NL1028584C2

NL1028584C2 - Meerkanaals-oortelefoon.

Info

Publication number: NL1028584C2
Application number: NL1028584A
Authority: NL
Inventors: Bill Yang
Original assignee: Cotron Corp
Priority date: 2004-03-22
Filing date: 2005-03-21
Publication date: 2007-03-06
Also published as: DE102005012711B4; KR100631826B1; NL1028584A1; DE102005012711A1; JP2005278177A; SG115784A1; JP4308790B2; US20050207607A1; US7289641B2; KR20060044503A

Description

MEERKANAALS-OORTELEFOON Achtergrond van de uitvinding 5 Gebied van de uitvinding

[0001] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een meerkanaals-oortelefoon, en meer in het bijzonder op een meerkanaals-oortelefoon die een vergroot geluidsveld heeft.

10

Beschrijving van de stand van de techniek

[0002] Samen met de voortdurende voortgang van digitale technologie is het amusement van de gewone mens geleidelijk gedigitaliseerd. De DVD-speler (DVD = Digi- 15 tal Video Disc, ook bekend als Digital Versatile Disc) bijvoorbeeld is tegenwoordig zeer populair in vele huishoudens. Aangezien de DVD-speler in hoofdzaak decodeer-functies heeft verschaft zoals Dolby Digital of Digital Theater System (DTS), is deze in staat om digitale signalen te decoderen en om analoge signalen af te geven naar de luidsprekers.

20 [0003] De meerkanaals-luidspreker is een onvermijdelijke inrichting om te genie ten van het digitale AV-amusementsprogramma van hoge kwaliteit, en de 5.1-kanaal-luidspreker is een fundamentele component van de meerkanaals-luidspreker.

[0004] Figuur 1 toont schematisch een diagram van een thuistheater met een 5.1-kanaal-luidspreker. Met verwijzing naar figuur 1 levert de DVD-speler 100, wanneer 25 deze een AV-programma afspeelt, verschillende audiosignalen naar een voorste linker luidspreker 102a en een voorste rechter luidspreker 102b, een centrale luidspreker 104, een linker omgevingsluidspreker 106a en een rechter omgevingsluidspreker 106b, en een subwoofer 108, om zo een 3D ruimtelijk geluidseffect te creëren om een realistische omgeving voor de luisteraar te verschaffen.

30 [0005] Het is echter noodzakelijk om een oortelefoon te gebruiken om naar muziek te luisteren onder de omstandigheid dat het niet passend is om de luidspreker te gebruiken (het gebruik van de luidspreker kan bijvoorbeeld anderen storen). Met verwijzing naar figuur 2A is het, aangezien een kenmerkende oortelefoon 200a slechts één luid 102 8 5 84 2 spreker heeft in zijn beide respectieve zijden, niet mogelijk voor de luisteraar om te genieten van het meerkanaals-geluidseffect dat door de DVD-speler wordt verschaft.

[0006] Daarom is een oortelefoon die een veelheid luidsprekers heeft in zijn hoofdlichaam voorgesteld in de stand van de techniek. De conventionele oortelefoon 200b 5 heeft een hoofdkanaal-luidspreker 202, een centrale luidspreker 204, en een omge-vingsluidspreker 206 in zijn beide respectieve zijden. In samenwerking met een specia-le-ontwerpstekker 208 verschaft de DVD-speler audiosignalen van verschillende kanalen aan verschillende luidsprekers via de stekker 208, om zo verder het ruimtelijke geluidseffect van de 5.1-kanaal-luidspreker in thuistheateromgeving te creëren. Aange-10 zien de vertragingsuitvoer van het audiosignaal op digitale wijze wordt bestuurd (bijvoorbeeld met een schakelingsontwerp) in de conventionele oortelefoon 200b, is het ruimtelijke geluidseffect dat hierdoor wordt verschaft niet zo goed. Het loopt achter vergeleken met het ruimtelijke geluidseffect dat wordt verschaft door de 5.1-kanaal-luidspreker in thuistheateromgeving zoals getoond in figuur 1, en kan niet de kwaliteit 15 en functie van het omgevende geluidseffect van het meervoudige kanaal bieden.

Samenvatting van de uitvinding

[0007] Het is daarom een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een 20 meerkanaals-oortelefoon te verschaffen. De meerkanaals-oortelefoon verbetert de kwaliteit van het geluidseffect, en verschaft een verzadigd geluidsveld alsmede een meer-kanaals omgevend geluidseffect.

[0008] De meerkanaals-oortelefoon die door de onderhavige uitvinding wordt verschaft omvat een externe kamerbuis of een externe buis die zich op het hoofdlichaam 25 van de oortelefoon bevindt. De behuizing en de deksel van de oortelefoon vormen samen een binnenste kamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis aan te passen.

[0009] Behalve dat de oortelefoon een hierboven vermelde externe kamerbuis of I

externe buis heeft, wordt verder een oortelefoon verschaft die een effect van een geba- i 30 lanceerd geluidsveld heeft. De oortelefoon met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluidsbronnen die zijn verschaft door de 5.1- kanaalgeluids-bronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, en van deze twee luidsprekers bevindt één zich aan een luidsprekerhouder in de binnenste 102 85 84 3 kamer en de andere bevindt zich in de externe buis. Met andere woorden, ten minste één luidspreker bevindt zich binnen de behuizing van de oortelefoon, en één of meer dan één luidspreker bevindt zich aan de externe buis die met het hoofdlichaam is gekoppeld. Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze 5 twee of meer dan twee luidsprekers, die zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat is gevormd door dit geluidssignaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze twee of meer dan twee luidsprekers kunnen ofwel parallel ofwel serieel met het geluidssignaal zijn gekoppeld. Alternatief kan een geluids-10 veld van een verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers aan te brengen op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken.

[0010] Behalve dat de oortelefoon een externe kamerbuis heeft zoals hierboven vermeld, is verder een oortelefoon verschaft die een functie heeft om het geluidsveld op te delen. In deze oortelefoon is een buis extern gekoppeld met het hoofdlichaam van de 15 oortelefoon, en een binnenste kamer is gevormd aan de buitenste rand van de externe buis. Verder bevindt elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler zich in elke willekeurige richting of hoek met betrekking tot de behuizing van de binnenste kamer, zodat een resonantie wordt gevormd binnen de binnenste kamer.

20 [0011] In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een buis verder gekoppeld met de behuizing van de binnenste kamer, zodat de resonantie niet direct in de binnenste kamer is gecreëerd. Op overeenkomstige wijze wordt de geluidsbron op de behuizing van de binnenste kamer die door het 5.1-kanaal van de DVD-speler is verschaft weggetrokken van het hoofdgeluidsveld dat door het 5.1-kanaal is 25 gevormd. Met andere woorden wordt, in de oortelefoon van de onderhavige uitvoeringsvorm, een resonantiekamer gevormd door de behuizing van het hoofdlichaam, en de geluidsgolf binnen de resonantiekamer wordt overgedragen naar het hoofdgeluidsveld binnen de behuizing met luchtmedia door de externe behuizing.

[0012] Om de hierboven vermelde doelstellingen te bereiken wordt een oortele-30 foon verschaft door de onderhavige uitvinding. De oortelefoon omvat een oortelefoon-hoofdlichaam, een hoofdluidspreker, een veelheid sub-luidsprekers, en en eerste externe buis. Hierbij omvat het oortelefoon-hoofdlichaam een behuizing, een deksel, en een behuizings-uitbreidingseenheid, die samen een hoofdkamer vormen. De hoofdluidspre- 10 2 8 5 84 4 ker en een aantal sub-luidsprekers bevinden zich binnen de behuizing. De eerste externe buis bevindt zich op het oortelefoon-hoofdlichaam, en het effect van het geluidsveld dat in de oortelefoon wordt gevormd wordt aangepast door de ruimte in de eerste externe buis aan te passen. De eerste externe buis kan zich bevinden op de behuizings-5 uitbreidingseenheid of op de behuizing van het oortelefoon-hoofdlichaam.

