NL1029301C2

NL1029301C2 - Wrijving verminderende bekleding.

Info

Publication number: NL1029301C2
Application number: NL1029301A
Authority: NL
Inventors: Bernardus Franciscus M Wanders
Original assignee: Procornea Nederland B V
Priority date: 2005-06-21
Filing date: 2005-06-21
Publication date: 2006-12-22
Also published as: EP1906880A2; WO2007030009A3; WO2007030009A2

Description

I 1

Wrijving verminderende bekleding.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel omvattende een in-brenginrichting (cartridge) en een intraoculaire lens (IOL) waarbij die inbrengmrichting 5 een inbrengpunt met inbrengkanaal en een daaraan grenzend opvouwsamenstel omvat, waarbij in dat opvouwsamenstel een opname voor die IOL begrensd wordt, waarbij die IOL in die opname geplaatst is.

Een dergelijk samenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. Daarbij wordt de IOL zoveel mogelijk in de gebruikspositie opgeslagen. Dit kan al dan niet in 10 de inbrenginrichting zijn of in een afzonderlijke houder. Bij gebruik wordt de IOL met behulp van de vleugels opgerold en kan vervolgens door het kanaal in de inbrengpunt met een plunjer, die deel is van een al dan niet afzonderlijke injector in het oog bewogen worden.

Omdat aanzienlijke wrijving bestaat tussen de IOL en de inbrenginrichting en be-15 schadiging van de IOL onder alle omstandigheden voorkomen moet worden is in de stand der techniek voorgesteld een smeermiddel te gebruiken waardoor verplaatsing van de IOL in het kanaal van de inbrenginrichting vergemakkelijkt wordt.

Omdat een dergelijk smeermiddel eveneens het menselijk lichaam binnentreedt worden daaraan hoge eisen gesteld. Het is noodzakelijk het betreffende smeermiddel na 20 het inbrengen in het oog door de oogarts te verwijderen. Dit moet zorgvuldig gebeuren om een later trauma of andere reactie te vermijden. Dit kost verhoudingsgewijs veel tijd.

Bovendien zijn de kosten voor het smeermiddel hoog en is het toepassen van het smeer- of glijmiddel omslachtig.

25 Een voorbeeld van de toepassing van een dergelijk smeer- of glijmiddel is bekend uit EP 1.481.652.

Het gebruik van een smeer- of glijmiddel is gewenst omdat de eigenschappen van de IOL vooral bepaald worden door het latere gebruik in het oog. Vooral bij hydrofobe IOL's geldt dat deze een zeer hoge wrijvingscoëfficiënt hebben waardoor het moeilijk 30 is deze door het inbrengdeel te verplaatsen zonder smeermiddel.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding de hierboven beschreven nadelen te vermijden en in een samenstel te voorzien waarbij het mogelijk is zonder verdere maatregelen een direct gebruiksklare IOL aan te brengen.

1029301 2

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven samenstel verwezenlijkt doordat op het contactvlak tussen IOL en die opname een wrijving verminderende coating is aangebracht. Volgens de onderhavige uitvinding is een permanente coating aanwezig op hetzij de IOL hetzij de inbrenginrichting hetzij beide. Daardoor is het in ieder geval niet 5 langer noodzakelijk smeermiddel te gebruiken en te verwijderen na inbrengen van de lens in het oog. Eveneens is het niet meer noodzakelijk om het smeermiddel vlak voor het opsluiten van de lens in de inbrenginrichting aan te brengen. De coating kan vooraf op hetzij de inbrenginrichting hetzij de lens aangebracht worden. Bovendien ontstaat door het gebruik van een dergelijke coating meer vrijheid voor de keuze van het kunst-10 stofmateriaal van de IOL. Deze keuze kan meer gericht zijn op de optische eigenschappen en minder op de problemen bij het aanbrengen of de verdraagzaamheid met de omgeving (biocompatibel).

Meer in het bijzonder is het opvouwsamenstel een vleugelsamenstel met twee scharnierend met elkaar verbonden vleugels.

