NL1030079C2 - Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine. - Google Patents

Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1030079C2
NL1030079C2 NL1030079A NL1030079A NL1030079C2 NL 1030079 C2 NL1030079 C2 NL 1030079C2 NL 1030079 A NL1030079 A NL 1030079A NL 1030079 A NL1030079 A NL 1030079A NL 1030079 C2 NL1030079 C2 NL 1030079C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tooth
haymaking machine
piece
arm
ground
Prior art date
Application number
NL1030079A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Christianus Havermans
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1030079A priority Critical patent/NL1030079C2/nl
Priority to EP06076704A priority patent/EP1769672B1/en
Priority to DE602006001708T priority patent/DE602006001708D1/de
Priority to AT06076704T priority patent/ATE400174T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1030079C2 publication Critical patent/NL1030079C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D80/00Parts or details of, or accessories for, haymakers
    • A01D80/02Tines; Attachment of tines

Landscapes

  • Soil Working Implements (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)

Description

\
HOOIBOUWMACHINE VOOR HET VERPLAATSEN VAN OP DE GROND LIGGEND GEWAS EN TAND VOOR EEN DERGELIJKE HOOIBOUWMACHINE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke tand is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage DE-3133843-A1. Hierin is een hooibouwmachine geopenbaard met een rotor met gestuurde armen. Op deze armen zijn tanden bevestigd met aan de bovenzijde 10 windingen. Ongeveer halverwege is de tand zodanig gekromd dat een boogvormig middenstuk ontstaat met in het verlengde hiervan een vrij uiteinde. Dit vrije uiteinde is in de werkrichting gericht. Het onderste deel van het boogvormige middenstuk verloopt schuin naar voren in de werkrichting, zodat het als een drager voor het op te pakken gewas kan fungeren.
15 Nadeel van een dergelijke tand is dat als de tand in contact komt met de bodem de tand gemakkelijk de bodem indringt. Dit kan leiden tot het meenemen van aarde, waardoor vervuiling van het gewas optreedt. Dit effect treedt met name op bij hobbelige bodems.
Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding een tand 20 te verschaffen met een goede transportwerking, die weinig vervuiling veroorzaakt.
Hiertoe wordt een tand van de boven beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1. Hiermee wordt een tand verkregen waarin in de werkpositie het eindstuk een hoek met het middenstuk maakt in het genoemde verticale vlak. Bij contact met de bodem zal 25 het eindstuk minder gemakkelijk de grond indringen en dientengevolge minder vervuiling opleveren. Nadat het gewas is opgepakt door het eindstuk kan het door het boogvormige deel verder worden meegenomen, op enige afstand van de bodem.
Bij voorkeur is het eindstuk in werkpositie stekend ten opzichte van 30 de bodem georiënteerd. Een stekende tand kan gemakkelijker het gewas oppakken.
Volgens een voordelige uitvoering van de uitvinding is het eindstuk in werkpositie loodrecht, althans ten minste ongeveer loodrecht ten opzichte van de bodem georiënteerd. Een dergelijke loodrechte stand heeft een minimale neiging 1 030 0 79_ * 2 om de bodem in te dringen, terwijl het eindstuk toch het gewas goed oppakt, zonder dat het gewas de neiging heeft onder de tand door te glijden. Bedoeld is een oriëntatie in een onbelaste toestand van de tand. In het geval de tand in aanraking komt met gewas of de bodem zal deze tand een kracht ondervinden 5 tegen de werkrichting in. Door de verende werking van de tand zal de tand tegen de werkrichting in uitwijken, waardoor de oriëntatie van het eindstuk anders is dan in een onbelaste situatie.
In een verdere voordelige uitvoering omvat het eindstuk ten opzichte van de totale lengte van de tand een relatief kort recht stuk. Door de relatief korte 10 lengte kan het gewas, na te zijn opgepakt door het eindstuk, gemakkelijk in het middenstuk komen om vervolgens door dit middenstuk te worden meegenomen.
In een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de tand ten minste één volledige winding. Deze levert een extra verende werking van de tand op.
