NL1029592C2 - Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1029592C2
NL1029592C2 NL1029592A NL1029592A NL1029592C2 NL 1029592 C2 NL1029592 C2 NL 1029592C2 NL 1029592 A NL1029592 A NL 1029592A NL 1029592 A NL1029592 A NL 1029592A NL 1029592 C2 NL1029592 C2 NL 1029592C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chimney
water
edge
wall
support
Prior art date
Application number
NL1029592A
Other languages
English (en)
Inventor
Frank Van Bunderen
Original Assignee
Frank Van Bunderen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Frank Van Bunderen filed Critical Frank Van Bunderen
Priority to NL1029592A priority Critical patent/NL1029592C2/nl
Priority to PCT/NL2006/050172 priority patent/WO2007011219A2/en
Priority to EP10178325A priority patent/EP2264258A1/en
Priority to EP06769416A priority patent/EP1915489B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1029592C2 publication Critical patent/NL1029592C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F17/00Vertical ducts; Channels, e.g. for drainage
    • E04F17/02Vertical ducts; Channels, e.g. for drainage for carrying away waste gases, e.g. flue gases; Building elements specially designed therefor, e.g. shaped bricks or sets thereof
    • E04F17/026Exterior cladding, e.g. of chimney parts extending above the roof; Rain covers for chimney tops without draught-inducing aspects
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/14Junctions of roof sheathings to chimneys or other parts extending above the roof
    • E04D13/147Junctions of roof sheathings to chimneys or other parts extending above the roof specially adapted for inclined roofs
    • E04D13/1473Junctions of roof sheathings to chimneys or other parts extending above the roof specially adapted for inclined roofs specially adapted to the cross-section of the parts extending above the roof
    • E04D13/1475Junctions of roof sheathings to chimneys or other parts extending above the roof specially adapted for inclined roofs specially adapted to the cross-section of the parts extending above the roof wherein the parts extending above the roof have a generally rectangular cross-section

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

i
Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal en met een ondervlak. Deze schoorstenen kunnen 5 voorgefabriceerde schoorstenen zijn die vervolgens in zijn geheel op een dak geplaatst worden. Sinds j aren worden huizen voorzien van schoorstenen uit steenachtig materiaal. Het nadeel van deze schoorstenen is dat deze vaak op den duur, en soms al vanaf het begin, gaan lekken doordat het uiterst lastig is om een waterdichte verbinding tussen de schoorsteen en het dak waarop deze geplaatst is te verkrijgen. Naar schatting 10 lekt 25 % van deze schoorstenen binnen een half j aar na oplevering van het desbetreffende gebouw en gaat 50% binnen de eerste 10 jaar lekken.
Het doel van de uitvinding is het een inrichting te verschaffen voor het vervaardigen van schoorstenen uit steenachtig materiaal en met een ondervlak, welke inrichting lekkage van de schoorsteen voorkomt.
15 Dit doel wordt bereikt met een inrichting voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal en met een ondervlak, omvattende een waterdichte bodem met een opening voor het doorlaten van gassen, een van de bodem opstaande binnenwand die waterdicht met de bodem verbonden is, zich langs de omtrek van de opening uitstrekt en in gebruik door het steenachtige materiaal van de schoorsteen omringd 20 wordt en waarbij de bodem bestemd is om in de gebruikspositie zich in hoofdzaak horizontaal uit te strekken.
In gebruik wordt de inrichting volgens de uitvinding zodanig op en/of in een dak gepositioneerd dat het gewicht van de schoorsteen naar de steunbalken, of indien van toepassing eventueel naar andere steunelementen, in het dak geleid wordt. Doordat de 25 opstaande binnenwand waterdicht met de bodem verbonden is kan zich op de bodem bevindende water niet de opening in stromen. De bodem strekt zich in hoofdzaak horizontaal uit, waardoor de zich op de bodem bevindende water door de zwaartekracht van de bodem zal stromen. Doordat de schoorsteen in de gebruikspositie daarvan zodanig op de bodem gepositioneerd is dat deze de binnenwand omringt, zal water 30 waarmee de schoorsteen in contact komt door de zwaartekracht naar de bodem geleidt worden om vervolgens van die bodem af te stromen. Op deze wijze wordt een waterdichte inrichting voor het steunen een schoorsteen uit steenachtig materiaal verkregen.
1029592-
V I
2
De binnenwand kan zodanig gevormd zijn dat deze zich over een kleine afstand van de bodem uitstrekt, bijvoorbeeld over 5 cm. Wanneer de binnenwand over voldoende stijfheid en sterkte beschikt en zich in gebruik langs een aanzienlijk deel van de lengte van de schoorsteen uitstrekt, ontstaat de voordelige situatie dat de 5 binnenwand kantelbewegingen van de schoorsteen tegenhoudt. Voor dit doel strekt de binnenwand zich bij voorkeur minimaal uit van het ondervlak tot het zwaartepunt van de schoorsteen.