15 Een dergelijke coating kan elke in de stand van de techniek bekende coating zijn die een verminderde wrijving onder de omstandigheden bij het inbrengen van een lens in het menselijk lichaam geeft.

Volgens een bijzondere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding bestaat de coating uit paryleen of poly-para-xyleen. Van paryleen bestaan verschillende soorten 20 zoals paryleen type N, C, D of HT. Begrepen zal worden dat combinaties naar wens toegepast kunnen worden voor het voorzien in de coating op hetzij de inbrenginrichting hetzij de lens.

Indien de coating op de inbrenginrichting aangebracht is, is deze vanzelfsprekend op de begrenzingswand tussen inbrenginrichting en lens aangebracht. Het oppervlak 25 van deze begrenzingwand kan nog verkleind worden door de opname te voorzien van verhogingen voor het dragen van de IOL. Daardoor wordt het oppervlak waar wrijving optreedt tussen de IOL en de opname verkleind.

Bij de juiste toepassing is het mogelijk in een paryleenlaag te voorzien die volledig dicht is. Bovendien is het mogelijk de dikte daarvan zeer nauwkeurig te regelen bij 30 het aanbrengen. Als voorbeeld voor de dikte wordt genoemd een bereik tussen 100 nm en 20 pm en meer in het bijzonder tussen 0,5 en 5 pm. Doordat de paryleenlaag een volledige afsluiting kan vormen is het mogelijk bij gebruik op de IOL deze IOL uit een niet (volledig) bio-verenigbaar materiaal te vervaardigen. Hetzelfde geldt voor de in- 1 0293 01 3 brenginrichting of cartridge. Niet langer bestaat het gevaar dat materiaal van de cartridge in het oog terecht komt. Bovendien is het thans mogelijk om zonder enig probleem zeer hydrofobe lenzen te plaatsen. Immers de kleverigheid die waargenomen wordt bij hydrofobe materialen is niet langer van belang vanwege de paryleenbekle-5 ding.

Paryleenmateriaal kan op enige in de stand der techniek bekende wijze aangebracht worden. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding wordt paryleenmateriaal op hetzij de inbrenginrichting hetzij de IOL aangebracht door vapor deposition polymerisation. Uitgaande van een voorproduct of dimer wordt in een eerste 10 stap dit voorproduct verdampt. Dit gebeurt bij een temperatuur van 120-180°C. Vervolgens vindt een pyrolysereactie plaats bij een temperatuur tussen 650°C en 700°C.

De verdampte dimer gaat over naar een monomeer gas. Dit monomere gas wordt vervolgens in een PVD-kamer neergeslagen op het betreffende deel. Dit gebeurt bij voorkeur op kamertemperatuur bij een verlaagde druk van bijvoorbeeld 50 mtorr. Begrepen 15 zal worden dat onder paryleen eveneens paryleenderivaatcoatings verstaan dienen te worden.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven worden. Daarbij toont:

Fig. 1 een inbrenginrichting in geopende toestand voor het ontvangen van even-20 eens getekende IOL; en

Fig. 2 het samenstel van inbrenginrichting en IOL.

In fig. 1 is met 20 aangegeven een samenstel bestaande uit een inbrenginrichting 1 en een IOL 10. Deze IOL 10 is voorzien van haptics 11.

De inbrenginrichting 1 bestaat uit een inbrengpunt 2 voorzien van een inwendig 25 inbrengkanaal 8. Stroomopwaarts daarvan zijn twee vleugels 3 en 4 aanwezig die volgens een schamierlijn 5 naar elkaar toe kunnen bewegen en daartussen een opname 7 begrenzen. In de opname 7 zijn zich over de hele lengte daarvan uitstrekkende ribben 6 aanwezig.

Beoogd wordt de IOL via kanaal 8 in het oog te bewegen door de IOL eerst op te 30 rollen en vervolgens met behulp van een plunjer door het kanaal 8 te verplaatsen.