15 In het bijzonder staat de symmetrieas van de winding loodrecht, althans nagenoeg loodrecht op het vlak opgespannen door het middenstuk. In normaal bedrijf liggen de grootste krachten in het vlak opgespannen door het middenstuk. Deze krachten kunnen volledig door torderen van de winding of windingen worden opgevangen.
20 In een bijzondere uitvoeringsvorm omgeeft de winding ten minste ten dele de arm. Indien de tand breekt op de plaats van een winding zullen de restanten om de arm blijven zitten.
Het is productietechnisch voordelig indien de gehele tand uit een enkele streng is gevormd.
25 Volgens een andere voordelige uitvoeringsvorm omvat de tand een fixatiedeel omvat voor fixatie op de arm waarbij het fixatiedeel door twee windingen wordt omgeven. Dit geeft een robuuste constructie die goed bestand is tegen tandbreuk.
In een verdere uitvoering is het middenstuk rond of ovaal. Dit levert 30 een constructie zonder piaatseiijke verzwakkingen.
In een alternatieve uitvoering is het middenstuk gehoekt. Een dergelijke gehoekte vorm is productietechnisch gemakkelijk te verwezenlijken.
In een verdere alternatieve uitvoering is de arm bevestigd aan een rotor en omvat een middenstuk aan de binnenzijde van de rotor een kleinere of 1 0300 79_ 3 geen kromming in vergelijking met een middenstuk gelegen verder aan de buitenzijde van de arm. Op deze wijze wordt, in radiale richting van de rotor gezien, door de tanddelen een kom gevormd. Hierdoor treedt er minder verlies van gewas op aan de binnenzijde van de rotor.
5 Bij voorkeur is de tand onder voorspanning op de arm bevestigd.
Hierdoor zal een tanddeel slechts uitwijken bij een hoge belasting. Deze hoge belasting treedt bijvoorbeeld op als de tand de bodem raakt. Bij normale belasting tijdens het transporteren van gewas zal het tanddeel in zijn ideale stand blijven staan.
10 De uitvinding heeft verder betrekking op een tand geschikt voor gebruik in een hooibouwmachine volgens de uitvinding.
De uitvinding zal hierna in detail worden toegelicht aan de hand van tekeningen van uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 geeft een zijaanzicht weer van een hooibouwmachine 15 volgens de uitvinding met een rotor met gestuurde armen;
Figuur 2 geeft een vooraanzicht weer van een detail van een eerste uitvoering van een hooibouwmachine volgens de uitvinding;
Figuur 3 geeft een zijaanzicht weer van een detail van een eerste uitvoering van een hooibouwmachine volgens de uitvinding; 20 Figuur 4 geeft een vooraanzicht weer van een detail van een tweede uitvoering van een hooibouwmachine volgens de uitvinding;
Figuur 5 geeft een zijaanzicht weer van een detail van een tweede uitvoering van een hooibouwmachine volgens de uitvinding;
Figuur 6 geeft een zijaanzicht weer van een detail van een derde 25 uitvoering van een hooibouwmachine volgens de uitvinding.
Figuur 1 laat een hooibouwmachine 1 zien voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas met een bij voorkeur stuurbare arm 2 waaraan ten minste één tand 3, 4, 5, 6 is bevestigd, welke tand 3, 4, 5, 6 een bevestigingsstuk 30 7 omvat, een middenstuk 8 met een zodanig gekromd deel, dat althans dit deel van de tand 3, 4, 5, 6 geschikt is voor het meenemen van het gewas, en een eindstuk 9 voor het grijpen van het op de grond liggende gewas, welke tand 3, 4, 5, 6 in bedrijf onder invloed van een beweging van de arm 2 een werkpositie inneemt waarin het op de grond liggende gewas wordt gegrepen en waarbij het 1030079 i 4 middenstuk 8 in de werkrichting R gezien een holle vorm heeft in het verticale vlak evenwijdig aan de werkrichting R, met het kenmerk dat in de werkpositie het eindstuk 9 een hoek met het middenstuk 8 maakt in het genoemde verticale vlak. De hooibouwmachine 1 omvat een wielstel voor afsteuning op de bodem en een 5 rotor 10 die via een aandrijfas aandrijfbaar is door een niet afgebeelde trekker. De hooibouwmachine 1 kan via een driepuntsbok 11 aan de trekker worden bevestigd. Op de rotor 10 zijn armen 2 aangebracht met aan de uiteinden tanden 3, 4, 5, 6, elk uitgevoerd met twee langwerpige tanddelen. De hooibouwmachine 1 is van het op zich bekende gestuurde type, hetgeen inhoudt dat de tanden 3, 4, 5, 10 6 op de armen 2 van de rotor 10 afhankelijk van de positie van de rotor 10 een andere hoek innemen. Als de tanden 3, 4, 5, 6 in de werkpositie staan, bevinden de eindstukken 9 zich het dichtst bij de bodem. Deze werkpositie wordt tijdens de rotatie van de rotor 10 ingenomen van ruwweg de aangezichtszijde (Figuur 1) tot aan de zijde waar het zwad dient te worden afgelegd. Aan de achterzijde van de 15 hooibouwmachine 1 worden de armen 2 zodanig gedraaid dat de tanden 3, 4, 5, 6 horizontaal staan.
Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de tanden 3, 4, 5, 6 wordt verwezen naar de Figuren 2 en 3. In Figuur 2 is een arm 2 afgebeeld met vier tanden 4. Figuur 3 laat een zijaanzicht zien van deze arm 2. In beide Figuren 20 2 en 3 zijn de tanden 4 afgebeeld in werkpositie. Het eindstuk 9 is loodrecht, althans ten minste ongeveer loodrecht ten opzichte van de bodem georiënteerd en omvat ten opzichte van de totale lengte van de tand 3, 4, 5, 6 een relatief kort recht stuk. De tand 4 omvat ten minste één volledige winding 12, waarbij de symmetrieas van de winding 12 loodrecht, althans nagenoeg loodrecht staat op 25 het vlak opgespannen door het middenstuk 8. Dit vlak is gelijk aan het verticale vlak evenwijdig aan de werkrichting R. De windingen 12 omgeven de arm 2, waarbij de tand 4 een fixatiedeel 14 omvat voor fixatie op de arm 2, waarbij het fixatiedeel 14 door twee windingen 12 wordt omgeven. Het middenstuk 8 is gehoekt. Dat wil zeggen dat het middenstuk 8 een nagenoeg recht onderste deel 30 en een nagenoeg recht bovenste deel omvat, welke delen via een relatief kort gebogen deel met elkaar zijn verbonden.
Op de arm 2 is een aanslag 13 aangebracht waartegen de tand 4 drukt. Op deze wijze is de tand 4 onder voorspanning op de arm 2 bevestigd. Deze voorspanning zorgt ervoor dat de tand 4 pas tegen de werkrichting R uitwijkt _1030079_ 5 als de duwkracht tegen het gewas of de bodem een grenswaarde heeft bereikt. Deze aanslag 13 is verstelbaar zodat de voorspankracht en daarmee de grenswaarde aan te passen is aan het gewas en de bodemgesteldheid.
De Figuren 4 en 5 laten een alternatieve uitvoering zien van de 5 hooibouwmachine 1. In vergelijking met de tanden 4 van de Figuren 2 en 3 omgeven de windingen 12 van de tand 5 niet de arm 2, maar strekt het fixatiedeel 14 zich uit tot buiten de omtrek van de windingen 12. Bij de hier afgebeelde tand 5 is het middenstuk 8 rond en is het eindstuk 9 in werkpositie stekend ten opzichte van de bodem georiënteerd.
10 Figuur 6 laat een derde uitvoering zien van een tand 6 volgens de uitvinding toegepast op een hooibouwmachine 1 met een rotor. Afgebeeld is een arm 2 met meerdere tanden 6, waarbij een middenstuk 8 aan de binnenzijde van de rotor 10 een kleinere of geen kromming omvat in vergelijking met een middenstuk 8 gelegen verderop aan de buitenzijde van de arm 2. Afgebeeld zijn in 15 totaal vier tanddelen waarvan de eindstukken 9 in een rechte rij dwars op de werkrichting R liggen. De middenstukken 8 vormen in radiale richting een komvormige ruimte die belet dat gewas aan de binnenzijde van de rotor 10 raakt. In een niet afgebeelde alternatieve uitvoering vormen de tanddelen ook aan de buitenzijde van de rotor 10 een komvormige ruimte. Alle tanden 3, 4, 5, 6 zijn i 20 gevormd uit een enkele streng verenstaal.
De werking van de hooibouwmachine 1 is kort omschreven als volgt. De rotor 10 roteert, waardoor de arm 2 om zijn eigen as een werkpositie gaat innemen, waarbij de tanden 3, 4, 5, 6 naar beneden worden gericht. In deze werkpositie (Figuren 3, 5 en 6) wordt het op de grond liggende gewas door het 25 eindstuk 9 gegrepen. Het gewas wordt naar boven gedrukt, waardoor het op het middenstuk 8 komt te rusten. Het grootste deel van het gegrepen gewas wordt door het middenstuk 8 in rotatie rondom de rotoras van de rotor 10 meegenomen. Aan de zwadvormende zijde roteert de arm 2 zodanig dat de tanden (3, 4, 5, 6) een horizontale positie gaan innemen. Door deze rotatie glijdt het gewas uit het 30 middenstuk 8 en komt het in een zwad te liggen.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringen van de tanden 3, 4, 5, 6 en van een hooibouwmachine 1 van het gestuurde-arm-type. De uitvinding is ook toepasbaar op hooischudders en harken met andere type aandrijvingen, zoals bandharken. De inventieve tanden 3, _1 0300 79_ 6 4, 5, 6 zijn ook toepasbaar in een pick-upinrichting van bijvoorbeeld een balenpers of in bladharkmachines. De tanden 3, 4, 5, 6 kunnen ook slechts één langwerpig tanddeel omvatten en kunnen elk mogelijk aantal windingen 12 omvatten.
1030079_

