NL1030216C2 - Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan. - Google Patents

Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan. Download PDF

Info

Publication number
NL1030216C2
NL1030216C2 NL1030216A NL1030216A NL1030216C2 NL 1030216 C2 NL1030216 C2 NL 1030216C2 NL 1030216 A NL1030216 A NL 1030216A NL 1030216 A NL1030216 A NL 1030216A NL 1030216 C2 NL1030216 C2 NL 1030216C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gas meter
housing
line
gas
bracket
Prior art date
Application number
NL1030216A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Ten Hove
Original Assignee
Actaris Meterfabriek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Actaris Meterfabriek B V filed Critical Actaris Meterfabriek B V
Priority to NL1030216A priority Critical patent/NL1030216C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030216C2 publication Critical patent/NL1030216C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F15/00Details of, or accessories for, apparatus of groups G01F1/00 - G01F13/00 insofar as such details or appliances are not adapted to particular types of such apparatus
    • G01F15/18Supports or connecting means for meters
    • G01F15/185Connecting means, e.g. bypass conduits
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L41/00Branching pipes; Joining pipes to walls
    • F16L41/008Branching pipes; Joining pipes to walls for connecting a measuring instrument
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F15/00Details of, or accessories for, apparatus of groups G01F1/00 - G01F13/00 insofar as such details or appliances are not adapted to particular types of such apparatus
    • G01F15/14Casings, e.g. of special material
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F15/00Details of, or accessories for, apparatus of groups G01F1/00 - G01F13/00 insofar as such details or appliances are not adapted to particular types of such apparatus
    • G01F15/18Supports or connecting means for meters

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Measuring Volume Flow (AREA)

