NL1027204C2 - Behuizing. - Google Patents

Description

» I

BEHUIZING

5 De onderhavige uitvinding betreft een behuizing van een component van een systeem voor luchtbehandeling, zoals een koeler of een condensor van een airco-systeem, welke behuizing althans een frame met ten minste zijwanden en luchtdoorgangen voor doorlating van een luchtstroom langs de 10 component omvat.

Dergelijke behuizingen zijn algemeen bekend.

Bijvoorbeeld is in de Europese octrooiaanvrage 1.239.255 een behuizing geopenbaard.

De bekende behuizing vertoont als nadeel, dat in het 15 bijzonder zijwanden daarvan met omslachtige, complexe en kostbare productieprocessen moeten worden geproduceerd. Zo zijn aan de zijwanden allerlei richels, aanslagen en kanalen gevormd, in het bijzonder door het meervoudig en complex omkanten van oorspronkelijk vlakke of platte plaatvormige 20 elementen. In samenstel als behuizing zijn deze vlakke of platte plaatvormige elementen derhalve zwaar bewerkt, hetgeen de structurele integriteit daarvan niet ten goede komt. De stijfheid en de sterkte van de bekende behuizingen moet dan ook worden verhoogd door bijvoorbeeld kokerprofielen of bui-25 zen toe te voegen, die als steun moeten dienen.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd de nadelen van de bovengenoemde techniek te verhelpen of althans aanzienlijk te verminderen, waartoe een behuizing volgens de ! onderhavige uitvinding zich onderscheidt doordat het frame 30 ten minste één in hoofdzaak vlak, plaatvormig element en ten minste één langgerekte profiel omvat, waarbij het profiel langs het plaatvormige element is aangebracht. Aldus kunnen de van het frame vereiste functies in het profiel worden 10272D4

J I

.._2_ verwezenlijkt en kunnen de bewerkingen aan de vlakke, plaatvormige elementen nagenoeg achterwege blijven, die anders volgens de bekende techniek nodig waren om de gewenste functies van de behuizing tot stand te brengen. Gedacht kan wor-5 den aan een steun voor het daarop dragen van de component, etc. Volgens de onderhavige uitvinding is ten opzichte van de bekende techniek aldus een aanzienlijke verbetering verwezenlijkt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een behui-10 zing volgens de uitvinding de eigenschap, waarbij ten minste één van de profielen een klemorgaan omvat voor selectieve aangrijping van een rand van het plaatvormige element. Aldus kan de onderlinge samenhang tussen de profielen en het plaatvormige element worden geoptimaliseerd en zo aldus eveneens 15 de stijfheid en sterkte van de behuizing, zonder verdere behoefte aan steunbuizen of andere soortgelijke verstevi-gingsmaatregelen. In een dusdanige uitvoeringsvorm kan het klemorgaan fixeermiddelen omvatten, welke kunnen dienen voor het fixeren aan elkaar van het plaatvormige element en de 20 profielen. Ook hierdoor wordt bijgedragen aan een hogere stijfheid en sterkte van de behuizing.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vertoont een behuizing de eigenschap dat ten minste één van de profielen in de lengte daarvan een doorlopende holte om-25 vat. In het bijzonder kan het dan een extrusieprofiel van bijvoorbeeld aluminium betreffen, waarbij de holte daarin dient voor materiaalbesparing zonder in wezenlijke mate afbreuk te doen aan de stijfheid en sterkte van de profielen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de stijfheid en sterk-30 te van de profielen echter nog geoptimaliseerd door gebruik te maken van ten minste één verstevigingsribbe in de holte.

In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een behuizing volgens de onderhavige uitvinding de eigenschap, dat ten t027204 3

I I

minste één van de profielen een buitenwaarts ten opzichte van de lengte daarvan uitstekende aanslag omvat voor het dragen of insluiten van de component. Bij voorkeur is een dergelijke aanslag een integraal onderdeel van het betreffende van de 5 profielen en is met de profielen mee geproduceerd, in het bijzonder (doch niet uitsluitend) geëxtrudeerd. In een ten opzichte van de component in hoofdzaak symmetrische configuratie van de behuizing kan een dergelijke aanslag ook dienen om de component in de behuizing aan de bovenzijde daarvan 10 niet te dragen maar in te sluiten, tezamen met een andere aanslag aan een tegenovergelegen profiel, die wel de component in hoofdzaak kan dragen.

