NL1028230C2 - Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen. - Google Patents

Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1028230C2
NL1028230C2 NL1028230A NL1028230A NL1028230C2 NL 1028230 C2 NL1028230 C2 NL 1028230C2 NL 1028230 A NL1028230 A NL 1028230A NL 1028230 A NL1028230 A NL 1028230A NL 1028230 C2 NL1028230 C2 NL 1028230C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
communication
communication device
image data
data
devices
Prior art date
Application number
NL1028230A
Other languages
English (en)
Inventor
Andre Jeunink
Original Assignee
Andre Jeunink
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Andre Jeunink filed Critical Andre Jeunink
Priority to NL1028230A priority Critical patent/NL1028230C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1028230C2 publication Critical patent/NL1028230C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W4/00Services specially adapted for wireless communication networks; Facilities therefor
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W8/00Network data management
    • H04W8/18Processing of user or subscriber data, e.g. subscribed services, user preferences or user profiles; Transfer of user or subscriber data

Description

COMMUNICATIESYSTEEM EN EEN WERKWIJZE VOOR HET IDENTIFICEREN VAN DE GEBRUIKERS VAN NABURIGE COMMUNICATIE-INRICHTINGEN
5
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen.
Voor het tot stand brengen van een 10 communicatieverbinding tussen mobiele telefoons wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd Abackbone@ mobiel telefoonnetwerk, dat wil zeggen een netwerk met een praktisch gezien vaste infrastructuur. Het backbone netwerk zorgt voor telecommunicatie-verbindingen via een aantal 15 over een groot geografisch gebied verspreide en met elkaar gekoppelde grondstations. Op deze wijze wordt een verbinding tot stand gebracht tussen een mobiele telefoon, via een aantal grondstations naar een andere mobiele telefoon. Om met een ander in contact te komen moet men dan 20 altijd het telefoonnummer van de ander kennen. Als het telefoonnummer niet bekend is, kan dit telefoonnummer weliswaar in een telefoonboek of op andere wijze opgezocht worden, maar men dient dan wel de identiteit te kennen van degene waarmee men wenst te communiceren. Met andere 25 woorden het op een zinvolle manier tot stand brengen van een communicatie-verbinding met onbekenden is hiermee onmogelijk.
Alhoewel de afstand tussen de mobiele telefoons als gevolg van toepassing van het mobiele telefoonnetwerk groot 30 kan zijn, dat wil zeggen deze afstand kan zo groot zijn als het backbone netwerk zelf, dient altijd gebruik gemaakt te worden van dat netwerk.
Om extra communicatiemogelijkheden te verkrijgen zijn systemen bekend waarmee zich op korte afstand ten opzichte 35 van elkaar bevindende mobiele telefoons, bijvoorbeeld 1028230 2 maximaal enige tientallen meters, met elkaar communiceren via een in de mobiele telefoons voorzien draadloos communicatie interface, zoals bijvoorbeeld een infrarood-zendontvanger en/of een radiofrequentie- (RF) zendontvanger, zoals 5 bijvoorbeeld een Bluetooth™- of een WiFi™- zendontvanger.
Het is bekend om via een dergelijke draadloze korte afstand peer-to-peer communicatieverbinding gegevens over en weer te sturen, bijvoorbeeld SMS boodschappen, e-mails, et cetera.
Een bezwaar van deze bekende technieken is echter dat 10 de identiteit van degene waarmee men wil communiceren, van tevoren bekend moet zijn. Voor een standaard Bluetooth™ verbinding geldt bijvoorbeeld dat om een verbinding tot stand te brengen, een andere mobiele telefoon geïdentificeerd moet worden via een naam in combinatie met een wachtwoord of 15 persoonlijk identificatienummer (PIN). Dit betekent dat een dergelijke peer-to-peer-communicatie slechts mogelijk is met van te voren bekende gebruikers van telefoons, want niet alleen de naam maar tevens de bij andermans telefoon behorende code moet bekend zijn.
20 Er bestaan voorts technieken waarbij geen identificatie vooraf nodig is, zoals bijvoorbeeld in de vorm van de >discovery-feature' van Bluetooth™. Hiermee is het mogelijk ook contact te maken met onbekende gebruikers van naburige toestellen. Een onbekend toestel kan zich 25 bijvoorbeeld identificeren via een naam, welke zichtbaar wordt gemaakt op het beeldscherm van de naburige communicatie-inrichtingen.
Een bezwaar van laatstgenoemde bekende techniek is echter dat ook de naam die een gebruiker van een toestel 30 gebruikt, bij omstanders die de betreffende gebruiker niet kennen, in het algemeen niet bekend zal zijn, juist omdat ze de gebruiker van het betreffende toestel nog niet kennen. Dus de identificatie van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen is weinig effectief.
35 Het is een doel van de onderhavige uitvinding een 1028230 3 communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen te verschaffen waarin de aan de stand van de techniek klevende bezwaren zijn ondervangen.
5 Het is een verder doel van de uitvinding een communicatie-systeem en werkwijze tot stand te brengen waarmee een bepaalde gebruiker ook met vooraf onbekende gebruikers kan communiceren, waarbij de identificatie van een vooralsnog eventueel onbekende gebruiker op een effectieve 10 manier geregeld wordt en waarbij de anonimiteit van de betreffende gebruikers gewaarborgd kan blijven, ook na afloop van de communicatie.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt daartoe een communicatiesysteem verschaft 15 voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen waarbij de anonimiteit van de gebruikers gewaarborgd kan blijven, het systeem: - een aantal mobiele communicatie-inrichtingen, elk voorzien zijnde van een zend-ontvangeenheid waarmee met een 20 vooraf bepaald communicatieprotocol een of meer korte-afstand peer-to-peer verbindingen met een of meer naburige communicatie-inrichtingen tot stand te brengen zijn, van opslagmiddelen waarop voor de gebruiker van de betreffende communicatie-inrichting representatieve beeldgegevens zijn 25 opgeslagen, van een beeldscherm voor het afbeelden van gegevens, en van besturingsmiddelen voor het aansturen van ten minste de zend-ontvangeenheid, de opslagmiddelen en het beeldscherm, waarbij elk van de communicatie-inrichtingen is ingericht voor het uitzenden van voor de betreffende 30 communicatie-inrichting representatieve identificatiegegevens en ontvangen van voor naburige communicatie-inrichtingen representatieve identificatiegegevens; waarbij de besturingsmiddelen van een eerste communicatie-inrichting zijn ingericht voor het via de genoemde korte-35 afstand peer-to-peer verbindingen met naburige communicatie- 1028230 4 inrichtingen binnenhalen van de op de naburige communicatie-inrichtingen opgeslagen beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het betreffende communicatieprotocol en het afbeelden van de opgehaalde 5 beeldgegevens op het beeldscherm van de eerste communicatie-inrichting teneinde de gebruiker van de eerste communicatie-inrichting visueel de voor de gebruikers van de andere communicatie-inrichtingen representatieve beeldgegevens te laten inspecteren. Hierdoor wordt de gebruiker van de eerste 10 communicatie-inrichting in staat gesteld om op effectieve wijze de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen te kunnen identificeren, zonder dat de anonimiteit van die gebruikers behoeft te worden prijsgegeven.
