NL1029165C2 - Luchtinstallatie voor ruimten in een gebouw. - Google Patents

Description

-----------η

P27826NL00/HJB

I Korte aanduiding: Luchtinstallatie voor ruimten in een gebouw.

J De uitvinding heeft betrekking op brandwerende maatregelen bij een i i luchtinstallatie, zoals een ventilatie-installatie of j luchtbehandelinginstallatie in een gebouw, waarbij de luchtkanalen | door doorgangen in afscheidingen tussen ruimten in het gebouw lopen, j 5 bijvoorbeeld door een vloer tussen boven elkaar gelegen ruimten.

Een aspect van een dergelijk gebouw is de brandwerendheid, zodat brandwerende maatregelen worden getroffen die trachten te verhinderen (of vertragen) dat een brand zich door het gebouw 10 verspreid. In samenhang daarmee wordt ook vaak getracht de verspreiding van hete en giftige rookgassen door het gebouw te verhinderen. Doordat de luchtkanalen veelal voorzien zijn van intree- en/of uitstroomopeningen kunnen bij een brand vlammen en rook via deze openingen naar binnentreden in het kanaal en zich zo 15 voortplanten naar de andere zijde van de afscheiding, waardoor de brand zich uitbreidt tot de belendende ruimte of de rook zich kan verspreiden naar de belendende ruimte. Om deze voorplanting tegen te i gaan worden vaak vlinderkleppen in de metalen luchtkanalen geplaatst, die zich bij stijgende temperatuur automatisch sluiten en 20 daarmede de voortplanting van de vlammen en rook voorkomen. Zulke vlinderkleppen zijn kostbaar en vragen extra montagetijd, voorzieningen voor de ophanging en regelmatige controle op de werking.

25 De uitvinding beoogt een luchtinstallatie voor te stellen, die in geval van brand een brandwerende afsluiting van de doorgang van een metalen luchtkanaal door een afscheiding tussen ruimten in een gebouw verschaft, tegen een aantrekkelijk montage-inspanning en investering. Opgemerkt wordt dat deze oplossing niet alleen als 30 alternatief voor de bekende vlinderkleppen is voorzien, maar ook kan worden toegepast in een installatie waarbij op strategische plaatsen wel een of meer vlinderkleppen worden toegepast. Bijvoorbeeld kan op 1029165- -2- meer plaatsen dan waar tot nu toe vlinderkleppen worden toegepast een brandwerende oplossing volgens de uitvinding worden voorzien.

Ten minste beoogt de uitvinding een alternatieve oplossing voor te stellen.

5

De uitvinding verschaft een luchtinstallatie volgens conclusie 1.

Met deze oplossing kan op montagetechnisch aantrekkelijke wijze een brandwering worden bereikt.

10 De uitvinding is erop gebaseerd dat het kunststof leidingdeel in feite het metalen luchtkanaal vervangt ter plaatse van de doorgang door de afscheiding. Dat kunststof leidingdeel wordt bij de hogere temperaturen die het gevolg zijn van een brand zacht. Tevens leidt de temperatuurstijging tot de opzwelling van het intumescente 15 materiaal. Door die opzwellende werking van het intumescent materiaal kan het reeds zachter geworden kunststof leidingdeel eenvoudig worden dichtgedrukt, waardoor de gehele doorgang brandwerend wordt afgesloten.

20 Bij voorkeur is erin voorzien dat de manchet samen met het kunststof leidingdeel een samenstel vormen. Het metalen luchtkanaal wordt dan doorgesneden of zodanig op maat gemaakt dat het eindigt vlak voor de doorgang door de afscheiding. Dat einde wordt dan verbonden met het kunststof leidingdeel in het samenstel van manchet en kunststof 25 leidingdeel. Aan de andere zijde van de afscheiding wordt het volgende stuk van het metalen luchtkanaal weer verbonden met het kunststof leidingdeel. Hierdoor wordt bereikt dat ter plaatse van de doorgang door de afscheiding het metalen luchtkanaal vervangen is door een kunststof leidingdeel. Vanzelfsprekend kan men ook het 30 kunststof leidingdeel afzonderlijk van de brandwerende manchet plaatsen en vervolgens de manchet om dit leidingdeel aanbrengen. In een voor de montagepraktijk voordelige uitvoering, is de mantel van de brandwerende manchet uitgevoerd als een buigzame metaalplaat, die om een leidingdeel gebogen kan worden.

