NL1028496C2 - Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens. - Google Patents

Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens. Download PDF

Info

Publication number
NL1028496C2
NL1028496C2 NL1028496A NL1028496A NL1028496C2 NL 1028496 C2 NL1028496 C2 NL 1028496C2 NL 1028496 A NL1028496 A NL 1028496A NL 1028496 A NL1028496 A NL 1028496A NL 1028496 C2 NL1028496 C2 NL 1028496C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
optical elements
artificial lens
intraocular artificial
elements
optical
Prior art date
Application number
NL1028496A
Other languages
English (en)
Inventor
Michiel Christiaan Rombach
Original Assignee
Akkolens Int Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Akkolens Int Bv filed Critical Akkolens Int Bv
Priority to NL1028496A priority Critical patent/NL1028496C2/nl
Priority to NL1029041A priority patent/NL1029041C1/nl
Priority to US11/885,133 priority patent/US8579972B2/en
Priority to PCT/NL2006/050050 priority patent/WO2006118452A1/en
Priority to ES06716683T priority patent/ES2393510T3/es
Priority to JP2008500653A priority patent/JP4790005B2/ja
Priority to CN200680007371.6A priority patent/CN101137339B/zh
Priority to EP06716683A priority patent/EP1871299B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1028496C2 publication Critical patent/NL1028496C2/nl
Priority to HK08108937.1A priority patent/HK1113075A1/xx

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/14Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
    • A61F2/16Intraocular lenses
    • A61F2/1613Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus
    • A61F2/1648Multipart lenses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/14Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
    • A61F2/16Intraocular lenses
    • A61F2/1613Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus
    • A61F2/1616Pseudo-accommodative, e.g. multifocal or enabling monovision
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/14Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
    • A61F2/16Intraocular lenses
    • A61F2/1613Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus
    • A61F2/1624Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus having adjustable focus; power activated variable focus means, e.g. mechanically or electrically by the ciliary muscle or from the outside
    • A61F2/1632Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus having adjustable focus; power activated variable focus means, e.g. mechanically or electrically by the ciliary muscle or from the outside for changing radial position, i.e. perpendicularly to the visual axis when implanted

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Ophthalmology & Optometry (AREA)
  • Cardiology (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Transplantation (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Prostheses (AREA)