Description

TITEL. Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan.
De uitvinding heeft betrekking op een universele gasmeterbeugel gereed voor 5 montage op een hoofdgasleiding.
Een dergelijke gasmeterbeugel is bekend uit NL1009933. Deze bekende beugel omvat een langwerpige buis als voedingsdeel die tevens geschikt is om op enige afstand tegen een wand van bijvoorbeeld een meterkast te bevestigen. Op deze buis is een kogelkraanhuis aangebracht met een aansluiting voor de 10 toevoerleiding naar de gasmeter. Bovendien is de afvoerleiding van de gasmeter ook verbonden zoals gelast op de langwerpige buis, zodat een gasmeter met een standaard voorgeschreven afstand tussen de gasinvoer en de gasuitvoer snel en gemakkelijk kan worden gemonteerd. De uiteinden van de langwerpig buis van de bekende beugel zijn open en nog niet voorzien van een verbindingsstuk met de 15 hoofdgasleiding en van een stop, omdat de hoofdgasieiding zowel links als rechts ten opzichte van de wand van de meterkast kan zijn aangebracht. Als gevolg daarvan moet de monteur ter plaatse de stop en het verbindingsdeel naar de hoofdgasleiding op het juiste uiteinde van de buis aanbrengen. Dit brengt extra montagetijd met zich mee en tevens wordt de kans op lekkage aan de uiteinden 20 vergroot, doordat veelal tijdens de bouw de beugel wordt gemonteerd in een vuile en stoffige omgeving waardoor gemakkelijk verontreiniging van de te koppelen delen kan optreden.
De uitvinding beoogt een universele gasmeterbeugel te verschaffen die eenvoudig kan worden aangepast aan de positie van de hoofdgasleiding ten 25 opzichte van de gasmeter en verder de kans op lekkage sterk vermindert door beperking van het aantal montagehandelingen op locatie.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een universele gasmeterbeugel gereed voor directe montage op locatie op een hoofdgasleiding ter aansluiting van een gasmeter met gestandaardiseerde afstand tussen in- en uitvoeraansluitingen en 30 van een binnenleiding, waarbij de hoofdgasleiding zich hetzij links of rechts ten opzichte van de beugel en gasmeter bevindt, in hoofdzaak bestaande uit: - een koppelingsorgaan, zoals een kogelkraanhuis, ter montage op de hoofdgasleiding, 10 3 0 2 1 6 2 - een invoerleiding van het koppelingsorgaan naar de gasmeterinvoer en - een uitvoerleiding voor koppeling met de gasmeteruitvoer naar de binnenleiding, waarbij de invoerleiding tussen de hoofdgasleiding en de gasmeterinvoer 5 verstelbaar is uitgevoerd, een en ander zodanig dat, onafhankelijk van het feit of de aansluiting op de hoofdgasleiding zich nu links dan wel rechts van de beugel en de gasmeter bevindt, onder gebruikmaking van het op locatie verstellen van de universele gasmeterbeugel t.o.v. de gasmeterinvoer zo door middel van de verstel baarheid in de in te nemen gebruiksstand van de genoemde invoerleiding 10 steeds een direct passende koppeling met de hoofdgasleiding tot stand gebracht wordt.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat de verstelbare invoerleiding tenminste twee onderling te koppelen invoerleidingdelen waarbij in de verstelbaarheid in de in te nemen gebruiksstand is voorzien door middelen die een 15 onderlinge verdraaibaarheid van de leidingdelen ten opzichte van elkaar toestaan. Deze middelen ter verstelling zijn eenvoudig zonder lasbewerkingen te fabriceren In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm is tenminste één leidingdeel voorzien van een in hoofdzaak haakse bocht en waarbij de middelen die in onderlinge verdraaibaarheid voorzien zich in een vertikaal deel van de buisleiding 20 in zijn gebruiksstand bevinden.
Door de verstel middelen in een vertikaal leidingdeel aan te brengen kan een horizontaal leidingdeel gemakkelijk in de juiste gebruiksstand worden verdraaid.
In een derde voorkeursuitvoeringsvorm zijn de invoerleidingdelen gekoppeld door middel van een insteekkoppeling die voorzien is van een of meer 25 O-ringen waarbij de middelen voor de onderlinge verdraaibaarheid gerealiseerd zijn in de insteekkoppeling.
Door het combineren van verstelmiddelen en afdichtingsmiddelen op leidingdelen kan een eenvoudig en goedkoop te vervaardigen verstelbaarheid worden gerealiseerd bij een goede gasdichtheid.
30 In een vierde voorkeursuitvoeringsvorm wordt een tweede deel van de invoerleiding gevormd door twee in hoofdzaak identieke leidingdelen beide voorzien van een haakse bocht en onderling gekoppeld met behulp van een steekkoppeling welke voorzien is van een of meer O-ringen.
3
De invoerleiding kan nu eenvoudig worden samengesteld uit een aantal prefab of vooraf te vervaardigen onderdelen zodat het niet noodzakelijk is gecompliceerde onderdelen uit één stuk te vervaardigen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een tweede deel van de 5 invoerleiding gevormd door één of meer huisleidingdelen voorzien in een behuizing.
In het bijzonder is de gasuitvoerleiding gevormd door één of meer huisleidingdelen voorzien in een behuizing. Door de gasleidingen te vormen in de behuizing zijn een aantal prefab leidingdelen niet nodig, waardoor de 10 gasmeterbeugel gemakkelijk en tegen lage kosten kan worden vervaardigd.
Bij voorkeur zijn de koppelingsdelen van de invoerleidingdelen en het kogelkraanhuis voorzien van (bajonet)vergrendelingsmiddelen.
In het bijzonder is het invoerleidingdeel aan beide uiteinden voorzien van een insteekopening omvattende een uitsparing, rand en groef en dat de 15 insteekuiteinden zijn voorzien van nokken. Door deze maatregelen kan de gasmeterbeugel eenvoudig worden gedemonteerd, terwijl in de gebruiksstand met verzegeling wordt voorkomen dat leidingdelen ongewenst lossen of losraken.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een doosvormige in hoofdzaak gesloten 20 behuizing voor een universele gasmeterbeugel. In het bijzonder is deze behuizing voorzien van compartimenten voor het insluiten van een aantal buisvormige componenten die elk deel uitmaken van de universele gasmeterbeugel en is tevens voorzien van een bevestigingsorgaan voor bevestiging van de gasmeter aan een achterwand of dergelijke steun, in welke behuizing de gebruiksklare 25 positie van alle buisonderdelen gekoppeld is tot aan de invoer naar resp. uitvoer van de gasmeter en naar keuze zowel de linkse of de rechtse gebruikspositie voor de componenten kan worden ingesteld respectievelijk ingenomen.
Bij voorkeur omvat de behuizing twee onderling te verbinden huisdelen waarbij de compartimenten zijn voorzien in minstens één huisdeel.
