NL1026630C2

NL1026630C2 - Luchtuitstootconstructie voor een stofzuiger.

Info

Publication number: NL1026630C2
Application number: NL1026630A
Authority: NL
Inventors: Yong-Hee Lee
Original assignee: Samsung Kwangju Electronics Co
Priority date: 2004-02-26
Filing date: 2004-07-09
Publication date: 2005-08-29
Also published as: ES2259510A1; AU2004202982B2; US20050188497A1; FR2866797A1; AU2004202982A1; DE102004035237A1; RU2004122585A; GB2411346A; RU2275837C2; GB0416416D0; GB2411346B; CN1287723C; KR100565005B1; ITMI20041488A1; FR2866797B1; KR20050087292A; ES2259510B2; CN1660005A

Description

* «

Luchtuitstootconstructie voor een stofzuiger ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een luchtuitstootconstructie van een stofzuiger, 5 en meer in het bijzonder op een luchtuitstootconstructie van een stofzuiger die automatisch een uitstootrooster opent en sluit in het zuigerlichaam in overeenstemming met of de stofzuiger wordt gebruikt of niet, waardoor het wordt voorkomen dat extern stof de stofzuiger binnentreedt wanneer deze niet 10 wordt gebruikt.

Beschrijving van de stand van de techniek

Een algemene conventionele luchtuitstootconstructie voor een stofzuiger wordt geïllustreerd in Fig. 1. Met ver-15 wijzing naar Fig. 1, omvat de uitstootconstructie een uit-laatrooster 4 met een meertal van fijne openingen of gleuven' bij een uitlaatopening (niet getoond) gevormd in een motorka-mer (niet getoond) van een zuigerlichaam 1 in vloeiende verbinding met de uitwendige omgeving, en een uitlaatfilter 20 (niet getoond) dat verwijderbaar is verbonden aan de uitlaat-opening binnen het uitlaatrooster 4, om fijn stof uit te filteren van de uitlaatlucht die uit het uitlaatrooster 4 stroomt. Bovendien is een zuigopening 2 aangebracht voor het zuigen van lucht in het zuigerlichaam.

25 Tijdens de werking van een stofzuiger die gebruik maakt van de uitlaatinrichting zoals hierboven is beschreven, wordt wanneer de reinigingsbewerking begint, lucht en daarin gevangen stof in de stofzuiger gezogen van een oppervlak dat wordt gereinigd door een zuigbo.rstel (niet getoond), die in 30 vloeiende verbinding staat met de zuigopening 2. De lucht en stof dat in het zuigerlichaam 1 worden gezogen, worden geleid naar een stofopvangkamer (niet getoond) van het zuigerlichaam 1, waar het stof wordt gescheiden van de lucht en wordt verzameld in een papier zak of een ander filter. De gereinigde 35 lucht stroomt door het uitlaatfilter en het uitlaatrooster 4 1026630 2 en wordt uitgestoten naar de omgeving buiten het zuigerli-chaam 1. Bovendien wordt fijn stof dat niet is gescheiden door de papieren zakfilter, uit de lucht gefilterd voor het uitstoten in een tweede filterbewerking.

5 Echter omdat het uitlaatrooster van de conventionele luchtuitstootconstructie normaal is blootgesteld aan het uitwendige van het zuigerlichaam 1, kan uitwendig stof of vervuiling makkelijk in de zuiger binnentreden door de gaten of van het uitlaatrooster 4, in het bijzonder wanneer de zuiger 10 niet wordt gebruikt.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding is ontwikkeld om de bovengenoemde nadelen en andere problemen die zijn verbonden 15 met de conventionele samenstelling op te lossen. Een aspect van de onderhavige uitvinding is om een luchtuitstootconstructie te verschaffen voor een stofzuiger die in staat is om selectief verbinding met een uitlaatrooster te openen wanneer de stofzuiger wordt gebruikt en het uitlaatrooster te 20 sluiten wanneer de stofzuiger niet in gebruik is, waardoor wordt voorkomen dat uitwendig stof of vreemde substanties in het zuigerlichaam binnentreedt door het uitlaatrooster.