In het communicatiesysteem wordt derhalve gebruik 15 gemaakt van een peer-to-peer verbinding tussen communicatie-inrichtingen, zoals bijvoorbeeld tussen mobiele telefoons, personal digital assistants (PDA) en dergelijke, dat wil zeggen zonder bijvoorbeeld gebruik te maken van een backbone netwerk, om communicatie tussen communicatie-inrichtingen en 20 hun gebruikers, ook als die laatste elkaar vooralsnog niet kennen, maar die wel in eikaars omgeving aanwezig zijn, mogelijk te maken.
Overigens behoeft de hierin gebruikte term 'peer-to-peer' niet te betekenen dat de betreffende communicatie-25 middelen zich op een gelijk hiërarchisch niveau bevinden.
'Peer-to-peer'-verbindingen tussen communicatie-middelen die behoren tot verschillende niveaus, behoren eveneens tot de mogelijkheden.
De identificatie van de mobiele communicatie-30 inrichting waarmee contact kan worden gelegd geschiedt door het ophalen van beeldgegevens, in het bijzonder het ophalen van afbeeldingen die representatief zijn voor de identiteit van de gebruiker van de betreffende communicatie-inrichting waarmee contact gelegd kan worden. De gebruiker kan hierbij 35 een persoon zijn, zoals de drager van de communicatie- 1028230 5 inrichting, of een voorwerp, zoals het voertuig waarin de communicatie-inrichting is aangebracht. De beeldgegevens kunnen bijvoorbeeld een afbeelding van het gezicht van de gebruiker bevatten. De afbeelding van het gezicht wordt door 5 de aanroepende communicatie-inrichting binnengehaald en op het beeldscherm daarvan afgebeeld. De gebruiker van de aangeroepen communicatie-inrichting heeft in feite zijn anonimiteit gehandhaafd, slechts een afbeelding van zijn gezicht wordt immers naar de aanroepende communicatie-10 inrichting verstuurd. Wanneer de gebruiker beeldgegevens in de vorm van bijvoorbeeld een afbeelding van zijn gezicht aan de omgeving prijsgeeft, doet de gebruiker eigenlijk niets meer dan hij/zij normaal ook al doet wanneer hij/zij zich in de openbaarheid begeeft, aangezien het gezicht van de 15 gebruiker dan als gevolg van de relatieve korte afstand tussen communicatie-inrichtingen reeds is prijsgegeven, doordat het gezicht van de gebruiker door de genoemde korte afstand ook direct visueel te inspecteren is.
Zoals hierboven is vermeld, vindt de identificatie 20 van de gebruikers van verschillende naburige communicatie-inrichtingen derhalve plaats aan de hand van de opgehaalde beeldgegevens. Voorwaarde is wel dat de gebruikers van de mobiele communicatie-inrichtingen zich op korte afstand van elkaar moeten bevinden, zodat de gebruikers elkaar in 25 principe kunnen zien. Door het prijsgeven van de eigen beeldgegevens aan gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen wordt er in principe geen inbreuk gepleegd op de privacy van de betreffende gebruiker.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn 30 tevens de besturingsmiddelen van de andere communicatie- inrichtingen ingericht voor het binnenhalen van beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het betreffende communicatie-protocol vanaf naburige communicatie-inrichtingen en tevens voor het binnenhalen van 35 beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van 1028230 6 het betreffende communicatie-protocol vanaf de eerste communicatie-inrichting, zodat ook de gebruikers van de andere communicatie-inrichtingen in staat worden gesteld om op effectieve wijze gebruikers van naburige communicatie-5 inrichtingen, en tevens de gebruiker van de eerste communicatie-inrichting, te kunnen identificeren, zonder dat de anonimiteit van die gebruikers behoeft te worden prijsgegeven.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de 10 verschillende communicatie-inrichtingen ingericht voor het na het overbrengen van de beeldgegevens deze vervolgens te gebruiken om door de gebruiker een of meerdere naburige communicatie-inrichtingen te laten selecteren waarmee de betreffende communicatie-inrichting vervolgens andere 15 gegevens uit kan wisselen via de genoemde korte afstand peer-to-peer verbinding(en). Bijvoorbeeld kan een synchrone of asynchrone dataverbinding opgezet worden met de geselecteerde communicatie-inrichting(en), in het bijzonder een spraak-verbinding (dat wil zeggen gewone synchrone spraak of 20 asynchrone spraak, zoals voicemail) en/of een tekstverbinding (dat wil zeggen een synchrone verbinding, zoals een ' chatverbinding' of een asynchrone verbinding zoals voor het versturen van SMS berichten en/of e-mail berichten).
Wanneer eenmaal contact is gelegd tussen twee of meer 25 communicatie-inrichtingen via het korte afstand netwerk kan voorts in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, wanneer een van de gebruikers zijn telefoonnummer prijs heeft gegeven, tevens contact worden gelegd via het mobiele telefoonnetwerk. Nadat het telefonisch contact via het backbone netwerk 30 eenmaal is gelegd, kan het contact ook worden voortgezet wanneer de communicatie-inrichtingen zich op grotere afstand van elkaar bevinden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de zendontvangeenheid een RF-zendontvangeenheid, bijvoorbeeld 35 een zendontvangeenheid waarmee een korte 1028230 7 afstandscommunicatieverbinding volgens een protocol tot stand is te brengen, die bij voorkeur een Bluetooth™ standaard volgt of althans daarop gebaseerd is. Hierdoor kan gebruik worden gemaakt van de bestaande hardware en eventueel delen 5 van reeds bestaande software. Andere protocollen zijn uiteraard eveneens te gebruiken zolang de beeldgegevens maar meegestuurd kunnen worden met de identificatie-data die een apparaat als onderdeel van het communicatie-protocol vrij naar zijn omgeving afgeeft.
