NL1027803C2 - Werkwijze en inrichting voor het vormen en vullen van verpakkingen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het vormen en vullen van verpakkingen.

BESCHRIJVING

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen en vullen van verpakkingen omvattende een kokervormig vormlichaam, vormmiddelen voor het tot een buisvorm om het vormlichaam heen vormen van een folie, afsluitmiddel en voor het aan de onderzijde van het vormlichaam afsluiten van de buisvormige folie voor 10 het vormen van een afgesloten onderzijde van een nog te vullen verpakking en voor het vormen van een afgesloten bovenzijde van een reeds gevulde verpakking, vulmiddelen voor het via de binnenzijde van het vormlichaam met producten vullen van een deel van de buisvormige, aan de onderzijde van het vormlichaam afgesloten folie, doorvoermiddelen voor het 15 neerwaarts doorvoeren van de folie langs het vormlichaam, en

besturingsmiddelen voor het besturen van de afsl uitmiddel en, vulmiddelen en doorvoermiddelen. Een dergelijke inrichting is in staat om enerzijds vanuit een op een rol gewikkelde folie verpakkingen te vormen en deze tijdens het vormen van de verpakkingen te vullen met producten. Een 20 dergelijke inrichting wordt bijvoorbeeld door de firma PMB-UVA

International B.V. onder de naam Newton op de markt gebracht.

Een belangrijk aspect bij toepassing van een dergelijke inrichting, meer specifiek tijdens het vullen van verpakkingen met producten, is dat deze producten in een willekeurige, lastig te beheersen 25 oriëntatie en positie in de verpakking vallen hetgeen ertoe leidt dat de producten in de verpakking een relatief groot volume kunnen innemen waardoor relatief veel foliemateriaal is vereist voor de verpakking teneinde te voorkomen dat producten tijdens het vormen van een afgesloten bovenzijde van een reeds gevulde verpakking tussen afsluithekken van de 30 afsluitmiddelen geraken waardoor de betreffende afsluiting niet aan de vereisten voldoet, en/of het betreffend product beschadigt. Bovendien 1027803 2 brengt het relatief grote volume van een verpakking met zich mee dat relatief veel ruimte door de verpakking wordt ingenomen tijdens transport en opslag, de stabiliteit van de verpakking minder groot is, hetgeen met name nadelig is bij bijvoorbeeld het stapelen van verpakkingen, het 5 ui terlijk van de verpakking negatief wordt beïnvloed vanwege relatief veel plooien en vouwen en voor iedere verpakking relatief veel foliemateriaal is vereist hetgeen nadelig is uit oogpunt van kosten en milieu.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een inrichting volgens 10 de aanhef te verschaffen waarmee het mogelijk is om de vul graad van de verpakking te verhogen. Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van aandrukmiddelen voor het neerwaarts met een aandruklichaam aandrukken van de producten waarmee de vulmiddelen de buisvormige folie hebben gevuld. Aldus wordt bereikt dat bij een gelijkblijvende inhoud, de 15 verpakking kleiner kan worden uitgevoerd zonder dat daarbij het risico bestaat dat bij het sluiten van de verpakking door de afsluitmiddel en producten zich in het afsluitgebied van de verpakking bevinden.

Bij voorkeur is het aandruklichaam plaatvormig aangezien een dergelijke vorm een relatief groot oppervlak voor het aandrukken 20 combineert met een relatief klein volume.

Teneinde te voorkomen dat lucht wordt ingesloten tijdens het neerwaarts aandrukken van producten door het aandruklichaam in de buisvormige folie geniet het de voorkeur dat het aandruklichaam ten minste één verticaal doorgaand gat omvat.

25 Volgens een zeer belangrijke voorkeursuitvoeringsvorm is het aandruklichaam om een zwenkas zwenkbaar tussen een open toestand waarbij het aandruklichaam zich evenwijdig aan een wand van het vormlichaam en aan de binnenzijde van het vormlichaam uitstrekt en een dichte toestand waarbij het aandruklichaam zich loodrecht uitstrekt op de 30 wand van het vormlichaam. Aldus wordt bereikt dat het aandruklichaam enerzijds het vullen van de buisvormige folie niet in de weg hoeft te 1027803 3 staan terwijl anderzijds het aandruklichaam in de direct nabijheid kan worden gehouden van de aan te drukken producten ook zolang het aandruklichaam niet doende is met het aandrukken van de producten.

