder op een belichtingseenheid met een verbeterd prisma, dat licht samenvoegt dat is uitgezonden door een compacte lichtbron, en op een beeldweergave-inrichting van het projectietype, die gebruik maakt van de belichtingseenheid.
20 2. Beschrijving van de aanverwante stand van de techniek
[0003] In het algemeen omvatten belichtingseenheden een lichtbron die licht uitzendt in een bepaalde richting en een belichtingsoptisch systeem dat het door de lichtbron uitgezonden licht doorlaat. De belichtingseenheden 25 worden allen toegepast in beeldweergave-inrichtingen van het projectietype, die een beeld realiseren onder gebruikmaking van een beeldvormend 1030310 i 2 apparaat (bijvoorbeeld een liquid crystal display (LCD) apparaat of een digitaal microspiegelapparaat (DMD)) dat geen licht kan uitzenden.
[0004] In de afgelopen jaren zijn belichtingseenheden en beeldweergave-inrichtingen van het projectietype ontwikkeld, die gebruik maken van een 5 klein lichtuitzendend apparaat, zoals een lichtuitzendende diode of een laserdiode als lichtbron.
[0005] Aangezien kleine lichtuitzendende apparaten lichtbundels kunnen uitzenden met rode, blauwe en groene golflengte, hebben enkelpaneels kleurenbeeldweergave-inrichtingen van het projectietype, die gebruikmaken 10 van de kleine lichtuitzendende apparaten, geen additioneel kleurenwiel nodig voor het verkrijgen van een kleurenbeeld. Echter, om verscheidene kleurenlichtbundels te kunnen uitzenden, is een veelvoud kleine lichtuitzendende apparaten nodig, alsmede een constructie voor het samenvoegen van de verscheidene kleurenbundels.
15 [0006] Onder verwijzing naar figuur 1 omvat een conventionele belichtingseenheid eerste, tweede en derde LED lichtbronnen 11, 12 en 13, die zijn opgesteld op verschillende posities en respectievelijk bundels uitzenden van rode, blauwe en groene golflengte, en een trichroïsch prisma 20 dat de door de eerste, tweede en derde LED lichtbronnen 11, 12 en 13 20 uitgezonden bundels voortplant langs dezelfde baan.
[0007] Het trichroïsche prisma 20 omvat eerste, tweede en derde prisma's Pi, P2 en P3, een eerste kleurenfilter 21 dat is opgesteld tussen het eerste prisma Pi en het derde prisma P3, en een tweede kleurenfilter 25 dat is opgesteld tussen het tweede prisma P2 en het derde prisma P3. Het eerste en 25 tweede kleurenfilter 21 en 25 laten invallend licht selectief door of reflecteren dit, op grond van een golflengte van het invallend licht. Het eerste kleurenfilter 21 reflecteert bijvoorbeeld een eerste bundel R van een rode golflengte en laat een tweede bundel G van een groene golflengte en een derde bundel B van een blauwe golflengte door. Het tweede 1030310 3 kleurenfilter 25 reflecteert de derde bundel B en laat de eerste en tweede bundels R en G door.
[0008] Bijgevolg wordt de eerste bundel R, die invalt op een uittree-oppervlak 20a van het eerste prisma Pi vanaf de eerste LED lichtbron 11 5 volledig intern gereflecteerd volgens het principe van de kritische hoek totaalreflectie, teneinde richting het eerste kleurenfilter 21 te worden geleid. De eerste bundel R wordt door het eerste kleurenfilter 21 gereflecteerd en vervolgens door het uittree-oppervlak 20 van het eerste prisma Pi geleid. De tweede bundel G wordt achtereenvolgens door het 10 eerste en tweede kleurenfilter 25 en 21 geleid en plant zich langs dezelfde baan voort als de eerste bundel R. De derde bundel B wordt volledig gereflecteerd volgens het principe van de kritische hoek totaalreflectie, door een oppervlak 20b van het derde prisma P3 dat naar het eerste prisma Pi is gekeerd, teneinde richting het tweede kleurenfilter 25 te worden geleid, 15 wordt gereflecteerd door het tweede kleurenfilter 25, wordt doorgelaten door de eerste en derde prisma's Pi en P3 en plant zich vervolgens voort langs dezelfde baan als de eerste en tweede bundels R en G. Aldus worden de eerste, tweede en derde bundel R, G en B, welke zijn uitgezonden door respectievelijk de eerste, tweede en derde LED lichtbron 11, 12 en 13 die op 20 verschillende posities zijn opgesteld, samengevoegd, teneinde zich langs dezelfde baan voort te planten.
[0009] Daarbij zijn het eerste prisma Pi en het derde prisma P3 op een vooraf bepaalde afstand van elkaar geplaatst om daartussen een luchtspleet Gair te vormen, ten behoeve van de totale reflectie van de derde bundel B op 25 het oppervlak 20b van het derde prisma P3. Dat wil zeggen, teneinde kritische hoek totaalreflectie te bewerkstelligen dient er een verschil in brekingsindex te zijn tussen het derde prisma P3 en een omringend medium, alsmede een hoek tussen het oppervlak 20b van het derde prisma P3 en de derde bundel B.
1030310 4
[0010] Dientengevolge is een optische opstelling van het trichroïsche prisma 20 moeilijk te realiseren wanneer de door de veelvoud van lichtbronnen uitgezonden bundels worden samengevoegd onder gebruikmaking van het trichroïsche prisma 20.
5 [0011] Wanneer de bundels worden samengevoegd onder gebruikmaking van het trichroïsche prisma 20 is het vanwege de optische opstelling van het trichroïsche prisma 20 voorts moeilijk om additionele lichtbronnen te gebruiken voor het uitzenden van andere lichtbundels dan de rode, blauwe en groene lichtbundel, bijvoorbeeld gele, magenta en cyaan bundels. Bij 10 gevolg is het toelaatbare kleurengamma bij de conventionele belichtingseenheid beperkt.
[0012] Aangezien een beeldweergave-inrichting van het projectietype, die gebruik maakt van de conventionele belichtingseenheid een beeld creëert door de drie kleurenbundels te combineren, is het dus moeilijk om 15 lichtbronnen te gebruiken voor het uitzenden van vier of meer kleurenbundels, vanwege de beperkingen van de conventionele belichtingseenheid.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
20
[0013] De onderhavige algemene uitvindingsgedachte verschaft een belichtingseenheid met een verbeterd kleurensamenvoegend prisma, dat een uitgebreide kleurengamma biedt, alsmede een beeldweergave-inrichting van het projectietype, die gebruikmaakt van de belichtingseenheid.
25 [0014] Additionele aspecten van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte zullen gedeeltelijk in de hiernavolgende beschrijving worden uiteengezet en zullen gedeeltelijk blijken uit de beschrijving of kunnen worden achterhaald door de algemene uitvindingsgedachte uit te voeren.
1030310 5
[0015] De voorgaande en/of andere aspecten van de onderhavige uitvinding worden bereikt door een belichtingseenheid te verschaffen die eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden omvat voor het uitzenden van eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels met verschillende 5 golflengtebanden, en een zesvlakkig kleurensamenvoegend prisma voor het samenvoegen van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels die zijn uitgezonden door de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden, teneinde de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels voort te planten langs dezelfde baan. Het kleurensamenvoegingsprisma omvat eerste en 10 tweede intree-oppervlakken, welke tegenover elkaar zijn gelegen en zijn ingericht om de eerste, respectievelijk tweede lichtbundel daardoor te laten invallen, een derde intree-oppervlak dat naast het eerste en tweede intree-oppervlak is opgesteld en is ingericht om de derde lichtbundel daardoor te laten invallen, een vierde intree-oppervlak, opgesteld naast het eerste, 15 tweede en derde intree-oppervlak en ingericht om de vierde lichtbundel daardoor te laten invallen, een uittree-oppervlak dat is opgesteld naast het eerste, tweede en vierde intree-oppervlak, tegenover het derde intree-oppervlak en ingericht om de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels door te laten, een eerste dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de 20 eerste lichtbundel, welke invalt door het eerste intree-oppervlak richting het uittree-oppervlak, en voor het doorlaten van de tweede, derde en vierde lichtbundel, een tweede dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de tweede lichtbundel, welke door het tweede intree-oppervlak invalt richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste, derde en vierde 25 lichtbundels en een derde dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de vierde lichtbundel die door het vierde intree-oppervlak invalt richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste, tweede en derde lichtbundels.
