NL1027095C2

NL1027095C2 - Method is for singly harvested flower cultivation, such as Chrysanthemums, Lisianthus and Matricaria and involves plant being accommodated in mobile container incorporated in system for automated changeover of plants

Info

Publication number: NL1027095C2
Application number: NL1027095A
Authority: NL
Inventors: Piet Kloosterhuis; Willem Kemmers
Original assignee: Logiqs Agro B V
Priority date: 2004-09-23
Filing date: 2004-09-23
Publication date: 2006-03-27

Abstract

The method is for singly harvested flower cultivation, such as Chrysanthemums, Lisianthus and Matricaria and involves the plant being accommodated in a mobile container (8') incorporated in a system for automated changeover of plants. The containers during the growing period of the plants are automatically placed at a mutual distance from each other. Four separate spaces are provided preferably for the growing periods of the cut flowers. During the growing period are accommodated in a carrier which holds between 10 and 20 containers. The plant during its growing period, preferably when it reaches a height of approximately 25 cm, is provided with a support, preferably gauze. A specific watering system is developed in the form of a throughflow space (16) aided by a perforated dividing wall (17). Also a substrate space (15) for root growth is provided per plant.

Description

WERKWIJZE EN KASINRICHTING VOOR DE TEELT VAN EENMALIGE SNIJBLOEMEN 5METHOD AND CASH EQUIPMENT FOR CULTIVATION OF ONE-TIME CUT FLOWERS 5

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem en een kasinrichting voor de teelt van eenmalig oogstbare snijbloemen, zoals weergegeven in het kenmerkend deel van de navolgende conclusie 1.The present invention relates to a system and a greenhouse device for the cultivation of one-time harvestable cut flowers, as shown in the characterizing part of the following claim 1.

Dergelijke systemen zijn algemeen bekend. De systemen gaan uit van voor de 10 “volle grondteelf, zij het, althans doorgaans, in een kasklimaat. Ook wordt in de praktijk hiertoe wel eens een afdichtlaag op de kasvloer aangebracht en wordt hier vervolgens substraat op aangebracht. Het bekende teeitsysteem heeft als nadeel dat het gewas niet alleen bewerkelijk is, maar ook een vaste positie heeft en derhalve in elk geval zeer moeizaam te automatiseren zou zijn, zoals dat wel bekend is van 15 overige kasgewassen. Bijgevolg is de teelt van dergelijke gewassen verhoudingsgewijs onvoldoende economisch. Bij de overige kasgewassen staat het gewas op substraat of in potten in zogenaamde gewashouders, welke in de kas gedragen en automatisch voortbewogen kunnen worden met behulp van een systeem van rails waaraan allerhande, doorgaans elektronisch aanstuurbare middelen zijn 20 toegevoegd ten einde de houders en/of de planten te hanteren en/of te sturen. Een voorbeeld van een dergelijke geautomatiseerde mobiele teelt van gewassen is bekend uit het Nederlandse octrooi 1016960 ten name van Aanvraagster.Such systems are generally known. The systems are based on 10 'full soil, albeit, at least generally, in a greenhouse climate. In practice, a sealing layer is sometimes applied to the greenhouse floor for this purpose and substrate is subsequently applied to this. The known teetit system has the drawback that the crop is not only laborious, but also has a fixed position and would therefore in any case be very difficult to automate, as is known from other greenhouse crops. Consequently, the cultivation of such crops is relatively insufficiently economic. With regard to the other greenhouse crops, the crop stands on substrate or in pots in so-called crop holders, which can be carried in the greenhouse and automatically advanced with the aid of a system of rails to which all kinds of, usually electronically controllable means have been added in order to support the holders and / or handle and / or steer the plants. An example of such an automated mobile crop cultivation is known from Dutch patent 1016960 in the name of the Applicant.

De bekende mobiele teelt heeft als voordelen dat er minder arbeid benodigd is, dat het gewas sneller groeit doordat het op substraat geteeld dient te worden en dat 25 het doorgaans in overmaat verstrekte water gerecycled kan worden.The known mobile cultivation has the advantages that less labor is required, that the crop grows faster because it has to be grown on substrate and that the water that is usually supplied in excess can be recycled.