Daarnaast wordt met de inrichting volgens de uitvinding veel complexe handelingen van het op een dak plaatsen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal 10 geëlimineerd, waardoor de schoorsteen veel sneller en dus ook goedkoper geplaatst kan worden. De plaatsing is zelfs zodanig vereenvoudigd dat de inrichting geschikt is voor de particuliere verkoop.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een rand, welke rand waterdicht met de bodem verbonden is en zich zodanig langs ten minste een deel van de buitenomtrek 15 van de bodem uitstrekt dat de rand een waterafvoer bepaalt voor het afvoeren van water. In de gebruikspositie sluit de rand van de inrichting zodanig aan bij het dak dat regenwater niet in de eventueel aanwezige ruimte tussen de rand en het dak kan i inregenen. Deze rand kan eveneens waterdicht met het dak verbonden zijn. Op deze wijze wordt het overtollige water door de waterafvoer op een efficiënte wijze 20 afgevoerd. De rand kan zich van de bovenzijde van de bodem uitstreken. Deze uitvoeringsvorm is voordelig in de situatie dat de inrichting geheel of gedeeltelijk in een dak geplaatst wordt. De rand kan zich van de onderzijde van de bodem uitstrekken.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig in de situatie dat de inrichting geheel op een dak geplaatst wordt.
25 In een uitvoeringsvorm is de bodem in de gebruikspositie ten opzichte van de horizontaal onder een hoek van tussen de 0° en 5° gepositioneerd. In deze positie kan het water door de zwaartekracht effectiever van de bodem geleid worden. Deze positionering valt onder de positionering waarin de bodem zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt.
30 De bodem van de inrichting kan in gebruik ten opzichte van de horizontaal zodanig onder een hoek gepositioneerd zijn dat van die bodem het nabij de waterafVoer bevindende deel zich het dichtst bij de vaste bodem bevindt. Op deze wijze kan de zich op de bodem bevindende water met behulp van de zwaartekracht beter naar de I029592- 3 waterafvoer geleid worden. In een voorkeursuitvoering strekt ten minste een deel van de rand ten opzichte van de bovenzijde van de bodem onder een hoek groter dan 90° uit van die bodem en bevindt de waterafvoer zich ten opzichte van dat deel van de rand aan de tegenovergestelde kant van de bodem. Dit is voordelig wanneer de inrichting 5 volgens de uitvinding gedeeltelijk in een schuin dak geplaatst wordt. In die situatie wordt de inrichting zodanig in het schuine dak geplaatst dat het desbetreffende deel van de rand zich, ten opzichte van het resterende deel van die rand, nabij het hoogste deel van het schuine dak bevindt. Door dat deel van de rand zodanig te positioneren dat dat deel zich verticaal uitstrekt, bevindt de bodem zich onder een hoek ten opzicht van de 10 horizontaal. Doordat de waterafvoer zich in hoofdzaak aan de tegenovergestelde kant van de bodem bevindt, stroomt zich op die bodem bevindende water door middel van de zwaartekracht richting de waterafvoer. Op deze wijze wordt effectieve afvoer van water van de bodem bereikt.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting omvat ten minste een steunorgaan 15 voor het zodanig ondersteunen van de schoorsteen dat het ondervlak van de schoorsteen zich op een afstand van de bodem bevindt. Hierdoor kan water zonder onnodige belemmeringen vrijelijk van de bodem stromen. Daarnaast kan het zich onder het ondervlak van de schoorsteen ophopend condensvocht beter afgevoerd worden.
De inrichting volgens de uitvinding kan een schoorsteendrager met een tweede 20 opening en een tweede onderzijde omvatten, welke schoorsteendrager in gebruik zodanig op de schoorsteen aangebracht is dat de onderzijde het ondervlak van de schoorsteen vormt. De schoorsteendrager kan op de onderzijde van een voorgefabriceerde schoorsteen aangebracht worden ter vorming van het ondervlak van de desbetreffende schoorsteen. Het is eveneens mogelijk dat na het in en/of op een dak 25 plaatsen van een deel van de inrichting de schoorsteendrager met de onderzijde daarvan eerst in de gebruikspositie geplaatst wordt, waarbij de schoorsteendrager de opening van de bodem omringt, en de schoorsteen vervolgens op de schoorsteendrager geplaatst wordt. Hierbij is het mogelijk dat een schoorsteen ter plaatse op de schoorsteendrager gemetseld wordt. Door de inrichting volgens de uitvinding te voorzien van de 30 schoorsteendrager wordt op een eenvoudige wijze een ondervlak voor de schoorsteen verschaft waarbij de inrichting optimaal functioneert.
