NL1030284C2 - Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element. - Google Patents

Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element. Download PDF

Info

Publication number
NL1030284C2
NL1030284C2 NL1030284A NL1030284A NL1030284C2 NL 1030284 C2 NL1030284 C2 NL 1030284C2 NL 1030284 A NL1030284 A NL 1030284A NL 1030284 A NL1030284 A NL 1030284A NL 1030284 C2 NL1030284 C2 NL 1030284C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sound
adhesive layer
absorbing
carrier
absorbing element
Prior art date
Application number
NL1030284A
Other languages
English (en)
Inventor
Martijn Jacobus De Koning
Rogier Theodorus Siardu Mandos
William Beens
Original Assignee
Polynorm Plastics B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1029629A external-priority patent/NL1029629C2/nl
Application filed by Polynorm Plastics B V filed Critical Polynorm Plastics B V
Priority to NL1030284A priority Critical patent/NL1030284C2/nl
Priority to PCT/NL2006/000070 priority patent/WO2006085760A1/en
Priority to EP06716613A priority patent/EP1846230B1/en
Priority to JP2007555041A priority patent/JP4804481B2/ja
Priority to US11/884,218 priority patent/US7964519B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030284C2 publication Critical patent/NL1030284C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B5/00Layered products characterised by the non- homogeneity or physical structure, i.e. comprising a fibrous, filamentary, particulate or foam layer; Layered products characterised by having a layer differing constitutionally or physically in different parts
    • B32B5/18Layered products characterised by the non- homogeneity or physical structure, i.e. comprising a fibrous, filamentary, particulate or foam layer; Layered products characterised by having a layer differing constitutionally or physically in different parts characterised by features of a layer of foamed material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B7/00Layered products characterised by the relation between layers; Layered products characterised by the relative orientation of features between layers, or by the relative values of a measurable parameter between layers, i.e. products comprising layers having different physical, chemical or physicochemical properties; Layered products characterised by the interconnection of layers
    • B32B7/04Interconnection of layers
    • B32B7/12Interconnection of layers using interposed adhesives or interposed materials with bonding properties
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B27/00Layered products comprising a layer of synthetic resin
    • B32B27/12Layered products comprising a layer of synthetic resin next to a fibrous or filamentary layer
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B27/00Layered products comprising a layer of synthetic resin
    • B32B27/32Layered products comprising a layer of synthetic resin comprising polyolefins
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B2250/00Layers arrangement
    • B32B2250/022 layers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B2307/00Properties of the layers or laminate
    • B32B2307/10Properties of the layers or laminate having particular acoustical properties
    • B32B2307/102Insulating

Landscapes

  • Vehicle Interior And Exterior Ornaments, Soundproofing, And Insulation (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Description