De onderhavige uitvinding is er dan ook op gericht een dergelijke, bekende geautomatiseerde en voordelige mobiele teelt ook mogelijk te maken voor eenmalig oogstbare snijbloemen, en wel met optimaal gebruik van de beschikbare kasruimte.The present invention therefore aims at enabling such a known, automated and inexpensive mobile cultivation also for single-time harvestable cut flowers, and with optimum use of the available greenhouse space.

Conform de uitvinding wordt dit doel bereikt door het toepassen van de 30 maatregelen zoals zijn weergegeven in het kenmerkend deel van conclusie 1.In accordance with the invention, this object is achieved by applying the measures as shown in the characterizing part of claim 1.

Volgens deze maatregelen is het gewas opgenomen in een mobiele houder welke is opgenomen in een systeem voor geautomatiseerde roulatie van het gewas, welke houder langwerpig is uitgevoerd en in het teeitsysteem dwars op zijn langrichting wordt voortbewogen, en daarbij op een bepaalde aftand ten opzichte van 35 verdere houders in het systeem is opgenomen, waarbij de houders gedurende de 4 Λ n -t λ n c 2 groeiperiode van het gewas op automatische wijze ten minste een keer op een verruimde onderlinge afstand ten opzichte van elkaar worden geplaatst. Hierbij is het gewas bij voorkeur in een, en hoogstens in drie rijen per houder opgenomen, waarbij de rijen in de langsrichting van de houder verlopen. Met een dergelijke maatregel 5 wordt een zeer economisch verantwoorde teeltwijze gerealiseerd, doordat de planten in de eerste delen van hun groeiperiode op een kleinere eindafstand worden neergezet dan tegen het eind van die periode. Dit scheelt aanzienlijk in de benutting van de kas, en de regelmaat waarmee volwassen snijbloemen in een bepaalde teeltruimte kunnen worden geproduceerd. Hierbij is het van belang dat de planten bij 10 voorkeur in een houder ter breedte van een enkele planterij en hooguit van drie planterijen worden geteeld. De planten kunnen dan in het begin van de teeltperiode heel dicht op elkaar worden geplaatst, terwijl ze pas bij volgroeiing op een vergrootte eindafstand worden geplaatst. Het oprekken van deze afstand kan in meerdere fasen gedurende de groeiperiode gebeuren. Door de relatief smalle houders een grote 15 breedte mee te geven wordt volgens de uitvinding de logistiek hantering van de houders beperkt.According to these measures, the crop is received in a mobile holder which is included in a system for automated rotation of the crop, which holder is elongated and is advanced in the biting system transversely of its longitudinal direction, and thereby at a certain distance relative to 35 further containers are included in the system, wherein the containers are automatically placed at least once at a broader mutual distance during the 4 Λ n-t λ nc 2 growing period of the crop. The crop is herein preferably included in one, and at most in three rows per holder, the rows extending in the longitudinal direction of the holder. With such a measure 5, a very economically responsible cultivation method is realized in that the plants are placed at a smaller end distance in the first parts of their growing period than at the end of that period. This saves considerably in the utilization of the greenhouse and the regularity with which mature cut flowers can be produced in a specific growing area. It is important here that the plants are preferably grown in a container the width of a single plantation and at most of three plants. The plants can then be placed very close to each other at the start of the growing period, while they are only placed at an increased end distance when fully grown. The stretching of this distance can occur in several phases during the growing period. By giving the relatively narrow containers a large width, the logistical handling of the containers is limited according to the invention.

Opgemerkt wordt dat uit de franse octrooipublicatie FR2298934 een kweeksysteem voor slaplanten bekend is waarbij deze door een overdekte goot worden getrokken met behulp van een voor de goot intem transportsysteem. De 20 slaplanten kunnen gedurende hun groeifase door aanpassing van het transportsysteem zowel in de goot, en door onderlinge verplaatsing van de goten tevens tussen de goten op een aangepaste afstand worden gebracht. De werkwijze met een interne transportsysteem is niet geschikt om op economische wijze te worden ingepast in de roulatiesystemen voor moderne kassen.It is noted that French patent publication FR2298934 discloses a growing system for lettuce plants in which they are pulled through a covered gutter with the aid of a transport system that is in front of the gutter. During their growth phase, the lettuce plants can be brought to an adjusted distance between the gutters by adjusting the transport system both in the gutter and by mutual displacement of the gutters. The method with an internal transport system is not suitable for economic integration into the rotation systems for modern greenhouses.

