NL1029543C2 - Gebouw met inbraakbeveiliging. - Google Patents

Description

!

Gebouw met inbraakbeveiliging

De uitvinding heeft betrekking op een gebouw, voorzien van wanden en een dak 5 waarvan tenminste een is voorzien van een inbraakbeveiliging omvattende ten minste twee buisvormige organen die ten opzichte van elkaar zijn gefixeerd, alsmede in de buisvormige organen opgenomen rotatie-organen die roteerbaar zijn ten opzichte van de huisorganen.

Een dergelijk gebouw is bekend uit US-A-3507229. Bij dat bekende gebouw is 10 de inbraakbeveiliging voorzien in de opening van een wand.

Verder zijn panelen bekend die gebruikt worden voor de bouw van loodsen, hallen en dergelijke. Deze panelen zijn vaak opgebouwd uit twee deklagen met daartussen een vullaag, zoals een schuimlaag. Ook bij deze panelen doet zich het probleem van inbraak voor. Met behulp van een decoupeerzaag kan in dergelijke panelen een opening 15 worden gemaakt, waardoorheen inbrekers kunnen binnenkomen.

Dit is met name een probleem in het geval dat een dergelijk paneel is uitgevoerd als wand, en objecten nabij die wand liggen opgeslagen, bijvoorbeeld op een stelling-kast. In dat geval is het namelijk al voldoende om ter plaatse van het te ontvreemden object een gat ter grootte van het object te maken, zodat dit vervolgens via dit gat naar 20 buiten kan worden gehaald. Dergelijke handelingen worden door een alarmsysteem vaak niet opgemerkt.

Het doel van de uitvinding is een oplossing voor deze problemen te verschaffen. Dat doel wordt bereikt doordat een wand en/of het dak een paneel omvat en de inbraakbeveiliging vast is verbonden met het paneel.

25 Een voordeel van een dergelijke inbraakbeveiliging is dat, als wordt getracht de inbraakbeveiliging door te zagen, het zaagblad na het doorzagen van een deel van een buisvormig orgaan van de inbraakbeveiliging in contact komt met het daarin opgenomen rotatie-orgaan. Omdat het rotatie-orgaan vrij roteerbaar is zal dit mee bewegen met de heen en weer gaande beweging van het zaagblad, zodat de zaag geen vat krijgt op 30 het rotatie-orgaan en het doorzagen daarvan wordt bemoeilijkt.

Bij voorkeur zijn de buisvormige organen en de daarin opgenomen rotatie-organen uitgevoerd als respectievelijk een rechte buis met cilindrische doorsnede en een daarin opgenomen staaf met ronde doorsnede. De diameter van de staaf is daarbij 1029543 2 uiteraard kleiner dan de binnendiameter van de buis, opdat de staaf vrij kan roteren in de buis. Een dergelijke constructie is eenvoudig en goedkoop te fabriceren.

De inbraakbeveiliging volgens de uitvinding wordt derhalve toegepast voor het verschaffen van een inbraakwerende constructie bijvoorbeeld in de vorm van een 5 wand- of dakconstructie. De wand- of dakconstructie is daartoe voorzien van een in braakbeveiliging welke vast is ten opzichte van een paneel van de wand of dakconstructie.

Bij voorkeur is een dergelijke wand- of dakconstructie uitgevoerd met een paneel dat twee zich op afstand naast elkaar bevindende deklagen omvat en een de deklagen 10 onderling verbindende vullaag, zoals een schuimlaag, waarbij de inbraakbeveiliging is opgenomen in die vullaag. Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de inbraakbeveiliging goed verborgen is in het paneel en daardoor moeilijk te bereiken is, zodat het op enigerlei wijze vastzetten van de rotatie-organen voor het vergemakkelijken van het doorzagen daarvan wordt bemoeilijkt.

15 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen.

Figuur la t/m lc tonen in doorsnede verschillende uitvoeringsvormen van een constructie volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in doorsnede een deel van een uitvoeringsvorm van de inbraakbe-20 veiliging volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een deel van de inbraakbeveiliging in gedeeltelijk doorgezaagde toestand.

Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van een mogelijke opstelling van een wandconstructie volgens de uitvinding.

25 In figuur la t/m lc worden verschillende uitvoeringsvormen van de constructie 1 volgens de uitvinding getoond. De getoonde constructies omvatten een paneel 2 met twee zich op afstand naast elkaar bevindende deklagen 3 en een de deklagen onderling verbindende schuimlaag 4.

