NL1027591C2 - Lager voor vacuümonderbreker. - Google Patents

Description

Laser voor vacuümonderbreker Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een lager voor een 5 vacuümonderbreker omvattende een huis (bijvoorbeeld van keramisch materiaal), een vast contact dat via een eerste eindkap vast is verbonden met het huis, en een beweegbaar contact dat via een contactstang, een balg en een tweede eindkap beweegbaar is verbonden met het huis, waarbij het lager via de tweede eindkap vast is verbonden met het huis en het beweegbare contact geleidt.

1°

Stand van de techniek j

Een dergelijke vacuümonderbreker is bekend uit de publicatie van Duitse octrooiaanvrage DE-A-196 29 204. Deze vacuümonderbreker omvat een lager voor het geleiden van de beweegbare contactstang, waarbij het lager aan de buitenomtrek en de 15 eindkap aan de binnenomtrek voorzien zijn van een overeenkomstige vertanding. De vertanding van het lager en de vertanding van de eindkap grijpen in elkaar, waardoor het lager niet kan verdraaien ten opzichte van de eindkap, en dus ten opzichte van het huis. De balg beweegt met de beweegbare contactstang mee en is met name ontworpen om tegen die axiaal gerichte beweging bestand te zijn. Een geringe torsiebelasting zal 20 daarom de levensduur van de balg aanzienlijk verminderen.

Het aanbrengen van een nauwkeurig gedefinieerde vertanding in zowel het lager als de eindkap om verdraaiing van de balg te voorkomen is echter complex en kostbaar. Ook bij montage van de vacuümonderbreker dient de nodige aandacht besteed te worden aan het correct uitlijnen van de vertandingen, om onnodige beschadigingen en 25 verdraaiing, en daardoor minder bedrijfszekerheid, te voorkomen.

Voor het fixeren van lager en eindkap bezit de laatste een uiteinde met een dubbel omgezette rand waardoor deze een extra bewerking moet ondergaan. Doordat het lager een ruimte moet bevatten waarin de omgezette rand van de eindkap gefixeerd kan worden is dat lager ook moeilijker te vervaardigen vanwege de toegepaste 30 vergrendelnokjes.

Verder is bij het bekende lager de eindkap voorzien van een vertanding. Gezien de geringe materiaaldikte van de eindkap zal een metaalsoort met een geringe mechanische sterkte zoals koper of een koperlegering ongeschikt zijn en kan dus ook 1 0 2759.1 * 2 geen gebruik gemaakt worden van de geschiktheid van koper voor soldeerverbindingen.

Een verder nadeel van een vacuümonderbreker voorzien van deze bekende lagerconstructie is dat het moeilijk zo niet onmogelijk zal zijn om deze te voorzien van 5 een omhullende isolerende laag met behulp van een gietproces vanwege de sleuven die voor de verende werking van de fixeringsinrichting in het lager zijn aangebracht.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding tracht een vacuümonderbreker te verschaffen met een 10 ten opzichte van de uit de stand van de techniek bekende vacuümonderbrekers eenvoudige opbouw, waardoor deze sneller en goedkoper is samen te stellen en waarbij de genoemde nadelen niet optreden.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een vacuümonderbreker volgens de in de aanhef gedefinieerde soort verschaft, waarbij het lager aan een buitenomtrek of de 15 tweede eindkap aan een binnenomtrek over een vooraf bepaalde afstand in axiale richting voorzien is van een oppervlakteprofiel, bijvoorbeeld een kartelprofiel, en het lager en de tweede eindkap vervaardigd zijn van een materiaal met een verschillende hardheid. Door het kartelprofiel en de verschillende hardheid van de materialen zal een van de materialen vervormen en zorgdragen voor een stevige bevestiging. Het lager kan 20 bijvoorbeeld in de tweede eindkap bevestigd worden door deze in positie te drukken of te persen of deformeren.