Description

Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een intra-oculaire kunstlens met variabele optische sterkte bestaande uit twee optische elementen welke onderling 5 beweegbaar zijn in een zich loodrecht op de optische as uitstrekkende richting en welke optische elementen een zodanige vorm hebben dat zij in verschillende onderlinge posities tezamen verschillende optische sterkten vertonen en positioneringsmiddelen voor het in het oog positioneren van de optische elementen en aandrijfmiddelen voor het aandrijven van tenminste een van de optische elementen voor het uitvoeren van een 10 beweging ten opzichte van het andere optische element omvat.
Een dergelijke intra-oculaire kunstlens vormt het onderwerp van een niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage.
15 Deze octrooiaanvrage beschrijft het principe van de toepassing van twee optische elementen, welke onderling beweegbaar zijn in een zich dwars op de optische as uitstrekkende richting in een intra-oculaire kunstlens. Deze aanvrage noemt enige principiële mogelijkheden voor het plaatsen, fixeren en aandrijven van de intra-oculaire kunstlens in het lenskapsel van de verwijderde natuurlijke ooglens. De optische 20 elementen kunnen onder de aandrijving van de natuurlijke oogkringspier onderling worden verplaatst voor het verkrijgen van een accommoderende functie.
Bij de natuurlijke ooglens vindt de accommodatie van het oog als volgt plaats. Voor het dichtbij zien spant de oogkringspier zich; hierdoor wordt het lenskapsel, de natuurlijke 25 omhulling van de natuurlijke ooglens verslapt, waardoor de natuurlijke ooglens, als gevolg van zijn elasticiteit, zijn natuurlijke bolle vorm aanneemt. Bij het veraf zien verslapt de oogkringspier, spant het lenskapsel zich en wordt de natuurlijke ooglens vlak getrokken. De natuurlijke rustpositie van de natuurlijke ooglens is dan ook het dichtbij zien en de natuurlijke rustpositie van de oogkringspier is juist het veraf zien.
30
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke intra-oculaire kunstlens, waarbij de accommodatie functionaliteit van de natuurlijke ooglens zo veel mogelijk wordt benaderd.
1028496- Λ 2
Dit doel wordt bereikt doordat de positioneringsmiddelen zijn ingericht voor het bij inactieve aandrijving dringen van de optische elementen naar een rustpositie.
Een dergelijke intra-oculaire kunstlens kan een elasticiteit hebben waardoor de gehele 5 intra-oculaire kunstlensconstructie zijn rustpositie aanneemt, wanneer er geen uitwendige krachten op worden uitgeoefend.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn de optische elementen ingericht om in de rustpositie de optische sterkte voor nabij-zien te vertonen gelijk de natuurlijke 10 lens. Hiermee wordt de in de huidige maatschappij het meeste gebruikte situatie, namelijk het dichtbij zien voor bijvoorbeeld lezen of op een computerscherm kijken het dichtste benaderd.
Volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm zijn de optische elementen 15 ingericht om in de rustpositie de optische sterkte voor ver-zien te vertonen. Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt, bij accommodatie, de optische elementen uit de rustpositie verschoven.
Een ander uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de positioneringsmiddelen in 20 tenminste een positie actieve mechanische stuitmiddelen omvatten. Deze stuitmiddelen kunnen op willekeurige, constructief aantrekkelijke plaatsen rondom de intra-oculaire kunstlens worden geplaatst. De stuitmiddelen bepalen de rustpositie van de intra-oculaire kunstlens. Zij kunnen worden geplaatst opdat zij aan beide zijden van het werkgebied werkzaam zijn, opdat zij dienen voor het definiëren van een gebied 25 waarover de optische elementen bewogen kunnen worden.
Bij de hierbovengenoemde eerste uitvoeringsvorm neemt de gehele intra-oculaire kunstlensconstructie zijn elastische ruststand aan al of niet door stuitnokken gestuit bij het spannen van de oogkringspier en wordt de nauwkeurigheid van de accommodatie op 30 korte afstand benadrukt. Slechts een kleine afwijking van de accommodatie leidt tot onscherp zien, bijvoorbeeld bij lezen. Mogelijke optische verschillen tussen de ogen van en patiënt leiden dan ook tot de noodzaak van een bril. Bij veraf zien is dit probleem kleiner. Zoals hierboven is aangegeven is de rustpositie geschikt voor het waarnemen op de korte afstand, waar de nauwkeurigheid van belang is.
1028496- * 3
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de optische elementen in hun meest overlappende positie een lens met de zwakste dioptrie-waarde vormen en in hun minst overlappende positie een lens met de sterkste dioptrie-waarde 5 vertonen. Hiermede wordt voorkomen dat bij maximale opening van de iris de kwaliteit van het zien wordt verslechterd door sluiplicht (Engels: glare)
Een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de optische elementen in hun meest overlappende positie een lens met de sterkste dioptrie-waarde 10 vormen en in hun minst overlappende positie een lens met de zwakste dioptrie-waarde vertonen. Deze uitvoeringsvorm neemt, bij specifieke ontwerpen van de intra-oculaire kunstlensconstructie minder plaats in in het oog.
Een eerste constructief eenvoudige uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de 15 aandrijfmiddelen een vier hefbomen omvatten, waarvan een eerste paar is verbonden met een zijde van een van de optische elementen, het tweede paar hefbomen met de andere zijde van het andere optische element, en waarbij een van de hefbomen van elk paar is verbonden met een eerste met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel en beide andere hefbomen van elk paar is verbonden met een tweede, 20 tegenover het eerste deel liggend, met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel.