Bij grote voorkeur geldt dat de zwenkas in de open toestand 5 zich aan de bovenzijde van het aandruklichaam bevindt. Hierdoor wordt het belangrijke voordeel bereikt dat tijdens het terugzwenken van het aandruklichaam van de gesloten toestand naar de open toestand geen producten tussen de wand van het vormlichaam waaraan het aandruklichaam zich evenwijdig aan de binnenzijde van het vormlichaam uitstrekt in de 10 open toestand en het aandruklichaam zelf kunnen geraken.

Teneinde de bewegingen die het aandruklichaam moet maken om vanuit de open toestand de producten neerwaarts aan te drukken zo snel mogelijk uitvoerbaar te maken geniet het de voorkeur dat de zwenkas in verticale richting op en neer verplaatsbaar is.

15 Eveneens om de cyclustijd te verkorten geniet het de verdere voorkeur dat de aandrukmiddelen zijn ingericht voor het geheel boven de afsluitmiddel en kunnen zwenken van het aandruklichaam van de open toestand naar de dichte toestand en/of van de dichte toestand naar de open toestand. Aldus zal het zwenken van het aandruklichaam tussen de 20 open toestand en de dichte toestand de werkzaamheid van de afsluitmiddel en niet negatief hoeven te beïnvloeden.

Indien de aandrukmiddelen zijn ingericht voor het na zwenking van het aandruklichaam van de open toestand naar de dichte toestand en/of van de dichte toestand naar de open toestand in verticale 25 richting kunnen transleren van het aandruklichaam wordt bereikt dat het aandrukken van de producten gelijkmatig verdeeld over de producten kan plaatsvinden.

Ter verkorting van de cyclustijd geniet het verder de voorkeur dat de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het tijdens het 30 van de dichte toestand naar de open toestand zwenken van het aandruklichaam naar elkaar bewegen van afsluithekken van de 1027803 4 afsluitmiddel en.

Met hetzelfde doel geniet het de voorkeur dat de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het tijdens het van de dichte toestand naar de open toestand zwenken van het aandruklichaam werkzaam 5 zijn van de vulmiddelen. Aldus wacht men bij het vullen van de buisvormige folie niet op het moment dat het aandruklichaam vanuit de dichte toestand de open toestand heeft bereikt.

Bij een zeer voordelige voorkeursuitvoéringsvorm zijn de besturingsmiddelen ingericht voor het nadat het aandruklichaam een 10 onderste punt heeft bereikt en niet eerder dan nadat de doorvoermiddelen vervolgens de folie over een beperkte lengte hebben doorgevoerd werkzaam doen zijn van de afsluitmiddel en. Aldus wordt de slaglengte van het aandruklichaam beperkt waarbij de beperkte lengte van de folie benodigd is voor het verschaffen van voldoende foliernateriaal voor het kunnen 15 afsluiten van de buisvormige folie voor het vormen van een afgesloten bovenzijde van de verpakking.

Teneinde te voorkomen dat een aaneengesloten streng van verpakkingen ontstaat zijn bij verdere voorkeur scheidingsmiddelen voorzien voor het aanbrengen van een scheiding in de folie tussen de 20 afgesloten onderzijde van de nog te vullen verpakking en de afgesloten bovenzijde van de reeds gevulde verpakking.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het toepassen van een inrichting volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven omvattende de achtereenvolgende stappen van 25 A het door de vormmiddelen tot een buisvorm om het kokervormig vormlichaam heen vormen van een folie, B het door de afsluitmiddelen aan de onderzijde van het vormlichaam afsluiten van de buisvormige folie voor het vormen van een afgesloten onderzijde van een nog te vullen 30 verpakking, C het door de vulmiddelen via de binnenzijde van het 1027803 5 vormlichaam met producten vullen van een deel van de buisvormige, aan de onderzijde van het vormlichaam afgesloten folie, D het door de aandrukmiddelen neerwaarts met het 5 aandruklichaam aandrukken van de producten waarmee de vulmiddelen de buisvormige folie hebben gevuld, E het door de afsl uitmiddel en aan de onderzijde van het vormlichaam afsluiten van de buisvormige folie voor het vormen van een afgesloten bovenzijde van de reeds gevulde 10 verpakking, F het door de doorvoermiddelen neerwaarts doorvoeren van de folie langs het vormlichaam.