' i ; , ..- ·
BEKLEDINGSELEMENT OMVATTENDE EEN GELUIDABSORBEREND ELEMENT
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element, op 5 een werkwijze voor het vervaardigen van een bekledingselement, op een bekledingselement verkrijgbaar volgens deze werkwijze, op een voertuigbekledingselement omvattende het genoemde bekledingselement en het gebruik van het bekledingselement.
Bij het ontwerpen en vervaardigen van voertuigen, in het 10 bijzonder van auto's is het van steeds groter belang dat de geluiden die door het voertuig worden geproduceerd en geluiden die van buitenaf ontstaan, bijvoorbeeld door steenslag tegen de onderzijde van de auto, worden geabsorbeerd of worden gedempt. Het verlagen van de geluidsbelasting van een voertuig 15 heeft onder andere als gunstig effect dat het comfort voor de inzittenden wordt verbeterd. Verder raken de inzittenden minder snel vermoeid. Een ander gunstig effect is i dat de geluidsbelasting naar de omgeving van het voertuig j wordt verminderd.
20 Echter, veel delen van een voertuig zijn tegenwoordig van kunststof vervaardigd. Het gebruik van kunststof heeft ! namelijk een aantal voordelen boven het gebruik van metaal.
Een van de belangrijkste eigenschappen van het gebruik van kunststoffen is dat onderdelen lichter kunnen worden 25 uitgevoerd. Kunststofbekledingselementen, dat wil zeggen elementen die kunnen worden gebruikt bij het vervaardigen van voertuigen, worden op zeer veel verschillende plaatsen in voertuigen gebruikt, zoals bijvoorbeeld in het motorgedeelte, als buitenoppervlak, maar ook aan de binnenzijde van het 30 voertuig.
Een nadeel van het gebruik van kunststofdelen aan bij voorbeeld de onderzijde van een auto is dat zij, zonder geluidabsorberende element, de neiging vertonen om te werken als een zogenaamde klankkast. De geluiden die door het 1030284" 2 voertuig worden geproduceerd worden in dit geval verstrekt door de kunststofdelen. Dit is niet gewenst. Teneinde dit probleem te voorkomen kunnen kunststofdelen worden voorzien van geluidabsorberende elementen. Echter het aanbrengen van 5 dergelijke elementen is arbeidsintensief, wat leidt tot hogere productiekosten.
De geluidabsorberende elementen worden hierbij vast verbonden met de kunststofdelen. Een nadeel hiervan is dat wanneer het voertuig wordt gesloopt, althans gedemonteerd, de 10 geluidabsorberende elementen moeilijk kunnen worden gescheiden van de kunststofdelen. In het kader van de steeds streng wordende milieuregelgeving omtrent het slopen en verwerken van voertuigen is het echter noodzakelijk om de geluidabsorberende elementen van de kunststofdelen te scheiden. Echter doordat de 15 elementen vast zijn verbonden aan de kunststofdelen gaat het scheiden van de elementen van de kunststofdelen niet of nauwelijks en worden de kosten van het verwerken van het voertuig hoger.
De onderhavige uitvinding beoogt voor de hierboven 20 genoemde problemen een oplossing te verschaffen.
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft daartoe betrekking op een bekledingselement omvattende een dragerelement van vezelversterkt thermoplastisch kunststofmateriaal, tenminste één zich over tenminste een 25 gedeelte van het oppervlak van het dragerelement uitstrekkend geluidabsorberende element en een zich over en voorbij tenminste een gedeelte van het oppervlak van het geluidabsorberende element uitstrekkende hechtlaag, waarbij tenminste een gedeelte van de hechtlaag aan het dragerelement 30 is gehecht zodanig dat het geluidabsorberende element tenminste gedeeltelijk tussen de hechtlaag en het dragerelement is opgesloten.
Een voordeel van een dergelijk bekledingselement is dat wanneer het voertuig wordt gesloopt eenvoudig en in zijn 1030284* 3 ; . .
geheel het geluidabsorberende element kan worden gescheiden van het dragerelement. Hen hoeft immers slechts de hechtlaag te verwijderen of open te snijden om het geluidabsorberende element te verwijderen. Dit heeft een gunstig effect op de 5 belasting van het milieu door het voertuig, als mede op de kosten van het slopen, althans demonteren van het voertuig.
Een verder voordeel is dat het bekledingselement in veel gevallen betere akoestische eigenschappen bezit dan een bekledingselement waarbij het geluidabsorberende element aan 10 het dragerelement is gehecht. Verder biedt het bekledingselement volgens de uitvinding op eenvoudige wijze de mogelijkheid om afhankelijk van de plaats waar het bekledingselement in een voertuig wordt geplaatst, geluidabsorberende elementen te gebruiken met verschillende 15 geluidabsorberende eigenschappen. Immers een bekledingselement dat wordt geplaatst in nabijheid van de motor vereist in de regel een groter geluidabsorberend vermogen dan een bekledingselement dat wordt geplaatst in nabijheid van de wielen.
20 Een ander voordeel van het bekledingselement volgens de uitvinding is dat de wanddikte van het bekledingselement op de plaatsen waar geen geluidabsorberend element is aangebracht verwaarloosbaar groter is dan de wanddikte van een plaat zonder geluidabsorberend element.
25 Het geniet de voorkeur wanneer het geluidabsorberende element in hoofdzaak volledig door de hechtlaag en het dragerelement is opgesloten. Een voordeel hiervan is dat het geluidabsorberende element tijdens het gebruik van het voertuig dat is voorzien van het bekledingselement volgens de 30 uitvinding minder kans heeft om zich te verplaatsten. Een bijkomend voordeel is dat het geluidabsorberende element beter is beschermd tegen invloeden van buitenaf zoals bijvoorbeeld olieproducten en koelvloeistof.
1030284* 4
Voorts geniet het de voorkeur wanneer de hechtlaag een folie is. Het voordeel van een folie is dat het een zeer goede barrière vormt voor stoffen van buitenaf zoals olieproducten of koelvloeistof. Door het toepassen van een folie wordt aldus 5 een relatief goede bescherming verkregen tegen stoffen die worden gebruikt in voertuigen zoals auto's en vliegtuigen die kunnen inwerken op het geluidabsorberende element waardoor de eigenschappen van dit element worden verminderd.
Bij een andere uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet 10 omvat de hechtlaag een fleece. Door de relatief open structuur van een fleece heeft het op zich zelf al goede geluidabsorberende eigenschappen. Door fleece te gebruiken in combinatie met het geluidabsorberende element wordt aldus een zeer goede geluidabsorptie verkregen van het 15 bekledingselement.
Het geniet de voorkeur wanneer naast de hierboven beschreven hechtlaag een.tweede hechtlaag op het bekledingselement is aangebracht, welke tweede hechtlaag zich tussen het geluidabsorberende element en het dragerelement 20 bevindt. Het voordeel van deze tweede hechtlaag is dat wanneer een uitsparing in het geluidabsorberende element is aangebracht het vezelverstrekte thermoplastisch kunststofmateriaal niet onder het geluidabsorberende element kan komen. Aldus wordt vermeden dat bij het vervaardigen van 25 het bekledingselement bij een aantal elementen een gedeelte van het geluidabsorberende element aan de verkeerde zijde van het dragerelement terecht komt.