In fig. 2 is de toestand getoond waarbij de lens met behulp van de vleugels en eventueel de andere verwijderbare hulpmiddelen in de gewenste positie opgerold is en 1029301 ------------- - w 4 met behulp van een plunjer van een geïntegreerde of afzonderlijke injector door het kanaal 8 verschoven dient te worden in de richting van de pijl.

Gebleken is dat deze verplaatsing tot problemen kan leiden omdat de wrijving tussen de lens en de opname aanzienlijk is. Door het aanbrengen van de ribben 6 wordt 5 deze wrijving weliswaar verkleind en de geleiding van de gebruikte plunger verbeterd, maar zodra de IOL binnentreedt in kanaal 8 gaat dit effect teniet. Vanzelfsprekend is het eveneens mogeüjk het kanaal van dergelijke ribben te voorzien. Bovendien hebben deze ribben 6 tot gevolg dat gewaarborgd kan worden dat de plunjer de IOL aangrijpt en geen vastklemming plaatsvindt tussen de IOL en de wand van de opname 7.

10 Om het probleem van de wrijving weg te nemen wordt volgens de uitvinding voorgesteld hetzij de lens hetzij de inbrenginrichting 1 van een wrijving verminderende coating te voorzien. Eveneens kunnen beide delen van een wrijving verminderende i coating voorzien worden en deze coating omvat in het bijzonder poly-para-xylyleen i i (paryleen).

15 Door het gebruik van een paryleencoating in de inbrenginrichting kan deze uit een goedkoper materiaal gespoten worden bijvoorbeeld normaal spuitgietbaar polypro-peen in plaats van Class VI approved PP voor medische toepassingen).

Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van een samenstel bestaande uit een inbrenginrichting en een IOL worden eveneens uitdrukkelijk rechten 20 gevraagd voor een afzonderlijke inbrenginrichting voor een IOL die voorzien is van een paryleenlaag en een afzonderlijke IOL die voorzien is van een paryleenlaag.

Na het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degene bekwaam in de j i stand der techniek dadelijk varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bij- j gaande conclusies. i 25 | j i 1 029301

Claims

1. Samenstel (20) omvattende een inbrenginrichting (cartridge) (1) en een intra- 5 oculaire lens (IOL) (10) waarbij die inbrenginrichting een inbrengpunt (2) met inbrengkanaal (8) en een daaraan grenzend opvouwsamenstel omvat, waarbij in dat opvouwsamenstel een opname (7) voor die IOL begrensd wordt, waarbij die IOL in die opname (7) geplaatst is, met het kenmerk, dat op het contactvlak tussen IOL en die opname (7) een wrijving verminderende 10 coating is aangebracht.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij dat opvouwsamenstel omvat een vleugelsamenstel met twee scharnierend met elkaar verbonden vleugels (3,4).

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij die wrijving verminderende coating paryleen omvat.

4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die wrijving verminderende coating op die IOL is aangebracht. 20

5. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die wrijving verminderende coating op de begrenzingswand van die opname (7) is aange- j bracht.

6. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies in combinatie met conclusie 4, waarbij die IOL een hydrofoob materiaal omvat.

7. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies in combinatie met conclusie 4, waarbij die IOL een niet bio-verenigbaar materiaal omvat. 30

8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die opname voorzien is van verhogingen (6) voor het dragen van die IOL. 1 029301 m ··

9. Werkwijze voor het vervaardigen van een intraoculaire lens (IOL) of inbrenginrichting (cartridge) omvattende het vervaardigen van een IOL of cartridge uit een kunststof en het daarna daarop aanbrengen van een paryleenlaag. 5

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het aanbrengen van die paryleenlaag PVD omvat.

11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een 10 uitgangsproduct voor paryleen tot 120-180°C verwarmd wordt en het ver dampte paryleenmateriaal op die IOL neergeslagen wordt.

12. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-11, waarbij het vervaardigen omvat het vervaardigen van een niet biocompatibele kunststof. 15

13. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de laagdikte i van het paryleen ligt tussen 100 nm en 20 pm.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de laagdikte van het paryleen ligt 20 tussen 0,5-5 pm. 1029301