30 Bij voorkeur vergrendelen de compartimenten de insteekverbindingen tegen ongewenst lossen, maar staan de onderlinge verdraaibaarheid van een of meer leidingbuisdelen toe.
4
Deze behuizing geeft de gasmeterbeugel een fraai uiteriijk, terwijl bovendien deze behuizing aan de buisdelen, met name het verstelbare buisdeel, stevigheid verschaft en tevens bevestiging op de muursteun vereenvoudigd.
5 De uitvinding heeft ook betrekking op een doosvormige behuizing voor een universele gasmeterbeugel, voorzien van huisleidingdelen ter vorming van een deel van de invoerleiding en/of voorzien van huisleidingdelen ter vorming van een deel van de uitvoerleiding en tevens voorzien van een bevestigingsorgaan voor bevestiging van de gasmeter aan een achterwand of dergelijke steun, zodat de 10 leidingdelen van de behuizing in de gebruiksstand gas doorvoeren naar de invoer resp. uitvoer van de gasmeter.
In het bijzonder vormt de insteekkoppeling één geheel met de behuizing. Deze behuizing van de gasmeterbeugel kan gemakkelijk worden vervaardigd, bijvoorbeeld door spuitgieten waardoor de gasmeterbeugel tegen lagere kosten 15 kan worden aangeboden.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een combinatie van een universele gasmeterbeugel met een behuizing.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het monteren van 20 een gasmeterbeugel. Daartoe omvat de werkwijze de volgende stappen: - bevestigen van de muursteun op een achterwand; - naar links of rechts verstellen van de invoerleiding van de gasmeterbeugel in de gebruiksstand aan de hand van de positie van de hoofdgasleiding; 25 - aanbrengen van de prefab gasmeterbeugel op de muursteun door deze met de muursteunklem op de muursteun te schuiven; - verbinden van het koppelingsorgaan zoals een kogelkraanhuis van de gasmeterbeugel met de hoofdgasleiding; - vastzetten, bijvoorbeeld met behulp van bevestigingsmiddelen, van de 30 muursteunklem van de gasmeterbeugel.
Deze werkwijze heeft het voordeel dat een monteur hierdoor sneller en dus goedkoper een gasmeterbeugel kan monteren in de meterkast van een woning.
5
Ook heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een gasmeterbeugel uit één stuk. Daartoe omvat de werkwijze de volgende stappen: - monteren van de invoerleiding door de delen onderling te koppelen; 5 - plaatsen van de invoerleiding en de uitvoerleiding in een huisdeel; - sluiten van de behuizing door een tweede huisdeel over de leidingen aan te brengen.
Deze werkwijze heeft het voordeel, dat voor het vervaardigen van de gasmeterbeugel geen kostbare en tijdrovende productiestappen vereist zijn, zoals 10 bijvoorbeeld het onderling vastlassen van onderdelen.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een behuizing uit één stuk, omvattende de volgende stappen:
Spuitgieten van de behuizing, waarbij voor de vorming van de geïntegreerde leidingdelen spuitgietkernen worden gebruikt; 15 ~ Verwijderen van de spuitgietkernen uit de leidingdelen;
Monteren van deksels op de kernopeningen.
! ! Door het spuitgieten kan de behuizing in één stap met een matrijs en spuitgietkernen worden vervaardigd, waardoor weinig nabewerking nodig is of het vervaardigen van losse onderdelen.
20
De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld van gasmeterbeugel nader worden toegelicht.
Fig. 1A toont een perspectivisch achteraanzicht van de nieuwe gasmeterbeugel 25 die gemonteerd is op een rechts gepositioneerde hoofdgasleiding die in verbinding staat met een gasmeter;
Fig. 1B toont in vooraanzicht de gasmeterbeugel met gasmeter en de rechts gepositioneerde hoofdgasleiding van Fig.lA;
Fig. 2A toont in vooraanzicht de doosvormige behuizing waarin de 30 gasmeterbeugel van Fig.lA is ondergebracht;
Fig. 2B toont in vooraanzicht de invoer- en uitvoerleiding van de gasmeterbeugel van Fig.2A, waarbij de behuizing is weggelaten; 6
Fig. 2C toont in dwarsdoorsnede de invoer- en uitvoerleiding van Fig.2B, waarbij de invoerieiding links gepositioneerd is;
Fig. 3A toont in vooraanzicht de invoer- en uitvoerleiding met het achterste huisdeel van de behuizing; 5 Fig. 3B toont in achteraanzicht de invoer- en uitvoerleiding die zijn ondergebracht in het voorste huisdeel van de behuizing;
Fig. 4A toont in dwarsdoorsnede het kogelkraanhuis;
Fig. 4B toont in bovenaanzicht het kogelkraanhuis van Fig.4A;
Fig. 4C, 4D, 4E, 4F tonen in dwarsdoorsnede vier invoerleidingdelen; 10 Fig. 5A - 5F tonen verschillende aanzichten van alle zijden van het achterste huisdeel;
Fig. 6A - 6F tonen verschillende aanzichten van alle zijden van het voorste huisdeel;
Fig. 7A, 7B tonen in achteraanzicht het monteren van de gasmeterbeugel op de 15 muursteun,
Fig. 8A, 8B tonen in voor- en achteraanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van de gasmeterbeugel,
Fig. 9 toont een perspectivisch vooraanzicht van de behuizing van de alternatieve uitvoeringsvorm van gasmeterbeugel, 20 Fig. 10A - 10F tonen verschillende aanzichten van alle zijden van de behuizing van Fig. 9,
Fig. 11A, 11B tonen dwarsdoorsneden van Fig. 10B,
Fig.12A - 12G tonen verschillende aanzichten van alle zijden van het verstelbare invoerleidingdeel volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, 25 Fig.13A, 13B tonen in zijaanzicht en bovenaanzicht respectievelijk het kogelkraanhuis met bajonet insteekuiteinde,
Fig.14A, 14B tonen in vooraanzicht en bovenaanzicht van een alternatieve muursteun.
Fig.lA toont een gasmeteropstelling met een gasmeterbeugel 1 volgens de 30 uitvinding, een gasmeter 2 en een hoofdgasleiding 3. Een dergelijke opstelling bevindt zich in een meterkast van een woning. Om de montage van de gasmeter 2 te vereenvoudigen wordt veelal een zogenaamde gasmeterbeugel toegepast, waarop de aan te leggen verbindingen reeds prefab zijn aangebracht. Dit heeft het 7 voordeel, dat de monteur of installateur snel en goedkoop het gasverdeelsysteem in een huis kan installeren zonder dat allerlei koppelingen en verbindingen eerst ter plaatse op maat moeten worden gemaakt. Bovendien kan op deze wijze eventuele gaslekkage uit de buisverbindingen of koppelingen als gevolg van 5 vervuiling sterk worden verminderd. In het algemeen wordt afhankelijk van het type hoofdgasleiding waarop moet worden aangesloten de gasmeterbeugel ook reeds vooraf, prefab, voorzien van een passende aansluitadapter. Door in de gasmeterbeugel vooraf ook een afsluiter te monteren, kan in alwachting van de plaatsing van de gasmeter in de woning het gehele gasleidingnet al worden 10 gemonteerd. De afsluiter wordt verzegeld totdat de gasmeter in de woning wordt geplaatst en de gasafname door de gebruiker kan worden gemeten en gefactureerd.