Het thermoplastische kunststofmateriaal omvat bij voorkeur een polyolefine. Het geniet echter in het bijzonder de 30 voorkeur wanneer het kunststofmateriaal polyamide, polypropeen of polyetheen is. Het gebruik van deze materialen is voordelig omdat zij zich gemakkelijk laten vormen in een gewenste vorm en omdat ze na het vormen zeer goede mechanische eigenschappen bezitten.
1030284" 5
Teneinde het bekledingselement verder te versterken omvat het thermoplastische kunststofmateriaal vezels, waardoor een composiet wordt gevormd. Het vezelpercentage in het thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement ligt 5 bij voorkeur in het bereik van 5 tot 80 gew.%, bij voorkeur 10 tot 25 gew%, meer bij voorkeur circa 20 gew. %.
De vezels omvatten bij voorkeur glasvezels en/of basaltvezels en/of natuurvezels. Wanneer de vezels natuurvezels omvatten dan geniet het de voorkeur wanneer zij 10 hennepvezels, bananenvezels, kokosvezels en/of vlasvezels omvatten. Het gebruik van natuurvezels heeft als voordeel dat zij milieuvriendelijk zijn. Een bijkomend voordeel is dat zij geraakkelijk te verwerken zijn, relatief laag in prijs zijn en bij thermische recycling geen restproducten (slak) achterlaten 15 Verder geniet het de voorkeur wanneer het geluidabsorberende element een opencellige structuur omvat.
Een dergelijke structuur heeft over het algemeen een zeer goed geluidabsorberend vermogen waardoor het geschikt is voor het absorberen van voertuig geluiden.
20 Bij voorkeur omvat de opencellige structuur schuimmateriaal. Het schuimmateriaal is bij voorkeur vooraf twee dimensionaal of drie dimensionaal gevormd en kan bij voorkeur worden afgenomen van een rol. Het voordeel van schuimmateriaal is dat verschillende dikten en verschillende 25 materialen kunnen worden gebruikt. Het voordeel hiervan is dat de geluidabsorptie in een bepaald bereik kan worden verbeterd door bijvoorbeeld een dikker of compacter schuim te gebruiken. Ook kan men meerder lagen van een zelfde schuim op elkaar aanbrengen. Ook is het mogelijk om verschillende soorten 30 schuim met elkaar te combineren, zondanig dat een gewenste mate van geluidabsorptie of demping wordt verkregen. Voorts geniet het de voorkeur wanneer het schuimmateriaal polyurethaan omvat.
1030284' 6
Het geluidabsorberende element kan ook worden vervaardigd van een viltachtig materiaal, glaswol of steenwol. Hierbij wordt opgemerkt dat hierbij ook een combinatie met bijvoorbeeld schuimmateriaal zoals hierboven beschreven 5 mogelijk is.
Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet omvat het geluidabsorberende element meerdere afzonderlijke delen met verschillende geluidabsorberende eigenschappen. Hierbij kunnen de delen bijvoorbeeld op elkaar worden gestapeld zodat een 10 element wordt verkregen met een gewenst mate van geluidabsorptie. Het is dus mogelijk om afhankelijk van de plaats waar het bekledingselement wordt geplaatst de geluidabsorberende eigenschappen in te stellen. Dit maakt het bekledingselement zeer breed toepasbaar.
15 Het geluidabsorberende element kan voorzien zijn van openingen waardoor tijdens het vervaardigen van het bekledingselement de hechtlaag op het dragerelement is gehecht. Hierdoor wordt er voor gezorgd dat het geluidabsorberende element tijdens zijn levensduur goed op 20 dezelfde positie blijft gepositioneerd, en dat de kans wordt verminderd dat het tijdens gebruik verschuift. Het gebruik van dergelijke openingen in het geluidabsorberende element is in het bijzonder voordelig als het geluidabsorberend element een relatief groot oppervlak omvat. Verder is het tevens mogelijk 25 dat tijdens het vervaardigen kleinere openingen worden aangebracht in het gebied waar de hechtlaag aan het dragerelement is gehecht, dat wil zeggen dat de openingen in de hechtlaag en het dragerelement worden aangebracht.
Dergelijke kleinere openingen kunnen worden gebruikt voor het | 30 afvoeren van water dat op het bekledingselement zou kunnen j komen tijdens gebruik van het bekledingselement in een ! voertuig. | i
Het geniet de voorkeur wanneer de hechtlaag een | thermoplastisch kunststofmateriaal omvat, bij voorkeur 1030284 7 polypropeen. Het geniet echter verder de voorkeur wanneer de hechtlaag in hoofdzaak hetzelfde thermoplastische materiaal omvat als het thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement. Ook hierbij geniet het de voorkeur wanneer dit 5 polypropeen is.
Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet is de hechtlaag geïmpregneerd met een waterafstotend-, olieproductenafstotend en/of brandstofafstotendmiddel. Een dergelijke impregnatie is voordelig aangezien veel van de in 10 de voertuigindustrie zoals de automobiel- en vliegtuigindustrie gebruikte olieproducten zoals smeerolie, hydraulische olie, remolie, motorolie en andere stoffen zoals koelmiddelen, hydraulische vloeistoffen en brandstoffen de kwaliteit van het de hechtlaag kunnen beïnvloeden of zelfs 15 kunnen doordringen tot het geluidabsorberende element. Dit heeft een negatief effect op de levensduur van het bekledingselement alsmede op de geluidabsorberende eigenschappen van het element.
Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is tussen het 20 dragerelement en het geluidabsorberende element en/of tussen de hechtlaag en het geluidabsorberende element een thermostabiel element is aangebracht. Het thermostabiele element zorgt ervoor dat tijdens het vervaardigen van het bekledingselement het geluidabsorberende element niet hecht 25 aan het dragerelement en/of de hechtlaag. De thermostabiele elementen vinden vooral toepassing bij geluidabsorberende elementen die niet of nauwelijks thermostabiel zijn, dat wil zeggen dat zij onder invloed van warmte bijvoorbeeld smelten, ontleden of anderszins hun driedimensionale structuur 30 verliezen. Verder kan de thermostabiele laag zodanig worden gekozen dat het een extra bijdrage levert aan absorptie van geluid. Het gebruik van een dergelijke thermostabiele laag is echter niet essentieel voor de uitvinding.
1030284" δ
Het geniet de voorkeur wanneer het thermostabiele element is geïntegreerd met het geluidabsorberende element. Dit maakt het vervaardigen van het bekledingselement eenvoudiger en men voorkomt dat tijdens gebruik de elementen ten opzichte van 5 elkaar verschuiven. Bij voorkeur wordt een schuimmateriaal gebruikt waarop het thermostabiele element als een bekleding is aangebracht.
Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet is een gedeelte van het bekledingselement voorzien van een 10 warmtewerend element, bij voorkeur een aluminium element.