Als alternatief verschaft een uitvoeringsvorm de maatregel dat de aandrijfmiddelen een hoofdzakelijk star verbindingselement omvatten dat aan een zijde is verbonden met een 25 optisch element en dat is ingericht om aan de andere zijde te worden verbonden met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. Ook deze uitvoeringsvorm wordt een eenvoudige constructie verkregen die bovendien een directere koppeling verschaft tussen de beweging van het met de oogkringspier verbonden deel van het lenskapsel en het betreffende optisch element.
30
Het is uiteraard in principe mogelijk het starre verbindingselement zodanig stijf te maken dat het tevens in zijn geheel de geleidingsfunctie vervult, opdat geen aanvullende geleidingsmiddelen meer noodzakelijk zijn. Hierdoor wordt de het starre verbindingselement overmatig groot. Om dit te vermijden is het aantrekkelijk dat de 1028496- * 4 optische elementen aan een onderling tegenoverliggende zijde door een verbindingselement met het lenskapsel zijn verbonden.
Een dergelijk verbindingselement kan de configuratie hebben van een glijconstructie of 5 scharnierconstructie. Het heeft echter de voorkeur wanneer de positioneringsmiddelen een flexibel verbindingselement omvatten dat aan de tegenover het starre verbindingelement gelegen zijde van het optisch element met het optisch element is verbonden en dat is ingericht om aan de andere zijde te worden verbonden met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. Hiermede wordt immers een 10 licht ondersteuningselement verkregen dat een uiterst simpele en effectieve constructie mogelijk maakt.
Zoals hierboven reeds is vermeld, vereist de uitvinding de aanwezigheid van een verbinding tussen de verbindingselementen en het met de oogkringspier meebewegend 15 deel van het lenskapsel. Voor het vestigen van deze verbinding zijn aan de tegenover het optisch element gelegen zijde van het flexibele, respectievelijk starre verbindingselement ankers, welke in het Engels wel worden aangeduid met haptic-feet, aangebracht voor het vormen van een verbinding met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. Deze ankers kunnen ook een integraal deel 20 uitmaken van de starre of de flexibele verbindingselementen.
Een intra-oculaire kunstlens moet tijdens een chirurgische operatie worden geplaatst.
Dit betekent dat de oogkringspier tijdens het aanbrengen is verslapt. De intra-oculaire kunstlens volgens de eerste voorkeursuitvoering zal - als gevolg van de werking van de 25 naar de ruststand van de lens dringende positioneringsmiddelen - zich in de rustpositie bevinden. Hierin heeft de intra-oculaire kunstlens zijn optisch sterkste kracht, en bevinden de aandrijfmiddelen zich in de ingetrokken toestand. Bij het plaatsen van de intra-oculaire kunstlens in het lenskapsel zal er dan ook wellicht geen contact zijn tussen de starre en flexibele verbindingselementen en het met de oogkringspier 30 meebewegend deel van het lenskapsel. Een dergelijk contact is noodzakelijk om deze verbindingselementen en het met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel aan elkaar te hechten hetgeen noodzakelijk is voor het laten functioneren van de intra-oculaire kunstlens. Om toch een dergelijk contact tot stand te brengen verschaft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat de intra-oculaire kunstlens is 1028496- I ft 5 voorzien van gedurende een eindige tijd werkzame fixatie-elementen die zijn ingericht om de ankers gedurende een beperkte tijd in contact te brengen met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. Deze fixatie-elementen dragen zorg voor het gedurende een beperkte tijd met elkaar in contact brengen van de starre en 5 flexibele verbindingselementen en het met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel, zodat deze delen de gelegenheid krijgen aan elkaar te groeien.
De bovenstaande maatregel vereist - na de beperkte tijdsduur waarin het groeiproces plaats vindt - dat de functie van de accommodatie niet wordt geblokkeerd. Hiertoe 10 verschaft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat de fixatie-elementen zijn vervaardigd van in in het oog aanwezige vloeistoffen oplosbaar materiaal. Hierbij wordt uitgegaan van de situatie dat het oplosproces een tijdsduur is beslag neemt die voldoende is voor het aan elkaar groeien van de verbindingselementen en het met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel.
15
Volgens weer een andere uitvoeringsvorm omvat elk van de flexibele verbindingselementen een Ω-vormige structuur. Deze Ω-vormige structuur is door een gietproces of een verspanende bewerking gemakkelijk te vormen, terwijl uit berekeningen is gebleken dat deze vorm een voor deze toepassing uiterst gunstig 20 verloop van mechanische spanningen kent. Dit is immers van belang omdat vermoeidheidsverschijnselen van het materiaal zo veel mogelijk moeten worden voorkomen.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vereist de aanwezigheid van 25 stuitmiddelen. De hierboven beschreven Ω-vormige structuur biedt de mogelijkheid deze stuitmiddelen uit te voeren als in de Ω-vormige structuur aangebrachte stuitnokken. Dit is een bijzonder eenvoudige maatregel voor het implementeren van deze stuitnokken.
30 Een alternatieve constructie voor het verkrijgen van flexibiliteit wordt verkregen door de maatregel dat de flexibele verbindingselementen een zich hoofdzakelijk dwars op de bewegingsrichting van de optische elementen uitstrekkend langwerpig deel omvatten dat aan zijn einden met het anker is verbonden en dat op een tussenliggende positie met 1028496- • i.