Fig. 1B toont de voorzijde van de gasmeteropstelling met de gasmeter 2 met de gestandaardiseerde, voorgeschreven, afstand L tussen de invoer 4 en de 15 uitvoer 5 van het te meten gas. Bij de gasmeter 2 bevindt zich de gasinvoer 4 altijd links en de gasuitvoer 5 altijd rechts. Het is voordelig gebleken om voor montage van de gasmeter 2 op de hoofdgasleiding 3 een standaard gasmeterbeugel toe te passen, die met behulp van bevestigingsmiddelen, zoals een muursteun, op een wand in een meterkast kan worden bevestigd. De gasmeter 2 wordt dan 20 vervolgens aan de gasmeterbeugel 1 opgehangen. Dit heeft het voordeel, dat op ieder moment tijdens de bouw van de woning het gasleidingnet al kan worden aangelegd, waarna later, bijvoorbeeld na oplevering van de woning en na keuze van de bewoners voor een energieleverancier, een specifieke gasmeter 2 wordt gemonteerd door de leverancier aan de gasmeterbeugel 1. Op een dergelijke 25 gasmeterbeugel kunnen desgewenst een aantal inrichtingen of apparaten standaard worden meegeleverd. In het huidige voorbeeld van in Fig.lA, 1B worden naast de gasleidingen voor gasinvoer en gasafvoer ook een gashoofdafsluiter 7, een drukregelaar of reduceer 8 en een aansluitadapter (niet getoond) voorde hoofdgasleiding prefab gemonteerd. Een dergelijke drukregelaar 30 reduceert bijvoorbeeld de druk van het hoofdnet van 200 mbar naar circa 30 mbar overdruk. Wanneer geen verlaging van de gasdruk noodzakelijk is, bijvoorbeeld doordat het gas in het hoofdgasnet reeds op gebruiksdruk is gebracht, wordt in plaats van een drukregelaar een overstroomkap (niet getoond) aangebracht. Met 8 de tot op heden toegepaste gasmeterbeugels dient de monteur ter plaatse nog aanpassingen te maken aan de beugel afhankelijk van de positie van de ! hoofdgasleiding in de meterkast. De gasmeterbeugel 1 volgens de uitvinding is j daarom voorzien van een gemakkelijk te verstellen gasinvoerleiding 14 (Zie Fig.
5 2B, 2C en 3A) zodat montage nu nog sneller en betrouwbaarder kan worden uitgevoerd. Fig.lA toont het invoerleidingdeel 10 dat eenvoudig over 180° kan worden geroteerd volgens pijl P naar de andere zijde van de gasmeterbeugel 1. In het voorbeeld van Fig.lA, 1B bevindt de hoofdgasleiding 3 zich aan de rechterzijde van de gasmeterbeugel 1 en de gasmeter 2. De essentie van de 10 gasmeterbeugel volgens de uitvinding is, dat deze snel en heel gemakkelijk door de installateur ter plaatse kan worden aangepast aan de positie van de hoofdgasleiding. Daarbij kan de beugel 1 al dan niet zijn voorzien van bekende elementen of inrichtingen als een kogelkraanhuis, een drukregelaar of overstroomkap en aansluitkoppelingen voor respectievelijk de gasmeter 2, de 15 hoofdgasleiding 3 (aansluitadapter) en de binnenleiding of van ieder andere voor de vakman bekende technische equivalente maatregel. Hiernavolgend zal nader in detail worden uitgelegd hoe een dergelijke snel verstelbare gasmeterbeugel 1 kan worden uitgevoerd.
Fig.2A toont de gasmeterbeugel 1 met een klein deel van het gas 20 invoerleidingdeel 10 en een kogelkraanhuis 11 voorzien van een kogelkraanafsluiter 7. De kogelkraan is van een bekend type en principe en zal niet nader omschreven worden. Voorts worden getoond de wartelmoeren voor de gasinvoer 4 en gasuitvoer 5 ten behoeve van montage van de gasmeter. Het leidingwerk is omsloten door een behuizing 12 die een frontplaat of huisdeel 13 25 bevat.
Fig.2B toont de buisleidingen zoals die zijn ondergebracht in de behuizing 12 met de invoerleiding 14 en de uitvoerleiding 15. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de invoerleiding 14 samengesteld uit 3 buisdelen of invoerleidingdelen 10,16,17.
De invoerleidingdelen zijn door middel van gasdichte steekkoppelingen 18 en 19 30 met elkaar verbonden. Invoerleidingdeel 10 met de steekkoppeling 18 kan 180° worden verdraaid volgens pijl R ten opzichte van buisdeel 16 en zo snel worden aangepast aan de bestaande positie van de hoofdgasleiding.
9
Fig.2C toont in dwarsdoorsnede invoerleiding 14 met buisdelen 10, 16, 17 en steekkoppelingen 18,19 die ieder zijn voorzien van twee O-ringen 20, 21. In dit voorbeeld zijn de beide buisdelen 16 en 17 nagenoeg identiek om productietechnische redenen. In afwijking ten opzichte van Fig.2B is 5 invoerleidingdeel 10 naar links verdraaid volgens pijl R voor koppeling met een links gepositioneerde hoofdgasleiding.
Fig.3A toont in vooraanzicht invoerleiding 14 en achterste huisdeel 22. Invoerleiding 14 en invoerleidingdelen 10,16,17 zijn geplaatst in een uitsparing of compartiment 23 voorzien in het huisdeel 22. In Fig.5A, 5B worden de 10 compartimenten 23 nader in detail getoond.
Fig.3B toont in achteraanzicht invoerleiding 14 en voorste huisdeel 13. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het voorste huisdeel 13 voorzien van uitsparingen of compartimenten 23 voor plaatsing van de invoerleiding 14. Het achterste huisdeel 22 is minder hoog dan het voorste huisdeel 13 zodat er ruimte is voor het 15 verstellen van de gasmeterbeugel en voor het verdraaien van het eerste invoerleidingdeel 10. Het voorste huisdeel 13 is aan zijn bovenzijde voorzien van een verlengstuk of kap 24 die het verstelbare invoerleidingdeel 10 in zijn gebruiksstand bedekt en beschermt. Bovendien kan deze kap desgewenst ook de invoerleiding 14 gedeeltelijk omsluiten of ondersteunen. In Fig.6C worden de 20 compartimenten in het voorste huisdeel 13 nader in detail getoond, waarbij voorts in Fig 6A en 6F de uitsparing 24 zichtbaar is waar het verstelbare invoerleidingdeel 10 kan worden ingébracht.