Hierbij kan het warmtewerende element aan slechts een zijde van het bekledingselement worden aan gebracht maar ook aan beide zijden, dat wil zeggen op zowel het dragerelement als de hechtlaag. Het warmtewerende element wordt bij voorkeur 15 aangebracht op een positie op het bekledingselement waar geen geluidabsorberende element is aangebracht. Het kan onder omstandigheden echter wenselijk zijn om het warmtewerende element ook op plaatsen op het bekledingselement aan te brengen waar een geluidabsorberende element is gepositioneerd.
20 Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het bekledingselement in hoofdzaak vlak. Dergelijke vlakke elementen worden veelal in de automobielindustrie toegepast als beschermingsplaat voor de motor en/of de onderzijde van de auto. De elementen kunnen echter ook worden gebruikt aan de 25 binnenzijde van de auto. Verder kunnen dergelijke elementen ook worden gebruikt in met name de luchtvaart.
Het geniet de voorkeur wanneer het vezelversterkte | thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement een glasmat versterkte thermoplast (GMT) of een lange 30 vezelversterkte thermoplast (LFT) omvat. Deze composiet materialen worden veelal gebruikt in de automobielindustrie, waarbij het kunststofmateriaal veelal polypropeen omvat.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een 1030284 ' 9 bekledingselement omvattende; i) het in een matrijs aanbrengen van een dragerelement van vezelversterkt thermoplastisch kunststofmateriaal van verhoogde temperatuur, van een geluidabsorberend element en 5 van een hechtlaag, zodanig dat de hechtlaag zich over tenminste een gedeelte van het oppervlak van het geluidabsorberende element uitstrekt; ii) het in de matrijs bij verhoogde druk in de gewenste vorm brengen van het dragerelement, het geluidabsorberende element 10 en de hechtlaag voor het vormen van een bekledingselement, waarbij het vezelversterkte thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement zich in een viskeuze fase bevindt, zodanig dat het kunststofmateriaal zich verspreidt over het geluidabsorberende element en over een 15 gedeelte van de hechtlaag; iii) afkoelen van het bekledingselement in de matrijs zodanig dat het vezelversterkte thermoplastische kunststofmateriaal een vast dragerelement vormt dat is gehecht aan een gedeelte van de hechtlaag en waarbij het geluidabsorberende element 20 tenminste gedeeltelijk wordt opgesloten tussen het dragerelement en de hechtlaag.
Doordat tijdens het vervaardigen het thermoplastische materiaal van het dragerelement viskeus is, als gevolg van zijn relatief hoge temperatuur, smelt de hechtlaag vast op het 25 dragerelement. Op de plaatsen waar het geluidabsorberende element is aangebracht smelt de hechtlaag niet en wordt er dus geen verbinding tussen de hechtlaag en het dragerelement verkregen. Op deze manier kan door middel van een enkele bewerkingsstap een bekledingselement worden verkregen dat een 30 gewenste vorm heeft en dat tegelijkertijd is voorzien van een geluidabsorberend element. Dit heeft een zeer gunstig effect op de productiekosten van het bekledingselement. Een bijkomend voordeel is dat de werkwijze continu of semi-continu kan worden uitgevoerd. Ook dit heeft een gunstig effect op de 1030284 10 productiekosten van het geluidabsorberende element. Aangezien er vaak weinig ruimte is voor geluidabsorberende elementen is de eenvoudige dikte-opbouw (door meerdere lagen op elkaar te leggen) van voordeel.
5 Bij voorkeur omvat stap i) het verwarmen van het dragerelement tot een temperatuur van tenminste 175 tot 275 graden Celsius; bij voorkeur tussen 200 en 220 graden Celsius en het aanbrengen van het verwarmde dragerelement in de matrijs. Bij voorkeur geschiedt dit verwarmen van het 10 dragerelement in een infrarood oven. Het is echter ook mogelijk om het dragerelement wanneer het in de matrijs ligt te verwarmen zodanig dat het viskeus wordt, echter het eerst verwarmen van het dragerelement alvorens het in de matrijs te plaatsen geniet de voorkeur. Het voordeel van het verwarmen 15 van het dragerelement is dat tijdens het persen het kunststofmateriaal zich relatief gemakkelijk verspreidt door de matrijs zodat het dragerelement homogeen in de gewenste vorm wordt gebracht. Een bijkomend voordeel is dat de perskracht minder groot hoeft te zijn, wat een gunstig effect 20 heeft op de productiekosten. Wanneer polypropeen als kunststof wordt gebruikt, wordt het materiaal bij voorkeur opgewarmd tot ca. 220°C waarna het element in de matrijs wordt gebracht.
Het geniet de voorkeur wanneer de temperatuur van de matrijs lager is dan de temperatuur van het verwarmde 25 dragerelement. Het geniet de voorkeur wanneer de temperatuur van de matrijs tussen de 25°C en de 70°C ligt, meer bijvoorkeur circa 60°C is. Verder ligt de temperatuur van de hechtlaag en het geluidabsorberende element bij voorkeur tussen 10 en 100°C, meest bij voorkeur circa 25°C.
30 Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekt de hechtlaag zich in stap i) over het gehele oppervlak van het geluidabsorberende element uit, zodanig dat bij het uitvoeren van stap ii) het geluidabsorberende element in zijn geheel wordt opgesloten tussen het dragerelement en de 1030284*
II
hechtlaag. Een voordeel hiervan is dat het geluidabsorberende element tijdens het gebruik van het voertuig dat is voorzien van het bekledingselement zich niet kan verplaatsten. Een bijkomend voordeel is dat het geluidabsorberende element is 5 beschermd tegen invloeden van buitenaf zoals bijvoorbeeld , water, olieproducten, brandstof en koelvloeistof.
. Het geniet de voorkeur om eerst de hechtlaag in de matrijs I te brengen en vervolgens het geluidabsorberende element en het i thermoplastische materiaal. Omgekeerd is echter ook mogelijk.
10 Hierbij wordt eerst het thermoplastische kunststofmateriaal in de matrijs gebracht en daarna het geluidabsorberende element en de hechtlaag. Het geniet in het bijzonder de voorkeur om buiten de matrijs het geluidabsorberende element en de hechtlaag samen te voegen tot een totaalpakket, en dit pakket 15 als geheel in de matrijs te brengen.
Het geniet verder de voorkeur wanneer naast de hierboven beschreven hechtlaag een tweede hechtlaag op het bekledingselement wordt aangebracht, welke tweede hechtlaag tussen het geluidabsorberende element en het dragerelement 20 wordt aangebracht. Het voordeel van deze tweede hechtlaag is dat wanneer een uitsparing in het geluidabsorberende element is aangebracht het vezelverstrekte thermoplastisch kunststofmateriaal tijdens het vervaardigen van het bekledingselement niet onder het geluidabsorberende element 25 wordt gedrukt. Aldus wordt vermeden dat tijdens het vervaardigen bij een paar platen een gedeelte van het geluidabsorberende element aan de verkeerde zijde van het dragerelement terechtkomt.