Claims (15)

1. Hooibouwmachine (1) voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas met een bij voorkeur stuurbare arm (2) waaraan ten minste één tand (3, 4, 5 5, 6) is bevestigd, welke tand (3, 4, 5, 6) een bevestigingsstuk (7) omvat, een middenstuk (8) met een zodanig gekromd deel, dat althans dit deel van de tand (3, 4, 5, 6) geschikt is voor het meenemen van het gewas, en een eindstuk (9) voor het grijpen van het op de grond liggende gewas, welke tand (3, 4, 5, 6) in bedrijf onder invloed van een beweging van de arm (2) een werkpositie inneemt waarin 10 het op de grond liggende gewas wordt gegrepen, en waarbij het middenstuk (8) in de werkrichting R gezien een holle vorm heeft in het verticale vlak evenwijdig aan de werkrichting R, met het kenmerk, dat in de werkpositie het eindstuk (9) een hoek met het middenstuk (8) maakt in het genoemde verticale vlak.
2. Hooibouwmachine (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het eindstuk (9) in werkpositie stekend ten opzichte van de bodem is georiënteerd.
3. Hooibouwmachine (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eindstuk (9) in werkpositie loodrecht, althans ten minste ongeveer loodrecht ten opzichte van de bodem is georiënteerd.
4. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat het eindstuk (9) ten opzichte van de totale lengte van de tand (3, 4, 5,6) een relatief kort recht stuk omvat.
5. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tand (3,4, 5, 6) ten minste één volledige winding (12) omvat.
6. Hooibouwmachine (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 25 symmetrieas van de winding 12 loodrecht, althans nagenoeg loodrecht staat op het vlak opgespannen door het middenstuk (8).
7. Hooibouwmachine (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de winding (12) ten minste ten dele de arm (2) omgeeft.
8. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat de gehele tand (3,4, 5, 6) uit een enkele streng is gevormd.
9. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tand (3, 4, 5, 6) een fixatiedeel (14) omvat voor fixatie op de arm (2) waarbij het fixatiedeel (14) door twee windingen (12) wordt omgeven. _1030070_
10. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het middenstuk (8) rond of ovaal is.
11. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het middenstuk (8) gehoekt is.
12. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm (2) is bevestigd aan een rotor (10) en waarbij een middenstuk (8) aan de binnenzijde van de rotor (10) een kleinere of geen kromming omvat in vergelijking met een middenstuk (8) gelegen verder aan de buitenzijde van de arm (2).
13. Hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tand (3, 4, 5, 6) onder voorspanning op de arm (2) is bevestigd.
14. Tand (3, 4, 5, 6) geschikt voor gebruik in een hooibouwmachine (1) volgens een der voorgaande conclusies.
15 ! 1030079_
NL1030079A 2005-09-30 2005-09-30 Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine. NL1030079C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030079A NL1030079C2 (nl) 2005-09-30 2005-09-30 Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine.
EP06076704A EP1769672B1 (en) 2005-09-30 2006-09-11 A haymaking machine for displacing crop lying on the ground and a tine for such a haymaking machine
DE602006001708T DE602006001708D1 (de) 2005-09-30 2006-09-11 Heuwerbungsmaschine zum Versetzen von auf dem Boden liegendem Erntegut und Zinken für eine dergleiche Heuwerbungsmachine.
AT06076704T ATE400174T1 (de) 2005-09-30 2006-09-11 Heuwerbungsmaschine zum versetzen von auf dem boden liegendem erntegut und zinken für eine dergleiche heuwerbungsmachine.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030079A NL1030079C2 (nl) 2005-09-30 2005-09-30 Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine.
NL1030079 2005-09-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030079C2 true NL1030079C2 (nl) 2007-04-02