[0016] De voorgaande en/of andere aspecten van de onderhavige algemene 30 uitvindingsgedachte worden ook bereikt door een belichtingseenheid te 1 0 3 0 3 1 0 6 verschaffen, omvattende een zesvlakkig prisma, eerste, tweede, derde en vierde lichtuitzendende eenheden, elk opgesteld bij een ander buitenoppervlak van het zesvlakkige prisma, voor het uitzenden van licht met eerste, tweede, derde en vierde vooraf bepaalde golflengten in het 5 zesvlakkige prisma, en een veelvoud van dichroïsche spiegels, opgesteld in het zesvlakkige prisma voor het reflecteren en doorlaten van het licht dat door de eerste, tweede, derde en vierde lichtuitzendende eenheden wordt uitgezonden, volgens de eerste, tweede, derde en vierde vooraf bepaalde golflengten, teneinde het door de eerste, tweede, derde en vierde 10 lichtuitzendende eenheden uitgezonden licht vanuit het zesvlakkige prisma uit te voeren langs een gemeenschappelijke lichtbaan.
[0017] De voorgaande en/of andere aspecten van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte worden tevens bereikt door een belichtingseenheid te verschaffen, omvattende vier of meer lichtuitzendende eenheden voor het 15 uitzenden van lichtbundels met verschillende vooraf bepaalde golflengten, en een kleurensamenvoegingseenheid, omvattende een veelvoud van prisma's die zodanig zijn opgesteld dat zij een hexaëder vormen, voor het daarin ontvangen van de door de lichtuitzendende eenheden uitgezonden lichtbundels en voor het reflecteren en doorlaten van de lichtbundels, 20 teneinde de lichtbundels langs dezelfde baan ten opzichte van elkaar uit te voeren.
[0018] De voorgaande en/of andere aspecten van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte worden ook bereikt door een beeldweergave-inrichting van het projectietype te verschaffen, voorzien van een belichtingseenheid, 25 omvattende eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden voor het uitzenden van eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels met verschillende golflengtebanden en een zesvlakkig kleurensamenvoegend prisma voor het samenvoegen van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels, die zijn uitgezonden vanaf de eerste, tweede, derde en vierde 30 lichtbroneenheden, teneinde de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels 1030310 7 langs dezelfde baan voort te planten, een beeldvormend apparaat voor het creëren van een beeld dat correspondeert met een ingangsbeeldsignaal van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels die zijn voortgeplant vanaf de belichtingseenheid, een scherm, en een projectielens eenheid, voor het 5 vergroten en projecteren van het door het beeldvormende apparaat gecreëerde beeld op het scherm.
[0019] De voorgaande en/of andere aspecten van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte worden tevens bereikt door een beeldweergave inrichting van het projectietype te verschaffen, voorzien van een 10 belichtingseenheid, omvattende een veelvoud lichtbronnen voor het uitzenden van lichtbundels met een veelvoud vooraf bepaalde golflengten, en een zesvlakkig samenvoegend prima, voor het daarin ontvangen van de door de veelvoud lichtbronnen uitgezonden lichtbundels, door een veelvoud buitenoppervlakken van het prisma en voor het samenvoegen van de 15 ontvangen lichtbundels, teneinde de lichtbundels langs een vooraf bepaalde baan uit te voeren en een weergave-apparaat voor het weergeven van een beeld dat correspondeert met de lichtbundels, welke zijn uitgevoerd door het zesvlakkige samenvoegende prisma langs de vooraf bepaalde baan.
20 KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
[0020] Deze en/of andere aspecten en voordelen van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte zullen duidelijk en eenvoudiger gewaardeerd worden door de volgende beschrijving van de uitvoeringsvormen, gezien in 25 samenhang met de bijbehorende figuren waarin:
[0021] Figuur 1 een schematisch zicht betreft dat een optische opstelling toont van een conventionele belichtingseenheid;
[0022] figuur 2 een schematisch perspectivisch zicht is, dat een optische opstelling toont van een belichtingseenheid volgens een uitvoeringsvorm 30 van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte; 1030310 ; 8
[0023] figuur 3 een uiteengenomen perspectivisch zicht is, dat een kleurenscheidend prisma toont uit de belichtingseenheid van figuur 2;
[0024] figuur 4 een vooraanzicht is, dat de belichtingseenheid uit figuur 2 toont; 5 [0025] figuur 5 een zijaanzicht is, dat de belichtingseenheid uit figuur 2 toont;
[0026] figuren 6-8 grafieken zijn, die respectievelijk reflecterend vermogen versus golflengte tonen van eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels van de belichtingseenheid uit figuur 2; 10 [0027] figuur 9 een perspectivisch zicht is, dat een lichtbroneenheid toont van de belichtingseenheid uit figuur 2;
[0028] figuur 10 een zijaanzicht is, dat de lichtbroneenheid uit de belichtingseenheid van figuur 2 toont;
[0029] figuur 11 een grafiek is, die een kleurengamma toont van licht dat 15 is samengevoegd door de belichtingseenheid van figuur 2;
[0030] figuur 12 een schematisch perspectivisch zicht is, dat een optische opstelling toont van een belichtingseenheid volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte;
[0031] figuur 13 een schematisch zicht is, dat een optische opstelling toont 20 van een beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvindingsgedachte;
[0032] figuur 14 een schematisch zicht is, dat een optische opstelling toont van een beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte; en 25 [0033] figuur 15 een schematisch zicht is, dat een optische opstelling toont van een beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte.
1030310 9
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN
[0034] Nu zal gedetailleerd worden verwezen naar de uitvoeringsvormen 5 van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte, waarvan voorbeelden zijn getoond in de bijgaande figuren, waarbij overeenkomende verwijzingscijfers steeds verwijzen naar overeenkomende onderdelen. Teneinde de onderhavige algemene uitvindingsgedachte toe te lichten, zullen de uitvoeringsvormen hieronder worden beschreven, onder verwijzing 10 naar de figuren.
[0035] Figuren 2-5 tonen een belichtingseenheid volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte. Verwijzend naar figuren 2-5 omvat de belichtingseenheid een lichtbroneenheid 100 voorzien van een veelvoud lichtbroneenheden 110, 15 120, 130 en 140 voor het uitzenden van lichtbundels van verschillende golflengtebanden en een kleurensamenvoegend prisma 200 voor het samenvoegen van de lichtbundels die door de lichtbroneenheid 100 zijn uitgezonden, voor het voortplanten van de lichtbundels langs dezelfde baan ten opzichte van elkaar.
20 [0036] In de onderhavige uitvoeringsvorm is de lichtbroneenheid 100 verdeeld in eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden 110, 120, 130 en 140, welke zijn opgesteld op verschillende posities en welke lichtbundels uitzenden met verschillende golflengten. De eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden 110, 120, 130 en 140 zenden respectievelijk eerste, 25 tweede, derde en vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 uit met blauwe, rode, groene en cyaan golflengtebanden.
[0037] Het kleurensamenvoegende prisma 200 voegt de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 samen, teneinde de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 ten opzichte van elkaar 30 voort te planten langs dezelfde baan. Het kleurensamenvoegende prisma 1 0 3 0 3 1 0 10 200 heeft een zesvlakkige vorm, zoals bijvoorbeeld een standaard hexaëder vorm. Het kleurensamenvoegende prisma 200 is voorts een combinatie van acht prisma's, als getoond in figuur 3, waarin eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels 271, 273 en 275 kunnen worden geplaatst.
5 [0038] Vier van de zes oppervlakken die het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200 definiëren worden gebruikt als eerste, tweede, derde en vierde intree-oppervlak 210, 220, 230 en 240 en één van de zes oppervlakken wordt gebruikt als een uittree-oppervlak 260. De eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels 271, 273 en 275 zijn binnen in het 10 kleurensamenvoegende prisma 200 gevormd, teneinde de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 te reflecteren of door te laten, welke lichtbundels respectievelijk in het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200 worden gezonden door de eerste, tweede, derde en vierde intree-oppervlakken 210, 220, 230 en 240, zodanig dat de eerste, tweede, derde en 15 vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 uit het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200 worden gezonden door het uittree-oppervlak 260.
[0039] Zoals getoond in figuren 2, 4 en 5 laat het eerste intree-oppervlak 210 van het kleurensamenvoegende prisma 200 toe dat de eerste lichtbundel 20 Lu daar doorheen invalt. Het tweede intree-oppervlak 220 van het kleurensamenvoegende prisma 200 betreft een oppervlak dat naar het eerste intree-oppervlak 210 is gekeerd en op afstand daarvan is gelegen, en dat toelaat dat de tweede lichtbundel L2 daardoorheen invalt. Het derde intree-oppervlak 230 van het kleurensamenvoegende prisma 200 is een 25 oppervlak naast het eerste en tweede intree-oppervlak 210 en 220 en laat toe dat de derde lichtbundel L3 daardoorheen invalt. Het vierde intree-oppervlak 240 van het kleurensamenvoegende prisma 200 is een oppervlak naast het eerste, tweede en derde intree-oppervlak 210, 220 en 230 en laat toe dat de vierde lichtbundel L4 daardoorheen invalt.
