NL1026767C2 - Kindervoertuigstoel. - Google Patents

Description

h

Ki ndervoertui gstoel.

De uitvinding heeft betrekking op een kindervoertuigstoel voorzien van een rugleuning, een zitting, een zich door de zitting heen 5 uitstrekkend kruisdeel, alsmede met het kruisdeel losneembaar koppel bare gordels voor het in de kinderstoel vasthouden van een kind, welke gordels zich door de rugleuning heen uitstrekken en aan een van de zitting afgekeerde zijde van de rugleuning zijn verbonden met ten minste een opspangordel, met behulp waarvan de gordels in een opspanrichting 10 opspanbaar zijn, welke opspangordel zich onder de zitting door uitstrekt naar een vergrendelmechanisme, met behulp waarvan in een blokkeerpositie verplaatsing van de opspangordel in ten minste een aan de opspanrichting tegengestelde richting geblokkeerd is, terwijl het vergrendelmechanisme met behulp van het kruisdeel in een vrijlooppositie brengbaar is, waarin 15 de opspangordel in de aan de opspanrichting tegengestelde richting verplaatsbaar is.

Bij een dergelijke, uit het Amerikaanse octrooi US-A-5.779.319 bekende voertuigstoel omvat het vergrendelmechanisme een gordel oprol automaat waarin de opspangordel met een van de gordels 20 afgekeerd uiteinde is bevestigd aan een onder veerkracht staande as.

Onder invloed van de onder veerkracht staande as wordt de opspangordel zo ver in de gordel oprol automaat gewikkeld totdat de gordels en de opspangordel strak zijn gespannen.

Indien de gordels met het kruisdeel zijn verbonden, worden 25 de gordels derhalve automatisch strak gespannen. De mate van spanning wordt in hoofdzaak bepaald door de in de gordel automaat gelegen veer.

Indien de gordels van het kruisdeel worden ontkoppeld, wordt op de gordels een in de opspanrichting gerichte kracht uitgeoefend die de gordels in de richting van het oprolmechanisme tracht te 30 verplaatsen, totdat het verder verplaatsen wordt geblokkeerd.

Het verplaatsen van de gordels in een aan de opspanrichting 1026767 2 k tegengestelde richting is enkel mogelijk indien het vergrendelmechanisme is ontkoppeld. Bij de kindervoertuigstoel volgens het Amerikaanse octrooi geschiedt dit door het kruisdeel in een van de rugleuning afgekeerde richting te scharnieren, waarbij het kruisdeel een met het vergrendel-5 mechanisme verbonden pal verplaatst ten gevolge waarvan het vergrendel -mechanisme in een vrijlooppositie wordt gebracht. In deze vrijlooppositie is de opspangordel tegen veerkracht in verplaatsbaar in een aan de opspanrichting tegengestelde richting zodat de lengte van de gordels tussen de rugleuning en het kruisdeel kan worden vergroot.

10 Een nadeel van de kindervoertuigstoel volgens het hierboven aangegeven Amerikaanse octrooi is dat onder invloed van het oprol-mechanisme de gordels bij een van het kruisdeel ontkoppelde stand automatisch in de richting van de rugleuning zullen worden verplaatst. Bij het vergroten van de lengte van de gordels tussen de rugleuning en 15 het kruisdeel dient een relatief grote kracht op de gordels te worden uitgeoefend om de door het oprol mechanisme uitgeoefende veerkracht te overwinnen. Aangezien de door het oprolmechanisme uitgeoefende veerkracht wordt bepaald door de in het oprolmechanisme aanwezige veer, is de mate van opspanning van de gordels tegen het kind aan niet te beïnvloeden. Dit 20 wordt als nadelig beschouwd omdat hierbij bij het opspannen van de gordels geen rekening kan worden gehouden met de wensen van het kind of diegene die het kind in de kindervoertuigstoel plaatst.

De uitvinding beoogt een kindervoertuigstoel te verschaffen waarbij gordels op een eenvoudige wijze opspanbaar, blokkeerbaar, 25 deblokkeerbaar en/of vrijelijk te verplaatsen zijn.