In een uitvoeringsvorm omvat de schoorsteendrager een daarmee waterdicht verbonden opstaande tweede binnenwand, welke tweede binnenwand zich langs de 1029592- 4 omtrek van de tweede opening uitstrekt. Door het temperatuurverschil tussen de schoorsteen en de gassen zal in gebruik vocht van de gassen op de tweede binnenwand condenseren. In gebruik is de schoorsteendrager zodanig gepositioneerd dat de tweede binnenwand de binnenwand van de bodem omringt. Hierdoor bevindt de tweede 5 binnenwand zich boven de bodem, waardoor het op de tweede binnenwand gecondenseerde water door de zwaartekracht richting de bodem geleid wordt om vervolgens op de bodem terecht komen en door de waterafvoer afgevoerd te worden.
Deze tweede binnenwand is daarnaast voordelig bij het ter plaatste metselen van de schoorsteen. Het vergemakkelijkt het metselen aangezien tijdens het metselen (een deel 10 van) de bakstenen tegen de binnenwand gepositioneerd kunnen worden om deze in de gewenste positie te plaatsen.
De schoorsteendrager kan verder bevestigingsmiddelen omvatten voor het daaraan bevestigen van takelmiddelen. Een schoorsteen uit steenachtig materiaal kan niet op trekkracht belast worden aangezien de specie dan los zal laten met als gevolg 15 dat de schoorsteen breekt. Door de schoorsteen uit steenachtig materiaal zodanig op de schoorsteendrager te plaatsten dat de onderzijde van de schoorsteendrager het ondervlak van de schoorsteen vormt kan de schoorsteen via de bevestigingsmiddelen getakeld worden zonder dat de schoorsteen op een trekkracht belast wordt. Hierdoor kan de schoorsteen eenvoudig naar de gewenste positie op het dak getakeld worden.
20 Deze bevestigingsmiddelen kunnen tevens gebruik worden door om de j schoorsteendrager aan de steunbalken, of indien van toepassing eventueel aan andere steunelementen, te fixeren.
In een uitvoeringsvorm omvat de rand een uiteinde en omvat de inrichting een watergeleider voor het geleiden van water, welke watergeleider zich in gebruik langs en 25 over ten minste een deel van het uiteinde uitstrekt. De watergeleiders worden in gebruik meestal zodanig op het dak gepositioneerd dat de watergeleiders het gebied overlappen waar het uiteinde van de rand en het dak op elkaar aansluiten. Hierbij kan het uiteinde waterdicht met het dak verbonden zijn. Het hiervoor genoemde gebied is in gebruik een van de gebieden waar de kans op het ontstaan van lekkage het grootst is.
30 Met de watergeleiders wordt water van het dak, over het desbetreffende gebied en naar de bodem geleid, om vervolgens door de waterafvoer afgevoerd te worden. Deze maatregel heeft een positief effect op het verkleinen van de kans op lekkage in het desbetreffende gebied.
1029592- 5
De watergeleider kan een flap met een tweede uiteinde omvatten, welke flap zich in gebruik zodanig voorbij het uiteinde van de rand uitstrekt dat de flap zodanig contact maakt met de schoorsteen dat het tweede uiteinde gepositioneerd is in een richting naar de bodem. Vuil, zoals bladeren, kan het functioneren van de inrichting volgens de 5 uitvinding verminderen, vooral wanneer het vuil de doorstroming van water in de inrichting belemmert. Doordat de flap contact maakt met de schoorsteen wordt vermeden dat dergelijk vuil in de ruimte tussen de rand en de schoorsteen komt. Het contact van de flap met de schoorsteen is waterdoorlatend, zodat door de specifieke positionering van de flap water richting de bodem wordt geleid. De flap kan manueel 10 vervormbaar materiaal omvatten, zodat de flap eenvoudig in de gewenste positie te plaatsen is. Ook kan het materiaal van de flap geselecteerd worden op de elastische eigenschappen daarvan. Hierdoor kan een contact tussen de flap en de schoorsteen gerealiseerd worden, waarbij de elasticiteit de verende drukkracht van de flap tegen de schoorsteen bepaalt.
15 In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een tweede watergeleider voor het geleiden van water, welke tweede watergeleider zich in gebruik aansluit bij ten minste een deel van de waterafvoer. Doordat de tweede watergeleiders aansluiten bij de waterafvoer overlappen deze tweede watergeleiders het gebied waar de waterafvoer en het dak samenkomen. Hierdoor wordt op dezelfde wijze al bij de eerste waterafvoer de 20 kans op lekkage in dat gebied verkleind.
