NL1027094C2

NL1027094C2 - Greenhouse, container and separating wall are employed for cultivation of singly cut flowers, such as Chrysanthemums, Lisianthus etc. with flower accommodated in mobile container that has space containing substrate promoting root growth

Info

Publication number: NL1027094C2
Application number: NL1027094A
Authority: NL
Inventors: Piet Kloosterhuis; Willem Kemmers
Original assignee: Logiqs Agro B V
Priority date: 2004-09-23
Filing date: 2004-09-23
Publication date: 2006-03-27

Abstract

The greenhouse, container and separating wall are employed for the cultivation of single cut flowers, such as Chrysanthemums, Lisianthus and Matricaria, with the flower accommodated preferably in a mobile container (8) provided with a space (15,16) containing a substrate promoting root growth. In the space, with the aid of a perforated separating wall (17) a space (16) through which water can flow is created. This enables the plant to be irrigated and drained.

Description

WERKWIJZE, KASINRICHTING, HOUDER EN SCHEIDINGSELEMENT VOOR DE TEELT VAN EENMALIGE SNIJBLOEMENMETHOD, CASH EQUIPMENT, HOLDER AND SEPARATION ELEMENT FOR CULTIVATION OF CUT FLOWERS

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem en een middel voor 5 de teelt van eenmalig oogstbare snijbloemen, zoals weergegeven in het kenmerkend deel van de navolgende conclusie 1.The present invention relates to a system and a means for the cultivation of one-time harvestable cut flowers, as shown in the characterizing part of the following claim 1.

Dergelijke systemen zijn algemeen bekend. De systemen gaan uit van voor de “volle grondteelf, zij het, althans doorgaans, in een kasklimaat. Het bekende teeltsysteem heeft als nadeel dat het gewas een vaste positie heeft en derhalve in elk 10 geval zeer moeizaam te automatiseren zou zijn, zoals dat wel bekend is van overige kasgewassen. Bijgevolg is de teelt van dergelijke gewassen verhoudingsgewijs onvoldoende economisch. Bij de overige kasgewassen staat het gewas op substraat of in potten in zogenaamde gewashouders, welke in de kas gedragen en automatisch voortbewogen kunnen worden met behulp van een systeem van rails waaraan 15 allerhande, doorgaans elektronisch aanstuurbare middelen zijn toegevoegd ten einde de houders en/of de planten te hanteren en/of te sturen. Een voorbeeld van een dergelijke geautomatiseerde mobiele teelt van gewassen is bekend uit het Nederlandse octrooi 1016960 ten name van Aanvraagster.Such systems are generally known. The systems are based on 'full soil cultivation', albeit usually at least in a greenhouse climate. The known cultivation system has the drawback that the crop has a fixed position and would therefore be very difficult to automate in any case, as is known from other greenhouse crops. Consequently, the cultivation of such crops is relatively insufficiently economic. With regard to the other greenhouse crops, the crop stands on substrate or in pots in so-called crop holders, which can be carried in the greenhouse and automatically advanced with the aid of a system of rails to which all kinds of, usually electronically controllable, means are added in order to support the holders and / or handle and / or steer the plants. An example of such an automated mobile crop cultivation is known from Dutch patent 1016960 in the name of the Applicant.

De onderhavige uitvinding is er op gericht een dergelijke, bekende 20 geautomatiseerde en mobiele teelt, ook mogelijk te maken voor eenmalig oogstbare snijbloemen. Een probleem dat zich bij de teelt van eenmalig oogstbare snijbloemen zoals Chrysant, Lisianthus en Matricaria voordoet, is dat de gewassen enerzijds zeer gevoelig zijn voor de toestand van het wortelmilieu, en dat het anderzijds ongewenst is de gewassen regelmatig nat te maken zoals dat bij besproeien en benevelen het geval 25 zou zijn. Dit type gewas vereiste enerzijds stevigheid ten behoeve van zijn groei, anderzijds voldoende lucht en water in het wortelmilieu. De uitvinding heeft dan ook in het bijzonder ten doel en teeltsysteem en middelen te verschaffen waarmee zowel aan de vereisten van het bekende mobiele teeltsysteem wordt voldaan, als aan de eisen die althans de eenmalige snijbloemgewassen aan het bewortelingsmilieu stellen.The present invention is aimed at making such, known automated and mobile cultivation, also possible for single-time harvestable cut flowers. A problem that arises in the cultivation of one-time harvestable cut flowers such as Chrysanthemum, Lisianthus and Matricaria is that the crops are on the one hand very sensitive to the condition of the root environment, and on the other hand it is undesirable to regularly wet the crops such as when spraying. and would be the case 25. This type of crop, on the one hand, required firmness for its growth and, on the other hand, sufficient air and water in the root environment. It is therefore a particular object of the invention to provide a cultivation system and means with which both the requirements of the known mobile cultivation system are met and the requirements that at least the one-off cut flower crops make to the rooting environment.