10 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de eerste communicatie-eenheid ingericht voor het ontvangen van beeldgegevens vanaf een tweede communicatie-inrichting als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol en het doorzenden van de ontvangen 15 beeldgegevens naar een derde communicatie-inrichting als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatieprotocol . Aldus kan een zogenaamd Apiconetwerk@ gevormd worden, zodat via andere, tussenliggende communicatie-inrichtingen die elk een beperkt zendbereik hebben, de totale 20 afstand waarover twee communicatie-inrichtingen nog met elkaar kunnen communiceren, veel groter kan zijn dan wanneer i ze op een directe manier met elkaar communiceren, dat wil zeggen zonder tussenliggende communicatie-inrichtingen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm zijn de 25 opslagmiddelen van een communicatie-inrichting ingericht voor het vooraf opslaan van beeldgegevens die representatief zijn voor aan de gebruiker van de betreffende communicatie-inrichting bekende gebruiker(s) van een of meer communicatie-inrichtingen en waarin de besturingsmiddelen zijn ingericht 30 voor het vergelijken van binnengehaalde beeldgegevens met de vooraf opgeslagen beeldgegevens. Wanneer de communicatie-inrichtingen bijvoorbeeld gevormd worden door een mobiele telefoon, is het bekend te achten om van te voren de namen en/of de telefoonnummers van bekenden in de telefoon op te 35 slaan. Volgens de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm wordt 1028230 8 aan de aldus in een eerste communicatie-inrichting opgeslagen naam en/of het telefoonnummer, nu beeldgegevens gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van een bij de betreffende persoon behorende afbeelding, zoals een foto van zijn of haar 5 gezicht, en opgeslagen. De opgeslagen beeldgegevens worden op een gegeven moment vergeleken met de beeldgegevens die zijn opgehaald vanaf een of meer andere communicatie-inrichtingen die zich in de nabijheid van de eerste communicatie-inrichting bevindt/bevinden. Wanneer de vooraf opgeslagen 10 beeldgegevens behorend bij de vooraf opgeslagen naam of het vooraf opgeslagen telefoonnummer vergeleken worden met de opgehaalde beeldgegevens, kan blijken dat de opgehaalde beeldgegevens en de vooraf opgeslagen beeldgegevens geheel of gedeeltelijk identiek zijn. In een dergelijk geval is de 15 gebruiker van de aangeroepen communicatie-inrichting niet meer anoniem voor de eerste communicatie-inrichting aangezien tenminste zijn telefoonnummer en/of naam via de opgehaalde beeldgegevens te achterhalen is. Opgemerkt wordt dat het herkennen van een reeds bekende gebruiker ook kan 20 plaatsvinden aan de hand van de op een communicatie- inrichting opgeslagen namen en/of telefoonnummers. Om dat mogelijk te maken zouden die namen en/of telefoonnummers overgezonden kunnen worden als onderdeel van de identificatie-data van het communicatie-protocol, hetgeen 25 echter minder wenselijk is in verband met de privacy van de gebruikers.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de besturingsmiddelen zodanig ingericht dat alleen bij het geheel of gedeeltelijk overeenkomen van de binnengehaalde 30 beeldgegevens met vooraf opgeslagen beeldgegevens, de betreffende vooraf opgeslagen beeldgegevens danwel de betreffende binnengehaalde beeldgegevens op het beeldscherm van de betreffende communicatie-inrichting worden afgebeeld. Op deze wijze filtert de communicatie-inrichting alle overige 35 communicatie-inrichtingen eruit waarvan de gebruikers niet 1028230 9 van te voren bekend zijn en alleen wanneer een bepaalde, bekende gebruiker van een communicatie-inrichting in de buurt komt, wordt de betreffende afbeelding op het beeldscherm weergegeven. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer de gebruiker 5 wil weten of in een grote mensenmassa aanwezig zijn. De meeste mensen zal de gebruiker niet kennen en hun afbeelding zal derhalve niet op het beeldscherm worden weergegeven; alleen van vooraf bekende personen zal de afbeelding mogelijk op het beeldscherm worden afgeheeld. Wanneer als gevolg van 10 zulke overeenkomende beeldgegevens, een afbeelding van een persoon op het beeldscherm wordt afgebeeld, dan weet de gebruiker dat de betreffende persoon zich maximaal enige tientallen meters van hem vandaan bevindt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering is het 15 systeem ingericht voor het op de communicatie-inrichtingen vooraf opslaan van voor de gebruikers daarvan representatieve persoonlijke profielen, het vergelijken van het eigen profiel met profielen van naburige communicatie-inrichtingen die zijn binnengehaald als onderdeel van de identificatie-data van het 20 communicatie-protocol en, wanneer er ten minste een profiel op een naburig communicatie-inrichting ten minste gedeeltelijk overeenkomt met het eigen profiel, het afbeelden van de beeldgegevens van de betreffende communicatie-inrichting(en) op het beeldscherm van de eigen 25 communicatie-inrichting. Een profiel omvat informatie die bijvoorbeeld betrekking heeft op lengte, gewicht, kleur haar, eventuele werkzaamheden, hobby's en dergelijke van de gebruiker van een communicatie-inrichting zelf en op dergelijke kenmerken van de persoon waarnaar de betreffende 30 gebruiker op zoek is. Deze profielinformatie kan over de
Apeer-to-peer@ verbinding onderling overgezonden worden als onderdeel van de identificatie-data van het communicatieprotocol .
Wanneer de profielen van twee of meer gebruikers in 35 voldoende mate Amatchen@, wordt dit door de betreffende 1028230 10 communicatie-inrichtingen aangegeven, bijvoorbeeld door het geven van een waarschuwing. Daartoe is het systeem voorzien van middelen voor het afgeven van een waarschuwingssignaal, bij voorkeur een audio- en/of trilsignaal, wanneer de 5 opgehaalde beeldgegevens en/of de profiel-gegevens ten minste gedeeltelijk overeenkomen met de vooraf opgeslagen beeldgegevens respectievelijk eigen profiel-gegevens. De genoemde middelen kunnen bijvoorbeeld een luidspreker of een ander trilmechanisme omvatten waarmee respectievelijk het 10 audiosignaal en het trilsignaal kan worden afgegeven. Wanneer bijvoorbeeld uit de vergelijking van de opgehaalde beeldgegevens met de vooraf opgeslagen beeldgegevens blijkt dat een bekende gebruiker van een communicatie-inrichting in de buurt is, wordt aldus een waarschuwingssignaal afgegeven. 15 Zodoende weet men dat een bekende persoon in de buurt is. En wie de bekende persoon is die in de buurt is, kan bijvoorbeeld achterhaald worden door te kijken naar de afbeelding die op het beeldscherm getoond wordt, zoals eerder beschreven is. Vervolgens kan men eventueel naar deze bekende 20 persoon op zoek gaan.
In een verdere voorkeursuitvoering is de eerste communicatie-inrichting ingericht voor het automatisch kunnen verzenden van een boodschap via de korte-afstand Apeer-to-peer@ verbinding naar een andere communicatie-inrichting 25 waarvan de opgehaalde beeldgegevens en/of profiel-gegevens ten minste gedeeltelijk overeenkomen met de vooraf op de eerste communicatie-inrichting opgeslagen beeldgegevens respectievelijk eigen profiel-gegevens. De boodschap kan bijvoorbeeld een spraakboodschap, in het bijzonder een 30 voicemail, of een tekstboodschap, in het bijzonder een SMS-bericht of een e-mail, zijn.
Overigens omvatten de hierin genoemde beeldgegevens een afbeelding, bij voorkeur een foto of tekening van het gezicht van de gebruiker van de communicatie-inrichting, die j 35 kan dienen ter identificatie van de betreffende gebruiker.
1 028 2 3 0 11 .
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de communicatie-inrichting een plaatsbepalingseenheid, zoals bijvoorbeeld een GPS (Globaal Positionerings Systeem) ontvanger of een Galileo-ontvanger, waarmee de absolute 5 locatie van de communicatie-inrichting te bepalen is. Ook is het mogelijk bij sommige communicatie-protocollen, zoals bijvoorbeeld bij UWB™ (Ultra Wide Band) , om de absolute positie van een communicatie-inrichting te verkrijgen middels naburige bakens en zenders. In een bijzonder aantrekkelijke 10 uitvoering is een eerste plaatsbepalingseenheid ingericht voor het verschaffen van de eerste locatie van een eerste communicatie-inrichting, is een tweede plaatsbepalingseenheid ingericht voor het bepalen van de tweede locatie van een tweede communicatie-inrichting, en zijn de communicatie-15 inrichtingen ingericht voor het versturen van voor de bepaalde tweede locatie representatieve gegevens van de tweede naar de eerste communicatie-inrichting en voor het op de eerste communicatie-inrichting afbeelden van de relatieve positie van de tweede communicatie-inrichting ten opzichte 20 van de eerste communicatie-inrichting, bij voorkeur in de vorm van een richtingindicator.