De binnenwand kan schoorsteengeleidingsmiddelen omvatten voor het geleiden van de schoorsteen. Dit vergemakkelijkt het in de juiste positie positioneren van de schoorsteen, ongeacht het feit of de schoorsteen wel of geen schoorsteendrager omvat. Dit is van belang aangezien door het gewicht van de schoorsteen (tussen de 600 en 800 25 kg) deze lastig te positioneren is.
De binnenwand omvat in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding een tapse vorm. Deze vorm is voordelig voor het in de juiste positie geleiden van de schoorsteen en op deze wijze wordt een capillaire werking van water tussen de schoorsteen, of eventueel de tweede binnenwand, en de binnenwand voorkomen. Deze capillaire 30 werking kan ook tegengegaan worden door de buitenomtrek van de binnenwand, en dus het oppervlak van het gat in de bodem, te verkleinen.
1029592' i 6
In een uitvoeringsvorm omvat de rand isolatiemateriaal. Door het isolatiemateriaal te plaatsen aan de zijde van de rand welke van de plaat af gericht is, omvat deze rand geen koudebrug.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het steunen van een 5 schoorsteen omvattende het verschaffen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal en met een ondervlak, een in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende waterdichte bodem met een opening en een opstaande binnenwand die waterdicht met die bodem verbonden is en zich langs de omtrek van de opening uitstrekt, het vervolgens zodanig in de gebruikspositie plaatsen van een schoorsteen dat deze zich op de bodem bevindt 10 en het steenachtige materiaal van de schoorsteen de binnenwand omringt.
Bij het in de gebruikspositie plaatsen van de schoorsteen kan deze zodanig op steunorganen gepositioneerd worden dat het ondervlak van de schoorsteen zich op een afstand van de bodem bevindt. Tijdens het verschaffen van de bodem kan deze ten opzichte van de horizon onder een hoek van tussen de 0° en 5° gepositioneerd worden. 15 Na het in de gebruikspositie plaatsen van de schoorsteen kan een watergeleider rond ten minste een deel van de schoorsteen geplaatst worden voor het naar de schoorsteen geleiden van water en een tweede watergeleider langs ten minste een deel van de waterafvoer geplaatst worden voor het van de schoorsteen geleiden van water.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van verschillende in de tekeningen 20 afgebeelde uitvoeringsvormen verduidelijkt worden. Daarbij tonen:
Fig. la een uitvoeringvorm van de inrichting volgens de uitvinding,
Fig. lb de inrichting van figuur la, welke in een schuin dak geplaatst is,
Fig. lc de inrichting van figuur la, welke in een schuin dak geplaatst is en waarbij een schoorsteen uit steenachtig materiaal in de gebruikspositie daarvan 25 geplaatst is,
Fig. 2a een volgende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, Fig. 2b de inrichting van figuur 2a, waarbij een deel van de inrichting in een schuin dak geplaatst is en op de schoorsteendrager een deel van een schoorsteen uit steenachtig materiaal geplaatst is, 30 Fig. 2c de inrichting van figuur 2a, waarbij de inrichting in een schuin dak geplaatst is en een op de schoorsteendrager geplaatste schoorsteen uit steenachtig materiaal in de gebruikspositie daarvan geplaatst is, 1029592- 7
Fig. 3a een bovenaanzicht de inrichting van figuur 2c, waarbij de inrichting tevens watergeleiders omvat,
Fig. 3b een aanzicht in dwarsdoorsnede door de lijn I-I van figuur 3a,
Fig. 4a een volgende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, 5 Fig. 4b een onderaanzicht van de inrichting van figuur 4a en
Fig. 4c de inrichting van figuur 4a, waarbij de inrichting op een dak geplaatst is en een schoorsteen uit steenachtig materiaal in de gebruikspositie daarvan geplaatst is.