In een uitvoeringsvorm met verstevigingsribben in een holte en een in de lengterichting van het profiel uitstekende 15 aanslag is het gunstig, als de aanslag en de verstevigings-ribbe in eikaars verlengde liggen. Daarmee kan de draagkracht of vasthoudkracht van de aanslag worden geoptimaliseerd, doordat op de aanslag werkende krachten worden verdeeld over de holte insluitende delen van het profiel, alsmede over de 20 verstevigingsribbe in het binnenste van die holte.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een behuizing volgens de onderhavige uitvinding de eigenschap, dat ten minste één van de profielen één of meer in de lengterichting daarvan verlopende, buitenwaarts geopende, over-25 kraagde holte omvat voor montage daarin van selectief stelbare koppelmiddelen, zoals de koppen van hamerkopbouten. Door het gebruik van dergelijke koppelmiddelen zijn staanders of benen van de behuizing, waarin de component in gebruikstoe-stand is gemonteerd, ook eenvoudig stelbaar. Hierbij wordt 30 benadrukt, dat dergelijke behuizingen met daarin componenten veelal op daken van gebouwen worden opgesteld en instelbaar-heid van de staanders of poten daarbij bijzonder gunstig kan zijn, in samenhang met plateau's of verstevigingsplatforms, 1027204

1 I

4 waarop die behuizingen met daarin componenten dan moeten worden gepositioneerd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kan een behuizing volgens de onderhavige uitvinding de eigenschap ver-5 tonen, dat ten minste één van de profielen één of meer in de lengterichting daarvan verlopende, buitenwaarts geopende holte omvat voor montage daarin van selectief te bekrachtigen montagemiddelen, zoals de draadeinden van schroeven of bouten. De instelbaarheid daarvan is wellicht als minder opti-10 maal aan te merken, doch in dergelijke open holtes kunnen montagemiddelen worden aangebracht voor het monteren van componenten, waarvan de stelbaarheid minder cruciaal is dan die, welke samenhangt met bijvoorbeeld poten of staanders, zoals dekplaten, overkappingen, etc., waarvan aldus de monta-15 ge minder sterk afhankelijk is van de omgeving in gebruik van j de behuizing volgens de onderhavige uitvinding.

De uitvinding zal hieronder nader worden verduide- | lijkt aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weer- j gegeven uitvoeringsvorm, welke hieronder bij wijze van niet- i 20 limitatief voorbeeld zal worden beschreven, waarbij in de tekeningen gelijke of soortgelijke componenten en onderdelen zullen worden aangeduid met dezelfde referentienummers, en waarin: j fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een i 25 behuizing volgens de onderhavige uitvinding in samengestelde toestand; fig. 2 de behuizing van fig. 1 toont in uiteengenomen of geëxplodeerd aanzicht; fig. 3 met fig. 4 een detailaanzicht toont van de 30 behuizing volgens fig. 1 en 2; en fig. 5 een ander detail toont van de behuizing volgens fig. 1 en 2.

1077204 5

In fig. 1 is een behuizing 1 volgens de onderhavige uitvinding getoond. In fig. 2 is weergegeven, dat daarin een condensor 2 als component, waarvoor de behuizing dient, is aangebracht. Er kan echter evenwel een behuizing voor een 5 koeling zijn verwezenlijkt volgens de onderhavige uitvinding. De condensor 2 is aangebracht tussen twee montageplaten 3 en is op een (niet getoond) systeem voor luchtbehandeling aangesloten via aansluitingen 4.

De behuizing 1 zelf omvat zijwanden 5, die op een 10 hieronder nader te beschrijven wijze zijn samengesteld met dekplaten 6, waarin luchtgaten 7 zijn aangebracht, en met overkappingen 8, welke onderdelen in samengestelde toestand staan op staanders 9, die op een eveneens hieronder nader te beschrijven wijze aan de zijwanden 5 zijn aangebracht.

15 De zijwanden 5 omvatten in hoofdzaak als twee langge rekte hoekprofielen 10 vormgegeven profielen met daartussen een in hoofdzaak vlak, plaatvormig element 11, dat door de hoekprofielen 10 is ingesloten op een eveneens hieronder nader te beschrijven wijze.