1030310_ 11
[0040] Het uittree-oppervlak 260 van het kleurensamenvoegende prisma 200 betreft een oppervlak naast het eerste, tweede en vierde intree-oppervlak 210, 220 en 240 en gelegen tegenover het derde intree-oppervlak 230, en laat toe dat de eerste, tweede, derde en vierde bundels Li, L2, L3 en 5 L.4 daardoorheen worden gezonden.
[0041] De eerste dichroïsche spiegel 271 reflecteert de eerste lichtbundel Li die daarop valt vanaf het eerste intree-oppervlak 210 richting het uittree-oppervlak 260 en laat de tweede, derde en vierde lichtbundels L2, L3 en L4 door. Dientengevolge omvat de eerste dichroïsche spiegel 271 een oppervlak 10 voor het reflecteren van de eerste lichtbundel Li, gevormd op een eerste diagonale doorsnede van het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200, welke zich hellend uitstrekt ten opzichte van het eerste intree-oppervlak 210 en het uittree-oppervlak 260.
[0042] Figuur 6 is een grafiek, die het reflectievermogen van de eerste 15 dichroïsche spiegel 271 toont met betrekking tot een golflengte van een daarop vallende lichtbundel. Verwijzend naar figuur 6 is de eerste dichroïsche spiegel 271 voorzien van een kleurcoating, teneinde een lichtbundel met een golflengte die langer is dan een eerste vooraf bepaalde golflengte tussen een blauwe golflengte en een cyaan golflengte door te laten 20 en een lichtbundel met een golflengte korter dan de eerste vooraf bepaalde golflengte te reflecteren. Bijgevolg reflecteert de eerste dichroïsche spiegel 271 de eerste lichtbundel Li met de blauwe golflengte van ongeveer 460 nm en laat de tweede, derde en vierde bundels L2, L3 en L4 met de rode, groene en cyaan golflengten, die langer zijn dan de blauwe golflengte, door.
25 [0043] De tweede dichroïsche spiegel 273 is voorzien van een kleurcoating om de tweede lichtbundel L2, die daarop valt door het tweede intree-oppervlak 220, te reflecteren richting het uittree-oppervlak 260 en de eerste, derde en vierde bundels Li, L3 en L4 door te laten. Dienovereenkomstig omvat de tweede dichroïsche spiegel 273 een oppervlak voor het reflecteren 30 van de tweede bundel L2, gevormd op een tweede diagonale doorsnede van 1030310 12 het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200, dat zich hellend uitstrekt ten opzicht van het tweede intree-oppervlak 220 en het uittree-oppervlak 260.
[0044] Figuur 7 is een grafiek die het reflectievermogen toont van de 5 tweede dichroïsche spiegel 273 met betrekking tot een golflengte van een daarop vallende lichtbundel. Verwijzend naar figuur 7 reflecteert de tweede dichroïsche spiegel 273 een lichtbundel met een golflengte langer dan een tweede vooraf bepaalde golflengte, tussen een groene golflengte en een rode golflengte, en laat een lichtbundel door met een golflengte die korter is dan 10 de tweede vooraf bepaalde golflengte. Bijgevolg reflecteert de tweede dichroïsche spiegel 273 de tweede lichtbundel L2 met de rode golflengte van ongeveer 630 nm en laat de eerste, derde en vierde bundels Li, L3 en L4 door met de blauwe, groene en cyaan golflengten, die korter zijn dan de rode golflengte.
15 [0045] De derde dichroïsche spiegel 275 is voorzien van een kleurcoating om de vierde bundel L4 die daarop valt door het vierde intree-oppervlak 240 te reflecteren richting het uittree-oppervlak 260 en de eerste, tweede en derde bundels Li, L2 en L3 door te laten. Dienovereenkomstig omvat de derde dichroïsche spiegel 275 een oppervlak voor het reflecteren van de 20 vierde bundel L4, gevormd op een derde diagonale doorsnede van het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200, welke zich hellend uitstrekt ten opzichte van het vierde intree-oppervlak 240 en het uittree-oppervlak 260.
[0046] Figuur 8 is een grafiek, die het reflectievermogen toont van de 25 derde dichroïsche spiegel 275 met betrekking tot een golflengte van een daarop invallende lichtbundel. Verwijzend naar figuur 8 reflecteert de derde dichroïsche spiegel 275 een lichtbundel met een derde vooraf bepaalde golflengte tussen een blauwe golflengte en een groene golflengte en laat een lichtbundel door die korter of langer is dan de derde vooraf bepaalde 30 golflengte. Dat wil zeggen, de derde dichroïsche spiegel 275 reflecteert de 1030310_ 13 vierde lichtbundel L4 met de cyaan golflengte van ongeveer 500 nm en laat de eerste, tweede en derde bundels Li, Lz en L3 van de blauwe, rode en groene golflengten door, die verschillen van de cyaan golflengte.
[0047] Elk van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbronnen 110, 120, 5 130 en 140 omvat één of meerdere optische modules 150, zoals getoond in figuren 9 en 10.
[0048] Verwijzend naar figuren 9 en 10 omvat de optische module 150 een collimator 160 met een reflecterend oppervlak en een lichtbron 170 voor het uitzenden van een lichtbundel met een vooraf bepaalde golflengte. De 10 collimator 160 kan een eerste reflecterend oppervlak 161 omvatten met een parabolische vorm en een glazen staaf 165 met een rechthoekige doorsnede. De lichtbron 170 kan een compacte lichtbron zijn, die ten minste één lichtuitzendende diode (LED) of een laserdiode omvat. Een lichtuitzendend deel van de lichtbron 170 is opgesteld bij of in de buurt van een brandpunt F 15 van het eerste reflecterende oppervlak 161. Het eerste reflecterende oppervlak 161 kan worden gevormd door een deel van de glazen staaf 165 te bewerken tot een parabolische vorm en een oppervlak van het parabolische deel van de glazen staaf 165 reflecterend te coaten. De collimator 160 kan verder een tweede reflecterend oppervlak 163 omvatten, dat is gevormd door 20 reflecterend coaten van gebieden die naar het eerste reflecterende oppervlak 161 zijn gekeerd, met uitzondering van een gebied G, waardoor lichtbundels worden doorgelaten die rechtstreeks zijn uitgezonden vanaf de lichtbron 170.
[0049] Bijgevolg worden lichtbundels van de lichtbundels die worden 25 uitgezonden vanaf de lichtbron 170 en die zijn gelegen binnen een vooraf bepaald stralingshoekbereik, gereflecteerd door het eerste reflectieve oppervlak 161 en vervolgens getransformeerd in parallelle bundels. Aangezien het lichtuitzendende deel van de lichtbron 170 niet een punt is, maar een vooraf bepaald oppervlak heeft, kan niet het gehele 30 lichtuitzendende deel worden opgesteld in het brandpunt F van het eerste 1030310 14 reflecterende oppervlak 161. Bijgevolg plant een deel van de lichtbundels, dat wordt uitgezonden vanaf de lichtbron 170 en wordt gereflecteerd door het eerste reflecterende oppervlak 161, zich voort richting het tweede reflecterende oppervlak 163. Het tweede reflecterende oppervlak 163 5 reflecteert de daarop vallende lichtbundels richting een uittree-oppervlak van het licht 167. Aangezien de optische module 150 volgens de onderhavige uitvoeringsvorm de lichtbundels die vanaf de lichtbron 170 worden uitgezonden collimeert onder gebruikmaking van een eerste reflecterend oppervlak 161 in plaats van een lens, kan inefficiëntie als gevolg van 10 beperkingen worden vermeden, zoals etendue, dat wordt veroorzaakt wanneer de lens wordt gebruikt.
[0050] Ofschoon de collimator 160 in de onderhavige uitvoeringsvorm gebruik maakt van de glazen staaf 165, is de onderhavige algemene uitvndingsgedachte niet daartoe beperkt. Een reflecterend oppervlak met 15 een parabolische vorm kan worden gevormd op een zijde van een holle lichttunnel in plaats van de glazen staaf 165 en het reflecterende oppervlak kan worden gevormd door interne reflectie.