Figuur la toont een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding. De inrichting omvat een waterdichte bodem 101 met een opening 102 voor het doorlaten 10 van gassen en een bovenzijde 128. De bodem 101 omvat aluminium plaatmateriaal, aangezien dit materiaal aan de eisen van duurzaam bouwen voldoet. Het is eveneens mogelijk dat de bodem 101 elk ander geschikt materiaal omvat, zoals kunststof en RVS, De inrichting omvat verder een opstaande binnenwand 130 voor het geleiden van water, welke binnenwand 130 waterdicht met de bodem 101 verbonden is en zich van 15 de bodem 101 en langs de gehele omtrek van de opening 102 uitstrekt. Verder omvat de inrichting een rand 114 voor het geleiden van water, welke rand 114 waterdicht met de bodem 101 verbonden is en zich zodanig lang een deel van de buitenomtrek 106 van de bodem 101 uitstrekt dat de rand 114 een waterafvoer 110 bepaalt voor afvoeren van water. De rand 114 heeft een uiteinde 148. De binnenwand 130 en de rand 114 20 omvatten aluminium plaatmateriaal en zijn door middel van een lasbewerking aan de bodem 101 bevestigd. Het is mogelijk dat de binnenwand 130 en de rand 114 elk ander geschikt materiaal omvatten, zoals kunststof. De binnenwand 130 en de rand 114 kunnen op elke andere geschikte wijze met de bodem 101 waterdicht verbonden zijn of i integraal met de bodem 101 gevormd zijn. De bodem 101 omvat verder aan de 25 bovenzijde 128 twee steunorganen 118 voor het ondersteunen van het ondervlak van de schoorsteen. De steunorganen 118 strekken zich zodanig van de bodem 101 uit dat het ondervlak van de schoorsteen zich in de gebruikspositie daarvan op een afstand van de bodem 101 bevindt. De steunorganen 118 zijn rechthoekig, omvatten aluminium, zijn op het plaatmateriaal van de bodem 101 aangebracht met een lasbewerking en strekken 30 zich 5 mm van de bodem 101 uit. De steunorganen 118 kunnen elk ander geschikt materiaal omvatten. Wanneer de bodem 101 een lage sterkte en stijfheid heeft dienen de steunorganen 118 zodanig gevormd en van een zodanig materiaal gemaakt te zijn dat de steunorganen 118 het gewicht van de schoorsteen geheel zelfstandig naar de 1029592- δ steunbalken in dak kunnen geleiden. In die situatie wordt de voorkeur gegeven aan steunorganen van staal. De inrichting volgens de uitvinding kan in zijn geheel vervaardigd zijn door middel van spuitgieten van kunststof. De steunorganen kunnen in die situatie een dikte van 2 cm hebben.
5 Figuur lb toont de inrichting van figuur la, welke in een schuin dak 112 geplaatst is. In deze gebruikspositie omringt het steenachtige materiaal de opstaande wand (130 van fig. lb). De rand 114 bevindt zich onder het dak 112. Dit is voordelig voor het in de juiste richting geleiden van het water. Verder is dit voordelig voor het plaatsen van het de inrichting in het dak 112. De helling van het dak 112 wijkt in de praktijk altijd af 10 van de ontwerptekeningen. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat in de gebruikspositie de afstand tussen het uiteinde 148 van de rand 114 niet overal op dezelfde afstand van het dak 112 bevindt. Wanneer de rand 114 zich onder het dak 112 bevindt zal ook in deze situatie geen water bij regenval onder het dak kunnen komen. Figuur lc toont de inrichting van figuur lb, waarbij een schoorsteen 113 in de gebruikspositie daarvan 15 geplaatst is.
Figuur 2a toont een volgende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. De inrichting omvat een waterdichte bodem 1 met een opening 2 voor het doorlaten van gassen en een bovenzijde 28. De bodem 1 omvat verder een opstaande binnenwand 30 voor het geleiden van water, welke binnenwand 30 waterdicht met de 20 bodem 1 verbonden is en langs de gehele omtrek van de opening 2 uitstrekt. Verder omvat de inrichting een rand 14 voor het geleiden van water, welke rand 14 zich zodanig langs een deel van de buitenomtrek 6 uitstrekt dat de rand 14 een waterafvoer 10 bepaalt voor het van de bodem 1 afvoeren van water. De inrichting omvat verder een op de waterafVoer 10 aansluitende tweede watergeleider 56 voor het geleiden van 25 water. Deze tweede watergeleider 56 is losmaakbaar met de inrichting verbonden. De rand heeft een uiteinde 48. De bodem 1 omvat verder aan de bovenzijde 28 daarvan twee steunorganen 18 voor het ondersteunen van het ondervlak van de schoorsteen. De steunorganen 18 strekken zich zodanig van de bodem 1 uit dat het ondervlak van de schoorsteen zich in de gebruikspositie daarvan op een afstand van de bodem 1 bevindt.
30 De inrichting omvat verder een schoorsteendrager 3 met een tweede opening 4 en een onderzijde 23. De schoorsteendrager 3 wordt in gebruik zodanig op de schoorsteen aangebracht dat de onderzijde 23 het ondervlak van de schoorsteen vormt. De schoorsteendrager 3 omvat een opstaande tweede binnenwand 16 voor het geleiden van 1029592- __ - ______ 9 water, welke tweede binnenwand 16 zich langs de gehele omtrek van de tweede opening 4 uitstrekt. De schoorsteendrager 3 kan elk geschikt materiaal omvatten en is bij voorkeur van staal met een dikte van tussen de 3 en 15 mm. Deze stalen schoorsteendrager is bij voorkeur gegalvaniseerd en/of met een poederbekleding 5 bekleed.