De voordelen die aan een dergelijke werkwijze zijn verbonden zijn bovenstaand reeds toegelicht aan de hand van de 15 beschrijving van de inrichting volgens de uitvinding.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn vermeld in de conclusies waarbij ook de aan diverse voorkeursuitvoeringsvormen verbonden voordelen reeds zijn toegelicht aan de hand van de beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de 20 inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Navolgend zal de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: 25 Figuren la tot en met lh tonen schematisch in zijaanzicht acht achtereenvolgende situaties bij toepassing van een inrichting volgens de uitvinding volgens de werkwijze volgens de uitvinding;

Figuren 2a tot en met 2e tonen schematisch in zijaanzicht vijf achtereenvolgende toestanden bij toepassing van een inrichting 30 volgens de onderhavige uitvinding volgens de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

1027803 6

De figuren la tot en met lh tonen acht achtereenvolgende situaties bij toepassing van een vorm- en vul verpakkingsmachine 1 volgens de onderhavige uitvinding. Vorm- en vul verpakkingsmachines zijn de vakman ruimschoots bekend en derhalve wordt onderstaand volstaan met de 5 beschrijving van machine 1 voor zover relevant voor de onderhavige uitvinding. Verpakkingsmachine 1 omvat een koker 2 met een rechthoekige, bijvoorbeeld vierkante, dwarsdoorsnede. Om de koker heen is door niet nader getoonde vormmiddelen een folie gewikkeld vanaf een rol met foliernateriaal zodat de langszijden van de folie elkaar overlappen. Ter 10 plaatse van deze overlapping is met behulp van niet nader getoonde afdichtmiddelen een in de langsrichting van de folie verlopende langsverbinding gemaakt ter plaatse van het gebied van koker 2 dat in de figuren la tot en met lh zichtbaar is. Aldus is om koker 2 het foliemateriaal 3 buisvormig met een rechthoekige vorm die aansluit op de 15 vorm van koker 2.

Aan de onderzijde van koker 2 is de buisvormige folie 3 ter plaatse van verwijzingscijfer 21 afgesloten met behulp van sealbekken 4a, 4b waardoor een onderzijde van een nog te vullen verpakking is ontstaan. Binnen koker 2 bevindt zich tevens een aandrukplaat 5 in een open 20 toestand waarbij de aandrukplaat zich uitstrekt evenwijdig aan wand 6 van koker 2 aan de binnenzijde daarvan waarbij de (momentane) onderzijde 7 van de aandrukplaat 5 zich nog net boven de onderzijde 8 van koker 2 bevindt. Sealbekken 4a, 4b bevinden zich op hun beurt weer juist onder de onderzijde 8 van koker 2.

