NL1029460C2 - Tray met hengsel. - Google Patents
Tray met hengsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1029460C2 NL1029460C2 NL1029460A NL1029460A NL1029460C2 NL 1029460 C2 NL1029460 C2 NL 1029460C2 NL 1029460 A NL1029460 A NL 1029460A NL 1029460 A NL1029460 A NL 1029460A NL 1029460 C2 NL1029460 C2 NL 1029460C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- handle
- opening
- openings
- tray
- extending
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
- A01G9/029—Receptacles for seedlings
- A01G9/0295—Units comprising two or more connected receptacles
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
- Food-Manufacturing Devices (AREA)
- Table Devices Or Equipment (AREA)
Description
P73668NL00
Titel: Tray met hengsel.
De uitvinding heeft betrekking op een tray met hengsel, geschikt en bestemd voor planten, zaailingen en dergelijk gewas.
Voor het opkweken, transporteren en aanbieden van gewas wordt gebruik gemaakt van trays met verschillende opneemholten. In de | 5 opneemholten wordt daarbij een groeimedium zoals aarde aangebracht, al dan niet in een plantpot, waarin het gewas bijvoorbeeld in de vorm van zaad, zaailingen of dergelijke wordt geplaatst. De trays worden vervolgens op een kweekbed opgesteld en door middel van een beregeningsinstallatie van boven af van water voorzien. In dat water kunnen bovendien additieven 10 zijn toegevoegd, zoals bijvoorbeeld meststoffen en chemicaliën.
Teneinde de trays gemakkelijk te kunnen verplaatsen is elke tray voorzien van ten minste één hengsel. Gebruikelijk is het hengsel gevormd uit een strip, bijvoorbeeld vervaardigd uit geplastificeerd karton of kunststof. Het hengsel is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen 15 einden, elk voorzien van een versmald deel dat door een opening in een verbindingselement van de tray kan worden gestoken. Een zich tijdens gebruik onder het verbindingsdeel uitstrekkende verbreding zorgt daarbij voor aangrijping tegen de onderzijde, bij oppakken van de tray, terwijl het zich boven het verbindingselement uitstrekkende deel van het hengsel 20 eveneens breder is. Daardoor is naast elk versmalde deel een schouder voorzien, zodat het hengsel in ruststand met genoemde schouders rust op het verbindingselement rond de betreffende opening. Als gevolg van buiging van het hengsel voor het insteken van het hengsel in de openingen worden de betreffende einden door elastisch spanning uit elkaar gedrukt, zodat de 25 versmalde delen tegen van elkaar afgekeerde langsranddelen van de betreffende openingen worden gedwongen.
1029460 2
Gebleken is dat tijdens het opkweken van gewas in dergelijke trays ongelijke groei optreedt in de verschillende opneemholten van een tray. Dit is ongewenst.
De uitvinding beoogt een tray met hengsel te bieden waarbij tijdens 5 gebruik bij het opkweken van gewas een meer gelijke groei van het gewas in de verschillende opneemholten van de betreffende tray optreedt. Daartoe wordt een tray met hengsel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een tray met hengsel volgens de uitvinding is voorzien in 10 middelen voor het afvoeren van water vanaf het hengsel in een richting weg van de opneemholten. Daardoor is verzekerd dat een meer gelijkmatige bewatering van de verschillende opneemholten wordt verkregen.
Bij trays volgens de stand van de techniek als in de inleiding beschreven is gebleken dat tijdens water geven water op het hengsel valt en 15 als gevolg van de gebogen vorm daarvan afloopt in de richting van de in de openingen gestoken einden. Vanaf het hengsel stroomt het water vervolgens over het verbindingselement weg in opneemholten naast de openingen. Als gevolg daarvan treedt ongelijke groei op in de verschillende opneemholten van een tray, hetgeen ongewenst is. Doordat bij een tray met hengsel 20 volgens de uitvinding wordt verhinderd dat water vanaf het hengsel in een aantal van de opneemholten stroomt wordt een ongelijkmatige verdeling van water over een tray ten minste grotendeels verhinderd.