[0051] Voorts kan elk van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden 110, 120, 130 en 140 van de belichtingseenheid een reeks 20 optische modules 150 omvatten, zoals getoond in figuur 2. In dit geval zenden de reeksen optische modules 150 van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden 110, 120, 130 en 140 respectievelijk lichtbundels uit met blauwe, rode, groene en cyaan golflengten. Dienovereenkomstig kunnen, als de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden 110, 120, 25 130 en 140 tegelijkertijd of achtereenvolgens worden aangestuurd, de lichtbundels met de blauwe, rode, groene en cyaan golflengten worden uitgezonden en kunnen alle lichtkleuren verkregen door combinatie daarvan eveneens worden uitgezonden. Hierdoor kan, indien de belichtingseenheid wordt toegepast in een beeldweergave-inrichting van het projectietype, de 1 0 3 0 3 1 0 15 beeldweergave-inrichting van het projectietype kleurenlicht uitzenden zonder gebruikmaking van een kleurenwiel.
[0052] Aangezien de belichtingseenheid van de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 het zesvlakkige kleurensamenvoegende prisma 200 omvat en de 5 eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels 271, 273 en 275 binnen in het kleurensamenvoegende prisma 200, zoals hierboven beschreven, kan de belichtingseenheid gebruik maken van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden 110, 120, 130 en 140 voor het uitzenden van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 met verschillende 10 golflengtebanden, waardoor een kleurengamma groter wordt.
[0053] Ofschoon de eerste, tweede, derde en vierde bundels Li, L2, L3 en L4 in de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 zijn getoond als omvattende respectievelijk de blauwe, rode, groene en cyaan golflengten, is de onderhavige algemene uitvindingsgedachte niet daartoe beperkt. Dat wil 15 zeggen, diverse wijzigingen kunnen worden aangebracht door de opstellingen van de eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels 271, 273 en 275 te veranderen.
[0054] Figuur 11 is een grafiek, die een kleurengamma toont van licht dat is samengevoegd door de belichtingseenheid uit figuur 2. Onder verwijzing 20 naar figuur 11 zendt een conventionele belichtingseenheid drie bundels uit met rode, blauwe en groene golflengten en zendt de belichtingseenheid volgens figuur 2 vier bundels uit met rode, blauwe, groene en cyaan golflengten. Vergeleken met elkaar heeft de belichtingseenheid volgens figuur 2 een breder kleurengamma dan de conventionele belichtingseenheid. 25 [0055] Figuur 12 toont een belichtingseenheid volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte. Verwijzend naar figuur 12 omvat de belichtingseenheid een lichtbroneenheid 100', voorzien van een veelvoud lichtbroneenheden 110, 120, 130 en 170, voor het uitzenden van lichtbundels met verschillende 30 golflengtebanden en een kleurensamenvoegend prisma 200' voor het 1 0 5 0 3 1 0 16 samenvoegen van de lichtbundels die door de lichtbroneenheid 100' zijn uitgezonden, teneinde de bcbtbundels voort te planten langs dezelfde baan ten opzichte van elkaar.
[0056] De belichtingseenheid volgens de uitvoeringsvorm uit figuur 12 is 5 vergebjkbaar met de belichtingseenheid volgens de uitvoeringsvorm uit figuur 2, behalve dat de lichtbroneenheid 100' van de belichtingseenheid uit figuur 12 voorts een vijfde lichtbroneenheid 170 omvat voor het uitzenden van een vijfde lichtbundel Ls, en dat het kleurensamenvoegende prisma 200' van de belichtingseenheid uit figuur 12 verder een vijfde intree-oppervlak 10 250 omvat waardoor de vijfde lichtbundel Ls naar binnen valt en een vierde dichroïsche spiegel 277. Bijgevolg verschaft de belichtingseenheid uit figuur 12 een breder kleurengamma dan de belichtingseenheid uit figuur 2.
[0057] De vijfde lichtbundel Ls die wordt uitgezonden door de vijfde lichtbroneenheid 170, is een lichtbundel met een golflengte die verschilt van 15 die van de eerste, tweede, derde en vierde bundels Li, L2, L3 en L4. De vijfde lichtbundel Ls kan bijvoorbeeld een magenta bundel zijn. Het vijfde intree-oppervlak 250 waardoor de vijfde lichtbundel Ls invalt, ligt naast het eerste, tweede en derde intree-oppervlak 210, 220 en 230 en het uittree-oppervlak 260 en is tegenover het vierde intree-oppervlak 240 gelegen. De vierde 20 dichroïsche spiegel 277 is voorzien van een kleurcoating teneinde de vijfde lichtbundel Ls, die door het vijfde intree-oppervlak 250 invalt te reflecteren richting het uittree-oppervlak 260 en de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels Li, L2, L3 en L4 door te laten. Bijgevolg worden de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lichtbundels Li, L2, L3, L4 en Ls met de 25 verschillende golflengten samengevoegd en langs dezelfde baan ten opzichte van elkaar uitgezonden, waardoor een kleurengamma toeneemt.
[0058] Ofschoon de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde bundels Li, L2, L3, L4 en Ls in de uitvoeringsvorm volgens figuur 12 zijn getoond als respectievelijk omvattende de blauwe, rode, groene, cyaan en magenta 30 golflengten, is de onderhavige algemene uitvindingsgedachte niet daartoe 1 0 3 0 3 1 0 17 beperkt. Dat wil zeggen, verscheidene wijzigingen kunnen worden aangebracht door de opstellingen van de eerste, tweede, derde en vierde dichroïsche spiegels 271, 273, 275 en 277 te veranderen.
[0059] Figuur 13 toont een beeldweergave-inrichting van het projectietype 5 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte. Verwijzend naar figuur 13 omvat de beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens deze uitvoeringsvorm een belichtingseenheid 500, een beeldvormend apparaat 550 voor het creëren van een beeld dat correspondeert met een ingangssignaal dat is ingevoerd 10 door licht dat is uitgezonden door de belichtingseenheid 500, en een projectielenseenheid 560 voor het vergroten en op een scherm 570 projecteren van het door het beeldvormende apparaat 550 gecreëerde beeld.
[0060] De belichtingseenheid 500 omvat een veelvoud lichtbroneenheden die zijn opgesteld op verschillende posities en een samenvoegende prisma 15 voor het samenvoegen van een veelvoud door de lichtbroneenheden uitgezonden bundels. Aangezien de belichtingseenheid 500 qua constructie in hoofdzaak identiek kan zijn aan één van de belichtingseenheden getoond in figuren 2 en 12 zal hier geen gedetailleerde toelichting daarvan worden gegeven. De veelvoud lichtbroneenheden van de belichtingseenheid 500 20 worden achtereenvolgens aan- of uitgezet, teneinde achtereenvolgens vier bundels uit te zenden met rode, blauwe, groene en cyaan golflengten of vijf bundels met rode, blauwe, groene, cyaan en magenta golflengten. Overeenkomstig kan in de beeldweergave-inrichting van het projectietype dat gebruik maakt van een enkelpaneels beeldvormend apparaat de 25 belichtingseenheid 500 worden toegepast in plaats van een kleurenwiel (niet getoond) voor het verkrijgen van een kleurenbeeld.
[0061] Het beeldvormend apparaat 550 reflecteert selectief een invallende uniforme bundel voor iedere pixel, teneinde een beeld te creëren. Het beeldvormend apparaat 550 kan een liquid crystal display (LCD) apparaat 30 van het reflecterende type zijn, een LCD apparaat van het doorlatende type 1 0 3 0 3 1 0 18 of een digitaal microspiegel apparaat (DMD). Hier vormt het LCD apparaat van het reflecterende type of het LCD apparaat van het doorlatende type een beeld, gebruikmakend van de polarisatie eigenschappen van de invallende uniforme bundel, terwijl de DMD geen gebruik maakt van de 5 polarisatie-eigenschappen. Derhalve is geen aparte polarisatieomzet- eenheid of een polarisator benodigd, indien de DMD wordt gebruikt als het beeldvormend apparaat 550.
[0062] Wanneer de DMD wordt gebruikt als het beeldvormend apparaat 550 in figuur 13, omvat de DMD een tweedimensionale reeks onafliankelijk 10 aangestuurde microspiegels en produceert een beeld door onafhankelijk een reflectiehoek in te stellen voor elke pixel, volgens het ingangssignaal. Een bundelverdeler (splitter 540) kan tussen de belichtingseenheid 500 en het beeldvormend apparaat 550 worden opgesteld, teneinde een voortplantingsbaan van invallend licht te veranderen. De bundelverdeler 15 540 verandert de baan van invallend licht zodanig dat een daarop invallende lichtbundel van de belichtingseenheid 500 richting het beeldvormend apparaat 550 wordt geleid en een invallende lichtbundel van het beeldvormend apparaat 550 richting het scherm 570 wordt geleid. De bundelverdeler 540 kan een kritische hoek prisma omvatten, dat de baan 20 van een lichtbundel kan veranderen onder gebruikmaking van kritische hoek totaalreflectie-eigenschappen.