Het lager is in een uitvoeringsvorm aan de buitenomtrek voorzien van het oppervlakteprofiel, en de tweede eindkap is aan de binnenomtrek voorzien van een glad oppervlak. Hierdoor is de tweede eindkap veel eenvoudiger te maken als de eindkap 25 volgens de stand van de techniek. Alleen het lager hoeft te worden geproduceerd met een oppervlakteprofiel aan de buitenzijde, wat afhankelijk van het materiaal van het lager met geschikte bewerkingstechnieken (gieten, verspanen) op eenvoudige en goedkope wijze bereikt kan worden. Doordat de beide onderdelen a.h.w. in elkaar worden geperst wordt daarmee tevens een hechte verbinding tot stand gebracht 30 waardoor extra fixeringsmiddelen niet nodig zijn en beide onderdelen eenvoudig uitgevoerd kunnen worden. Omdat in deze uitvoeringsvorm de eindkap van een zachter materiaal wordt gemaakt kan met voordeel gebruik worden gemaakt van koper of een koperlegering vanwege de uitstekende soldeereigenschappen.

1 0 7 7 5 9 1 3

In een verdere uitvoeringsvorm is het lager vervaardigd van een materiaal dat in combinatie met het materiaal van de contactstang een lage wrij vingsweerstand heeft. Hierdoor wordt een goede lagerwerking verkregen met een voldoende lage wrijvingsweerstand om een goede werking van de vacuümonderbreker te garanderen.

5 Het materiaal van het lager kan van elk daarvoor geschikt materiaal worden gemaakt zoals een metaal of een kunststof. Bij toepassing van een metaal verdient het de voorkeur om een materiaal toe te passen dat via een sinterprocédé wordt vervaardigd zodat op eenvoudige wijze grote aantallen kunnen worden gemaakt.

Omdat een kunststof materiaal eenvoudig is te bewerken, waardoor het lager 10 vervaardigd kan worden door middel van spuitgieten of verspanen is in een verdere uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een kunststof materiaal, bijvoorbeeld PPS. Doordat PPS goed met glas kan worden gemengd is het bij deskundigen bekend als een kunststof die met name geschikt is voor toepassingen waar een bepaalde hardheid van belang is. Afhankelijk van de glasvulling heeft dit materiaal een hogere hardheid dan 15 koper en de meeste koperlegeringen (waarvan vaak de tweede eindkap vervaardigd is), waardoor het bij de uitvinding kan worden toegepast als lager waarmee het binnenoppervlak van de tweede eindkap zodanig wordt vervormd dat de eindkap en lagér klemvast met elkaar verbonden zijn. Ook heeft dit materiaal een uitzettingscoëfficiënt die vergelijkbaar is met koper, waardoor tijdens bedrijf geen 20 krimpspanningen ontstaan. Dit materiaal is daarnaast bestand tegen hoge temperaturen, die kunnen optreden bij productie van de vacuümonderbreker (ook bijvoorbeeld bij het achteraf ingieten in giethars) en bij bedrijf van de vacuümonderbreker. Ten opzichte van een lager uit metaal heeft deze kunststof ook nog het voordeel dat er geen aparte smering nodig is.

25 In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de contactstang voorzien van ten minste een maar bij voorkeur drie of meer zich in radiale richting uitstrekkende geleiders (in de vorm van uitsteeksels of uitsparingen), en is het lager aan de binnenomtrek voorzien van een met de in radiale richting uitstrekkende geleiders congruente doorsnee. De geleiders op het beweegbaar contact kunnen de vorm hebben 30 van langgerekte uitsteeksels (ribben) of uitsparingen (groeven). Het lager is dan overeenkomstig voorzien van uitsparingen, respectievelijk uitsteeksels, om een congruente doorsnee te verkrijgen. Door deze maatregel kan de contactstang niet draaien om zijn as ten opzichte van het lager, en dus ten opzichte van de gehele 1027591 4 vacuümonderbreker. Doordat deze draaiing niet kan optreden, treden er geen torsiekrachten op op de verbindingen tussen de verschillende onderdelen van de vacuümonderbreker en meer in het bijzonder op de balg, waardoor de betrouwbaarheid en levensduur van de vacuümonderbreker toenemen. Opgemerkt wordt dat uit de 5 Duitse octrooipublicatie DE-A-196 29 204 het gebruik van twee uitsparingen in de contactstang in combinatie met twee uitsteeksels op het lager bekend is, om rotatie van de contactstang in de vacuümonderbreker te voorkomen. Het gebruik van ten minste drie geleiders op de contactstang van het beweegbare contact heeft het voordeel dat het centreren van het beweegbare contact ten opzichte van de overige onderdelen van de 10 vacuümonderbreker veel nauwkeuriger en betrouwbaarder is. Door een nauwkeurig centreren en de gebruikte materialen, kan het gebruik van een extra smeermiddel achterwege blijven. Hierdoor wordt een extra productiestap (bijvoorbeeld aanbrengen van teflonlaag) of extra onderhoud (periodiek verversen van smeermiddel) voorkomen.