30 Volgens de uitvinding wordt een dergelijk systeem verkregen met indien de in conclusie 1 gedefinieerde maatregelen worden toegepast.According to the invention, such a system is obtained if the measures defined in claim 1 are applied.

Conform de maatregelen van de uitvinding wordt de geautomatiseerde teelt van gewassen zoals eenmalige snijbloemen, mogelijk gemaakt indien daarbij gebruik wordt gemaakt van een specifiek daartoe ontworpen gewashouder waarin met behulp 35 van een geperforeerde scheidingswand zoals drainagebuis of een al dan niet gebogen 1027094 2 plaat uit kunststof of metaal, een doorstroomruimte voor vocht zoals water met plantenvoeding is aangebracht, en indien deze ruimte wordt toegepast voor het afwisselend zowel irrigeren als draineren van het gewas. Met behulp van de houder volgens de uitvinding kunnen de bedoelde gewassen eenvoudig in een op zich 5 bekend, geautomatiseerd roulatiesysteem worden opgenomen. De houder volgens de uitvinding impliceert het gebruik van een separate doorstroomruimte voor irrigatie en drainage, en voorkomt dat de gewassen nat behoeven te worden gemaakt. De doorstroomruimte zorgt ervoor dat het bewortelingsmilieu niet wordt overvoerd met een overmaat aan water, in het bijzonder niet indien de doorstroomruimte nabij de 10 onderzijde van het de bewortelingsruimte wordt aangebracht. De uitvinding omvat in een bijzondere uitvoering dan ook tevens een systeem waarbij de doorstroming nabij de onderzijde van de bewortelingsruimte plaats vindt. Op deze wijze kan gebruik worden gemaakt van het principe van capillaire opstijging van het water, zodat op natuurlijke wijze wordt voorkomen dat het bewortelingsmilieu wordt overvoerd door 15 water. Het regelmatig afwisselen van irrigatie en drainage zorgt ervoor dat de water-lucht verhouding in het substraat optimaal blijft Hierbij wordt de ruimtelijke efficiëntie geoptimaliseerd door goten van minimale afmeting, en is een minimale hoeveelheid water en waterniveau benodigd voor kwalitatief effectieve irrigatie van het substraat doordat perforaties in de scheidingswand tot de bodem van de houder reiken.In accordance with the features of the invention, automated cultivation of crops such as one-off cut flowers is made possible if use is thereby made of a specifically designed crop container in which, with the aid of a perforated partition wall such as drainage pipe or a plate of plastic, whether or not bent. or metal, a flow-through space for moisture such as water with plant feed is provided, and if this space is used for alternately both irrigating and draining the crop. With the aid of the holder according to the invention, the intended crops can easily be incorporated in an automated rotation system known per se. The container according to the invention implies the use of a separate flow-through space for irrigation and drainage, and prevents the crops from having to be made wet. The flow-through space ensures that the rooting environment is not overfilled with an excess of water, in particular not if the flow-through space is arranged near the underside of the rooting space. In a special embodiment the invention therefore also comprises a system wherein the flow-through takes place near the underside of the rooting space. In this way use can be made of the principle of capillary rise of the water, so that the rooting environment is naturally prevented from being overfed by water. Regular alternation of irrigation and drainage ensures that the water-air ratio in the substrate remains optimal. Spatial efficiency is optimized by troughs of minimal dimensions, and a minimum amount of water and water level is required for qualitatively effective irrigation of the substrate due to perforations. reach into the bottom of the container in the partition wall.

20 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld waarin:The invention will now be further elucidated on the basis of an example in which:

Figuur 1 een voorbeeld van een geautomatiseerd roulatiesysteem voor het telen van gewassen in een kas.Figure 1 an example of an automated rotation system for growing crops in a greenhouse.