[0013] In de hierboven vermelde oortelefoon kan één van de sub-luidsprekers zich optioneel op de eerste externe buis bevinden.

[0014] In de hierboven vermelde oortelefoon wordt de ruimte in de eerste externe buis aangepast door goed gebruik te maken van de aanpasbare lengte en vouwbare ka- 10 rakteristieken van de eerste externe buis.

[0015] In de hierboven vermelde oortelefoon kan een tweede externe buis verder aanwezig zijn en zich bevinden op het oortelefoon-hoofdlichaam, om zo verder de karakteristiek aan te passen van het geluidsveld dat in de oortelefoon is gevormd. De ruimte in de tweede externe buis wordt aangepast door goed gebruik te maken van de 15 aanpasbare lengte en vouwbare karakteristieken van de tweede externe buis.

[0016] In de hierboven vermelde oortelefoon zijn twee of meer dan twee sub-luidsprekers gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, en zij kunnen selectief zijn aangebracht in het oortelefoon-hoofdlichaam of zijn aangebracht op de eerste externe buis die extern is gekoppeld met het oortelefoon-hoofdlichaam. De sub-luidsprekers zijn 20 ofwel serieel ofwel parallel gekoppeld met eenzelfde geluidsbron.

[0017] In de hierboven vermelde oortelefoon zijn verder een buis en een binnenste kamer aanwezig. De buis is gekoppeld met het oortelefoon-hoofdlichaam. De binnenste kamer is aangebracht op de buitenste rand van de buis om een resonantiekamer binnen de binnenste kamer te vormen, en de geluidsgolf binnen de resonantiekamer wordt 25 overgedragen naar het geluidsveld binnen de behuizing met luchtmedia door de buis.

[0018] In de hierboven vermelde oortelefoon is verder een gekromde buis aanwezig. De gekromde buis is gekoppeld aan de behuizing van de binnenste kamer voor het aanpassen van de resonantiekamer, en de hoek van de gekromde buis is 10 ~ 180 graden. In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan een sub-luidspreker 30 zijn aangebracht aan de buitenrand van de gekromde buis.

[0019] Om de hierboven vermelde doelstellingen te bereiken wordt een oortelefoon verschaft door de onderhavige uitvinding. De oortelefoon omvat een oortelefoon-hoofdlichaam, een hoofdluidspreker, en een veelheid sub-luidsprekers. Het oortelefoon- 1028584 5 hoofdlichaam omvat een behuizing, een deksel, en een behuizings-uitbreidingseenheid, ; die samen een hoofdkamer vormen. De hoofdluidspreker en de. sub-luidsprekers bevin den zich binnen de behuizing, en twee van de sub-luidsprekers zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, zodat de oortelefoon een gebalanceerd geluidsveld kan verschaffen. 5 [0020] Om de hierboven vermelde doelstellingen te bereiken, is een oortelefoon verschaft door de onderhavige uitvinding. De oortelefoon omvat een oortelefoon-hoofdlichaam, een hoofd-luidspreker, een veelheid sub-luidsprekers, een buis, en een binnenste kamer. Het oortelefoon-hoofdlichaam omvat een behuizing, een deksel, en een behuizings-uitbreidingseenheid, die samen een hoofdkamer vormen. De hoofd-10 luidspreker en een aantal sub-luidsprekers bevinden zich binnen de behuizing. De buis is gekoppeld aan het oortelefoon-hoofdlichaam, en een binnenste kamer bevindt zich op de buitenste rand van de buis. Een resonantiekamer is gevormd binnen de binnenste kamer, en de geluidsgolf binnen de resonantiekamer wordt overgedragen naar het geluidsveld binnen het oortelefoon-hoofdlichaam met luchtmedia door de buis. Dienover-15 eenkomstig kan de oortelefoon een functie van opdeling van het geluidsveld verschaffen.

[0021] De hierboven vermelde oortelefoon omvat verder een gekromde buis. De gekromde buis is gekoppeld aan de behuizing van de binnenste kamer voor het aanpassen van de resonantiekamer, en de hoek van de gekromde buis is 10 ~ 180 graden. Ver-20 der kan één van de luidsprekers zich op de buitenste rand van de gekromde buis bevinden.

Korte beschrijving van de tekeningen 25 [0022] De begeleidende tekeningen zijn aanwezig om een verder begrip van de uitvinding te verschaffen, en zijn opgenomen in en vormen een deel van deze beschrijving. De tekeningen illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding, en dienen, samen met de beschrijving, om de principes van de uitvinding uiteen te zetten.

[0023] Figuur 1 toont schematisch een diagram van een thuistheater met een 5.1-30 kanaal-luidspreker.

[0024] Figuur 2A toont schematisch een doorsnede in zijaanzicht van een conventionele oortelefoon.

1028584 6

[0025] Figuur 2B toont schematisch een doorsnede in zijaanzicht van een andere conventionele oortelefoon.

[0026] Figuur 3A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 300A in zijaanzicht overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de on- 5 derhavige uitvinding.

[0027] Figuur 3B toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 300B in zijaanzicht overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

[0028] Figuur 3C toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van 10 een oortelefoon 300C in zijaanzicht overeenkomstig nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

[0029] Figuur 4A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 400A in zijaanzicht overeenkomstig nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

15 [0030] Figuur 4B toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 400B in zijaanzicht overeenkomstig nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

[0031] Figuur 5A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 500A in zijaanzicht overeenkomstig nog een andere uitvoeringsvorm 20 van de onderhavige uitvinding.

[0032] Figuur 5B toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 500B in zijaanzicht overeenkomstig nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

25 Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen

[0033] De onderhavige uitvinding verschaft een oortelefoon die een externe buis heeft die is aangebracht op het oortelefoon-hoofdlichaam. Het oortelefoon-hoofdlichaam omvat een behuizing en een deksel van de oortelefoon. De behuizing en 30 de deksel van de oortelefoon vormen samen een binnenste kamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis aan te passen. De ruimte in de externe buis wordt ofwel aangepast door de lengte van de externe buis te veranderen ofwel door de externe buis te vouwen. In een uitvoeringsvorm van de onderha- 102 8 5 84 7 vige uitvinding kan elke van signaalentiteiten van de 5.1-kanaal-geluidsbron die door de DVD-speler is verschaft onafhankelijk uit de binnenste kamer van het oortelefoon-hoofdlichaam worden getrokken, en de ruimte in de binnenste kamer wordt aangepast door de lengte te veranderen van de binnenste kamer die wordt gevormd door de leng-5 te-lengte-aanpasbare externe buis. Hoe korter de externe buis, hoe minder ruimte deze inneemt in de gehele oortelefoon. Hoe langer de externe buis, des te meer ruimte het geluidsveld inneemt dat door het gehele systeem is verschaft. Wanneer verder de lengte van de externe buis is verlengd, kan een van de signaalentiteiten onafhankelijk uitgetrokken worden en aangebracht worden op de binnenste kamer, zodat het ruimtelijke 10 geluidseffect wordt verbeterd.