35

In een voorkeursuitvoering zijn tussen de brandwerende manchet en het kunststof leidingdeel geluiddempende stroken aangebracht om een 1029165- -3- direct contact tussen de manchet en de kunststof leiding te voorkomen, waardoor de geluidsoverdracht tussen luchtkanaal en wand of vloer van het gebouw wordt verminderd.

5 De uitvinding heeft verder betrekking op een brandwerend samenstel voor tussenplaatsing in een metalen luchtkanaal, en op de combinatie van een metalen luchtkanaal met een dergelijk brandwerend samenstel dat is afgestemd op het metalen luchtkanaal.

10 De uitvinding heeft verder betrekking op een gebouw voorzien van een luchtinstallatie volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft verder betrekking op de werkwijze om een brandwerende afsluiting van zowel doorgang als luchtkanaal te 15 realiseren in een gebouw met een installatie volgens de uitvinding, welke werkwijze ook het alsnog brandwerend maken van een reeds aangelegde luchtinstallatie kan omvatten.

De diverse oplossingen volgens de uitvinding zullen hierna worden 20 toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld van een brandwerend samenstel volgens de uitvinding,

Fig. 2 in perspectief het kunststof leidingdeel met daarop aangebracht twee blokkeringsstroken stroken 25 Fig. 3 in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld van de metalen manchet van een brandwerend samenstel volgens de uitvinding i

Figuur 1 toont een brandwerend samenstel 1 volgens de uitvinding 30 voor plaatsing in doorgang van een luchtkanaal 6 door een afscheiding, zoals een wand of vloer, van een gebouw tussen ruimten van het gebouw. Het samenstel 1 heeft bij brand een afsluitende werking.

35 Het samenstel 1 omvat in dit voorbeeld twee samengevoegde delen, te weten het kunststof leidingdeel 2 en de manchet 3 met intumescente bekleding aan de naar het kunststof leidingdeel 2 gekeerde zijde. De 1029165- -4- mantel van de manchet is in dit voorbeeld vervaardigd van buigzame staalplaat, maar ook andere materialen, bij voorkeur metalen, kunnen daarvoor gebruikt worden.

5 In figuur 2 is het binnenste deel van het samenstel afgebeeld, bestaande uit een kunststof leiding deel 2, met aan weerszijden een aansluitgedeelte 5 en de twee blokkeringsstroken 4, die op een axiale afstand van elkaar liggen en die elk het grootste deel van de omtrek van de kunststof leiding bedekken. Deze stroken 4 zijn hier 10 gemaakt van samendrukbaar schuimmateriaal. Deze stroken 4 dienen er toe te voorkomen dat bij het opschuiven van het metalen kanaal 6 op het aansluitgedeelte 5 het metalen kanaal 6 te ver wordt doorgeschoven en tussen de metalen manchet 3 en het kunststof leidingdeel 2 geraakt. In plaats van samendrukbare stroken 4, kunnen 15 de stroken 4 ook van ander materiaal zijn vervaardigd, of kunnen andere aanslagmiddelen voor het uiteinde van een luchtkanaal 6 worden voorzien, die het tussen de mantel en het kunststof leidingdeel van het kanaal 6 verhinderen.