Figuur 2 geeft middels dwarsdoorsneden daarvan een drietal voorbeelden van 25 mogelijke gewashouders voor het systeem volgens de uitvinding.Figure 2 gives by means of cross-sections three examples of possible crop holders for the system according to the invention.

Figuur 3 illustreert in een perspectivisch aanzicht een voorkeursuitvoering van een scheidingswand volgens de uitvinding.Figure 3 illustrates in a perspective view a preferred embodiment of a partition wall according to the invention.

In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.Corresponding structural parts are designated in the figures with the same reference numerals.

30 De in figuur 1 weergegeven plattegrond van een op zicht bekend warenhuis, in casu een kas, toont een kweekruimte 1, op de ondergrond 2 waarvan naaste elkaar geplaatste paren 4 van telkens twee rails 3 zich uitstrekken. De rails 3 bezitten elk twee einden 5 en 6. Elk van die einden kan fungeren als toevoereind en afvoereind. Op de ondergrond 2 is een kasconstructie gebouwd die verder niet is weergegeven. In 35 deze kasconstructie bevinden zich de railparen 4.The floor plan of a department store, which in this case is a greenhouse, is shown in figure 1 shows a growing space 1, on the substrate 2 from which adjacent pairs 4 of in each case two rails 3 extend. The rails 3 each have two ends 5 and 6. Each of those ends can act as supply end and discharge end. A greenhouse construction has been built on the substrate 2 which is not further shown. The rail pairs 4 are located in this greenhouse construction.

33

De plattegrond van figuur 1 toont een behandelingsruimte 7, waarin houders 8 gevuld kunnen worden met planten, dan wel gelost kunnen wonden of bijvoorbeeld op een grotere afstand geplaatst kunnen worden. Door middel van transportsystemen 9 worden deze houders 8 naar een baan 10 geleid, die zich bevindt aan het toevoereind 5 5 van de rails 3. In deze baan 10 rijdt een wagen 11 voorzien van een liftsysteem voor houders 8, waarmede houders 8 bijvoorbeeld van de ene rij in de andere geplaatst kunnen worden of vanaf het transportsysteem 9 op de paren 4 uit rails 3 en vice versa geplaatst kunnen worden. Aan het afvoereind 6 van de rails 3 bevind zich een verdere baan 12 waar zich een overeenkomstige wagen 13 kan bevinden.The floor plan of Figure 1 shows a treatment area 7, in which holders 8 can be filled with plants, or can be wounded or placed at a greater distance, for example. By means of transport systems 9, these holders 8 are guided to a track 10, which is located at the supply end 5 of the rails 3. In this track 10, a carriage 11 provided with a lift system for containers 8, with which containers 8, for example, of the one row can be placed in the other or can be placed from the transport system 9 onto the pairs 4 of rails 3 and vice versa. At the discharge end 6 of the rails 3 there is a further track 12 where a corresponding carriage 13 can be located.

10 De houders 8 worden steeds verder over de paren 4 uit de rails 3 verschoven naar het afvoereind 6. Daarbij kunnen, in aanvulling op duworganen die zich op een wagen 11, 13 bevinden, afzonderlijke transportsystemen zorgdragen voor de verplaatsing van de houders 8 tussen de einden 5 en 6. Gedurende de tijd dat de houders 8 zich in de kas 1 bevinden, treedt een gewenste groei op van daarin 15 opgenomen gewas. Het toevoeren van nieuwe houders 8, en het afvoeren van houders 8 met opgekweekte gewas wordt zodanig gekozen dat het gewas gedurende de gewenste tijd zich in de kas bevinden.The holders 8 are shifted further and further over the pairs 4 from the rails 3 to the discharge end 6. Thereby, in addition to pushers located on a carriage 11, 13, separate transport systems can ensure the movement of the holders 8 between the ends 5 and 6. During the time that the holders 8 are in the greenhouse 1, a desired growth of crop contained therein occurs. The supply of new containers 8 and the removal of containers 8 with cultivated crop is selected such that the crop is in the greenhouse for the desired time.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel ook de teelt van eenmalig oogstbare snijbloemen voor een dergelijke, op zich algemeen bekende mobiele teeltwijze 20 mogelijk te maken. Hiertoe zijn nieuwe, specifieke houders ontwikkeld, welke relatief smal en relatief zeer lang zijn uitgevoerd, en welke in dwarsdoorsnede een vorm zoals is weergegeven in figuur 2 hebben.It is an object of the present invention to also enable the cultivation of one-off harvestable cut flowers for such a mobile cultivation method, which is generally known per se. To this end, new, specific containers have been developed, which are relatively narrow and relatively very long, and which have a shape as shown in Figure 2 in cross-section.