[0034] Behalve dat de oortelefoon een hierboven vermelde externe kamerbuis heeft, wordt een oortelefoon die een effect van een gebalanceerd geluidsveld heeft verder verschaft door de onderhavige uitvinding. De oortelefoon met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluidsbronnen die zijn verschaft door 15 de 5.1 -kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidspre kers tegelijkertijd, en van deze twee luidsprekers is één aangebracht op een luidspre-kerhouder in de binnenste kamer en de andere is aangebracht in de buitenste buis. Met andere woorden, ten minste één luidspreker bevindt zich binnen de behuizing van de i I oortelefoon, en één luidspreker bevindt zich op de externe buis die is gekoppeld met het 20 oortelefoon-hoofdlichaam. Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers, die zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat is gevormd door dit geluidssignaal vergroot en meer verzadigd is. Deze twee of meer dan twee luidsprekers kunnen ofwel 25 parallel ofwel serieel zijn gekoppeld met het geluidssignaal. Door twee of meer dan twee luidsprekers op een verschillende lokatie of onder een verschillende hoek aan te brengen, wordt het fysieke geluidsveld vergroot en wordt het geluid meer verzadigd.

[0035] Behalve dat de oortelefoon een hierboven vermelde externe kamerbuis heeft, is verder een oortelefoon die een functie heeft van verdelen van het geluidsveld 30 verschaft door de onderhavige uitvinding. In deze oortelefoon is een buis extern gekoppeld met het oortelefoon-hoofdlichaam, en een binnenste kamer is gevormd op de buitenste rand van de externe buis. Verder bevindt elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler zich in 102 8 5 84 8 elke willekeurige richting of hoek met betrekking tot de behuizing van de binnenste kamer, zodat een resonantie is gevormd binnen de binnenste kamer. In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een gekromde buis verder gekoppeld op de behuizing van de binnenste kamer, zodat de resonantie niet direct in de binnenste 5 kamer is gecreëerd. Dienovereenkomstig wordt de geluidsbron op de behuizing van de binnenste kamer die is verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler weggetrokken van het hoofdgeluidsveld dat is gevormd door het 5.1-kanaal. Met andere woorden, in de oortelefoon van de onderhavige uitvoeringsvorm wordt een resonantiekamer gevormd door de behuizing van het hoofdlichaam, derhalve is het geluidsveld verdeeld 10 door de fase en frequentie van de geluidsgolf te veranderen, en de geluidsgolf binnen de resonantiekamer wordt overgedragen naar het hoofdgeluidsveld binnen het oortele-foon-hoofdlichaam met luchtmedia via de externe buis.

[0036] Een veelheid voorkeursuitvoeringsvormen wordt hierna bij wijze van voorbeeld toegelicht om de principes van de onderhavige uitvinding uiteen te zetten. Opge- 15 merkt dient te worden dat deze uitvoeringsvormen worden gebruikt om de onderhavige uitvinding te beschrijven, en niet gebruikt dienen te worden om de reikwijdte van de onderhavige uitvinding te beperken.

[0037] Figuur 3A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 300a in zijaanzicht overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van 20 de onderhavige uitvinding. Opgemerkt dient te worden dat, hoewel slechts één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding is getoond in figuur 3A, het voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zal zijn dat de andere zijde van de oortelefoon, die niet is getoond in het diagram, hetzelfde is als de zijde die in figuur 3A is getoond, zodat de details daarvan hier worden weggelaten.

25 [0038] Met verwijzing naar figuur 3A omvat de oortelefoon 300A een oortelefoon- hoofdlichaam 310 en een connector 320. De connector 320 wordt gebruikt om het oor-telefoon-hoofdlichaam 310 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is getoond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 310 omvat hoofdzakelijk een behuizing 311, een deksel 313, en een behuizings-uitbreidingseenheid 315. De behui- 30 zings-uitbreidingseenheid 315 is in feite een uitbreidingseenheid van de behuizing 311, en is gekoppeld met de deksel 313. Het oortelefoon-hoofdlichaam 310 omvat verder een hoofdluidspreker 330 en een veelheid sub-luidsprekers 340, 350, 360A en 360B, die zich binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 310 bevinden. Bovendien omvat het oor- 10? 8 5 84_ 9 telefoon-hoofdlichaam verder de externe buizen 375 en 385 waarop de sub-luidsprekers 350 en 360B zijn aangebracht.

[0039] Binnen de oortelefoon 300A, zoals hierboven beschreven, kan het zijn dat hier slechts één externe buis 375 is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 5 315 van het oortelefoon-hoofdlichaam 310. De behuizing 311, de deksel 313, en de behuizings-uitbreidingseenheid 315 van de oortelefoon 300A vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 375 aan te passen. Verder wordt de ruimte in de externe buis in de onderhavige uitvoeringsvorm aangepast door de lengte van de externe buis te veranderen.

10 [0040] Binnen de oortelefoon 300A van de onderhavige uitvoeringsvorm, zoals hierboven beschreven, kan verder een andere externe buis 385 aanwezig zijn, die is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 315 van het oortelefoon-hoofdlichaam 310. De behuizing 311, de deksel 313, en de behuizings-uitbreidingseenheid 315 van de oortelefoon 300A vormen samen een hoofdkamer, en 15 het ruimtelijke geluidsveld wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 385 aan te passen. In de onderhavige uitvoeringsvorm kan de lengte van deze aanvullende toegevoegde externe buis 385 vast zijn, of kan aanpasbaar of vouwbaar zijn op basis van de fysieke-ontwerpeis.

[0041] In de oortelefoon 300A van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke wil-20 lekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 350 van figuur 3A, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de externe buis 375, en de ruimte in de binnenste kamer die is gevormd door de in lengte aanpasbare externe buis wordt aangepast door de lengte van de externe buis te veranderen. Hoe korter de externe buis, des te minder ruimte 25 deze in beslag neemt in de oortelefoon 300A. Hoe langer de externe buis, hoe meer ruimte het geluidsveld dat door de gehele oortelefoon 300A is verschaft in beslag neemt. Verder kan, wanneer de lengte van de externe buis is verlengd, één van de signaalentiteiten onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de binnenste kamer, zodanig, dat het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd. Op de aanvullend 30 toegevoegde externe buis 385 in de oortelefoon 300A van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 360B van figuur 3A, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de externe buis 385.

10 2 8 5 84 ίο

[0042] Behalve dat de oortelefoon 300A een hierboven vermelde externe buis heeft, wordt een oortelefoon 300A die een effect van een gebalanceerd geluidsveld heeft verder verschaft in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De oortelefoon 300A met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van

5 de geluidsbronnen die zijn verschaft door het 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker is aangebracht op een luidspreker-houder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aangebracht in de externe buis. De sub-luidspreker 360A is bijvoorbeeld aangebracht binnen de behuizing 311 van de oortelefoon 300A, en de andere sub-luidspreker 360B

10 is bijvoorbeeld aangebracht op de externe buis 385 die is gekoppeld met het oortele-foon-hoofdlichaam 310.

[0043] Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee sub-luidsprekers 360A en 360B, die zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke 15 lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat is gevormd door dit geluidssignaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze sub-luidsprekers 360A en 360B kunnen ofwel parallel ofwel serieel zijn gekoppeld met het geluidssignaal. Alternatief kan een geluidsveld van een verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken 20 aan te brengen.

[0044] Figuur 3B toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 300B in zijaanzicht overeenkomstig een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Er dient opgemerkt te worden dat, hoewel slechts één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding is getoond in figuur 3B, het 25 duidelijk zal zijn voor de vakman met gebruikelijke vakkennis dat de andere zijde van de oortelefoon, die in het diagram niet is getoond, hetzelfde is als de zijde die in figuur 3B is getoond, zodat de details daarvan hier zijn weggelaten.