Verrassenderwijs is gebleken dat met een aanpassing volgens de uitvinding j met eenzelfde hoeveelheid water een gelijkmatige groei van het gewas kan j 25 worden verkregen, terwijl de tray met hengsel op dezelfde wijze kan worden gebruikt als bij de bekende trays met hengsel. Aanpassingen in bijvoorbeeld kweekbedden, beregeningsinstallaties, automatiseringssystemen, belichting en dergelijk zijn daartoe niet nodig.
In een eerste voordelige uitwerking wordt een tray met hengsel 30 volgens de uitvinding gekenmerkt doordat tussen een zich in een opening 102 9 4 60 j i j 3 uitstrekkend deel van het hengsel en een daarnaast gelegen langsrand van de opening, aan de van de andere opening afgekeerde zijde van het hengsel, een doorlaatopening is voorzien waardoorheen water dat van het hengsel stroomt kan wegstromen, weg van de opneemholten.
5 Gebleken is dat bij de bekende tray het betreffende deel van het hengsel een rechthoekige doorsnede heeft, terwijl de opening eveneens rechthoekig is. De breedte van het betreffende zich in de opening uitstrekkende deel is daarbij ongeveer gelijk aan de breedte van de opening, gemeten in dezelfde richting. Daardoor zal de buitenzijde van het 10 betreffende deel van het hengsel, als gevolg van de elastische spanning in het hengsel, tegen de langsrand van de opening worden gedrukt en passeren van water verhinderen. Volgens de uitvinding is dit op voordelige wijze verhinderd door dat het deel van de langsrand van de opening waar het zich in de opening uitstrekkende deel van het hengsel naartoe wordt gedrukt 15 zodanig te profileren dat het betreffende hengseldeel niet aansluitend daartegenaan kan komen te liggen. Dit betekent dat steeds een doorlaatopening wordt behouden. Het oppervlak van de doorlaatopening wordt daarbij zodanig gekozen dat water eenvoudig en bij voorkeur nagenoeg of geheel zonder druk kan passeren, bijvoorbeeld groter dan 4 20 mm2, meer in het bijzonder tussen ongeveer 5 en 6 mm2 welke afmetingen geenszins beperkend moeten worden uitgelegd. Daartoe kan het betreffende langsrand deel bijvoorbeeld gebogen zijn uitgevoerd of zijn voorzien van een vernauwing.
In een tweede voordelige uitvoeringsvorm is rond de betreffende 25 openingen een verdiept gedeelte voorzien waarin in een rusttoestand het hengsel rust, zodat water dat van het hengsel stroomt in dit verdiepte gedeelte wordt opgevangen, afgeschermd van de opneemholten. Daarbij zijn afwatermiddelen voorzien die genoemd verdiept gedeelte verbinden met de omgeving, zodat water kan wegstromen uit genoemd verdiept gedeelte, weg 30 van de opneemholte. Bij voorkeur zijn de openingen daartoe aangepast als 1 0 2 9 4 60 4 hiervoor beschreven, zodat water door genoemde doorlaatopeningen kan wegstromen.
Door bovendien de overgang tussen het deel van het hengsel dat zich door de opening uitstrekt, het versmalde deel, en het daarop 5 aansluitende deel van het hengsel boven het verbindingselement, het bredere draagdeel van het hengsel, zodanig uit te voeren dat de als schouders voorziene vrij liggende einddelen van genoemd draagdeel niet vlak op het verbindingselement rusten doch zodanig zijn gevormd dat slechts een deel daarvan op afstand van genoemd versmald deel, op het 10 verbindingselement rust, wordt het water nog eenvoudiger afgevoerd.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt doordat de openingen in hoofdzaak ovaal zijn, met een breedte die ongeveer gelijk is aan de breedte van het versmalde deel van het hengsel, terwijl de lengte zodanig is dat het einde 15 van het hengsel dwars door de opening kan worden gestoken en vervolgens kan worden geroteerd tot in een draagstand.