20 De aansluitgedeelten 5 zijn in dit voorbeeld uitgevoerd als een enigszins conisch naar het eind 8 verjongend spie-eind, waarop het metalen kanaal 6 geschoven kan worden totdat het enigszins vastgeklemd zit. De overgang tussen het metalen kanaal 6 en het kunststof leidingdeel 2 wordt aan de buitenzijde met elkaar 25 verbonden om het samenstel verbonden te houden met het metalen kanaal, bijvoorbeeld met een stuk zelfklevende tape (niet getoond), zoals dit bekend is bij het verbinden van 2 stukken metalen ventilatiekanalen. Het zal duidelijk zijn dat ook andere bevestigingsmiddelen geschikt zijn om deze verbinding te maken. Ook 30 kan het aansluitgedeelte op vele andere manieren worden uitgevoerd, o.a. als een mof - bij voorkeur enigszins conisch vergrotend naar het uiteinde 8 - waar het metalen kanaal 6 ingeschoven wordt. Ook in dit geval kan de verbinding tussen het metalen kanaal en het kunststof leidingdeel met bijvoorbeeld tape worden gemaakt.

35

Figuur 3 toont de manchet 3 in ongemonteerde toestand. Manchet 3 heeft een stabiel metalen manteldeel 7. In de tekening is te zien ί 029165 - -5- dat dit manteldeel 7 is vervaardigd van een buigzame metaalplaat, bijvoorbeeld een relatief dunne plaat van RVS of staal, bijvoorbeeld met een dikte van ten hoogste 1,5 mm, bijvoorbeeld ongeveer 0,5 mm. In het voorbeeld is de manchet van tevoren tot een ring gevormd, 5 maar het is ook denkbaar de manchet te leveren in ongebogen toestand, dus min of meer als vlakke plaat. In dat geval wordt de manchet pas in een later stadium om het kunststof leidingdeel 2 aangebracht, bijvoorbeeld op de bouwplaats kort voor de installatie. Als de manchet 7 in het productiebedrijf wordt rond gezet kan in 10 dergelijke gevallen de wanddikte van de mantel dan wel de uitvoering van de mantel geheel afwijkend zijn van een relatief dunne buigzame metaalplaat, bijvoorbeeld een relatief dikwandige kokervorm.

De metaalplaat is in dit voorbeeld aan een einde is voorzien van een 15 of meer buigzame lippen 9 en aan een tegenover gelegen einde van een of meer bijbehorende op de tekening niet zichtbare insteekopeningen, zodat het manteldeel 7 om het leidingdeel 2 of dergelijke kan worden gevouwen en een lip 9 in de bijbehorende insteekopening kan worden gestoken en worden omgebogen om het manteldeel 3 vast te zetten. Het 20 zal duidelijk zijn dat geheel andere sluitmechanismen voor het sluiten van de om de leiding geplaatste manteldelen denkbaar zijn.

Aan de binnenzijde van de mantel 3 is geschikt intumescent materiaal aangebracht, in dit voorbeeld in de vorm van een relatief dunne laag 25 10 die de metaalplaat geheel bedekt.

Zoals bekend zwelt intumescent materiaal op bij blootstelling aan hitte, waardoor de beoogde afdichtende werking wordt verkregen. Het stabiele metalen manteldeel 3 vormt daarbij een uitwendige 30 begrenzing voor het opzwellen intumescente materiaal. In plaats van een laag zouden ook stroken of dergelijke van intumescent materiaal kunnen zijn voorzien.

Voorts zijn aan de binnenzijde het manteldeel 3 een aantal op axiale 35 afstand van elkaar stroken 11 aangebracht. De stroken 11 zijn gemaakt van samendrukbaar schuimmateriaal. Door dergelijk schuimmateriaal kan eenvoudig worden bereikt dat het kunststof 1029165- -6- leidingdeel 2 aansluit op de binnenomtrek van de manchet. Dit kan dienen als geluidsisolerende maatregel en voor het voorkomen van ongewenste luchtstroming (energieverlies) of verplaatsing van rook in geval van brand voordat het intuïties cent e materiaal geëxpandeerd 5 is. Het is duidelijk dat er ook meer of slechts één geluiddempende strook het gewenste resultaat zal geven. In dit voorbeeld zijn de stroken gemaakt samendrukbaar geschuimd kunststof. Er kunnen ook andere geluiddempende materialen, zoals rubber, worden toegepast.