Fig.4A - 4F tonen nader in detail delen van de invoerleiding 14. In Fig.4A en 4B wordt een multifunctioneel kogelkraanhuis 11 getoond met koppelingsdeel 25 30 voor koppeling op de hoofdgasleiding door middel van een geschikte aansluitadapter, uitsparing 31 voor plaatsing van de spindel van een kogelkraan, uitsparing 32 ten behoeve van een drukmeetnippel, gasuitvoer 33, gasinvoer 34 en een speciaal uitgevoerde flens 35 voor een optioneel te plaatsen drukregelaar of overstroomkap en een insteekuiteinde 36. Bij voorkeur wordt de kogel inclusief 30 de afdichtingsmiddelen door opening 30 in ruimte 70 van het huis gebracht, waarna de aansluitadapter vast wordt aangebracht in opening 30, bijvoorbeeld door schroeven en verlijmen, zodat de kogel vast is gemonteerd en afgeschermd voor vervuiling. In Fig.4C wordt in detail invoerleidingdeel 10 getoond met 10 insteekopening 37 voor opname van insteekuiteinde 36 van het kogelkraanhuis 11, haakse bocht 38 en insteekuiteinde 39 ter vorming van de draaibare insteekkoppeling 18. In deze voorkeursuitvoering is het insteekuiteinde 36 van het kogelkraanhuis 11 voorzien van groeven 40 voor montage van 5 afdichtingsmiddelen zoals O-ringen en/of vergrendelingmiddelen zoals een springring zodat na het inbrengen van het insteekuiteinde 36 in de insteekopening 37 de beide leidingdelen een permanente draaibare verbinding vormen. Dit heeft het voordeel, dat het kogelkraanhuis reeds vooraf in een stofvrije omgeving kan worden gemonteerd op de gasmeterbeugel, zodat een gasdichte koppeling kan 10 worden gegarandeerd, terwijl door de draaibaarheid van de koppeling de gasmeterbeugel gemakkelijk verstelbaar blijft in geval van een niet haaks uit de vloer komende hoofdgasleiding. In dit uitvoeringsvoorbeeld is voor een configuratie gekozen, waarbij ieder deel onderling is gekoppeld door in de richting van de gasstroom de delen in elkaar te schuiven. Iedere andere configuratie van 15 insteekverbindingen of van, voor de vakman bekende, verbindingen worden geacht binnen de uitvindingsgedachte te vallen. In Fig.4D, 4E, 4F worden de drie gelijkvormige invoer- en uitvoerleidingdelen 15,16,17 nader in detail getoond. De drie delen 15, 16, 17 zijn in dit voorbeeld vervaardigd door identieke warm geperste koperbuizen onderling verschillend na te bewerken. In dit 20 uitvoeringsvoorbeeld wordt insteekopening 41 van leidingdeel 16 gekoppeld met insteekuiteinde 39 van invoerleidingdeel 10 en insteekuiteinde 42 wordt gekoppeld met insteekopening 43 van invoerleidingdeel 17. Standaard gasmeterkoppelingsuiteinde 44 van leidingdeel 17 dient ter verbinding met de gasinvoer van een gasmeter. Uitvoerleidingdeel 15 is voorzien van een opening 25 45 ten behoeve van een drukmeetnippel en van een standaard gasmeterkoppelingsuiteinde 56 ter verbinding met de gasuitvoer van een gasmeter. Uiteinde 57 van leidingdeel 15 is veelal voorzien van draad 59 ter verbinding met de leidingdelen van het gasnet in de woning. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt het aantal te vervaardigen warm geperste delen 30 beperkt, wat een kostenbesparing met zich mee brengt.
Fig.5A - 5F toont nader in detail achterste huisdeel 22. De compartimenten 23 zijn zodanig aangebracht dat zij de invoerleidingdelen nauw omsluiten, zodat deze leidingdelen worden vergrendeld tegen ongewenst lossen en onderling 11 verdraaien, met uitzondering van de uitsparing ten behoeve van het verstelbare invoerleidingdeel 10, waar het onderling verdraaien van de koppeling met invoerleidingdeel 16 wel wordt toegestaan.
Fig.6A - 6F toont nader in detail voorste huisdeel 13. Dit huisdeel en de 5 compartimenten 23 zijn zodanig gevormd, dat zij kunnen worden samengevoegd met achterste huisdeel 22, waarbij de invoerleidingdelen door beide huisdelen nauw worden omsloten. De beide huisdelen 13, 22 kunnen zijn voorzien van verbindingsmiddelen zoals in-snap-nokken 25, positioneernokken 26 of openingen 27 voor schroefverbindingen.
10 Ter verbetering van de draagkracht van de gasmeterbeugel en met name van de dragende leidingdelen en tevens ter geleiding van de draaibeweging is een aantal nokken 50, 51, 52, 58 aangebracht op de invoer- en uitvoerleidingdelen. Nok 50 op het verstelbare invoerleidingdeel 10 valt in bus 53 aangebracht aan de binnenzijde van de kap 24 van het voorste huisdeel 13. (Zie Fig. 1A, 3B en 6) 15 Daardoor wordt verschuiven van de invoerleiding 14 voorkomen tijdens het draaien en verstellen van invoerleidingdeel 10. Nokken 51 en 58 van respectievelijk invoerleidingdelen 16 en 17 vallen in uitsparingen 54 en 55. Nok 52 van uitvoerleiding 15 valt in opening 56 in het voorste huisdeel 13.
De leidingelementen en huisdelen kunnen vervaardigd worden uit elk geschikt 20 materiaal, zoals b.v. kunststof of metaal.
Fig.7A en 7B tonen nader in detail hoe achterste huisdeel 22 over een muursteun 6 wordt geplaatst die op een wand is gemonteerd. Allereerst zal een monteur de muursteun 6 monteren op de wand van een meterkast nabij de hoofdgasleiding. De muursteun 6 is voorzien van bekende bevestigingsmiddelen 25 zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld langwerpige uitsparingen 64 waarin schroeven kunnen worden aangebracht. Vervolgens wordt door de monteur de invoerleiding van de gasmeterbeugel in de gebruiksstand gebracht aan de hand van de positie van de hoofdgasleiding. Vervolgens wordt de gasmeterbeugel met zijn achterste huisdeel 22 over de muursteun 6 geschoven in de richting van pijl S. Daartoe is 30 het achterste huisdeel 22 voorzien van een muursteunklem 60. In Fig.5F wordt in een zijaanzicht opening 61 getoond tussen muursteunklem 60 en het achterste huisdeel 22 waarin de muursteun 6 kan worden geschoven. Fig.7B toont de gemonteerde stand van de muursteun 6 in het huisdeel 22. In dit 12 uitvoeringsvoorbeeld valt de muursteun 6 in een uitsparing begrenst door bovenen onderrichels 62, 66 van het huisdeel 22. Bijvoorkeur is bovenrichel 62 voorzien van een groef, waarin uitstekende rand 63 van de muursteun 6 wordt opgenomen.
Vervolgens wordt het koppelingsorgaan, zoals een kogelkraanhuis voorzien van 5 de juiste aansluitadapter, verbonden met de hoofdgasleiding. De gasmeterbeugel kan nog horizontaal in de juiste positie worden versteld in de richting van de pijlen T. Daarna wordt de gasmeterbeugel met behulp van de muursteunklem vastgezet op de muursteun 6 bijvoorbeeld met behulp van geschikte verbindingsmiddelen. In dit uitvoeringsvoorbeeld is daartoe de muursteunklem 60 voorzien van openingen 10 65 waarin schroeven kunnen worden vastgedraaid.
Fig.8A en 8B tonen, in achteraanzicht respectievelijk in vooraanzicht, een alternatieve uitvoeringsvorm van de gasmeterbeugel 100 omvattende een behuizing 112, een verstelbaar invoerleidingdeel 110 en een muursteun 106. In 15 deze uitvoeringsvorm wordt de gasinvoerleiding 114 vanaf het kogelkraanhuis 111 naar de gasinvoer 104 gevormd door het verstelbare invoerleidingdeel 110 en de in de behuizing 112 geïntegreerde en opgenomen huisleidingdelen 118, 119 (zie Fig. 11A, 11B) en gasmeterkoppeling 156. De gasuitvoerleiding 115 wordt gevormd door huisleidingdelen 122, 123. Genoemde huisleidingdelen vervangen 20 de losse (warmgeperste koperen) leidingdelen 15, 16, 17 zoals getoond in Fig.