Een tray volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder door vacuum vormen of spuitgieten of een dergelijke techniek voor het matrijsvormen van producten.
20 Indien rond de genoemde openingen een verdieping is aangebracht kan ook naast de betreffende opening nog een afwatering zijn voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een verdere opening of een afvoerkanaal naar de omtrek van de tray.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het 25 bewateren van groeimedium in trays, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
Met een dergelijke werkwijze wordt het voordeel bereikt dat zonder kostbare of arbeidsintensieve maatregelen het kweken van gewas in trays kan worden vereenvoudigd en verbeterd. Met name wordt hiermee 30 grotendeels verhinderd dat ongelijke groei van het gewas optreedt in de 1 0 2 9 4 60 5 verschillende opneemholten van de tray als gevolg van van een hengsel in sommige opneemholten vloeiend water, zoals bij trays volgens de stand van de techniek optreedt.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvormen 5 van een tray en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 in perspectivisch aanzicht een tweetal naast elkaar geplaatste trays met hengsel volgens de uitvinding; fig. 2 in bovenaanzicht een tray, met weggenomen hengsel, volgens 10 de uitvinding; fig. 3 in gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht langs de lijn III — III in fig. 1 twee trays met hengsel volgens fig. 2; fig. 4 in perspectivisch bovenaanzicht een gedeelte van een tray volgens de uitvinding, met hengsel, enigszins uitvergroot; 15 fig. 5 in doorgesneden vooraanzicht en bovenaanzicht een opening van een tray volgens de uitvinding; en fig. 6A, B en C in bovenaanzicht alternatieve uitvoeringsvormen van een gedeelte van een tray met hengsel volgens de uitvinding.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 20 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. Deze uitvoeringsvormen zijn slechts ter illustratie getoond en dienen geenszins beperkend te worden opgevat. Met name ook combinaties van delen daarvan worden geacht binnen de uitvinding te vallen.
De getoonde uitvoeringsvormen van de trays volgens de uitvinding 25 zijn getoond en beschreven als vacuumgevormde trays met rijen opneemholten naast elkaar. Evenwel kunnen ook andere vormgevingstechnieken zoals spuitgieten, compression moulding en dergelijke worden toegepast en kunnen de opneemholten op andere wijzen zijn opgesteld.
102 9 4 60 6
In fig. 1 is in perspectivisch bovenaanzicht een tweetal trays 1 volgens de uitvinding getoond, met twee rijen 2 opneemholten 3. De rijen 2 liggen evenwijdig aan elkaar en zijn door verbindingselementen 4, in het bijzonder een integraal met de opneemholten 3 meegevormde strip 5 onderling verbonden. Elke rij 2 heeft in het getoonde voorbeeld vijf opneemholten 3, elk met een in hoofdzaak rechthoekige, in het bijzonder vierkante doorsnede en een in de richting van een bodem 5 enigszins toelopende langswand 6 zoals duidelijk blijkt uit fig. 2. In de bodem 5 zijn gaten 7 voorzien waardoorheen water kan wegstromen. De 10 verbindingselementen 4 verbinden de bovenste langsranden 8 van naast elkaar gelegen opneemholten 3, zowel in elke rij 2 als tussen de rijen 2.
Bij de in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm is tussen vier opneemholten 3 nabij elk einde 9 van de twee rijen 2 in het verbindingselement 4 een opening 10 voorzien. In de getoonde 15 uitvoeringsvorm is de opening in hoofdzaak rechthoekig met afgeronde einden 11. Bij genoemde einde heeft de langsrand 12 een straal R, welke ongeveer gelijk is aan de helft van de breedte B, gemeten ongeveer haaks op de lengterichting T van de rijen 2. De lengte L van de opening 10 strekt zich ongeveer evenwijdig aan de rijen 2 uit en is in deze uitvoering groter dan de 20 breedte B. De rand 10A van de opening 10 loopt enigszins toe, waardoor de straal Rm bovenin enigszins groter is. Rond de opening 10 is een verdieping of verdiept gedeelte 13 als verlaging aangebracht, zodanig dat een opstaande rand 14 is verkregen tussen een hoger gelegen deel van het verbindingselement 4 en het verdiepte deel 13, zoals met name duidelijk 25 blijkt uit fig. 1,3, 4 en 5.