[0045] Met verwijzing naar figuur 3B omvat de oortelefoon 300B een oortelefoon-hoofdlichaam 310 en een connector 320. De connector 320 wordt gebruikt om het oor- 30 telefoon-hoofdlichaam 310 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is getoond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 310 omvat hoofdzakelijk een behuizing 311, een deksel 313, en een behuizings-uitbreidingseenheid 315. De behui-zings-uitbreidingseenheid 315 is in feite een uitbreidingseenheid van de behuizing 311, 102 85 84 11 en is gekoppeld met de deksel 313. Het oortelefoon-hoofdlichaam 310 omvat verder een hoofdluidspreker 330 en een veelheid sub-luidsprekers 340A, 340B, 350 en 360, die zijn aangebracht binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 310. De sub-luidsprekers 340B en 350 zijn aangebracht op de externe buizen 335 en 337 op beide respectieve 5 zijwanden van een samengestelde kamer 333. Alternatief kunnen de sub-luidsprekers 340B en 350 direct zijn aangebracht op beide respectieve zijwanden van een samengestelde kamer 333. Bovendien is een externe buis 375 waarop de luidspreker 360 is aangebracht, verder aanwezig in de onderhavige uitvoeringsvorm. De oortelefoon-structuur met een samengesteld geluidsveld is geopenbaard in de inhoud van het ROC-10 octrooi nummer 93107621 met de titel “EARPHONE STRUCTURE WITH A COMPOSITE SOUND FIELD” door dezelfde aanvrager op 22 maart 2004, het ROC-octrooi nummer 93111985 als een verlengde aanvrage met de titel EARPHONE STRUCTURE WITH A COMPOSITE SOUND FIELD” door dezelfde aanvrager op 29 april i 2004, en het US-octrooi nummer 10/709.956 met de titel “EARPHONE STRUCTURE 15 WITH A COMPOSITE SOUND FIELD” door dezelfde aanvrager op 9 juni 2004, waarbij al deze openbaringen hier zijn inbegrepen. De aanvrager claimt hier dat het samengestelde geluidsveld dat in de hierboven vermelde aanvragen is geopenbaard en het samengestelde geluidsveld dat in de onderhavige uitvoeringsvormen is beschreven allemaal geschikt zijn voor de oortelefoon van de onderhavige uitvinding.

20 [0046] Het verschil tussen de oortelefoon 300B en de oortelefoon die in figuur 3A

is getoond is dat de externe buis 375 van figuur 3A is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 315 van het oortelefoon-hoofdlichaam 310. Terwijl in de onderhavige uitvinding de externe buis 375 is aangebracht op de behuizing 311 van het oortelefoon-hoofdlichaam 310 en zich direct uitstrekt van de samengestelde kamer 333. De 25 behuizing 311, de deksel 313, en de behuizings-uitbreidingseenheid 315 van de oortelefoon 300B vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de samengestelde kamer 333 en de externe buis 375 aan te passen. Verder wordt de ruimte in de externe buis in de onderhavige uitvoeringsvorm aangepast door de lengte van de externe buis aan te passen.

30 [0047] Binnen de hoofdtelefoon 300B van de onderhavige uitvoeringsvorm bevin den de sub-luidsprekers 340B en 350 zich op de externe buizen 335 respectievelijk 337 aan beide zijwanden van de samengestelde kamer 333. Het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buizen 335 en 337 aan te passen. In de 1028584 12 onderhavige uitvoeringsvorm kan de lengte van deze aanvullende toegevoegde externe buizen 335 en 337 vast zijn, of kan aanpasbaar of vouwbaar zijn op basis van de fysie-ke-ontwerpeis.

[0048] Behalve dat de oortelefoon 300B een hierboven vermelde externe buis 5 heeft, verschaft de oortelefoon 300B, in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, tevens een effect van gebalanceerd geluidsveld. De oortelefoon 300B met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluidsbronnen die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker zich bevindt op een 10 luidsprekerhouder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aangebracht in de externe buis. De sub-luidspreker 340A is bijvoorbeeld aangebracht binnen de behuizing 311 van de oortelefoon 300B, en de andere sub-luidspreker 340B is bijvoorbeeld aangebracht op de externe buis 335 op de samengestelde kamer 333. De sub-luidsprekers 340A en 340B zijn gekoppeld met de omgevende geluidsbron van het 5.1-kanaal, de 15 sub-luidspreker 350 is gekoppeld met de centrale geluidsbron van het 5.1-kanaaI, en de sub-luidspreker 360 is gekoppeld met de subwoofer van het 5.1-kanaal. Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee sub-luidsprekers 340A en 340B, die zijn gekoppeld met een dezelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, 20 zodat het geluidsveld dat wordt gevormd door dit geluidssignaal vergroot en meer verzadigd wordt. Deze sub-luidsprekers 340A en 340B kunnen ofwel parallel ofwel serieel zijn gekoppeld met het geluidssignaal. Alternatief kan een geluidsveld van een verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken aan te brengen.

25 [0049] Figuur 3C toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 300C in zijaanzicht overeenkomstig een andere voorkeursuitvoerings- { vorm van de onderhavige uitvinding. Er dient echter opgemerkt te worden dat hoewel slechts één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding in figuur 3C getoond is, het voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zal zijn dat de an-30 dere zijde van de oortelefoon, die in het diagram niet is getoond, hetzelfde is als de zijde die in figuur 3C is getoond, zodat de details daarvan hier zijn weggelaten.

[0050] Met verwijzing naar figuur 3C omvat de oortelefoon 300C een oortelefoon-hoofdlichaam 310 en een connector 320. De connector 320 wordt gebruikt om het oor- 1028584 13 telefoon-hoofdlichaam 310 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is getoond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 310 omvat hoofdzakelijk een behuizing 311, een deksel 313, en een behuizings-uitbreidingseenheid 315. De behui-zings-uitbreidingseenheid 315 is in feite een uitbreidingseenheid van de behuizing 311, 5 en is gekoppeld met de deksel 313. Het oortelefoon-hoofdlichaam 310 omvat verder een hoofd-luidspreker 330 en een veelheid sub-luidsprekers 340A, 340B, 350 en 360, die zijn aangebracht binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 310. De sub-luidsprekers 340B en 350 zijn aangebracht op de externe buizen 335 en 337 op beide respectieve zijwanden van een samengestelde kamer 333. Alternatief kunnen de sub-luidsprekers 10 340B en 350 direct zijn aangebracht op beide respectieve zijwanden van een samenge stelde kamer 333. Verder is een externe buis 339 waarop de sub-luidspreker 360 is aangebracht verder aanwezig in de onderhavige uitvoeringsvorm.

[0051] Het verschil tussen de oortelefoon 300C en de oortelefoon die in figuur 3B is getoond is dat de externe buis 339 zich direct uitstrekt van de samengestelde kamer 15 333, zodat de sub-luidspreker 360 is aangebracht op de behuizing 311. De behuizing 311, de deksel 313, en de behuizings-uitbreidingseenheid 315 van de oortelefoon 300C vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de samengestelde kamer 333 en de externe buizen 335, 337 en 339 aan te passen. Verder kan de lengte van deze aanvullende toegevoegde externe buizen 335, 20 337 en 339 vast zijn, of kan aanpasbaar of vouwbaar zijn op basis van de fysieke- ontwerpeis.

[0052] Figuur 4A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 400A in zijaanzicht overeenkomstig een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Opgemerkt dient te worden dat hoewel slechts 25 één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding is getoond in figuur 4A, het voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zal zijn dat de andere zijde van de oortelefoon, die in het diagram niet is getoond, hetzelfde is als de zijde die in figuur 4A is getoond, zodat de details daarvan hier worden weggelaten.