Het beweegbare contact en vaste contact worden bij bedrijf van de 15 vacuümonderbreker veelvuldig met enige kracht op elkaar gedrukt. Hierdoor kan tijdens de levensduur van de vacuümonderbreker stuiken van de contactstang en de contacten optreden, waardoor o.m. de afstand tussen de contacten kan toenemen. Dit kan zelfs tot gevolg hebben dat de contacten niet goed meer sluiten, en dat de afstelling van de contacten bij gesteld moet worden. Om dit effect te voorkomen, of in ieder geval 20 te verminderen, kunnen de contactstang en de contacten van de vacuümonderbreker voor het in bedrijf stellen al gestuikt worden door de contacten met grote kracht op elkaar te drukken. Om te voorkomen dat door het stuiken de geleiders van de contactstang zodanig vervormen dat deze gaan klemmen, hebben in een verdere uitvoeringsvorm de ten minste een maar bij voorkeur drie of meer geleiders en de 25 congruente doorsnee van het lager een vooraf bepaalde speling. Bij voorkeur is met name de speling in radiale richting aanwezig, om plaats te bieden aan een toenemende diameter van de geleiders en de contactstang van het beweegbare contact door het stuiken. De speling in tangentiële richting (omtreksrichting) kan veel kleiner zijn zodat ook de verdraaiing van beide onderdelen ten opzichte van elkaar minimaal is.

30 In een verdere uitvoeringsvorm zijn de ten minste een maar bij voorkeur drie of meer geleiders gevormd als ribben op de contactstang van het beweegbare contact. Indien de drie of meer geleiders op de contactstang van het beweegbare contact zijn uitgevoerd als uitsparingen, bestaat de mogelijkheid dat tijdens het stuiken de 1027591 5 uitsparingen in tangentiële richting als het ware worden dichtgeknepen, waardoor extra wrijving of zelfs klemmen zal optreden in combinatie met de congruente geleiders op het lager. Door de genoemde maatregel wordt dit effect voorkomen, omdat de ribben door het stuiken niet of nauwelijks zullen vervormen, maar slechts verder naar buiten 5 gedrukt worden.

In een nog verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het lager verder voorzien van een of meer zich in axiale richting van de vacuümonderbreker uitstrekkende lichamen, die in samenwerking met een uitstekende richel op de contactstang in bedrijf een maximale afstand definiëren waarover de balg ingedrukt kan 10 worden. Deze maatregel beschermt de balg tegen een te grote indrukking, waardoor de balg beschadigd kan worden. Hierdoor is een meer betrouwbaar en zeker bedrijf van de vacuümonderbreker mogelijk.

In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vacuümonderbreker met een lager volgens de 15 onderhavige uitvinding, waarbij een opening in een tweede eindkap van de vacuümonderbreker waarin het lager wordt aangebracht kleiner is dan een buitenomtrek van het lager, omvattende het mechanisch met elkaar verbinden van de tweede eindkap en het lager door een persverbinding waarbij de persdruk in een axiale richting van de vacuümonderbreker wordt uitgeoefend. Dit maakt een eenvoudige i 20 samenbouw van de vacuümonderbreker mogelijk.