De bovenstaande aspecten en/of andere eigenschappen van de onderhavige uitvinding kunnen in belangrijke mate wor-25 den bereikt door het verschaffen van een luchtuitstootconstructie voor een stofzuiger die is voorzien van een deksel voor het uitlaatrooster dat kan worden geopend en gesloten door de opbouw van druk van uitlaatlucht die naar buiten stroomt van een vacuüm opwekkende motor van een zuigerli-30 chaam. Omdat het deksel van het uitlaatrooster scharnierend is verbonden met het zuigerlichaam, met een verend onderdeel aangebracht tussen het deksel van het uitlaatrooster en het stofzuigerlichaam, kan het deksel van het uitlaatrooster automatisch terugkeren naar de gesloten toestand wanneer de 35 stofzuiger zijn werking stopt.

De luchtuitstootconstructie voor een stofzuiger omvat een uitlaatrooster waardoor uitlaatlucht wordt uitgestoten van een vacuüm motorkamer die is aangebracht in het stof- 1026630 t ' 3 zuigerlichaam, een deksel van het uitlaatrooster aangebracht in een positie die overeenkomt met uit uitlaatrooster, zodat een uitlaatrooster wordt gesloten wanneer de stofzuiger niet in werking is, waarbij het uitlaatrooster in staat is om te 5 openen om luchtstroming te verschaffen met gebruikmaking van druk van de uitlaatlucht die wordt uitgestoten door het uitlaatrooster wanneer de stofzuiger in werking is, en een verend onderdeel dat is aangebracht in een opening van een zitting die zich bevindt in de nabijheid van het uitlaatrooster, 10 waarbij het verend onderdeel is samengesteld en ontworpen om het deksel van het uitlaatrooster terug te doen keren naar de gesloten positie wanneer de stofzuiger zijn werking stopt.

Het deksel van het uitlaatrooster is openbaar en sluitbaar rond een scharnierverbinding met het stofzuigerli-15 chaam.

Het deksel van het uitlaatrooster is voorzien van open ruimten die worden bepaald door een meertal van ribben op het oppervlak dat is toegekeerd naar het uitlaatrooster, en in één voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvin-20 ding, wordt het contactoppervlak van de uitlaatlucht die uit het uitlaatrooster stroomt en het deksel van het uitlaatrooster vergroot tot een zo groot mogelijk oppervlak.

Het deksel van het uitlaatrooster is voorzien van een luchtblokkeerplaat voor het richten van de uitlaatlucht 25 die wordt uitgestoten van het uitlaatrooster naar bij de zijden van het deksel van het uitlaatrooster.

Het verend onderdeel is voorzien van een plaatveer die wordt gebogen tot een vooraf bepaalde positie om inbrengen in de overeenkomstige opening in de zitting mogelijk te 30 maken.

Het verend onderdeel is voorzien van een verende hefboom voor aanraking met het deksel van het uitlaatrooster en een uitsteeksel om te voorkomen dat het verend deel los komt van het stofzuigerlichaam.

35 Het uitsteeksel om losraken te voorkomen is voorzien van eerste en tweede uitsteeksels voor het voorkomen van losraken, waarbij elk van de eerste en tweede uitsteeksels voor het voorkomen van losraken één geheel vormen met het lichaam 102663« 4 van het verend onderdeel, en zijn voorzien van een deel dat naar buiten daarvan uitsteekt. De eerste en tweede uitsteeksels voor het voorkomen van losraken strekken zich uit in tegenover gestelde richtingen om losraken van het verend onder-5 deel van het stofzuigerlichaam te voorkomen.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De bovengenoemde aspecten en eigenschappen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden door het be-10 schrijven van bepaalde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een stofzuiger met een conventionele luchtuitstootconstructie; 15 Fig. 2 is een aanzicht in perspectief van een lucht uitstootconstructie van een stofzuiger, waarin een deksel voor een uitlaatrooster wordt geopend door uitlaatdruk volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 3 is een plofbeeld dat een uitlaatrooster en 20 een deksel voor een uitlaatrooster illustreert voor een stofzuiger volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fign. 4 en 5 zijn aanzichten in perspectief, ten dele getoond in doorsnede, die respectievelijk een deksel van 25 een uitlaatrooster tonen van een luchtuitstootconstructie die gesloten en open is volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en