Dit doel wordt bij de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding bereikt doordat het vergrendelmechanisme een nok alsmede een daaronder gelegen geleidevlak omvat, welke nok met behulp van het kruisdeel verplaatsbaar is van de blokkeerpositie naar de vrijloop-30 positie, waarbij tussen de nok en het daaronder gelegen geleidevlak een doorvoeropening voor de opspangordel is gelegen, welke opspangordel zich 10267 67 » Λ 3 uitstrekt tot voorbij het kruisdeel.

In de blokkeerpositie wordt de opspangordel tussen de nok en het daaronder gelegen geleidevlak geblokkeerd tegen verplaatsing in een aan de opspanrichting tegengestelde richting. Door het met behulp van 5 het kruisdeel zwenken of transleren van de nok naar de vrijlooppositie komt een opspangordel vrij te liggen in de tussen de nok en het geleidevlak gelegen doorvoeropening, ten gevolge waarvan de opspangordel zowel in de opspanrichting als in een aan de opspanrichting tegengestelde richting vrijelijk verplaatsbaar is. Doordat de nok boven het geleidevlak 10 is gelegen, is de nok eenvoudig met behulp van het kruisdeel bedienbaar.

Bij het in de kindervoertuigstoel plaatsen van het kind, worden de gordels met het kruisdeel verbonden, waarbij het kruisdeel zich in een positie bevindt, waarin het kruisdeel het verplaatsen van de nok naar de blokkeerpositie niet hindert. Zodra de gordels met het kruisdeel 15 zijn verbonden, kan een gebruiker de door de doorvoeropening heen uitstrekkende opspangordel beetpakken en aantrekken, waarbij de gordel door de doorvoeropening heen wordt verplaatst en dientengevolge de met de opspangordel verbonden gordels worden opgespannen. De hiervoor benodigde kracht is minimaal.

20 Het verplaatsen van de opspangordel in een aan de opspanrichting tegengestelde richting is daarna niet mogelijk omdat hierbij de nok wordt gezwenkt of getransleerd in de richting van het geleidevlak waardoor de grootte van de doorvoeropening wordt verkleind en de opspangordel tussen de nok en het geleidevlak wordt geklemd.

25 Om het kind uit de kinderstoel te verwijderen, worden de gordels van het kruisdeel ontkoppeld, waarna door het bedienen van het kruisdeel de nok van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie wordt verplaatst, waarna de opspangordel vrijelijk door de vergrote doorvoeropening heen verplaatsbaar is. De mate waarin de gordels worden 30 opgespannen wordt door diegene die de opspangordel aantrekt zelf bepaald.

Opgemerkt wordt dat uit US-A-5.061.012 eveneens een kinder- 1026767 » i 4 voertuigstoel bekend is die is voorzien van een met een kruisdeel bedienbaar oprolmechanisme. De opspangordel strekt zich hierbij enkel uit tot het oprolmechanisme zodat het handmatig opspannen van de gordel niet mogelijk is. De nok is bovendien onder het geleidevlak gelegen, waardoor 5 voor de bediening van de nok met behulp van het kruisdeel een relatief complex overbrengingsmechanisme nodig is.

Een uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de nok tegen veerkracht in om een zwenkas zwenkbaar is van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie.

10 Op deze wijze zal de nok zich bij voorkeur in de blokkeerpositie bevinden. Het verplaatsen van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie vindt plaats door het met behulp van het kruisdeel zwenken van de nok om de zwenkas.

Een andere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel 15 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het kruisdeel scharnierbaar is om een scharnieras, waarbij het kruisdeel aan een zijde is voorzien van een koppelmechanisme voor koppeling met de gordels en aan een van het koppelmechanisme afgekeerde zijde van de scharnieras is voorzien van een met de nok samenwerkende lip met behulp waarvan de nok 20 naar de vrijlooppositie verplaatsbaar is.

Met behulp van een dergelijk uitgevoerd kruisdeel is het zwenken van de nok van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie relatief eenvoudig. Bovendien is een dergelijke bediening van het kruisdeel voor een gebruiker logisch omdat bij het uit de kinderstoel 25 nemen van het kind het kruisdeel van het kind af wordt verplaatst zodat het uit de kinderstoel gaan van het kind door het kruisdeel niet wordt gehinderd. Voor een gebruiker is het scharnieren van het kruisdeel in een naar de rugleuning toegekeerde richting voor het vergrendelen met de gordels eveneens een logische handeling omdat hierbij het kruisdeel naar 30 de gordels toe wordt verplaatst.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel 1026767 » 5 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het kruisdeel is voorzien van een verend element, waarbij het kruisdeel in een van de gordels ontkoppelde positie onder veerkracht van het verende element in een van de rugleuning afgekeerde positie scharnierbaar is naar een positie waarin 5 de nok in de vrijlooppositie is gelegen.

