NL1027326C2

NL1027326C2 - Binnenvaartschip voorzien van een kraan en een anti-hellingsysteem.

Info

Publication number: NL1027326C2
Application number: NL1027326A
Authority: NL
Inventors: Robertus Friedrich K Zimmerman
Original assignee: Mercurius Scheepvaart B V; Scheepwerf K Damen B V; Gemeentelijk Havenbedrijf Amst
Priority date: 2004-10-25
Filing date: 2004-10-25
Publication date: 2006-04-26

Description

Titel: Binnenvaartschip voorzien van een kraan en een anti- hellingsysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een schip voor vervoer van containers, voorzien van een romp omvattende tenminste één laadruimte.

Een dergelijk schip is reeds bekend uit de praktijk. Transport van goederen, met name containers, gaat over het algemeen voor een deel over 5 de weg en voor een deel over water. Bovengenoemd schip, waarbij dit een binnenvaartschip is, is pas concurrerend met wegtransport indien minimaal een afstand van 500 kilometer wordt afgelegd. Bij transport over water worden goederen overgeslagen via zogenaamde terminals, waarop zich kranen bevinden om te laden en te lossen. Deze overslag zorgt voor een 10 groot gedeelte van de totale transportkosten. Daarnaast is vanwege de toenemende drukte op de wegen het wegtransport steeds minder aantrekkelijk aangezien files ook kostenverhogend werken. Om transport via een binnenvaartschip aantrekkelijker te maken is het noodzakelijk de kosten te minimaliseren, zodat een binnenvaartschip ook bij kleinere 15 afstanden concurrerend kan zijn.

Het doel van onderhavige uitvinding is het verschaffen van een schip dat qua afmetingen en diepgang geschikt is voor de binnenwateren, waarbij door een reductie in de overslagkosten de totale vervoerskosten aanzienlijk kunnen worden verlaagd en waarbij het schip in staat is om aan 20 elke kade te laden en lossen ongeacht de hoogte van de kade, waarbij tegelijkertijd het schip te allen tijde in een stabiele toestand verkeert.

De uitvinding verschaft hiertoe een schip van het in de aanhef beschreven type, dat wordt gekenmerkt doordat het schip een binnenvaartschip is, dat is voorzien van een kraan en waarbij het schip een 25 anti-hellingsysteem heeft.

1027326 2

Een aldus uitgerust binnenvaartschip kan zelfstandig containers laden en lossen aan een willekeurige kade met een willekeurige hoogte ten opzichte van de waterspiegel. Dit brengt met zich mee dat het binnenvaartschip niet afhankelijk is van een overslagterminal, wat 5 resulteert in lagere overslagkosten. Zeker voor bedrijven die aan het water of in de buurt van water gevestigd zijn brengt het een kostenvoordeel met zich mee indien er zelfstandig geladen en gelost kan worden. Ook qua tijd levert dit een voordeel op. Derhalve verschaft de uitvinding een bijzonder flexibele en kostensparende transportmogelijkheid over water.

10 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de kraan een vast met het schip verbonden roteerbare zwenkkraan. Verder is de vaste kraan bij voorkeur voorzien van een voet die is bevestigd op het onderste dek van het binnenvaartschip. Dit brengt met zich mee dat het zwaartepunt van het binnenvaartschip tijdens laden of lossen te allen tijde zo laag 15 mogelijk ligt, wat gunstig is voor de stabiliteit van het binnenvaartschip.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding heeft de vaste kraan een reikwijdte die bijna de gehele lengte van tenminste een laadruimte van het binnenvaartschip overbrugt. Tevens heeft de kraan een groot bereik op de kade en kan deze grote hoogteverschillen overbruggen. De 20 kraan kan vanaf de kade of uit een ander schip dat evenwijdig aan het binnenvaartschip ligt containers oppakken en in het eigen schip plaatsen, waarbij zelfs kades met een hoogteverschil van 8 meter ten opzichte van de waterlijn geen probleem vormen.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de kraan 25 voorzien van een besturing die is ingericht voor het bepalen van de belasting van de kraan en voor het aansturen van het anti-hellingsysteem in afhankelijkheid van die belasting, zodanig dat het schip zijn stabiele positie behoudt. Indien de kraan, met of zonder een zware container, richting de kade draait zal het zwaartepunt van het binnenvaartschip verplaatsen 30 waardoor een kanteling van het schip logisch lijkt. Om dit te voorkomen is 1027326 3 het binnenvaartschip voorzien van een aanpasbaar anti-hellingsysteem om tijdens laden en lossen de dwarsscheepse stabiliteit te verzekeren. De besturing van de kraan zal een signaal afgeven naar het anti-hellingsysteem waarna dit systeem in werking treedt.