Figuur 2b toont de inrichting van figuur 2a waarbij een deel van de inrichting volgens de uitvinding in een schuin dak 12 geplaatst is en op de schoorsteendrager 3 een deel van een schoorsteen gemetseld is. De onderzijde 23 van de schoorsteendrager 3 vormt hierbij het ondervlak van de te metselen schoorsteen. Voor het in de 10 gebruikspositie plaatsen van die nog te vervaardigen schoorsteen wordt de onderzijde 23 zodanig op de steunorganen 18 geplaatst dat de tweede binnenwand 16 de binnenwand 30 omringt. Om deze positie te bereiken dient in de situatie van figuur 2b de schoorsteendrager 3 slechts in de richting van de getoonde pijlen verplaatst te worden. De binnenwand 30 heeft een tapse vorm wat voordelig is voor het geleiden van 15 de schoorsteendrager 3 naar de gewenste gebruikspositie.
Figuur 2c toont de inrichting van figuur 2b, waarbij op de schoorsteendrager 3 een schoorsteen uit steenachtig materiaal 13 in de gebruikspositie daarvan geplaatst is. In deze gebruikspositie omringt het steenachtige materiaal van de schoorsteen 13 de opstaande wand (30 van fig. 2b).
20 Figuur 3a toont een bovenaanzicht van de inrichting van figuur 2c, waarbij de inrichting tevens watergeleiders omvat. Figuur 3b toont een aanzicht in dwarsdoorsnede door de lijn I-I van figuur 3a, waarbij tevens een schoorsteenpijp 25 (zie fig. 3b) getoond wordt. De inrichting omvat watergeleiders 24 voor het geleiden van water, welke watergeleiders 24 zich langs en over een deel van het uiteinde 48 van 25 de rand 14 uitstrekken. De watergeleiders 24 omvatten flappen 50, welke flappen 50 zich zodanig voorbij het uiteinde 48 uitstrekken dat de flappen 50 contact maakt met de schoorsteen 13 en waarbij de vrije uiteinden 51 van de flappen 50 gepositioneerd zijn in een richting naar de bodem 1.
Figuur 4a toont een volgende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 30 uitvinding. De inrichting is op een schuin dak 712 geplaatst, waarbij een schoorsteen 713 op de schoorsteendrager 703 in de gebruikspositie daarvan gepositioneerd is. De tweede binnenwand 716 van de schoorsteendrager 703 strekt zich over de gehele lengte van de schoorsteen 713 uit. De inrichting omvat een waterdichte bodem 701 met een 1029592- 10 opening 702 voor het doorlaten van gassen. Verder omvat de inrichting een opstaande binnenwand 730 voor het geleiden van water, welke binnenwand 730 waterdicht met de bodem 701 verbonden is en zich van de bodem 701 en langs de gehele omtrek van de opening 702 uitstrekt. Verder omvat de inrichting een rand 714 voor het geleiden van 5 water, welke rand 714 waterdicht met de bodem 701 verbonden is en zich zodanig langs de gehele buitenomtrek 706 van de bodem 701 uitstrekt dat de rand 714 een waterafvoer 710 bepaalt voor afvoeren van water. De rand 714 strekt zich van de onderzijde van de bodem 701 uit. De bodem 701 omvat verder aan de bovenzijde 728 twee steunorganen 718 (waarvan een gedeeltelijk zichtbaar is) voor het ondersteunen 10 van het ondervlak van de schoorsteen. De steunorganen 718 strekken zich zodanig van de bodem 701 uit dat het ondervlak van de schoorsteen zich in de gebruikspositie daarvan op een afstand van de bodem 701 bevindt.
Naast de hiervoor beschreven voordelen worden met de inrichting volgens de uitvinding nog verscheidene andere voordelen bereikt. Het gewicht van een met de 15 inrichting volgens de uitvinding geplaatste schoorsteen is aanzienlijk lager dan bij de conventionele gemetselde schoorsteen. Dit laatste komt mede doordat de conventionele schoorsteen meestal dubbelwandig is en mede doordat de, vooral bij voorgefabriceerde schoorstenen, veelgebruikte zware betonnen voet van de schoorsteen vervangen kan worden door de schoorsteendrager. De inrichting volgens de uitvinding kan bij veel 20 verschillende soorten daken toegepast worden, zoals bij koepel- en spitsvormige daken. Daarnaast kan de inrichting gebruikt worden voor het plaatsen van schoorstenen in een gebied van een dak waar meerdere verschillende gevormde dakdelen samenkomen. Wanneer de opening in de bodem groot genoeg is dat een persoon daar in kan staan, kan de inrichting volgens de uitvinding geplaatst worden zonder dat de plaatsende 25 persoon zich op het dak hoeft te begeven. Dit draagt bij aan de veiligheid van die persoon.