Op deze wijze zal een van de gordels ontkoppeld kruisdeel onder invloed van veerkracht automatisch naar een van de rugleuning afgekeerde positie scharnieren, waardoor derhalve automatisch de nok in de vrijlooppositie wordt gebracht. In deze positie hindert het kruisdeel 10 het kind niet bij het uit de kinderstoel gaan terwijl bovendien de gordels eenvoudig van het kind af kunnen worden verplaatst waarbij de lengte van de gordels tussen de rugleuning en het kruisdeel vrijelijk kan worden vergroot.

Een weer andere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel 15 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de opspangordel zich door het vergrendel mechanisme heen uitstrekt voorbij een van de rugleuning afgekeerde zijde van de zitting.

Op deze wijze kan de opspangordel eenvoudig voor de zitting door een gebruiker worden beetgepakt en worden opgespannen.

20 Een nog verdere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de nok is voorzien van naar het geleidevlak gerichte tanden.

Met behulp van de tanden wordt een stevige vergrendeling van de opspangordel tegen het geleidevlak gewaarborgd.

25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een kindervoertuigstoel volgens de uitvinding toont, waarbij de gordels met het kruisdeel zijn verbonden, 30 fig. 2 een schematisch zijaanzicht van een deel van de in fig. 1 weergegeven kindervoertuigstoel toont, in de blokkeerpositie, 1026767 * 9 6 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van de in fig. 1 weergegeven kindervoertuigstoel toont, waarbij de gordels van het kruisdeel zijn ontkoppeld, fig. 4 een schematisch zijaanzicht van een deel van de in 5 fig. 3 weergegeven kindervoertuigstoel toont, in de vrijlooppositie.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een kindervoertuigstoel 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een onderstel 1 en een kantelbaar met het 10 onderstel 2 verbonden stoel 3. De stoel 3 omvat een zitting 4 en een daarmee verbonden rugleuning 5. De zitting 4 wordt aan beide langszijden begrensd door armsteunen 6. De kindervoertuigstoel 1 is verder voorzien van twee gordels 7, 8 die elk met een uiteinde bij een overgang tussen de zitting 4 en de armleuning 6 met de stoel zijn verbonden of, desgewenst 15 onder de zitting 4 met elkaar zijn verbonden. De van de zitting 4 afgekeerde uiteinden van de gordels 7, 8 strekken zich uit door de rugleuning 5. Aan de achterzijde van de rugleuning zijn de gordels 7, 8 met hun uiteinden 9, 10 verbonden met een uiteinde 11 van een opspan-gordel 12. De gordel 12 strekt zich over een geleidevlak 13 heen uit naar 20 een van de rugleuning 5 afgekeerde zijde van de zitting 4. Over de gordels 7, 8 zijn gordelgespen 14, 15 verschuifbaar welke gordel-gespen 14, 15 elk zijn voorzien van een gordeltong 14', 15' (fig. 3). De kindervoertuigstoel 1 is verder voorzien van een kruisdeel 17 dat scharnierbaar om een scharnieras 18 is verbonden met de stoel 3. Het 25 kruisdeel 17 is aan een uiteinde voorzien van een gordelslot 16 waarin de gordeltongen 14', 15' van de gordelgespen 14, 15 vergrendel baar zijn. Het kruisdeel 17 is aan een van het gordelslot 16 afgekeerde zijde voorzien van een lip 19.

De kindervoertuigstoel 1 omvat verder een onder de 30 zitting 4 nabij de scharnieras 18 gelegen nok 20 die zwenkbaar is om een zwenkas 21. De nok 20 is boven het geleidevlak 13 gelegen en is aan een 1026767 ψ » 7 naar het geleidevlak 13 toegekeerde zijde voorzien van tanden 22. Tussen de nok 20 en het geleidevlak 13 is een doorvoeropening 23 gelegen waar de opspangordel 12 zich doorheen uitstrekt.

De werking van de kindervoertuigstoel 1 volgens de 5 uitvinding is als volgt.