6 het optische element is verbonden. Een dergelijke configuratie blijkt een zeer aantrekkelijk krachtenverloop te hebben.
Moderne technieken en materialen bieden de mogelijkheid de intra-oculaire kunstlens 5 volgens de uitvinding dun uit te voeren. Hiermee ontstaat het probleem dat de lens slap wordt en het optische oppervlak wordt vervormd, door tijdens het accomodatieproces op het oog uitgeoefende krachten. Dit leidt uiteraard tot een verslechtering van de optische kwaliteit van de door de optische elementen gevormd lens. Dit wordt voorkomen door de maatregel dat de optische elementen zijn voorzien van zich aan hun 10 omtrek uitstrekkende verstevigingselementen, waarmee zij de nodige stijfheid verkrijgen.
Moderne bevestigingstechnieken bieden de mogelijkheid dat de verstevigingselementen van een ander materiaal zijn vervaardigd dan de het materiaal waarvan de optische 15 elementen zijn vervaardigd. Dit biedt de mogelijkheden voor beide een materiaal met optimale eigenschappen te kiezen.
Het lenskapsel waarin de intra-oculaire kunstlens wordt geplaatst, kan in sommige gevallen de optische elementen raken en hieraan blijven plakken (Engels: tack) of 20 hiermee kunnen vergroeien. Dit kan de accomodatiefunctie van de intra-oculaire kunstlens negatief beïnvloeden. Om dit te voorkomen zijn de ankers volgens een voorkeursuitvoeringsvorm voorzien van zich met een component in de richting van de optische as uitstrekkende afstandhouders voor het op afstand van de optische elementen houden van de voor- en achterzijde van het lenskapsel.
25
Een specifieke voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de ankers een zodanige vorm hebben dat zij zich elastisch aanpasbaar zijn aan een verandering van de diameter van het lenskapsel. Het lenskapsel is een dynamisch geheel; het vervormt zijn diameter als gevolg van het samentrekken en ontspannen van de oogkringspier.
30
Het principe dat aan de uitvinding ten grondslag ligt vereist het gebruik van tenminste twee optische elementen. Het is de uitvinder gebleken dat, bij gebruik van twee optische elementen deze identiek kunnen zijn uitgevoerd. Productietechnisch levert dit enorme voordelen op. Hierbij wordt opgemerkt dat deze maatregel niet alleen van toepassing is 1028496- ,* * 7 op de optische elementen zelf, maar tevens op de met de optische elementen verbonden elementen. Uiteraard zijn hierbij de twee optische elementen onderling over twee verschillende assen geroteerd gepositioneerd.
5 Een verder verkleining van de kosten treedt op wanneer de optische elementen, de flexibele en de starre verbindingelementen en de ankers van hetzelfde materiaal zijn vervaardigd. Deze maatregel biedt immers de mogelijkheid al deze elementen in eenzelfde vormingsproces zoals bijvoorbeeld draaien en freezen of spuitgieten te vervaardigen.
10
Het is echter eveneens mogelijk de optische elementen en de andere onderdelen van verschillende materialen te vervaardigen. Hiermede kan de materiaalkeuze voor elke functie worden geoptimaliseerd.
15 Het kan tevens aantrekkelijk zijn, mede in afhankelijkheid van de gekozen materialen, de elementen los van elkaar te vervaardigen en deze vervolgens onderling te koppelen. Deze uitvoeringsvorm betreft dan ook tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een intra-oculaire kunstlens welke tenminste twee optische elementen omvat en welke voorzien is van positioneringsmiddelen voor het positioneren van de optische elementen 20 in een lenskapsel, waarbij de optische elementen beide met de positioneringsmiddelen worden verbonden voordat de intra-oculaire kunstlens in het lenskapsel wordt geplaatst.
Het is dan aantrekkelijk wanneer tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een 25 mechanische vormopsluitende verbinding wordt gevormd. Een dergelijke verbinding kan immers gemakkelijk, zonder toepassing van hulpmiddelen worden gemaakt.
Deze uitvoeringsvorm betreft dan ook tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een een intra-oculaire kunstlens welke tenminste twee optische elementen omvat en welke voorzien is van positioneringsmiddelen voor het positioneren van de optische 30 elementen in een lenskapsel, waarbij tijdens het uitvoeren van de operatie waarmee de intra-oculaire kunstlens in het lenskapsel wordt geplaatst, de optische elementen beide met de positioneringsmiddelen worden verbonden.
1028496- I » 8
Het is tevens mogelijk dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een lijmverbinding wordt gevormd. Ook dit is een oplossing die weinig gereedschappen vereist, maar waarbij de lijm zorgvuldig moet worden gekozen.
5
Een bijzonder aantrekkelijke uitvoeringsvorm wordt verkregen wanneer tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen door een herhaalde polymerisatie van de materialen wordt gevormd.
10
Weer een andere mogelijkheid voorziet in de maatregel dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een lasverbinding wordt gevormd. Laser- en ultrasone technieken zijn hierbij voorbeelden van dergelijke lastechnieken.
15
Het is overigens eveneens mogelijk dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een ingietverbinding wordt gevormd. Hierbij is het mogelijk gebruik te maken van dezelfde of van verschillende materialen voor de diverse elementen.
20
Bij toepassing van een vormopsluitende verbinding is het aantrekkelijk wanneer tenminste een van de vormopsluitende verbindingen in verschillende onderlinge posities vergrendelbaar is. Dit biedt de mogelijkheid de optische elementen verschillend te positioneren, met het effect dat de optische eigenschappen kunnen aangepast aan de 25 toestand van de drager. Een dergelijk proces kan worden uitgevoerd tijdens het plaatsen van de intra-oculaire kunstlens. De uitvinding betreft dan ook eveneens een werkwijze waarbij tijdens het uitvoeren van de operatie de afmetingen van het lenskapsel worden vastgesteld en waarbij de optische elementen met de positioneringsmiddelen worden verbonden in afhankelijkheid van de gemeten afmetingen.