25 Ten einde het principe van de uitvinding verder te perfectioneren worden volgens een verder aspect van de uitvinding de houders in een later stadium van de groeiperiode opgenomen in zogenaamde dragers, welke de houders onder meer de voor relatief grote of hoge planten benodigde stabiliteit verschaffen. Een dergelijke drager kan bijvoorbeeld 10 tot 20 houders bevatten. De snijbloemen kunnen hierbij tot 30 ongeveer een meter hoogte groeien.In order to further perfect the principle of the invention, according to a further aspect of the invention, the holders are received at a later stage of the growth period in so-called carriers, which provide the holders with the stability required for relatively large or high plants, among other things. Such a carrier can for instance contain 10 to 20 containers. The cut flowers can grow up to a height of approximately one meter.

In een bijzondere uitvoering wordt de werkwijze gecombineerd met het centraal bespuiten van de gewassen in een daartoe specifiek ontworpen spuitstation. Een dergelijk spuitstation omvat een voor de houders en daarin aanwezig gewas passende tunnel waarin de planten zowel van boven en opzij als vanaf onderen kunnen worden 35 bespoten, en waarbij via het opvangen daarvan, recirculatie van overtollig spuitmiddel 3 plaats vindt. Deze opzet heeft als voordelen dat het gewas met hoge mate van effectiviteit behandeld wordt, dat de hoeveelheid gebruikt middel beperkt blijft, en dat de kasruimten waarin de betreffende planten zijn opgenomen, onbeperkt betreden toegankelijk blijven. De houders worden in hun lengterichting door het spuitstation 5 gevoerd.In a special embodiment, the method is combined with the central spraying of the crops in a specifically designed spraying station. Such a spraying station comprises a tunnel suitable for the containers and crop present therein, in which the plants can be sprayed from above and to the side and from below, and wherein recirculation of excess spraying agent 3 takes place via collection thereof. This arrangement has the advantages that the crop is treated with a high degree of effectiveness, that the amount of agent used remains limited, and that the greenhouse spaces in which the plants in question are included remain accessible without being accessed. The holders are passed through the spraying station 5 in their longitudinal direction.

In de werkwijze volgens de uitvinding is de kas onderverdeeld in ten minste drie, doch bij voorkeur in vier groeizones, waar het gewas in afzonderlijk regelbare klimaten groeit. Zo wordt onderscheiden een bewortelingsfase, een langedagfase, een kortedagfase, en een bloeifase. In de bewortelingsfase worden de houders op een 10 eerste onderlinge afstand van nul, ofwel tegen elkaar aan gehouden. Gedurende de langedag fase en de kortedagfase worden de houders van het gewas in drie stappen op hun uiteindelijke onderlinge afstand geplaatst. Hierbij heerst een hart op hart afstand in het bereik van 115 tot 125 mm. De totale groeiduur van de eenmalig oogstbare snijbloemen bedraagt 9 a 12 weken. Gedurende een van beide tussenfasen 15 worden de houders middels een daartoe ontworpen overzetinrichting opgenomen in de eerder genoemde dragers.In the method according to the invention, the greenhouse is subdivided into at least three, but preferably into four growing zones, where the crop grows in separately controllable climates. For example, a rooting phase, a long-day phase, a short-day phase, and a flowering phase are distinguished. In the rooting phase, the holders are held at a first mutual distance of zero or against each other. During the long-day phase and the short-day phase, the holders of the crop are placed at their final mutual distance in three steps. A center-to-center distance prevails in the range of 115 to 125 mm. The total growing time of the one-time harvestable cut flowers is 9 to 12 weeks. During one of the two intermediate phases, the holders are accommodated in the aforementioned carriers by means of a transfer device designed for this purpose.