Wanneer beide communicatie-inrichtingen voorzien zijn van een dergelijk positiebepalingssysteem, kunnen gegevens die representatief zijn voor de locatie van 25 bijvoorbeeld de tweede communicatie-inrichting naar de eerste communicatie-inrichting gestuurd worden, hetgeen het voor de gebruiker van de eerste communicatie-inrichting eenvoudiger maakt om de gezochte persoon te vinden, bijvoorbeeld in een grote mensenmassa. Indien bijvoorbeeld op het beeldscherm 30 wordt aangegeven in welke richting een gezochte persoon zich bevindt, kan deze persoon snel en efficiënt gevonden worden. Naast de richting kunnen eveneens andere gegevens, zoals afstand en dergelijke worden weergegeven.
Het is overigens ook mogelijk een systeem toe te 35 passen waarmee de relatieve positie van een communicatie- 1028230 12 inrichting ten opzichte van een andere communicatie-inrichting op directe wijze te bepalen is. Ook in dit geval kan een richtingindicator, verschaft worden waarmee de relatieve positie aan te geven is. In een nog verdere 5 uitvoeringsvorm van de uitvinding is een positiebepalings-systeem voorzien waarmee zowel de absolute als de relatieve positie te bepalen is.
Normaliter kunnen beeldgegevens vanaf bijvoorbeeld een personal computer worden binnengehaald in de 10 communicatie-inrichting. In een verdere voorkeursuitvoering is echter de communicatie-inrichting voorzien van een fotocamera voor het genereren van voor de gebruiker van de communicatie-inrichting representatieve beeldgegevens. De beeldgegevens kunnen worden opgeslagen op de betreffende 15 communicatie-inrichting en via de korte afstand peer-to-peer verbinding verstuurd worden naar een andere communicatie-inrichting die zich in de nabijheid bevindt. De aldus door de fotocamera gegenereerde en door dé opslagmiddelen op de communicatie-inrichting opgeslagen beeldgegevens, worden dan 20 verzonden als onderdeel van de identificatie-gegevens van het betreffende communicatie-protocol naar de andere communicatie-inrichting en kunnen op het beeldscherm daarvan worden weergegeven. Wanneer de beeldgegevens grafische afbeeldingen vormen van bijvoorbeeld het gezicht van de 25 gebruiker, kan effectieve identificatie door een andere, naburige gebruiker door middel van deze beeldgegevens plaatsvinden.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het 30 identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen waarbij de anonimiteit van de betreffende gebruikers gewaarborgd kan blijven, omvattende: - het door een eerste communicatie-inrichting via een vooraf bepaald communicatieprotocol tot stand brengen van een 35 of meer korte-afstand Apeer-to-peer@ verbindingen met een of 1028230 13 meer naburige communicatie-inrichtingen, omvattende het uitzenden van voor de betreffende communicatie-inrichting representatieve identificatiegegevens en het ontvangen van voor de naburige communicatie-inrichtingen representatieve 5 identificatiegegevens; - het binnenhalen van op de een of meer naburige communicatie-inrichtingen opgeslagen beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatieprotocol, welke beeldgegevens representatief zijn 10 voor de gebruikers van de respectievelijke naburige communicatie-inrichtingen; - het op de eerste communicatie-inrichting afbeelden van de opgehaalde beeldgegevens teneinde de gebruiker van de eerste communicatie-inrichting visueel de voor de gebruikers 15 van de naburige communicatie-inrichtingen representatieve beeldgegevens te laten inspecteren.
Hierdoor wordt de gebruiker van de eerste communicatie-inrichting in staat gesteld om op effectieve wijze de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen te 20 kunnen identificeren, zonder dat de anonimiteit van die gebruikers behoeft te worden prijsgegeven. Bijvoorbeeld kan met een bepaalde naburige gebruiker vervolgens een communicatie-verbinding worden opgezet.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de 25 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een 30 communicatiesysteem volgens de uitvinding;
Figuur 2 een schematische weergave van de voorkeursuitvoering van figuur 1.
Figuur 1 toont een eerste mobiele telefoon 2 van een eerste gebruiker Ga alsmede enige andere gebruikers G2-Gn die 35 in de buurt van de eerste gebruiker G], aanwezig zijn, zoals 1028230 14 de in het bushokje opgestelde gebruikers. Een aantal van deze gebruikers G2-Gn is in het bezit van een eigen (niet weergegeven) telefoon (hierna telefoon 2' genoemd). De onderlinge afstand (a) tussen de gebruiker Gi en de andere 5 gebruikers bedraagt minder dan 30 m. Dit betekent dat wanneer er tussen de gebruikers zich geen zicht belemmerende obstakels bevinden, de gebruikers elkaar zouden kunnen zien.
De mobiele telefoons worden gevormd door op zich bekende, standaard GSM-telefoons en bevatten op bekende wijze 10 een microprocessor 4 die met behulp van batterijvoeding 5 gevoed wordt, zoals is weergegeven in figuur 2. De processor 4 is een aangesloten op een gegevensbus 6. De gegevensbus 6 zorgt voor overdracht van gegevens vanaf de processor 4 naar een aantal elektronische componenten en vice versa. Op de bus 15 6 is ondermeer aangesloten een toetsenbord 7, waarmee de persoon op bekende wijze de telefoon kan bedienen, bijvoorbeeld door het intoetsen van een telefoonnummer, alsmede een beeldscherm 14. Tevens is op de bus 6 een microfoon 8 en een luidspreker 9 aangesloten, waarmee 20 tweeweg-communicatie tussen de gebruiker en de mobiele telefoon mogelijk is. Voorts is op de bus 6 een geheugen 10 aangesloten waarop vooraf een of meer namen met bijbehorende telefoonnummers, beeldgegevens en/of profiel-gegevens kunnen worden opgeslagen van bij de gebruiker bekende personen en/of 25 instanties; en natuurlijk ook de beeldgegevens van de gebruiker zelf, en eventueel ook zijn eigen profiel-gegevens.
Tevens is een van een antenne 11 voorziene zender/ontvanger 12 met een relatief groot bereik (enige kilometers) voorzien. Met de zender/ontvanger 12 kan de 30 telefoon via een draadloze RF-verbinding op bekende wijze contact kan leggen met een aantal telefoonstations die deel uitmaken van een mobiel-telefoonnetwerk, ook wel een Abackbone@ netwerk genoemd.
Ten slotte is een zendontvanger 13 voorzien waarmee 35 communicatie mogelijk is met zich dicht in de buurt van de 1028230 15 telefoon bevindende telefoonrandapparatuur of met andere mobiele telefoons. De zender/ontvanger 13 kan een infraroodzender/ontvanger zijn voor het uitzenden en ontvangen van infraroodstraling. Bij voorkeur is de 5 zender/ontvanger echter een RF-zender/ontvanger waarbij gebruik wordt gemaakt van een draadloos overdrachtsprotocol. Bijvoorbeeld zou hiervoor een protocol kunnen worden toegepast dat gebaseerd is op het protocol volgens de Bluetooth™ standaard of de ZigBee™ standaard. Het bereik van 10 zender/ontvanger 13 is relatief klein. De door de zender/ontvanger 13 verzorgde RF-verbinding vindt dan ook plaats bij veel hogere frequenties dan de door de zender/ontvanger 12 verzorgde RF-verbinding. Bij een Bluetooth™ protocol wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van 15 een frequentie van enige giga-Hertz. Het maximale bereik van de huidige Bluetooth™ zendontvangers is daarmee circa 10 m en van nieuwere versies (Bluetooth™ II) circa 30 m, hetgeen in veel toepassingen toereikend is. Toepassing van alternatieve overdrachtsprotocollen, zoals WiFi™ , waarmee 20 een veel hogere overdrachtssnelheid bij een groter bereik (maximaal circa 70 meter binnenshuis en circa 400 meter buitenshuis) te behalen is, of zoals UWB™, welk protocol tevens kan voorzien in absolute-positie-bepaling van de zendontvanger, behoort echter eveneens tot de mogelijkheden. 25 Hierna worden enige specifieke toepassingsvoorbeelden gegeven van het systeem en werkwijze volgens de uitvinding.