2B, 4D - 4F. Overeenkomstig de uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig.1 A kan het invoerleidingdeel 110 eenvoudig over 180° worden geroteerd volgens pijl P naar de andere zijde van de gasmeterbeugel 100.
In Fig.9 wordt de behuizing 112 volgens de alternatieve uitvoeringsvorm in 25 een perspectivische (onderaanzicht getoond. De gasinvoer 104 en de gasuitvoer 105 van de behuizing zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld voorzien van draad 124 waarin de gasmeterkoppelingen 156 met aansluitwartels ingeschroefd worden voor het vormen van een verbinding met de gasinlaat en de gasuitlaat van de gasmeter. De gasuitvoerleiding 115 steekt uit buiten de voorzijde 113 van de 30 behuizing 112 waardoor het verstellen of roteren van invoerleidingdeel 110 niet wordt gehinderd en bovendien kan de gasuitvoerleiding 115 gemakkelijk worden aangesloten aan het gasleidingnet in de woning of het gebouw. Ook worden de deksels 125 getoond welke twee kernopeningen 126 moeten afsluiten van de 13 gasinvoer- en gasuitvoerleiding (114,115). De behuizing 112 wordt bij voorkeur uit één stuk vervaardigd door middel van spuitgieten. Daartoe worden voorafgaand aan het spuitgieten zes losbare spuitgietkernen in de matrijs aangebracht ter vorming van de leidingdelen 118, 119, 129; 122, 128, 123. De kernopeningen 126 5 voor de horizontale leidingdelen 118, 128 worden vervolgens afgedicht met deksels 125 , bijvoorbeeld door deze ultrasoon vast te lassen of te lijmen.
Fig.lOA - 10F tonen nader in detail behuizing 112 met aanzichten van alle zes zijden. In het achteraanzicht van Fig.lOA is gasinvoerleiding 114 reeds zichtbaar met (insteek)koppelingsdeel 116 ter verbinding met invoerleiding 110 10 (niet getoond). In Fig.lOB - 10F wordt ook het buiten de voorzijde 113 van de behuizing 112 uitstekende gasuitvoerleiding 115 duidelijk getoond. Het (insteek)koppelingsdeel 116 is voorzien van nokken 117 ten behoeve van de bajonetkoppeling met het invoerleidingdeel 110 en is voorzien van groeven 140 voor montage van afdichtingsmiddelen zoals O-ringen (zie ook Fig,11A). In 15 Fig.lOA en 10F wordt getoond hoe deksels 125 de kernopeningen 126 - ontstaan na het verwijderen van de spuitgietkernen - zullen afsluiten en afdichten.
Fig.11A en 11B tonen de dwarsdoorsneden A-A en B-B van Fig.lOB. Vanaf het koppelingsdeel 116 loopt eerste huisleidingdeel 118, voorzien van een haakse bocht, naar het tweede huisleidingdeel 119 en de gasinvoer 104. In dit 20 uitvoeringsvoorbeeld is het tweede huisleidingdeel 119 voorzien van draad 124 zodat daarin een gasmeterkoppeling 156 kan worden ingeschroefd. Aan de andere zijde van de behuizing 112 wordt gasuitvoer 105 getoond met huisleidingdeel 122 welke ook is voorzien van draad 124. In Fig.11B wordt in doorsnede B-B van Fig.lOB de gasuitvoerleiding getoond met gasuitvoer 105 en 25 eerste huisleidingdeel 122. Tweede huisleidingdeel 123 is voorzien van een haakse bocht en strekt zich uit vanaf het eerste huisleidingdeel 122 naar het uiteinde 157 welke veelal ook is voorzien van draad 124 ter verbinding met de leidingdelen van het gasnet in de woning of het gebouw.
Fig.12A - 12G tonen verschillende aanzichten van het verstelbare 30 invoerleidingsdeel 110 volgens de alternatieve uitvoeringsvorm. In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm van Fig.4C is het invoerleidingdeel 110 aan beide uiteinden voorzien van insteekopeningen 137,139. Om demontage mogelijk te maken maar tegelijkertijd te voorkomen dat in de gebruiksstand ongewenst lossen/losraken zal i 14 optreden is aan beide uiteinden een bajonetkoppeling voorzien. Daartoe is de insteekopening 139 voorzien van een uitsparing 130 voor opname van de nokken 117 van het koppelingsdeel 116 van de behuizing 112 (Zie Fig. 10D). Daardoor kunnen de nokken 117 slechts in de uitsparingen 130 vallen wanneer het 5 invoerleidingdeel 110 zich in de 90° tussenpositie bevindt waarbij de insteekopening 137 zich naar achter toe uitstrekt. Door het verdraaien of roteren van het invoerleidingdeel 110 zullen de nokken in de groef 131 achter de rand 132 j opgesloten worden zodat het invoerleidingdeel 110 in de gebruiksstand aan de | linker of de rechterzijde van de gasmeterbeugel is vergrendeld tegen verplaatsing j 10 of lossen in verticale richting.
Insteekopening 137 is ook voorzien van een groef 131 en een rand 132 voor opname van het insteekuiteinde 136 van het kogelkraanhuis 111.
Fig. 13A, 13B tonen de alternatieve uitvoeringsvorm 111 van het kogelkraanhuis 11 van Fig.4A, 4B voorzien van een bajonet insteekuiteinde 136.
15 Het insteekuiteinde is voorzien van groeven 140 voor afdichtingsmiddelen zoals j O-ringen en is tevens voorzien van nokken 141. Wanneer de gehele gasmeterbeugel in de gebruiksstand in een gebouw is gemonteerd en de verzegeling is aangebracht op de verbinding tussen de hoofdgasleiding en de gasmeterbeugel kan het kogelkraanhuis 111 of het invoerleidingdeel niet worden 20 gedemonteerd doordat de nokken 117, 140 niet naar de uitsparingen 130 kunnen worden geroteerd. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn twee nokken toegepast, maar iedere bekende bajonetconfiguratie van nokken en groeven wordt geacht binnen de uitvindingsgedachte te vallen.
Fig.14A, 14B tonen nader in detail een alternatieve uitvoeringsvorm van de 25 muursteun 106. Deze muursteun 106 is horizontaal verplaatsbaar volgens pijl M ten opzichte van de behuizing 112 zoals getoond in Fig.8A. De muursteun 106 kan schuiven achter bovennokken 162 en ondernok 160. De muursteun 106 is voorzien van een uitsparing 161 zodat de onderzijde van de muursteun langs de ondernok 160 kan worden verplaatst en daarmee de gehele muursteun 106 kan 30 worden afgenomen of andersom. De muursteun 106 is voorzien van langwerpige uitsparingen 164 waarin schroeven of andere bevestigingsmiddelen kunnen worden aangebracht. In Fig.8A, 8B wordt getoond dat de uitsparingen 164 van de muursteun 106 uitsteken buiten de zijkanten van de behuizing 112. Bovendien 15 wordt fixeerschroef 127 getoond waarmee de muursteun kan worden vastgeklemd tegen ondernok 160. Daardoor kan de positie van de schroeven gemakkelijk worden afgetekend op de (achter)wand of kan de muursteun zelfs - zonder aftekenen - direct door de monteur worden gemonteerd met een accu-5 boormachine of -schroevendraaier. Zoals getoond in Fig. 14B is de muursteun 106 voorzien van enkele hoeken of bochten en van hoekuitsparingen 163 zodat de bovennokken 162 door de beugel heen kunnen schuiven.
10 1030216