Indien men een kind in de kinderstoel 1 wil plaatsen, zijn de gordel tongen van de gordel gespen 14, 15 ontgrendeld van het gordelslot 16 en is het kruisdeel 17 om de scharnieras 18 in de door pijl PI aangegeven richting gezwenkt (fig. 3, 4) waarbij de lip 19 in aanraking 10 is gekomen met een aanlegvlak 24 op de nok 20, waardoor de nok 20 in de door pijl P2 aangegeven richting is gezwenkt. De nok 20 is zodanig gevormd dat ten gevolge van het zwenken in de door pijl P2 aangegeven richting, de grootte van de doorvoeropening 23 toeneemt ten gevolge waarvan de opspangordel 12 vrijelijk in en tegengesteld aan de door 15 pijl P3 aangegeven opspanrichting door de doorvoeropening 23 verplaatsbaar is. De gordels 7, 8 kunnen nu zijwaarts worden verplaatst waardoor het kind op de zitting 4 en tegen de rugleuning 5 aan kan worden gezet. Vervolgens steekt het kind de armen door de gordels 7, 8 heen en worden de met de gordel gespen 14, 15 verbonden gordel tongen 14', 15' in het 20 gordelslot 16 gestoken en daarmee verbonden (fig. 1, 2). Hierbij zal het kruisdeel 17 in een aan pijl PI tegengestelde richting om de scharnieras 18 worden gezwenkt vanuit de in fig. 4 weergegeven positie naar de in fig. 2 weergegeven positie. De lip 19 komt hierbij los van het aanlegvlak 24 op de nok 20, waarna de nok 20 onder invloed van de zwaartekracht 25 of onder invloed van een met de nok 20 samenwerkende veer in een richting tegengesteld aan de door pijl P2 aangegeven richting om de zwenkas 21 wordt gezwenkt. Hierbij wordt de grootte van de doorgang 23 verminderd, de tanden 22 in aangrijping gebracht met de opspangordel 12 en de opspangordel 12 tussen de nok 20 en het geleidevlak 13 geklemd. Om de 30 gordels 7, 8 tegen het kind aan te trekken, pakt een gebruiker het aan de voorzijde van de kinderstoel 1 gelegen uiteinde 25 beet en verplaatst dit 1 0267 67 ψ 8 uiteinde 25 in de door pijl P3 aangegeven opspanrichting. Doordat de gordels 7, 8 met hun uiteinden 9, 10 met het uiteinde 11 van de opspangordel 12 zijn verbonden, worden door het verplaatsen van de opspangordel 12 in de door pijl P3 aangegeven richting tevens de 5 gordels 7, 8 in de door pijlen P4, P5 aangegeven richtingen verplaatst en daardoor tegen het kind aan gedrukt. De mate van opspanning wordt door de gebruiker zelf bepaald. Tijdens het verplaatsen van de opspangordel 12 in de door pijl P3 aangegeven richting, zal de nok 20 tegen de zwaartekracht of de veerkracht in in de door pijl P2 aangegeven richting zwenken 10 waardoor de doorvoeropening een zodanige grootte aanneemt dat de opspangordel 12 daar vrijelijk doorheen kan verplaatsen. Indien men echter tracht om de gordels 7, 8 in een aan de pijlen P4, P5 tegengestelde richting te verplaatsen, dan zal de nok hierbij in een aan pijl P2 tegengestelde richting naar de blokkeerpositie worden gezwenkt, waarbij 15 de tanden 22 steviger in de opspangordel 12 worden gedrukt, waardoor het verplaatsen van de gordels 7, 8 aan de aan pijlen P4, P5 tegengestelde richtingen wordt verhinderd.

Voor het verwijderen van het kind uit de kinder- voertuigstoel 1, wordt het gordelslot 16 ontgrendeld waarna de met de 20 gordel gespen 14, 15 verbonden gordel tongen 14', 15' uit het gordelslot 16 kunnen worden gehaald en de gordels 7, 8 van het kind kunnen worden losgemaakt (fig. 3, 4). Het kruisdeel 17 wordt nu in de door pijl PI aangegeven richting gezwenkt waardoor, op de hierboven aangeven wijze de nok 20 in de door pijl P2 aangegeven richting wordt gezwenkt en de 25 opspangordel 12 en derhalve ook de daarmee verbonden gordels 7, 8 vrijelijk in of tegengesteld aan de door pijlen P3, P4, P5 aangegeven richtingen kunnen worden verplaatst.