Fig. 6 is een detailaanzicht in doorsnede die het werkend beginsel illustreert van het deksel van het uitlaat-30 rooster dat is getoond in figuren 4 en 5.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN

Alternatieve uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zullen in meer detail worden beschreven met ver-35 wijzing naar de bijgevoegde tekeningen.

In de volgende beschrijving worden gelijke vèrwij-zingscijfers voor de tekeningen gebruikt voor dezelfde onderdelen in de uitvoeringsvormen die worden getoond in verschil- 1026630 5 lende figuren. De parameters gedefinieerd in de volgende beschrijving, zoals de gedetailleerde constructie, elementen en werking worden slechts verschaft om behulpzaam te zijn bij een volledig begrip van de uitvinding, en het is niet de be-5 doeling dat de onderhavige uitvinding wordt beperkt door de gedefinieerde parameters. Ook worden bekende functies of constructies niet in detail beschreven, omdat zij het zicht op de uitvinding door onnodig detail zouden verminderen.

Zoals is getoond in Fign. 2 tot 5, omvat een lucht-10 uitstootconstructie voor een stofzuiger volgens één aspect van de onderhavige uitvinding een uitlaatrooster 103 dat in vloeiende verbinding met een vacuüm motorkamer (niet getoond) is aangebracht binnen een zuigerlichaam 101. Een deksel voor het uitlaatrooster 110 is gevormd om een vorm te hebben die 15 overeenkomt met het uitlaatrooster 3 en daardoor openbaar en sluitbaar is in overeenstemming met of er uitlaatlucht stroomt door het uitlaatrooster 103. Een verend onderdeel 120 laat het deksel van het uitlaatrooster 110 terugkeren naar een gesloten positie van een open positie wanneer de druk van 20 de uitlaatlucht niet langer aanwezig is.

Het uitlaatrooster 103 is voorzien van een meertal van fijne gaten, en derhalve gaat lucht en daarin gevangen stof dat stroomt door de zuigopening 102 van het zuigerlichaam 101 door de stofkamer, waar het stof wordt uitgefilterd 25 en de schone lucht wordt uitgestoten naar de uitwendige omgeving door het uitlaatrooster 103. Een uitlaatfilter (niet getoond) is aangebracht tussen het uitlaatrooster 103 en de vacuüm motorkamer. Het uitlaatfilter wordt ondersteund op het uitlaatrooster 103 en omdat deeltjes van fijn stof door het 30 uitlaatfilter worden gefilterd, kan schone lucht worden uitgestoten naar de uitwendige omgeving.. .

Het deksel van het uitlaatrooster 110 is gevormd om een vorm te hebben die overeenkomt om het uitlaatrooster 103 te bedekken, en is bij voorkeur door middel van een scharnier 35 verbonden aan de bovenzijde van het stofzuigerlichaam 101, zoals is getoond in Fig. 3. Het deksel van het uitlaatrooster 110 omvat ten minste één scharniergat 111 aangebracht in een positie die overeenkomt met ten minste één scharnieruitsteek- 1026630 6 sel 104 in de nabijheid van het uitlaatrooster 103. Het uit-laatrooster 110 is openbaar en sluitbaar door draaibeweging om het ten minste één scharniergat 111, ten opzichte van het uitlaatrooster 103.