Claims (20)

1. Universele gasmeterbeugel gereed voor directe montage op locatie op een 5 hoofdgasleiding (3) ter aansluiting van een gasmeter (2) met | gestandaardiseerde afstand tussen in- en uitvoeraansluitingen (4, 5, 104, 105) en van een binnenleiding, waarbij de hoofdgasleiding (3) zich hetzij links of rechts ten opzichte van de beugel (1, 100) en gasmeter (2) bevindt, in hoofdzaak bestaande uit: 10. een koppelingsorgaan (11, 111), zoals een kogelkraanhuis, ter montage op de hoofdgasleiding (3), - een invoerleiding (14, 114) van het koppelingsorgaan (11, 111) naar de gasmeterinvoer (4,104) en - een uitvoerleiding (15,115) voor koppeling met de gasmeteruitvoer (5,105) 15 naar de binnenleiding, met het kenmerk, dat de invoerleiding (14, 114) tussen de hoofdgasleiding (3) en de gasmeterinvoer (4, 104) verstelbaar is uitgevoerd, een en ander zodanig dat, onafhankelijk van het feit of de aansluiting op de hoofdgasleiding (3) zich nu links dan wel rechts van de beugel (1, 100) en de gasmeter (2) bevindt, 20 onder gebruikmaking van het op locatie verstellen van de universele gasmeterbeugel (1, 100) t.o.v. de gasmeterinvoer (3) zo door middel van de verstelbaarheid in de in te nemen gebruiksstand van de genoemde invoerleiding steeds een direct passende koppeling met de hoofdgasleiding (3) tot stand gebracht wordt. 25 i
2. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verstelbare invoerleiding (14, 114) tenminste twee onderling te koppelen invoerleidingdelen (10, 16; 110, 118, 119) omvat waarbij in de verstelbaarheid in de in te nemen gebruiksstand is voorzien door middelen die een onderlinge 30 verdraaibaarheid van de leidingdelen (10, 16; 110, 129) ten opzichte van elkaar toestaan. 1030216 i j
3. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tenminste één leidingdeel (10, 110) is voorzien van een in hoofdzaak haakse bocht en waarbij de middelen die in onderlinge verdraaibaarheid voorzien zich in een vertikaal deel van de buisleiding in zijn gebruiksstand bevinden. 5
4. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de invoerleidingdelen (10, 16; 110, 129) zijn gekoppeld door middel van een insteekkoppeling (18, 116) die voorzien is van een of meer O-ringen (20) waarbij de middelen voor de onderlinge verdraaibaarheid gerealiseerd zijn in 10 de insteekkoppeling (18, 116).
5. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een tweede deel van de invoerleiding (14) wordt gevormd door twee in hoofdzaak identieke leidingdelen (16, 17) beide voorzien van een haakse bocht en 15 onderling gekoppeld met behulp van een steekkoppeling (19) welke voorzien is van een of meer O-ringen (21).
6. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een tweede deel van de invoerleiding (114) wordt gevormd door één of meer 20 huisleidingdelen (118,119,129) voorzien in een behuizing (112).
7. Universele gasmeterbeugel volgens een der voorgaande conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de gasuitvoerleiding (115) is gevormd door één of meer huisleidingdelen (122,123,128) voorzien in een behuizing (112).
8. Universele gasmeterbeugel volgens een der voorgaande conclusie 1-7, met het kenmerk, dat het koppeiingsorgaan (11, 111) gevormd wordt door een kogelkraanhuis omvattende: 5. een vertikaal buisdeel ter aansluiting op de hoofdgasleiding; - een afsluiterdeel (70) voorzien van een bedienbare afsluiter, zoals een kogel kraan; - een eerste verticaal huisleidingdeel dat als gasuitvoer (33) dient; - een zich horizontaal uitstrekkend flensdeel (35) omvattende de gasinvoer 10 (34) en de gasuitvoer (33), ter verbinding met een drukregelaar of overstroomkap; - een tweede huisleidingdeel met haakse bocht, zich verticaal uitstrekkend vanaf de gasinvoer (34) en aansluitend zich horizontaal uitstrekkend in het verlengde van de invoerleiding (14,114); 15. een insteekkoppeling (36, 37, 136) ter verbinding met de invoerleiding (14, 114).
9. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de insteekkoppeling (36, 37) tussen het kogelkraanhuis (11) en invoerleidingdeel 20 (10) is voorzien van vergrendelingsmiddelen zoals een springring en een groef ten behoeve van het handhaven van een permanente draaibare verbinding.
10. Universele gasmeterbeugel volgens een der voorgaande conclusie 4 - 7, met het kenmerk, dat de koppelingsdelen (116, 136, 139) van de 25 invoerleidingdelen (110, 129) en het kogelkraanhuis (111) zijn voorzien van (bajonet)vergrendelingsmiddelen (117,130,131,132,141).
11. Universele gasmeterbeugel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het invoerleidingdeel (110) aan beide uiteinden is voorzien van een insteekopening 30 (137, 139) omvattende een uitsparing (130), rand (131) en groef (132) en dat de insteekuiteinden (116,136) zijn voorzien van nokken (117,141).
12. Doosvormige in hoofdzaak gesloten behuizing (12) voor een universele gasmeterbeugel (1) volgens conclusies 1 - 5, 8, 9 voorzien van compartimenten (23) voor het insluiten van een aantal buisvormige componenten (10, 15, 16, 17) die elk deel uitmaken van de universele 5 gasmeterbeugel en tevens voorzien van een bevestigingsorgaan (6) voor bevestiging van de gasmeter (2) aan een achterwand of dergelijke steun, in welke behuizing (12) de gebruiksklare positie van alle buisonderdelen gekoppeld is tot aan de invoer (4) naar resp. uitvoer (5) van de gasmeter (2) en naar keuze zowel de linkse of de rechtse gebruikspositie voor de componenten 10 kan worden ingesteld respectievelijk ingenomen.
13. Behuizing voor universele gasmeterbeugel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de behuizing (12) twee onderling te verbinden huisdelen (13, 22) omvat waarbij de compartimenten (23) zijn voorzien in minstens een huisdeel. 15
14. Behuizing voor universele gasmeterbeugel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de compartimenten (23) de insteekverbindingen (18, 19) vergrendelen tegen ongewenst lossen, maar de onderlinge verdraaibaarheid van een of meer leidingbuisdelen toestaat. 20
15. Doosvormige behuizing (112) voor een universele gasmeterbeugel (100) volgens conclusies 1 - 7, 10, 11 voorzien van huisleidingdelen (118, 119, 129) ter vorming van een deel van de invoerleiding (114) en/of voorzien van huisleidingdelen (122, 123, 128) ter vorming van een deel van de uitvoerleiding 25 (115) en tevens voorzien van een bevestigingsorgaan (6,106) voor bevestiging van de gasmeter (2) aan een achterwand of dergelijke steun, zodat de leidingdelen van de behuizing (112) in de gebruiksstand gas doorvoeren naar de invoer (104) resp. uitvoer (105) van de gasmeter (2).
16. Behuizing (112) voor universele gasmeterbeugel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de insteekkoppeling (116) één geheel vormt met de behuizing.
17. Werkwijze voor het vervaardigen van een behuizing (112) uit één stuk volgens conclusie 15 of 16, omvattende de volgende stappen: - Spuitgieten van de behuizing (112), waarbij voor de vorming van de geïntegreerde leidingdelen (118, 119, 129; 122, 123, 128) 5 spuitgietkernen worden gebruikt. - Verwijderen van de spuitgietkernen uit de leidingdelen (118, 119, 129; 122, 123,128) - Monteren van deksels (125) op de kernopeningen (126).
18. Combinatie van een universele gasmeterbeugel volgens een der voorgaande conclusies 1-11 met een behuizing volgens conclusies 12 - 16.
19. Werkwijze voor het monteren van gasmeterbeugel volgens een der conclusies 1-7, omvattende de volgende stappen: 15. bevestigen van de muursteun (6) op een achterwand; - naar links of rechts verstellen van de invoerleiding van de gasmeterbeugel in de gebruiksstand aan de hand van de positie van de hoofdgasleiding; - aanbrengen van de prefab gasmeterbeugel (1) op de muursteun (6) 20 door deze met de muursteunklem (60) op de muursteun (6) te schuiven; - verbinden van het koppelingsorgaan (11) zoals een kogelkraanhuis van de gasmeterbeugel met de hoofdgasleiding (3); - vastzetten, bijvoorbeeld met behulp van bevestigingsmiddelen, van de muursteunklem (60) van de gasmeterbeugel (1).
20. Werkwijze voor het vervaardigen van een gasmeterbeugel uit één stuk volgens conclusie 11 omvattende de volgende stappen: - monteren van de invoerleiding (14) door de delen (10, 16, 17) onderling te 5 koppelen; - plaatsen van de invoerleiding (14) en de uitvoerleiding (15) in een huisdeel (13, 22); - sluiten van de behuizing (12) door een tweede huisdeel (13, 22) over de leidingen (14,15) aan te brengen. 1 0 30 2 1 6
NL1030216A 2005-10-18 2005-10-18 Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan. NL1030216C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030216A NL1030216C2 (nl) 2005-10-18 2005-10-18 Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030216A NL1030216C2 (nl) 2005-10-18 2005-10-18 Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan.
NL1030216 2005-10-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030216C2 true NL1030216C2 (nl) 2007-04-19