[0063] De projectielens eenheid 560 is naar de bundelverdeler 540 gekeerd en vergroot het beeld, dat door het beeldvormend apparaat 550 is gevormd en invalt door de bundelverdeler 540, en projecteert het vergrote beeld op 25 het scherm 570.
[0064] Voorts kan de beeldweergave-inrichting van het projectietype, getoond in figuur 13, verder een lichtintegrator 520 omvatten, opgesteld tussen de belichtingseenheid 500 en de bundelverdeler 540, teneinde de daarop vanaf de belichtingseenheid 500 invallende lichtbundels uniform te 30 maken. De lichtintegrator 520 kan een rechthoekige, paraflellepipedum- 1 0 3 0 7 λ Λ 19 vormige glazen staaf 521 omvatten, die de invallende lichtbundels volledig reflecteert. In dat geval kan een verdichtingslens eenheid 510 zijn opgesteld tussen de belichtingseenheid 500 en de glazen staaf 521, teneinde de vanaf de belichtingseenheid 500 uitgezonden lichtbundels op de glazen staaf 521 5 te focussen. De verdichtingslens eenheid 510 kan uit één of meerdere lenzen zijn gevormd en focust invallende parallelle lichtbundels en zorgt er voor dat de gefocuste lichtbundels invallen op de glazen staaf 521.
[0065] De in figuur 13 getoonde beeldweergave-inrichting van het projectietype kan verder een relayeerlens eenheid 530 omvatten, opgesteld 10 tussen de glazen staaf 521 en de bundelverdeler 540. De relayeerlens eenheid 530 kan zijn opgebouwd uit één of meerdere lenzen die het uniforme licht, dat vanuit de glazen staaf 521 wordt uitgezonden, relayeren naar de DMD waarop het beeld wordt gevormd.
[0066] Figuur 14 toont een beeldweergave-inrichting van het projectietype 15 volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte. Verwijzend naar figuur 14 omvat de beeldweergave-inrichting van het projectietype een belichtingseenheid 600, een beeldvormend apparaat 650 voor het creëren van een beeld corresponderend met een ingangsbeeldsignaal van licht dat vanuit de belichtingseenheid 600 20 invalt, en een projectielenseenheid 660 voor het vergroten en op een scherm 670 projecteren van het beeld dat door het beeldvormend apparaat 650 is gecreëerd.
[0067] Aangezien de belichtingseenheid 600 in figuur 14 qua constructie in hoofdzaak identiek kan zijn aan één van de in figuren 2 en 12 getoonde 25 belichtingseenheden, zal geen gedetailleerde toelichting daarvan worden gegeven.
[0068] Het beeldvormende apparaat 650 reflecteert selectief een invallende uniforme lichtbundel voor elke pixel, teneinde een beeld te creëren. Een LCD apparaat van het reflecterende type, dat een beeld vormt 30 door gebruik te maken van de polarisatie-eigenschappen van de invallende 1 0 3 0 3 1 0 i 20 uniforme lichtbundel, wordt toegepast als het beeldvormend apparaat 650 in de uitvoeringsvorm van figuur 14.
[0069] Een polarisatiebundelverdeler 640 kan zijn opgesteld tussen de belichtingseenheid 600 en het beeldvormende apparaat 650 om de 5 voortplantingsbaan van invallend licht te veranderen. De polarisatiebundelverdeler 640 verandert de baan van invallend licht zodanig dat een lichtbundel die invalt vanuit de belichtingseenheid 600 richting het beeldvormende apparaat 650 wordt geleid en een lichtbundel die invalt vanuit het beeldvormende apparaat 650 richting het scherm 670 wordt 10 geleid. Een polarisatieomzet-eenheid 630 kan tussen de belichtingseenheid 600 en de polarisatiebundelverdeler 640 zijn opgesteld om een polarisatierichting van invallend licht te veranderen en licht met een specifieke polarisatie richting de polarisatiebundelverdeler 640 te leiden. De polarisatieomzet-eenheid 630 omvat een veelvoud kleine 15 polarisatiebundelverdelers en een kwart-golfplaat en verandert het meeste invallende ongepolariseerde licht in licht met een specifieke polarisatie. De constructie van de polarisatieomzet-eenheid 630 is genoegzaam bekend en derhalve zal geen gedetailleerde toelichting daarvan worden gegeven.
[0070] De in figuur 14 getoonde beeldweergave-inrichting van het 20 projectietype kan verder een lichtintegrator 620 omvatten om invallend licht uit de belichtingseenheid 600 te integreren, teneinde uniform licht te verschaffen. De lichtintegrator 620 kan een facetlensreeks omvatten, omvattende één of meer lenzen, welke elk een veelvoud facetvormige of cilindrische lenscellen omvatten, welke naast elkaar zijn gelegen.
25 [0071] Figuur 15 toont een beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte. Verwijzend naar figuur 15 omvat de beeldweergave-inrichting van het projectietype een belichtingseenheid 700, een beeldvormend apparaat 740 voor het creëren van een beeld dat 30 correspondeert met een ingangsbeeldsignaal van licht dat invalt vanuit de 1 0 3 0 3 1 0 21 belichtingseenheid 700 en een projectielenseenheid 760 voor het vergroten en op een scherm 770 projecteren van het beeld dat is gecreëerd door het beeldvormende apparaat 740.
[0072] Aangezien de belichtingseenheid 700 qua constructie in hoofdzaak 5 identiek kan zijn aan één van de in figuren 2 en 12 getoonde belichtingseenheden zal geen gedetailleerde toelichting daarvan worden gegeven.
[0073] Het beeldvormende apparaat 740 reflecteert selectief een invallende uniforme lichtbundel voor elke pixel, teneinde een beeld te 10 creëren. Een LCD apparaat van het doorlatende type, dat een beeld vormt door gebruik te maken van de polarisatie-eigenschappen van invallend licht, is toegepast als het beeldvormende apparaat 740 in de uitvoeringsvorm volgens figuur 15. In deze uitvoeringsvorm is geen bundelverdeler benodigd, in tegenstelling tot de in figuren 13 en 14 getoonde beeldweergave -15 inrichtingen van het projectie type.
[0074] Aangezien het LCD apparaat van het doorlatende type een beeld vormt door gebruik te maken van polarisatie-eigenschappen kan een polarisatieomzet-eenheid 730 zijn opgesteld tussen de belichtingseenheid 700 en het beeldvormende apparaat 740. De in figuur 15 getoonde 20 beeldweergave-inrichting van het projectietype kan voorts een lichtintegrator 720 omvatten die invallend licht van de belichtingseenheid uniform maakt. De lichtintegrator 720 kan een facetlensreeks omvatten, die één of meerdere lenzen omvat, elk met facetvormige of cilindrische lenscellen, die naast elkaar zijn gelegen.
25 [0075] Aangezien, zoals hierboven beschreven, een belichtingseenheid volgens de uitvoeringsvormen van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte vier of vijf lichtbundels samenvoegt en de samengevoegde lichtbundels uitzendt langs dezelfde baan ten opzichte van elkaar, onder gebruikmaking van een zesvlakkig kleurensamenvoegend 30 prisma, kan een optische opstelling eenvoudiger worden verwezenlijkt dan 1030310 22 in een conventionele trichroïsche prismastructuur, kan een kleurengamma worden vergroot en kunnen verscheidene kleurenbundels worden uitgezonden.
[0076] Aangezien een lichtbroneenheid volgens de uitvoeringsvormen van 5 de onderhavige algemene uitvindingsgedachte, zoals hierboven beschreven, bundels collimeert door gebruik te maken van een reflecterend oppervlak in plaats van een lens, kan inefficiëntie als gevolg van beperkingen, zoals etendue, veroorzaakt wanneer de lens in gebruik is, worden vermeden.
[0077] Aangezien een beeldweergave-inrichting van het projectietype 10 volgens de uitvoeringsvormen van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte gebruik maakt van een belichtingseenheid als hierboven beschreven, kan de beeldweergave-inrichting van het projectietype compact worden gemaakt. Aangezien de beeldweergave-inrichting van het projectietype kleurenbundels uitzendt onder 15 gebruikmaking van eerste tot en met vierde of vijfde lichtbroneenheden, die bundels uitzenden met verschillende golflengtebanden, kan bovendien een kleurenbeeld worden verkregen zonder additioneel kleurenwiel.