Voor het automatisch op de drie overige onderlinge afstanden brengen omvat de uitvinding een inrichting met twee elkaar overlappende transporteurs, elk voorzien van een paar omlopende transportelementen zoals transportbandenen -kettingen. De 20 overlappende transporteurs lopen elk op een verschillende snelheid om, waarbij de ovememende transporteur steeds iets sneller loopt dan de afgevende transporteur. Overlappend wil hier zeggen dat de transportelementen voor een deel in eikaars transportgebied steken, en daartoe dan ook versprongen staan opgesteld.For automatically bringing the three remaining mutual distances to one another, the invention comprises a device with two overlapping conveyors, each provided with a pair of circulating conveyor elements such as conveyor belts and chains. The overlapping conveyors each run at a different speed, with the transferring conveyor always running slightly faster than the dispensing conveyor. Overlapping here means that the transport elements partially protrude into each other's transport area, and are therefore staggered for this purpose.

Een specifiek probleem dat zich bij de teelt van eenmalig oogstbare snijbloemen 25 zoals Chrysant, Lisianthus en Matricaria voordoet, is dat de gewassen enerzijds zeer gevoelig zijn voor de toestand van het wortelmilieu, en dat het anderzijds ongewenst is de gewassen regelmatig nat te maken zoals dat bij besproeien en benevelen het geval zou zijn. Dit type gewas vereiste enerzijds stevigheid ten behoeve van zijn groei, anderzijds voldoende lucht en water in het wortelmilieu. De uitvinding heeft dan ook 30 verder ten doel een teeltsysteem en middelen te verschaffen waarmee zowel aan de vereisten van het bekende mobiele teeltsysteem wordt voldaan, als aan de eisen die althans de eenmalige snijbloemgewassen aan het bewortelingsmilieu stellen.A specific problem that occurs in the cultivation of one-time harvestable cut flowers such as Chrysanthemum, Lisianthus and Matricaria is that the crops are on the one hand very sensitive to the condition of the root environment, and on the other hand it is undesirable to regularly wet the crops such as that spraying and misting would be the case. This type of crop, on the one hand, required firmness for its growth and, on the other hand, sufficient air and water in the root environment. The invention therefore further has for its object to provide a cultivation system and means with which both the requirements of the known mobile cultivation system are met and the requirements that at least the one-off cut flower crops make to the rooting environment.

Conform specifieke maatregelen van de uitvinding hiertoe, wordt een dergelijk systeem voor geautomatiseerde teelt van gewassen zoals eenmalige snijbloemen, 35 mogelijk gemaakt indien daarbij gebruik wordt gemaakt van een specifiek daartoe 4 ontworpen gewashouder waarin met behulp van een geperforeerde scheidingswand zoals drainagebuis of een al dan niet gebogen plaat uit kunststof of metaal, een doorstroomruimte voor vocht zoals water met plantenvoeding is aangebracht, en indien deze ruimte wordt toegepast voor het afwisselend zowel irrigeren als draineren 5 van het gewas. Met behulp van de houder kunnen de bedoelde gewassen eenvoudig in een op zich bekend, geautomatiseerd roulatiesysteem worden opgenomen, terwijl met het gelijktijdig gebruik van een separate doorstroomruimte voor irrigatie en drainage kan worden voorkomen dat de gewassen nat hoeven te worden gemaakt. De doorstroomruinte zorgt ervoor dat het bewortelingsmilieu niet wordt overvoerd met een 10 overmaat aan water, in het bijzonder niet indien de doorstroomruimte nabij de onderzijde van het de bewortelingsruimte wordt aangebracht. De uitvinding omvat in een bijzondere uitvoering dan ook tevens een systeem waarbij de doorstroming nabij de onderzijde van de bewortelingsruimte plaats vindt. Op deze wijze kan gebruik worden gemaakt van het principe van capillaire opstijging van het water, zodat op 15 natuurlijke wijze wordt voorkomen dat het bewortelingsmilieu wordt overvoerd door water. Het regelmatig afwisselen van irrigatie en drainage zorgt ervoor dat de water-lucht verhouding in het substraat optimaal blijft.In accordance with specific measures of the invention for this purpose, such a system for automated cultivation of crops such as one-off cut flowers is made possible if use is thereby made of a crop holder specifically designed for this purpose in which, with the aid of a perforated partition wall such as drainage pipe or an a curved plate of plastic or metal, a flow space for moisture such as water with plant food is provided, and if this space is used for alternately both irrigating and draining the crop. With the aid of the holder, the crops in question can easily be included in a per se known, automated rotation system, while with the simultaneous use of a separate flow-through space for irrigation and drainage it can be prevented that the crops need to be made wet. The flow-through ridge ensures that the rooting environment is not overfilled with an excess of water, in particular not if the flow-through space is arranged near the underside of the rooting space. In a special embodiment the invention therefore also comprises a system wherein the flow-through takes place near the underside of the rooting space. In this way use can be made of the principle of capillary rise of the water, so that the rooting environment is naturally prevented from being overfed by water. Regular alternation of irrigation and drainage ensures that the water-air ratio in the substrate remains optimal.