Het zal de vakman duidelijk zijn dat vele varianten van de inrichting volgens de uitvinding denkbaar zijn die bipnen de reikwijdte van de in de conclusies gedefinieerde beschermingsomvang vallen. Verder wordt met kunststof alle thermoharders, 30 thermoplasten en elastomeren bedoeld.
1029592-

Claims (18)

1. Inrichting voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal en met een ondervlak, omvattende 5 een waterdichte bodem (1,101, 701) met een opening (2,102, 702) voor het doorlaten van gassen, een van de bodem (1, 101, 701) opstaande binnenwand (30,130, 730) die waterdicht met de bodem (1,101, 701) verbonden is, zich langs de omtrek van de opening (2,102, 702) uitstrekt en in gebruik door het steenachtige materiaal van de 10 schoorsteen omringd wordt en waarbij de bodem (1, 101, 701) bestemd is om in de gebruikspositie zich in hoofdzaak horizontaal uit te strekken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting een rand (14,114, 714) omvat, welke rand (14,114, 714) waterdicht met de bodem (1, 101, 701) verbonden is en 15 zich zodanig langs ten minste een deel van de buitenomtrek (6,106, 706) van de bodem (1, 101, 701) uitstrekt dat de rand (14,114, 714) een waterafvoer (10,110, 710) bepaalt voor het afvoeren van water.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de rand (14,114) zich van de bovenzijde | 20 (28,128) van de bodem (1,101) uitstrekt.
4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de rand (714) zich van de onderzijde van de bodem (701) uitstrekt.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de gebruikspositie de bodem (1,101, 701) ten opzichte van de horizontaal onder een hoek van tussen de 0° en 5° gepositioneerd is.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting omvat 30 ten minste een steunorgaan (18, 118, 718) voor het zodanig ondersteunen van de schoorsteen dat het ondervlak van de schoorsteen zich op een afstand van de bodem (1, 101, 701) bevindt. 1029592-
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, welke omvat een schoorsteendrager (3) met een tweede opening (4) en een tweede onderzijde (23), welke schoorsteendrager (3) in gebruik zodanig op de schoorsteen aangebracht is dat de onderzijde (23) het ondervlak van de schoorsteen vormt. 5
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de schoorsteendrager (3) een daarmee waterdicht verbonden opstaande tweede binnenwand (16) omvat, welke tweede binnenwand (16) zich langs de omtrek van de tweede opening (4) uitstrekt.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rand (14) een uiteinde (48) omvat en de inrichting een watergeleider (24) voor het geleiden van water omvat, welke watergeleider zich in gebruik langs en over ten minste een deel van het uiteinde (48) uitstrekt.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de watergeleider (24) een flap (50) met een tweede uiteinde (51) omvat, welke flap (50) zich in gebruik zodanig voorbij het uiteinde (48) van de rand (14) uitstrekt dat de flap (50) zodanig contact maakt met de schoorsteen dat het tweede uiteinde (51) gepositioneerd is in een richting naar de bodem (1). 20
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, welke omvat een tweede watergeleider (56) voor het geleiden van water, welke tweede watergeleider (56) zich in gebruik aansluit bij ten minste een deel van de waterafvoer (10).
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenwand (30) ! een tapse vorm omvat.
13. Samenstel van een schoorsteen uit steenachtig materiaal en een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies. 30
14. Dak welke een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies omvat. 1029592-
15. Werkwijze voor het vervaardigen van een schoorsteen omvattende het verschaffen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal en met een ondervlak, een in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende waterdichte bodem (1,101,701) met een opening (2,102 702) en een opstaande binnenwand (30,130, 730) die 5 waterdicht met die bodem (1,101,701) verbonden is en zich langs de omtrek van de opening (2,102 702) uitstrekt, het vervolgens zodanig in de gebruikspositie plaatsen van een schoorsteen dat deze zich op de bodem (1,101, 701) bevindt en het steenachtige materiaal van de schoorsteen de binnenwand (30,130,730) omringt. 10
16. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij bij het in de gebruikspositie plaatsen van de schoorsteen deze zodanig op steunorganen gepositioneerd worden dat het ondervlak van de schoorsteen zich op een afstand van de bodem (1,101,701) bevindt. 15
17. Werkwijze volgens een van de conclusies 16 of 17, waarbij tijdens het verschaffen van de bodem (1,101, 701) deze ten opzichte van de horizon onder een hoek van tussen de 0° en 5° gepositioneerd wordt.