Family

ID=36295372

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030079A NL1030079C2 (nl) 2005-09-30 2005-09-30 Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1769672B1 (nl)
AT (1) ATE400174T1 (nl)
DE (1) DE602006001708D1 (nl)
NL (1) NL1030079C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102009059328A1 (de) * 2009-12-30 2011-07-07 Daferner, Gerhard, 86554 Rechen für einen Kreiselschwader
CN103340061B (zh) * 2013-07-13 2015-05-13 余洪阳 秸秆翻晒机
EP3581017B1 (de) * 2018-06-13 2021-12-29 Kverneland Group Kerteminde AS Federzinken zum kreiselwenden landwirtschaftlichen halm-/blattguts
CN111543164A (zh) * 2020-04-29 2020-08-18 昆明理工大学 一种田间作业马铃薯捡拾机

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL297582A (nl) * 1963-09-05
FR1414080A (fr) * 1963-09-20 1965-10-15 Instrument servant à travailler une végétation au sol
NL6502898A (nl) * 1965-03-06 1966-09-07
DE2300969A1 (de) * 1972-01-11 1973-07-26 Poettinger Ohg Alois Kreiselschwadrechen
DE3133843A1 (de) 1981-08-27 1983-03-17 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Heuwerbungsmaschine
US4473994A (en) * 1982-09-30 1984-10-02 The General Tire & Rubber Company Elastomerically mounted hay rake tine

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL297582A (nl) * 1963-09-05
FR1414080A (fr) * 1963-09-20 1965-10-15 Instrument servant à travailler une végétation au sol
NL6502898A (nl) * 1965-03-06 1966-09-07
DE2300969A1 (de) * 1972-01-11 1973-07-26 Poettinger Ohg Alois Kreiselschwadrechen
DE3133843A1 (de) 1981-08-27 1983-03-17 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Heuwerbungsmaschine
US4473994A (en) * 1982-09-30 1984-10-02 The General Tire & Rubber Company Elastomerically mounted hay rake tine

Also Published As

Publication number Publication date
ATE400174T1 (de) 2008-07-15
EP1769672A1 (en) 2007-04-04
EP1769672B1 (en) 2008-07-09
DE602006001708D1 (de) 2008-08-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1327384B1 (en) Crop processing implement
US7204074B2 (en) Wide pickup header for a round baler
NL1030079C2 (nl) Hooibouwmachine voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas en tand voor een dergelijke hooibouwmachine.
CA2542347A1 (fr) Machine agricole pour l'andainage de produits se trouvant au sol
WO2004085115A2 (fr) Machine pour grouper des produits tels que de l’herbe
US9089093B2 (en) Spring tine with integrated relief section
US2529422A (en) Swath lifter for windrowed grain
US20020157371A1 (en) Tine element and agricultural machinery
US5127217A (en) Round baler having wide windrow converging mechanism
US9615513B2 (en) Harvester pick-up support
NL8400715A (nl) Landbouwmachine.
US8371097B1 (en) Baler gathering wheel height adjustment
EP0364001B1 (fr) Dispositif de ramassage de végétaux se trouvant sur le sol
US2975582A (en) Front mounted rotary wheel side delivery rake
US3946541A (en) Method of picking up corn
NL8702019A (nl) Inrichting voor het bewerken van gemaaid gewas.
NL8800844A (nl) Landbouwmachine met beveiliging tegen tandverlies.
CN106954433B (zh) 具有驱动系统的带式捡拾件
US5797253A (en) Hay making machine
US20230029318A1 (en) Rotary Rake
KR200200092Y1 (ko) 농산물 채취기
NL2005585C2 (nl) Machine voor hooiwinning.
KR200207007Y1 (ko) 농산물 채취기
NL8401042A (nl) Machine met tenminste een aandrijfbaar harkorgaan.
NL8602066A (nl) Machine voor het bewerken van gewas.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120401