Opgemerkt wordt dat het systeem welliswaar bij uitstek is ontworpen voor eenmalig oogstbare snijbloemen, maar dat het voor sommige meermalig oogstbare 20 snijbloemen eveneens gunstig kan worden toegepast.It is noted that the system is pre-eminently designed for one-time harvestable cut flowers, but that it can also be used advantageously for some multi-time harvestable cut flowers.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld waarin.The invention will now be further elucidated with reference to an example in which.

Figuur 1 een voorbeeld van een geautomatiseerd roulatiesysteem voor het telen van gewassen in een kas.Figure 1 an example of an automated rotation system for growing crops in a greenhouse.

25 Figuur 2 geeft middels dwarsdoorsneden daarvan een drietal voorbeelden van mogelijke gewashouders voor het systeem volgens de uitvinding.Figure 2 gives, by means of cross sections, three examples of possible crop holders for the system according to the invention.

Figuur 3 illustreert de hierboven beschreven fasering in onderlinge afstand van de houders voor gewas;Figure 3 illustrates the spaced-apart phasing of the crop holders;

Figuur 4 is een schematische weergave van het hierboven beschreven middel 30 voor het op afstand brengen van de houders. Ter vereenvoudiging van de weergave zijn de transporteurs niet overlappend doch achter elkaar opgesteld, hetgeen in principe eveneens een mogelijke uitvoeringsvorm van dit deel van de inrichting is.Figure 4 is a schematic representation of the means 30 described above for spacing the containers. To simplify the display, the conveyors are not overlapped but arranged behind each other, which is in principle also a possible embodiment of this part of the device.

In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.Corresponding structural parts are designated in the figures with the same reference numerals.

55

De in figuur 1 weergegeven plattegrond van een op zicht bekend warenhuis, in casu een kas, toont een kweekruimte 1, op de ondergrond 2 waarvan naaste elkaar geplaatste paren 4 van telkens twee rails 3 zich uitstrekken. De rails 3 bezitten elk twee einden 5 en 6. Elk van die einden kan fungeren als toevoereind en afvoereind.The floor plan of a department store, which in this case is a greenhouse, is shown in Figure 1 shows a growing space 1, on the substrate 2 from which adjacent pairs 4 of in each case two rails 3 extend. The rails 3 each have two ends 5 and 6. Each of those ends can act as supply end and discharge end.

5 Op de ondergrond 2 is een kasconstructie gebouwd die verder niet is weergegeven. In deze kasconstructie bevinden zich de railparen 4.A greenhouse structure has been built on the substrate 2 which is not further shown. The rail pairs are located in this greenhouse construction.

De plattegrond van figuur 1 toont een behandelingsruimte 7, waarin houders 8 gevuld kunnen worden met planten, dan wel gelost kunnen worden of bijvoorbeeld op een grotere afstand geplaatst kunnen worden. Door middel van transportsystemen 9 10 worden deze houders 8 naar een baan 10 geleid, die zich bevindt aan het toevoereind 5 van de rails 3. In deze baan 10 rijdt een wagen 11 voorzien van een liftsysteem voor houders 8, waarmede houders 8 bijvoorbeeld van de ene rij in de andere geplaatst kunnen worden of vanaf het transportsysteem 9 op de paren 4 uit rails 3 en vice versa geplaatst kunnen worden. Aan het afvoereind 6 van de rails 3 bevind zich een verdere 15 baan 12 waar zich een overeenkomstige wagen 13 kan bevinden.The floor plan of figure 1 shows a treatment space 7, in which holders 8 can be filled with plants, or can be unloaded or, for example, be placed at a greater distance. By means of transport systems 9, these holders 8 are guided to a track 10, which is located at the supply end 5 of the rails 3. In this track 10, a carriage 11 provided with a lift system for containers 8, with which containers 8, for example of the one row can be placed in the other or can be placed from the transport system 9 onto the pairs 4 of rails 3 and vice versa. At the discharge end 6 of the rails 3 there is a further track 12 where a corresponding carriage 13 can be located.