Een hengsel 15 is gevormd uit een strip relatief flexibel materiaal, zoals kunststof of eventueel geplastificeerd karton of dergelijk materiaal. Ook andere materialen kunnen geschikt zijn. Het hengsel omvat een hengseldeel te noemen middendeel 16, aan weerszijden een einddeel te 30 noemen einde 17 en tussen genoemd hengseldeel 16 en elk einddeel 17 een 1029460 7 versmald deel 18 (fig. 3). Het versmalde deel 18 heeft, zoals met name blijkt uit fig. 3, bij voorkeur een breedte Bi die ongeveer gelijk is aan de breedte B van de opening 10. De einddelen 17 en het hengseldeel 16 hebben, ten ! minste nabij elk versmalde deel 18 een breedte B2 respectievelijk Bs die 5 groter is dan genoemde breedte B. De breedte B2 is daarbij bij voorkeur kleiner dan de lengte L van de opening 10. Het einddeel 17 heeft bovendien enigszins een puntvorm, in de van het versmalde deel 18 afgekeerde richting, zodanig dat dit deel eenvoudig door de opening 10 kan worden gedrukt. Daarbij wordt het einddeel 17 zodanig gedraaid dat de breedte B2 10 daarvan zich ongeveer evenwijdig aan de lengterichting L van de opening 10 uitstrekt. Nadat het einddeel 17 de opening 10 is gepasseerd wordt dit over ongeveer 90 graden gedraaid, zodat de breedterichting B2 zich weer ongeveer haaks op de lengterichting L uitstrekt en het einddeel 17 niet meer dan na rotatie terug over ongeveer 90 graden uit de opening 10 kan worden 15 getrokken.
Bij de overgang van het hengseldeel 16 en het versmalde deel 18 is aan weerszijden van het versmalde deel een schouder 19 voorzien die op het verbindingselement 4 kan rusten indien het hengsel niet omhoog wordt getrokken. Elke schouder 19 heeft in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een 20 gebogen einde 20, zodat slechts een punt 21 daarvan op afstand van het versmalde deel 18 rust op het verdiepte deel 13. De breedte Bs van het hengseldeel 16 is zodanig gekozen dat het steeds in de verdieping 13 zal rusten.
De tray 1 kan met behulp van het hengsel 15 worden op genomen 25 en verplaatst, bijvoorbeeld voor plaatsing daarvan op een kweekoppervlak, onder een beregeningsinstallatie en/of belichting. In de opneemholten 3 wordt groeimedium aangebracht, bijvoorbeeld aarde of wol zoals glas- of steenwol. In dit medium wordt gewas geplant of gezaaid of anderszins aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van zaden, zaailingen of andere 30 geschikte wijze. Vervolgens wordt water gegeven, bijvoorbeeld met behulp 1029460 8 van de beregeningsinstallatie, totdat een gewenst wasdom van het gewas is bereikt, waarna de trays 1 met gewas (niet getoond) met behulp van de hengsels 15 worden opgenomen en afgevoerd.