30
Na het plaatsen van de intra-oculaire kunstlens zullen de ankers moeten worden gefixeerd aan de dat deel van het lénskapsel dat mee beweegt met de oogkringspier. Hiertoe wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de ankers vergroeien met het weefsel van het lenskapsel. Om dit vergroeiproces te bevorderen, hebben de ankers bij 1028496- I k 9 voorkeur een gegolfd of opgeruwd vlak voor het bevorderen van fixatie van de ankers in het lenskapsel. Onder geruwd of gegolfd wordt ook de aanwezigheid van uitsteeksels of andere oppervlak vergrotende structuren verstaan.
5 De met deze werkwijze verkregen voordelen worden versterkt wanneer tijdens het plaatsen van dé intra-oculaire kunstlens fixatie-elementen in de intra-oculaire kunstlens geplaatst worden, welke fixatie-elementen zijn ingericht voor het in een positie brengen van de positioneringselementen, waarin zij in contact komen met dat deel van het lenskapsel dat door de oogkringspier beweegbaar is, en dat de van fixatie-elementen 10 voorziene intra-oculaire kunstlens geplaatst wordt in de door het lenskapsel omsloten holte.
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren waarin voorstellen: 15
Figuur 1: een perspectivisch schematisch aanzicht ter verklaring van de onderhavige uitvinding;
Figuur 2: een doorsnede van een optisch element van een intra-oculaire kunstlens volgens een eerste uitvoeringsvorm in het vlak dwars op de optische as: 20 Figuur 3: een met figuur 2 overeenkomend doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm;
Figuur 4: een doorsnede van een intra-oculaire kunstlens volgens weer een andere uitvoeringsvorm in een vlak parallel aan de optische as;
Figuur 5: een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een intra-oculaire 25 kunstlens in een vlak dwars op de optische as;
Figuur 6: een gedetailleerde doorsnede van weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; en
Figuur 7: een doorsnede-aanzicht van een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
30
De intra-oculaire kunstlens volgens de uitvinding is op schematische wijze in figuur 1 weergegeven en in zijn geheel met 1 aangeduid. De lens omvat twee optische elementen 2, 3, die beide in de optische as 4 van de lens zijn geplaatst. Door het onderling bewegen van de optische elementen 2 en 3 worden de optische eigenschappen van de 1 028496- 10 samengestelde lens 1 veranderd. De optische elementen 2, 3 zijn van elkaar gescheiden geplaatst. Optisch gezien is er geen bezwaar de optische elementen elkaar te laten raken, docht dit is vanuit biologisch oogpunt minder aantrekkelijk in verband met neerslag op de optische elementen en de daaruit voortvloeiende verkleving.
5
Voor bevestiging van een intra-oculaire kunstlens in het lenskapsel, de natuurlijke de holte van het oog waar de lens zich bevindt, is het bovenste optische element 2 door middel van een star verbindingselement 5 verbonden met een anker 6. Op desbetreffende wijze is het onderste optische element 3 door middel van een star 10 verbindingselement 7 verbonden met een anker 8. De ankers 6, 8 zijn tegenover elkaar geplaatst. Zij zijn ingericht om door aangroei te hechten aan dat deel van het lenskapsel dat door de oogkringspier beweegbaar is.
Aan de tegenover de starre verbindingselementen gelegen zijde is het optische 15 elementen 2 door middel van een flexibele verbinding 9 verbonden met een anker 10. Tevens is aan de tegenover de starre verbindingselementen gelegen zijde het optische element 3 door middel van een flexibele verbinding 11 verbonden met een anker 12. De ankers 10 en 12 dienen evenals de ankers 6 en 8 voor het ondersteunen van de optische elementen 2, respectievelijk 3. De flexibiliteit van de flexibele verbindingselementen 9 20 en 11 laat beweging van de optische elementen 2, 3 toe. Als gevolg van deze configuratie zal het bovenste optische element 2 meebewegen met de bewegingen van het anker 6 en het hiermee verbonden deel van het lenskapsel dat met de oogkringspier meebeweegt. Dit geldt eveneens voor de beweging van het optisch element 3 en het anker 8. Met deze configuratie zullen de optische elementen onderling een lineaire 25 beweging uitvoeren. Het is tevens mogelijk de verbindingelementen zodanig te configureren dat de optische elementen onderling een rotatie of een samengestelde beweging uitvoeren. Bij toepassing van een rotatie kan het draaipunt buiten de optische elementen liggen.
30 De in eikaars nabijheid geplaatste paren ankers 6, 12, respectievelijk 8, 10 kunnen met elkaar worden verbonden door enigerlei verbinding. Het is echter mogelijk dat deze paren ankers los van elkaar blijven. Zij moeten echter alle met het lenskapsel worden verbonden.
1028496-
i I
11
Voor het op afstand houden van de optische elementen houden van het lenskapsel zijn de ankers 6, 8,10 en 12 elk voorzien van een uitsteeksel 13.
Er wordt ten slotte op gewezen dat de weergave van deze figuur schematisch is en dat 5 deze slechts dient voor het aangeven van de diverse elementen, hun onderlinge positie en hun functie. De vorm van de diverse elementen kan en zal in de meeste gevallen sterk afwijken.