De houders 8 worden steeds verder over de paren 4 uit de rails 3 verschoven naar het afvoereind 6. Daarbij kunnen, in aanvulling op duworganen die zich op een wagen 11, 13 bevinden, afzonderlijke transportsystemen zorgdragen voor de verplaatsing van de houders 8 tussen de einden 5 en 6. Gedurende de tijd dat de 20 houders 8 zich in de kas 1 bevinden, treedt een gewenste groei op van daarin opgenomen gewas. Het toevoeren van nieuwe houders 8, en het afvoeren van houders 8 met opgekweekte gewas wordt zodanig gekozen dat het gewas gedurende de gewenste tijd zich in de kas bevinden.The holders 8 are shifted further and further over the pairs 4 from the rails 3 to the discharge end 6. Thereby, in addition to pushing members which are on a carriage 11, 13, separate transport systems can ensure the movement of the holders 8 between the ends. 5 and 6. During the time that the holders 8 are in the greenhouse 1, a desired growth of crop contained therein occurs. The supply of new containers 8 and the removal of containers 8 with cultivated crop is selected such that the crop is in the greenhouse for the desired time.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel ook de teelt van eenmalig oogstbare 25 snijbloemen voor een dergelijke, op zich algemeen bekende mobiele teeltwijze mogelijk te maken. Hiertoe zijn nieuwe, specifieke houders ontwikkeld, welke relatief smal en relatief zeer lang zijn uitgevoerd, en welke in dwarsdoorsnede een vorm zoals is weergegeven in figuur 2 hebben.It is an object of the present invention to also enable the cultivation of one-time harvestable cut flowers for such a mobile cultivation method, which is generally known per se. To this end, new, specific containers have been developed, which are relatively narrow and relatively very long, and which have a shape as shown in Figure 2 in cross-section.

De in figuur 2 weergegeven doorsnede van een nieuwe houder 8’ is in 30 hoofdzaak U-vormig, ten gevolge van de relatief geringe breedte van de houder 8’. De nieuwe houder 8’ is bestemd om te worden opgenomen in een systeem waarbij de onderlinge afstand, dat wil zeggen de hart op hart afstand tussen de houders 8’ gedurende de groeiperiode wordt vergroot. Behalve dat een dergelijke opzet en werkwijze de mogelijkheid schept tot roulerende teelt, betekend het in dergelijke 35 smalle houders 8’ plaatsen van het gewas ook nog eens dat het gewas gedurende 6 een belangrijk deel van de groeiperiode relatief weinig ruimte inneemt indien de houders gedurende de periode op grotere afstand worden geplaatst. Een dergeiijke werkwijze impliceert, afgezien van het economische karakter van de roulatieteelt, dat de kasruimte zeer efficiënt wordt benut Om dit additionele voordeel van economisch 5 ruimtegebruik te realiseren zijn de goten uitgevoerd in een breedte van maximaal 50% van de grootst benodigde hart op hart afstand tussen de houders 8, dat wil zeggen bij volgroeid gewas. Deze afstand bedraagt volgens de uitvinding ongeveer 115 a 120 mm, hetgeen een gootbreedte impliceert van tussen de 30 en de 60 mm. De houders hebben hierbij een hoogte in het bereik van 30 tot 60 mm, bij voorkeur circa 45 mm.The cross-section of a new holder 8 "shown in Figure 2 is substantially U-shaped, due to the relatively small width of the holder 8". The new holder 8 "is intended to be incorporated into a system whereby the mutual distance, i.e. the center-to-center distance between the holders 8" is increased during the growing period. Apart from the fact that such a design and method creates the possibility of rotating cultivation, placing the crop in such narrow holders 8 'also means that the crop occupies relatively little space during 6 a significant part of the growing period if the holders during the be placed at a greater distance. Such a method implies, apart from the economic nature of rotation cultivation, that the greenhouse space is utilized very efficiently. To realize this additional advantage of economical use of space, the troughs are designed in a width of at most 50% of the largest required center-to-center distance. between the holders 8, that is to say with fully grown crop. According to the invention, this distance is approximately 115 to 120 mm, which implies a channel width of between 30 and 60 mm. The holders here have a height in the range of 30 to 60 mm, preferably approximately 45 mm.