De in figuur 2 weergegeven doorsnede van een nieuwe houder 8’ is in hoofdzaak U-vormig, ten gevolge van de relatief geringe breedte van de houder 8’. De 25 nieuwe houder 8’ is bestemd om te worden opgenomen in een systeem waarbij de onderlinge afstand, dat wil zeggen de hart op hart afstand tussen de houders 8’ gedurende de groeiperiode wordt vergroot. Behalve dat een dergelijke opzet en werkwijze de mogelijkheid schept tot roulerende teelt, betekend het in dergelijke smalle houders 8’ plaatsen van het gewas ook nog eens dat het gewas gedurende 30 een belangrijk deel van de groeiperiode relatief weinig ruimte inneemt indien de houders gedurende de periode op grotere afstand worden geplaatst. Een dergelijke werkwijze impliceert, afgezien van het economische karakter van de roulatieteelt, dat de kasruimte zeer efficiënt wordt benut. Om dit additionele voordeel van economisch ruimtegebruik te realiseren zijn de goten uitgevoeid in een breedte van maximaal 50% 35 van de grootst benodigde hart op hart afstand tussen de houders 8, dat wil zeggen bij 102709* 4 volgroeid gewas. Deze afstand bedraagt volgens de uitvinding ongeveer 115 a 120 mm, hetgeen een gootbreedte impliceert van tussen de 30 en de 60 mm. De houders hebben hierbij een hoogte in het bereik van 30 tot 60 mm, bij voorkeur drca 45 mm.The cross-section of a new holder 8 "shown in Figure 2 is substantially U-shaped, due to the relatively small width of the holder 8". The new holder 8 "is intended to be incorporated in a system in which the mutual distance, i.e. the center-to-center distance between the holders 8" is increased during the growing period. Apart from the fact that such a design and method creates the possibility of rotating cultivation, placing the crop in such narrow holders 8 'also means that the crop occupies relatively little space during an important part of the growing period if the holders during the period be placed at a greater distance. Such a method implies, apart from the economic nature of the rotation cultivation, that the greenhouse space is utilized very efficiently. In order to realize this additional advantage of economical use of space, the troughs are spread out in a width of at most 50% of the largest required center-to-center distance between the holders 8, that is to say with 102709 * 4 fully grown crop. According to the invention, this distance is approximately 115 to 120 mm, which implies a channel width of between 30 and 60 mm. The holders here have a height in the range of 30 to 60 mm, preferably approximately 45 mm.

Om de teelt in dergelijke smalle houders goed mogelijk te maken is een specifiek 5 bewateringssysteem ontwikkeld, waarvan een principiële maatregel eveneens is weergegeven in figuur 2, namelijk in de vorm van een doorstroomruimte 16.. Aangereikt water bevindt zich hierbij aan de onderzijde van een ruimte 15 voor substraat ten behoeve van de beworteling van het gewas. De substraatruimte 15 is gescheiden van de doorstromingsruimte 16 met behulp van een geperforeerde 10 scheidingswand 17. De ruimten 15 en 16 en de scheiding 17 zijn bij wijze van voorbeeld elk op samenhangende wijze weergegeven in drie uitvoeringsvormen met enkelvoudige tot drievoudige accentuering ’ - van de verwijzingstijfers 15-17.In order to make cultivation in such narrow containers well possible, a specific watering system has been developed, a fundamental measure of which is also shown in Figure 2, namely in the form of a flow-through space 16. Water supplied is then located on the underside of a space. 15 for substrate for rooting the crop. The substrate space 15 is separated from the flow-through space 16 by means of a perforated partition wall 17. The spaces 15 and 16 and the partition 17 are each shown in a coherent manner in three embodiments with single to triple accentuation of the reference numerals. 15-17.