[0053] Met verwijzing naar figuur 4A omvat de oortelefoon 400A een oortelefoon-30 hoofdlichaam 410 en een connector 420. De connector 420 wordt gebruikt om het oortelefoon-hoofdlichaam 410 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is getoond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 410 omvat hoofdzakelijk een behuizing 411, een deksel 413, en een behuizings-uitbreidingseenheid 415. Het oortele- 1 0 2 8 5 8 4 14 foon-hoofdlichaam 410 omvat verder een hoofd-luidspreker 430 en een veelheid sub-luidsprekers 440, 450A, 450B en 460, die binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 410 zijn aangebracht. Bovendien zijn verder de externe buizen 475 en 485 waarop de sub-luidsprekers 460 en 450B zijn aangebracht, in de onderhavige uitvoeringsvorm aanwe-5 zig.

[0054] Binnen de oortelefoon 400A, zoals hierboven beschreven, kan het zijn dat deze slechts één externe buis 475 heeft die is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 415 van het oortelefoon-hoofdlichaam 410. De behuizing 411, de deksel 413, en de behuizings-uitbreidingseenheid 415 van de oortelefoon 400A vormen 10 samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 475 aan te passen. Het verschil tussen de uitvoeringsvormen van de figuren 4A en 3A is dat de ruimte in de externe buis 475 in de onderhavige uitvoeringsvorm wordt aangepast door de externe buis 475 te vouwen. Zoals hierboven is beschreven kan zich, binnen de oortelefoon 400A van de onderhavige uitvoeringsvorm, 15 een andere externe buis 485 bevinden die zich op de behuizings-uitbreidingseenheid 415 van het oortelefoon-hoofdlichaam 410 bevindt. De behuizing 411, de deksel 413, en de behuizings-uitbreidingseenheid 415 van de oortelefoon 400A vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 485 aan te passen. In de onderhavige uitvoeringsvorm kan de lengte van deze 20 aanvullende toegevoegde externe buis 485 vast zijn, of kan aanpasbaar of vouwbaar zijn op basis van de fysieke ontwerpeis.

[0055] In de oortelefoon 400A van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 460 van figuur 4A, onafhankelijk worden uitgetrokken 25 en worden aangebracht op de externe buis 475, en de ruimte in de binnenste kamer die is gevormd door de vouwbare externe buis wordt aangepast door de externe buis onder een andere hoek te vouwen. Hoe dichter de externe buis in de richting van de oortelefoon 400A is gevouwen, hoe minder ruimte deze inneemt. Op de aanvullende toegevoegde externe buis 485 in de oortelefoon 400A van de onderhavige uitvoeringsvorm 30 kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 450B van figuur 4, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de externe buis 485.

10 2 8 5 84 _ 15

[0056] Behalve dat de oortelefoon 400A een hierboven vermelde externe buis heeft, is een oortelefoon 400A die een effect van een gebalanceerd geluidsveld heeft verder verschaft in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De oortelefoon 400A met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de 5 geluidsbronnen die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker is aangebracht op een luidsprekerhouder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aangebracht in de externe buis. De sub-luidspreker 450A is bijvoorbeeld aangebracht binnen de behuizing 411 van de oortelefoon 400A, en de andere sub-luidspreker 450B 10 is bijvoorbeeld aangebracht op de externe buis 485 die met de behuizing is gekoppeld.

[0057] Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee sub-luidsprekers 450A en 450B, die zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat wordt gevormd door dit geluids- 15 signaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze sub-luidsprekers 450A en 450B kunnen ofwel parallel ofwel serieel zijn gekoppeld met het geluidssignaal. Alternatief kan een geluidsveld van verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken aan te brengen.

20 [0058] Figuur 4B toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 400B in zijaanzicht overeenkomstig een andere voorkeursuitvoerings-vorm van de onderhavige uitvinding. Opgemerkt dient te worden dat hoewel slechts één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding in figuur 4B is getoond, het voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zal zijn dat de andere zijde van 25 de oortelefoon, die in het diagram niet is getoond, hetzelfde is als de zijde die in figuur 4B is getoond, zodat de details daarvan hier zijn weggelaten.

[0059] Met verwijzing naar figuur 4B omvat de oortelefoon 400B een oortelefoon-hoofdlichaam 410 en een connector 420. De connector 420 wordt gebruikt om het oor-telefoon-hoofdlichaam 410 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is ge-30 toond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 410 omvat hoofdzakelijk een behuizing 411, een deksel 413, en een behuizings-uitbreidingseenheid 415. Het oortelefoon-hoofdlichaam 410 omvat verder een hoofdluidspreker 430 en een veelheid sub-luidsprekers 440A, 440B, 450 en 460, die zich binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 102 8 5 84 16 410 bevinden. De sub-luidsprekers 440B en 450 bevinden zich op de externe buizen 435 en 437 aan beide respectieve zijwanden van een samengestelde kamer 433. Bovendien is een externe buis 475 waarop de sub-luidspreker 460 is aangebracht, verder aanwezig in de onderhavige uitvoeringsvorm.

5 [0060] Het verschil tussen de oortelefoon 400B en de oortelefoon die in figuur 4A

is getoond is dat de externe buis 475 van figuur 4A is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 415 van het oortelefoon-hoofdlichaam 410. Terwijl in de onderhavige uitvoeringsvorm de externe buis 475 is aangebracht op de behuizing 411 van het oortelefoon-hoofdlichaam 410 en de kamer een uitbreiding is van de samengestelde 10 kamer 433 binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 410. De behuizing 411, de deksel 413, en de behuizings-uitbreidingseenheid 415 van de oortelefoon 400B vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 475 aan te passen. Dit is verschillend van de uitvoeringsvorm van figuur 3B doordat de ruimte in de externe buis 475 is aangepast door de externe buis onder een 15 verschillende hoek in de onderhavige uitvoeringsvorm te vouwen.

[0061] Zoals hierboven beschreven strekken, binnen de oortelefoon 400B van de onderhavige uitvoeringsvorm, beide zijwanden van de samengestelde kamer 433 zich uit naar de externe buizen 435 en 437 buiten de behuizing 411. De behuizing 411 en de deksel 413 van de oortelefoon 400B vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke 20 geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buizen 435 en 437 aan te passen. In de onderhavige uitvoeringsvorm kan de lengte van deze aanvullende toegevoegde externe buizen 435 en 437 vast zijn, of kan aanpasbaar of vouwbaar zijn op basis van de fysieke ontwerpeis.

[0062] In de oortelefoon 400B van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke wil- 25 lekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD- speler, zoals de sub-luidspreker 460 van figuur 4B, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de externe buis 475, en de ruimte in de binnenste kamer die is gevormd door de vouwbare externe buis wordt aangepast door de externe buis onder een andere hoek te vouwen. Hoe dichter de externe buis in de richting van de oortele- 30 foon 400B wordt gevouwen, des te minder ruimte hij inneemt. Op de externe buizen 435 en 437, die zich uitstrekken van de beide zijwanden van de samengestelde kamer 433 in de oortelefoon 400B van de onderhavige uitvoeringsvorm, kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals 102 8 5 84_ 17 de sub-luidsprekers 440B en 450 van figuur 4B, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de externe buizen 435 respectievelijk 437.

[0063] Behalve dat de oortelefoon 400B een hierboven vermelde externe buis heeft, is een oortelefoon 400B die een effect van gebalanceerd geluidsveld heeft verder 5 verschaft in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De oortelefoon 400B met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluidsbronnen die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker is aangebracht op een luidsprekerhouder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aan-10 gebracht in de externe buis. De sub-luidspreker 440A bijvoorbeeld is aangebracht binnen de behuizing 411 van de oortelefoon 400B, en de andere sub-luidspreker 440B is aangebracht op de externe buis 435 die is gekoppeld met de samengestelde kamer 433.