20 In fig. 3 is getoond, dat het hoekprofiel 10, dat bij voorkeur een geëxtrudeerd profiel van bijv. aluminium is, voor aangrijping van het plaatvormige element 11 een klemor-gaan 12 omvat. Dit klemorgaan omvat een kort been 13 en een lang been 14 met een aanslag 15, waar het plaatvormige ele-25 ment 11 tegen rust, daarbij de neiging hebbend om te kantelen en zich tegen het korte been 13 te drukken. Bij het tegenovergelegen hoekprofiel is een soortgelijke of dezelfde configuratie van het hoekprofiel 10 verwezenlijkt. Het klemorgaan 12 omvat fixeermiddelen in die zin, dat een punt aan het 30 korte been 13 is aangebracht, die zich uitstrekt in de richting van het plaatvormige element 11, en als gevolg van de neiging van de plaatvormige elementen 11 om te kantelen om de aanslag 15 heen wordt de punt 16 in het plaatvormige element in 9720*4 6 11 gedrukt. Opgemerkt wordt, dat de punt 16 ook een scherpe richel of iets soortgelijks kan zijn.

Verder omvat het hoekprofiel 10 een holte 17, welke door materiaal van het hoekprofiel 10 is omsloten. In het 5 binnenste van de holte 17 bevinden zich verstevigingsribben 18 en de combinatie van een holte 17 met verstevigingsribben 18 daarin verzekert een adequate stijfheid en sterkte van het hoekprofiel 10 voor het beoogde doel van het opspannen van een behuizing voor de beoogde componenten.

10 Het hoekprofiel 10 omvat tevens een buitenwaarts geopende holte, die zich uitstrekt in de lengterichting van het hoekprofiel 10. Daarin kunnen montagemiddelen worden aangebracht, zoals bouten 20 of als alternatief ook schroeven, waartoe de holte 19 aan de binnenzijde geprofileerd of 15 geribbeld is. De bouten 20 als montagemiddelen, kunnen dienen voor montage van de overkapping 8, zoals die in fig. 1 en fig. 2 duidelijk is weergegeven, en eveneens voor het aanbrengen van dekplaten 6.

Verder omvatten de hoekprofielen 10 ook een tweetal 20 buitenwaarts geopende, overkraagde holtes 21. Daarin kunnen hamerkopbouten 22 of andere selectief stelbare koppelmiddelen worden aangebracht. Daarmee kunnen de montageplaten 3 van de als condensor 2 vormgegeven component worden gemonteerd aan de benen 23 daarvan.

25 Tevens zijn aan de hoekprofielen 10 richels 24 aang ebracht, die functioneren als aanslag voor het dragen of inklemmen van de als condensor 2 vormgegeven component en de bijbehorende montageplaten 3. Ten minste één van deze richels 24, die een aanslag vormt, strekt zich uit in het verlengde 30 van een verstevigingsribbe 18 om een optimale krachtverdeling te verwezenlijken, als de als condensor 2 vormgegeven component hierop rust.

1027204 7

Tot slot wordt opgemerkt, dat zoals in fig. 5 is getoond, de staander 9 middels hamerkopbouten 22 in de over-kraagd geopend holte 21 aan de hoekprofielen 10 te monteren zijn. Daartoe omvat de staander een doorgang 25 voor doorvoer 5 daardoorheen van een moer 26 en desgewenst een ring 27 om die op het draadeinde van de hamerkopbout 22 te schroeven.

In montage, waar stelbaarheid van groter belang is, wordt gebruik gemaakt van overkraagd geopende holtes 21. Dit is bijvoorbeeld wenselijk in het geval van de staanders 9, 10 omvat op voorhand vaak onduidelijk is, waar deze afdoende ondersteuning krijgen bij plaatsing van een behuizing 1 volgens de onderhavige uitvinding, bijvoorbeeld op het dak van een gebouw. Verder worden tevens in hoge mate stelbare kop-pelmiddelen gebruikt voor het aanbrengen van de montageplaten 15 3, die behoren bij de condensor 2, omvat daarbij een grotere keuzevrijheid bestaat voor een in een specifieke toepassing gewenst type condensor 2. Er kan een grotere of een kleinere condensor wenselijk zijn en afhankelijk hiermee kan de monta-geplaat gemakkelijk worden gekoppeld met de hoekprofielen op 20 een daarbij behorende positie langs de lengte van de hoekpro-fielen 10. Echter, waar stelmogelijkheden van minder groot belang zijn, kan gebruik worden gemaakt van de open holtes 19, waarin schroeven of bouten 20 gedraaid kunnen worden, zoals in het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld voor 25 het monteren van overkappingen 8 en dekplaten 6. De holte 17 dient in hoofdzaak voor het verschaffen van een stevige basis aan de hoekprofielen 10.