Hierbij geniet het de voorkeur om voor het uitvoeren van 30 stap i) een pakket te vormen van de eerste hechtlaag en de tweede hechtlaag met daartussen het geluidabsorberende element. Dit pakket kan dan in de matrijs worden gebracht en in contact gebracht worden met het vezelversterkte kunststofmateriaal. Dit vormen van een pakket kan worden 1030284' 12 bereikt door bijvoorbeeld een gedeelte van de hechtlagen aan elkaar vast te smelten.
Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet wordt het geluidabsorberende element voorzien van openingen. Tijdens het 5 persen komt in het gebied van deze openingen de hechtlaag in contact met het dragerelement. Doordat het dragerelement relatief warm is, smelt de hechtlaag op het dragerelement en wordt een goede permanente verbinding verkregen. Hierdoor wordt er voor gezorgd dat het geluidabsorberende element 10 tijdens zijn levensduur goed op dezelfde positie blijft zitten. Het gebruik van dergelijke openingen in het geluidabsorberende element is in het bijzonder voordelig als relatief grote oppervlakken van geluidabsorberende element worden gebruikt. Verder is het tevens mogelijk dat tijdens het 15 vervaardigen kleinere openingen worden aangebracht in het gebied waar de hechtlaag aan het dragerelement is gehecht. Dergelijke kleinere openingen kunnen worden gebruikt voor het afvoeren van water dat op het bekledingselement zou kunnen komen tijdens gebruik van het bekledingselement in een 20 voertuig.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bekledingselement dat verkrijgbaar is met de hierboven beschreven werkwijze.
Een vierde aspect van de onderhavige uitvinding heeft 25 betrekking op een voertuigbekledingselement omvattende een bekledingselement zoals hierboven beschreven.
Een laatste aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een bekledingselement volgens de uitvinding voor het bekleden van een voertuig bijvoorkeur van 30 een auto of een vliegtuig.
Genoemde en andere kenmerken van het bekledingselement en de werkwijze voor het vervaardigen van het bekledingselement volgens de uitvinding zullen hierna verder worden verduidelijkt aan de hand van een aantal 1030284" 13 uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij wijze van voorbeeld worden gegeven zonder dat daardoor de uitvinding wordt geacht beperkt te zijn. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: | 5 Figuur 1 toont in aanzicht een uitvoeringsvorm van een j werkwijze voor het vervaardigen van een uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de uitvinding;
Figuur 2 toont in aanzicht de matrijs van Figuur 1 voor het vervaardigen van een uitvoeringsvorm van een 10 bekledingselement , alsmede een uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de uitvinding;
Figuur 3 toont in aanzicht een uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont in aanzicht van uiteen genomen delen een 15 uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de uitvinding;
Figuur 5 toont een zijaanzicht van een bekledingselement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 6 toont een aanzicht van een bekledingselement 20 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 7 toont in detail een afwateringsdeel van een uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de uitvinding
Figuur 8 toont in zijaanzicht een bekledingselement dat is 25 voorzien van een warmtewerend element.
Figuur 9 toont in aanzicht een, van uiteen genomen delen, een uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de uitvinding;
Figuur IA toont een deel van een matrijs 1 voor het 30 vervaardigen van een bekledingselement 2. Het matrijsdeel 1 omvat een vormdeel 3 voor het vormen van een het bekledingselement 2 en een metalen kern 4. Figuur 1B toont het aanbrengen van een hechtlaag 5 van een thermoplastisch materiaal, bij voorkeur polypropeen op het vormdeel 3 van het 1030284' 14 matrijsdeel 1. Op deze hechtlaag 5 wordt een geluidabsorberende element 6 aangebracht Figuur 1C. Het geluidabsorberende element 6 omvat bij voorkeur een schuimstructuur van polyurethaan. Afhankelijk van de positie 5 van het bekledingselement op het voertuig, bij voorkeur een auto is de schuimlaag dunner of dikker, dan wel compacter of bestaat het uit lagen van een verschillend geluidabsorberend materiaal. Vervolgens wordt op het geluidabsorberende element 6 en op de hechtlaag 5 een dragerelement 7 aangebracht, Figuur 10 1D. Hierbij omvat het dragerelement 7 vezelversterkt thermoplastisch materiaal, waarbij het in het bijzonder de voorkeur geniet wanneer het dragerelement een composietmateriaal van polypropeen en glasvezels omvat, zogenaamd LFT of GMT. Het dragerelement 7 is alvorens het in de matrijs te 15 plaatsen verwarmd tot circa 220°C in een infrarood oven. Door het verwarmen wordt het thermoplastische materiaal week en vloeit het onder druk uit waardoor het relatief gemakkelijk in een gewenste vorm kan worden geperst. Hierbij wordt opgemerkt dat het niet noodzakelijk is dat het dragerelement 7 zich voor 20 het persen geheel over het geluidabsorberende element 6 en de hechtlaag 5 uitstrekt. Tijdens het persen van het weke dragerelement 7 zal het thermoplastisch materiaal namelijk geheel uitvloeien. Figuur IE toont de matrijs 1 in gesloten toestand waarbij het bekledingselement 2 in de gewenste vorm 25 wordt geperst. Tijdens dit persen vloeit het thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement 7 uit over de hechtlaag 5 en over het geluidabsorberende element 6. Op de plaatsen waar het weke en relatief warme thermoplastische materiaal van het dragerelement 7 de hechtlaag 5 raakt zal de 30 laatst genoemde vastsmelten aan het dragerelement 7, op de plaatsen waar zich het geluidabsorberende element bevindt gebeurt dit niet. Ook smelt het geluidabsorberende element niet vast aan het dragerelement en/of de hechtlaag. Doordat de hechtlaag 5 zich over het geluidabsorberende element 6 1030284* 15 uitstrekt zal tijdens het persen het geluidabsorberende element 6 worden opgesloten tussen de hechtlaag 5 en het dragerelement 7 zonder dat het geluidabsorberende element 6 is verbonden met het dragerelement. Het geluidabsorberende 5 element 6 wordt tijdens het persen gecomprimeerd maar verkrijgt na het persen nagenoeg volledig zijn oude vorm terug. Verder worden de constructieve eigenschappen van het dragerelement 7 niet of nauwelijks beïnvloed door het aangebrachte geluidabsorberende element 6. Aldus wordt een j 10 voor voertuigen geschikt bekledingselement 2 verkregen.
i
Figuur 2 toont in doorsnede de matijs 1 van Figuur 1, waarbij een bekledingselement 2 is gevormd. Het bekledingselement 2 omvat het dragerelement 7 waarop de hechtlaag 5 is bevestigd door middel van versmelten 5a, 5b.
15 Het geluidabsorberende element 6 is hierbij opgesloten tussen de hechtlaag 5 en het dragerelement 7 zodanig dat het niet meer kan verschuiven tijdens gebruik van het bekledingselement 2 in een voertuig.