[0078] Ofschoon enkele uitvoeringsvormen van de onderhavige algemene uitvindingsgedachte zijn getoond en beschreven, zal de vakman begrijpen 20 dat veranderingen kunnen worden aangebracht in deze uitvoeringsvormen zonder af te wijken van de beginselen en geest van de algemene uitvindingsgedachte, waarvan de beschermingsomvang is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies en hun equivalenten.
103031

Claims (32)

1 Q 3 0 3 1 0
1. Een belichtingseenheid omvattende: eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden voor het uitzenden van eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels met verschillende golflengtebanden; en 5 een zesvlakkig kleurensamenvoegend prisma voor het samenvoegen van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels, uitgezonden door de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden teneinde de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels voort te planten langs dezelfde baan, 10 waarbij het kleurensamenvoegend prisma omvat: eerste en tweede intree-oppervlakken, welke tegenover elkaar zijn gelegen en zijn ingericht om de eerste, respectievelijk tweede bundel daar doorheen te laten invallen; een derde intree-oppervlak, opgesteld naast het eerste en tweede 15 intree-oppervlak en ingericht om de derde bundel daardoorheen te laten invallen; een vierde intree-oppervlak, opgesteld naast de eerste, tweede en derde intree-oppervlakken en ingericht om de vierde bundel daar doorheen te laten invallen; 20 een uittree-oppervlak, dat is opgesteld naast de eerste, tweede en vierde intree-oppervlakken, tegenover het derde intree-oppervlak en dat toelaat dat de eerste tot en met vierde bundels daardoorheen worden gezonden; een eerste dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het 25 eerste intree-oppervlak invallende, eerste lichtbundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de tweede, derde en vierde bundels; 1030310 , een tweede dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het tweede intree-oppervlak invallende, tweede lichtbundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste, derde en vierde lichtbundels; en 5 een derde dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het vierde intree-oppervlak invallende, vierde lichtbundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste, tweede en derde lichtbundels.
2. De belichtingseenheid volgens conclusie 1, waarbij de eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels respectievelijk eerste, tweede en derde 10 oppervlakken omvatten, gevormd op eerste, tweede en derde diagonale doorsneden van het zesvlakkige kleurensamenvoegend prisma, welke zich hellend uitstrekken ten opzichte van het uittree-oppervlak, voor het reflecteren van de respectieve eerste, tweede en vierde lichtbundels.
3. De belichtingseenheid volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk van de 15 eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden één of meer optische modules omvat, voor het uitzenden van parallelle lichtbundels, waarbij elk van de optische modules een collimator omvat met een reflecterend oppervlak en een lichtbron, opgesteld binnen het reflecterende oppervlak, voor het uitzenden van licht met een vooraf bepaalde golflengte.
4. De belichtingseenheid volgens conclusie 3, waarbij de lichtbron één van één of meer lichtemitterende diodes en één of meer laserdiodes omvat.
5. De belichtingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste lichtbundel een blauwe bundel is en de eerste dichroïsche spiegel is voorzien van een kleurcoating, ingericht om de blauwe bundel te 25 reflecteren.
6. De belichtingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede lichtbundel een rode bundel is en de tweede dichroïsche spiegel is voorzien van een kleurcoating, ingericht om de rode bundel te reflecteren. 1030310
7. De belichtingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vierde lichtbundel een cyaan bundel is en de derde dichroïsche spiegel is voorzien van een kleurcoating, ingericht om de cyaan bundel te reflecteren.
8. De belichtingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een vijfde lichtbroneenheid voor het uitzenden van een vijfde lichtbundel met een golflengte die verschilt van die van de eerste, tweede, derde en vierde bundels, waarbij het kleurensamenvoegend prisma verder een vijfde intree-10 oppervlak omvat, dat is opgesteld naast de eerste, tweede en derde intree-oppervlakken en het uittree-oppervlak, tegenover het vierde intree-oppervlak en dat toelaat dat de vijfde lichtbundel daardoorheen kan invallen, en een vierde dichroïsche spiegel voor het richting het uittree-oppervlak reflecteren van de door het vijfde intree-oppervlak invallende, 15 vijfde lichtbundel en voor het doorlaten van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels, en waarbij de eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels de vijfde lichtbundel doorlaten.
9. De belichtingseenheid volgens conclusie 8, waarbij de vijfde lichtbundel een magenta bundel is en de vierde dichroïsche spiegel is 20 voorzien van een kleurcoating, ingericht om de magenta bundel te reflecteren.
10. Een belichtingseenheid, omvattende: een zesvlakkig prisma; eerste, tweede, derde en vierde lichtuitzendende eenheden, elk 25 opgesteld bij een ander buitenoppervlak van het zesvlakkige prisma, voor het uitzenden van licht met eerste, tweede, derde en vierde vooraf bepaalde golflengten in het zesvlakkige prisma; en een veelvoud dichroïsche spiegels, opgesteld in het zesvlakkige prisma, voor het reflecteren en doorlaten van het licht dat is uitgezonden 30 door de eerste, tweede, derde en vierde lichtuitzendende eenheden volgens 1030310 de eerste, tweede, derde en vierde vooraf bepaalde golflengten, teneinde het door de eerste, tweede, derde vierde lichtuitzendende eenheden uitgezonden licht uit het zesvlakkige prisma te voeren langs een gemeenschappelijke lichtbaan.
11. De belichtingseenheid volgens conclusie 10, waarbij het veelvoud dichroïsche spiegels is opgesteld langs diagonalen van het zesvlakkige prisma.
12. De belichtingseenheid volgens conclusie 10 of 11, waarbij het veelvoud dichroïsche spiegels omvat: 10 een eerste dichroïsche spiegel voor het reflecteren van het licht met de eerste vooraf bepaalde golflengte richting de gemeenschappelijke lichtbaan en voor het doorlaten van het licht met de tweede, derde en vierde vooraf bepaalde golflengten; een tweede dichroïsche spiegel voor het reflecteren van het licht 15 met de tweede vooraf bepaalde golflengte richting de gemeenschappelijke lichtbaan en voor het doorlaten van het licht met de eerste, derde en vierde vooraf bepaalde golflengten; en een derde dichroïsche spiegel voor het reflecteren van het licht met de vierde vooraf bepaalde golflengte richting de gemeenschappelijke 20 lichtbaan en voor het doorlaten van het licht met de eerste, tweede en derde vooraf bepaalde golflengten.
13. De belichtingseenheid volgens één van de conclusies 10-12, waarbij de derde lichtuitzendende eenheid het licht met de derde vooraf bepaalde golflengte uitzendt in het zesvlakkige prisma in een richting van de 25 gemeenschappelijke lichtbaan.
14. De belichtingseenheid volgens één van de conclusies 10-13, verder omvattende: een vijfde lichtuitzendende eenheid, opgesteld bij een ander buitenoppervlak van het zesvlakkige prisma, voor het uitzenden van licht 30 met een vijfde vooraf bepaalde golflengte in het zesvlakkige prisma, waarbij 1030310 het veelvoud dichroïsche spiegels het door de vijfde lichtuitzendende eenheid uitgezonden licht reflecteert en doorlaat volgens de vijfde vooraf bepaalde golflengte, teneinde het licht langs de gemeenschappelijke lichtbaan uit te voeren.
15. Een beeldweergave-inrichting van het projectietype, omvattende: eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden voor het uitzenden van eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels met verschillende golflengtebanden; en een zesvlakkig kleurensamenvoegend prisma voor het 10 samenvoegen van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels, die zijn uitgezonden door de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden, teneinde de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels voort te planten langs dezelfde baan, waarbij het kleurensamenvoegend prisma omvat: eerste en tweede intree-oppervlakken, welke tegenover elkaar zijn 15 gelegen en zijn ingericht om de eerste, respectievelijk tweede bundel daardoorheen te laten invallen; een derde intree-oppervlak, opgesteld naast het eerste en tweede intree-oppervlak en ingericht om de derde bundel daardoorheen te laten invallen; 20 een vierde intree-oppervlak, opgesteld naast de eerste, tweede en derde intree-oppervlakken en ingericht om de vierde bundel daardoorheen te laten invallen; een uittree-oppervlak, dat is opgesteld naast de eerste, tweede en vierde intree-oppervlakken, tegenover het derde intree-oppervlak en dat 25 toelaat dat de eerste tot en met vierde bundels daardoorheen worden gezonden; een eerste dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het eerste intree-oppervlak invallende, eerste lichtbundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de tweede, derde en vierde bundels; 1030310 een tweede dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het tweede intree-oppervlak invallende, tweede lichtbundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste, derde en vierde lichtbundels; en 5 een derde dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het vierde intree-oppervlak invallende, vierde lichtbundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste, tweede en derde lichtbundels; een beeldvormend apparaat voor het creëren van een beeld dat correspondeert met een ingangsbeeldsignaal van de eerste, tweede, derde en 10 vierde lichtbundels, voortgeplant vanaf de belichtingseenheid; een scherm; en een projectielens eenheid voor het vergroten en op het scherm projecteren van het beeld, gecreëerd door het beeldvormend apparaat.
16. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens 15 conclusie 15, waarbij de eerste, tweede en derde dichroïsche spiegels respectievelijk eerste, tweede en derde oppervlakken omvatten, gevormd op eerste, tweede en derde diagonale doorsneden van het zesvlakkige kleurensamenvoegend prisma, welke zich hellend uitstrekken ten opzichte van het uittree-oppervlak, voor het reflecteren van de respectieve eerste, 20 tweede en vierde lichtbundels.
17. Beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 15 of 16, waarbij elk van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbroneenheden één of meer optische modules omvat voor het uitzenden van parallelle lichtbundels, waarbij elk van de optische modules een 25 collimator omvat met een reflecterend oppervlak en een lichtbron, opgesteld binnen het reflecterende oppervlak, voor het uitzenden van licht met een vooraf bepaalde golflengte.
18. Beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 17, waarbij de lichtbron één van één of meer lichtemitterende diodes en één 30 of meer laserdiodes omvat. 1030310
19. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens één van de conclusies 15-18, waarbij de eerste, tweede en vierde lichtbundels respectievelijk blauwe, rode en cyaan bundels omvatten en de eerste tot en met derde diochroïsche spiegels zijn voorzien van een kleurcoating voor het 5 reflecteren van respectievelijk de blauwe, rode en cyaan bundels.
20. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens één van de conclusies 15-19, verder omvattende een vijfde lichtbroneenheid voor het uitzenden van een vijfde lichtbundel met een golflengte die verschilt van die van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels, waarbij het 10 kleurensamenvoegend prisma verder een vijfde intree-oppervlak omvat, dat is opgesteld naast de eerste, tweede en derde intree-oppervlakken en het uittree-oppervlak, tegenover het vierde intree-oppervlak, en dat toelaat dat de vijfde lichtbundel daardoorheen invalt, en een vierde dichroïsche spiegel voor het reflecteren van de door het vijfde intree-oppervlak invallende vijfde 15 bundel richting het uittree-oppervlak en voor het doorlaten van de eerste tot en met vierde bundels, en waarbij de eerst, tweede en derde dichroïsche spiegels de vijfde bundel doorlaten.
21. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 20, waarbij de vijfde bundel een magenta bundel omvat en de 20 vierde dichroïsche spiegel is voorzien van een kleurcoating, ingericht om de magenta bundel te reflecteren.
22. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens één van de conclusies 15-21, verder omvattende een lichtintegrator, opgesteld tussen de belichtingseenheid en het beeldvormend apparaat, teneinde uniform licht 25 te maken van de vanaf de belichtingseenheid voortgeplante eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels.
23. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 22, waarbij de lichtintegrator een rechthoekige, parallellepipedum-vormige glazen staaf omvat voor het volledig reflecteren 30 van de eerste, tweede, derde en vierde lichtbundels.
24. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 22 of 23, waarbij de lichtintegrator een facetlensreeks omvat, omvattende één of meer lenzen, welke elk een veelvoud facetvormige of cilindrische lenscellen omvatten, welke naast elkaar zijn opgesteld.
25. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens één van de conclusies 22-24, waarbij het beeldvormend apparaat een beeldvormend apparaat van het reflecterende type omvat, voor het selectief reflecteren van het door de lichtintegrator uitgezonden uniforme licht, voor het creëren van het beeld en verder omvattende: 10 een bundelverdeler, opgesteld tussen de belichtingseenheid en het beeldvormend apparaat, voor het zodanig veranderen van de baan van het uniforme licht en het beeld dat het uniforme licht dat vanaf de lichtintegrator invalt richting het beeldvormend apparaat wordt geleid en het door het beeldvormende apparaat gecreëerde beeld richting het scherm 15 wordt geleid.
26. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 25, waarbij het beeldvormend apparaat van het reflecterende type een digitaal microspiegel apparaat omvat, en de bundelverdeler een totaal interne reflectiespiegel omvat, voor het volledig reflecteren van het uniforme 20 licht dat vanaf de lichtintegrator invalt, richting het digitale microspiegel apparaat en voor het doorlaten van het beeld dat door het digitale microspiegel apparaat is gecreëerd.
27. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens conclusie 25, verder omvattende: 25 een polarisatie omzeteenheid, opgesteld tussen de belichtingseenheid en de bundelverdeler, voor het omzetten van een polarisatierichting van invallend licht, voor het richting de bundelverdeler leiden van het uniforme licht met een specifieke polarisatie, waarbij het beeldvormend apparaat van het reflecterende type een liquid crystal display 30 apparaat van het reflecterende type omvat, en de bundelverdeler een 1030310 polarisatiebundelverdeler omvat, voor het doorlaten of reflecteren van het uniforme licht en het beeld volgens een polarisatierichting daarvan.
28. De beeldweergave-inrichting van het projectietype volgens één van de conclusies 22-27, verder omvattende: 5 een polarisatie omzeteenheid, opgesteld tussen de belichtingseenheid en het beeldvormende apparaat, voor het omzetten van een polarisatierichting van het uniforme licht, teneinde het uniforme licht met een specifieke polarisatie richting het beeldvormend apparaat te leiden, waarbij het beeldvormende apparaat een liquid crystal display apparaat van 10 het doorlatende type omvat voor het selectief doorlaten van het uniforme licht dat vanaf de lichtintegrator is uitgezonden, voor het creëren van het beeld.
29. Een beeldprojectie-inrichting omvattende: een belichtingseenheid omvattende: 15 een veelvoud lichtbronnen voor het uitzenden van lichtbundels met een veelvoud vooraf bepaalde golflengten; en een zesvlakkig gevormd samenvoegend prisma voor het daarin ontvangen van de door het veelvoud lichtbronnen uitgezonden lichtbundels door een veelvoud buitenoppervlakken daarvan en voor het samenvoegen 20 van de ontvangen lichtbundels, teneinde de lichtbundels langs een vooraf bepaalde baan uit te voeren; en een weergave-apparaat voor het weergeven van een beeld dat correspondeert met de lichtbundels, die door het zesvlakkig gevormde samenvoegende prisma worden uitgevoerd langs de vooraf bepaalde baan.
30. De beeldprojectie-inrichting volgens conclusie 29, waarbij het zesvlakkig gevormde, samenvoegende prisma omvat: een veelvoud prisma's, ingericht om een hexaëder te vormen; en een veelvoud dichroïsche spiegels, opgesteld tussen de veelvoud prisma's, voor het reflecteren en doorlaten van het ingevoerde licht volgens 30 het veelvoud vooraf bepaalde golflengten. 1050310
31. De beeldprojectie-inrichting volgens conclusie 29 of 30, waarbij het weergave-apparaat omvat: een weergave-eenheid voor het vormen van het beeld, corresponderend met de lichtbundels die uit het zesvlakkig gevormde, 5 samenvoegende prisma worden uitgevoerd; een projectielens eenheid voor het vergroten van het beeld en het projecteren van het vergrote beeld; en een scherm voor het weergeven van het geprojecteerde beeld.