Als alternatief heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vacuümonderbreker met een lager volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een opening in een tweede eindkap van de vacuümonderbreker waarin het lager wordt aangebracht groter is dan of gelijk is aan een buitenomtrek van 25 het lager, omvattende het met elkaar verbinden van de tweede eindkap en het lager door een plastische vervorming waarbij de kracht in radiale richting van de vacuümonderbreker wordt uitgeoefend. Een dergelijke verbinding is bekend bij de deskundige, en maakt een snelle en betrouwbare mechanische verbinding mogelijk.

30 Korte beschrijving van de tekeningen

De onderhavige uitvinding zal nu in meer detail worden besproken aan de hand van een aantal voorbeelduitvoeringsvormen, met verwijzing naar de bij gevoegde tekeningen, waarin 1027591 6

Fig. 1 een doorsneeaanzicht toont van een vacutimonderbreker waarin een lager volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt toegepast;

Fig. 2 een zijaanzicht toont van een lager zoals toegepast in de vacutimonderbreker volgens Fig. 1; 5 Fig. 3 een bovenaanzicht toont van een beweegbare contactstang zoals toegepast in de vacutimonderbreker volgens Fig. 1;

Fig. 4 een onderaanzicht toont van het lager van Fig. 2;

Fig. 5 een doorsneeaanzicht toont van het lager van Fig. 4 langs de lijn V-V;

Fig. 6 een detailaanzicht toont van het lager van Fig. 4.

10

Gedetailleerde beschrijving van voorbeelduitvoeiingsvormen

In Fig. 1 is een vacutimonderbreker getoond waarin een lager 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is toegepast. Een dergelijke vacutimonderbreker kan bijvoorbeeld in drievoud worden toegepast in een driefasen 15 vacutimschakelaar, samen met een bedienmechanisme voor de drie vacuümonderbrekers. De vacutimonderbreker omvat een huis 6, bijvoorbeeld van keramisch materiaal, een vast contact 8 en een beweegbaar contact 7 en veelal voorzien van een scherm 13 om de contacten 7,8. Het vaste contact 8 wordt met behulp van een eerste eindkap 12 gasdicht bevestigd aan het huis 6, bijvoorbeeld met behulp van 20 soldeerverbindingen 10 en 11. Het beweegbare contact 7 is via een contactstang 5 bevestigd aan een balg 4, bijvoorbeeld met een soldeerverbinding aan een richel 9 van de contactstang 5. De balg 4 is gasdicht verbonden met een tweede eindkap 2, wederom bijvoorbeeld met een soldeerverbinding 3. De tweede eindkap 2 is ook gasdicht verbonden met het huis 6, waardoor de binnenruimte van de vacutimonderbreker 25 vacuüm kan blijven. De contactstang 5 wordt gelagerd in de vacutimonderbreker met behulp van het lager 1, waardoor het beweegbaar contact 7 kan bewegen in de vacutimonderbreker en de contactstang 5 in een vast gedefinieerde positie wordt gehouden.

Een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van het lager 1 is getoond in Fig. 2. Het 30 lager 1 heeft over een vooraf bepaalde axiale afstand een buitenoppervlak 15, dat voorzien is van een ruw oppervlak, bijvoorbeeld door ribbels in axiale richting van de vacutimonderbreker, zoals getoond in het detailaanzicht van Fig. 6. Het materiaal van het lager 1 is van een harder materiaal dan het materiaal van de tweede eindkap 2, dat 1027591 « 7 vaak bestaat uit koper of een koperlegering. Verder is de buitendiameter van het lager 1 groter dan de binnendiameter van de tweede eindkap 2. Bij samenbouw van de vacuümonderbreker kan het lager 1 daardoor klemvast in de tweede eindkap 2 worden geplaatst (bijvoorbeeld door persen in axiale richting), waarbij het materiaal van de 5 tweede eindkap 2 vervormd, en zorgdraagt voor een klemvaste verbinding. De klemvaste verbinding zorgt onder meer voor een weerstand tegen verdraaiing van het lager 1 rond de langsas van de vacuümonderbreker. Het materiaal van het lager 1 kan bijvoorbeeld een kunststof materiaal zijn zoals met glasgevulde PPS. Dit is een kunststof waardoor het lager 1 eenvoudig vervaardigd kan worden, bijvoorbeeld door 10 spuitgieten of verspanen. Dit materiaal heeft ook in hoofdzaak dezelfde uitzettingscoëfïïciënt als het materiaal van de tweede eindkap 2, en is bestand tegen hoge temperaturen. Hoge temperaturen kunnen optreden tijdens productie (evt. ook bij het ingieten van de vacuümonderbreker in giethars), en/of tijdens bedrijf van de vacuümonderbreker.