5 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding heeft het binnenvaartschip een grotere breedte dan 11,45 meter. Dit brengt met zich mee dat in de laadruimte van het binnenvaartschip vier palletwide containers in de breedterichting naast elkaar plaatsbaar zijn. Palletwide containers hebben een grotere breedte dan 2,50 meter, waarbij dit de 10 breedte is van een gebruikelijke standaard container. Een palletwide container is geschikt om pallets voorzien van goederen te vervoeren. Het binnenvaartschip omvat de grotere totale breedte van de vier palletcontainers en daarnaast een gangboordbreedte die kleiner is dan de standaard gangboordbreedte van 60 centimeter, waardoor het 15 binnenvaartschip volgens de uitvinding moeiteloos door sluizen en bruggen kan, die over een standaardbreedte van 12 meter beschikken. In verband met veiligheidsaspecten strekt een reling zich uit aan de bovenzijde langs de buitenste omtrek van de gangboorden van het binnenvaartschip.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat het anti-20 hellingsysteem tenminste één gesloten kringsysteem, waarin water in beide richtingen rondgepompt kan worden. Tevens is het anti-hellingsysteem voorzien van één of meer pompen, bij voorkeur omkeerbare axiaalpompen. Daarnaast omvat het anti-hellingsysteem één of meer contragewichten, waarbij deze verplaatsbaar zijn via een hydraulisch aangedreven cilinder in 25 de breedterichting van stuurboord naar bakboordzijde van het schip. Het anti-hellingsysteem is verder voorzien van met water vulbare ballastruimten die zich onder de gangboorden bevinden, waarbij deze zich uitstrekken aan de buitenste zijdes van de laadruimten. De contragewichten en de ballastruimten werken samen om de stabiliteit van het 30 binnenvaartschip in stand te houden. Hierbij zal er water heen en weer 1027326 4 worden gepompt door de kringsystemen, waarbij water uit de ballastruimten onder de gangboorden gebruikt wordt. Tevens zullen de contragewichten in de breedterichting over het binnenvaartschip verplaatst worden. Voordeel van het anti-hellingsysteem zoals hierboven beschreven, is 5 dat de verplaatsing van het zwaartepunt van het binnenvaartschip te allen tijden wordt gecompenseerd door verplaatsing van water uit de ene ballastruimte naar de andere en door verplaatsing van de contragewichten in de breedterichting van het schip. Dit garandeert een stabiele ligging tijdens laden en lossen, waarbij het anti-hellingsysteem zich steeds snel 10 aanpast aan de situatie, althans aan het aantal containers op het schip en de locatie daarvan en tegelijkertijd aan de bewegingen van de kraan inclusief of exclusief een daaraan hangende container.

Naast het hierboven beschreven binnenvaartschip heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het verwerken van containers, onder 15 gebruikmaking van bovengenoemd binnenvaartschip, waarbij het schip een pendeldienst onderhoudt tussen tenminste één producent die gevulde containers aanlevert en tenminste één centraal lospunt alwaar gevulde containers worden gelost. Dit brengt met zich mee dat doordat de pendeldienst een vast traject omvat en het binnenvaartschip zelf zorg 20 draagt voor het laden en lossen deze werkwijze een gunstig effect heeft op de totale transportkosten.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding laadt het de pendeldienst onderhoudende schip tevens lege containers bij het lospunt en lost deze bij de tenminste ene producent die op de pendeldienst is 25 aangesloten. Dit heeft als voordeel dat de pendeldienst efficiënt is ingericht, daar het schip op deze wijze zo min mogelijk vaarten maakt en tegelijkertijd zo veel mogelijk containers vervoert.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding onderhoudt de pendeldienst een vast traject met vaste laad- en lostijden. Hierdoor weten 30 aangesloten bedrijven exact wanneer ze de goederen op de kade moeten 1027326 5 hebben gezet. Het binnenvaartschip kan op deze wijze in een klein gebied rondvaren en volgens een vast schema een aantal relaties aandoen, zodat het binnenvaartschip toch op een klein traject rendabel kan zijn.