32. De beeldprojectie-inrichting volgens conclusie 31, waarbij de 10 weergave-eenheid één van een digitaal microspiegel apparaat (DMD), een liquid crystal display (LCD) van het reflecterende type of een LCD van het doorlatende type omvat. 1030310
NL1030310A 2004-11-27 2005-10-31 Belichtingseenheid en daarmee uitgeruste beeldweergave-inrichting van het projectietype. NL1030310C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
KR1020040098362A KR100694068B1 (ko) 2004-11-27 2004-11-27 조명유니트 및 이를 채용한 화상투사장치
KR20040098362 2004-11-27

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1030310A1 NL1030310A1 (nl) 2006-05-30
NL1030310C2 true NL1030310C2 (nl) 2009-03-30

Family

ID=36567027

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030310A NL1030310C2 (nl) 2004-11-27 2005-10-31 Belichtingseenheid en daarmee uitgeruste beeldweergave-inrichting van het projectietype.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US7448758B2 (nl)
JP (1) JP4477571B2 (nl)
KR (1) KR100694068B1 (nl)
CN (1) CN100378506C (nl)
NL (1) NL1030310C2 (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20060072313A1 (en) * 2004-09-24 2006-04-06 3M Innovative Properties Company Illumination system using multiple light emitting diodes
KR101109584B1 (ko) * 2004-11-27 2012-01-31 삼성전자주식회사 조명유니트 및 이를 채용한 화상투사장치
JP4944769B2 (ja) * 2005-08-04 2012-06-06 パナソニック株式会社 照明装置及びそれを用いた投写型表示装置
ATE545153T1 (de) * 2005-09-28 2012-02-15 Koninkl Philips Electronics Nv Hochhelles leuchtdiodengerät
JP2007157638A (ja) * 2005-12-08 2007-06-21 Minebea Co Ltd 光源装置およびそれを用いた画像表示装置
JP2008058822A (ja) * 2006-09-01 2008-03-13 Sharp Corp 照明装置
JP4996295B2 (ja) * 2006-09-21 2012-08-08 日本放送協会 画像表示装置
US20080259284A1 (en) * 2007-04-19 2008-10-23 Sanyo Electric Co., Ltd. Illumination device and projection video display device
JP2008268601A (ja) * 2007-04-20 2008-11-06 Konica Minolta Opto Inc 照明光学系
JP5556020B2 (ja) * 2008-03-19 2014-07-23 セイコーエプソン株式会社 プロジェクタ
TWI386725B (zh) * 2008-06-12 2013-02-21 Epistar Corp 具有混光機制的背光裝置
CN101813290A (zh) * 2009-02-20 2010-08-25 红蝶科技(深圳)有限公司 三基色半导体照明装置及使用其的微型投影光学引擎
KR101039885B1 (ko) * 2009-06-22 2011-06-09 엘지이노텍 주식회사 컬러 휠 발광 유니트 및 이를 사용하는 프로젝션 시스템
CN102759846B (zh) * 2011-04-29 2015-02-04 台达电子工业股份有限公司 光源系统
JP5966363B2 (ja) 2011-06-20 2016-08-10 株式会社リコー 光源装置及び画像投射装置
US8905578B2 (en) * 2011-09-26 2014-12-09 Projectdesign AG Laser array illumination for bright projectors
US8860640B2 (en) * 2012-05-30 2014-10-14 Christie Digital Systems Usa, Inc. Zonal illumination for high dynamic range projection
JP6311219B2 (ja) * 2012-07-26 2018-04-18 株式会社リコー 照明光形成装置、照明光源装置および画像表示装置
CN104864363B (zh) * 2014-02-25 2018-11-13 南宁富桂精密工业有限公司 可传导多个led光源的导光柱
DE202016103819U1 (de) * 2016-07-14 2017-10-20 Suss Microtec Lithography Gmbh Lichtquellenanordnung für ein Belichtungssystem sowie Fotolithografie-Belichtungssystem
JP7232182B2 (ja) * 2016-11-30 2023-03-02 マジック リープ, インコーポレイテッド 高分解能のデジタル化された表示のための方法及びシステム
WO2019174157A1 (zh) * 2018-03-16 2019-09-19 青岛海信激光显示股份有限公司 激光投影装置
US11378810B2 (en) 2018-03-20 2022-07-05 Arizona Board Of Regents On Behalf Of The University Of Arizona Polygon x-prism for imaging and display applications
CN110376669A (zh) * 2018-04-13 2019-10-25 甘肃智呈网络科技有限公司 一种立方分光棱镜
KR20200018757A (ko) * 2018-08-10 2020-02-20 삼성디스플레이 주식회사 표시 패널 검사 장치
JP6958530B2 (ja) * 2018-10-10 2021-11-02 セイコーエプソン株式会社 光学モジュールおよび頭部装着型表示装置
CN212112011U (zh) * 2020-03-25 2020-12-08 深圳光峰科技股份有限公司 分光合光棱镜及投影显示系统
CN113608402A (zh) * 2021-08-11 2021-11-05 四川长虹电器股份有限公司 照明装置及微型投影仪
WO2023124332A1 (zh) * 2021-12-28 2023-07-06 青岛海信激光显示股份有限公司 激光投影设备

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09166709A (ja) * 1995-12-18 1997-06-24 Nikon Corp 色分解系とそれを用いた投射型表示装置
JP2002162596A (ja) * 2000-11-28 2002-06-07 Sanyo Electric Co Ltd 投写型映像表示装置
JP2002341439A (ja) * 2001-05-18 2002-11-27 Fujitsu General Ltd 液晶プロジェクタ装置
KR20030024043A (ko) * 2001-09-15 2003-03-26 엘지전자 주식회사 프로젝터의 광학계
JP2004053949A (ja) * 2002-07-19 2004-02-19 Nec Viewtechnology Ltd 光源装置及び投写型表示装置
JP2004070018A (ja) * 2002-08-07 2004-03-04 Mitsubishi Electric Corp 投写装置の照明光学系構造及び投写装置
US20040109329A1 (en) * 2002-12-04 2004-06-10 Nec Viewtechnology, Ltd. Light source device and projection display
US20050018147A1 (en) * 2003-06-10 2005-01-27 Samsung Electronics Co., Ltd. Compact LED module and projection display adopting the same

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4850685A (en) * 1984-10-22 1989-07-25 Seiko Epson Corporation Projection-type color display device
JP2643525B2 (ja) 1989-03-29 1997-08-20 富士写真フイルム株式会社 写真焼付機の露光制御方法
KR100245462B1 (ko) * 1997-11-28 2000-03-02 구자홍 난방기의 연료 공급장치
CN1200559C (zh) * 2000-09-07 2005-05-04 致伸实业股份有限公司 可用来显示电子影像的投影显示装置
KR100392608B1 (ko) * 2001-04-02 2003-07-23 최선자 간장의 제조방법

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09166709A (ja) * 1995-12-18 1997-06-24 Nikon Corp 色分解系とそれを用いた投射型表示装置
JP2002162596A (ja) * 2000-11-28 2002-06-07 Sanyo Electric Co Ltd 投写型映像表示装置
JP2002341439A (ja) * 2001-05-18 2002-11-27 Fujitsu General Ltd 液晶プロジェクタ装置
KR20030024043A (ko) * 2001-09-15 2003-03-26 엘지전자 주식회사 프로젝터의 광학계
JP2004053949A (ja) * 2002-07-19 2004-02-19 Nec Viewtechnology Ltd 光源装置及び投写型表示装置
JP2004070018A (ja) * 2002-08-07 2004-03-04 Mitsubishi Electric Corp 投写装置の照明光学系構造及び投写装置
US20040109329A1 (en) * 2002-12-04 2004-06-10 Nec Viewtechnology, Ltd. Light source device and projection display
US20050018147A1 (en) * 2003-06-10 2005-01-27 Samsung Electronics Co., Ltd. Compact LED module and projection display adopting the same

Also Published As

Publication number Publication date
NL1030310A1 (nl) 2006-05-30
KR100694068B1 (ko) 2007-03-12
JP2006154812A (ja) 2006-06-15
US20060114420A1 (en) 2006-06-01
KR20060059350A (ko) 2006-06-02
US7448758B2 (en) 2008-11-11
CN100378506C (zh) 2008-04-02
JP4477571B2 (ja) 2010-06-09
CN1779504A (zh) 2006-05-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030310C2 (nl) Belichtingseenheid en daarmee uitgeruste beeldweergave-inrichting van het projectietype.
NL1030254C (nl) Verlichtingseenheid en daarvan gebruikmakend beeldweergave-apparaat van het projectietype.
EP1626585B1 (en) Illumination unit for an image projecting apparatus
US7455410B2 (en) Illuminating apparatus and projector
NL1029702C2 (nl) Kleurenprisma en daarvan gebruikmakende beeldweergaveinrichting van het projectietype.
US9551917B2 (en) Light source unit and projection display system using same
US7433126B2 (en) Illuminating optical device in image display device and image display device
US7648244B2 (en) Illuminating unit and projection-type image display apparatus employing the same
US20050063196A1 (en) Light pipe based projection engine
JPH08304706A (ja) 空間光変調器のためのイルミネーション光学
US7261422B2 (en) Display projection apparatus
US9116421B1 (en) Projector with laser illumination elements offset along an offset axis
KR20060102278A (ko) 프로젝터용 이미징 시스템 및 대응하는 프로젝터
KR100842617B1 (ko) 프로젝터
US9151956B2 (en) Light source system for stereoscopic projection
KR19990063260A (ko) 광학장치와 광학장치를 구비한 표시장치
EP1052856A2 (en) Reflection type color projector
JP2010101989A (ja) ディスプレイ装置
US20100103380A1 (en) Critical abbe illumination configuration
KR100800709B1 (ko) 영상 스캔 장치
US7300156B2 (en) Prism assembly for separating light
US20060132719A1 (en) Prism assembly for separating light
CN117471832A (zh) 照明系统及投影装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20090127

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20181101