25 Zoals in figuur lb zichtbaar is wordt de buisvormige folie 3 middels niet nader getoonde doorvoermiddelen langs koker 2 neerwaarts doorgevoerd over lengte L. Gelijktijdig wordt door niet nader getoonde vulmiddelen vanuit een voorraad gedoseerd een aantal producten, in casu met voedingsmiddelen gevulde verpakkingen 9, toegevoerd aan de 30 buisvormige folie via het inwendige van koker 2. De producten 9 zijn daarbij dusdanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd en lengte L is 1027803 7 dusdanig klein dat de bovenste producten 9 zich na het gedoseerd vullen van de buisvormige folie 3 zoals zichtbaar in de figuren lb tot en met ld nog tussen de sealbekken 4a, 4b bevinden. Dit brengt het risico met zich mee dat tijdens het naar elkaar toe bewegen van de sealbekken 4a, 4b deze 5 producten 9 klem komen te zitten en daardoor beschadigen alsmede dat de sealafsluiting niet van goede kwaliteit is. Om die reden kiest men er bij vorm- en vul verpakkingsmachines volgens de stand van de techniek veelal voor om de lengte L dusdanig groot te kiezen dat er geen risico bestaat dat producten 9 na het vullen zich tussen de sealbekken 4a, 4b bevinden. 10 Bij de onderhavige uitvinding wordt dit (aanvankelijk) wel toegestaan waardoor lengte L relatief klein kan zijn. Teneinde een oplossing te bieden voor de bovenstaand gesuggereerde problematiek wordt gebruik gemaakt van de aandrukplaat 5 die, zoals duidelijk uit de figuren lb tot en met ld, zwenkbaar is om zwenkas 10 die zich in de open toestand 15 volgens de figuren la en lb aan de (momentane) bovenzijde 11 van aandrukplaat 5 bevindt. Tijdens het zwenken wordt zwenkas 10 eveneens neerwaarts verplaatst waarbij desondanks geen enkel deel van aandrukplaat 5 tijdens het zwenken van de open toestand volgens figuur lb naar de gesloten toestand volgens figuur ld waarbij de aandrukplaat zich 20 loodrecht uitstrekt op wand 6 van koker 2 onder de onderzijde 8 van koker 2 uitkomt of althans zelfs maar het bovenste product 9 raakt. Hoe de specifieke beweging van aandrukplaat 5 zoals tot dusver beschreven en zoals navolgend nog te beschrijven wordt bewerkstelligd zal later nog worden omschreven aan de hand van de beschrijving van de figuren 2a tot 25 en met 2e. De vorm van de aandrukplaat 5 komt overeen met de dwarsdoorsnede van de binnenzijde van koker 2 zodat de onderzijde 8 van koker 2 in belangrijke mate wordt afgesloten, in ieder geval in een dusdanige mate dat geen producten 9 zich meer kunnen verplaatsen langs aandrukplaat 5.

30 Nadat in figuur ld de aandrukplaat de gesloten toestand heeft bereikt wordt de aandrukplaat neerwaarts getransleerd waarbij 1027803 8 aandrukplaat 5 de producten 9 dichter op elkaar forceert zoals zichtbaar in figuur le. Uiteraard dient de mate waarin dit gebeurt te worden afgestemd op de aard van de producten 9 zodat deze bij het aandrukken ervan door aandrukplaat 5 niet worden beschadigd. Om nu te voorkomen dat 5 lucht niet snel genoeg kan ontwijken uit het gebied onder de aandrukplaat 5 is deze laatste bij voorkeur voorzien van verticale doorgaande gaten waarbij de grootte dusdanig klein is dat producten 9 niet daardoorheen vanaf de onderzijde van aandrukplaat 5 de bovenzijde van aandrukplaat 5 zouden kunnen bereiken.

10 Vervolgens wordt aandrukplaat 5 weer terugbewogen naar de gesloten toestand waarbij deze zich, net als in figuur ld, net boven de onderzijde 8 van koker 2 bevindt terwijl gelijktijdig de doorvoermiddelen de buisvormige folie over een lengte 1 verder transporteren. Zodra aandrukplaat 5 de sealbekken 4a, 4b is gepasseerd bewegen de sealbekken 15 4a, 4b zich naar elkaar toe om enerzijds een afgesloten bovenzijde van verpakking 12 te vormen en anderzijds de onderzijde van een daarboven gelegen nog te vullen verpakking. Tevens wordt daartussen een scheiding in de folie aangebracht zodat onder deze scheiding de afzonderlijke met producten 9 gevulde verpakking 12 ontstaat. Zodra de sealbekken 4a, 4b in 20 contact met elkaar zijn gekomen kan het gedoseerd vullen via koker 2 weer plaatsvinden en kan het buisvormig foliemateriaal 3 door de doorvoermiddelen weer over een lengte L worden getransporteerd zodat wederom de situatie volgens figuur lb wordt bereikt en het gehele proces zich kan herhalen. Dankzij het doorvoeren van het foliemateriaal 9 over 25 de lengte 1 wordt voldoende foliemateriaal beschikbaar gemaakt om een goede afdichting met behulp van sealbekken 4a, 4b te bewerkstelligen zonder dat de producten 9 beschadigd raken.