In figuur 2 is de constructie van het optische element 2 en de daaraan bevestigde 10 elementen meer in detail weergegeven. Dit betreft in het bijzonder de flexibele verbinding 9, die voorzien is van een Ω-vormig deel 15. Door de configuratie van het Ω-vormige deel wordt een zekere mate van flexibiliteit verkregen. Alhoewel is gebleken dat de Ω-vorm constructief aantrekkelijk is in verband met het vermijden van concentratie van mechanische spanning, worden andere vormen, zoals een 15 schroeflij nvorm of een spiraalvorm niet uitgesloten. Het flexibele verbindingselement 9 is verder voorzien van twee stuitnokken 16, respectievelijk 17 die dienen voor het bepalen van de rustpositie van de optische elementen 2, 3. Andere configuraties worden echter niet uitgesloten.
20 In figuur 3 is andere variant getoond; hierbij zijn in plaats van een enkele Ω-vormige configuratie 15 twee van dergelijke, beide in eenzelfde vlak liggende configuraties 15A, 15B toegepast. Hierdoor worden eventuele zijdelingse krachtwerkingen gecompenseerd, zodat slechts krachten in de lengterichting van het flexibele bevestigingselement resteren.
25
In figuur 4 is een variant getoond, waarbij de optische elementen 2, 3 beide zodanig dun zijn uitgevoerd, dat zij uit zichzelf onvoldoende star zijn. Om de hiermee gemoeide problemen, zoals een niet-gedefmieerde positie te voorkomen, zijn de optische elementen 2, 3 elk van een zich aan de rand uitstrekkende verdikking 18 voorzien.
30 Overigens strekt bij deze uitvoeringsvorm de lus van de Ω-vormige configuratie zich uit in een vlak parallel aan de optische as. Ook dan is het mogelijk gebruik te maken van twee, in hetzelfde vlak gelegen Jussen .
1028496“ • ( 12
Als alternatief voor de hierboven beschreven uitvoeringsvormen kan gebruik gemaakt worden van een andere wijze van ophanging van de optische elementen. Een dergelijk alternatief is weergegeven in figuur 5. Hier zijn twee diagonaal tegenover elkaar liggende, door de oogkringspier beweegbare ankers 20, 21 verbonden door vier in de 5 vorm van een ruit gerangschikte hefbomen 22, 23, 24, 25. Tussen elk van de hefbomen en de ankers zijn scharnieren aangebracht, evenals tussen de hefbomen 22 en 23, respectievelijk 24, 25. Deze laatste scharnieren zijn op hun beurt weer verbonden met de optische elementen 2, respectievelijk 3. Door aldus de ankers 21 en 20 onderling te bewegen worden de optische elementen 2 en 3 onderling bewogen. Deze 10 uitvoeringsvorm behoeft geen flexibele elementen in de zin van de voorkeursuitvoeringsvorm. Het is echter wel mogelijk gebruik te maken van stuitnokken 26,27 voor het definiëren van een rustpositie. Ook bij de andere knooppunten kunnen stuitnokken worden aangebracht voor het definiëren van de positie aan de andere zijde van de beweging.
15
Fig. 6 toont een detailaanzicht van een wijze van bevestiging tussen een van de optische elementen en een star bevestigingselement. Hierbij is een verstelling of aanpassing mogelijk tussen beide elementen 2, respectievelijk 9.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een in het starre bevestigingselement aangebrachte 20 reeks inkepingen 28, die zijn ingericht om te worden aangegrepen door met het optisch element verbonden uitsteeksels 29. Door het grote aantal inkepingen is het mogelijk in verschillende onderlinge posities een bevestiging te vestigen tussen het optische element en het starre verbindingselement. Deze maatregel kan worden gebruikt voor het aanpassen van de onderlinge positie van beide optische elementen in de rustpositie en 25 daarmee van de optische sterkte in de rustpositie. Het is mogelijk met deze configuratie in een laat stadium, dus bijvoorbeeld bij de operatie voor het aanbrengen van de lens deze aanpassing uit te voeren.
In figuur 7 is uitvoeringsvorm afgebeeld, waarbij het flexibele verbinding element en 30 het daarmee verbonden anker op een alternatieve wijze zijn uitgevoerd. Het verbindingselement omvat hierbij een zich in de richting dwars op de bewegingsrichting van de optische elementen uitstrekkend langwerpig deel 30. Aan zijn einden is dit langwerpige deel 30 door verbindingsstukken 31, 32 verbonden met het anker 12, en op een tussenliggende positie is het langwerpige deel 30 door een brug 33 verbonden met 1028496*
I I
13 het optische element 3. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de flexibiliteit verkregen door de buigbaarheid van het langwerpige deel 30 en door de buigbaarheid van de verbindingsstukken 31, 32. Hierbij wordt erop gewezen dat de verbindingsstukken 31, 32 bij voorkeur gebogen zijn uitgevoerd om het krachtenverloop bij buigen zo optimaal 5 te laten verlopen. Hierdoor vormen het anker 12, de verbindingsstukken 31, 32 en het langwerpige deel 30 tezamen een gesloten, enigszins ovale vorm. In het inwendige van de door deze delen 12,30, 31 en 32 opgesloten opening zijn stuitnokken 34, 35 aangebracht. Deze stuitnokken vervullen dezelfde functie als de stuitnokken 16 en 17 bij de in figuur 2 afgebeelde uitvoeringsvorm.
10
Alhoewel hierboven getoond is dat de aanpassing plaats vindt tussen het optische element en de starre verbinding, kan deze eveneens worden uitgevoerd tussen de starre verbinding en het anker, of tussen het optische element en de flexibele verbinding of tussen de flexibele verbinding en de betreffende anker. Ook een combinatie van deze 15 maatregelen is mogelijk.
Het is duidelijk dat in plaats van de hier getoonde configuratie met een reeks inkepingen en een of meer uitsteeksels andersoortige configuraties kunnen worden toegepast. Het is bijvoorbeeld mogelijk gebruik te maken van in te voegen stukken met verschillende 20 lengten, bijvoorbeeld als vervanging van de starre of flexibele verbindingselementen.
Meer in het algemeen gesproken zal het duidelijk zijn dat het mogelijk is de maatregelen van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen onderling te combineren. Ook is het mogelijk van de hierboven getoonde uitvoeringsvormen af te wijken zonder 25 buiten de beschermingsomvang van de uitvinding te treden.
1028496-