10 Om de teelt in dergelijke smalle houders goed mogelijk te maken is een specifiek bewateringssysteem ontwikkeld, waarvan een principiële maatregel eveneens is weergegeven in figuur 2, namelijk in de vorm van een doorstroomruimte 16.. Aangereikt water bevindt zich hierbij aan de onderzijde van een ruimte 15 voor substraat ten behoeve van de beworteling van het gewas. De substraatruimte 15 is 15 gescheiden van de doorstromingsruimte 16 met behulp van een geperforeerde scheidingswand 17. De ruimten 15 en 16 en de scheiding 17 zijn bij wijze van voorbeeld elk op samenhangende wijze weergegeven in drie uitvoeringsvormen met enkelvoudige tot drievoudige accentuering ’ - van de verwijzingscijfers 15-17.In order to make cultivation in such narrow containers well possible, a specific watering system has been developed, a fundamental measure of which is also shown in Figure 2, namely in the form of a through-flow space 16. In this case, supplied water is located at the bottom of a space 15 for substrate for rooting the crop. The substrate space 15 is separated from the flow-through space 16 by means of a perforated partition 17. The spaces 15 and 16 and the partition 17 are each shown in a coherent manner in three embodiments with single to triple accentuation of the reference numerals. 15-17.

De doorstroomruimte 16 is zowel voor irrigatie als voor drainage bestemd. Het 20 gewas wordt gedurende de dag meerdere malen geïrrigeerd en vervolgens weer gedraineerd, zodat naast een optimale vochtigheid eveneens een optimale balans tussen vocht en beluchting van en substraat wordt verkregen. Het substraat is op zichzelf bekend en bevat een mengsel van ten minste klei, veen en cocosvezels. De perforaties in de scheidingswand zijn bij voorkeur verticaal uitgevoerd. Ten minste een 25 gedeelte van deze sleufvormige perforaties reiken tot de onderzijden van de scheidingswand 17, en daarmede bij voorkeur eveneens tot aan de bodem van dé houder 8’. Bij voorkeur is de doorstroomruimte zo gevormd dat het water langsstromend ten opzichte van de substraatruimte is.The flow-through space 16 is intended for both irrigation and drainage. The crop is irrigated several times during the day and then drained again, so that in addition to an optimum humidity, an optimum balance between moisture and aeration of a substrate is also obtained. The substrate is known per se and contains a mixture of at least clay, peat and coconut fibers. The perforations in the partition wall are preferably made vertically. At least a portion of these slot-shaped perforations extend to the undersides of the partition wall 17, and therefore preferably also to the bottom of the holder 8 '. The flow space is preferably formed such that the water is flowing past with respect to the substrate space.

De drie voorbeelden van mogelijke uitvoeringsvormen in figuur 2 omvatten een 30 eerste V-vormig uitgevoerde scheidingswand 17’ welke met de punt naar beneden is gekeerd, en welke via haken aan de bovenste uiteinden over de houder 8’ geplaatst kan worden. In het middelste voorbeeld is de V-vorm omgekeerd, dat wil zeggen met de punt naar boven. De wand 17'’ steunt hierbij op de bodem van de houder af, in het bijzonder in de hoeken daarvan, en maakt het mogelijk twee rijen gewas in de houder 35 op te nemen. In de meest rechtse uitvoering van figuur 2 is de meest fundamentele 7 vorm van een vlakke plaat 17 weergegeven. Hierbij dient voor een optimale functie de ruimte 17 voortdurend geheel te zijn gevuld ten einde contact tussen het water en het substraat te kunnen bewerkstelligen. Het geniet de voorkeur de scheidingswand 17” te doen verlopen langs en tussen de stippellijnen 19, zodat een rechthoekige 5 scheidingswand ontstaat met aan weerszijden substraat. De langsstroming die hiermee mogelijk wordt garandeert volgens de uitvinding de beste capillaire werking. Een verdere uitvoeringsvorm omvat een houder conform de uitvinding met daarin opgenomen een op zich bekende drainagebuis. Drainagebuis is een geperforeerde buis, al dan niet omwikkeld met bijvoorbeeld kokosvezel.The three examples of possible embodiments in Figure 2 comprise a first V-shaped partition wall 17 "which is pointed downwards, and which can be placed over the holder 8" via hooks at the upper ends. In the middle example, the V shape is inverted, that is, with the point upwards. The wall 17 '' hereby rests on the bottom of the container, in particular in the corners thereof, and makes it possible to accommodate two rows of crop in the container 35. In the right-most embodiment of Figure 2, the most fundamental 7 form of a flat plate 17 is shown. For an optimum function, the space 17 must herein be constantly completely filled in order to be able to bring about contact between the water and the substrate. It is preferable for the partition wall 17 "to run along and between the dotted lines 19, so that a rectangular partition wall with substrate on either side is created. The longitudinal flow that hereby becomes possible guarantees the best capillary effect according to the invention. A further embodiment comprises a container according to the invention with a drainage pipe known per se included therein. Drainage pipe is a perforated pipe, whether or not wrapped with, for example, coconut fiber.