De doorstroomruimte 16 is zowel voor irrigatie als voor drainage bestemd. Het gewas wordt gedurende de dag meerdere malen geTrrigeerd en vervolgens weer 15 gedraineerd, zodat naast een optimale vochtigheid eveneens een optimale balans tussen vocht en beluchting van en substraat wordt verkregen. Het substraat is op zichzelf bekend en bevat een mengsel van ten minste klei, veen en cocosvezels. De perforaties in de scheidingswand zijn bij voorkeur verticaal uitgevoeid. Ten minste een gedeelte van deze sleufvormige perforaties 18 reiken tot de onderzijden van de 20 scheidingswand 17, en daarmede bij voorkeur eveneens tot aan de bodem van de IThe flow-through space 16 is intended for both irrigation and drainage. The crop is irrigated several times during the day and then drained again, so that in addition to an optimum humidity, an optimum balance between moisture and aeration of a substrate is also obtained. The substrate is known per se and contains a mixture of at least clay, peat and coconut fibers. The perforations in the partition wall are preferably expanded vertically. At least a portion of these slot-shaped perforations 18 extend to the undersides of the dividing wall 17, and therefore preferably also to the bottom of the

houder 8’. Bij voorkeur is de doorstroomruimte zo gevormd dat het water langsstromend ten opzichte van de substraatruimte is.holder 8 ". The flow space is preferably formed such that the water is flowing past with respect to the substrate space.

De drie voorbeelden van mogelijke uitvoeringsvormen In figuur 2 omvatten een eerste V-vormig uitgevoerde scheidingswand 17’ welke met de punt naar beneden is 25 gekeerd, en welke via haken aan de bovenste uiteinden over de houder 8' geplaatst kan worden. In het middelste voorbeeld is de V-vorm omgekeerd, dat wil zeggen met de punt naar boven. De wand 17” steunt hierbij op de bodem van de houder af, in het bijzonder in de hoeken daarvan, en maakt het mogelijk twee rijen gewas in de houder op te nemen. In de meest rechtse uitvoering van figuur 2 is de meest fundamentele 30 vorm van een vlakke plaat 17 weergegeven. Hierbij dient voor een optimale functie de ruimte 17 voortdurend geheel te zijn gevuld ten einde contact tussen het water en het substraat te kunnen bewerkstelligen. Het geniet de voorkeur de scheidingswand 17” te doen verlopen langs en tussen de stippellijnen 19, zodat een rechthoekige scheidingswand ontstaat met aan weerszijden substraat. De langsstroming die 35 hiermee mogelijk wordt garandeert volgens de uitvinding de beste capillaire werking.The three examples of possible embodiments In Figure 2, a first V-shaped partition wall 17 'comprises which is turned with the point downwards, and which can be placed over the holder 8' via hooks at the upper ends. In the middle example, the V shape is inverted, that is, with the point upwards. The wall 17 'here rests on the bottom of the holder, in particular in the corners thereof, and makes it possible to accommodate two rows of crop in the holder. In the right-most embodiment of Figure 2, the most fundamental form of a flat plate 17 is shown. For an optimum function, the space 17 must herein be constantly completely filled in order to be able to bring about contact between the water and the substrate. It is preferable for the partition wall 17 "to run along and between the dotted lines 19, so that a rectangular partition wall with substrate on either side is created. The longitudinal flow that hereby becomes possible guarantees the best capillary effect according to the invention.

1027094 51027094 5

Een verdere uitvoeringsvorm omvat een houder conform de uitvinding met daarin opgenomen een op zich bekende drainagebuis. Drainagebuis is een geperforeerde buis, al dan niet omwikkeld met bijvoorbeeld kokosvezel.A further embodiment comprises a container according to the invention with a drainage pipe known per se included therein. Drainage pipe is a perforated pipe, whether or not wrapped with, for example, coconut fiber.

Figuur 3 illustreert een voorkeursuitvoering van een scheidingwand 17 voor 5 gebruik in de nieuwe houder 8’. In de korte praktijk van zijn bestaan blijkt de wand met de term V-strip te worden aangeduid. De sleuven 18 reiken tot aan een plat gedeelte 20 van de scheider waarmee deze stabiel op de bodem van de houder steunt, en waarmee een optimale vorm en omvang van de bewortelingsruimte wordt gerealiseerd. De sleuven 18 zijn hier in drie rijen aangebracht die elk op een andere 10 hoogte beginnen, en bestrijken gezamenlijk ten minste twee derde deel van de hoogte van de wand. Nabij een bovenste deel van de scheidbigswand loopt deze verticaal, teneinde hiermee tegen een zijwand van de houder 8’ af te steunen, en ten einde een optimale hoeveelheid ruimte voor de beworteling te creëren. De wand 17 wordt volgens een verder aspect van de uitvinding gunstigerwijs uit kunststof vervaardigd, bij 15 voorkeur met behulp van een spuitgietproces.Figure 3 illustrates a preferred embodiment of a partition wall 17 for use in the new container 8 ". In the short practice of its existence, the wall appears to be designated by the term V-strip. The slots 18 extend as far as a flat part 20 of the separator with which it rests stably on the bottom of the container, and with which an optimum shape and size of the rooting space is realized. The slots 18 are arranged here in three rows, each starting at a different height, and together they cover at least two thirds of the height of the wall. Near an upper part of the separating wall it runs vertically, in order to support it against a side wall of the holder 8 ', and in order to create an optimum amount of space for rooting. According to a further aspect of the invention, the wall 17 is advantageously manufactured from plastic, preferably with the aid of an injection molding process.