Family

ID=36095840

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030216A NL1030216C2 (nl) 2005-10-18 2005-10-18 Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030216C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE937669C (de) * 1940-12-10 1956-01-19 Gustav-Adolf Schenke Anschlussarmatur fuer Mengenzaehler, insbesondere Gaszaehler
DE8713027U1 (de) * 1987-09-28 1987-11-19 Flege, Uwe, Dipl.-Ing., 2104 Hamburg Wasserzähler-Anschlußrohr für Rundstromventile
US5567875A (en) * 1995-05-05 1996-10-22 Schlumberger Industries, Inc. Modular gas meter assembly and associated manifold
NL1009933C2 (nl) * 1998-08-24 2000-02-25 Kz Meet En Regelapparatuur B V Gasmeterarmatuur.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE937669C (de) * 1940-12-10 1956-01-19 Gustav-Adolf Schenke Anschlussarmatur fuer Mengenzaehler, insbesondere Gaszaehler
DE8713027U1 (de) * 1987-09-28 1987-11-19 Flege, Uwe, Dipl.-Ing., 2104 Hamburg Wasserzähler-Anschlußrohr für Rundstromventile
US5567875A (en) * 1995-05-05 1996-10-22 Schlumberger Industries, Inc. Modular gas meter assembly and associated manifold
NL1009933C2 (nl) * 1998-08-24 2000-02-25 Kz Meet En Regelapparatuur B V Gasmeterarmatuur.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7204267B1 (en) Modular rough-in plumbing accessary
US20150225931A1 (en) Plumbing supply boxes
US11788261B2 (en) Configurable faucet apparatus and methods of implementing and operating same
NL1030216C2 (nl) Universele gasmeterbeugel, werkwijze voor montage en werkwijze voor vervaardiging ervan.
US20150204461A1 (en) Modular Plumbing Bracket
US3333284A (en) Plumbing fixture
RU2578490C2 (ru) Монтажная коробка скрытой установки для имеющего выполненный с возможностью электронного управления узел регулировки температуры и расхода смесительного модуля
JP7106355B2 (ja) アダプタ要素を備える付属品取付台、乗り物用化粧室、及び、付属品取付台を備える乗り物
RU2011152481A (ru) Модульная система скрытой установки с центральным смесительным модулем скрытой установки
DE502004001628D1 (de) Verbinder für die Befestigung von Montageprofilen der Sanitärtechnik sowie Traggestell mit einem solchen Verbinder
JP6840628B2 (ja) 継手収容ボックス、継手収容ボックスと配管保護カバーとの組付装置、及び混合水栓の設置構造
JP2009236468A (ja) 固定補助具及び開口閉塞具
JP4197960B2 (ja) トイレの排水構造
GB2597124A (en) Wall mounting for radiator
JP2005140172A (ja) 計量器回り一体型配管ユニット
KR20090002771U (ko) 디퓨져 조립체
NL1022849C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor aansluiting van een meettoestel.
CN221724688U (zh) 连接装置及制冷设备
JP2002371600A (ja) 水道用コンセント
KR102447281B1 (ko) 내구성이 향상된 통합분배기
KR102380631B1 (ko) 벽밀착형 스탠드 및 플로우 스탠드 공용화 tv 거치대
CN215522147U (zh) 一种暗装恒温淋浴龙头预埋体
JP2763091B2 (ja) ガスメータ取付装置
KR20150136952A (ko) 교환시에 설치가 용이한 보일러에 연결되는 난방 분배기
CZ9015U1 (cs) Skříň pro měření a regulaci plynu

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: ITRON NEDERLAND B.V.

Effective date: 20090903

SD Assignments of patents

Effective date: 20120726

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171101