10 De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.The invention relates not only to the foregoing described but also to all details in the figures, at least insofar as they can be traced immediately and unambiguously to a person skilled in the art, and to all that is described in the following set of claims.

10270951027095

Claims

Method for growing crops such as one-time harvestable cut flowers such as Chrysanthemum Lisianthus and Matricaria, characterized in that the crop is included in a mobile holder which is included in a system for automated rotation of the crop, which system is set up with a plurality of rows of crop holders, which holder (8 ') is elongated and is advanced in the cultivation system in the row transversely of its longitudinal direction, and is thereby included in the system at a certain distance from further holders, and wherein the holder 10 part of the rotation from one row to the other row can be transferred and wherein during the growing period of the crop the holders (8 ') are automatically placed at least once at a larger mutual distance relative to each other, assuming of a greenhouse which is provided with separate, at least mutually shielded, growth spaces for the crop, which are located in each space in a significant growth phase

Method according to claim 1, characterized in that at least three, preferably four, separate spaces have at least three, preferably four, separate growing periods of the cut flowers.

3. Method as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the holders 20 are received in a carrier during the growing period.

Method according to the preceding claim, characterized in that a carrier comprises a number of holders in the range of 10 to 20.

5. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the crop is provided with crop-supporting means, for instance mesh, during its growing period, preferably when a height of approximately 25 cm has been reached.

Method according to one of the preceding claims, characterized in that the crop is formed by one-time harvestable cut flowers such as Chrysanthemum, Lisianthus and Matricaria.

7. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the holder is substantially U-shaped.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the holders are designed in a width of at most 50% of the largest required center-to-center distance between the holders when the plant is fully grown. 1027095

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the width of a holder is intended for receiving at most three rows of plants, preferably a single plantation.

10. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that only one row of plants is included in a holder.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the width of a holder is in the range of 30 to 60 mm.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the center-to-center distance between two holders (8 ') during the season varies in one or more steps between widths with a value in the range of the width of the holder up to 120 mm.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the crop is brought in four steps with respective intermediate distances to the maximum mutual distance of 110 to 120 mm, or to the range of 300 to 350 mm, in the event that the present method is used for multi-time harvestable flowers such as asters.

14. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the crop is taken out of the row during the growing season for treatment in a spraying station known per se, but in width and height at the maximum dimensions of the crop in a holder adapted, through which the holder is guided in its longitudinal direction.

Greenhouse device adapted to perform a method according to one of the preceding claims.

16. Greenhouse arrangement, in particular for carrying out a method according to any one of the preceding claims, characterized in that it is provided with separate, at least mutually shielded, growth spaces for the cultivation of one-off harvestable cut flowers that are located in each space in a separate growth phase.

17. Greenhouse arrangement according to the preceding claim, characterized in that the greenhouse has at least three, preferably four separate spaces for at least three, preferably four, separate growing periods of the cut flowers.

Greenhouse device according to one of the preceding claims, characterized in that it is provided with an automatic positioning device provided with conveyors that "overlap" each other for a part of their bypass device, wherein a new mutual distance between the holders (8 ') is set by adjusting the speed of rotation of each of the conveyors, and wherein the taking-over conveyor for increasing the mutual distance of the containers rotates faster than the dispensing conveyor, and more slowly for reducing the mutual distance between themselves. 1027095