De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.In addition to the foregoing, the invention also relates to all details in the figures, at least insofar as they are immediately and unambiguously traceable to a person skilled in the art, and to all that is described in the following set of claims.

10270941027094

Claims

Method for growing crops such as once-harvestable cut flowers such as Chrysanthemum, Lisianthus and Matricaria, characterized in that the crop 5 is received in a preferably mobile container (8 ') which is provided with a space (15,16) for holding rooting substrate, in which space (15,16) with the aid of a perforated partition wall (17), a water-free flow-through space (16) is created, through which flow-through space (16) the crop alternates several times during the day , is both irrigated and drained, the partition wall being supported on the bottom of the container, and thereby being provided with perforations that extend to the bottom of the container.

A method according to claim 1, characterized in that the rooting substrate is received in the container such that water from the flow-through space is flowing past with respect to the substrate.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the flow-through space (16) is included near the underside of the space for the rooting substrate.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the watering is arranged laterally along the rooting space (15). !

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the holder (8) is included in a rotation system whereby it becomes a greater distance from an adjacent holder during the growing period of the crop! included.

Greenhouse device for carrying out a method according to one of the preceding claims, and / or provided with a holder or partition wall (17) according to one of the following claims.

7. Holder (8 ') for crops such as one-time harvestable cut flowers for use in a system according to one of the preceding method claims, characterized in that the holder (8') is provided with a space (15, 16) for holding of rooting substrate, in which space with the aid of a perforated partition wall (17), a water-free flow-through space (16) is created, wherein the flow-through space (16) near the underside of the space (15) for the n & o 7 fl Q Λ 9 rooting substrate is included, and the partition wall (17) is formed such that irrigation takes place along the rooting space (15).

Holder according to the preceding claim, characterized in that the holder is substantially U-shaped in cross-section.

Container (8 ') according to one of the preceding claims, characterized in that the partition (17) is substantially V-shaped and is supported on the bottom of the container

A holder according to the preceding claim, characterized in that the wall (17) is provided with perforations that extend to the bottom of the holder.

Holder (8 ") according to one of the preceding claims, characterized in that the wall (17) is supported with a flat part on the bottom of the holder (8").

12. Holder as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the partition wall rests against a side wall of the holder near an upper part.

A container according to the preceding claim, characterized in that the upper part of the partition wall is formed vertically.

A container according to any one of the preceding claims, characterized in that the partition wall extends over at least two thirds (2/3) of the height of the container (8 ').

A holder according to any one of the preceding claims, characterized in that the width of the holder is less than approximately 60 mm.

A holder according to any one of the preceding claims, characterized in that the height of the holder is in the range of 30 to 60 mm, preferably approximately 45 mm.

17. Holder as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the height and width dimensions are in the range of 30 to 60 mm.

18. Perforated partition wall (17) for use In a holder (8 ') or system according to any one of the preceding claims, characterized in that the wall is essentially V-shaped, the underside of the V-shape is intended for placement on the bottom of the container, and the top for support against a wall of the container. 10

The partition wall (17) according to the preceding claim, characterized in that the perforations (18) are designed as vertically oriented slots.

A partition wall according to any one of the preceding claims, characterized in that perforations of the wall (17) extend to the bottom thereof.

A partition wall (17) according to the preceding claim, characterized in that the wall is provided with a flattened support part near its bottom side.

A partition wall (17) according to the preceding claim, characterized in that the V-shape extends to near the top of a holder for which it is intended to be received.

A partition wall according to any one of the preceding claims, characterized in that the partition wall is an injection molded part made of plastic. 1 0? 7 0 Q Λ