15 Het materiaal van het lager 1 dient ook een goede lagerwerking te waarborgen ten opzichte van het materiaal van de contactstang 5 van het beweegbare contact 7. De contactstang 5 is gemaakt van koper of een koperlegering, vanwege de vereiste goede elektrische geleidereigenschappen. Het materiaal van het lager 1 en de afwerking van het binnenoppervlak daarvan dienen een goede lagering (zo laag mogelijke wrijving, 20 liefst zonder extra smeermiddelen) te waarborgen. Alhoewel ook lagers vervaardigd uit een metaal heel goed kunnen worden toegepast en b.v. door verspanen of door een sinterprocédé kunnen worden vervaardigd is het hierboven genoemde PPS een voorbeeld van een in dit opzicht bruikbaar materiaal. In het geval dat een uit een metaal vervaardigd lager wordt toegepast is het uiteraard wel mogelijk om het lager 1 aan de 25 binnenzijde te voorzien van een smeermiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een teflon laag.

Verder is het lager 1 in de uitvoeringsvorm van Fig. 2 voorzien van zich in axiale richting uitstrekkende lichamen of vingers 16. In het onderaanzicht van het lager 1 van Fig. 4 is getoond dat de vingers 16 zich in tangentiële richting (omtreksrichting) telkens 30 uitstrekken óver een bepaalde hoek (bijvoorbeeld meer dan 60°, bijvoorbeeld 80°) en geplaatst zijn langs het binnenoppervlak van het lager 1. De vingers 16 strekken zich in samengebouwde toestand van de vacuümonderbreker in axiale richting uit over een bepaalde afstand langs de contactstang 5 van het beweegbare contact 7. Dit is 1027591 8 aanschouwelijk gemaakt in de het in Fig. 5 getoonde doorsnedeaanzicht langs de lijn V-V in Fig. 4. Door de vingers 16, die zodanig geplaatst zijn dat zij kunnen aanstoten tegen de richel 9 van de contactstang 5, is in bedrijf de slag van het beweegbare contact 7 begrensd, zodat de balg 4 niet te ver ingedrukt kan worden. Dit komt de levensduur 5 van de balg 4, en daarmee van de gehele vacuümonderbreker ten goede. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn drie vingers 16 getoond, er kunnen echter een of meer vingers 16 gebruikt worden, zolang deze niet interfereren met de geleidewerking van de groeven 18 in het lager 1.

In Fig. 3 is een bovenaanzicht getoond van de contactstang 5 van het beweegbare 10 contact 7. In het bovenaanzicht is de richel 9, waartegen de vingers 16 kunnen stoten zichtbaar. Tevens zijn aan de omtrek van de contactstang 5 van het beweegbaar contact 7 ter hoogte van het lager 1 (in samengebouwde toestand van de vacuümonderbreker) een viertal geleiders 17 aangebracht over een bepaalde lengte van de contactstang 5 van het beweegbare contact 7. De geleiders of ribben 17 hebben in radiale richting een 15 eerste afmeting, en in tangentiële richting van de contactstang 5 van het beweegbaar contact 7 een tweede afmeting.