Zoals met name ook duidelijk is uit fig. 4 en 5 is tussen het naar de 5 gebogen langsrand 12 gekeerde vlak 22 van het hengsel 15 en genoemde langsrand 12 aan weerszijden van het hengsel 15 een doorlaatopening 23 vrijgehouden waardoorheen water dat bij beregening, althans bij water ge ven van gewas langs het hengsel 15 omlaag loopt, kan worden afgevoerd, weg van de opneemholten 3. Het oppervlak van genoemde 10 doorlaatopening 23 is bij voorkeur zodanig groot dat water niet als gevolg van oppervlaktespanning alsnog in het verdiepte gedeelte blijft staan, althans niet tot zodanige hoogte dat het alsnog over de randen daarvan in de naastgelegen opneemholten kan stromen. Indien de doorlaatopening(en) voldoende groot zijn om het van het hengsel afstromende water direct door 15 te laten kan worden afgezien van een verdiept gedeelte. Eventueel kan in plaats van of naast de doorlaatopeningen een goot zijn voorzien vanuit het verdiepte gedeelte naar een langsrand van de tray, weg van de opneemholten, voor het afvoeren van water dat van het hengsel stroomt.
In fig. 6A en B zijn twee voorbeelden van alternatieve vormen van 20 een opening 10 getoond, waarin in doorsnede een versmald deel 18 van het hengsel 15 in de opening 10 is weergegeven. In de uitvoeringvorm van fig.
6A is de langsrand 12 zodanig terug in de opening 10 teruggebogen dat een punt 12A is gevormd waartegen het versmalde deel 18 aanloopt. Daardoor zijn aan weerszijden van de punt twee doorlaatopeningen 23 voorzien. In de 25 uitvoeringsvorm van fig. 6B zijn twee uitstulpingen 12B voorzien, welke zich zodanig ver in de opening uitstrekken dat het versmalde deel 18 deze niet kan passeren. De afstand tussen de uitstulpingen 12B kan zodanig ! worden gekozen dat het einde 17 daar wel tussendoor kan bewegen in de eerder genoemde geroteerde stand, voor het plaatsen van het hengsel 15.
1 0 2 9 4 60 9
Hierbij is tussen de uitstulpingen 12B en de langsrand 12 een doorlaatopening 23 vrijgehouden met een relatief groot oppervlak.
In fig. 6C is een verder alternatief getoond, waarbij op afstand van de opening 10 een doorlaatopening 23 is voorzien, binnen een verdiept deel.
5 Een kanaaltje 23A kan zijn voorzien tussen de langsrand 12 en de doorlaatopening 23, voor het nog verder verbeteren van de afvoer van water vanaf het hengsel naar de doorlaatopening.
Ter illustratie wordt een aantal afmetingen gegeven, welke geenszins beperkend dienen te worden uitgelegd. In de getoonde uitvoering 10 heeft het verdiepte deel 13 een diepte van ongeveer 1 tot 2 mm ten opzichte van het bovenvlak van het verbindingselement, terwijl de opening 10 een omlaag enigszins doorgezette wand 10A heeft van ongeveer 3 mm. De totale lengte van de opneing 10 is bijvoorbeeld tussen de 10 en 12 mm, met een breedte van ongeveer 4 mm, zodat de afrondingsstraal R ongeveer 2 mm is. 15 het verdiepte gedeelte heeft een oppervlak dat bijvoorbeeld twee tot drie maal zo groot is als de oppervlakte van de opening 10. Deze afmetingen kunnen uiteraard ook anders worden gekozen, bijvoorbeeld afhankelijk van de vorm en afmetingen van de tray en het hengsel.