De sub-luidsprekers 440A en 440B zijn gekoppeld met de omgevende geluidsbron van het 5.1-kanaal, de sub-luidspreker 450 is gekoppeld met de centrale geluidsbron van het 15 5.1-kanaal, en de sub-luidspreker 460 is gekoppeld met de subwoofer van het 5.1-kanaal.

[0064] Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee sub-luidsprekers 440A en 440B, die zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke 20 lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat wordt gevormd door dit geluidssignaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze sub-luidsprekers 440A en 440B kunnen ofwel parallel ofwel serieel zijn gekoppeld met het geluidssignaal. Alternatief kan een geluidsveld met verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken aan te 25 brengen.

[0065] Figuur 5A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van een oortelefoon 500A in zijaanzicht overeenkomstig een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Er dient opgemerkt te worden dat hoewel slechts j één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding is getoond in figuur 5 A, het 30 voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zal zijn dat de andere zijde van de oortelefoon, die niet is getoond in het diagram, hetzelfde is als de zijde die is getoond in figuur 5 A, zodat de details daarvan hier worden weggelaten.

102 8 5 84 18

[0066] Met verwijzing naar figuur 5A omvat de oortelefoon 500A een oortelefoon-hoofdlichaam 510 en een connector 520. De connector 520 wordt gebruikt om het oor-telefoon-hoofdlichaam 510 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is getoond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 510 omvat hoofdzakelijk een be- 5 huizing 511, een deksel 513, en een behuizings-uitbreidingseenheid 515. Het oortelefoon-hoofdlichaam 510 omvat verder een hoofdluidspreker 530 en een veelheid sub-luidsprekers 540 en 550A, die zijn aangebracht binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 510. Bovendien is een externe buis 565 waarop de sub-luidspreker 550B is aangebracht verder aanwezig in de onderhavige uitvoeringsvorm. Alternatief kan een binnenste ka-10 mer 570 die is gekoppeld met een externe buis 574 verder aanwezig zijn in de onderhavige uitvoeringsvorm, en de details hiervan worden hieronder beschreven.

[0067] Binnen de oortelefoon 500A, zoals hierboven beschreven, kan het zijn dat deze slechts één externe buis 565 heeft die is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 515 van het oortelefoon-hoofdlichaam 510. De behuizing 511 en 15 de deksel 513 van de oortelefoon 500A vormen samen een hoofdkamer, en het rumtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 565 aan te passen. Verder wordt de ruimte in de externe buis in de onderhavige uitvoeringsvorm aangepast door de lengte van de externe buis te veranderen.

[0068] In de oortelefoon 500A van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke wil-20 lekeurige van de signaalentiteiten die worden verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 550B van figuur 5A, onafhankelijk worden uitgetrokken, en worden aangebracht op de externe buis 565, en de ruimte in de binnenste kamer die is gevormd door de in lengte aanpasbare externe buis wordt aangepast door de de lengte van de externe buis te veranderen. Hoe korter de externe buis, hoe minder 25 ruimte deze inneemt in de oortelefoon 500A. Hoe langer de externe buis, hoe meer ruimte het geluidsveld inneemt dat is verschaft door de gehele oortelefoon 500A. Verder kan, wanneer de lengte van de externe buis is verlengd, een van de signaalentiteiten onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de binnenste kamer, zodat het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd.

30 [0069] Behalve dat de oortelefoon 500A een hierboven vermelde externe buis heeft, is een oortelefoon 500A die een effect heeft van gebalanceerd geluidsveld verder verschaft in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De oortelefoon 500A met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluids- 10 2 8 5 8 4 19 I bronnen die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker is aangebracht op een luidsprekerhouder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aangebracht in de externe buis. De sub-luidspreker 550A bijvoorbeeld is aangebracht bin-5 nen de behuizing 511 van de oortelefoon 500A, en de andere sub-luidspreker 550B is aangebracht op de externe buis 565 die is gekoppeld met de behuizings-uitbreidingseenheid 515.

[0070] Met een dergelijke inrichting wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee sub-luidsprekers 550A en 550B, die zijn gekoppeld met een- 10 zelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat wordt gevormd door dit geluidssignaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze sub-luidsprekers 550A en 550B kunnen ofwel parallel ofwel serieel worden gekoppeld met het geluidssignaal. Alternatief kan een geluidsveld met verschillend niveau worden gevormd door deze twee of 15 meer dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken aan te brengen.

[0071] Behalve dat de oortelefoon een hierboven vermelde externe buis heeft, is een oortelefoon 500A die een functie heeft van het delen van het geluidsveld verder verschaft in de onderhavige uitvoeringsvorm. Een externe buis 574 is extern gekoppeld 20 met de behuizings-uitbreidingseenheid 515 van het oortelefoon-hoofdlichaam 510. Een binnenste kamer 570 is gevormd op de buitenste rand van de externe buis 574, en een kamer 572 is gevormd in de binnenste kamer 570. In de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler zijn aangebracht op de deksel van de binnenste 25 kamer 570 onder elke willekeurige hoek en richting, om zo een resonantie in de kamer te vormen.

[0072] In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een gekromde buis 582 verder gekoppeld met de behuizing van de binnenste kamer 570 voor het niet direct creëren van de resonantie in de kamer 572. Derhalve wordt de geluidsbron op de 30 behuizing van de binnenste kamer die is verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler weggetrokken van het hoofdgeluidsveld dat is gevormd door het 5.1-kanaal. De hoek vari de gekromde buis 582 is 10 ~ 180 graden, en is bij voorkeur circa 90 graden om de fase van het geluidsveld gemakkelijk aan te passen. In de oortelefoon 500A van 102 85 84_ 20 de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 580 van figuur 5A, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de buitenste rand van de gekromde buis 582. In de oortelefoon 500A van de onderhavige uitvoe-5 ringsvorm wordt een resonantiekamer gevormd buiten het oortelefoon-hoofdlichaam 510, en de resonantiekamer wordt aangepast door de gekromde buis 582. In de gehele structuur wordt de geluidsgolf binnen de resonantiekamer overgedragen naar het hoofdgeluidsveld binnen de behuizing 511 met luchtmedia door de externe buis 574.

[0073] Zoals hierboven beschreven omvat de oortelefoon die door de onderhavige 10 uitvinding is verschaft een externe buis die op de behuizing is aangebracht. Verder vormen de behuizing en de deksel van de oortelefoon samen een binnenste kamer, en door de ruimte in de externe buis aan te passen, wordt het ruimtelijke geluidseffect verbeterd en wordt de fase van het geluidsveld verder aangepast.

[0074] Figuur 5A toont schematisch een gedeeltelijke decompositiedoorsnede van 15 een oortelefoon 500B in zijaanzicht overeenkomstig een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Er dient opgemerkt te worden dat hoewel slechts één zijde van de oortelefoon van de onderhavige uitvinding in figuur 5B is getoond, het voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zal zijn dat de andere zijde van de oortelefoon, die in het diagram niet is getoond, hetzelfde is als de zijde die in figuur 20 5B is getoond, zodat de details daarvan hier worden weggelaten.