De geleiders of uitsteeksels 17 van de contactstang 5 van het beweegbare contact 7 werken samen met een viertal uitsparingen of groeven 18 aan het binnenoppervlak van het lager 1, zoals getoond in het onderaanzicht van Fig. 4. De groeven 18 hebben 20 een vorm die congruent is aan de geleiders 17, waardoor de contactstang 5 van het beweegbare contact 7 in samengebouwde toestand van de vacuümonderbreker niet rond zijn as kan draaien. Dit heeft het voordeel dat geen torsiekrachten worden uitgeoefend op de verbinding tussen de contactstang 5 van het beweegbare contact 7 en de balg 4, en de verbinding tussen de balg 4 en de tweede eindkap 2. Hierdoor zal de balg 4 niet 25 onjuist, dat wil zeggen op torsie, worden belast en een langere levensduur hebben en het vacuüm in de vacuümonderbreker met meer betrouwbaarheid in stand blijven, waardoor tevens de levensduur van de vacuümonderbreker verlengd zal worden.

Bij het fabricageproces van een vacuümonderbreker kan de contactstang 5 van het bewegende contact 7 voor het in bedrijf nemen gestuikt worden. Dit houdt in dat 30 het beweegbare contact 7 en het vaste contact 8 met een bepaalde kracht op elkaar wordt geperst, waardoor deze korter worden. Indien dit niet wordt gedaan voor het in bedrijf nemen, zal dit proces van korter worden van de contactstangen 5 en de contacten 7, 8 zich langzaam manifesteren tijdens bedrijf, elke keer dat de 1027591 9 vacuümonderbreker wordt ingeschakeld. Hierdoor verandert de contactafstand van de vacuümonderbreker en moet deze bijgesteld worden, bijvoorbeeld met een extra bijstelmechanisme. Door het stuiken zal de contactstang 5 echter in radiale richting uitzetten (dikker worden).

5 Om ruimte te hebben voor dit stuikproces, zijn de ribben 17 en groeven 18 zodanig gedimensioneerd dat er een zekere speling mogelijk is. Bij voorkeur is er alleen een speling tussen de ribben 17 en groeven 18 in radiale richting, om eventuele uitzetting van de contactstang 5 van het beweegbare contact 7 door het stuiken op te kunnen vangen, zonder dat klemmen optreedt. Door in tangentiële richting 10 (omtreksrichting, of breedte van de ribben 17) een veel kleinere speling toe te staan, vindt er toch een goede, vrijwel torsievrije positionering van de contactstang 5 plaats. Dit effect wordt bereikt bij het gebruik van vier ribben 17 (en groeven 18), maar ook bij drie ribben 17 (en groeven 18). Bij de vacuümonderbreker die bekend is uit de stand van de techniek (DE-A-196 29 204) worden slechts twee ribben en groeven gebruikt.

15 Indien in dat geval een speling in radiale zin wordt gebruikt tussen ribben en groeven om de gevolgen van stuiken op te vangen, is geen correct en nauwkeurig centreren van het beweegbare contact mogelijk, omdat dan de contactstang heen en weer kan bewegen. Tevens zijn in de vacuümonderbreker volgens deze stand van de techniek de i groeven aangebracht op de contactstang, en is het lager voorzien van ribben. In dit 20 geval bestaat ook de kans dat door het stuiken van de contactstang de groef of uitsparing op een zodanige manier vervormt door het stuiken, dat de overeenkomstige groef tijdens bedrijf gaat klemmen, en een goede lagerwerking verstoort. Met de uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de ribben 17 zich op de contactstang 5 van het beweegbare contact 7 bevinden, en de overeenkomstige, 25 congruente groeven 18 voorzien zijn in het lager 1, levert dit effect van stuiken geen problemen op.

Het zal duidelijk zijn dat de vacuümonderbreker volgens de onderhavige uitvinding voorzien kan zijn van vier geleiders of ribben 17 en vier congruente, aan de binnendoorsnede van het lager 1 gevormde uitsparingen of groeven 18, maar ook een 30 aantal van drie of meer dan vier is mogelijk om dezelfde resultaten te bereiken.