20 Werkwijze volgens een van de conclusies 16 -18, waarbij na het in de gebruikspositie plaatsen van de schoorsteen een watergeleider (24) rond ten minste een deel van de schoorsteen geplaatst wordt voor het naar de schoorsteen geleiden van water en een tweede watergeleider (56) langs ten minste een deel van de waterafvoer geplaatst wordt voor het van de schoorsteen geleiden van water. 1029592-
NL1029592A 2005-07-22 2005-07-22 Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal. NL1029592C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029592A NL1029592C2 (nl) 2005-07-22 2005-07-22 Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal.
PCT/NL2006/050172 WO2007011219A2 (en) 2005-07-22 2006-07-11 Closure plate for a roof passage and method for the placing in a sloping roof of a closure plate and a chimney
EP10178325A EP2264258A1 (en) 2005-07-22 2006-07-11 Closure plate for a roof passage and method for the placing in a sloping roof of a closure plate and a chimney
EP06769416A EP1915489B1 (en) 2005-07-22 2006-07-11 Assembly comprising a closure plate for a roof passage and a chimney and method for the placing of such an assembly

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029592A NL1029592C2 (nl) 2005-07-22 2005-07-22 Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal.
NL1029592 2005-07-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029592C2 true NL1029592C2 (nl) 2007-01-23

Family

ID=36061318

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029592A NL1029592C2 (nl) 2005-07-22 2005-07-22 Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal.

Country Status (3)

Country Link
EP (2) EP1915489B1 (nl)
NL (1) NL1029592C2 (nl)
WO (1) WO2007011219A2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2005109C2 (en) * 2010-07-19 2012-01-23 Frank Bunderen Holding system.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1342918A (en) * 1919-07-14 1920-06-08 Thomas A Legg Flue-pan
US3631789A (en) * 1970-09-28 1972-01-04 Lewis R Kinsey Metal chimney with ceramic lining
FR2500872A1 (fr) * 1981-03-02 1982-09-03 Urion Daniel Souche de cheminee, essentiellement constituee en tole ou en materiaux plats analogues, et raccords pour une telle souche recevant au moins un conduit de fumees
DE19605424A1 (de) * 1996-02-14 1997-08-21 Willi Skoberne Dachdurchführung für Abgasanlagen von Heizungen

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RO56719A (nl) * 1969-06-27 1975-01-15

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1342918A (en) * 1919-07-14 1920-06-08 Thomas A Legg Flue-pan
US3631789A (en) * 1970-09-28 1972-01-04 Lewis R Kinsey Metal chimney with ceramic lining
FR2500872A1 (fr) * 1981-03-02 1982-09-03 Urion Daniel Souche de cheminee, essentiellement constituee en tole ou en materiaux plats analogues, et raccords pour une telle souche recevant au moins un conduit de fumees
DE19605424A1 (de) * 1996-02-14 1997-08-21 Willi Skoberne Dachdurchführung für Abgasanlagen von Heizungen

Also Published As

Publication number Publication date
WO2007011219A3 (en) 2007-03-29
WO2007011219A2 (en) 2007-01-25
EP1915489A2 (en) 2008-04-30
EP1915489B1 (en) 2013-02-27
EP2264258A1 (en) 2010-12-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2007106943A (ru) Снегоуборочное устройство
JP6325258B2 (ja) 建物外部構築物
NL1029592C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het steunen van een schoorsteen uit steenachtig materiaal.
US7946087B1 (en) Roof drain sump box
US20050011142A1 (en) Building construction elements
JP5297718B2 (ja) 陸屋根又はベランダの排水構造及びカバー部材
JP4974759B2 (ja) 雨樋付き落雪防止装置
FR2885373A1 (fr) Dispositif permettant de stocker les eaux pluviales
US5735082A (en) Chimney access with floating head
KR101563209B1 (ko) 건물용 빗물 배수장치
JP2894646B2 (ja) 排水構造
AU2010202123B2 (en) Building construction elements
JP5322228B2 (ja) 建築物の外装に対する処理方法、及びその方法に用いる処理装置
JP2017133323A (ja) 建物のけらば構造
JP6388169B2 (ja) 屋外床の防水構造
JP2002235413A (ja) 落雪防止屋根構造
KR102528341B1 (ko) 워터 드레인 파이프를 갖는 피씨기둥 시공방법
KR101011271B1 (ko) 처마 물받이 조립체
NL1033137C1 (nl) Waterafvoersysteem.
KR102251088B1 (ko) 교량용 신축이음장치 설치 구조 및 그 방법
GB2452745A (en) Coping with rain gutter
NL1010879C2 (nl) Dakkapel.
NL194406C (nl) Eendelige afdekinrichting uit plaatmateriaal voor het afdekken van metselwerk.
AU2007221917B2 (en) A down pipe
JP4703900B2 (ja) 建物付設物の床構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130201