5 De onderhavige uitvinding zal aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de verschillende figuren verder worden verduidelijkt:

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van het binnenvaartschip

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van het onderste dek van het 10 binnenvaartschip

Figuur 3 toont een langsdoorsnede van het binnenvaartschip

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van het binnenvaartschip, waarbij deze met de stuurboordzijde langs een kade ligt om containers te laden en te lossen.

15

Figuur 1 toont een binnenvaartschip 1, omvattende een boeggedeelte 2, een motor- of besturingsgedeelte 3, een voorste laadruimte 4, een achterste laadruimte 5 en een vaste kraan 6. De kraan 6 bevindt zich tussen de voorste en de achterste laadruimte en reikt in liggende toestand 20 uit over de gehele lengterichting van de voorste laadruimte 4 maar ook indien 180° gedraaid over de gehele lengterichting van de achterste laadruimte 5.

In figuur 2 is te zien dat de vaste kraan 6 tussen beide laadruimten is bevestigd waarbij de basis of voet van de kraan 6a op het onderste dek 7 25 van het binnenvaartschip 1 is geplaatst, waarbij deze centraal ten opzichte van de langshartlijn van het schip is gepositioneerd. Het onderste dek 7 is verstevigd door middel van een frameconstructie waardoor optimale krachtdoorgeleiding wordt verkregen. De kraan zou in een andere uitvoeringsvorm ook een telescopische zwenkarm kunnen omvatten. Van 30 belang is echter dat een zo groot mogelijk gedeelte van het gewicht van de 1027326 6 kraan zich zo laag mogelijk in het schip bevindt en dat de bovenbouw van de kraan zo licht mogelijk is. Tussen de kraan 6 en de voorste laadruimte 4 en tussen de kraan 6 en de achterste laadruimte 5 bevinden zich twee contragewichten 8, die in een breedterichting 9 ten opzichte van het 5 binnenvaartschip 1 verplaatsbaar zijn over een kettingsysteem 10. Dit zou ook een andersoortig systeem kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld hydraulisch aangedreven cilinders. Deze contragewichten 8 zijn onderdeel van het anti-hellingsysteem 11. Verder omvat het anti-hellingsysteem twee gesloten kringsystemen 12, waarin water in beide richtingen rondgepompt kan 10 worden door middel van de omkeerbare axiaalpompen 13 die zich op elk gedeelte van elke dwarsrichting 14 van het kringsysteem bevinden. De heen en weer in dwarsrichting van het schip verplaatsbare contragewichten kunnen ook elders in het schip zijn opgesteld. Ook de pompen kunnen elders zijn opgesteld.

15 Verder is duidelijk te zien dat een gesloten kringsysteem 12 zich uitstrekt rondom de buitenste omtrek van een laadruimte, waarbij een eerste gedeelte van het kringsysteem zich uitstrekt langs de bakboordzijde 15, waarbij een tweede gedeelte loopt in de dwarsrichting van bakboordzijde naar stuurboordzijde 14a, waarbij een derde gedeelte zich uitstrekt langs de 20 stuurboordzijde 16, waarbij een vierde gedeelte loopt in de dwarsrichting van stuurboordzijde naar bakboordzijde 14b.