Wanneer bijvoorbeeld een gebruiker Gi een afspraak heeft om een bij hem bekende tweede gebruiker G2 te ontmoeten in een openbare gelegenheid, is het soms moeilijk als gevolg 30 van de drukte om de persoon in kwestie te vinden. De eerste en de tweede gebruiker zijn echter voorzien van een mobiele telefoon volgens de hierboven genoemde uitvoering waarop automatisch de beeldgegevens in de vorm van afbeeldingen zullen worden binnengehaald van de personen die zich op dat 35 moment in de directe omgeving bevinden, en die ook een 1028230 16 dergelijke mobiele telefoon bij zich dragen. Op een drukke plaats zullen veel mensen aanwezig zijn en zullen derhalve ook veel afbeeldingen in de mobiele telefoon 2 van de eerste gebruiker Gi binnenkomen. Volgens een bepaalde 5 voorkeursuitvoering is de telefoon zodanig geprogrammeerd dat automatisch de beeldgegevens van de mensen die bij de gebruiker 1 onbekend zijn, dat wil zeggen beeldgegevens die niet in voldoende mate overeenkomen met beeldgegevens die vooraf zijn opgeslagen op mobiele telefoon 2, worden 10 weggefilterd, dat wil zeggen dat de beeldgegevens daarvan niet op het beeldscherm van de mobiele telefoon 2 worden afgebeeld of zelfs dat de beeldgegevens niet in de telefoon worden opgeslagen.
De gebruiker Gi krijgt aldus alleen de beeldgegevens .
15 te zien van die personen waarvan de gegevens (beeldgegevens en eventueel naam en/of telefoonnummer) vooraf op de mobiele telefoon 2 zijn opgeslagen. Wanneer aldus een afbeelding van de tweede gebruiker G2 op de mobiele telefoon 2 van de gebruiker Gi is afgebeeld, kan gebruiker G1 contact proberen 20 te leggen met de tweede gebruiker G2, bijvoorbeeld door deze op te bellen (waarbij gebruik kan worden gemaakt van het mobiele telefoonnetwerk, of van een korte-afstand peer-to-peer Bluetooth™'verbinding), hetzij door de persoon in kwestie via een Bluetooth™ verbinding een SMS bericht te 25 sturen. Ook is het mogelijk om, wanneer gebruikers G1 en G2 met elkaar hebben afgesproken,en de telefoons van deze gebruikers zich in eikaars zendbereik bevinden en deze elkaar reeds Agevonden@ hebben, de ene gebruiker fysiek naar de andere te begeleiden of althans de richting aan te geven 30 waarin de ander zich ophoudt, bijvoorbeeld via een richtingindicator en/of afstandsindicator op het beeldscherm van de ene gebruiker.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de beide telefoons 2, 2' van respectievelijk de eerste en tweede 35 gebruiker voorzien van een plaatsbepalingssysteem, 1028230 _____________i 17 bijvoorbeeld in de vorm van een GPS-ontvanger. Dit betekent dat de momentane posities van elk van de beide telefoons bepaald kan worden. De eerste mobiele telefoon 2 haalt nu, naast de beeldgegevens van de tweede gebruiker, tevens de 5 door de GPS-ontvanger van de tweede gebruiker gegenereerde positiegegevens op en vergelijkt deze positiegegevens met de van zijn eigen positiebepalingssysteem afkomstige positiegegevens. Op basis van de positiegegevens van zowel de mobiele telefoon van de eerste gebruiker als de mobiele 10 telefoon van de tweede gebruiker, kan de mobiele telefoon 2 van de eerste gebruiker de relatieve positie van de tweede gebruiker ten opzichte van de eerste gebruiker bepalen en eventueel door middel van een pijl op het beeldscherm 14 van de eerste mobiele telefoon de richting aangeven waarnaar de 15 eerste gebruiker zich moet begeven om de tweede gebruiker te kunnen vinden.
In een andere uitvoeringsvorm worden de op een bepaalde mobiele telefoon 2 binnenkomende beeldgegevens van diverse, zich in de nabijheid daarvan bevindende verdere 20 mobiele telefoons 2' vergeleken met vooraf opgeslagen beeldgegevens van bij de betreffende gebruiker bekende personen. Wanneer de vanaf een bepaalde telefoon 2' opgehaalde beeldgegevens ten minste gedeeltelijk overeenkomen met van te voren opgeslagen beeldgegevens, kan geconcludeerd 25 worden dat de betreffende bekende persoon zich in de nabijheid van de eerste gebruiker Gi bevindt. De mobiele telefoon kan dan bijvoorbeeld een waarschuwingssignaal afgeven, bijvoorbeeld een geluidssignaal via de luidspreker 9 en/of een trilsignaal via een niet-weergegeven, in de 30 telefoon voorzien ander trilmechanisme. Tegelijkertijd kan het beeldscherm 14 de opgehaalde beeldgegevens tonen opdat de gebruiker van de mobiele telefoon direct uit de beeltenis op het beeldscherm 14 kan opmaken welke andere telefoon, en wanneer de beeldgegevens een afbeelding van de gebruiker van 35 de andere telefoon betreffen welke andere gebruiker zich in 1 028 2 3 0 18 de onmiddellijke nabijheid bevindt.
In een ander voorbeeld wordt een mobiele telefoon volgens de uitvinding gebruikt bij het leggen van contacten tussen gebruikers. Wanneer een gebruiker bijvoorbeeld in een 5 druk café verderop een andere persoon ziet staan, dan kan de gebruiker eenvoudig contact leggen met die andere persoon indien de gebruiker bij inspectie van het beeldscherm van zijn/haar mobiele telefoon het gezicht van die andere persoon in een van de afbeeldingen van de omstanders herkent. Indien 10 dat zo is, kan de gebruiker contact leggen met die persoon, bijvoorbeeld door het intypen van een SMS-bericht en het vervolgens aanklikken van de afbeelding van de persoon, waarna het SMS bericht naar deze persoon wordt opgestuurd. Op de mobiele telefoon van de ontvanger van het SMS bericht 15 wordt behalve de inhoud van het SMS bericht, tevens de afbeelding van de afzender weergegeven, zodat die andere persoon eenvoudig kan zien van wie het SMS bericht afkomstig is. Aldus kan op eenvoudige wijze contact gelegd worden zelfs met een persoon die van te voren nog niet bekend was, en 20 waarbij tijdens dit eerste contact de anonimiteit nog niet j prijsgegeven hoeft te worden.
In een ander voorbeeld wordt een mobiele telefoon volgens de uitvinding gebruikt in het betalingsverkeer.
Hierbij staat er een bepaald saldo op een mobiele telefoon, 25 en van dat saldo kan een bedrag worden overgemaakt naar bijvoorbeeld het saldo van een andere, naburige mobiele telefoon. Ook hier is het weer nodig dat transacties ook met onbekenden kunnen worden verricht; en indien gewenst, moet de anonimiteit ook hier gehandhaafd kunnen blijven zelfs tot na 30 de transactie. Verder is het natuurlijk essentieel dat de identificatie van degene aan wie geld wordt overgemaakt, correct gebeurt.