In algemene zin kan worden gesteld dat bij een tray en werkwijze 20 volgens de uitvinding tijdens gebruik, in het bijzonder tijdens watergift water dat van het hengsel stroomt wordt weggeleid van de opneemholten van de tray, in tegenstelling tot bekende trays waar tenminste een deel van dat water in de opneemholten stroomt en tot ongelijke groei leidt.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de uitvoeringsvormen als 25 hier getoond en beschreven. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies bepaalde raam van de uitvinding. Zo kan een opening als in de stand van detechniek worden toegepast, mits een afwatering is voorzien via een verdiept gedeelte tot in een afwateringsopening of de langsrand van de tray voor water dat van het hengsel stroomt. Een tray 30 volgens de uitvinding kan meerdere rijen en/of kolommen opneemholten 1029460 10 hebben, met meerdere hengsels, waarbij bovendien de hengsels anders kunnen zijn gepositioneerd en bevestigd. Ook kunnen andere opstellingen worden gekozen voor de opneemholten en kunnen andere materialen worden toegepast. Met name ook combinaties van delen van de getoonde 5 uitvoeringsvormen worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
i 1029460
Claims (12)
1. Tray met hengsel, voorzien van een aantal opneemholten voor plantpotten en/of groeimedium, onderling verbonden door ten minste een verbindingselement nabij een bovenzijde van de opneemholten, waarbij in genoemd ten minste ene verbindingselement ten minste twee op afstand van 5 elkaar gelegen openingen zijn voorzien en in genoemde twee openingen einden van het hengsel zijn geplaatst, welke einden zich door de openingen uitstrekken en ten minste in een ruststand van het hengsel uit elkaar worden gedrukt, zodanig dat genoemde einden naar van elkaar afgekeerde randdelen van de openingen worden gedwongen, waarbij tussen het zich in 10 of door een opening uitstrekkend deel van een betreffend einde van het hengsel en een naastgelegen randdeel van de betreffende opening, welk randdeel is gelegen aan de van de andere van genoemde twee openingen afgekeerde zijde van het betreffende deel van het hengsel een doorlaatopening is voorzien voor doorlaten van water en/of een gedeelte van 15 genoemde verbindingselement rond elk van genoemde openingen enigszins is verdiept, zodanig dat een zich boven het verbindingselement uitstrekkend deel van het hengsel bij het hengsel in russtand aanligt tegen het verbindingselement binnen genoemd verdiept gedeelte, waarbij afwatermiddelen zijn voorzien voor genoemd verdiept gedeelte, weg van de 20 opneemholten.
2. Tray met hengsel volgens conclusie 1, waarbij van genoemde openingen ten minste het randdeel waarnaast genoemde doorlaatopening is voorzien is gebogen en genoemd deel van het hengsel dat zich in de opening uitstrekt minder gebogen en bij voorkeur vlak is, zodanig dat ten minste een 25 gedeelte van het genoemde zich door de opening uitstrekkende deel van het hengsel op afstand wordt gehouden van genoemd randdeel. 10 2 9 A 6 0
3. Tray met hengsel volgens conclusie 1 of 2, waarbij van genoemde openingen ten minste het randdeel waarnaast genoemde doorlaatopening is ' voorzien is voorzien van een versmalling, welke een breedte heeft die kleiner is dan de breedte van genoemd deel van het hengsel dat zich in de 5 opening uitstrekt, zodanig dat ten minste een gedeelte van het genoemde j i zich door de opening uitstrekkende deel van het hengsel op afstand wordt gehouden van genoemd randdeel.
4. Tray met hengsel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afwatermiddelen voor genoemd verdiept gedeelte ten minste gedeeltelijk 10 worden gevormd door genoemde openingen.
5. Tray met hengsel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan twee zijden van elk zich in of door een opening uitstrekkend deel van een het hengsel het hengsel breder is dan genoemd deel, zodanig dat de tray | aan het hengsel kan worden opgenomen terwijl het hengsel op het j 15 verbindingsdeel kan rusten. i
6. Tray met hengsel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de genoemde openingen in hoofdzaak ovaal zijn.
7. Tray met hengsel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de genoemde openingen een breedte hebben die ongeveer gelijk is aan een 20 breedte van het zich in of door een opening uitstrekkend deel van een betreffend einde van het hengsel, welke breedte kleiner is dan de breedte van een daarboven of daaronder aansluitend deel van het hengsel.
8. Tray met hengsel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hengsel stripvormig is en in gebruik elastisch is gebogen, zodanig dat 25 het hengsel zich boogvormig uitstrekt tussen genoemde openingen, boven het verbindingsdeel.