Figuur 3 toont een bekledingselement 8 volgens een 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het bekledingselement is zodanig vormgegeven dat het kan dienen als een bodemplaat van een auto. Het bekledingselement 8 omvat een dragerelement 9. Dit dragerelement 9 omvat een verzelversterkt thermoplastisch kunststofmateriaal, bij voorkeur polypropeen versterkt met 25 glasvezel zoals GMT of LFT. Op een gedeelte van het dragerelement 9 is een geluidabsorberend element 10 (niet weergegeven) aangebracht waarover een hechtlaag 11 is ! aangebracht. De hechtlaag 11 sterkt zich hierbij tot over het ! geluidabsorberend element 10 uit zodat tenminste een gedeelte 30 van de hechtlaag 11 raakt aan het dragerelement 9. Op de plaatsen waar de hechtlaag 11 het dragerelement raakt zijn beide 9, 11 aan elkaar vastgesmolten. De gebruikte hechtlaag is bij voorkeur van hetzelfde materiaal als het kunststofmateriaal van het dragerelement 9 zoals polypropeen.
1030284 16
Het voordeel hiervan is dat een goede versmelting en een goede hechting tussen het dragerelement 9 en de hechtlaag 11 plaatsvindt. De hechtlaag 11 sluit zeer nauw over het geluidabsorberende element 10. Hierdoor wordt voorkomen dat 5 het geluidabsorberend element bij gebruik kan verschuiven, en kunnen gewenste vormen precies worden gedefinieerd.
Figuur 4 toont een bekledingselement 12 volgens een uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding in uiteengenomen delen. Het bekledingselement 12 omvat een dragerelement 13 dat 10 is voorzien van een gewenste vorm. Verder omvat het bekledingselement 12 een geluidabsorberend element 14 van bijvoorbeeld polyurethaan schuim. Verder wordt ook een hechtlaag 15 getoond. Deze hechtlaag 15 strekt zich voorbij het oppervlak van het geluidabsorberende element 14 uit. Op de 15 plaatsen waar de hechtlaag 15 het dragerelement 13 raakt zijn ze aan elkaar vastgesmolten zodanig dat het geluidabsorberendelement 14 ertussen wordt opgesloten. Hierbij volgt de hechtlaag en het geluidabsorberendelement 14 in hoofdzaak de vorm van het dragerelement 13.
20 Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van het bekledingselement 8 van Figuur 3. Het bekledingselement 8 omvat het dragerelement 9 waarop het geluidabsorberende element 10 is aangebracht. Dit geluidabsorberende element 10 wordt op zijn plaats gehouden door middel van de er overheen 25 aangebrachte hechtlaag 11. Tenminste een gedeelte 11a van deze hechtlaag 11 strekt zich uit voorbij het geluidabsorberend element. Dit gedeelte 11a is tijdens het vervaardigen van het bekledingselement 8 in contact gekomen met het dragerelement 9 (dat tijdens het vervaardigen week was vanwege de relatief 30 hoge temperatuur ervan) en op het dragerelement vastgesmolten 11b, zodanig dat het geluidabsorberende element 10 tussen het dragerelement 9 en de hechtlaag 11 wordt opgesloten.
Figuur 6 en 7 tonen een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij het geluidabsorberende element 16 is 10302 84" 17 voorzien van een opening 17. Door dat deze opening 17 aanwezig is in het geluidabsorberende element 16 is tijdens het vervaardigen van het bekledingselement 18 de hechtlaag 19 in deze opening 17 aan het dragerelement 20 gehecht, aldus is een 5 kom 21 gedefinieerd. Het voordeel van een dergelijke kom 21 is dat het geluidabsorberend element 16 niet kan verschuiven bij het gebruik van het bekledingslement 18 in een voertuig, zoals een auto. Een ander voordeel is dat bij een uitvoeringsvorm in de kom 20 een opening 22 kan worden aangebracht door de 10 hechtlaag 19 en het dragerelement 20, zodat de kom 20 kan worden gebruikt voor het afvoeren van vloeistoffen zoals bijvoorbeeld water.
Figuur 8 toont een bekledingselement 23 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Het 15 bekledingselement 23 omvat een dragerelement 24 waarop een geluidabsorberend element 26 is aangebracht. Over dit geluidabsorberend element 26 is een hechtlaag 27 aangebracht. Deze hechtlaag 27 is bij een gedeelte 28 dat zich uitstrekt voorbij het geluidabsorberend element 26 versmolten met het 20 dragerelement 24. Verder is een gedeelte van het dragerelement 24 voorzien een warmtewerend element 25. Dit warmtewerende element 25 zorgt ervoor dat het bekledingselement 23 kan worden toegepast in de nabijheid van een warmte bron zoals bijvoorbeeld een uitlaatsysteem (niet weergegeven) zonder dat 25 het dragerelement 24, geluidabsorberend element 26 of de hechtlaag 27 desintegreert, althans smelt of week wordt. Het is echter ook mogelijk om de hechtlaag 27 en/of het dragerelement 24 te voorzien van een warmtewerend element 25 zoals bijvoorbeeld een aluminium plaat. Hierbij kan het 30 warmtewerende element 25 zich ook uitstrekken tot over het gebied waar een geluidabsorberend element is aangebracht.
Figuur 9 toont een bekledingselement 29 volgens een uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding in uiteengenomen delen. Het bekledingselement 29 omvat een dragerelement 30 dat 10302 84 18 is voorzien van een gewenste vorm. Verder omvat het bekledingselement 29 een geluidabsorberend element 32 van bijvoorbeeld polyurethaan schuim. Verder worden een tweetal hechtlagen 34, 35 getoond. De eerste hechtlaag 34 strekt zich 5 voorbij het oppervlak van het geluidabsorberende element 14 uit. Op de plaatsen waar de hechtlaag 34 het dragerelement 30 raakt zijn ze aan elkaar vastgesmolten (of aan de tweede hechtlaag 35) zodanig dat het geluidabsorberendelement 32 ertussen wordt opgesloten. Hierbij volgt de hechtlaag 34 en 10 het geluidabsorberendelement 32 in hoofdzaak de vorm van het dragerelement 30. De tweede hechtlaag 35 bevindt zich tussen het geluidabsorberende element 32 en het dragerelement 30.
Door gebruik te maken van deze tweede hechtlaag 35 wordt voorkomen dat tijdens het vervaardigen van het 15 bekledingselement 29 bij de uitsparing 36 het vezelverstrekte thermoplastisch kunststofmateriaal van het dragerelement 30 aan de bovenzijde van het geluidabsorberende element terechtkomt. Op de plaatsen waar de tweede hechtlaag 35 niet het geluidabsorberende element raakt is het vast gesmolten aan 20 het dragerelement 30. Het geluidabsorberende element 32 kan optioneel worden voorzien van een thermostabiele laag zodanig dat het element 32 niet hecht aan de tweede hechtlaag 35.
Verder is het ook mogelijk om vooraf de eerste hechtlaag 34 aan de tweede hechtlaag 35 te hechten zodanig dat een pakket 25 wordt gevormd waarin het geluidabsorberende element wordt opgesloten. En om tijdens het vervaardigen het pakket in de matrijs te leggen en gedeeltelijk te hechten aan het dragerelement.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven 30 beschreven uitvoeringsvormen, de gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velen mogelijke modificaties denkbaar zijn, zoals onder andere een combinatie van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.
35 10302 84