[0075] Met verwijzing naar figuur 5B omvat de oortelefoon 500B een oortelefoon-hoofdlichaam 510 en een connector 520. De connector 520 wordt gebruikt om het oortelefoon-hoofdlichaam 510 in zijn beide zijden te verbinden (slechts één zijde is getoond in het diagram). Het oortelefoon-hoofdlichaam 510 omvat hoofdzakelijk een be- 25 huizing 511, een deksel 513, en een behuizings-uitbreidingseenheid 515. Het oortelefoon-hoofdlichaam 510 omvat verder een hoofdluidspreker 530 en een veelheid sub-luidsprekers 540A, 540B, 560 en 570, die binnen het oortelefoon-hoofdlichaam 510 zijn aangebracht. De sub-luidspreker 540B is aangebracht op de buitenste buis 565 die zich uitstrekt van de zijwand van de samengestelde kamer 533. Bovendien is de externe 30 buis 565 waarop de sub-luidspreker 560 is aangebracht verder aanwezig in de onderhavige uitvoeringsvorm. Bovendien is een binnenste kamer 570 die is gekoppeld met de externe buis 537 verder aanwezig in de onderhavige uitvoeringsvorm, en de details daarvan zijn hieronder weggelaten.

1028584 21

[0076] Het verschil tussen de oortelefoon 500B en de oortelefoon die in figuur 5A is getoond is dat de externe buizen 565 en 537 van figuur 5A zijn aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid 515 van het oortelefoon-hoofdlichaam 510. Terwijl in de onderhavige uitvoeringsvorm de externe buizen 565 en 537 zijn aangebracht op de 5 behuizing 511 van het oortelefoon-hoofdlichaam 510 en zich uitstrekken van de samengestelde kamer 533 in het oortelefoon-hoofdlichaam 510.

[0077] Binnen de oortelefoon 500B kan het zijn, zoals hierboven beschreven, dat deze slechts één externe buis 565 heeft die is aangebracht op de behuizing 511 van het oortelefoon-hoofdlichaam 510. De behuizing 511 en de deksel 513 van de oortelefoon 10 500B vormen samen een hoofdkamer, en het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd door de ruimte in de externe buis 565 aan te passen. Verder wordt de ruimte in de externe buis in de onderhavige uitvoeringsvorm aangepast door de lengte van de externe buis te veranderen.

[0078] In de oortelefoon 500B van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke wil-15 lekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD- speler, zoals de sub-luidspreker 560 van figuur 5B, onafhankelijk eruit worden getrokken en worden aangebracht op de externe buis 565, en de ruimte in de binnenste kamer die wordt gevormd door de in lengte aanpasbare externe buis wordt aangepast door de lengte van de externe buis te veranderen. Hoe korter de externe buis, hoe minder ruimte 20 deze inneemt in de oortelefoon 500B. Hoe langer de externe buis, hoe meer ruimte het geluidsveld inneemt dat wordt verschaft door de gehele oortelefoon 500B. Wanneer verder de lengte van de externe buis is verlengd, kan één van de signaalentiteiten onafhankelijk uitgetrokken worden en worden aangebracht op de binnenste kamer, zodat het ruimtelijke geluidseffect wordt verbeterd.

25 [0079] Behalve dat de oortelefoon 500B een hierboven vermelde externe buis heeft, is een oortelefoon 500B die een effect van gebalanceerd geluidsveld heeft verder verschaft in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De oortelefoon 500B met een balans-geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluidsbronnen die worden verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of 30 meer dan twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker is aangebracht op een luidsprekerhouder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aangebracht in de externe buis. De sub-luidspreker 540A is bijvoorbeeld aangebracht binnen de behuizing 10 2 8 5 8 4 22 511 van de oortelefoon 500B, en de andere sub-luidspreker 540B is aangebracht op de externe buis 535 die zich uitstrekt van de zijwand van de samengestelde kamer 533.

[0080] Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee sub-luidsprekers 540A en 540B, die zijn gekoppeld met een- 5 zelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, zodat het geluidsveld dat is gevormd door dit geluidssignaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze sub-luidsprekers 540A en 540B kunnen ofwel parallel ofwel serieel met het geluidssignaal zijn gekoppeld. Alternatief kan een geluidsveld met verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer 10 dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken aan te brengen.

[0081] Behalve dat de oortelefoon een hierboven vermelde externe buis heeft, is een oortelefoon 500B die een functie heeft van deling van het geluidsveld verder verschaft in de onderhavige uitvoeringsvorm. Een externe buis 537 strekt zich uit van de 15 zijwand van de samengestelde kamer 533 van het oortelefoon-hoofdlichaam 510. Een binnenste kamer 570 wordt gevormd op de buitenste rand van de externe buis 537, en een kamer 572 is gevormd in de binnenste kamer 570. In de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die zijn verschaft door de 5.1-kanaalgeluidsbronnen van de DVD-speler zijn aangebracht op de deksel van de binnen-20 ste kamer 570 onder elke hoek en richting, om zo een resonantie in de kamer te vormen.

[0082] In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een gekromde buis 584 verder gekoppeld op de behuizing van de binnenste kamer 570 om de resonantie in de kamer 572 niet direct te creëren. Dienovereenkomstig wordt de geluidsbron op 25 de behuizing van de binnenste kamer die is verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler weggetrokken van het hoofdgeluidsveld dat is gevormd door het 5.1-kanaal. De hoek van de gekromde buis 584 is 10 ~ 180 graden, en is bij voorkeur circa 90 graden voor het gemakkelijk aanpassen van de fase van het geluidsveld. In de oortelefoon 500B van de onderhavige uitvoeringsvorm kan elke willekeurige van de signaalentitei-30 ten die zijn verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler, zoals de sub-luidspreker 580 van figuur 5B, onafhankelijk worden uitgetrokken en worden aangebracht op de buitenste rand van de gekromde buis 584. In de oortelefoon 500B van de onderhavige uitvoeringsvorm is een resonantiekamer gevormd buiten het oortelefoon-hoofdlichaam 102 8 5 84 _ 23 510, en de resonantiekamer wordt aangepast door de gekromde buis 584. In de gehele structuur wordt de geluidsgolf binnen de resonantiekamer overgedragen naar het hoofdgeluidsveld binnen de behuizing 511 met luchtmedia door de externe buis 537.

[0083] Zoals hierboven beschreven omvat de oortelefoon die door de onderhavige 5 uitvinding wordt verschaft een externe buis die op de behuizing is aangebracht. Verder vormen de behuizing en de deksel van de oortelefoon samen een binnenste kamer, en door de ruimte in de externe buis aan te passen wordt het ruimtelijke geluidseffect verbeterd en wordt de fase van het geluidsveld verder aangepast.

[0084] In de hierboven vermelde oortelefoon is, behalve dat zowel oortelefoon 10 500A van figuur 5A als oortelefoon 500B van figuur 5B een externe buis hebben, een oortelefoon die een effect van balancering van geluidsveld heeft verder verschaft in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De oortelefoon met een gebalanceerd geluidseffect koppelt elke willekeurige van de geluidsbronnen die zijn verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler met twee of meer dan 15 twee luidsprekers tegelijkertijd, waarbij één luidspreker is aangebracht op een luidspre-kerhouder in de binnenste kamer en de andere luidspreker is aangebracht in de externe buis. Met een dergelijke configuratie wordt een geluidsveld gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers, die zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, op basis van het verschil van het geluidspunt en de hoek of fysieke lokatie van de luidsprekers, zodat 20 het geluidsveld dat wordt gevormd door dit geluidssignaal wordt vergroot en meer wordt verzadigd. Deze twee of meer dan twee luidsprekers kunnen ofwel parallel ofwel serieel worden gekoppeld met het geluidssignaal. Alternatief kan een geluidsveld met verschillend niveau worden gevormd door deze twee of meer dan twee luidsprekers op verschillende lokaties en onder verschillende hoeken aan te brengen. De sub-25 luidspreker 540A is bijvoorbeeld aangebracht binnen de behuizing 511 van de oortelefoon 500A, en de andere sub-luidspreker 540B is aangebracht op de externe buis 535 die zich uitstrekt van de beide zijwanden van de samengestelde kamer 533.