9. Tray met hengsel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het zich in of door een opening uitstrekkend deel van een betreffend einde van het hengsel aansluit op een hengseldeel boven het verbindingselement, 30 welk deel een breedte heeft die groter is dan genoemd zich door de opening 1029460 uitstrekkend deel, waarbij het genoemde hengseldeel aan weerszijden van genoemd zich door de opening uitstrekkend deel is voorzien van een gebogen en/of hellend randdeel, zodanig dat het hengsel in een rustpositie wordt gedragen op genoemd verbindingselement, bij voorkeur binnen genoemd 5 verdiept gedeelte, op relatief kleine contactvlakken op afstand van genoemd zich door de opening uitstrekkend deel van het hengsel.
10. Tray voor gebruik in een samenstel van een tray en hengsel volgens een der voorgaande conclusies.
11. Tray volgens conclusie 10, waarbij in een verbindingselement 10 tussen ten minste twee rijen opneemholten ten minste twee openingen zijn voorzien die aan van elkaar afgekeerde langsrandddelen een ten minste gedeeltelijk gebogen profilering hebben.
12. Werkwijze voor het bewateren van groeimedium in trays, waarbij trays met rijen plantholten met daarin plantmedium worden opgesteld, met 15 elastisch gebogen hengsels die met twee einden in twee op afstand van elkaar gelegen openingen zijn gestoken, waarbij water over genoemde trays en plantmedium wordt gesproeid voor het bewateren van het groeimedium en daarin aanwezige planten, zaailingen of dergelijk gewas, waarbij water dat op de hengsels valt en langs de hengsels naar genoemde 20 verbindingselementen vloeit wordt afgevoerd in een richting weg van | genoemde plantholten door opvang daarvan in verdiepte delen rond genoemde openingen en/of afvoer daarvan door genoemde openingen. 25 102 9 460
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029460A NL1029460C2 (nl) | 2005-07-07 | 2005-07-07 | Tray met hengsel. |
AT06076378T ATE454812T1 (de) | 2005-07-07 | 2006-07-07 | Schale mit griff |
EP06076378A EP1741332B1 (en) | 2005-07-07 | 2006-07-07 | Tray with handle |
DE602006011681T DE602006011681D1 (de) | 2005-07-07 | 2006-07-07 | Schale mit Griff |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1029460 | 2005-07-07 | ||
NL1029460A NL1029460C2 (nl) | 2005-07-07 | 2005-07-07 | Tray met hengsel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1029460C2 true NL1029460C2 (nl) | 2007-01-09 |
Family
ID=35954066
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1029460A NL1029460C2 (nl) | 2005-07-07 | 2005-07-07 | Tray met hengsel. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1741332B1 (nl) |
AT (1) | ATE454812T1 (nl) |
DE (1) | DE602006011681D1 (nl) |
NL (1) | NL1029460C2 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2006406C2 (en) * | 2011-03-16 | 2012-09-18 | Sierteelt Verpakkings Pool B V | Tray for carrying plant pots. |
NL2008179C2 (en) * | 2012-01-25 | 2013-07-29 | Holding P M M Hoff B V | A plant tray for propagating plants, a tray, and methods. |
WO2013019105A2 (en) * | 2011-07-29 | 2013-02-07 | Holding P.M.M. Hoff B.V. | A plant tray for propagating plants, a tray, a cup, and methods |
NL2007198C2 (en) * | 2011-07-29 | 2013-01-30 | Holding P M M Hoff B V | A plant tray for propagating plants, a tray, and methods. |
FR2979796B1 (fr) * | 2011-09-13 | 2014-08-15 | Ecovegetal | Contenant pour la plantation et la culture des vegetaux, structure realisee avec de tels contenants. |
DE202014103156U1 (de) * | 2014-07-09 | 2015-10-12 | Pöppelmann Holding GmbH & Co. KG | Pflanzentray |