Claims (48)

1. Bekledingselement omvattende een dragerelement van vezelverstrekt thermoplastisch kunststofmateriaal, tenminste 5 één zich over tenminste een gedeelte van het oppervlak van het dragerelement uitstrekkend geluidabsorberend element en een zich over en voorbij tenminste een gedeelte van het oppervlak van het geluidabsorberende element uitstrekkende hechtlaag, waarbij tenminste een gedeelte van de hechtlaag aan het 10 dragerelement is gehecht zodanig dat het geluidabsorberende element tenminste gedeeltelijk tussen de hechtlaag en het dragerelement is opgesloten.
2. Bekledingselement volgens conclusie 1, waarbij het geluidabsorberende element in hoofdzaak volledig door de 15 hechtlaag en het dragerelement is opgesloten.
3. Bekledingselement volgens conclusies 1 of 2, waarbij de hechtlaag een folie of een fleece is.
4. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-3, waarbij een tweede hechtlaag is aangebracht tussen het 20 geluidabsorberende element en het dragerelement.
5. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-4, waarbij het thermoplastische kunststofmateriaal een polyolefine, bij voorkeur polypropeen, polyamide of polyetheen is.
6. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-5, waarbij het vezelversterkte thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement een vezelpercentage heeft in het bereik van 5 tot 80 gew.%, bij voorkeur 10 tot 25 gew.%, meer bij voorkeur circa 20 gew.%.
7. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de vezels van het dragerelement glasvezels en/of basaltvezels en/of natuurvezels omvatten. 1030284"
8. Bekledingselement volgens conclusie 7, waarbij de natuurvezels hennepvezels, bananenvezels, kokosvezels en/of vlasvezels omvatten.
9. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-8, 5 waarbij het geluidabsorberende element een opencellige structuur omvat.
10. Bekledingselement volgens conclusie 9, waarbij de opencellige structuur een schuimmateriaal omvat, bij voorkeur polyurethaan.
11. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-8, waarbij het geluidabsorberende element viltachtig materiaal, glaswol of steenwol· omvat.
12. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-11, waarbij het geluidabsorberende element afzonderlijke delen met 15 verschillende geluidabsorberende eigenschappen omvat.
13. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-12, waarbij het geluidabsorberende element is voorzien van openingen zodanig dat via de openingen de hechtlaag aan het dragerelement is gehecht.
14. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-13, waarbij de hechtlaag hetzelfde thermoplastische materiaal omvat als het thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement, bij voorkeur polypropeen.
15. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-14, 25 waarbij de hechtlaag is geïmpregneerd met een olie, en/of brandstof afwerend middel.
16. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-15, waarbij tussen het dragerelement en het geluidabsorberende element en/of tussen de hechtlaag en het geluidabsorberende 30 element een thermo-stabiel element is aangebracht.
17. Bekledingselement volgens conclusie 16, waarbij het thermo-stabiele element en het geluidabsorberende element zijn geïntegreerd. 1030284
18. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-17, waarbij een gedeelte van het bekledingselement is voorzien van een warmtewerend element, bij voorkeur een aluminium element.
19. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-18, 5 waarbij het bekledingselement in hoofdzaak vlak is.
20. Bekledingselement volgens een van de conclusies 1-19, waarbij het vezelverstrekte thermoplastisch kunststofmateriaal j van het dragerelement een glasmat versterkte thermoplast (GMT) i of een lange vezelversterkte thermoplast (LFT) omvat.
21. Werkwijze voor het vervaardigen van een bekledingselement omvattende; i) het in een matrijs aanbrengen van een dragerelement van vezelversterkt thermoplastisch kunststofmateriaal van verhoogde temperatuur, van een geluidabsorberend element en 15 van een hechtlaag, zodanig dat de hechtlaag zich over tenminste een gedeelte van het oppervlak van het geluidabsorberende element uitstrekt; ii) het in de matrijs bij verhoogde druk in de gewenste vorm brengen van het dragerelement, het geluidabsorberende 20 element en de hechtlaag voor het vormen van een bekledingselement, waarbij het vezelversterkte thermoplastische kunststofmateriaal van het dragerelement zich in een viskeuze fase bevindt, zodanig dat het kunststofmateriaal zich verspreidt over het geluidabsorberende 25 element en over een gedeelte van de hechtlaag; iii) afkoelen van het bekledingselement in de matrijs zodanig dat het vezelversterkte thermoplastische kunststofmateriaal een vast dragerelement vormt dat is gehecht aan een gedeelte van de hechtlaag en waarbij het 30 geluidabsorberende element tenminste gedeeltelijk wordt opgesloten tussen het dragerelement en de hechtlaag.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij stap i) omvat het verwarmen van het dragerelement tot een temperatuur van tenminste 175 tot 275 graden Celsius; bij voorkeur tussen 200 1030284' en 220 Graden Celcius en het aanbrengen van het verwarmde dragerelement in de matrijs.
23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22, waarbij de hechtlaag zich in stap i) over het ih hoofdzaak gehele 5 oppervlak van het geluidabsorberende element uitstrekt, zodanig dat bij het uitvoeren van stap ii) het geluidabsorberende element in hoofdzaak in zijn geheel wordt opgesloten tussen het dragerelement en de hechtlaag.
24. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-23, waarbij 10 de hechtlaag een folie of fleece is.
25. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-24, waarbij tussen het geluidabsorberende element en het dragerelement een tweede hechtlaag wordt aangebracht.
26. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-25, waarbij 15 het thermoplastische kunststofmateriaal een polyolefine, bij voorkeur polypropeen, polyamide of polyetheen omvat.
27. Werkwijze volgens een van de conclusie 21-26, waarbij het vezelversterkte thermoplastische kunststofmateriaal in viskeuze toestand in de matrijs wordt gebracht.
28. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-27 waarbij eerst de hechtlaag in de matrijs wordt gebracht en vervolgens het geluidabsorberende element en het thermoplastische kunststofmateriaal.
29. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-28, waarbij 25 eerst het thermoplastische kunststofmateriaal in de matrijs wordt gebracht en vervolgens het geluidabsorberende element en de hechtlaag.
30. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-29 waarbij buiten de matrijs het geluidabsorberende element en de j 30 hechtlaag worden samengevoegd en als totaalpakket in de matrijs wordt gebracht.
31. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-30, waarbij het vezelversterkte thermoplastische materiaal van het i i i 1030284" dragerelement een vezelpercentage heeft in het bereik van 5 tot 80%, bij voorkeur 10 tot 25%, meer bij voorkeur circa 20%.
32. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-31, waarbij de vezels van het dragerelement glasvezels en/of basaltvezels 5 en/of natuurvezels omvatten.
33. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-32 waarbij de natuurvezels hennepvezels, bananenvezels, kokosvezels en/of i | vlasvezels omvatten. i
34. Werkwijze volgens een van de conclusie 21-33, waarbij 10 het geluidabsorberende element een opencellige structuur omvat.
35. Werkwijze volgens conclusie 34 , waarbij de opencellige structuur een schuimmateriaal omvat, bij voorkeur polyurethaan.
36. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-35, waarbij i het geluidabsorberende element viltachtig materiaal, glaswol of steenwol omvat.
37. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-36, waarbij de hechtlaag hetzelfde thermoplastische materiaal omvat als 20 het dragerelement, bij voorkeur polypropeen.
38. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-37, waarbij de hechtlaag is geïmpregneerd met een olie en/of benzine afwerend middel. i
39. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-38, waarbij 25 tussen het dragerelement en het geluidabsorberende element en/of tussen de hechtlaag en het geluidabsorberende element een thermostabiel element wordt aangebracht.
40. Werkwijze volgens conclusie 39, waarbij het thermostabiele element en het geluidabsorberende element zijn 30 geïntegreerd.
41. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-40, waarbij een gedeelte van het bekledingselement wordt voorzien van een warmtewerend element, bij voorkeur een aluminium element. '0302 84 '
42. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-41, waarbij het vezelversterkte kunststofmateriaal een glasmat versterkte thermoplast (GMT) of een lange vezel thermoplast (LFT) is.
43. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-42, waarbij 5 het geluidabsorberende element is voorzien van openingen zodanig dat via deze openingen de hechtlaag aan het dragerelement wordt gehecht.
44. Werkwijze volgens een van de conclusies 21-43, waarbij het geluidabsorberende element in meerdere afzonderlijke delen 10 op het dragerdeel wordt aangebracht.
45. Werkwijze volgens conclusie 44, waarbij het geluidabsorberende element meerdere afzonderlijke delen met verschillende geluidabsorberende eigenschappen omvat.
46. Bekledingselement verkrijgbaar volgens de werkwijze 15 van conclusie 20-45.
47. Voertuigbekledingselement omvattende een bekledingselement volgens een van de conclusies 1-20 of 46.
48. Gebruik van een bekledingselement volgens een van de conclusies 1-20 of 46 voor het bekleden van een voertuig, bij 20 voorkeur een auto of vliegtuig. 1030284"
NL1030284A 2005-02-10 2005-10-27 Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element. NL1030284C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030284A NL1030284C2 (nl) 2005-07-27 2005-10-27 Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.
PCT/NL2006/000070 WO2006085760A1 (en) 2005-02-10 2006-02-10 Covering element comprising a sound absorbing element
EP06716613A EP1846230B1 (en) 2005-02-10 2006-02-10 Covering element comprising a sound absorbing element
JP2007555041A JP4804481B2 (ja) 2005-02-10 2006-02-10 吸音部材を備える被覆部材
US11/884,218 US7964519B2 (en) 2005-02-10 2006-02-10 Covering element comprising a sound absorbing element