5 Het deksel voor het uitlaatrooster 110 omvat bij voorkeur een uitsteeksel 112 voor contact met een verend onderdeel 120, dat hieronder in meer detail zal worden beschreven, en een luchtblokkeerplaat 113 die is aangebracht bij .de voorzijde van het roosterdeksel 110 om een uitlaatluchtstroom 10 te geleiden van het uitlaatrooster 103 naar de linker- en rechterzijden van de stofzuiger 100. De luchtblokkeerplaat 113 werkt om uitlaatlucht te geleiden van de vacuüm motorka-mer naar de linker- en rechterzijden van de operateur, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat de lucht naar de 15 voorzijde van het zuigerlichaam 101 stroomt waar de operateur meestal staat, waardoor gemak voor de gebruiker wordt verschaft .

Om het contactoppervlak te vergroten dat beschikbaar is voor contact door de uitlaatlucht die wordt uitgestoten 20 van het uitlaatrooster 103, d.w.z. om de kracht te gebruiken die wordt ontwikkeld door overdruk van de uitlaatlucht, zijn een veeltal van open ruimten of spleten 115 bepaald, elk tussen een naastliggend paar van een veeltal van ribben 114. Wanneer de lucht wordt uitgelaten door de open ruimten 115, 25 kan maximale kracht van de overdruk van de uitlaatlucht worden overgedragen op het deksel van het uitlaatrooster 110.

Het verend onderdeel 120 verschaft een verende her-stelkracht die het deksel van het uitlaatrooster 110 doet terugkeren naar de gesloten positie om het uitlaatrooster 103 30 te sluiten, en zoals is getoond in Fig. 3, is uitgevoerd als een plaatveer, die is gevormd om een vooraf bepaald gebogen deel te verkrijgen.

Meer in het bijzonder wordt het verend deel 120 zo gebogen dat het een bodemdeelgebied kan hebben dat overeen-35 komt met dat van een zittingopening 130 dat is gevormd naast het uitlaatrooster 103 en daardoor ontvangen kan worden in de zittingopening 130. In één voorbeeld dat de voorkeur heeft, kan het verend onderdeel 120 tweemaal zijn gebogen om een 1026630 vorm te verschaffen in hoofdzaak zoals de letter 'J'.

Het verend onderdeel 120 kan verder zijn voorzien van een verende hefboom 121 die zich naar boven uitstrekt van het bodemdeel om contact te kunnen maken met het deksel van 5 het uitlaatrooster 110. Een veeltal van eerste uitsteeksels 122 voor het voorkomen van losraken strekken zich naar achter uit om zich naast het stofzuigerlichaam 101 te bevinden, en een tweede uitsteeksel 123 voor het voorkomen van losraken strekt zich uit naar de voorzijde van het stofzuigerlichaam 10 101 in de richting van de zuigopening 102 (Fig. 2).

Het verend onderdeel 121 is in contact met en grijpt het uitsteeksel 112 aan dat is aangebracht op de binnenzijde van het deksel van het uitlaatrooster 110, waarbij één uiteinde overeenkomt met het uitsteeksel 112, zoals is getoond 15 in Fig. 3, en ten dele is gebogen naar het uitsteeksel 112 om contact daarmee te ondersteunen.

De eerste uitsteeksels 122 voor het voorkomen van losraken zijn aangebracht aan beide zijden van de verende hefboom 121 en zijn aangebracht om te voorkomen dat het ve-20 rend onderdeel 120 los raakt van de zittingopening 130. Hiertoe zijn de eerste uitsteeksels 122 voor het voorkomen van het losraken als één geheel aangebracht met het verende onderdeel 121 om op de binnenomtrek van de zittingopening 130 te drukken door het uitoefenen van een vooraf bepaalde druk 25 tegen de wanden daarvan.

Het tweede uitsteeksel 123 voor het voorkomen van losraken is aangebracht aan de zijkant van het verend onderdeel 121 tegenover de eerste uitsteeksels 122 voor het voorkomen van losraken, en strekt zich uit in de richting tegen-30 overgesteld aan de eerste uitsteeksels 122 voor het voorkomen van losraken, om de veerdruk van de eerste uitsteeksels 122 voor het voorkomen van losraken op de binnenomtrek van de zittingopening 130 op te vangen.