De uitvoeringsvorm getoond in figuur la heeft een paneel 2 waarbij een van de 30 deklagen 3 gegolfd is en de andere vlak, en waarbij de inbraakbeveiliging zich tussen de deklagen bevindt en in de schuimlaag is ingebed. De uitvoeringsvorm in figuur lb heeft twee gegolfde panelen 3 waarbij de buizen van de inbraakbeveiliging zich in de tussenruimtes tussen twee tegenoverliggende uitstulpingen van de panelen bevinden.

» 3

Bij de uitvoeringsvorm van figuur lc is de inbraakbeveiliging bevestigd aan de buitenzijde van de constructie. De afzonderlijke buizen van de inbraakbeveiliging kunnen aan elkaar bevestigd zijn, zodat de inbraakbeveiliging als een geheel kan worden gehanteerd. Bij voorkeur zijn de afzonderlijke buizen op afstand van elkaar onderling 5 verbonden door verbindingselementen 5. Een dergelijke uitvoeringsvorm van de inbraakbeveiliging kan ook functioneren als hekwerk, waarbij de spijlen van het hekwerk worden gevormd door de buisvormige organen van de inbraakbeveiliging.

Figuur 2 toont in doorsnede een deel van een uitvoeringsvorm van de inbraakbeveiliging. De getoonde uitvoeringsvorm omvat cilindrische buizen 6 met daarin vrij 10 roteerbare ronde staven 7, waarbij de buizen 6 op afstand van elkaar onderling zijn verbonden door verbindingselementen 5.

In figuur 3 is een van de cilindrische buizen 6 weergegeven met daarin een ronde staaf 7, waarbij de buis gedeeltelijk is doorgezaagd. In de getoonde toestand grijpen de tanden van de zaag 8 aan op de staaf 7. Translatie van de zaag zal dan leiden tot rotatie 15 van de staaf, zodat de staaf niet wordt doorgezaagd.

Bij voorkeur is de buis met daarin de staaf moeilijk toegankelijk, zodat het niet eenvoudig is de rotatie van de staaf op enigerlei wijze te fixeren, zoals bijvoorbeeld door lassen en dergelijke. Daarom heeft het de voorkeur dat de buis met daarin de staaf zich bevindt in de constructie, zoals in figuren la en lb, of aan de zijde van de te bevei-20 ligen ruimte, zoals in figuur 1 c.

Figuur 4 toont een mogelijke opstelling van een wandconstructie 1 volgens de uitvinding. Een wandpaneel 2 met twee, zich op afstand naast elkaar bevindende deklagen 3 begrenst een ruimte waarin objecten 9 nabij het wandpaneel zijn opgeslagen. Ter plaatse van deze objecten is in het wandpaneel een inbraakbeveiliging 10 volgens de 25 uitvinding tussen de deklagen opgenomen.

1029543

Claims (9)

1. Gebouw, voorzien van wanden en een dak waarvan tenminste een is voorzien van een inbraakbeveiliging omvattende ten minste twee buisvormige organen (6) die ten 5 opzichte van elkaar zijn gefixeerd, alsmede in de buisvormige organen opgenomen rotatie-organen (7) die roteerbaar zijn ten opzichte van de huisorganen (6), met het kenmerk, dat een wand en/of het dak een paneel (2) omvat, en dat de inbraakbeveiliging (10) vast is verbonden met het paneel.

2. Gebouw volgens conclusie 1, waarbij de buisvormige organen (6) op afstand van elkaar onderling verbonden zijn door verbindingselementen (5).

3. Gebouw (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buisvormige organen (6) recht zijn. 15

4. Gebouw (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buisvormige organen (6) cilindrische buizen omvatten.

5. Gebouw (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rotatie-organen 20 (7) ronde staven omvatten.

6. Gebouw volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het paneel (2) twee zich op afstand naast elkaar bevindende deklagen (3) en een de deklagen onderling verbindende vullaag (4) omvat. 25

7. Gebouw volgens conclusie 6, waarbij de inbraakbeveiliging (10) zich bevindt tussen de deklagen (3).

8. Gebouw volgens conclusie 6 of 7, waarbij de deklagen (3) onderling zijn verbon-30 den door een vullaag (4), zoals een schuimlaag, en de inbraakbeveiliging (10) is opgenomen in de vullaag. 1 02 95 4 3

9. Gebouw volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inbraakbeveiliging (10) is bevestigd aan de buitenzijde van een der deklagen (3). 1029543