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029629A NL1029629C2 (nl) 2005-07-27 2005-07-27 Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.
NL1029629 2005-07-27
NL1030284 2005-10-27
NL1030284A NL1030284C2 (nl) 2005-07-27 2005-10-27 Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030284C2 true NL1030284C2 (nl) 2007-01-30

Family

ID=38089153

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030284A NL1030284C2 (nl) 2005-02-10 2005-10-27 Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030284C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3301682A1 (de) * 1983-01-20 1984-07-26 Irbit Holding AG, Freiburg/Fribourg Verfahren zur herstellung von schalldaemmkoerpern
EP0254363A1 (en) * 1986-07-21 1988-01-27 Polynorm Roosendaal B.V. Method for manufacturing a panel
US5900300A (en) * 1997-07-02 1999-05-04 Slaven; John P. High modulus and stiffness polymer foam/GMT composites

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3301682A1 (de) * 1983-01-20 1984-07-26 Irbit Holding AG, Freiburg/Fribourg Verfahren zur herstellung von schalldaemmkoerpern
EP0254363A1 (en) * 1986-07-21 1988-01-27 Polynorm Roosendaal B.V. Method for manufacturing a panel
US5900300A (en) * 1997-07-02 1999-05-04 Slaven; John P. High modulus and stiffness polymer foam/GMT composites

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032572C2 (nl) Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.
EP1846230B1 (en) Covering element comprising a sound absorbing element
KR100642029B1 (ko) 차량에 사용하기 위한 섬유질의 방음 단열 제품
KR101650343B1 (ko) 성형 다층 라이닝의 제조 방법
US5853843A (en) Recyclable headliner material
WO2005087487A2 (en) Multidensity liner/insulator having reinforcing ribs
CZ190699A3 (cs) Absorbér na absorbování akustických zvukových vln a způsob jeho výroby
US20040235376A1 (en) Vehicle interior trim component containing carbon fibers and method of manufacturing the same
US20040234744A1 (en) Vehicle interior trim component of basalt fibers and thermoplastic binder and method of manufacturing the same
CN112243416A (zh) 车辆装饰部件
US7772143B2 (en) Multilayer, composite, fleece material and a method for manufacturing a multilayer, composite, fleece material
WO2016177618A1 (en) Exterior vehicle trim part
KR101697699B1 (ko) 자동차용 2중 엔진 커버 노이즈 방지재와 그 제조방법
NL1030284C2 (nl) Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.
JP2018069813A (ja) 車両用アンダーカバー、及び、その製造方法
NL1029629C2 (nl) Bekledingselement omvattende een geluidabsorberend element.
JP2012188105A (ja) 車両用アンダーカバー及びその製造方法
US20040235377A1 (en) Vehicle interior trim component of basalt fibers and polypropylene binder and method of manufacturing the same
JP5325445B2 (ja) ダッシュインシュレーター
NL2004926B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een brandstoftank
EP3747640B1 (fr) Procédé de fabrication d'une pièce de véhicule automobile et pièce de véhicule associée
CN114683577B (zh) 部件成型方法、防护板及飞行汽车
KR101293470B1 (ko) 차량용 방음재
JP4963169B2 (ja) ホットメルト接着シート、車両用内装品及び車両用内装品の製造方法
JP5014686B2 (ja) シート材

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140501