FR3032014B1 (fr) * | 2015-01-27 | 2017-07-21 | Soparco (Societe Parisienne De Courtage) | Procede et dispositifs pour l'assemblage de pots entre eux et lot de pots ainsi assembles. |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5927009A (en) * | 1997-05-05 | 1999-07-27 | Vanwingerden; Leonard | Plant carrier with pull-out remover |
US20020092233A1 (en) * | 2001-01-12 | 2002-07-18 | Gratz Jeffrey J. | Tray for use in the transport and the display of a plurality of flower pots |
BE1015126A3 (nl) * | 2002-10-01 | 2004-10-05 | Willaert Patrick | Stapelbare krat voor plantgoed. |
AU780968B2 (en) * | 2001-03-28 | 2005-04-28 | Anthony Tesselaar Plants Pty Ltd | Improved carrier for plants |
-
2005
- 2005-07-07 NL NL1029460A patent/NL1029460C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2006
- 2006-07-07 EP EP06076378A patent/EP1741332B1/en not_active Not-in-force
- 2006-07-07 AT AT06076378T patent/ATE454812T1/de not_active IP Right Cessation
- 2006-07-07 DE DE602006011681T patent/DE602006011681D1/de active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5927009A (en) * | 1997-05-05 | 1999-07-27 | Vanwingerden; Leonard | Plant carrier with pull-out remover |
US20020092233A1 (en) * | 2001-01-12 | 2002-07-18 | Gratz Jeffrey J. | Tray for use in the transport and the display of a plurality of flower pots |
AU780968B2 (en) * | 2001-03-28 | 2005-04-28 | Anthony Tesselaar Plants Pty Ltd | Improved carrier for plants |
BE1015126A3 (nl) * | 2002-10-01 | 2004-10-05 | Willaert Patrick | Stapelbare krat voor plantgoed. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1741332B1 (en) | 2010-01-13 |
EP1741332A1 (en) | 2007-01-10 |
ATE454812T1 (de) | 2010-01-15 |
DE602006011681D1 (de) | 2010-03-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1029460C2 (nl) | Tray met hengsel. | |
NL2018485B1 (en) | Plant tray and method for manufacturing a plant tray | |
BE1023219B1 (nl) | Teelsysteem | |
US20200008365A1 (en) | Planter, Planting, and Method of Growing Plants | |
US20230028072A1 (en) | Plant watering device and system | |
JP6035653B2 (ja) | 野菜栽培器具 | |
US3513594A (en) | Container for preformed cubes of soil for plants | |
BE1023221B1 (nl) | Teelsysteem | |
NL1032692C2 (nl) | Container en werkwijze voor het houden van plantaardig materiaal. | |
NL1011346C1 (nl) | Kweekdrager. | |
NL1031938C2 (nl) | Plantenbak, werkwijze voor het gebruik daarvan en werkwijze voor het vormen van een kunststoffen bak. | |
IL154938A (en) | Culture tray for the rooting of young plants | |
NL2020225B1 (en) | Growth system, use, and method for planting out or transplanting | |
EP2818038A1 (en) | Plant pot | |
KR200469008Y1 (ko) | 소형 분화 유통트레이 | |
US5036619A (en) | Capillary irrigation system | |
NL1002716C2 (nl) | Teeltbodem alsmede een teeltvloer voor tuinbouwgewassen. | |
NL2028417B1 (nl) | Werkwijze voor het kweken van orchidee planten | |
NL1024651C2 (nl) | Werkwijze en pot voor het kweken van een epifyt. | |
NL1026120C2 (nl) | Samenstel voorzien van een drager voor in kluiten opgenomen planten alsmede een dergelijke drager. | |
KR200369931Y1 (ko) | 화분파렛트 | |
JP4952986B2 (ja) | 育苗方法 | |
NL8502065A (nl) | Werkwijze voor het ontkiemen van zaad of het opkweken van een plantje uit een zaadje of een weefselkweek alsmede waterabsorberend poreus plugvormig lichaam geschikt voor toepassing bij deze werkwijze en plaatvormig deel voor het opnemen van plugvormige lichamen. | |
CN105104004A (zh) | 盐碱坡地种植系统 | |
Hunter et al. | The ANOVApot: origin, development and associated pot irrigation systems |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20120201 |