Claims (36)

1. Intra-oculaire kunstlens met variabele optische sterkte, omvattende: - twee optische elementen, welke onderling beweegbaar zijn in een zich dwars op de 5 optische as uitstrekkende richting, waarbij de optische elementen een zodanige vorm hebben dat zij in verschillende onderlinge posities tezamen verschillende optische sterkten vertonen; - positioneringsmiddelen voor het in het oog positioneren van de optische elementen; en - aandrijfmiddelen voor het aandrijven van tenminste een van de optische elementen 10 voor het uitvoeren van een beweging ten opzichte van het andere optische element, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen zijn ingericht voor het bij inactieve aandrijving dringen van de optische elementen naar een rustpositie.
2. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de 15 rustpositie de optische elementen de optische sterkte voor nabij-zien vertonen.
3. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de rustpositie de optische elementen de optische sterkte voor ver-zien vertonen.
4. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat positioneringsmiddelen in tenminste een positie actieve mechanische stuitmiddelen omvatten.
5. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de optische elementen in hun meest overlappende positie een lens met de zwakste dioptrie-waarde vormen en in hun minst overlappende positie een lens met de sterkste dioptrie-waarde vertonen.
6. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de optische elementen in hun meest overlappende positie een lens met de sterkste dioptrie-waarde vormen en in hun minst overlappende positie een lens met de zwakste dioptrie-waarde vertonen. 1 02 84 96- • 0
7. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een vier hefbomen omvatten, waarvan een eerste paar is verbonden met een zijde van een van de optische elementen, het tweede paar hefbomen met de andere zijde van het andere optische element, en waarbij een van de 5 hefbomen van elk paar is verbonden met een eerste met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel en beide andere hefbomen van elk paar is verbonden met een tweede, tegenover het eerste deel liggend, met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel.
8. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een hoofdzakelijk star verbindingselement omvatten dat aan een zijde is verbonden met een optisch element en dat is ingericht om aan de andere zijde te worden verbonden met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel.
9. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de optische elementen aan een onderling tegenoverliggende zijde door een verbindingselement met het lenskapsel zijn verbonden.
10. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen een flexibel verbindingselement omvatten dat aan de tegenover het starre verbindingelement gelegen zijde van het optisch element met het optisch element is verbonden en dat is ingericht om aan de andere zijde te worden verbonden met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. 25
11. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de tegenover het optisch element gelegen zijde van het flexibele, respectievelijk starre verbindingselement ankers zijn aangebracht voor het vormen van een verbinding met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. 30
12. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de intra-oculaire kunstlens is voorzien van gedurende een eindige tijd werkzame fixatie-elementen die zijn ingericht om de ankers gedurende een beperkte tijd in contact te brengen met een met de oogkringspier meebewegend deel van het lenskapsel. 1028496- * i
13. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de fixatie-elementen zijn vervaardigd van in in het oog aanwezige vloeistoffen oplosbaar materiaal. 5
14. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat elk van de flexibele verbindingselementen tenminste een Ω-vormige structuur omvat.
15. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de 10 constructie stuitnokken bevat voor het stuiten van verdere beweging van de optische elementen in een of meerdere richtingen.
16. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat in de Ω-vormige structuur stuitnokken zijn aangebracht. 15
17. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat er stuitnokken aan de om trek van de optische elementen zijn aangebracht.
18. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 20 flexibele verbindingselementen een zich hoofdzakelijk dwars op de bewegingsrichting van de optische elementen uitstrekkend langwerpig deel omvatten dat aan zijn einden met het anker is verbonden en dat op een tussenliggende positie met het optische element is verbonden.
19. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de optische elementen zijn voorzien van zich aan hun omtrek uitstrekkende verstevigingselementen.
20. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de 30 verstevegingselementen zijn vervaardigd van ander materiaal dan het materiaal waarvan de optische elementen zijn vervaardigd.
21. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de ankers zijn voorzien van zich met een component in de richting van de optische as 1028496- • « uitstrekkende afstandhouders voor het op afstand van de optische elementen houden van het lenskapsel.
22. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 21, met het kenmerk dat de ankers 5 een zodanige vorm hebben dat zij zich elastisch aanpassen aan een verandering van de diameter van het lenskapsel.
23. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de optische elementen identiek zijn. 10
24. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de optische elementen, de flexibele en de starre verbindingelementen en de ankers van hetzelfde materiaal zijn vervaardigd.
25. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de optische elementen, de flexibele en de starre verbindingelementen en de ankers van onderling verschillende materialen zijn vervaardigd.
26. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een mechanische vormopsluitende verbinding wordt gevormd.
27. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een lijmverbinding wordt gevormd.
28. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen door een herhaalde polymerisatie van de materialen wordt gevormd. 1028496- • i
29. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen door een lasverbinding wordt gevormd.
30. Intra-oculaire kunstlens volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de verbindingen tussen de optische elementen, de flexibele en starre verbindingselementen en de ankers door een ingietverbinding wordt gevormd.
31. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat tenminste een van de vormopsluitende verbindingen in verschillende onderlinge posities vergrendelbaar is.
32. Intra-oculaire kunstlens volgens conclusie een van de conclusies 19-31, met het 15 kenmerk, dat de ankers een gegolfd of opgeruwd vlak hebben voor het bevorderen van fixatie van de ankers in het lenskapsel.
33. Werkwijze voor het vervaardigen van een intra-oculaire kunstlens welke tenminste twee optische elementen omvat en welke voorzien is van 20 positioneringsmiddelen voor het positioneren van de optische elementen in een lenskapsel, met het kenmerk, dat de optische elementen beide met de positioneringsmiddelen worden verbonden voordat de lens in het lenskapsel wordt geplaatst.
34. Werkwijze voor het vervaardigen van een een intra-oculaire kunstlens welke tenminste twee optische elementen omvat en welke voorzien is van positioneringsmiddelen voor het positioneren van de optische elementen in een lenskapsel, met het kenmerk, dat tijdens het uitvoeren van de operatie waarmee de intra-oculaire kunstlens in het lenskapsel wordt geplaatst, de optische elementen beide 30 met de positioneringsmiddelen worden verbonden.
35. Werkwijze volgens conclusie 33 of 34, met het kenmerk, dat tijdens het uitvoeren van de operatie de afmetingen van het lenskapsel worden vastgesteld en dat 1028496- • · de optische elementen met de positioneringsmiddelen worden verbonden in afhankelijkheid van de gemeten afmetingen.
36. Werkwijze volgens conclusie 33 of 34, met het kenmerk, dat de tijdens het 5 plaatsen van de intra-oculaire kunstlens fixatie-elementen in de intra-oculaire kunstlens geplaatst worden, welke fixatie-elementen zijn ingericht voor het in een positie brengen van de positioneringselementen, waarin zij in contact komen met dat deel van het lenskapsel dat door de oogkringspier beweegbaar is, en dat de van fixatie-elementen voorziene intra-oculaire kunstlens geplaatst wordt in de door het lenskapsel omsloten 10 holte. 1028496-
NL1028496A 2005-03-09 2005-03-09 Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens. NL1028496C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028496A NL1028496C2 (nl) 2005-03-09 2005-03-09 Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens.
NL1029041A NL1029041C1 (nl) 2005-03-09 2005-05-13 Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens.
US11/885,133 US8579972B2 (en) 2005-03-09 2006-03-09 Construction of an intraocular artificial lens
PCT/NL2006/050050 WO2006118452A1 (en) 2005-03-09 2006-03-09 Improved construction of an intraocular artificial lens
ES06716683T ES2393510T3 (es) 2005-03-09 2006-03-09 Construcción mejorada de una lente artificial intraocular
JP2008500653A JP4790005B2 (ja) 2005-03-09 2006-03-09 レンズ構成要素および眼内人工レンズ
CN200680007371.6A CN101137339B (zh) 2005-03-09 2006-03-09 眼内人造晶状体的改进构造
EP06716683A EP1871299B1 (en) 2005-03-09 2006-03-09 Improved construction of an intraocular artificial lens
HK08108937.1A HK1113075A1 (en) 2005-03-09 2008-08-12 Improved construction of an intraocular artificial lens