Bij voorkeur omvat het kruisdeel 17 nabij de scharnieras 18 een veer onder invloed waarvan het kruisdeel 17 bij voorkeur de in fig. 4 30 weergegeven positie inneemt, waarbij de nok 20 in de vrijlooppositie is gelegen. Zodoende is gewaarborgd dat het kind eenvoudig in de kinder- 1026767 k 9 voertuigstoel kan worden geplaatst, waarbij geen hinder van het kruisdeel 17 wordt ondervonden. Bovendien bevindt in deze positie van het kruisdeel 17 de nok 20 zich in de vrijlooppositie ten gevolge waarvan de gordels 7, 8 eenvoudig in en tegengesteld aan de door pijlen P4, P5 5 aangegeven richtingen kunnen worden verplaatst om om het kind heen te worden gepositioneerd.

De kindervoertuigstoel kan worden toegepast bij een voertuig zoals een auto of een fiets.

Het is ook mogelijk dat elke zich door de rugleuning 10 uitstrekkende gordel met een afzonderlijke opspangordel is verbonden. De opspangordel kan hierbij deel uitmaken van de gordel.

Het is ook mogelijk om de nok in plaats van een zwenkende verplaatsing een translerende verplaatsing tussen de vrijlooppositie en de blokkeerpositie en vice verse te laten uitvoeren.

15 De nok kan een willekeurige vorm hebben, welke vorm echter bij het verplaatsen van de nok van de vri jlooppositie naar de blokkeerpositie ervoor zorgt dat de gordel wordt geblokkeerd en bij het verplaatsen van de nok van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie ervoor zorgt dat de gordel weer vrijelijk kan worden verplaatst.

20 1 0267 67

Claims (6)

1. Kindervoertuigstoel voorzien van een rugleuning, een zitting, een zich door de zitting heen uitstrekkend kruisdeel, alsmede 5 met het kruisdeel losneembaar koppel bare gordels voor het in de kinderstoel vasthouden van een kind, welke gordels zich door de rugleuning heen uitstrekken en aan een van de zitting afgekeerde zijde van de rugleuning zijn verbonden met ten minste een opspangordel, met behulp waarvan de gordels in een opspanrichting opspanbaar zijn, welke 10 opspangordel zich onder de zitting door uitstrekt naar een vergrendel-mechanisme, met behulp waarvan in een blokkeerpositie verplaatsing van de opspangordel in ten minste een aan de opspanrichting tegengestelde richting geblokkeerd is, terwijl het vergrendel mechanisme met behulp van het kruisdeel in een vrijlooppositie brengbaar is, waarin de opspangordel 15 in de aan de opspanrichting tegengestelde richting verplaatsbaar is, met het kenmerk, dat het vergrendelmechanisme een nok alsmede een daaronder gelegen geleidevlak omvat, welke nok met behulp van het kruisdeel verplaatsbaar is van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie, waarbij tussen de nok en het daaronder gelegen geleidevlak een doorvoeropening 20 voor de opspangordel is gelegen, welke opspangordel zich uitstrekt tot voorbij het kruisdeel.

2. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de nok tegen veerkracht in om een zwenkas zwenkbaar is van de blokkeerpositie naar de vrijlooppositie.

3. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het kruisdeel scharnierbaar is om een scharnieras, waarbij het kruisdeel aan een zijde is voorzien van een koppelmechanisme voor koppeling met de gordels en aan een van het koppelmechanisme afgekeerde zijde van de scharnieras is voorzien van een met de nok samenwerkende lip 30 met behulp waarvan de nok naar de vrijlooppositie verplaatsbaar is.

4. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, 1 026767 f r met het kenmerk, dat het kruisdeel is voorzien van een verend element, waarbij het kruisdeel in een van de gordels ontkoppelde positie onder veerkracht van het verende element in een van de rugleuning afgekeerde positie scharnierbaar is naar een positie waarin de nok in de 5 vrijlooppositie is gelegen.

5. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, | met het kenmerk, dat de opspangordel zich door het vergrendelmechanisme heen uitstrekt voorbij een van de rugleuning afgekeerde zijde van de zitting.

6. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de nok is voorzien van naar het geleidevlak gerichte tanden. i 1 0267 67