Uiteraard is het in voorkomende gevallen ook mogelijk om de uitsteeksels of ribben 17 op het lager 1 aan te brengen, en overeenkomstig gevormde uitsparingen of groeven 18 op het beweegbare contact 5.

1027591 t 10

Het buitenoppervlak 15 van het lager 1 is zoals in Fig. 6 getoond, bijvoorbeeld voorzien van een groot aantal inkepingen. De inkepingen kunnen ronde verdiepingen zijn met scherpe randen aan de buitenzijde. Het is echter ook mogelijk om andere vormen te gebruiken, bijvoorbeeld driehoekige of trapeziumvormige inkepingen of 5 uitsteeksels, zolang maar een vervorming van het binnenoppervlak van de tweede eindkap 2 bij montage wordt bewerkstelligd, die een klemvaste verbinding van tweede eindkap 2 met het lager 1 waarborgt.

Tot slot is de vacuümonderbreker volgens de uitvinding uitstekend geschikt om met een giethars geheel omhuld en zodanig geheel geïsoleerd te zijn. Bij de 10 lagerconstructie uit DE-A-196 29 204 is dit niet mogelijk vanwege de in het lager voor een betere verende werking aangebrachte sleuven.

Door toepassing van een lager 1 volgens de uitvinding is het mogelijk om op eenvoudige wijze de mechanische verbinding tussen tweede eindkap 2 en lager 1 tot stand te brengen. De eindkap 2 wordt daarbij in een eerste werkwijze voorzien van een 15 opening die kleiner is dan de buitenomtrek van het lager 1 waarna lager 1 en eindkap 2 mechanisch met elkaar worden verbonden door een persbewerking waarbij de persdruk in axiale richting wordt uitgeoefend.

Volgens een tweede werkwijze kan de mechanische verbinding tussen eindkap 2 en lager 1 ook tot stand worden gebracht door de eindkap 2 te voorzien van een 20 opening die tenminste overeenkomt met de buitenomtrek van het lager 1 waarna lager 1 en eindkap 2 mechanisch met elkaar worden verbonden door een plastische vervorming waarbij de kracht in radiale richting wordt uitgeoefend.

Volgens een derde werkwijze kan, na mechanische verbinding van eindkap 2 en lager 1, de vacuümonderbreker worden opgebouwd door achtereenvolgens eerste 25 eindkap 12, vaste contact 8, keramisch huis 6, bewegend contact 7, contactstang 5, balg 4 en de eindkap 2 met lager 1 onder tussenvoeging van soldeermateriaal op elkaar te stapelen en in bijvoorbeeld een vacuümoven gasdicht met elkaar te verbinden. Deze werkwijze kan worden toegepast wanneer het materiaal van het lager 1 bestand is tegen de relatief hoge temperaturen die zich tijdens het productieproces kunnen voordoen. In 30 het algemeen zal een kunststof minder geschikt zijn en zal daarom een metalen lager 1 worden gekozen.

In het geval dat een kunststof lager 1 vanwege de voordelen bij het vervaardigen de voorkeur verdient voorziet de uitvinding in een vierde werkwijze waarbij 1027591 11 achtereenvolgens eerste eindkap 12, vaste contact 8, keramisch huis 6, bewegend contact 7, contactstang 5, balg 4 en tweede eindkap 2 onder tussenvoeging van soldeermateriaal op elkaar worden gestapeld en in bijvoorbeeld een vacuümoven gasdicht met elkaar worden verbonden. Het kunststof lager 1 wordt daarna in de tweede 5 eindkap 2 geplaatst en vervolgens met de tweede werkwijze mechanisch daarmee verbonden. Op deze wijze is het lager 1 niet blootgesteld aan de relatief hoge temperaturen in de vacuümoven en kan dus een kunststof worden toegepast 1027591

Claims (13)