Het zal na het voorgaande duidelijk zijn voor de vakman, dat binnen het kader van de onderhavige uitvinding, 30 zoals dat is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, diverse aanvullende en alternatieve mogelijkheden en uitvoeringsvormen denkbaar zijn, die allen moeten worden beschouwd als uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, voor in?72ff4 8

1 ' I

zover deze niet afwijken van de definities volgens de conclusies of de geest daarvan.

Zo kunnen alternatieve en aanvullende uitvoerings-voorbeelden nog verdere montagemogelijkheden kennen, bijvoor-5 beeld ook voor het koppelen van de aansluitingen 4 met hoek-profielen 10, en kunnen rondom hamerkopbouten worden toegepast, en dus ook voor het monteren van dekplaten 6 en monta-geplaten 3. Verder kunnen andere staanders 9 worden gebruikt dan die, welke in de figuren zijn getoond, bijvoorbeeld rech-10 te staanders in plaats van de schuin naar elkaar georiënteerde staanders 9 in de figuren, die echter wel een zo klein mogelijke basis bieden voor het plaatsen van de behuizing 1. Van groot belang is, dat er nauwelijks bewerkingen nodig zijn aan de zijwanden vormende of in ieder geval afsluitende 15 plaatvormige elementen 11, en dat door het gebruik van de hoekprofielen 10 een eenvoudige montage van overige componenten mogelijk is, waarbij het samenstel van de hoekprofielen 10 met de plaatvormige elementen 11 in hoofdzaak als basis dient voor het daaraan monteren van die overige componenten, 20 meer in het bijzonder aan de hoekprofielen 10. De verschuifbaarheid of instelbaarheid van de diverse aanvullende componenten en elementen, zoals de staanders 9 is zeer relevant, doch niet essentieel of cruciaal, maar wel zeer wenselijk. Verder is het mogelijk om een uitvoeringsvorm te verwezenlij-25 ken met onderling verschillende profielen of met aan één of meer dan één zijde van de behuizing slechts een enkel (hoek)profiel dat dan ook kan dienen voor het daarop laten steunen of daaraan laten hangen van de component. Ook kunnen in de zijwanden van de behuizing profielen worden verwerkt, 30 die dan tussen profielen langs de hoogte of lengte van een plaatvormig element vormen, in de plaats van de specifieke hoekprofielen bij de in de figuren getoonde en hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

1027204

Claims (9)

1. Behuizing van een component van een systeem voor 5 luchtbehandeling, zoals een koeler of een condensor van een airco-systeem, welke behuizing althans een frame met ten minste zijwanden en luchtdoorgangen voor doorlating van een luchtstroom langs de component omvat, waarbij het frame ten minste één in hoofdzaak vlak, plaatvormig element en ten 10 minste één langgerekte profiel omvat, waarbij het profiel langs het plaatvormige element is aangebracht.

2. Behuizing volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van de profielen een klemorgaan omvat voor selectieve aangrijping van een rand van het plaatvormige element.

3. Behuizing volgens conclusie 2, waarbij het klemor gaan fixeermiddelen omvat.

4. Behuizing volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij ten minste één van de profielen in de lengte daarvan doorlopende gesloten holte omvat.

5. Behuizing volgens conclusie 4, waarbij in de holte ten minste één verstevigingsribbe is aangebracht.

6. Behuizing volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de profielen een buitenwaarts ten opzichte van de lengte daarvan uitstekende 25 aanslag omvat voor het dragen of insluiten van de component.

7. Behuizing volgens conclusies 5 en 6, waarbij de aanslag en de verstevigingsribbe in eikaars verlengde liggen.

8. Behuizing volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de profielen één of 30 meer dan één in de lengte daarvan verlopende, buitenwaarts geopende, overkraagde holte omvat voor montage daarin van selectief stelbare koppelmiddelen, zoals de koppen van hamer-kopbouten. 10272,04 * >| «

9. Behuizing volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de profielen één of meer dan één in de lengte daarvan verlopende, buitenwaarts j geopende holte omvat voor montage daarin van selectief te 5 bekrachtigen montagemiddelen, zoals de draadeinden van schroeven of bouten. 1 0 272,04