[0085] Behalve dat de oortelefoon een hierboven vermelde externe buis heeft, wordt verder een oortelefoon die een functie heeft van het delen van het geluidsveld 30 verschaft in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Een buis is extern gekoppeld met het oortelefoon-hoofdlichaam, en een binnenste kamer wordt gevormd op de buitenste rand van de buis. Daarom kan elke willekeurige van de signaalentiteiten die worden verschaft door de 5.1-kanaal-geluidsbronnen van de DVD-speler worden 102 85 84 24 aangebracht op de deksel van de binnenste kamer onder elke willekeurige hoek en richting, om zo een resonantie in de kamer te vormen. In een andere uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding is een gekromde buis verder gekoppeld met de behuizing van de binnenste kamer om de resonantie niet direct in de kamer te creëren. Dienovereen-5 komstig wordt de geluidsbron op de behuizing van de binnenste kamer die is verschaft door het 5.1-kanaal van de DVD-speler weggetrokken van het hoofdgeluidsveld dat is gevormd door het 5.1-kanaal. Met andere woorden, in de oortelefoon van de onderhavige uitvoeringsvorm wordt een resonantiekamer gevormd op de deksel van het hoofdlichaam, en de geluidsgolf binnen de resonantiekamer wordt overgedragen naar het 10 hoofdgeluidsveld binnen de behuizing met luchtmedia door de externe buis.

[0086] Hoewel de uitvinding is beschreven met verwijzing naar een specifieke uitvoeringsvorm daarvan zal het voor de vakman met gebruikelijke vakkennis duidelijk zijn dat modificaties aan de beschreven uitvoeringsvorm bewerkstelligd kunnen worden zonder af te wijken van de geest van de uitvinding. Derhalve zal de reikwijdte van de 15 uitvinding worden gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies en niet door de bovenstaande gedetailleerde beschrijving.

10 2 8 5 84_ __i

Claims

1. Oortelefoonstructuur, omvattend: een oortelefoon-hoofdlichaam omvattend een behuizing, een deksel, en een behuizings-5 uitbreidingseenheid om een hoofdkamer te vormen; een hoofdluidspreker en een veelheid sub-luidsprekers, waarbij de hoofdluidspreker en een aantal van de sub-luidsprekers binnen de behuizing zijn aangebracht; en een eerste externe buis is aangebracht op het oortelefoon-hoofdlichaam, waarbij een geluidsveld dat binnen de oortelefoonstructuur is gevormd verder wordt aangepast door 10 de ruimte in de eerste externe buis aan te passen.

2. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij de eerste externe buis is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid van het oortelefoon-hoofdlichaam.

3. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij de eerste externe buis is aan gebracht op de behuizing van het oortelefoon-hoofdlichaam en zich uitstrekt vanuit een samengestelde kamer binnen de oortelefoonstructuur.

4. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij één van de sub-luidsprekers is 20 aangebracht op de eerste externe buis.

5. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij de ruimte in de eerste externe buis wordt aangepast door de lengte van de eerste externe buis te veranderen.

6. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij de ruimte in de eerste externe buis wordt aangepast door de eerste externe buis te vouwen.

7. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, verder omvattend een tweede externe buis die is aangebracht op het oortelefoon-hoofdlichaam om het geluidsveld aan te 30 passen dat binnen de oortelefoonstructuur is gevormd.

8. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 7, waarbij de tweede externe buis is aangebracht op de behuizings-uitbreidingseenheid van het oortelefoon-hoofdlichaam. 1028584_

9. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 7, waarbij de tweede externe buis is aangebracht op de behuizing van het oortelefoon-hoofdlichaam.

10. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 7, waarbij de wijze om het geluids veld dat binnen de oortelefoonstructuur is gevormd aan te passen door de ruimte in de tweede externe buis aan te passen, bestaat uit het veranderen van de lengte van de tweede externe buis. j

11. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 7, waarbij de wijze om het geluids veld dat binnen de oortelefoonstructuur is gevormd aan te passen door de ruimte in de tweede externe buis aan te passen, bestaat uit het vouwen van de tweede externe buis.

12. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij twee van de sub- 15 luidsprekers zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, waarbij één is aangebracht in het oortelefoon-hoofdlichaam, en de andere is gekoppeld met de eerste externe buis buiten het oortelefoon-hoofdlichaam.

13. Oortelefoon-structuur volgens conclusie 12, waarbij de twee sub-luidsprekers 20 parallel zijn gekoppeld met dezelfde geluidsbron.

14. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 12, waarbij de twee sub-luidsprekers serieel zijn gekoppeld met dezelfde geluidsbron.

15. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, waarbij drie van de sub- luidsprekers zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron, en optioneel zijn aangebracht binnen het oortelefoon-hoofdlichaam en op de eerste externe buis die extern is gekoppeld met het oortelefoon-hoofdlichaam.

16. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 15, waarbij de drie sub-luidsprekers parallel zijn gekoppeld met dezelfde geluidsbron. 102 85 84

17. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 15, waarbij de drie sub-luidsprekers serieel met dezelfde geluidsbron zijn gekoppeld.

18. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 1, verder omvattend: 5 een buis die aan het oortelefoon-hoofdlichaam is gekoppeld; en een binnenste kamer die op de buitenste rand van de buis is aangebracht, waarbij een resonantiekamer is gevormd binnen de binnenste kamer, en de geluidsgolf in de reso-nantiekamer wordt overgedragen naar het geluidsveld binnen het oortelefoon-hoofdlichaam met luchtmedia. 10

19. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 18, verder omvattend een gekromde buis die is gekoppeld met de behuizing van de binnenste kamer om de resonantiekamer aan te passen.

20. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 19, waarbij de hoek van de gekromde buis 10-180 graden is.

21. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 19, waarbij de hoek van de gekromde buis 90 graden is. 20

22. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 19, waarbij één van de sub-luidsprekers is aangebracht op de buitenste rand van de gekromde buis.

23. Oortelefoonstructuur, omvattend: 25 een oortelefoon-hoofdlichaam omvattend een behuizing, een deksel, en een behuizings-uitbreidingseenheid om een hoofdkamer te vormen; en een hoofdluidspreker en een veelheid sub-luidsprekers, waarbij de hoofdluidspreker en een aantal van de sub-luidsprekers zijn aangebracht binnen de behuizing, en twee van de sub-luidsprekers zijn gekoppeld met eenzelfde geluidsbron. 30

24. Oortelefoonstructuur, omvattend: een oortelefoon-hoofdlichaam omvattend een behuizing, een deksel, en een behuizings-uitbreidingseenheid om een hoofdkamer te vormen; 1028584 een hoofdluidspreker en een veelheid sub-luidsprekers, waarbij de hoofdluidspreker en een aantal van de sub-luidsprekers zich binnen de behuizing bevinden; een buis die is gekoppeld met het oortelefoon-hoofdlichaam; en een binnenste kamer die is aangebracht op de buitenste rand van de buis, waarbij een 5 resonantiekamer is gevormd binnen de binnenste kamer, en de geluidsgolf in de reso-nantiekamer wordt overgedragen naar het geluidsveld binnen het oortelefoon-hoofdlichaam met luchtmedia.

25. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 24, verder omvattend een gekromde 10 buis die is gekoppeld met de behuizing van de binnenste kamer om de resonantiekamer aan te passen.

26. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 25, waarbij de hoek van de gekromde buis 10 ~ 180 graden is. 15

27. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 25, waarbij de hoek van de gekromde buis 90 graden is.

28. Oortelefoonstructuur volgens conclusie 25, waarbij één van de sub-20 luidsprekers is aangebracht op de buitenste rand van de gekromde buis. 1028584