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028496 2005-03-09
NL1028496A NL1028496C2 (nl) 2005-03-09 2005-03-09 Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028496C2 true NL1028496C2 (nl) 2006-09-12

Family

ID=35219573

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028496A NL1028496C2 (nl) 2005-03-09 2005-03-09 Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens.

Country Status (2)

Country Link
CN (1) CN101137339B (nl)
NL (1) NL1028496C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2003881C2 (en) * 2009-11-30 2011-05-31 Akkolens Int Bv Adjustable intraocular lens.
EP2979662A1 (en) 2014-08-01 2016-02-03 Akkolens International B.V. Intraocular lens with electricity generator and additional functional systems
US9717589B2 (en) 2007-10-15 2017-08-01 Akkolens International B.V. Adjustable accommodating intraocular lens and positioning means

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013112589A1 (en) 2012-01-24 2013-08-01 Regents Of The University Of Colorado Modular intraocular lens designs and methods
US9861469B2 (en) 2013-05-07 2018-01-09 Akkolens International B.V. Accommodating intraocular lens with haptics for sulcus fixation
US11382736B2 (en) * 2017-06-27 2022-07-12 Alcon Inc. Injector, intraocular lens system, and related methods

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3305294A (en) * 1964-12-03 1967-02-21 Optical Res & Dev Corp Two-element variable-power spherical lens
EP0162573A2 (en) * 1984-04-17 1985-11-27 Sanford D. Hecht Eye implant
US4863468A (en) * 1987-12-04 1989-09-05 Designs For Vision, Inc. Universally adjustable telescopic spectacle assembly for use with implanted intraocular lenses and associated methods
US4994082A (en) * 1988-09-09 1991-02-19 Ophthalmic Ventures Limited Partnership Accommodating intraocular lens
US5443506A (en) * 1992-11-18 1995-08-22 Garabet; Antoine L. Lens with variable optical properties
US5824074A (en) * 1994-02-03 1998-10-20 Koch; Hans-Reinhard Intraoccular lens arrangement and method for correcting astigmatism

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3305294A (en) * 1964-12-03 1967-02-21 Optical Res & Dev Corp Two-element variable-power spherical lens
EP0162573A2 (en) * 1984-04-17 1985-11-27 Sanford D. Hecht Eye implant
US4863468A (en) * 1987-12-04 1989-09-05 Designs For Vision, Inc. Universally adjustable telescopic spectacle assembly for use with implanted intraocular lenses and associated methods
US4994082A (en) * 1988-09-09 1991-02-19 Ophthalmic Ventures Limited Partnership Accommodating intraocular lens
US5443506A (en) * 1992-11-18 1995-08-22 Garabet; Antoine L. Lens with variable optical properties
US5824074A (en) * 1994-02-03 1998-10-20 Koch; Hans-Reinhard Intraoccular lens arrangement and method for correcting astigmatism

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9717589B2 (en) 2007-10-15 2017-08-01 Akkolens International B.V. Adjustable accommodating intraocular lens and positioning means
NL2003881C2 (en) * 2009-11-30 2011-05-31 Akkolens Int Bv Adjustable intraocular lens.
EP2979662A1 (en) 2014-08-01 2016-02-03 Akkolens International B.V. Intraocular lens with electricity generator and additional functional systems

Also Published As

Publication number Publication date
CN101137339A (zh) 2008-03-05
CN101137339B (zh) 2013-04-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029041C1 (nl) Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens.
NL1028496C2 (nl) Verbeterde constructie van een intra-oculaire kunstlens.
EP1804724B1 (en) An accommodating intraocular lens device
JP6756665B2 (ja) 調節性眼内レンズ
US6342073B1 (en) Intraocular lens for posterior vaulting
CN101801312B (zh) 具有襻板的可调节型人工晶状体
NL1025622C2 (nl) Twee tezamen een lens vormende optische elementen met variabele optische sterkte voor gebruik als intra-oculaire lens.
EP1227773B1 (en) Intraocular lens system
JP5470256B2 (ja) 順応性眼内レンズおよび順応性眼内レンズ・システム
CN107847313B (zh) 人工晶状体组件
JP5481588B1 (ja) 調節眼内レンズ
JP2008532617A5 (nl)
US20110071628A1 (en) Accommodative intraocular lens
KR20080084815A (ko) 원근 조절형 안내 렌즈
US7063723B2 (en) Intraocular lens with an accommodating capability
JP2006511242A (ja) 織目付きハプティクスを有する調整眼内レンズ
WO2014058316A1 (en) Oblong shaped accommodating intraocular lens
JPH02126847A (ja) 眼内レンズ
JP2009544435A (ja) 多球状調節眼内レンズ
KR20090094837A (ko) W자형 원근 조절 안내 렌즈
US20130053955A1 (en) Intraocular lens (iol)
CN1263436C (zh) 眼前房的眼内植入物
EP2305177B1 (en) Soft intraocular lens
KR101979886B1 (ko) 다초점 인공 수정체
JP2017500099A (ja) 眼内レンズ

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20141001