Aan de hand van de figuren 2a tot en met 2e zal navolgend worden uitgelegd hoe de specifieke cyclische beweging van aandrukplaat 5 30 kan worden bereikt. Koker 2 is aan de zijde van wand 6 voorzien van een eerste nokbaan 13 en een tweede nokbaan 14. In de eerste nokbaan 13 1027803 9 verloopt nok 15 alsmede nok 16 die samenvalt met zwenkas 10. In de tweede nokbaan 14 verloopt nok 17. Nok 17 is aan één zijde via stang 18 scharnierend verbonden met nok 15 en aan de andere zijde via stang 19 met scharnier 20 die aangrijpt op aandrukplaat 5 in de open toestand ervan 5 net onder nok 16 oftewel zwenkas 10. Door het omlaag forceren van nok 15 via nokbaan 13 wordt aandrukplaat 5 de beweging opgelegd zoals is omschreven aan de hand van figuren lb tot en met le waarbij figuur 2a overeenkomt met de situatie volgens de figuren la, lb, figuur 2b overeenkomt met de situatie volgens figuur lc, figuur 2c overeenkomt met 10 de situatie tussen de figuren lc en ld, figuur 2d overeenkomt met de situatie volgens figuur ld en figuur 2e overeenkomt met de situatie volgens figuur le. Door het weer omhoog bewegen van nok 15 via nokbaan 13 vanaf de situatie volgens figuur 2e wordt de omgekeerde beweging van aandrukplaat 5 gerealiseerd.

15 Binnen de strekking van de onderhavige uitvinding die i primair wordt bepaald door de navolgende conclusies zijn, zoals de vakman zal begrijpen talloze alternatieve uitvoeringsvormen denkbaar naast de bovenstaand omschreven voorkeursuitvoeringsvorm. Ter voorkoming dat producten 9 tijdens het gedoseerd vullen blijven rusten op de (momentane) 20 bovenzijde 11 van aandrukplaat 5 in figuur lb is het bijvoorbeeld denkbaar om boven deze bovenzijde een schuin neerwaarts naar binnen verlopend afschermlichaam toe te passen of om binnen koker 5 een verdere koker toe te passen waarbij aandrukplaat 5 in de open toestand zich, althans in hoofdzaak, tussen de buitenzijde van deze verdere koker en de 25 binnenzijde van koker 5 bevindt.

1027803

Claims (19)

1. Inrichting voor het vormen en vullen van verpakkingen omvattende een kokervormig vormlichaam, vormmiddelen voor het tot een 5 buisvorm om het vormlichaam heen vormen van een folie, afsluitmiddel en voor het aan de onderzijde van het vormlichaam afsluiten van de buisvormige folie voor het vormen van een afgesloten onderzijde van een nog te vullen verpakking en voor het vormen van een afgesloten bovenzijde van een reeds gevulde verpakking, vulmiddelen voor het via de binnenzijde 10 van het vormlichaam met producten vullen van een deel van de buisvormige, aan de onderzijde van het vormlichaam afgesloten folie, doorvoermiddelen voor het neerwaarts doorvoeren van de folie langs het vormlichaam, en besturingsmiddelen voor het besturen van de afsluitmiddel en, vulmiddelen en doorvoermiddelen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van 15 aandrukmiddelen voor het neerwaarts met een aandruklichaam aandrukken van de producten waarmee de vulmiddelen de buisvormige folie hebben gevuld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aandruklichaam plaatvormig is.

3. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat 20 het aandruklichaam tenminste één verticaal doorgaand gat omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het aandruklichaam om een zwenkas zwenkbaar is tussen een open toestand waarbij het aandruklichaam zich evenwijdig aan een wand van het vormlichaam en aan de binnenzijde van het vormlichaam uitstrekt en een 25 dichte toestand waarbij het aandruklichaam zich loodrecht uitstrekt op de wand van het vormlichaam.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zwenkas in de open toestand zich aan de bovenzijde van het aandruklichaam bevindt.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de zwenkas in verticale richting op en neer verplaatsbaar is. 1027803 ___

7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de aandrukmiddelen zijn ingericht voor het geheel boven de afsluitmiddel en kunnen zwenken van het aandruklichaam van de open toestand naar de dichte toestand en/of van de dichte toestand naar de 5 open toestand.

8. Inrichting volgens conclusie 4, 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat de aandrukmiddelen zijn ingericht voor het na zwenking van het aandruklichaam van de open toestand naar de dichte toestand en/of van de dichte toestand naar de open toestand in verticale richting kunnen 10 transleren van het aandruklichaam.

9. Inrichting volgens één van de conclusies 4 tot en met 8, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het tijdens het van de dichte toestand naar de open toestand zwenken van het aandruklichaam naar elkaar bewegen van afsluithekken van de 15 afsluitmiddel en.

10. Inrichting volgens één van de conclusies 4 tot en met 9, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het tijdens het van de dichte toestand naar de open toestand zwenken van het aandruklichaam werkzaam doen zijn van de vulmiddelen.

11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het nadat het aandruklichaam een onderste punt heeft bereikt en niet eerder dan nadat de doorvoermiddelen vervolgens de folie over een beperkte lengte hebben doorgevoerd werkzaam doen zijn van de afsluitmiddel en.

12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat scheidingsmiddelen zijn voorzien voor het aanbrengen van een scheiding in de folie tussen de afgesloten onderzijde van de nog te vullen verpakking en de afgesloten bovenzijde van de reeds gevulde verpakking.

13. Werkwijze voor het toepassen van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de achtereenvolgende stappen van 1027803 A het door de vormmiddelen tot een buisvorm om het kokervormig vormlichaam heen vormen van een folie, B het door de afsl uitmiddel en aan de onderzijde van het vormlichaam afsluiten van de buisvormige folie voor het 5 vormen van een afgesloten onderzijde van een nog te vullen verpakking, C het door de vulmiddelen via de binnenzijde van het vormlichaam met producten vullen van een deel van de buisvormige, aan de onderzijde van het vormlichaam 10 afgesloten folie, D het door de aandrukmiddelen neerwaarts met het aandruklichaam aandrukken van de producten waarmee de vulmiddelen de buisvormige folie hebben gevuld, E het door de afsl uitmiddel en aan de onderzijde van het 15 vormlichaam afsluiten van de buisvormige folie voor het vormen van een afgesloten bovenzijde van de reeds gevulde verpakking, F het door de doorvoermiddelen neerwaarts doorvoeren van de folie langs het vormlichaam.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt door de stap van het voorafgaand aan uitvoering van stap D, om een zwenkas zwenken van het aandruklichaam van een open toestand waarbij het aandruklichaam zich evenwijdig aan een wand het vormlichaam en aan de binnenzijde van het vormlichaam uitstrekt en een dichte toestand waarbij het aandruklichaam 25 zich loodrecht uitstrekt op de wand van het vormlichaam.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, gekenmerkt door het tenminste tijdens zwenking van het aandruklichaam van de open toestand naar de dichte toestand verticaal neerwaarts verplaatsen van de zwenkas.

16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, gekenmerkt door het 30 na zwenking van het aandruklichaam van de open toestand naar de dichte toestand verticaal neerwaarts verplaatsen van het aandruklichaam. 1027803

17. Werkwijze volgens conclusie 14, 15 of 16, gekenmerkt door het na stap D tijdens zwenking van het aandruklichaam van de dichte toestand naar de open toestand naar elkaar bewegen van afsluithekken van de afsluitmiddel en.

18. Werkwijze volgens conclusie 14, 15, 16 of 17, gekenmerkt door het na stap D tijdens zwenking van het aandruklichaam van de dichte toestand naar de open toestand werkzaam zijn van de vulmiddelen.

19. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot en met 18, gekenmerkt door het tussen stap D en stap E door de doorvoermiddelen 10 doorvoeren van folie over een beperkte lengte. 1027803