Figuur 3 toont een langsdoorsnede van het binnenvaartschip 1, waarin duidelijk is te zien dat de voet van de kraan 6a op het onderste dek 7 van het schip is bevestigd. Daarnaast toont figuur 3 dat de zwenkarm 6b 25 van de kraan 6 in rusttoestand de plaats van enkele containers inneemt, waarbij de zwenkarm zich gedeeltelijk tussen de twee buitenste rijen van de 3e en 4e laag containers bevindt. Ook zijn de contragewichten 8 aan weerszijden van de kraan te zien. De contragewichten 8 zijn verplaatsbaar via een kettingsysteem 10 in de breedte richting 9 van het 30 binnenvaartschip. Tussen het kettingsysteem 10 en het contragewicht 8 1027326 7 bevindt zich een anti-wrijvingsmiddel dat het verplaatsen vereenvoudigt, zoals bijvoorbeeld teflon. In het licht van de uitvinding zou het natuurlijk ook een andersoortige voorziening kunnen zijn die de contragewichten verplaatsbaar maakt.

5 In figuur 4 is een dwarsdoorsnede te zien van het binnenvaartschip, waarbij het binnenvaartschip een breedte heeft van 11,55 meter. Het schip ligt met de stuurboordzijde 16 langs de kade 17 om palletwide containers 18, die een breedte hebben van 2,55 meter, te lossen. De kraan 6 heeft een reikwijdte van 30 meter, waarover deze een gewicht 10 van 30 ton kan verplaatsen. Ook het overbruggen van een kade van 8 meter ten opzichte van de waterspiegel is daardoor geen probleem. In deze figuur is duidelijk te zien dat wanneer de kraan 6 naar stuurboordzijde is weggedraaid de contragewichten 8 zich aan bakboordzijde bevinden. In de situatie van figuur 4 is het kringsysteem in werking getreden en daartoe 15 hebben de axiaalpompen 13 water 19 vanuit de ballastruimten 20 aan stuurboordzijde naar bakboordzijde gepompt. De voorkeurspompen zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld hebben elk een waterverplaatsingscapaciteit van 4000m3/uur. Door bij laden en lossen als eerste de ballastruimte aan de tegenovergestelde zijde van de laad-los zijde te vullen met water en 20 vervolgens de contragewichten zo te positioneren dat het schip horizontaal ligt, blijft het schip stabiel. Zodra de kraan wordt gedraaid, verplaatsen de gewichten en wordt eventuele instabiliteit van het schip op elk moment gecompenseerd. In deze dwarsdoorsnede zijn ook de gangboorden 21 te zien, die in dit uitvoeringsvoorbeeld een breedte hebben van 50 centimeter en die 25 voorzien zijn van een reling 22 in verband met veiligheid, waarbij deze reling zich uitstrekt aan de bovenzijde van het binnenvaartschip langs de buitenste omtrek van de gangboorden.

Het moge duidelijk zijn dat niet alleen bovenstaand uitvoeringsvoorbeeld binnen het raam van de uitvinding valt. Zo heeft 30 onderhavige uitvinding ook betrekking op soortgelijke binnenvaartschepen 1027326 8 waarbij de kraan anders is gepositioneerd op het binnenvaartschip en ook op binnenvaartschepen waarbij de kraan is aangepast aan het type schip en de verschillende soorten te vervoeren lading. Ook dergelijke binnenvaartschepen waarbij de afzonderlijke elementen van het anti-5 hellingsysteem anders zijn geplaatst vallen binnen het bereik van de uitvinding.

1027326

Claims

1. Schip voor vervoer van containers, voorzien van een romp omvattende tenminste één laadruimte, met het kenmerk dat het schip een binnenvaartschip is, dat is voorzien van een kraan en waarbij het binnenvaartschip een anti-hellingsysteem heeft.

2. Binnenvaartschip volgens conclusie 1, waarbij de kraan een vast met het schip verbonden roteerbare zwenkkraan is.

3. Binnenvaartschip volgens conclusie 2, waarbij de kraan is voorzien van een voet die is bevestigd op het onderste dek van het binnenvaartschip.

4. Binnenvaartschip volgens conclusie 3, waarbij het onderste dek is 10 verstevigd door middel van een frameconstructie, zodanig dat een optimale krachtdoorgeleiding wordt verkregen.

5. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kraan centraal ten opzichte van de langshartlijn van het schip is gepositioneerd.

6. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de vaste kraan een reikwijdte heeft die de gehele lengte van tenminste een laadruimte van het binnenvaartschip overbrugt.

7. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de vaste kraan een grotere hoogteoverbrugging heeft ten opzichte van de 20 waterspiegel dan 8 meter.

8. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kraan zich tussen een voorste en een achterste laadruimte bevindt.

9. Binnenvaartschip volgens conclusie 8, waarbij de krasui een kraanarm heeft met een zodanige lengte dat deze over de gehele 25 lengterichting van de voorste en de achterste laadruimte kan reiken. 1027326

10. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kraan een reikwijdte van 30 meter heeft waarover deze een gewicht van 30 ton kan verplaatsen.

11. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 5 de kraan een telescopische zwenkarm heeft.

12. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kraan is voorzien van een besturing die is ingericht voor het bepalen van de belasting van de kraan en voor het aansturen van het anti-hellingsysteem in afhankelijkheid van die belasting, zodanig dat het schip 10 zijn stabiele positie behoudt.

13. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij deze een grotere breedte heeft dan 11,45 meter.

14. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij deze een breedte heeft van 11,55 meter.

15. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de containers palletwide containers zijn.

16. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de containers een grotere breedte hebben dan 250 centimeter.

17. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 20 de containers een breedte hebben van 255 centimeter.

18. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij vier palletwide containers naast elkaar in de breedterichting van de laadruimte plaatsbaar zijn.

19. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 25 deze een gangboord met een kleinere breedte dan 60 centimeter omvat voorzien van een reling die zich uitstrekt aan de bovenzijde langs de buitenste omtrek van de gangboorden van het binnenvaartschip.

20. Binnenvaartschip volgens conclusie 19, waarbij de breedte van het gangboord 50 centimeter is. 1027326

21. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het anti-hellingsysteem voorzien is van één of meer pompen.

22. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het anti-hellingsyteem één of meer, in breedterichting van het schip 5 verplaatsbare contragewichten omvat.

23. Binnenvaartschip volgens conclusie 22, waarbij de contragewichten verplaatsbaar zijn via een hydraulisch aangedreven cilinder in de dwarsrichting van stuurboord naar bakboordzijde van het schip en vice versa.

24. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het anti-hellingsysteem tenminste één gesloten kringsysteem omvat, waarin water in beide richtingen rondgepompt kan worden.

25. Binnenvaartschip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het gesloten kringsysteem zich uitstrekt rondom de buitenste omtrek van 15 een laadruimte, waarbij een eerste gedeelte van het kringsysteem zich uitstrekt langs de bakboordzijde, waarbij een tweede gedeelte loopt in de dwarsrichting van bakboordzijde naar stuurboordzijde, waarbij een derde gedeelte zicht uitstrekt langs de stuurboordzijde, waarbij een vierde gedeelte loopt in de dwarsrichting van stuurboordzijde naar bakboordzijde. 20

26. Binnenvaartschip volgens conclusie 25, waarbij elk gedeelte in elke dwarsrichting een omkeerbare axiaalpomp omvat.

27. Binnenvaartschip volgens conclusie 26, waarbij de met water vulbare ballastruimten van het anti-hellingsysteem zich onder de gangboorden bevinden, waarbij deze zich uitstrekken aan de buitenste 25 zijdes van de laadruimten.

28. Werkwijze voor het verwerken van containers, onder gebruikmaking van een schip volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het schip een pendeldienst onderhoudt tussen tenminste één producent die gevulde containers aanlevert en tenminste één centraal 30 lospunt alwaar gevulde containers worden gelost. 1027326

29. Werkwijze volgens conclusie 28, waarbij het de pendeldienst onderhoudende schip tevens lege containers laadt bij het lospunt en lost bij de tenminste ene producent die op de pendeldienst is aangesloten.

30. Werkwijze volgens één der conclusies 28-29, waarbij de 5 pendeldienst een vast traject met vaste laad- en lostijden onderhoudt. 102732Θ