Door het samenwerken van de eerste en tweede uit-35 steeksels 122 en 123 voor het voorkomen van losraken, heeft het verend onderdeel 120 een nauwe perspassing binnen de binnenomtrek van de wanden die de zittingopening 130 bepalen, waardoor wordt voorkomen dat het verend onderdeel 120 naar 1026630 8 boven beweegt uit de zittingopening 130.

Als gevolg daarvan, blijft het deksel van het uit-laatrooster 110 dat geconstrueerd is zoals hierboven is beschreven, in een gesloten positie, om het uitlaatrooster 103 5 te sluiten, zoals is getoond in Fig. 4, wanneer de stofzuiger 100 niet in gebruik is. Het deksel van het uitlaatrooster 110 opent het uitlaatrooster 103 door het deksel van het uitlaatrooster 110 in een opwaartse richting te draaien rond het scharnieruitsteeksel 104 en het scharniergat 111 als gevolg 10 van de opwaarts gerichte kracht die wordt veroorzaakt door de overdruk van de uitlaatlucht die wordt uitgestoten door het uitlaatrooster 103 wanneer de stofzuiger 110 in gebruik is, zoals is getoond in Fig. 5.

Wanneer het deksel van het uitlaatrooster 110 wordt 15 geopend door de overdruk van de uitlaatlucht, zoals is getoond in Fig. 6, drukt het verend onderdeel 120 tegen de verende hefboom 121 om in de richting te vervormen die is aangegeven door pijl F. De verende hefboom 121 oefent herstel-kracht uit op het scharnierend deksel 110 van het uitlaat-20 rooster om het naar de aanvangspositie te duwen (Fig. 4), in de richting aangegeven door pijl A van Fig. 6 ten opzichte van het uitsteeksel 112. Dienovereenkomstig is het deksel 110 van het uitlaatrooster onderworpen aan een herstelkracht die het laat draaien in de richting die is aangegeven door pijl 25 B. Omdat de overdruk van de uitlaatlucht die wordt uitgestoten door het uitlaatrooster 103 groter is dan de herstelkracht van de veerdruk van het verend onderdeel 120, wordt het deksel van het uitlaatrooster 110 in de open toestand gehouden.

30 Wanneer de stofzuiger 100 zijn werking stopt, stopt ook de uitstoot van uitlaatlucht. Dienovereenkomstig, zal het deksel van het uitlaatrooster 110, door de verende herstelkracht van het verend onderdeel 130, gedraaid worden in de richting die is aangegeven door pijl B van Fig. 6 en zal te-35 rugkeren naar de aanvangspositie, die het uitlaatrooster 103 sluit. Omdat de stroomsnelheid van de uitlaatlucht geleidelijk afneemt, in plaats van abrupt te worden afgesloten, heeft het deksel 110 van het uitlaatrooster een geleidelijk 1026630 9 veranderende momentkracht en derhalve wordt het deksel 110 van het uitlaatrooster vloeiend gedraaid naar de gesloten positie zonder dicht te klappen.

Als gevolg daarvan wordt het uitlaatrooster 103 niet 5 aan de uitwendige omgeving blootgesteld wanneer deze niet in werking is, en toegang van uitwendig stof door het uitlaatrooster 103 in lichaam 101 wordt verhinderd wanneer de stofzuiger niet in gebruik is.