1. Lager voor een vacuümonderbreker omvattende een huis (6), een vast contact (8) 5 dat via een eerste eindkap (12) vast is verbonden met het huis (6), en een beweegbaar contact (7) dat via een contactstang (5), een balg (4) en een tweede eindkap (2) beweegbaar is verbonden met het huis (6), waarbij het lager (1) via de tweede eindkap (2) vast is verbonden met het huis (6) en de contactstang (5) voor het beweegbare contact (7) geleidt, met het kenmerk, dat 10 het lager (1) aan een buitenomtrek (15) of de tweede eindkap (2) aan een binnenomtrek over een vooraf bepaalde afstand in axiale richting voorzien is van een oppervlakteprofiel, en het lager (1) en de tweede eindkap (2) vervaardigd zijn van een materiaal met een verschillende hardheid.

2. Lager voor vacuümonderbreker volgens conclusie 1, waarbij het lager (1) aan de buitenomtrek (15) is voorzien van het oppervlakteprofiel, en de tweede eindkap (2) aan de binnenomtrek is voorzien van een glad oppervlak.

3. Lager voor vacuümonderbreker volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tweede 20 eindkap (2) bestaat uit koper of een koperlegering.

4. Lager voor vacuümonderbreker volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij het lager (1) vervaardigd is van een materiaal dat in combinatie met het materiaal van de contactstang (5) een lage wrijvingsweerstand heeft. 25

5. Lager voor vacuümonderbreker volgens een van de conclusies 1 tot en met 4. waarbij het materiaal van het lager (1) een metaal is.

6. Lager voor vacuümonderbreker volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, 30 waarbij het materiaal van het lager (1) een metaal is en het lager via een sinterprocédé is vervaardigd. 1027591 t

7. Lager voor vacuümonderbreker volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, waarbij het materiaal van het lager (1) een kunststof materiaal is, bijvoorbeeld een glasgevuld PPS.

8. Lager voor vacuümonderbreker volgens een van de conclusies 1 tot en met 7, waarbij de contactstang (5) voorzien is van ten minste een, maar bij voorkeur drie of meer, zich in radiale richting uitstrekkende geleiders (17), en het lager (1) aan de binnenomtrek is voorzien van een met de in radiale richting uitstrekkende geleiders (17) congruente doorsnee (18). 10

9. Lager voor vacuümonderbreker volgens conclusie 8, waarbij de ten minste ene geleider (17) en de congruente doorsnee van het lager (1) een vooraf bepaalde speling hebben.

10. Lager voor vacuümonderbreker volgens conclusie 8 of 9, waarbij de ten minste ene geleider (17) is gevormd als een rib op de contactstang (5) van het beweegbare contact (7).

11. Lager voor vacuümonderbreker volgens een van de conclusies 1 tot en met 10, 20 waarbij het lager (1) verder is voorzien van een of meer zich in axiale richting van de vacuümonderbreker uitstrekkende lichamen (16), die in samenwerking met een uitstekende richel (9) op de contactstang (5) in bedrijf een maximale afstand definiëren waarover de balg (4) ingedrukt kan worden.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een vacuümonderbreker met een lager volgens een van de conclusies 1 tot met 11, waarbij een opening in een tweede eindkap (2) van de vacuümonderbreker waarin het lager(l) wordt aangebracht kleiner is dan een buitenomtrek van het lager (1), omvattende het mechanisch met elkaar verbinden van de tweede eindkap (2) en het lager (1) door een persverbinding waarbij de persdruk in 30 axiale richting van de vacuümonderbreker wordt uitgeoefend.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van een vacuümonderbreker met een lager volgens een van de conclusies 1 tot en met 11, waarbij een opening in een tweede 1027591 t fc eindkap (2) van de vacuümonderbreker waarin het lager (1) wordt aangebracht groter is dan of gelijk is aan een buitenomtrek van het lager(l), omvattende het met elkaar verbinden van de tweede eindkap (2) en het lager (1) door een plastische vervorming waarbij de kracht in radiale richting van de vacuümonderbreker wordt uitgeoefend. 5 ********* 1027591