10 Ook zal het duidelijk zijn dat de geluiddempende stroken aan de binnenzijde van de manchet kunnen zijn aangebracht over het intumescente materiaal 10.

De buitenzijde van de manchet 3 is in dit voorbeeld gevormd door de 15 buitenzijde van de metaalplaat 7. In de praktijk zal een eventuele spleet tussen de buitenzijde van de manchet 3 die om de leiding is aangebracht en de afscheiding (wand/muur) worden opgevuld met een vulmateriaal, bijvoorbeeld specie, gips, brandwerende kit of dergelijke.

20

In geval van brand zal door de hitte het intumescente materiaal opzwellen en gelijktijdig zal door de hoge temperatuur het kunststof leiding gedeelte zacht worden en zelfs kunnen smelten. Hierdoor wordt door het uitzettende intumescent de gehele ruimte binnen de 25 mantel van de manchet opvullen, zodat vlammen en rook zich niet kunnen voortplanten via de doorvoer van de leiding door de afscheiding naar de belendende ruimte.

30 1029165-

Claims (9)

1. Luchtinstallatie voor het toe- en/of afvoeren van lucht aan 5 en/of uit door een afscheiding, bijvoorbeeld een vloer, wand of plafond, gescheiden ruimten in een gebouw, omvattende een of meer metalen luchtkanalen voorzien van (in- en/of uitstroom-) openingen voor de aanzuiging en respectievelijk afgifte van lucht uit en/of aan de ruimten, waarbij de luchtinstallatie eventueel koel- en/of 10 verwarmingsmiddelen voor de lucht omvat, met het kenmerk, dat ter plaatse van een doorgang van een luchtkanaal door een afscheiding in het gebouw een brandwerend samenstel in het metalen luchtkanaal is geplaatst, welk samenstel een kunststof leidingdeel omvat, dat is geplaatst in een onderbreking van het metalen luchtkanaal ter 15 plaatse van de doorgang, zodat het kunststof leidingdeel aan beide einden daarvan aansluit op een bijbehorend einde van het metalen luchtkanaal, welk samenstel verder een brandwerende manchet omvat, die het kunststof leidingdeel omhult met een mantel, waarbij ten minste aan de binnenzijde van de mantel intumescent materiaal is 20 aangebracht, zodat bij brand door het opzwellen van het intumescente materiaal een afsluitende werking voor de doorgang wordt verschaft.

2. Luchtinstallatie volgens conclusie 1, waarbij de machet is voorgemonteerd aan het kunststof leidingdeel en als één geheel 25 hanteerbaar is, bijvoorbeeld bij de montage in de doorgang.

3. Luchtinstallatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het kunststof leidingdeel een grotere axiale lengte heeft dan de manchet en aan beide einden buiten de manchet uitsteekt. 30

4. Luchtinstallatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de mantel van de manchet van metaal is, bijvoorbeeld van buigzame metaalplaat.

5. Luchtinstallatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de binnenzijde van de manchet en het kunststof leidingdeel een of meer samendrukbare stroken zijn --------- - - ---------------„ *029165- -8- aangebracht, bijvoorbeeld van kunststof schuimmateriaal, zodanig dat een eventuele spleet tussen de manchet en de leiding is afgedicht, bijvoorbeeld ter verhindering van geluidsoverdracht en/of lekkage van rook. 5

6. Luchtinstallatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uiteinden van het kunststof leidingdeel zijn ingericht als aansluitgedeelten voor de metalen luchtkanaaleinden, bij voorkeur conisch naar het uiteinde verjongend. 10

7. Brandwerend samenstel voor toepassing in een luchtinstallatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

8. Gebouw voorzien van een luchtinstallatie volgens een of meer 15 van de voorgaande conclusies.

9. Werkwijze voor het brandwerend uitvoeren van een gebouw voorzien van een luchtinstallatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een luchtinstallatie volgens een of meer van de voorgaande 20 conclusies. 1°29165-