Zoals hierboven is beschreven in een paar voorbeel-10 den van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, wordt het deksel van het uitlaatrooster automatisch geopend van een gesloten positie door de kracht van de overdruk van de uitlaatlucht die wordt uitgestoten door het uitlaatrooster wanneer de stofzuiger in gebruik is. Wanneer de stofzuiger 15 zijn werking stopt, of wanneer deze niet in gebruik is, wordt het deksel van het uitlaatrooster, dat is aangebracht tussen het deksel van het uitlaatrooster en het stofzuigerlichaam, door het verend onderdeel naar de aanvangspositie gedrukt, en daardoor sluit het uitlaatrooster. Dienovereenkomstig, omdat 20 het uitlaatrooster niet wordt blootgesteld aan de uitwendige omgeving, wordt voorkomen dat uitwendig stof door het uitlaatrooster naar binnen treedt, wanneer de stofzuiger niet in gebruik is.

De voorgaande uitvoeringsvorm en voordelen zijn 25 slechts voorbeelden en moeten niet worden gebruikt om de reikwijdte van de onderhavige uitvinding te beperken. De onderhavige leer kan direct worden toegepast op andere soorten inrichtingen. Ook is de beschrijving van de uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bedoeld als illustratief, en 30 niet om de reikwijdte van de volgende conclusies te beperken en veel alternatieven, modificaties en variaties zullen duidelijk zijn voor deskundigen na een volledig begrip van de onderhavige uitvinding te hebben gekregen.

1026630

Claims

1. Luchtuitstootconstructie voor een stofzuiger, voorzien van: een uitlaatrooster waardoor uitlaatlucht wordt uitgestoten van een vacuüm motorkamer die is gemonteerd in een 5 stofzuigerlichaam; een deksel voor het uitlaatrooster aangebracht in een positie die overeenkomt met het uitlaatrooster zodat het uitlaatrooster wordt gesloten wanneer de stofzuiger niet in werking is, en het uitlaatrooster in staat is om te openen om 10 een luchtstroom te verschaffen met gebruikmaking van een overdruk van de uitlaatlucht die wordt uitgestoten door het uitlaatrooster wanneer de stofzuiger in werking is; en een verend onderdeel dat is aangebracht in een zit-tingopening die is geplaatst in de nabijheid van het uitlaat-15 rooster, waarbij het verend onderdeel is samengesteld en ontworpen om het deksel van het uitlaatrooster terug te doen keren naar de gesloten positie wanneer de stofzuigerwerking stopt.

2. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 1, 20 waarin het deksel van het uitlaatrooster openbaar en sluit- baar is rond een scharnierconnectie met het stofzuigerlichaam.

3. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 1, waarin het deksel van het uitlaatrooster is voorzien van open 25 ruimten die worden bepaald door een meertal van ribben op het oppervlak dat is gekeerd naar het uitlaatrooster.

4. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 1, waarin het deksel van het uitlaatrooster verder is voorzien van een luchtblokkeerplaat voor het richten van uitlaatlucht 30 die wordt uitgestoten door het uitlaatrooster naar beide zijkanten van het deksel van het uitlaatrooster.

5. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 1, waarin het verend onderdeel is voorzien van een plaatveer die op een vooraf bepaalde positie is gebogen om het inbrengen in 35 een overeenkomstige zittingopening mogelijk te maken. 1026630 %

6. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 5, waarin het verend onderdeel is voorzien van: een verende hefboom voor contact met het deksel van het uitlaatrooster; en 5 een uitsteeksel voor het voorkomen van losraken voor het voorkomen dat het verend onderdeel los raakt van het stofzuigerlichaam.

7. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 6, waarin het uitsteeksel voor het voorkomen van het losraken 10 eerste en tweede uitsteeksels omvat voor het voorkomen van losraken, waarbij elk van de eerste en tweede uitsteeksels voor het voorkomen van losraken één geheel vormen met het lichaam van het verend onderdeel, en zijn voorzien van een deel dat daarvan naar buiten uitsteekt.

8. Luchtuitstootconstructie volgens conclusie 7, waarin de eerste en tweede uitsteeksels voor het voorkomen van het losraken zich uitstrekken in tegenover gestelde richtingen om het losraken van het verend onderdeel van het stof-zuigerlichaam te voorkomen. 1026630