Ook hierbij kan weer gebruik gemaakt worden van een korte afstand peer-to-peer verbinding tussen twee mobiele 35 telefoons. En het kiezen van de mobiele telefoon, dat wil 1 028230 19 zeggen het kiezen van de persoon waarmee een transactie gewenst is, kan plaatsvinden door bijvoorbeeld op de afbeelding van de betreffende persoon te klikken, de afbeelding die tussen de afbeeldingen van de omstanders op 5 het beeldscherm van de mobiele telefoon te vinden zou moeten zijn. Het protocol zou verder expliciet gebruik kunnen maken van het feit dat de personen die bij de transactie betrokken zijn, vlak bij elkaar in de buurt zijn. De personen zouden bijvoorbeeld middels wederzijdse bevestigingen op hun mobiele 10 telefoons, ervoor moeten zorgen dat het geld inderdaad bij de juiste persoon wordt afgeboekt, en bij de juiste andere persoon aan het saldo wordt toegevoegd. In ieder geval kan het betalings-protocol ervoor zorgen dat eventuele fraude niet onopgemerkt blijft bij de betrokken personen, zodat bij 15 ongeregeldheden de betrokken personen bijvoorbeeld samen naar de politie kunnen gaan.
De gebruiker kan het saldo op de mobiele telefoon aanvullen door bijvoorbeeld bij een bankfiliaal in te bellen, en daar geld van zijn/haar reguliere bankrekening overboeken 20 naar het saldo op de mobiele telefoon. Deze transacties lopen via het reguliere backbone netwerk, dat wil zeggen dat de gebruiker zich op grote afstand van het bankfiliaal kan bevinden; en daarom zal de identificatie hier dan weer op de traditionele, veilige wijze moeten plaatsvinden, bijvoorbeeld 25 met naam, PIN-code, et cetera.
In een nog ander voorbeeld worden mobiele telefoons volgens de uitvinding gebruikt voor het vereenvoudigen van communicatie tussen personen in verschillende motorvoertuigen. Op dezelfde wijze als eerder beschreven is 30 kan nu contact worden gelegd met de gebruikers van mobiele telefoons aangebracht in naburige voertuigen. Zelfs is het mogelijk om contact te leggen met op relatieve grote afstand van een voertuig bevindend ander voertuig, waarbij de communicatie verloopt via tussenliggende voertuigen waarin 35 ook dergelijke mobiele telefoons zijn aangebracht. Hierbij 1028230 20 zij opgemerkt dat het in deze toepassing waarschijnlijk het meest efficiënt is om afbeeldingen van de motorvoertuigen zelf te gebruiken voor de identificatie, in plaats van afbeeldingen van de personen in de voertuigen. Beide opties 5 zijn echter mogelijk. Ook in deze uitvoeringsvorm is het typisch dat ook gecommuniceerd kan worden met vooraf onbekende personen, waarbij de identificatie toch effectief is. Verder kan ook in dit voorbeeld de anonimiteit gewaarborgd blijven, aangezien er geen uitwisseling van 10 naam/adres/e-mail adres et cetera hoeft plaats te vinden.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties 15 denkbaar zijn.
1028230

Claims (42)

1. Communicatiesysteem voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen waarbij de 5 anonimiteit van de gebruikers gewaarborgd kan blijven, het systeem omvattende: - een aantal mobiele communicatie-inrichtingen, elk voorzien zijnde van een zend-ontvangeenheid waarmee met een vooraf bepaald communicatieprotocol een of meer korte-afstand 10 peer-to-peer verbindingen met een of meer naburige communicatie-inrichtingen tot stand te brengen zijn, van opslagmiddelen waarop voor de gebruiker van de betreffende communicatie-inrichting representatieve beeldgegevens zijn opgeslagen, van een beeldscherm voor het afbeelden van 15 gegevens, en van besturingsmiddelen voor het aansturen van ten minste de zend-ontvangeenheid, de opslagmiddelen en het beeldscherm, waarbij elk van de communicatie-inrichtingen is ingericht voor het uitzenden van voor de betreffende communicatie-inrichting representatieve identificatiegegevens 20 en ontvangen van voor naburige communicatie-inrichtingen repre s ent at i eve identificat iegegevens; waarbij de besturingsmiddelen van een eerste communicatie-inrichting zijn ingericht voor het via de genoemde korte-afstand peer-to-peer verbindingen met naburige communicatie-25 inrichtingen binnenhalen van de op de naburige communicatie-inrichtingen opgeslagen beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het betreffende communicatieprotocol en het afbeelden van de opgehaalde beeldgegevens op het beeldscherm van de eerste communicatie-30 inrichting teneinde de gebruiker van de eerste communicatie-inrichting visueel de voor de gebruikers van de andere communicatie-inrichtingen representatieve beeldgegevens te laten inspecteren.
2. Communicatiesysteem volgens conclusie 1, waarbij 35 tevens de besturingsmiddelen van de andere communicatie- 1028230 inrichtingen zijn ingericht,voor het binnenhalen van beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol vanaf naburige communicatie-inrichtingen en tevens voor het binnenhalen van beeldgegevens 5 als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol vanaf de eerste communicatie-inrichting.
3. Communicatiesysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de communicatie-inrichtingen zijn ingericht voor het 10 zelfstandig dat wil zeggen zonder actie van de gebruiker binnenhalen van de betreffende beeldgegevens.
4. Communicatiesysteem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de verschillende communicatie-inrichtingen zijn ingericht voor het na het overbrengen van de beeldgegevens 15 deze vervolgens te gebruiken om door de gebruiker een of meerdere naburige communicatie-inrichtingen te laten selecteren waarmee de betreffende communicatie-inrichting vervolgens andere gegevens uit kan wisselen via de genoemde korte afstand peer-to-peer verbinding(en).
5. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zendontvangeenheid een radiofrequentie (RF)-zendontvangeenheid is.
6. Communicatiesysteem volgens conclusie 5, waarin het communicatieprotocol een de Bluetooth™ standaard volgend 25 protocol is.
7. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de zendontvangeenheid een infrarood-zendontvanger is.
8. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande 30 conclusies, waarin de eerste communicatie-inrichting is ingericht voor het ontvangen van beeldgegevens vanaf een tweede communicatie-inrichting als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol en het doorzenden van de ontvangen beeldgegevens naar een derde 35 communicatie-inrichting als onderdeel van de 1028230 identificatiegegevens van het communicatie-protocol.
9. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de opslagmiddelen van een communicatie-inrichting zijn ingericht voor het vooraf opslaan van 5 beeldgegevens die representatief zijn voor aan de gebruiker van de betreffende communicatie-inrichting bekende gebruiker(s)van een of meer communicatie-inrichtingen en waarin de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het vergelijken van binnengehaalde beeldgegevens met de vooraf 10 opgeslagen beeldgegevens.
10. Communicatiesysteem volgens conclusie 9, waarbij de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het alleen bij het ten minste gedeeltelijk overeenkomen van binnengehaalde beeldgegevens met vooraf opgeslagen beeldgegevens afbeelden 15 van de betreffende binnengehaalde danwel de betreffende vooraf opgeslagen beeldgegevens op het beeldscherm van de communicatie-inrichting.
11. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem is ingericht voor het op de 20 communicatie-inrichtingen vooraf opslaan van voor de gebruikers daarvan representatieve persoonlijke profielen, het vergelijken van het eigen profiel met profielen van naburige communicatie-inrichtingen die zijn binnengehaald als onderdeel van de identificatie-data van het communicatie-25 protocol en, wanneer er ten minste een profiel op een naburig communicatie-inrichting ten minste gedeeltelijk overeenkomt met het eigen profiel, het afbeelden van de beeldgegevens van de betreffende communicatie-inrichting(en) op het beeldscherm van de eigen communicatie-inrichting.
12. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende middelen voor het afgeven van een waarschuwings-signaal, bij voorkeur een audio- en/of trilsignaal, wanneer de opgehaalde beeldgegevens en/of de opgehaalde profiel-gegevens ten minste gedeeltelijk 35 overeenkomen met de vooraf opgeslagen beeldgegevens 1028230 24 . respectievelijk eigen profiel-gegevens.
13. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de eerste communicatie-inrichting is ingericht voor het kunnen verzenden van een boodschap via de 5 korte-afstand Apeer-to-peer@ verbinding naar een andere communicatie-inrichting waarvan de opgehaalde beeldgegevens en/of profiel-gegevens ten minste gedeeltelijk overeenkomen met de vooraf op de eerste communicatie-inrichting opgeslagen beeldgegevens respectievelijk eigen profiel-gegevens.
14. Communicatiesysteem volgens conclusie 13, waarin de boodschap een spraakboodschap, in het bijzonder een voicemail, of een tekstboodschap, in het bijzonder een SMS-bericht, is.
15. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande 15 conclusies, waarin de beeldgegevens een afbeelding omvatten, bij voorkeur een afbeelding van het gezicht van de gebruiker van de communicatie-inrichting.
16. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een communicatie-inrichting tevens 20 voorzien is van een netwerkzendontvangeenheid voor het verschaffen van een lange-afstand verbinding via een ruggengraat (backbone) communicatienetwerk.
17. Communicatiesysteem volgens conclusie 16, waarbij de mobiele communicatie-inrichtingen worden gevormd door 25 mobiele telefoontoestellen en het communicatienetwerk een mobiel telefoonnetwerk is.
18. Communicatiesysteem volgens conclusie 17, waarin de mobiele telefoontoestellen gevormd worden door GSM- ,GPRS-of UMTS-telefoons en het mobiele telefoonnetwerk een GSM- 30 ,GPRS- respectievelijk UMTS-netwerk is.
19. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin een communicatie-inrichting een fotocamera bevat voor het genereren van voor de gebruiker van de communicatie-inrichting representatieve beeldgegevens.
20. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande 1028230 25 · conclusies, waarin een communicatie-inrichting een absolute plaatsbepalingseenheid, in het bijzonder een GPS- of Galileo-ontvanger, omvat waarmee de absolute locatie van de inrichting te bepalen is.
21. Communicatiesysteem volgens conclusie 20, waarbij een eerste plaatsbepalingseenheid is ingericht voor het verschaffen van de eerste locatie van een eerste communicatie-inrichting, een tweede plaatsbepalingseenheid is ingericht voor het bepalen van de tweede locatie van een 10 tweede communicatie-inrichting, en waarbij de communicatie-inrichtingen zijn ingericht voor het versturen van voor de bepaalde tweede locatie representatieve gegevens van de tweede naar de eerste communicatie-inrichting en voor het op de eerste communicatie-inrichting afbeelden van de relatieve 15 positie van de tweede communicatie-inrichting ten opzichte van de eerste communicatie-inrichting, bij voorkeur in de vorm van een richtingindicator.
22. Communicatiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin een eerste communicatie-inrichting een 20 relatieve plaatsbepalingseenheid omvat waarmee de relatieve locatie van een tweede communicatie-inrichting ten opzichte van de eerste communicatie-inrichting te bepalen is.
23. Communicatiesysteem volgens conclusie 22, waarin de eerste communicatie-inrichting is ingericht voor het op de 25 eerste communicatie-inrichting afbeelden van de relatieve positie van de tweede communicatie-inrichting ten opzichte van de eerste communicatie-inrichting, bij voorkeur in de vorm van een richtingindicator.
24. Communicatiesysteem volgens een van de 30 voorgaande conclusies, waarbij de communicatie-inrichtingen zijn aangebracht in verschillende voertuigen, in het bijzonder personenvoertuigen, en de op de communicatie-inrichtingen vooraf opgeslagen beeldgegevens representatief zijn voor de betreffende voertuigen.
25. Werkwijze voor het identificeren van de 1028230 gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen waarbij de anonimiteit van de betreffende gebruikers gewaarborgd kan blijven, omvattende: . * V* t - het door een .eerste communicatie-inrichting via een 5 vooraf bepaald communicatieprotocol tot stand brengen van een of meer korte-afstand Apeer-to-peer@ verbindingen met een of meer naburige communicatie-inrichtingen, omvattende het uitzenden van voor de betreffende communicatie-inrichting representatieve identificatiegegevens en het ontvangen van 10 voor de naburige communicatie-inrichtingen representatieve identificatiegegevens; - het binnenhalen van op de een of meer naburige communicatie-inrichtingen opgeslagen beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het 15 communicatieprotocol, welke beeldgegevens representatief zijn voor de gebruikers van de respectievelijke naburige communicatie-inrichtingen; - het op de eerste communicatie-inrichting afbeelden van de opgehaalde beeldgegevens teneinde de gebruiker van de 20 eerste communicatie-inrichting visueel de voor de gebruikers van de naburige communicatie-inrichtingen representatieve beeldgegevens te laten inspecteren.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, omvattende het tevens door een naburige communicatie-inrichting binnenhalen 25 van beeldgegevens als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol vanaf de eerste communicatie-inrichting en vanaf naburige communicatie-inrichtingen.
27. Werkwijze volgens conclusie 25 of 26, waarin de stap van het binnenhalen van de beeldgegevens zelfstandig dat 30 wil zeggen zonder actie van de gebruiker wordt uitgevoerd.
28. Werkwijze volgens een van de conclusies, 25-27, omvattende het selecteren van een of meerdere naburige communicatie-inrichtingen met behulp van de betreffende beeldgegevens en het vervolgens uitwisselen van andere 35 gegevens via de betreffende korte afstand peer-to-peer T028230 verbinding(en) met de geselecteerde communicatie-inrichting(en).
29. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-28, omvattende het ontvangen van beeldgegevens van een tweede 5 communicatie-inrichting als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol en het doorzenden van de ontvangen beeldgegevens naar een derde communicatie-inrichting als onderdeel van de identificatiegegevens van het communicatie-protocol.
30. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-29, omvattende het vooraf opslaan van beeldgegevens van bekende gebruikers van een of meer communicatie-inrichtingen en het vergelijken van opgehaalde beeldgegevens met de vooraf opgeslagen beeldgegevens.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, omvattende het alleen bij het ten minste gedeeltelijk overeenkomen van binnengehaalde beeldgegevens met vooraf opgeslagen beeldgegevens afbeelden van de betreffende binnengehaalde danwel de betreffende vooraf opgeslagen beeldgegevens op het 20 beeldscherm van de communicatie-inrichting.
32. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-31, omvattende het op de communicatie-inrichtingen vooraf opslaan van voor de gebruikers daarvan representatieve persoonlijke profielen, het vergelijken van het eigen profiel met 25 profielen van naburige communicatie-inrichtingen, welke laatstgenoemde profielen zijn binnengehaald als onderdeel van de identificatie-data van het communicatie-protocol en, en wanneer er ten minste een profiel op een naburig communicatie-inrichting ten minste gedeeltelijk overeenkomt 30 met het eigen profiel, het waarschuwen van de eigen gebruiker en/of het afbeelden van de betreffende beeldgegevens op het beeldscherm van de eigen communicatie-inrichting.
33. Werkwijze volgens een van de conclusie 30-32, omvattende het afgeven van een waarschuwingssignaal, bij 35 voorkeur een audio- en/of trilsignaal, wanneer de opgehaalde 1028230 beeldgegevens en/of profiel-gegevens ten minste gedeeltelijk overeenkomen met vooraf opgeslagen beeldgegevens respectievelijk eigen profiel-gegevens.
34. Werkwijze volgens een van de conclusies 30-33, 5 omvattende het tot stand brengen van een communicatieverbinding naar een andere communicatie-inrichting waarvan de opgehaalde beeldgegevens danwel profiel-gegevens ten minste gedeeltelijk overeenkomen met de vooraf opgeslagen beeldgegevens respectievelijk profiel-10 gegevens die zijn opgeslagen op in de eerste communicatie-inrichting en bij voorkeur het verzenden van een boodschap naar de andere communicatie-inrichting.
35. Werkwijze volgens conclusie 34, waarin de boodschap een spraakboodschap, in het bijzonder een 15 voicemail, of een tekstboodschap, in het bijzonder een SMS-bericht, is.
36. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-35, waarin de beeldgegevens een afbeelding omvatten, bij voorkeur een afbeelding van het gezicht van de gebruiker van de 20 communicatie-inrichting.
37. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-36, omvattende het verschaffen van een fotocamera, het met de fotocamera genereren van voor de gebruiker van de communicatie-inrichting representatieve beeldgegevens en het 25 opslaan van de beeldgegevens op de opslagmiddelen van de communicatie-inrichting.
38. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het verschaffen van een absolute plaatsbepalingseenheid, in het bijzonder een GPS- of Galileo-30 ontvanger, in een communicatie-inrichting en het bepalen van de absolute locatie van de communicatie-inrichting.
39. Werkwijze volgens conclusie 38, omvattende het bepalen van de locatie van een eerste communicatie-inrichting, het bepalen van de locatie van een tweede 35 communicatie-inrichting, het versturen van voor de bepaalde 1028230 -i locatie representatieve gegevens van de tweede naar de eerste communicatie-inrichting en het op de eerste communicatie-inrichting afbeelden van de '"'relatieve positie van de tweede communicatie-inrichting ten opzichte van de eerste 5 communicatie-inrichting.
40. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-39, omvattende het verschaffen van communicatie-inrichtingen in verschillende voertuigen, in het bijzonder personenvoertuigen, waarbij de op de communicatie- 10 inrichtingen vooraf opgeslagen beeldgegevens representatief zijn voor de betreffende voertuigen.
41. Communicatiesysteem of werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies,' waarin de genoemde korte afstand van de orde van grootte van enige tientallen meters is.
42. Werkwijze volgens een van de conclusies 25-41, waarin een communicatiesysteem volgens een van de conclusies 1-24 wordt toegepast. 1028230
NL1028230A 2005-02-09 2005-02-09 Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen. NL1028230C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028230A NL1028230C2 (nl) 2005-02-09 2005-02-09 Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028230 2005-02-09
NL1028230A NL1028230C2 (nl) 2005-02-09 2005-02-09 Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028230C2 true NL1028230C2 (nl) 2006-08-11

Family

ID=34974872

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028230A NL1028230C2 (nl) 2005-02-09 2005-02-09 Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1028230C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000075893A1 (en) * 1999-06-07 2000-12-14 Vof Funtain Method and system for matching up persons
US20040014486A1 (en) * 2002-04-19 2004-01-22 Carlton Stephen J. Portable communication apparatus and methods for match-making with distributed memory
US20040048605A1 (en) * 2002-09-11 2004-03-11 Schaefer Robert A. Wireless communications system
US20040220922A1 (en) * 2003-04-30 2004-11-04 Lovison Sean R. Systems and methods for meeting people via wireless communication among a plurality of wireless devices

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000075893A1 (en) * 1999-06-07 2000-12-14 Vof Funtain Method and system for matching up persons
US20040014486A1 (en) * 2002-04-19 2004-01-22 Carlton Stephen J. Portable communication apparatus and methods for match-making with distributed memory
US20040048605A1 (en) * 2002-09-11 2004-03-11 Schaefer Robert A. Wireless communications system
US20040220922A1 (en) * 2003-04-30 2004-11-04 Lovison Sean R. Systems and methods for meeting people via wireless communication among a plurality of wireless devices

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9584993B2 (en) System and method for vector processing on behalf of image aperture aim
US7474959B2 (en) Method for providing recommendations using image, location data, and annotations
US7715533B2 (en) Brokering of information acquisition by devices in a wireless network
EP1139116A1 (en) Distributed search method
US20050054352A1 (en) Introduction system and method utilizing mobile communicators
EP1253539A2 (en) Brokering of information acquisition by devices in a wireless network
US20110071754A1 (en) Methods for obtaining a navigation track between a first and a second location based on location information shared between peer devices and related devices and computer program products
CN101675647A (zh) 搜索和排列联系人数据库中的联系人
KR20060131894A (ko) 매칭 시스템 및 방법
JP2002538698A (ja) 移動電話ネットワークに関する方法と装置
US10791454B2 (en) System and method for establishing a user connection
CN1981502A (zh) 用于生成终端的物理邻近区中的设备列表的系统和方法
FR2810183A1 (fr) Procede d'information au moyen d'un terminal de communication portatif, systeme et terminal de communication portatif mettant en oeuvre ce procede
JP2013017203A5 (ja) 出会い・連絡等支援システム
US20130040665A1 (en) Automatic position information transmission system and method using wireless data network
KR101183681B1 (ko) 위치 기반 서비스를 이용한 휴대용 단말기의 체크인 시스템 및 이를 이용한 체크인 방법
JP6056237B2 (ja) 電波状況収集システムおよび方法
RU82897U1 (ru) Система знакомства по мобильному телефону с функцией определения пространственного положения
JP4731272B2 (ja) 携帯端末装置、移動先情報提供サーバ装置、移動先情報表示プログラム、移動先情報提供プログラム及び移動先情報提供システム
NL1028230C2 (nl) Communicatiesysteem en een werkwijze voor het identificeren van de gebruikers van naburige communicatie-inrichtingen.
TW201024674A (en) Locating method and system
JP2004220522A (ja) 情報端末装置、情報管理装置、情報通信方法および情報通信システム
KR101710107B1 (ko) 위치공유 기능을 이용하는 지도결합문자 서비스 장치 및 방법, 지도결합문자 관리 서버 및 그 서버의 구동 방법, 단말기 및 그 단말기의 구동 방법
KR101296596B1 (ko) 다자간 위치 추적 시스템 및 그 방법
KR20110134736A (ko) 증강 현실 메시지 송수신 방법과 그를 위한 단말기 및 컴퓨터로 읽을 수 있는 기록매체

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130901